WIN EEN DINER VOOR 2
Ze is betrouwbaar, zuinig, vermogend, makkelijk in de omgang en geeft warmte zoveel als nodig is
September 2013 | Jaargang 42 | Nr 9
JAARGANG 42 NR. 9 TVVL MAGAZINE SEPTEMBER 2013
Ze is anders dan al die anderen, combineert alle eigenschappen waarvan u altijd hebt gedroomd én... wil snel kennismaken
Vakbekwaamheidseisen Terugstroombeveiligingen Hygiëne- en legionellabeheersing
Thema:
Uitnodiging voor een Blind Date
Legionellapreventie
Energie 2013, stand 1.E086, 24-26 september Oók in onze stand: de nieuwste oplossingen voor koelen en verwarmen van ruimten, ventileren, warmtapwaterbereiding en koelen en vriezen van producten. Kijk vast of het klikt op daikinblinddate.nl
Daikin maakt het u steeds comfortabeler. DAI50012_adv_A4_beurs2.indd 1 TM0913_cover.indd 1
15-08-13 16:44 3-9-2013 9:54:28
Viega elektronisch gebruikers station: Omdat drinkwater nu eenmaal geen vakantie heeft.
Nooit misgrijpen, altijd kunnen doorwerken 12 miljoen bestellingen per jaar geleverd op 145.219 bouw- en onderhoudsplaatsen aan 18.038 installatiebedrijven. Daarvan wordt 97,26% in één keer op de gewenste tijd en op de juiste plek bezorgd. Dit resultaat hebben we dankzij 130 jaar kennis en ervaring weten te bereiken voor onze klanten. Hierdoor kunnen zij ongestoord doorwerken en zich volledig richten op hun primaire proces. Dat is waar we bij Technische Unie voor staan. Technische Unie. Daar heb je meer aan.
Drinkwaterkwaliteit kan worden gegarandeerd. Langdurige gebruiksonderbrekingen zijn in veel gebouwen onvermijdelijk en vormen een serieus gevaar voor de kwaliteit van het drinkwater. Een doordacht ontwerp middels de comfortabele Viptool Piping software en de toepassing van het intelligente Viega elektronische gebruikersstation met Hygiene+ functie, leveren een belangrijke bijdrage bij het waarborgen van de drinkwaterhygiëne en de bijbehorende documentatie. Multifunctionele sensoren registreren afwijkingen van de normale situatie en lossen dit op door automatisch te spoelen. Door de omvangrijke registratie van spoelcycli en -tijden, spoelhoeveelheid en -temperatuur kan de installatie nauwkeurig op het gebruik worden afgestemd. Via computer of smartphone kunnen de parameters comfortabel worden opgevraagd. Meer informatie is te vinden op www.viega.nl. Viega. Altijd beter!
105346_Spuelstation_210x297_NL.indd 1 TM0913_omslag_binnen_02_67.indd 2
www.technischeunie.com
27.08.13 12:23
advTuCorpE01.indd 1
07-10-11 12:09 6-9-2013 11:46:41
Inhoudsopgave Redactieraad: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Mw. dr. L.C.M. (Laure) Itard M. (Michiel) van Kaam Ing. J. (John) Lens H. (Henk) Lodder G.J. (Geert) Lugt Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. O.W.W. (Oscar) Nuijten Mw. drs.ir. I. (Ineke) Thierauf Ing. J. (Jaap) Veerman Ing. R (Rienk) Visser Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) Redactie: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Ing. J. (John) Lens Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) Redactie-adres: TVVL: De Mulderij 12, 3831 NV Leusden Postbus 311, 3830 AJ Leusden Telefoon redactie (033) 434 57 50 Fax redactie (033) 432 15 81 Email c.mulder@tvvl.nl
TVVL MAGAZINE September 2013 Meer vakbekwaamheidseisen voor legio-nellapreventie-adviseur W.J.H. (Will) Scheffer en ing. E. (Eric) van der Blom 6
Terugstroombeveiligingen nader toegelicht Ing. R.C. (Ruud) Hennep 8
Optimale hygiëne- en legionellabeheersing M. (Michel) Hollemans
10
Legionellapreventie met fysische technieken J. ( John) Dielesen Uitgave: Merlijn Media BV Zuidkade 173, 2741 JJ Waddinxveen Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl www.merlijnmedia.nl secretariaat: Email info@merlijnmedia.nl Abonnementen: Merlijn Media BV Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl Benelux € 109,Buitenland € 212,Studenten € 87,Losse nummers € 18,Extra bewijsexemplaren € 13,-
14
Temperatuurbeheersing in leidingschachten Ir. J. (Hans) van Wolferen, MSc. J.E. (Jan Ewout) Scholten 16
Intelligent digitaal legionellalogboek beheer Ing. C. (Clemens) Stemerdink
Opkomst van een legionella-gebaseerde bedrijfstak Drs. A.J.A. (Fons) de Wit
24
Vier liter closetspoeling blijft kritisch Prof. M. (Masayuki) Otsuka 28
Het begrijpen van het binnenmilieu
Advertentie-exploitatie: Merlijn Media BV Ruud Struijk Telefoon (0182) 631717 Email r.struijk@merlijnmedia.nl
editorial 5 32 Interview 36 Projectbeschrijving 41 Actueel 45 Uitgelicht 53 regelgeving 55 Internationaal nieuws 56 PRODUCTNIEUWS 60 64 summary 65 voorbeschouwing 66 Agenda
Druk: Ten Brink, Meppel ISSN 0165-5523 © TVVL, 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
10
20
Het abonnement wordt geacht gecontinueerd te zijn, tenzij 2 maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd.
Prepress: Yolanda van der Neut
Hygiëne- en legionellAbeheersing
Prof.dr.ir. P.M. (Philomena) Bluyssen MBA
46
REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door redactieraadleden’. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden (‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.
32: Fred Bertrand
Project: Serviceflat Schouwenhove
32 36
TVVL Magazine is het officiele orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de bevordering van wetenschap en techniek op gebied van installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied, van wie mag worden verwacht, dat zij op grond van kennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden en begunstigers van TVVL gratis. De contributie voor leden bedraagt € 139,15 incl. BTW per jaar. Informatie over de bijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.
3
TM0913_inhoud.indd 3
3-9-2013 11:02:19
editorial
Legionellapreventie Voor u ligt een TVVL Magazine met wederom legionellapreventie als gekozen onderwerp. Alweer inderdaad, maar het blijkt nodig, 14 jaar na de West-Friese Flora in Bovenkarspel. Juridisch is legionellapreventie goed geregeld in hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit en de bijbehorende Regeling legionellapreventie in drinkwater en warmtapwater (Regeling legionellapreventie). En ook de drinkwaterbedrijven moeten tweemaal per jaar het gelever-
H. (Henk) Lodder, Redactieraad en Deerns Nederland bv
de drinkwater monitoren op legionellabacteriën. In het distributiegebied geldt hiervoor de auditfrequentie. Het drinkwater dient aan de kwaliteitseisen te voldoen op het punt waar het water ter beschikking komt van de klant. In een gebouw of perceel zijn dit de tappunten. Het drinkwaterbedrijf is verantwoordelijk voor het distributienetwerk tot aan de watermeter. De eigenaar van een gebouw of woning is verantwoordelijk voor het functioneren van de binneninstallatie. De praktijk (lees: menselijk falen) laat dikwijls helaas een geheel andere situatie zien, ook wat betreft de specifieke sanitaire installatie-onderdelen.
BRL6010-EN? Vanuit Nederland is het RIVM betrokken bij de Europese registratie van reis gerelateerde legionella. Europa telt zeker 753 hotels, campings en appartementen die tussen 1990 en 2011 kampten met periodieke, soms jaarlijkse besmettingen met legionella, een bacterie die de dodelijke veteranenziekte kan veroorzaken. Dat blijkt uit onderzoek van het NRC. De namen van de accommodaties staan in een niet-publieke databank van de Europese gezondheidsorganisatie ECDC, onderdeel van de Europese Commissie. Maar in totaal staan 12.000 adressen op de lijst die allemaal ooit eens in verband zijn gebracht met een legionellabesmetting. Het RIVM wil meer openheid. Het instituut zal in september, tijdens de komende internationale vergadering, pleiten voor een ‘goed toegankelijke site waarop iedereen kan zien of er in een accommodatie
4
TM0913_editorial.indd 4
O. (Oscar) Nuijten, Redactieraad en ISSO
meerdere besmettingen zijn geweest.’ Het RIVM zegt ook voorstander te zijn van meer maatregelen om de jaarlijkse besmetting van toeristen in vakantieverblijven te beperken. Oorzaak zijn vaak oude waterleidingnetten die de bacterie alle kans geven te groeien. Daarom wil het RIVM in Europa, net als in Nederland (de BRL 6010), een certificeringssysteem. Accommodaties met een goedgekeurd waterleidingnet moeten een Europees keurmerk krijgen. Met een jaarlijkse controle. Zoals nu ook de brandveiligheid wordt gecontroleerd. Miljoenen Nederlanders reizen jaarlijks naar verblijven in Zuid-Europa. Daarvan zijn er afgelopen jaren veel in verband gebracht met uitbraken van de veteranenziekte. Bij de accommodaties waar legionella periodiek voorkomt is Italië koploper met 247 locaties. De bacterie zorgt onder toeristen in Europa jaarlijks voor tientallen doden en honderden zieken. Dat legionella zich verspreidt in een douche of bubbelbad is inmiddels wel bekend, maar je wilt er toch veilig kunnen douchen. Foto 1 toont een bad-/douchecombinatie in een Europees hotel waarin dat in ieder geval niet kan. Sta je bij het losschieten van de warme aansluiting (door de waterdruk) nog onder een koude
TVVL Magazine | 09 | 2013 EDITORIAL
3-9-2013 11:10:32
-Foto 2-
-Foto 1-
douche, bij het losschieten van de koude aansluiting zijn de gevolgen heel wat minder comfortabel, met alle gevolgen van dien.
waterslot Op 4 mei jl. was er de trein- en giframp bij het Belgische Wetteren. Het ongeval werd mogelijk veroorzaakt doordat de trein 87 km/h reed in plaats van de toegestane 40 km/h. Hierdoor ontspoorden er enkele tankwagens die na een explosie in brand vlogen met als gevolg één dode en ongeveer 100 gewonden. Maar niet het ongeval zelf veroorzaakte de dodelijke afloop. Tijdens het blussen kwamen schadelijke gassen vrij via de binnenriolering! Worden lozingstoestellen in België dan niet voorzien van een 50 mm waterslot conform NEN 3215, vragen wij ons af?
SARS
een bekersifon (in plaats van een buissifon) en een overloop (!!) in de wastafel is de combinatie van uitstortgootsteen en uitvoering van de doucheslang tot in het waterslot toch wel te veel van het goede met alle risico’s tot gevolg. Wie is er zo creatief? Het artikel over terugstroombeveiligingen in deze uitgave komt hierbij goed van pas.
innovaties
De rol van een afvoersysteem in gebouwen wordt binnen het geheel van installaties zelden herkend als een vitaal onderdeel om verspreiding van besmettelijke bacteriën en/of gassen te voorkomen. Echter, de verspreiding van het Chinese SARS-virus, een afkorting voor Severe Acute Respiratory Syndrome (ernstig acuut ademhalingssyndroom), resulteerde in 2003 in maar liefst 800 dodelijke slachtoffers in Oost-Azië. De oorzaak was o.a. een uitgedroogde afvoerput in combinatie met het luchtafzuigsysteem in het Amoy Gardens complex (zie TVVL Magazine, mei 2007, artikel Cross contaminatie). Maar anno 2013 is dit virus ook in Europa (Frankrijk) en het Midden-Oosten actief, waarbij in 18 van de ruim 30 aangetroffen gevallen de patiënt is overleden.
RISICO’S Ook in Nederland kom je gevaarlijke situaties tegen die je wenkbrauwen doen fronsen. Foto 2 toont een dergelijke situatie in een ziekenhuis. Behalve het feit dat deze opstelling vele onhygiënische aspecten bevat, zoals de opbouw van water- en afvoerleidingen (in plaats van inbouw),
Verder in deze uitgave artikelen die zijn gepresenteerd tijdens het TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken op 12 juni jl., met Innovaties Sanitaire Technieken en Legionellapreventie als onderwerpen. Innovaties bieden kansen; ook de producten en concepten die in het buitenland al veelvuldig worden toegepast. Maar we moeten kritisch blijven. Ervaringen in het buitenland zeggen (nog) niets over het (kunnen) functioneren volgens de Nederlands normen. Getuige ook het artikel over vier liter closetspoelingen in relatie tot gelijkwaardige transportafstanden bij closets, waar men minimaal zes liter aanhoudt. Dit themanummer tracht de laatste ontwikkelingen op het gebied van, vooral, legionellapreventie nader onder de aandacht te brengen. Dank aan alle auteurs voor hun bereidwillige medewerking. Het is verder aan u, de lezer om deze informatie om te zetten in kennis en uitvoering, en er daadwerkelijk iets mee te doen, maar wel volgens de geldende spelregels. Veel leesplezier!
Alles voor een gezond binnenklimaat Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingkasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte-/koude transport, lagetemperatuurverwarming, hogere lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen.
tel +31 (0)20 696 69 95 mail@solid-air.com www.solid-air.com Luchtbehandeling
TVVL Magazine | 09 | 2013 EDITORIAL
TM0913_editorial.indd 5
Luchtverdeeltechniek
Klimaatplafonds
5
3-9-2013 11:10:36
Nieuwe versie BRL 6010
Meer vakbekwaamheidseisen legionellapreventie-adviseur Sinds 1 mei jl. is de nieuwe versie van Beoordelingsrichtlijn (BRL) 6010 ‘Legionellapreventie-advies voor collectieve leidingwaterinstallaties ‘ van april 2013 van toepassing. Deze BRL van de Stichting Kwaliteitsborging Installatietechniek (KBI) , vervangt de versie 2006. Een belangrijke aanpassing betreft de concretere vakbekwaamheidseisen voor het personeel van het te certificeren bedrijf. W.J.H. (Will) Scheffer en ing. E. (Eric) van der Blom, TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken Een herziening van BRL 6010 ‘Legionella preventie-advies voor collectieve leidingwater installaties ‘ was nodig in verband met nieuwe aanwijzingen van de Raad voor Accreditatie (RvA) en door de inwerkingtreding van het Drinkwaterbesluit (DWB) in juli 2011. Onder ‘collectieve leidingwaterinstallaties’ wordt in deze BRL verstaan de wettelijke aanduidingen voor zowel de ‘collectieve leidingnetten’ als ‘collectieve watervoorzieningen’.
VERANTWOORDELIJKHEID Het DWB bepaalt in hoofdstuk 4 (‘Legionellapreventie’) dat de verplichte legionella-risicoanalyse en het -beheersplan moeten worden uitgevoerd en opgesteld door een daarvoor op basis van BRL 6010 gecer tificeerd bedrijf. Hoofdstuk 4 van het DWB heeft betrekking op de zogenaamde prioritaire locaties. Maar het DWB bepaalt al eerder in hoofdstuk 3 ‘De zorg voor de kwaliteit van drinkwater’, dat een onderdeel van hoofdstuk 4, te weten artikel 44, ook van toepassing is voor niet-prioritaire locaties. Als voor een nietprioritaire locatie gekozen wordt voor legionel lapreventie met een ander dan thermisch beheer, dan moet eveneens voldaan worden aan de in artikel 44 opgenomen bepalingen voor de volgorde van beheersconcepten en de daaruit volgende verplichtingen. We hebben het dan over de alternatieve beheersconcepten
6
TM0913_scheffer_2153.indd 6
en -technieken. Uit de regelgeving blijkt dat dan voor niet-prioritaire locaties alleen de fysi sche en fotochemische beheersconcepten in aanmerking komen. De toe te passen technie ken die onder deze beheersconcepten vallen, maar ook die behoren tot de overige alterna tieve legionella-beheersconcepten, moeten overeenkomstig artikel 44 van het DWB gecertificeerd zijn op basis van BRL K14010. Uit die BRL volgt dat voor elke locatie een risicoanalyse en een beheersplan moeten zijn gemaakt die voldoen aan de artikelen 37 en 38 van het DWB. Deze zijn dan gebaseerd op ther misch beheer. Vervolgens moet het beheers plan worden aangepast met de aspecten van de betreffende gecertificeerde alternatieve techniek. De bij die techniek mee te leveren beheersinstructie moet door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf worden geïntegreerd in het beheersplan. Wordt ter bestrijding van legionella op een bestaande prioritaire locatie gekozen voor een elektrochemische tech niek, dan mag dat alleen met een schriftelijk en gemotiveerd oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf waaruit moet blijken dat thermisch, fysisch of fotochemisch beheer redelijkerwijs op de betreffende locatie niet mogelijk is. De rol en de verantwoordelijk heid van de preventieadviseur is daarmee belangrijk groter dan vóór de inwerkingtreding van het Drinkwaterbesluit 2011. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat in de nieuwe versie van BRL 6010 voor de vakbekwaamheid van de legionella-adviseur een uitgebreider en concreter pakket van eisen aan kennis, begrip en vaardigheden is opgenomen.
BESTAAND EN NIEUW De nieuwe BRL 6010 bevat de eisen voor de behandeling van een aanvraag van het Komo Instal® certificaat voor het ‘Legionellapreventie-advies voor collectieve leidingwaterinstallaties’ en ook eisen voor de instandhouding van het certificaat. Bestaande certificaathouders krijgen een nieuw certifi caat na een positieve vervolgcontrole volgens de nieuwe BRL 6010. De certificaten die eerder zijn afgegeven op basis van de BRL 6010 versie 2006 blijven geldig tot uiterlijk 1 mei 2014. Het certificaat is van toepassing op zowel permanente als tijdelijke collectieve leiding waterinstallaties.
PRODUCTEISEN Het certificaat is nu duidelijk een product certificaat van een bedrijf (bureau) en heeft betrekking op een legionellapreventie-advies, bestaande uit een risicoanalyserapport en, indien dat nodig blijkt, een legionellabeheers plan. BRL 6010 beschrijft de producteisen voor het risicoanalyserapport en het beheersplan. Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat er geen
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEGIONELLA
3-9-2013 11:18:50
Eisen aan kennis en begrip De legionellapreventie-adviseur leidingwaterinstallaties • kent en begrijpt de eisen die BRL 6010 stelt aan een risicoanalyserapport en een beheersplan, • weet en begrijpt wat legionella is, en wat de gezondheidsrisico’s en de risicofactoren voor groei van de legionellabacterie in leidingwaterinstallaties zijn, • weet en begrijpt wat de mogelijkheden zijn om legionellagroei in de ontwerpfase van een installatie te voorkomen, • kent en begrijpt de inhoud en relatie tussen de bepalingen van het DWB en de Regeling legionellapreventie met betrekking tot - legionellapreventie in installaties op prioritaire locaties, - legionellapreventie in installaties op niet-prioritaire locaties, - de toepassing van verschillende (conventionele en alternatieve) beheersconcepten (volgorde, motiveringsvereiste, certificatieeisen, toelatingseisen Ctgb), en - de verantwoordelijkheden van de eigenaar en exploitant/beheerder, • heeft kennis van waterbehandeling en kent en begrijpt de toepassingsmogelijkheden en technische eisen rond het thermisch beheersconcept en de alternatieve beheersconcepten Eisen aan vaardigheden De legionellapreventie-adviseur leidingwaterinstallaties • kan een risicoanalyse uitvoeren volgens ISSO-publicatie 55.1 • kan een risicoanalyserapport opstellen dat voldoet aan de eisen die in BRL 6010 worden gesteld, • kan op basis van de risicoanalyse bepalen of en welke beheersmaatregelen nodig zijn om er voor te zorgen dat een installatie legionella veilig is, en kan daarbij beargumenteren waarom bij die installatie het toepassen van andere dan thermische, fysische of fotochemische beheersmaatregelen wettelijk is toegestaan • kan een legionellabeheersplan maken dat voldoet aan de wettelijke eisen en die in BRL 6010 worden gesteld, • kan de beheersinstructie van alternatieve technieken integreren in het legionellabeheersplan en hiertoe beheersprocedures en werkinstructies opstellen, • kan aan gebouweigenaren en/of -beheerders uitleggen wat de gezondheidsrisico’s en de risicofactoren voor groei van de legionellabacterie in de leidingwaterinstallatie zijn, • kan aan installateurs, bouwkundigen en adviseurs uitleggen wat de mogelijkheden zijn om legionellagroei in de ontwerpfase te voorkomen, • kan de gebouweigenaar en/of -beheerder adviseren over het implementeren van legionellabeheer in de organisatie -Tabel 1- Samenvatting eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘legionellapreventie-adviseur in leidingwaterinstallaties
risico is, dan is wel een risicoanalyserapport vereist, maar geen beheersplan. Is er wel een risico, dan moet een beheersplan worden opgesteld. Het risicoanalyserapport is dan een bijlage bij het beheersplan. BRL 6010 bevat niet alleen de wettelijke eisen die worden gesteld aan de inhoud van het beheersplan en het risicoanalyserapport maar ook eisen voor de vorm van die documenten. Zo mogen docu menten geen overbodige informatie bevatten. Dat gevaar bestaat als gebruik wordt gemaakt van standaardformulieren en/of standaardrap portages. Deze formulieren en rapportages mogen slechts worden overgenomen na ver wijdering van de voor de betreffende installatie overbodige informatie.
van de adviseur. Daarbij is een onderscheid gemaakt in eisen aan kennis en begrip en eisen aan vaardigheden. De eisen zijn samengevat in een overzicht. In het verplicht aanwezige kwaliteitshandboek van het bedrijf moet zijn aangegeven over welke vakbekwaamheid elke medewerker, die betrokken is bij de levering van de gecertificeerde producten, moet beschikken in relatie tot zijn taken, verant woordelijkheden en bevoegdheden. Als onderdeel van de interne kwaliteitsbe waking bevat het kwaliteitshandboek een procedurebeschrijving voor de beheersing van de vakbekwaamheid van medewerkers. In een dossier moet de vakbekwaamheid (kennis, vaardigheden en ervaring) van de medewer kers zijn beschreven. Het bedrijf moet ervoor
zorgen dat de medewerkers door middel van het volgen van opleidingen, trainingen of andere maatregelen, zoals intern overleg (mits vastgelegd), voldoen aan de eisen van vakbekwaamheid. Vervolgens moet uit een dossier blijken dat de medewerkers beschikken over de vereiste vakbekwaamheid. En dat moet jaarlijks weer worden beoordeeld. De registraties daarvan en eventueel te nemen maatregelen moeten worden bijgehouden. De certificatie-instelling voert als onderdeel van de externe kwaliteitsbewaking, zowel tijdens de toelatingsprocedure als de vervolgcon troles, een organisatiegericht onderzoek uit. Daarvan maakt het kwaliteitshandboek met de gegevens over de beheersing van de vakbe kwaamheid van de medewerkers deel uit.
VAKBEKWAAMHEID Het risicoanalyserapport en legionel labeheersplan worden gemaakt door een legionellapreventie-adviseur. Dat is dus niet een bedrijf (de certificaathouder) maar een persoon. De BRL verlangt dat het bedrijf bij de Kamer van Koophandel is ingeschreven en een arbeidsovereenkomst heeft met ten minste één legionellapreventie-adviseur. Het spreekt voor zich dat die persoon vakbekwaam moet zijn. In Bijlage 2 van BRL 6010 staan de eisen die worden gesteld aan de vakbekwaamheid
-Tabel 2- Directe en indirecte wettelijke bepalingen voor de rol van het BRL 6010 gecertificeerd bedrijf
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEGIONELLA
TM0913_scheffer_2153.indd 7
3-9-2013 11:18:51
Terugstroombeveiligingen nader toegelicht Het drinkwater in Nederland behoort tot het beste ter wereld. Om dit te kunnen behouden heeft de Nederlandse overheid wetgeving opgesteld. Deze wetgeving is beschreven in de drinkwaterwet 2012. Hierin staan de verplichtingen beschreven voor waterproducenten, waterleveranciers maar ook voor eigenaren van collectieve drinkwaterleidingnetten. Gezamenlijk dienen zij maatregelen te nemen om te zorgen voor een goede kwaliteit van het drinkwater. Ing. R.C. (Ruud) Hennep, Klimacare BV Eén van deze maatregelen is het voorkomen van vervuiling van het drinkwater door ‘gevaarlijke toestellen’ die op het drinkwaterleidingnet aangesloten kunnen zijn. De werkgroep Beveiligingstoestellen (WBT) heeft als taak te zorgen voor een uniforme interpretatie en toepassing van de norm NEN-EN 1717 ‘Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties’ en het Waterwerkblad 3.8 ‘Beveiliging (gevaarlijke) toestellen’. In dit artikel zal ingegaan worden op het ontstaan en de werkzaamheden van de werkgroep beveiligingstoestellen (WBT). Tevens komt de verplichte keerklepcontrole aan de orde en worden enkele praktijkvoorbeelden beschreven.
ONTSTAAN WBT Om een goede drinkwaterkwaliteit te kunnen garanderen heeft men in de jaren negentig in Europees verband een document opgesteld. Dit ‘Eureau-Document’ (de voorloper van de NEN-EN 1717), beschreef de wijze waarop de drinkwaterkwaliteit beschermd kon worden tegen gevaarlijke toestellen. Om te zorgen voor een uniforme interpretatie en toepassing van dit document is vanuit de waterleidingbedrijven de Werkgroep Beveiligingstoestellen (WBT) opgericht. De leden waren uitsluitend afkomstig van de waterleidingbedrijven, met een secretaris afkomstig van Kiwa. Regionale overlegorganen verspreidde de beslissingen en uitspraken van de WBT.
8
TM0913_hennep_2151.indd 8
Met het verschijnen van de NEN-EN productnormen van het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor beveiligingstoestellen (zoals de EA, CA en BA) vond men het noodzakelijk de WBT om te vormen tot een bredere Werkgroep/Technische adviescommissie, ondergebracht bij de Commissie Werkbladen van het NNI (Nederlands Normalisatie Instituut). De financiering kwam voor rekening van Vewin. De samenstelling van de werkgroep bestaat nu uit vertegenwoordigers vanuit de branche, zoals leveranciers van beveiligingstoestellen, installateurs en uiteraard de waterleidingmaatschappijen, met een secretaris afkomstig van het Kiwa.
TAKEN WBT De WBT geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan de Commissie Werkbladen over terugstroombeveiligingsaspecten. De Commissie Werkbladen kan de WBT vragen een standpunt te bepalen over een aan hun gestelde vraag. Om de NEN-EN 1717 toe te lichten is de ontwikkeling van de huidige versie van Waterwerkblad (WB) 3.8 ‘Beveiliging (gevaarlijke) toestellen’ van start gegaan. Ook is de WBT begonnen met het publiceren van beoordelingsrapporten, overzichtslijsten en besluitenlijsten. De publicaties werden niet meer via de Drinkwaterbedrijven openbaar gemaakt, maar via de website www.kiwa.nl. Tegenwoordig worden de waterwerkbladen en
alle beoordelingsrapporten officieel gepubliceerd op de website www.infodwi.nl. Een andere taak van de WBT is het beantwoorden van vragen over de minimale beveiligingseenheid van specifieke toestellen. De basis van de uitspraken is het Waterwerkblad(WB) 3.8 ‘Beveiliging (gevaarlijke) toestellen’ en de NEN-EN 1717. De WBT heeft de mogelijkheid om af te wijken van de betreffende (bolletjes) tabel in WB 3.8, als men een risico anders inschat dan uit de beoordeling van WB 3.8 zou blijken. Een voorbeeld hiervan is de aansluiting van huishoudelijke vaatwasmachines. De aansluiting hiervan zou moeten geschiedden door middel van een terugstroombeveiliging type EA. De WBT zegt hierover echter het volgende: ‘Huishoudelijke (volgens WB 3.8) vaatmachines en wasmachines mogen aan de drinkwaterinstallatie worden aangesloten met een EB. Controle kan worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 3.2 van BRL-K14011. Deze apparatuur wordt historisch aangesloten met een EB. Tot op heden is niet gebleken dat deze werkwijze heeft geleid tot een risicovolle situatie.’
PRAKTIJKVOORBEELDEN Voor het aansluiten van een ‘gevaarlijk apparaat ‘op het drinkwaterleidingnet dient Waterwerkblad 3.8 ‘Beveiliging (gevaarlijke) toestellen’ te worden geraadpleegd. Dit
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEIDINGWATERINSTALLATIE
3-9-2013 11:24:09
Aantal controleerbare terugstroombeveiligingen
Steekproefgrootte
Maximaal toelaatbaar aantal fout
16-150
13
0
151-500
50
1
501-1.200
80
2
1.200 – 3.200
125
3
-Figuur 1- Aansluiting keerklep
-Figuur 2- Aansluiting brandslanghaspel
Voorbeeld 2 De aansluiting van een brandslanghaspel is beschreven in WB 3.8 en is schematisch weergegeven in figuur 2. In de praktijk worden er veelal nog foutieve aansluitingen aangetroffen. Hierbij dient men bijvoorbeeld te denken aan het niet plaatsen van de terugstroombeveiliging binnen 15 cm van de aftakking van de hoofdleiding. Foto 1 brengt deze foutieve aansluitingen in beeld. Om dit soort zaken tijdig te constateren of te voorkomen is het verstandig om bij de aanleg of het verbouwen van een waterleidingnet een adviseur te raadplegen die hierin bijstaat. Uit deze voorbeelden wordt duidelijk dat het op de juiste manier plaatsen van terugstroombeveiligingen uitermate belangrijk is. Naast de aanwezigheid van de benodigde terugstroombeveiliging is een jaarlijkse controle op de juiste werking noodzakelijk. In Waterwerkblad 1.4G wordt een steekproefselectie beschreven, die het controleren van alle aanwezige terugstroombeveiligingen onnodig maakt.
STEEKPROEFSELECTIE -Foto 1- Foutieve aansluiting brandslanghaspel
werkblad beschrijft welke terugstroombeveiliging geplaatst dient te worden bij het soort apparaat. Ondanks de beschikbaarheid van de waterwerkbladen worden er fouten gemaakt bij de aansluiting. Hiervan volgen enkele voorbeelden. Voorbeeld 1 Een tandartsstoel zonder reservoir dient op het drinkwaternet aangesloten te worden met behulp van een BA-keerklep. In het voorschrift staan beschreven dat voorafgaand aan de keerklep en na de keerklep een afsluiter geplaatst dient te zijn. Zie figuur 1. De praktijk leert dat men netjes de BA-keerklep installeert, maar nalaat een afsluiter te plaatsen. In de leidingwaterinstallatie geplaatste beveiligingstoestellen moeten zo zijn aangebracht dat zij gemakkelijk kunnen worden onderhouden en vervangen. Controleerbare beveiligingstoestellen moeten zo zijn aangebracht dat zij gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd. Het niet plaatsen van de afsluiter voorafgaand aan de BA-keerklep zorgt ervoor dat deze keerklep niet op werking gecontroleerd kan worden. De installatie zal aangepast dienen te worden om te voldoen aan de wettelijke eisen.
Onder bepaalde voorwaarden is het toegestaan de jaarlijkse controle op de goede werking van alle controleerbare terugstroombeveiligingen (zie 4.) uit te voeren op basis van een steekproefselectie. Deze voorwaarden zijn: - in de leidingwaterinstallatie moeten meer dan 50 controleerbare terugstroombeveiligingen zijn toegepast; - de locatie van deze terugstroombeveiligingen moet op tekening aangegeven zijn en op het overzicht toestellen zijn vermeld; De beproeving op de goede werking van de geselecteerde terugstroombeveiligingen moet gebeuren conform één van de methoden die omschreven zijn in Waterwerkblad 1.4G. Tabel 1 geeft de steekproefgrootte aan per aantal in de installatie aanwezige controleerbare terugstroombeveiligingen, alsmede het maximaal toelaatbaar aantal terugstroombeveiligingen waarvan de werking bij de controle mag falen. Bij overschrijding van dit aantal moeten alle terugstroombeveiligingen alsnog stuk voor stuk gecontroleerd worden. Als in de leidingwaterinstallatie installatiedelen te onderscheiden zijn waarin tenminste 16 controleerbare terugstroombeveiligingen onder min of meer gelijke omstandigheden belast worden (bijvoorbeeld per etage met
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEIDINGWATERINSTALLATIE
TM0913_hennep_2151.indd 9
-Tabel 1-
gelijke inrichting), mag een steekproefcontrole per deelpartij terugstroombeveiligingen met de daarbij behorende steekproefgrootte en het maximaal toelaatbaar aantal fouten worden toegepast. Bij de steekproef dienen de volgende terugstroombeveiligingen in een leidingwaterinstallatie altijd te worden betrokken: - de controleerbare terugstroombeveiliging in de aansluiting op een separate (aparte) blusleiding (WB 4.5 A); - de controleerbare terugstroombeveiliging(en) toegepast als afscheiding met installatiedelen waar geen aerosolvormende tappunten aanwezig zijn; - de eerste en laatste controleerbare terugstroombeveiliging, stroomafwaarts vanuit het leverings- of drinkwatertoevoerpunt. De overige controleerbare terugstroombeveiligingen moeten willekeurig (aselect) worden geselecteerd voor de steekproefcontrole. Het uitvoeren van de steekproefcontrole zorgt voor een aanzienlijke kostenbesparing bij de jaarlijks uit te voeren keerklepcontrole.
VEILIGHEIDSMERK Er zijn gevaarlijke toestellen op de markt die voorzien zijn van een Verklaring Waterleidingtechnische Veiligheid (WTV). De toestellen geleverd onder de Verklaring Waterleidingtechnische Veiligheid moeten zijn voorzien van het Kiwa Waterleidingtechnisch Veiligheidsmerk. Deze toestellen kunnen zonder aanvullende keerklep op de drink- en warmwaterinstallatie worden aangesloten. Via de websites www.kiwa.nl en www.infodwi. nl (tabblad ‘links’) kunt u de lijst downloaden met goedgekeurde apparatuur. Hiermee kunt u controleren of uw gevaarlijk toestel van een Verklaring Waterleidingtechnische Veiligheid (WTV)voorzien is. Mocht na lezen van dit artikel nog steeds onduidelijk zijn welk type terugstroombeveiliging geplaatst dient te worden of hoeveel terugstroombeveiligingen jaarlijks gecontroleerd dienen te worden, dan kan altijd navraag worden gedaan bij een gespecialiseerd bureau of de waterleverancier. Op de website van diverse waterleidingbedrijven kunt u een zelfscan uitvoeren, waarbij u meer informatie ontvangt over de wijze van aansluiten van de bij u aanwezige gevaarlijke toestellen.
9
3-9-2013 11:24:10
Drinkwaterhygiëne met behulp van watermanagement
Optimale hygiëne- en legionellabeheersing
Sanitaire faciliteiten in openbare gebouwen zijn steeds meer onderworpen aan speciale wetgeving voor drinkwaterhygiëne en legionellabeheersing. Firma’s spelen hierop in met rendabele oplossingen op maat van elk gebouw. Stagnatie en contaminatie worden preventief voorkomen. Of het nu gaat om scholen, ziekenhuizen, sportaccommodaties of gevangenissen. M. (Michel) Hollemans, Franke Washroom Systems
De huidige kennis van zaken over de oorzaken van microbiële contaminaties van drinkwaterinstallaties heeft de vakmensen uit de sanitaire branche doen inzien dat er bij het ontwerp en het gebruik van drinkwaterinstallaties – vooral bij niet-woningbouw – conflicten en tegenstrijdigheden zijn die niet met de gebruikelijke sanitaire technieken kunnen worden opgelost. Dat leidt tot een onhygiënisch gebruik van de installaties, waarbij een hygiënische bediening niet eens mogelijk is. Deze conflicten zijn niet nieuw. Integendeel, ze zijn bijna zo oud als de sanitaire techniek zelf. Het nieuwe is echter dat wij ons hiervan pas bewust zijn geworden door onze actuele kennis, of dat wij er ons niet eens bewust van waren omdat deze conflicten in het verleden niet konden worden opgelost. Tot de conflicten behoren twee tegenstrijdigheden, die elkaar bij het ontwerp en het gebruik van drinkwaterinstallaties tegenspreken, en bovendien veel te weinig aandacht krijgen: - tegenspraak tussen drinkwaterbesparing en drinkwaterhygiëne; - tegenspraak tussen ontwerp en feitelijke werking. Een efficiënt water- en energiebeheer was voor de firma Franke het uitgangspunt bij het ontwerp van de inmiddels derde generatie van het ‘Aqua 3000 open’ watermanagementsysteem. Het resultaat is een elektronisch gestuurd beheersysteem dat –anders dan
10
TM0913_hollemans_2163.indd 10
voorheen – meegroeien toelaat en voldoet aan de steeds strenger wordende eisen van internationale klanten. Het systeem is flexibel, zodat voor elke klant een oplossing op maat mogelijk is.
BESPARING VS HYGIËNE Waarom conflicteren drinkwaterbesparing en -hygiëne? Het antwoord ligt in de formulering van beide doelstellingen. Deze vormen namelijk een onoverbrugbare tegenstelling. Terwijl de zuinige gebruiker een druppelende kraan al als een reusachtig probleem beschouwt en er alles aan zou doen om het waterverbruik zo veel mogelijk te minimaliseren, kan voor de drinkwaterhygiënist de wateruitwisseling niet groot genoeg zijn. Een gebrekkige wateruitwisseling is namelijk – naast kritieke temperaturen – de belangrijkste replicatievoorwaarde voor humaan pathogene soorten, zoals Legionella pneumophila. Beide belanghebbende partijen zijn echter een en dezelfde persoon, namelijk de eigenaar. Dat is nu net het dilemma van dit conflict. Enerzijds voelt hij zich, alleen al om economisch te kunnen overleven, verplicht tot een zuinig verbruik; anderzijds is hij in het kader van de wettelijke regelgeving ook verantwoordelijk voor voldoende drinkwaterhygiëne. Hij heeft er bijgevolg zelf belang bij om dit conflict op te lossen. Drinkwater moet stromen wanneer dat hygiënisch nodig is (afhankelijk van tempera-
tuur en tijd); maar wanneer het stroomt, mag dat enkel in de noodzakelijke hoeveelheid (technisch of door comfort bepaald). Dit betekent dat het water de installatie altijd moet verlaten wanneer er kritische stagnatietijden of – in verband daarmee – kritische temperaturen (meer dan 25°C in koud water) worden bereikt. Wanneer echter de gebruiker water uit de installatie haalt, moet onnodige verspilling worden vermeden. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij kinderen die in een zwembad met de douches spelen of bij ononderbroken spoelen van vaak gebruikte urinoirs in een parking langs de autoweg of in een sportstadion.
ONTWERP VS WERKING Waarom conflicteren het ontwerp en feitelijke werking? In slechts enkele ontwerpsituaties kan men voor het einde van het ontwerp uitgaan van een zekere kennis over het latere feitelijke gebruik, bijvoorbeeld betreffende dezelfde gebruikseigenschappen bij een renovatie. In vele gevallen is dit nauwelijks exact mogelijk. Doorgaans is een zekere overdimensionering het gevolg. Vaak wordt deze overdimensionering veroorzaakt door een nietkritische toepassing van technische aanbevelingen uit de optionele regelgeving. Maar ook in gevallen waarin het gebruik volgens de voorschriften heel duidelijk kan worden bepaald, zoals in een school of een sportstadion, is het door de aanzienlijke schommelingen in het gebruik niet mogelijk om een sanitaire instal-
TVVL Magazine | 09 | 2013 WATERMANEGEMENT
3-9-2013 11:28:21
De combinatie met de ECC (Ethernet-CanCoppler)-functiecontroller stelt nog meer functies ter beschikking, zoals automatische thermische desinfectie van armatuurgroepen, reinigingsuitschakelingen, dag/nacht/vakantie-programma’s en gegevensopslag door middel van een optionele SD-kaartmodule. Het netwerkniveau biedt met behulp van pc en software extra functies en systeemuitbreidingen. Zo kan men gebruik en verbruik perfect opvolgen, volgordesturingen programmeren, bedrijfstoestand wijzigen enz.
VOORDELEN Wat zijn de belangrijkste voordelen ten opzichte van andere systemen? Het systeem is zeer flexibel en werkt uitstekend in combinatie met een gebouwbeheersysteem. Er wordt niet met vaste programmeringen gewerkt, maar de modules worden geprogrammeerd in functie van de eisen van de klant. Door automatische dynamische hygiënespoelingen en programma’s voor thermische desinfectie wordt een hoge drinkwaterkwaliteit gegarandeerd. Maar één van de grootste troeven is ongetwijfeld de water- en energiebesparing. Enkel het benodigde water wordt gebruikt voor de noodzakelijke hygiënespoelingen en thermische desinfecties, waardoor het waterverbruik tot een minimum wordt beperkt. De installatie verdient zichzelf op korte tijd terug. Ten slotte is het systeem uitermate gebruiksvriendelijk.
VOEDINGSBODEM
latie te ontwikkelen die volgens de hygiënevoorschriften kan worden gebruikt. In beide gevallen bereikt de gevraagde volumestroom tijdens de piekmomenten van het gebruik soms zelfs zijn grenzen; tijdens vakanties of bedrijfspauzes is de installatie echter hopeloos overgedimensioneerd, wat leidt tot twee gevaarlijke situaties: stagnatie en kritische temperaturen.
DE WERKING Hoe werkt het watermanagementsysteem? Het systeem is consequent in twee niveaus opgedeeld – armaturen en netwerk – die via een gestandaardiseerde datatechnologie (CAN-bus) met elkaar communiceren. Op armatuurniveau worden de belangrijkste waterloopfuncties geregeld. Een intelligente elektronicamodule zorgt al in het aftapbereik voor uiteenlopende besturingsfuncties, zoals tijd gestuurde hygiënische spoelingen, thermische desinfecties, piekbelasting optimalisering en opslag van protocollen.
TVVL Magazine | 09 | 2013 WATERMANEGEMENT
TM0913_hollemans_2163.indd 11
De legionellabacterie krijgt bij bepaalde sanitaire installaties een ideale voedingsbodem om zich volop te ontwikkelen. Hoe slaagt het watermanagementsysteem erin om dat te voorkomen? Om te groeien, heeft de legionellabacterie voedingsstoffen zoals aminozuren, mangaan, ijzer en magnesium nodig. Die vinden ze terug in de biofilm die zich onvermijdelijk vormt op de wanden van leidingen en hun onderdelen. Een toenemende ijzerconcentratie heeft een bevorderend effect, maar ook corrosie van verzinkt staal is een risicofactor. De bacterie kan echter ook groeien in stagnerend water, zoals in dode vertakkingen of leidingen naar weinig gebruikte tappunten. Het watermanagementsysteem gaat stagnatie in leidingen naar weinig gebruikte tappunten tegen. Dode leidingen daar kan het systeem niets mee, die moeten worden weggehaald. De aanwezige modules registreren telkens zorgvuldig het laatste verbruik van ieder tappunt d.m.v. automatische hygiënespoeling. Want zodra een dergelijk tappunt een bepaalde tijd niet meer is gebruikt, wordt het even gespoeld. Om alle risico’s op legionella uit te sluiten en de gebruikers een optimale hygiëne te garanderen
wordt ook regelmatig (tijdens de sluitingsperiode) de gehele installatie thermisch gedesinfecteerd. Dankzij de gebruiksvriendelijke open beheersoftware is dit niet langer een tijdrovende bezigheid. Met slechts enkele muisklikken worden de douches per groep automatisch doorgespoeld met heet water. Ook een belangrijk deel van het koudwatercircuit en de thermostaten worden op deze manier gedesinfecteerd.
TOEPASSING Waar werd deze oplossing tot nog toe al geïntegreerd? Het klantenportfolio dat koos voor dit watermanagementsysteem varieert van sportstadia tot gevangenissen en van ziekenhuizen tot wellnesscentra. Een voorbeeld van een recent project is het sauna en thermencomplex Thermen Katara in Belsele, dat een half jaar geleden de deuren opende. Alle douchesystemen (zowel binnen als buiten) worden met dit systeem aangestuurd.
kosten reduceren Hoe kan men de kosten voor water en energie reduceren? Of het nu gaat om een urinoir, een wc, een wastafelkraan of een douche, het principe blijft in wezen altijd hetzelfde. Men moet steeds proberen met minder water maximaal rendement en comfort te garanderen. Enkele basisprincipes zijn: - voor een urinoir is de meest rendabele manier een individueel detectiesysteem. Er zal enkel een spoeling plaatsvinden indien de persoon zich lang genoeg in het detectiebereik van een sensor bevindt. Er is ook altijd een minimum spoeling mogelijk, zodat bij lange stilstand alsnog een spoeling kan plaatsvinden (zonder detectie). Dit is om hygiënische redenen noodzakelijk; - ook voor wastafelkranen is een individueel detectiesysteem een zeer efficiënte technologie. Er loopt immers enkel water wanneer de handen zich dicht genoeg bij de uitloopbek van de kraan bevinden. Er gaat dus geen water verloren bij het inzepen of afdrogen van de handen. Ook hier kan een hygiënische spoeling bij lange tijden van niet-gebruik een belangrijke meerwaarde zijn; - een wc-spoeling elektronisch beheren is vooral interessant om vandaalbestendige en hygiënische redenen. De meeste toepassingen zijn vooral gericht op penitentiaire of psychiatrische instellingen. Afstandsbediende of eenvoudig programmeerbare systemen staan toe om een systeem heel specifiek af te stellen op de noden van de gebruiker en beheerder. Een elektronisch beheerd douchesysteem kan een zeer belangrijke meerwaarde betekenen in
11
3-9-2013 11:28:28
het geheel van de installatie. Bij het douchen gaat vaak veel water, maar nog veel meer energie, verloren. Verkorte looptijden en een heel precies beheerbaar systeem laten toe om, afhankelijk van de toepassing, een fikse besparing te realiseren. Daarnaast is een aantal geprogrammeerde toepassingen noodzakelijk om op een efficiënte en kostenbesparende manier legionella te bestrijden. Wat te doen met gevelkranen, cv-vulkranen e.d.? Deze stromend aansluiten en eventueel voorzien van een geautomatiseerde spuiklep.
INSTALLATIEKOSTEN Hoe kan men de installatiekosten reduceren? Een goed doordachte architectuur van het systeem kan, afhankelijk van het soort installatie, een belangrijke impact hebben op het totale kostenplaatje van de sanitaire installatie. De installatie van een ‘elektronisch’ systeem
impliceert ook de plaatsing van een bekabeling (noodzakelijk voor de voeding /communicatie). Dankzij de CAN-bus infrastructuur kunnen met één kabel tot maximaal 32 modules aangesloten worden. Eén van de voordelen van een bekabeld systeem is dat er in de muur vaak minder grote gaten geboord moeten worden, er minder hydraulische aansluitingen nodig zijn (= minder kans op lekken) en de installatie sneller gerealiseerd kan worden. Een beheerd systeem kan ook een belangrijke impact hebben op de volledige dimensionering van een installatie. Er zijn twee belangrijke functies: - gelijktijdigheidsonderdrukking: voornamelijk toegepast bij sportstadia waar verschillende urinoirs gestuurd worden. Bij gelijktijdig gebruik van verschillende urinoirs (bijvoorbeeld tijdens de rustperiode) kan het systeem ingrijpen om het gelijktijdig spoelen van alle urinoirs te verhinderen. Gevolg is minder waterverbruik, kleinere dimensione-
DE PRAKTIJK Gedurende enkele maanden werd in een instelling een proefproject opgestart om de feitelijke besparing na te gaan van een elektronisch beheerd douchesysteem. Twee gelijke doucheruimten werden uitgerust met een waterteller: één ruimte voorzien van het oude zelfsluitende mechanische kraanwerk, één gerenoveerde ruimte uitgerust met het elektronische ‘intelligente’ kraanwerk van Franke. De opstelling zag er als volgt uit: een gemeenschappelijke ruimte met drie individuele douches elk met een eigen piëzo elektrisch bediende duwknop. De ingestelde looptijd bedraagt 30 seconden. Aan de centrale watertoevoer (net na de thermostaat) van de drie douches werd een vierde magneetventiel geplaatst die de algemene wateraanvoer gedurende 8 minuten activeert, en nadien 8 minuten blokkeert. Er is dus een individuele beperking en een algemene beperking ingesteld. De installatie kan enkel gewijzigd/beheerd worden door de technische dienst. Telkenmale werd het verbruikte water met meer dan 50% verminderd. Op basis van de gegevens in de figuur werd een totaal van 1.562,93 liter per persoon bespaard, en dit in een tijdspanne van vier maanden. Dit betekent een besparing van bijna 5m³ water per persoon op jaarbasis. D gemiddelde besparing is: - gemiddelde kostprijs per kubieke meter water: 2 euro (afhankelijk van de regio); - benodigde energie voor het verwarmen van het water: 5 (m³/jaar) x 1,163 (kWh/m³ in °C) x (40°C - 10°C) = 174,45 kWh/jaar; - kostprijs per kWh bedraagt ongeveer 0,90 euro (stookolie/gas); - jaarlijkse geraamde besparing per persoon = 10 € + 157 € = 167 €; - deze instelling (200 gebruikers) bespaart op jaarbasis 33.400 euro aan water en energie.
X-as = Het aantal dagen tussen elke staalname Y-as = het gemiddeld verbruik per persoon/dag
12
TM0913_hollemans_2163.indd 12
ring van de leidingen, optimale spoeling; - volgordesturing: dit is een functie die, afhankelijk van de plaats van toepassing, een belangrijke impact zal hebben op de gehele dimensionering. Een mooi voorbeeld van een mogelijke toepassing zijn de douches in een penitentiaire instelling. Hier zou het mogelijk moeten zijn om verschillende groepen te creëren, waarbij iedere groep enkel tussen bepaalde tijdstippen kan gebruik maken van zijn/haar douche. In een dergelijke situatie kan de simultaneïteit van de installatie sterk gereduceerd worden. Dit betekent een kleinere warmwaterproductie, een kleinere voorraadboiler, verlaagde exploitatie- en onderhoudskosten.
ONDERHOUD- EN EXPLOITATIEKOSTEN Hoe kan men onderhoud- en exploitatiekosten reduceren? Mechanische frictie is erg vaak de oorzaak voor slijtage en defecten aan componenten. Met een intensief gebruik is het dan ook normaal dat bepaalde componenten na verloop van tijd vervangen dienen te worden. Met de implementatie van een reeks elektronische componenten (modules, kabels, sensoren, etc.) zal de levensduur van de installatie in vele gevallen verlengd worden. De enige echte mechanische component is het magneetventiel. Deze zou eventueel vervuild kunnen raken door vuil of corrosiedeeltjes in de leidingen. De meeste ventielen kunnen echter simpelweg geopend en gereinigd worden voor onderhoud. Het blijft wel steeds sterk aangeraden om de installatie te voorzien van een goede waterfilter om dergelijke problemen te vermijden. Bepaalde onderhoudsprogramma’s zijn geïntegreerd in het beheersysteem (enkel toegankelijk via de software). Zo kan het systeem bij bepaalde foutmeldingen een waarschuwing genereren, maar ook bij het overschrijden van bepaalde parameters. Men kan om een onderhoudsmelding vragen wanneer bijvoorbeeld een magneetventiel 500 keer geactiveerd werd. Men kan bepaalde modules tijdelijk buiten dienst nemen, kleppen activeren vanaf afstand, enz. Ook voor wat betreft de strijd tegen legionella kan men maximaal rendement uit de installatie halen. Automatische hygiënische spoelingen maken stagnatie van water op die plaatsen quasi onmogelijk. Thermische spoelingen kunnen op afstand bediend en geregistreerd worden. Ook op een dynamische manier waardoor het water- en energiegebruik onder controle blijft. Dergelijke functionaliteiten kunnen ervoor zorgen dat ook het onderhoudspersoneel niet enkel tijd zal winnen, maar bovendien vele malen efficiënter zal kunnen werken.
TVVL Magazine | 09 | 2013 WATERMANAGEMENT
3-9-2013 11:28:29
TM0913_13.indd 13
6-9-2013 10:09:48
Steeds vaker toegepast
Legionellapreventie met fysische technieken Legionellabacteriën zijn al sinds jaar en dag aanwezig in drinkwater(installaties). Iedereen die betrokken is bij het realiseren van drinkwaterinstallaties is zich hiervan (en de bijbehorende gevaren) bewust en probeert zijn bijdrage te leveren aan legionellaveilige installaties. Maar omdat in veel gebouwen temperaturen heersen waarbij legionellabacteriën goed gedijen, is het bestrijden ervan vaak moeilijk. Legionellaveilig ontwerpen, thermisch desinfecteren en spoelen waren lange tijd het devies tegen legionella. Steeds vaker zien we dat fysische technieken ingezet worden voor legionellapreventie. J. ( John) Dielesen, directeur Dielesen Projects
Legionellabacteriën zijn aanwezig in water. Op zich geen probleem. Alleen wanneer de bacteriën via damp (aerosolen) door de neus of mond ingeademd worden, zijn deze bacteriën gevaarlijk. De bacterie kan daar uitgroeien en een legionellabesmetting veroorzaken. Grof gezegd zijn er twee vormen van legionellabesmetting:. - Legionellagriep. Gedurende twee tot vijf dagen heeft u koorts, hoofdpijn, spierpijn en hoest u. De ziekte is in deze vorm niet gevaarlijk kan vanzelf weer over gaan; - Veteranenziekte. Dit is de serieuze vorm van legionellabesmetting. De tijd tussen de besmetting en de eerste symptomen ligt tussen de twee tot achttien dagen. Hoofdpijn, spierpijn, longontsteking en koorts boven de 39°C zijn de symptomen. Ook komt verwardheid, ernstige vermoeidheid en soms braken en diarree voor. Deze vorm kan de dood tot gevolg hebben, indien niet tijdig de juiste antibiotica wordt toegediend. Mensen met een verlaagde weerstand/afweer hebben meer kans om legionellagriep of -vete-
14
TM0913_dielesen_2162.indd 14
ranenziekte op te lopen. Dit zijn bijvoorbeeld ouderen en zware rokers. Maar ook mensen die geneesmiddelen gebruiken die hun afweer verminderen, kunnen ziek worden.
VOORWAARDEN Bij binnenkomst van drinkwater in een gebouw is er normaal gezien maar een beperkt aantal kve (kolonie vormende eenheden) legionella in het water aanwezig. Het aantal kve’s wordt groter wanneer de juiste voorwaarden voor de groei aanwezig zijn, te weten een voedingsbron en de juiste temperatuur. De voedingsbron is biofilm dat aan de binnenzijde van leidingen aanwezig is. De omschrijving van biofilm is: een laag microorganismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm vastgehecht aan een oppervlak, waarin een legionellabacterie zijn voeding vindt. De temperaturen waarbij de bacterie vermeerdert, vermindert of stabiel blijft, zijn als volgt: - > 70 °C: totale doding van legionella; - 66 °C: legionella sterft binnen 2 minuten; - 60 °C: legionella sterft binnen 32 minuten; - 55 °C: legionella sterft binnen 6 uur; - 35°C - 46 °C: ideale temperatuur voor
groei legionella; - 20°C - 55 °C: langzame vermeerdering van legionella; - <15°C: geen groei van legionella. Legionella(groei) in drinkwaterinstallaties kan dus op de volgende manier voorkomen worden: - verhogen watertemperatuur > 70°C (thermische desindectie); - lage watertemperatuur <15°C: voorkomen hotspots en legionellaveilig ontwerpen; - voorkomen biofilm: reinigen leidingen, daarna inzetten ultrafilters als poortwachter; - verwijderen biofilm: bijvoorbeeld door inzetten koper- zilverinstallaties of reinigen met chemische middelen.
CONVENTIONEEL Totdat fysische technieken bekend en geaccepteerd raakten bestond legionellapreventie in hoofdzaak uit legionellaveilig ontwerpen en (thermisch) spoelen van leidingen. Bij het legionellaveilig ontwerpen wordt de installatie zo ontworpen dat zogenaamde ‘hotspots’ en stilstaand water worden voorkomen en de complete installatie met heet water gedes-
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEGIONELLA
3-9-2013 11:30:22
infecteerd kan worden. Het voorkomen van hotspots blijkt in de praktijk vaak moeilijk doordat met name gebouwen in de zorg op constante temperatuur gehouden worden. Ook bij onvoldoende afname betekent dit dat het koud water een temperatuur heeft van 20 °C. Koudwaterleidingen in schachten waar ook cv-leidingen en/of warmwater(circulatie) leidingen gemonteerd zijn, kunnen zelfs nog tot hogere temperaturen opgewarmd worden, waardoor de groei van bacteriën nog sneller zal gaan. Bouwkundig is het vaak niet mogelijk om hotspotvrij te ontwerpen. Om bouwkundige kosten te besparen wordt o.a. het aantal schachten vaak beperkt en worden kruipruimten niet gecreëerd. Ook stuit de werktuigbouwkundig installateur op praktische problemen: vloerverwarming zorgt uiteraard voor opwarming van de vloer, dus ook van het tapwater. Een oplossing is koud water in de betonvloer en de warmtevoerende leidingen in de smeervloer, met daartussen isolatie. Nadeel zijn weer de bouwkundige kosten die hiermee gepaard gaan. Wanneer er radiatoren in een appartementencomplex aangebracht worden, is het voor ontwerpers vaak moeilijk om de waterleidingen niet te laten kruisen met de radiatorleidingen. Kortom, de huidige bouwwijze gecombineerd met de gemiddelde gebouwtemperatuur en de kosten die legionellavrij ontwerpen met zich meebrengen, maken dit vaak een onmogelijke exercitie.
THERMISCH SPOELEN Op zich een legitieme wijze van het doden van legionellabacteriën, zowel de warmwater- als de koudwaterleiding worden met heet water gespoeld waardoor bacteriën gedood worden. De nadelen die hier aan kleven zijn de energiekosten die het met zicht meebrengt om het water te verwarmen, de kosten van het water dat op het riool geloosd wordt, de kosten van de manuren die in het spoelen gaan zitten en de kosten van de grotere warmwateropwekking die nodig is voor de spoelingen. Om de kosten op de manuren te verlagen kan er natuurlijk altijd voor gekozen worden om dit proces te automatiseren, waarmee weer een investering gepaard gaat.
ALTERNATIEVE TECHNIEKEN Omdat legionellapreventie volgens de conventionele methoden complex en duur gevonden werd, zijn een aantal pioniers op zoek gegaan naar alternatieve methoden om legionella te bestrijden. Kiwa heeft daarvoor reeds in 2003 in opdracht van het toenmalige Vrom (nu IL & T) een richtlijn ter beoordeling van alternatieve technieken geschreven. Dit heeft in 2007 geresulteerd
TVVL Magazine | 09 | 2013 LEGIONELLA
TM0913_dielesen_2162.indd 15
in twee beoordelingsrichtlijnen waaraan de leveranciers van de alternatieve technieken dienen te voldoen, te weten: de BRL-K14010-1, attest-met-productcertificaat, en de BRLK14010-2, attest-met-productcertificaat. Sinds 1 juli 2011 is het Drinkwaterbesluit in werking getreden, waarmee fysische technieken gelijk gesteld zijn aan thermisch beheer (Drinkwaterbesluit artikel 44), mits ze voldoen aan genoemde BRL’s
BRL-K14010-1 De BRL-K14010-1, attest-met-productcertificaat (Legionellapreventie met alternatieve technieken, Deel 1: Fysische techniek inclusief beheersconcept voor de nageschakelde installatie) richt zich op: UV-techniek, UF/ MF-techniek en pasteurisatie. UV-techniek: UV-C licht beschadigt het DNA van microorganismen, waardoor deze afsterven. UV-C lampen worden veelal ingezet als poortwachtersystemen. Deze lampen worden in het begin van een collectieve drinkwaterinstallatie in de leiding gemonteerd. Nadelen zijn: bij spanningswegval geen werking en de achterliggende installatie dient gedesinfecteerd te worden alvorens te starten met deze methode. UF/MF-technieken: Aan het begin van de collectieve drinkwaterinstallatie worden meestal ultrafiltratiepoortwachters ingezet. Deze filters halen alle bacteriën en virussen uit het water. Volgens de BRL moet de integriteit van de filters gewaarborgd worden. Dit betekent dat het poortwachtersysteem uitgevoerd dient te worden met een integriteitsbewaking. Vaak wordt als nadeel het vervuilen van filters genoemd. Een goed uitgevoerd systeem is voorzien van spoelmechanismen, waardoor vervangingen worden geminimaliseerd. Ook bij het inzetten van UF/MF-technieken dient de installatie eerst gedesinfecteerd te worden. (mits er legionellabacteriën aanwezig zijn). Op dit moment is er één bedrijf met een geldig Kiwa-certificaat voor het inzetten van filtratiepoortwachtersystemen. Pasteurisatie: Pasteurisatie doodt bacteriën door warmte. Deze systemen zorgen ervoor dat warm water door koudwaterleidingen stroomt of dat koud water opgewarmd wordt. Nadelen: het koudwaternet kan niet gebruikt worden tijdens spoeling en een relatief hoog energiegebruik.
BRL-K14010-2 Onder de BRL-K14010-2, attest-met-productcertificaat (Legionellapreventie met alternatieve technieken, Deel 2: Elektrochemische technieken) vallen koper/zilver-ionisatie en anodische oxidatie.
Koper/zilver-ionisatie: Via een elektrolytische werking worden koperen zilverionen in het water gebracht. Deze ionen doden legionellabacterien en tasten de biofilm (een laag micro-organismen omgeven door zelfgeproduceerd slijm vastgehecht aan de binnenkant van de leiding) aan. Deze methode wordt vaak als poortwachter ingezet en is uiterst effectief. Maar er kleven ook nadelen aan: - koper/zilver mag alleen ingezet worden bij prioritaire installaties: zorginstellingen,ve rblijfsaccommodaties, asielzoekerscentra, gebouwen met een celfunctie, badinrichtingen, kampeerterreinen en jachthavens; - koper/zilver mag alleen ingezet worden wanneer andere methoden niet werken; - er bestaat onduidelijkheid over de Europese wetgeving ten aanzien van koper/zilver. Nederland telt twee bedrijven met een geldig Kiwa-certificaat. Anodische oxidatie: Met radicalen wordt een oxidatie in gang gezet, waardoor celwanden van bacteriën kapot gaan en de volledige bacterie afsterft. Afhankelijk van de situatie c.q. toepassing kunnen de diverse technieken of een combinatie van technieken ingezet worden. Algemeen geldt dat de techniek wel Kiwa-gecertificeerd dient te zijn. De bedrijven die zich bezighouden met alternatieve technieken onderscheiden zich in drie groepen. De eerste groep heeft geen certificaat en zich ook niet aangemeld voor certificering. De tweede groep heeft Kiwa opdracht gegeven voor het certificeren maar heeft het certificaat nog niet behaald. De derde groep heeft het certificaat. Wanneer een installatie niet gecertificeerd is, loopt men kans dat na een inspectie van de overheid (IL & T, voorheen Vrom) de installatie verwijderd c.q. vervangen dient te worden. Het advies mag dus duidelijk zijn: - niet gecertificeerde bedrijven zijn vaak concurrerend maar voeren vaak de bijbehorende risico-inventarisatie, desinfecties en beheersplannen niet of onvoldoende goed uit, waardoor de installatie nog steeds niet legionellaveilig is; - laat advies en installatie uitvoeren door Kiwa gecertificeerde adviseurs (BRL 6010) en leveranciers (BRL 14010) om afkeur van de legionellapreventie-apparatuur te voorkomen. In 2013 zal het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met een regeling komen waarin duidelijk uitgelegd wordt dat niet gecertificeerde legionellapreventie-apparatuur niet meer toegestaan zal worden. Wettelijk was dit al zo, maar vanaf de in de regeling genoemde datum zal daar ook serieus op gehandhaafd gaan worden.
15
3-9-2013 11:30:22
Temperatuurbeheersing in leidingschachten De temperatuur in leidingschachten voor verwarmingsleidingen en tapwaterleidingen kan in de gestapelde bouw oplopen tot boven 25 °C. Daarom wordt met het oog op legionellapreventie aanbevolen geen drinkwaterleidingen in dergelijke warme schachten te monteren. Maar in bestaande bouw zijn warme schachten met een drinkwaterleiding een veel voorkomende situatie en is een afzonderlijke, koele schacht voor de drinkwaterlelding vaak moeilijk te realiseren. In dit artikel wordt een aantal maatregelen behandeld om de drinkwatertemperatuur in de warme schacht te beheersen. Ir. J. (Hans) van Wolferen, ir. J.E. ( Jan Ewout) Scholten, TNO
In NEN 1006 [1] worden de eisen aan de drinkwatertemperatuur gesteld. Kort samengevat: deze dient onder 25 °C te blijven en er mag geen opwarming optreden. Deze eis is van belang voor de waterkwaliteit in het algemeen en legionellavorming te voorkomen [2,3,4]. In de winter ligt de drinkwatertemperatuur aan de watermeter rond 10 °C maar in de zomer kan deze oplopen tot waarden rond 25°C (zie figuur 1). Koelen van te warm drinkwater aan de watermeter is niet vereist, maar het mag duidelijk zijn dat in de zomersituatie geen enkele vorm van opwarming gewenst is.
INSTALLATIEPRAKTIJK De ontwerp- en bedrijfstemperatuur in gebouwen heeft grote invloed op de temperatuur in de schacht. In het algemeen zal de temperatuur in een (inpandige) schacht minimaal de waarde van de omringende ruimtetemperaturen aannemen. Voor kantoren en woningen zijn de ontwerptemperaturen van de belangrijkste ruimten in de winter 20 °C en voor de zomer 25 °C; in praktijk kunnen hogere waarden optreden. In verzorgingscentra en verpleeghuizen zijn de
16
TM0913_wolferen_2160.indd 16
ontwerptemperaturen in de winter 22/24 °C en in de zomer 25 °C. Hieruit blijkt dat in de zomer, en bij zorginstellingen gedurende het gehele jaar, geen enkele vorm van opwarming in de schacht gewenst is. In oudere woningen en gebouwen zijn de problemen met opwarming vaak minder groot omdat cv-stijgleidingen in opbouw langs de gevel lopen en niet in een inpandige schacht. In moderne woningen en gebouwen is het gebruikelijk dat cv-stijgleidingen in een inpandige schacht zijn geplaatst. Deze schacht grenst in veel gebouwen aan een matig geventileerde inpandige hal of gang, waardoor de temperatuur kan oplopen en de overtollige warmte onvoldoende wordt afgevoerd. In deze situaties dient de drinkwaterleiding in een afzonderlijke, koele schacht te worden geplaatst. Dit vereist een goed afgestemd installatieontwerp, wat in de praktijk niet eenvoudig blijkt te zijn. In bestaande gebouwen is aanpassing meestal niet eenvoudig mogelijk en dient de warme schacht te worden aangepakt. Het uitgangspunt hierbij is dat de warme leidingen geïsoleerd zijn. Zonder isolatie is de warmteafgifte
zo groot dat de temperatuur in de schacht oploopt tot boven 30 °C. De warmteafgifte van twee geïsoleerde leidingen bedraagt per verdieping ongeveer 75 W. Dit is van toepassing op een schacht met alleen verwarmingsleidingen (figuur 2) of een schacht met zowel verwarmingsleidingen als circulatieleidingen voor warm tapwater in de zomer (figuur 3 met de cv uit). In de winter heeft de schacht met vier leidingen een warm-
-Figuur 1- Gemodelleerde bodemtemperatuur op 1 m diepte in zand- (rood) en kleigrond (blauw) (KNMI-uurwaarde van Eindhoven) en de gemeten temperatuur aan de tap in random daytime (RDT)monsters (zwarte stip). [overgenomen uit 5]
TVVL Magazine | 09 | 2013 SANITAIRE TECHNIEK
3-9-2013 11:34:57
teafgifte van ongeveer 150 W. De opwarmtijd van het drinkwater in een geïsoleerde leiding (20 mm isolatie) in een warme schacht van 25 tot 30 °C bedraagt 2 tot 4 uur. Daarom is isolatie van de drinkwaterleiding in de regel geen afdoende maatregel tegen opwarming, behalve in situaties waarin 24 uur per dag regelmatig water wordt getapt.
MAATREGELEN Om de temperatuur van het drinkwater te beheersen zijn twee typen maatregelen onderzocht: - koeling van de schacht. Hierbij wordt de temperatuur van de lucht in de schacht verlaagd tot onder 25 °C, waardoor het drinkwater niet kan opwarmen; - koeling van het drinkwater. Hierbij wordt alleen de temperatuur van het drinkwater verlaagd tot onder 25 °C; de luchttemperatuur in de schacht mag hoger zijn. Een risico bij de koeling van het drinkwater in de standleiding is dat aftakkende leidingen, waarin water mogelijk langere tijd stil kan staan, hierdoor niet koud worden of blijven. Hoe langer de aftakking is die wordt blootgesteld aan een ‘warme schacht’, hoe hoger de temperaturen. Op basis van berekeningen blijkt dat de aftakking in de schacht niet langer mag zijn dan circa 150 mm voor een koperen leiding. Bij koeling van de schacht ontstaat een situatie waarbij aangrenzende meterkasten niet opgewarmd worden door de te warme schacht. Bij koeling van het drinkwater kan de schacht een temperatuur boven 25 °C bereiken. De scheidingswand met aangrenzende meterkasten (en andere ruimten, zoals een centrale hal) dient dan te worden geïsoleerd om ongewenste opwarming van de meterkast te voorkomen. De verschillende maatregelen zijn hierna toegelicht.
VENTILATIE SCHACHT Voor het ventileren van de schacht zijn de belangrijkste varianten:
Drinkwaterleiding CV- of SV-leidingen
-Figuur 2- Cv- of sv-leidingen in schacht
- ventilatie van de gehele schacht (figuur 4 links). Dit is alleen mogelijk als de vloeren in de schacht open zijn. In veel gebouwen zijn de vloeren echter gesloten wegens brandveiligheid. De koeling kan gebeuren met onbehandelde buitenlucht die bij voorkeur vanuit de noordgevel wordt toegevoerd (continu of als nachtventilatie) of met buitenlucht die via een ‘grondbuis’ wordt voorgekoeld; - ventilatie per verdieping (figuur 4 - rechts). Dit is een mogelijkheid voor gebouwen met gesloten vloeren in de schacht. De koeling kan gebeuren met buitenlucht die bij voorkeur vanuit de noordgevel wordt toegevoerd (continu of als nachtventilatie). Per verdieping zijn dan een aanvoer- en afvoerkanaal vereist. Waar van toepassing kan dit worden gecombineerd met de ventilatie/vrije koeling van de centrale hal waarin de schachten en meterkasten staan opgesteld. Ventilatie per verdieping vergt veel instrumentatie per verdieping: - ventilator met geluiddemper; - geveldoorvoeren; - eventueel een brandklep per kanaal; - isolatie van het toevoerkanaal ter voorkoming van condensatie; - temperatuuropnemer en regelapparatuur. Indien in de schacht ventilatiekanalen voor aanvoer en afvoer aanwezig zijn kan hiervan wellicht gebruik worden gemaakt om de schacht per verdieping te ventileren. De vraag is nu of de buitentemperatuur voldoende laag is voor koeling. Volgens het referentiejaar NEN 5060 blijkt dat de buitentemperatuur circa 1.000 uur per jaar boven 19 °C ligt en circa 300 uur boven 21,5 °C (figuur 5). Het lijkt zinvol om onderscheid te maken tussen dag- en nachtsituaties. Overdag is de kans groot dat de leiding regelmatig wordt gevuld met vers (koud) leidingwater in verband met regelmatig tapgedrag van alle bewoners. In de nacht (tussen 0:00 en 7:00) bestaat de kans dat er weinig wordt getapt en dat de leiding juist in die periode opwarmt. Op die momenten is het noodzakelijk om de schacht
-Figuur 4- Ventilatie van de gehele schacht (links) en per verdieping (rechts)
te kunnen koelen. In figuur 5 is de verdeling van de temperaturen > 20 °C gegeven, verdeeld over daguren (8:00 - 23:00) en nachturen (0:00 - 7:00). Uit deze verdeling blijkt dat tijdens 84 nachturen de temperatuur van de buitenlucht boven 20 °C ligt en 31 uur boven 21,5 °C. Als alleen naar de nachturen wordt gekeken zijn er mogelijkheden om de schacht en het leidingwater onder 25 °C te houden d.m.v. ventilatie. Voor de ventilatie is een debiet van 90 of 180 m3/h per verdieping vereist bij een weg te koelen warmteafgifte van 75 of 150 W per verdieping. Deze hoeveelheid kan sterk worden teruggeregeld bij lagere buitentemperaturen. Hierbij is uitgegaan van buitenlucht van 21,5 ºC en een maximale temperatuur in de schacht van 24 ºC. Bij een maximale luchtsnelheid van 2 m/s moet de schacht dan in doorsnede een oppervlak van 0,0126 of 0,0253 m2 per verdieping hebben. Bij 10 verdiepingen en ventilatie van de gehele schacht is dan een schachtoppervlak van 0,126 of 0,253 m2 vereist. Door toepassing van een grondbuis kan de inblaastemperatuur tot een temperatuur van circa 15 °C worden verlaagd. Hierbij is een nominaal ventilatiedebiet van 23 m3/h per verdieping vereist bij een weg te koelen vermogen van 75 W en 45 m3/h per verdieping bij 150 W. Uitgaande van een maximaal ventilatiedebiet van 150 tot 200 m3/h zou hiermee in principe een schacht van een gebouw met 3 tot 6 verdiepingen gekoeld kunnen worden. Een bijkomend voordeel van de grondbuis is dat ’s winters de luchttemperatuur boven 0 °C blijft, zodat niet per ongeluk bevriezing van de leidingen in de schacht kan optreden.
-Figuur 5- Verdeling buitentemperatuur uit referentiejaar NEN 5060 voor temperaturen > 20 °C
-Figuur 3- Cv- of sv-leidingen èn leidingen circulerend warm tapwater in schacht
TVVL Magazine | 09 | 2013 SANITAIRE TECHNIEK
TM0913_wolferen_2160.indd 17
17
3-9-2013 11:34:58
GEKOELDWATERSYSTEEM Een andere mogelijkheid is het koelen van de schacht met een gekoeldwatersysteem (figuur 6). Hierbij wordt met een ongeïsoleerde gekoeldwaterleiding koude afgegeven in de schacht. De gekoeldwaterleiding kan worden aangesloten op een (mechanisch) gekoeldwatersysteem of op een grondwaterwarmtewisselaar. Indien een gekoeldwatersysteem bijvoorbeeld een gemiddelde temperatuur heeft van 13 °C (10 °C aanvoertemperatuur, 16 °C retourtemperatuur), dan zal een dubbele (heengaande en teruggaande) leiding van 42 mm een koelvermogen van circa 75 W hebben. Voor een groter koelvermogen is meer VO vereist.
SPUIEN Spuien (figuur 7) is een maatregel waarbij uitsluitend de temperatuur van het drinkwater wordt beheerst, maar niet die van de schacht. Hiervoor wordt op één of meer plaatsen een temperatuursensor geplaatst in de drinkwaterleiding in de schacht. Zodra de drinkwatertemperatuur boven de ingestelde waarde van 24 à 25 °C komt wordt de spuiklep op de bovenste verdieping geopend en de leiding doorstroomd met koud drinkwater. Het maximaal verbruik bedraagt 12 tot 24 liter water per verdieping per nacht, wat overeenkomt met 2 à 4 spoelacties van een toilet. Indien iedere dag in dezelfde mate gespuid wordt bedraagt het verbruik op jaarbasis 4,4 tot 8,8 m3 per verdieping, wat bij een prijs van circa 1 euro/m3 overeenkomt met circa 4,4 tot 8,8 euro per verdieping. Bij het instellen van de spuiregeling is het goed te bedenken dat de drinkwatertemperatuur ’s zomers incidenteel tot boven 25 °C kan oplopen. Om te voorkomen dat er bij die temperatuur continu gespuid wordt is een vorm van limitering aan de spui gewenst. Mogelijkheden hiervoor zijn een limitering van de spuitijd en een minimum spui-interval.
-Figuur 6- Koeling van de schacht met een gekoeldwatersysteem
-Figuur 7- Spuien
-Figuur 8- Gekoelde circulatieleiding
GEKOELDE CIRCULATIELEIDING Het toepassen van een gekoelde circulatieleiding (figuur 8) is een koele variant op de bekende circulatiesystemen met warmwater. Nu wordt (bij voorkeur buis-in-buis) een circulatiesysteem aangelegd dat met een koeler onder 25 °C wordt bedreven. Deze koeler kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een warmtewisselaar waarbij een gekoeldwatersysteem als koudebron benut wordt. Naar verwachting bedraagt de koelbehoefte van een geïsoleerd circulerend drinkwatersysteem 15 tot 20 W per verdieping. De toepassing van deze maatregel lijkt vooral interessant
18
TM0913_wolferen_2160.indd 18
in gebouwen waar reeds een aquifer/WKOsysteem wordt toegepast omdat de kosten van koeling hierbij laag zijn en de bodembalans in de regel wat extra koeling goed gebruiken kan. Formeel is hier sprake van waterbehandeling maar omdat deze gericht is op het koel houden van het drinkwater is dat verder geen probleem. Om voldoende verversing van het
drinkwater te garanderen is een compact ontwerp gewenst en dient de circulatiepomp regelmatig te worden ingeschakeld; ook in perioden zonder koelbehoefte.
PCM-MANTEL De laatste maatregel, een drinkwaterleiding met PCM-mantel (figuren 9 en 10), is voor
TVVL Magazine | 09 | 2013 SANITAIRE TECHNIEK
3-9-2013 11:34:59
zover bekend nog niet toegepast of beschikbaar. Uitgangspunt is dat een faseovergangsmateriaal (PCM) beschikbaar is met een smelttraject tussen 20-24 °C. Dit materiaal wordt rond de drinkwaterleiding gemonteerd, binnen de isolatie (figuur 10). Overdag, als volop water getapt wordt en de leiding keer op keer met koud drinkwater wordt gevuld, wordt het PCM geladen met koude tot het geheel is gestold. Gedurende de nacht smelt het PCM gedeeltelijk door de warmtetoevoer uit de schacht, maar blijft het drinkwater onder 25 °C. De charme van dit systeem is dat na aanleg geen verdere beheersmaatregelen vereist zijn. Voorwaarde voor het goed functioneren hiervan is dat overdag voldoende getapt wordt om voldoende koude te laden: 10 tot 40 tappingen per dag zijn vereist. Bij de berekeningen aan dit systeem is uitgegaan van de beschikbaarheid van een PCM met de stollingswarmte van paraffine (147 kJ/kg) en een dikte van de PCM mantel van 20 mm.
-Figuur 10- Doorsnede drinkwaterleiding met PCM en isolatie
-Figuur 9- Koudebuffer PCM
dieping te ventileren Een drinkwaterleiding met PCM-mantel is nog niet beschikbaar.
CONCLUSIES Van de onderzochte maatregelen is spuien in het algemeen het makkelijkste toepasbaar in bestaande situaties. Ventilatie van de gehele schacht vereist een open schacht van voldoende afmetingen. Actieve koeling kan op twee manieren worden uitgevoerd: koeling van de schacht met een gekoeldwatersysteem of een gekoelde circulatieleiding, waarbij alleen het drinkwater wordt gekoeld. Beide systemen vergen aanpassing in de schacht en zijn vooral interessant in gebouwen waar reeds een aquifer/WKO-systeem wordt toegepast. Ventilatie van de schacht per verdieping vergt veel instrumentatie en is daarom een minder voor de hand liggende maatregel. Indien in de schacht ventilatiekanalen voor aanvoer en afvoer aanwezig zijn, kan hier wellicht gebruik van worden gemaakt om de schacht per ver-
REFERENTIES 1. NEN 1006+A3:2011 - Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI2002) NEN, Delft, januari 2002, 2011 2. Drinkwaterwet, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, 2011 3. Drinkwaterbesluit, Ministerie van
Infrastructuur en Milieu, Den Haag, 2011 4. Regeling Legionellapreventie, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, 2011 5. Model voor de berekening van de watertemperatuur in het leidingnet, Mirjam Blokker, Ilse Pieterse-Quirijns, H2O/232010 6. Temperatuurbeheersing in leidingschachten en meterkasten, Hans van Wolferen, Jan Ewout Scholten, TNO, Delft, april 2013
Dit artikel is een samenvatting van het rapport [6] van de TVVL/Uneto-VNI ST-33 projectgroep, zoals gepresenteerd op de TVVL ST-dag op 12 juni 2013. Deze studie is begeleid door: Eric van der Blom (Uneto-VNI, voorzitter), Lucien Daas (Kwekel), Arjan Dorrestein (Rehau), Ronald de Gans (Thermoplus), Rien van Herwijnen (Eneco), Rein Kleijer (Lithos), Jan Lassing en Hans Bosch (Vitens), Oscar Nuijten (ISSO, secretaris), Henk-Jan Rijneveld (Sanitair Installatie Hogendoorn BV), Walter van der Schee (Wolter & Dros/TVVL), Fred Vos (UnetoVNI, corresponderend lid), Henk Zieremans (ACVV BV).
Bij Solid Air is elke luchtbehandelingskast uniek Bij Solid Air Luchtbehandeling doen we niet aan standaardoplossingen. Ieder apparaat is uniek, omdat iedere klantvraag dat ook is. Wij leveren modulaire luchtbehandelingskasten op maat, al of niet met generatieve wtw of met wtw op basis van adiabatische koeling. Solid Air is ook de bedenker en producent van de Aeolus; de enige compacte HR wtw-unit die werkelijk compleet en geheel stekkerklaar wordt geleverd.
TVVL Magazine | 09 | 2013 SANITAIRE TECHNIEK
TM0913_wolferen_2160.indd 19
tel +31 (0)20 696 69 95 mail@solid-air.com www.solid-air.com
19
3-9-2013 11:35:00
Intelligent digitaal legionellalogboekbeheer De werkwijze op het gebied van logboekbeheer stamt vaak nog uit de tijd dat er gewerkt werd met typemachine en stempelkaart. Van procesoptimalisatie is doorgaans geen sprake. Bovendien is dit veelal gebaseerd op een papieren principe met een grote versnippering aan gegevens. De continuïteit en bedrijfszekerheid hangen aan een zijden draadje en organisaties kijken niet over hun eigen grenzen heen. Logboekmanagement of logboekautomatisering met ketenintegratie maakt hier een einde aan. Ing. C. (Clemens) Stemerdink, Xigna BV
Het is niet meer van deze tijd om medewerkers in een auto op pad sturen met een velletje papier en een perforator om alle papieren in de mappen te doen. Dit moet eenvoudiger kunnen. Maar werkt dit in de praktijk? Elke gebouwbeheerder herkent ongetwijfeld onderstaande problemen: - logboeken kwijt zijn of niet op orde hebben, met als gevolg tijdrovend zoekwerk; - geen zicht hebben op de voortgang van de werkzaamheden; - geen wijzigingen kunnen terugvinden in de installatie; - van doen hebben met administratieve rompslomp en ingewikkelde papieren; - van alles moeten registreren maar wat gebeurt ermee? Veel gebouweigenaren ervaren de verplichte controles en inspecties als een zware last die gepaard gaat met onnodig veel administratieve rompslomp. Het werk komt er extra bij en leidt af van de dagelijks gang van zaken. Outsourcen is de gebruikelijke oplossing en contracten worden afgesloten met diverse leveranciers. Maar hoe staat het vervolgens met de voortgang van die werkzaamheden, de continuïteit en dus met de veiligheid?
20
TM0913_stemerdink_2161.indd 20
DE PRAKTIJK De dagelijkse gang van zaken laat zien dat legionella-logboekbeheer vaak ongestructureerd verloopt. De legionella-adviseur van het ene bedrijf stelt een andere risicoanalyse en ander beheersplan op dan die van het andere bedrijf. Beiden zijn wel BRL6010 gecertificeerd maar er is geen vaste productielijn, zoals vroeger in de Ford-fabrieken. Elke keer moet de productielijn weer omgebouwd worden. Gegevens worden niet eenduidig aangeleverd en zijn voor meerdere interpretaties vatbaar. Waar nagenoeg geen enkel adviesbureau rekening mee houdt, is het feit dat de risicoanalyse en het beheersplan de bron zijn voor alle toekomstige beheeractiviteiten. Deze documenten worden opgeleverd als ‘domme documenten’ van waaruit geen herhaald proces aangestuurd kan worden. Het is daarom van essentieel belang dat de onderdelen van de drinkwaterinstallatie intelligent in de database aanwezig moeten zijn. Het resultaat is dat het adviesbureau de informatie niet panklaar aan de beheerder beschikbaar stelt. De beheerder moet de documenten ontrafelen om inzicht te krijgen in de taken en wie deze moet gaan uitvoeren. De gebruikelijke manier van werken is om de ‘domme documenten’ om te zetten in allerlei
andere lijsten, zoals in Excel, Dropbox, Word, etc. Meestal gaat het om tientallen soms wel honderden bestanden voor spoelwerkzaamheden, voor keerklepcontroles, voor thermische controles, etc. Dit heeft tot gevolg dat een tweede bron met gegevens wordt aangelegd, de werkzaamheden dubbel worden gedaan en de gegevens steeds verder versnipperd raken. Die versnippering neemt alleen maar verder toe bij het gebruik van een Facilitair Management Informatie Systeem. Met een FMIS wordt het correctieve en preventieve
-Figuur 1- De conventionele gebouwbeheerder
TVVL Magazine | 09 | 2013 DIGITAAL BEHEER
3-9-2013 11:36:52
onderhoud aangestuurd door middel van werkbonnen. Aan deze werkbonnen kunnen bijlagen gekoppeld worden. Meestal zijn dit de pdf-versies van de eerder gemaakte lijsten in Excel of Word. Het probleem dat zich hierbij voordoet is dat de bijlagen statische informatie bevatten, geen enkele intelligente koppeling hebben met de broninformatie en dat wijzigingen doorvoeren arbeidsintensief en foutgevoelig is. Extra tijd en geld worden dus aan werkzaamheden besteed die niet bijdragen aan waar het bij o.a. legionellapreventie en brandpreventie om gaat, namelijk de veiligheid voor cliënten, bezoekers en medewerkers. Dit kan beter besteed worden aan de core business van de organisatie, namelijk het verlenen van zorg of het geven van onderdak of het verzorgen van een ultieme belevenis in een hotel. Maar hoe?
LOGBOEKBEHEER Wat als u en uw medewerkers over een intelligent stuk gereedschap zouden kunnen beschikken, waarmee u op elk moment van de dag eenvoudig logboeken kunt raadplegen? Een apparaat dat een waarschuwing geeft wanneer er iets vergeten wordt? Dat automatisch taken toewijst aan de technische dienst, het laboratorium, de installateurs en de spoelers. Ketenintegratie, gecombineerd met het zogenaamde ‘Nieuwe Werken’ en een papierloos kantoor. Oftewel een online webbased toepassing die van de gebruikers minimale inzet vergt. Een utopie of werkelijkheid? - online digitaal logboekbeheer; - automatische bewaking; - ketenintegratie; - registratie bij de bron; - management informatie. Bij dit intelligente logboekmanagementsysteem zijn techniek, mens en organisaties op elkaar afgestemd. Kenmerkend zijn de vereenvoudigde manier van werken, de procesintegratie van alle externe en interne partijen en daardoor een kostenreductie en hoge bedrijfszekerheid. Het systeem stelt management informatie beschikbaar en borgt de veiligheid door efficiënte registratie en alarmering; een vorm van bedrijfsprocesoptimalisatie binnen de eigen organisatie alsmede richting de toeleveranciers.
waartoe ook de externe leveranciers en inspecteurs toegang hebben. Met UCare4 beschikt de eindgebruiker zowel over een managementals workflowsysteem, waarmee de eerder genoemde tekortkomingen zijn opgelost: - logboeken zijn altijd actueel en overal beschikbaar; - er is sprake van automatische voortgangsbewaking, overzicht en alarmering; - de kosten zijn lager, er zijn geen zoektijden, er is geen administratie en ook de faal- en beheerkosten vallen lager uit; - het systeem is leverancier-onafhankelijk en eenvoudig in gebruik (Outlook ‘look and feel’); - beheer gebeurt centraal, uitvoering decentraal. Leverancier-onafhankelijk De UCare4 legionellamodule is flexibel en geschikt voor elke type legionella-logboek en dus onafhankelijk van het BRL6010adviesbureau of -laboratorium. Organisaties kunnen hun eigen gegevens invoeren, benoemen of aanpassen zoals zij dit willen. Om aan de slag te kunnen gaan is het voldoende om de risicoanalyse in te lezen en de beheertaken te benoemen. Het programma houdt bij welke controles of onderhoudswerkzaamheden gepland staan en stuurt automatisch een bericht naar de betreffende uitvoerder: uw schoonmaakteam om te spoelen, uw installateur voor een keuring of uw adviesbureau voor een audit. En die kan via diezelfde mail aangeven wat hij gedaan of gevonden heeft. Zo wordt het logboek automatisch bijgewerkt zonder dat daar extra administratieve inzet voor nodig is of dubbel werk voor verricht wordt. Erg belangrijk is dat men altijd over betrouwbare en bijgewerkte gegevens beschikt voor de ILT-Inspectie. Ketenintegratie De webbased UCare4 applicatie wordt online
-Figuur 2- Overal en altijd toegang
benaderd. Inloggen kan zowel vanaf PC als vanaf een mobiele toepassing. Spoelwerkzaamheden worden in één keer en rechtstreeks in het logboek gereed gemeld. De onderhoudsmonteur kan desgewenst rechtstreeks vanaf de werkplek via smartphone doorgeven dat een controle gedaan is. Laboratoria voeren hun analysegegevens rechtsreeks in, onderhoudsen inspectieschema’s worden met één druk op de knop aangepast. Regelgeving Het digitale logboek platform van UCare4 is wettelijk toegestaan. De ILT-inspecteur kan altijd op locatie het volledige digitale logboek raadplegen. Een volledige papieren versie kan met één handeling ook door het systeem worden samengesteld indien de inspecteur dit wenst. Gebruiksgemak Om de drempel voor het gebruik van de applicatie zo laag mogelijk te houden, is er gekozen voor een Outlook 2010 user interface ‘look and feel’. Daardoor is de applicatie meteen voor iedereen herkenbaar. Elke medewerker heeft bovendien zijn eigen rol in het programma. De spoelmedewerker maar ook de installateur heeft slechts één menuoptie, namelijk het afhandelen en invullen van zijn taken. Dit voorkomt ingewikkelde menukeuzes of trainingsprogramma’s om met het systeem te kunnen werken. Ook handmatige ingevulde formulieren worden door het systeem geaccepteerd om te voorkomen dat er dubbel werk moet worden gedaan (overtypen).
UCARE4 APPLICATIE Het UCare4 (spreek uit You Care for) logboekmanagementsysteem is feitelijk een platform. Niet alleen voor legionellabeheer maar ook voor brand, elektra, hygiëne, etc. Een platform dat alle taken uit het activiteitenbesluit met bijbehorende logboeken borgt. Een platform
TVVL Magazine | 09 | 2013 DIGITAAL BEHEER
TM0913_stemerdink_2161.indd 21
-Figuur 3- Integratie van externe en interne partijen
21
3-9-2013 11:36:55
Alarmeringen Om te voorkomen dat werkzaamheden niet of te laat worden uitgevoerd, ontvangt de interne medewerker of externe uitvoerder een waarschuwing. Zo krijgt die persoon keurig een e-mail of SMS als de controle vergeten wordt. Is de medewerker ziek en wordt de controletermijn overschreden dan krijgt de beheerder ook een bericht. Zo wordt voorkomen dat de werkzaamheden niet of te laat worden uitgevoerd. Dit geldt uiteraard ook voor zaken die een norm overschrijden. De beheerder wordt gewaarschuwd wanneer temperaturen te hoog of te laag zijn, de concentratie bacteriën te hoog is of dat keerkleppen zijn afgekeurd. Acties worden vervolgens uitgezet en automatisch bewaakt en verwerkt in het digitale dossier.
-Figuur 4- De automatische logboekwekker!
Automatisch actualiseren In de nieuwste versie worden wijzigingen van de legionellarisicoanalyse en het beheersplan automatisch bijgehouden in het digitale logboek. Dit heeft een aanzienlijke verlaging van de exploitatiekosten tot gevolg waarbij tevens de faalkosten sterk afnemen. De legionellarisicoanalyse en het beheersplan hoeven bijvoorbeeld veel minder vaak door een adviesbureau geactualiseerd te worden. Daarnaast werken de wijzigingen ook meteen door in de toekomstige taken en formulieren; de gegevens worden één keer bij de bron verwerkt. Andere belangrijke nieuwe functies zijn: - eenmalige acties zoals opnieuw bemonsteren zijn nu in te plannen; - een automatische 10 jaren beheermaatregel voorkomt dat bepaalde keerkleppen onnodig jaarlijks worden gekeurd; - de voorkeursleveranciersfunctie bespaart enorm veel tijd. Door slechts eenmalig op te geven welke partner een beheertaak moet uitvoeren, worden alle opdrachten rechtstreeks aan de partner gestuurd zonder dat de gebouwbeheerder hierop hoeft toe te zien.
REFERENTIES Lars Bouwhuis, drinkwaterinstallatie verantwoordelijke van het Medisch Spectrum Twente, vertelt over de motivatie waarom
22
TM0913_stemerdink_2161.indd 22
-Figuur 5- Het nieuwe werken
het ziekenhuis heeft gekozen voor UCare4: “UCare4 zorgt voor een veel hogere bedrijfszekerheid, significante exploitatiekosten verlaging en staat zeer dicht bij de praktijk.” Met dit laatste bedoelt Bouwhuis “Het is het eerste en enige systeem dat zowel externe als interne partijen de mogelijkheid biedt om rechtstreeks bij de bron en in het logboek te registreren. Wordt een activiteit vergeten dan krijgt de medewerker keurig een seintje. Als beheerder hoef ik nu niet meer te bewaken of de werkzaamheden ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.” In juni 2013 zijn op de WaterCampus in Leeuwarden de resultaten van het Fryslân Fernijt innovatieprogramma ‘Online bewaking legionellapreventiesystemen’ gepresenteerd. Hierbij is het totaalconcept voor de bewaking van legionellapreventie met behulp van het UCare4 logboekplatform, gekoppelde sensoren en koper/zilverionisatie wereldkundig gemaakt. Gedeputeerde van Economische Zaken, Hans Konst, van de Provincie Fryslân benadrukte in zijn openingswoord dat ‘slimme mensen’ hebben samengewerkt op het grensvlak van watertechnologie, sensortechnologie en gezondheid om dit project tot een succes te maken. Het bestaande UCare4 legionellaplatform is hiervoor uitgebreid met een sensorinterfacemodule. Het project levert direct werkgelegenheid op in Fryslân. Niet alleen voor kennisinstellingen maar ook voor bedrijven Met behulp van het ontwikkelde concept kan enerzijds een effectieve legionellabestrijding worden gerealiseerd, de administratieve last geminimaliseerd, de bedrijfszekerheid verhoogt en anderzijds de uitvoeringseisen van het thermisch beheersconcept worden verlaagd. Hierdoor kunnen water, energie en arbeidsuren worden bespaard, waarbij de kwaliteit van de preventie wordt behouden of zelfs verbeterd.
AAN DE SLAG Te vaak wordt geconstateerd dat werkzaamheden niet of te laat worden uitgevoerd met als gevolg dat men denkt veilig te zijn… Kijkt men naar de basis van logboekbeheer dan gaat het feitelijk om het aantoonbaar maken dat controle en inspectiewerkzaamheden uitgevoerd zijn maar ook dat het proces geborgd is. En juist het borgen herbergt de valkuilen van het conventioneel logboekbeheer, waardoor de bedrijfszekerheid te wensen overlaat. Gegevens worden desgewenst door de UCare4 consultant ingelezen, zodat de gebruiker met één druk op de knop aan de slag kan. Het probleem van onduidelijke, incomplete of onvindbare logboeken is hiermee opgelost en er komt een einde aan de papieren rompslomp. Zoeken sorteerfuncties verbeteren de efficiëntie door makkelijk en snel gegevens te selecteren, creëren en analyseren. Ze voorkomen dubbele invoer en zorgen voor snel en foutloos werken. De logboekgegevens zijn veilig opgeslagen in een vanaf elke werkplek bereikbaar datacenter. Het zorgt voor een bedrijfszekere werkwijze met zicht op daadwerkelijke risico’s en kosten, met registratie aan de bron en integratie van alle ketenpartners in één intelligent digitaal logboek systeem.
TVVL Magazine | 09 | 2013 DIGITAAL BEHEER
3-9-2013 11:36:58