WIN EEN DINER VOOR 2
Ze is betrouwbaar, zuinig, vermogend, makkelijk in de omgang en geeft warmte zoveel als nodig is
December 2013 | Jaargang 42 | Nr 12
JAARGANG 42 NR.12 TVVL MAGAZINE DECEMBER 2013
Ze is anders dan al die anderen, combineert alle eigenschappen waarvan u altijd hebt gedroomd ze heet Daikin Altherma Hybride en wil nu kennismaken
Moedercurriculum Overbrengen van vakkennis Vakinhoudelijk bijscholing
Thema:
Uitnodiging voor een Blind Date
Onderwijs
De Daikin Altherma Hybride Het beste van alle hybriden, nu in ĂŠĂŠn systeem. Kijk op www.daikinblinddate.nl en geef aan waar u wilt afspreken.
Daikin maakt het u steeds comfortabeler.
DAI50012_adv_A4_beurs_followup.indd 1 TM1213_cover.indd 1
30-08-13 12:48
29-11-2013 9:51:26
Compact. Efciënt. TROX. TROX biedt u de X-Cube standaard nu ook in Compact uitvoering. Voordelen: ■ Hoge energie-efficiency door EC-ventilatoren, warmtewiel of tegenstroom platenwisselaar ■ 600 tot 6000 m³/h in diverse bouwgrootten ■ Eenvoudige selectie met te downloaden Easy Product Finder ■ Plug & play ■ Bedieningszijde makkelijk te wijzigen ■ Levertijd ca. 2 werkweken
www.trox-x-cube-compact.com
Anzeige_XCUBE_compact_A4_NL.indd 1 TM1213_omslag_binnen_02_63.indd 1
www.trox.nl
11.11.13 13:52 29-11-2013 9:49:24
Inhoudsopgave REDACTIERAAD: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Mw. dr. L.C.M. (Laure) Itard M. (Michiel) van Kaam Ing. J. (John) Lens H. (Henk) Lodder G.J. (Geert) Lugt Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. O.W.W. (Oscar) Nuijten Mw. drs.ir. I. (Ineke) Thierauf Ing. J. (Jaap) Veerman Ing. R (Rienk) Visser Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) REDACTIE: Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse (voorzitter) Ing. J. (John) Lens Mw. drs. C. (Carina) Mulder Ing. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur) REDACTIE-ADRES: TVVL: De Mulderij 12, 3831 NV Leusden Postbus 311, 3830 AJ Leusden Telefoon redactie (033) 434 57 50 Fax redactie (033) 432 15 81 Email c.mulder@tvvl.nl
TVVL MAGAZINE December 2013 KWALITEIT EN KENNIS IN DE INSTALLATIESECTOR
8
Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse VAN MOEDERCURRICULUM NAAR KENNISHUIS P. (Peter) Smulders
12
HET OVERBRENGEN VAN VAKKENNIS Ing. (H. (Henk) Sloots
14
ISSO IN HET BEROEPEN- EN ONDERWIJSVELD INSTALLATIESECTOR M. (Marco) Hofman, J. (Jan) Cromwijk
16
8
VAKINHOUDELIJK BIJSCHOLING OP MAAT J.N.M. (Jos) Bijman UITGAVE: Merlijn Media BV Zuidkade 173, 2741 JJ Waddinxveen Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl www.merlijnmedia.nl SECRETARIAAT: Email info@merlijnmedia.nl ABONNEMENTEN: Merlijn Media BV Postbus 275, 2740 AG Waddinxveen Telefoon (0182) 631717 Email info@merlijnmedia.nl Benelux € 109,Buitenland € 212,Studenten € 87,Losse nummers € 18,Extra bewijsexemplaren € 13,Het abonnement wordt geacht gecontinueerd te zijn, tenzij 2 maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd. ADVERTENTIE-EXPLOITATIE: Merlijn Media BV Ruud Struijk Telefoon (0182) 631717 Email r.struijk@merlijnmedia.nl PREPRESS: Yolanda van der Neut
18
DE HIT-OPLEIDINGEN VAN AVANS+ M. (Marianne) van Meel, L. (Leo) Labega
22
ASSOCIATE DEGREE EN REGULIER ONDERWIJS Dr. L.C.M. (Laure) Itard, M. (Maurice) Kras, T. (Tony) Borstelaar, A. (Arie) Taal
26
NIEUWE FLEXIBELE HBO-OPLEIDING VOOR WERKENDEN Ir. J.H. (Joost) Jongen, ir. J.P. (Hans) Madlener, ing. M. (Michel) Grijpink
28
42
ONDERWIJSMODULES VOOR NEARLY ZERO ENERGY BUILDINGS P. (Peter) Op ’t Veld, J. (Joyce) Bongers, W. (Wendy) Broers 30 HET VERPLEEGHUIS VAN DE TOEKOMST Dr.ir. J. ( Joost) van Hoof Eur Ing omst
INTERVIEW: HENK WILLEM VAN DORP
34
INSTALLATIETECHNOLOGIE OP ACADEMISCH NIVEAU Prof.ir. W. (Wim) Zeiler, dr.ir. M.A. (Rinus) van Houten
EDITORIAL INTERVIEW ACTUEEL
38 4 42/46 49
DRUK: Ten Brink, Meppel
UITGELICHT
53
DE OPINIE VAN... HENNES DE RIDDER
54
ISSN 0165-5523
MARKTNIEUWS 55
© TVVL, 2013
PRODUCTNIEUWS 58
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
KWALITEIT EN KENNIS IN DE SECTOR
REGELGEVING
57
INTERNATIONAAL
59
SUMMARY/VOORBESCHOUWING
60
AGENDA
62
REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door redactieraadleden’. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden (‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.
INTERVIEW: PHILOMENA BLUYSSEN
46
TVVL Magazine is het officiele orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de bevordering van wetenschap en techniek op gebied van installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied, van wie mag worden verwacht, dat zij op grond van kennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden en begunstigers van TVVL gratis. De contributie voor leden bedraagt € 139,15 incl. BTW per jaar. Informatie over de bijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.
3
TM1213_inhoud.indd 3
5-12-2013 11:44:09
editorial
Onderwijs Deze uitgave heeft het thema onderwijs meegekregen. Dit thema is gekozen om een aantal redenen. Zo is enkele jaren geleden het Moedercurriculum ontwikkeld; verdwenen de afdelingen Installatietechniek in het reguliere hbo-onderwijs; zijn er nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied; en ontstaan er momenteel nieuwe opleidingen en cursussen. MOEDERCURRICULUM Drie jaar geleden is het Moedercurriculum, ‘Adviesrapport opleidingen in de technische installatiebranche’ gepubliceerd, waarin een aantal duidelijke aanbevelingen is opgenomen voor enerzijds de onderwijsinstellingen en anderzijds de bedrijven. Dit curriculum is ontwikkeld op initiatief van TVVL en de Stichting ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek Installatietechniek, kortweg WOI. Er waren destijds veel zorgen over de kwaliteit en het niveau van het onderwijs. Er leefde een gevoel dat er meer regie diende te zijn richting de onderwijsinstellingen en de installatiesector eenduidiger zou moeten zijn in de vraagstelling aan het onderwijs. Op verzoek van de installatiesector heeft een werkgroep onder voorzitterschap van ir. J. de Wit (voorheen directeur van Deerns RI) de opleidingsbehoeften in de sector in relatie tot het reguliere onderwijs in kaart gebracht, met name op de niveaus mbo, hbo en wo. Het is heel interessant om te weten in hoeverre de aanbevelingen zijn overgenomen door het onderwijs en het bedrijfsleven.
O. (Oscar) Nuijten, Redactieraad en ISSO knappe koppen konden zelfs naar de wo-faculteit Bouwkunde met specialisatie installatietechniek (Building Physics). De duale opleidingen installatietechniek in het hbo hebben tot een aantal jaren geleden gefloreerd. Echter, eerst was het de hogeschool Rotterdam die haar opleiding installatietechniek onderbracht in de afdeling Laboratoriumtechniek en twee jaar geleden heeft de Hogeschool Utrecht Installatietechniek ondergebracht in de studie Werktuigbouw. Hierdoor is de toestroom van studenten met een vooropleiding mbo-installatietechniek naar het hbo vrijwel opgedroogd. De voltijd-mbo-opleiding Middenkaderfunctionaris Installatietechniek bestaat niet meer en de deeltijd-mbo-opleidingen Aankomend Ontwerptechnicus en Projecttechnicus Gebouwinstallaties zijn opgegaan in de brede opleiding Werkvoorbereider. De doorlopende leerlijn specifieke installatietechniek bestaat niet meer. Op het eerste gezicht lijkt dit een desastreuze ontwikkeling, maar is dat ook zo?
NIEUWE ONTWIKKELINGEN VERDWIJNEN INSTALLATIETECHNIEK In de tachtiger jaren zijn op een vijftal MTS-en vierjarige opleidingen Installatietechniek (W) ontstaan en in de jaren daarna is er nog een aantal bijgekomen. In 1990 kwam de installatiesector in het gelukkige bezit van twee hbo-dagopleidingen installatietechniek: één aan de Hogeschool Rotterdam en één aan de Hogeschool Utrecht. In Rotterdam was aan het einde van de negentiger jaren de zogenoemde duale leerroute erg populair, waarbij studenten tijdens hun studie gemiddeld twee dagen per week studeerden en drie dagen per week werkten tegen een goed salaris. Deze route werd aanvankelijk mkbroute” genoemd. De ROC’s met een opleiding installatietechniek namen dit duale systeem massaal over en zo ontstond een jaarlijkse instroom in de hbo-installatietechniek van circa 75 studenten. Er was sprake van een mooie overzichtelijke doorlopende leerlijn van vmbo-installatietechniek naar mbo-installatietechiek, naar postmbo-installatietechniek (MIT-W en -E) of hbo-installatietechniek in Rotterdam) en post-hbo-installatietechniek (Avans+ en TVVL). De
4
TM1213_editorial.indd 4
De steeds verdergaande eisen aan comfort, energiezuinigheid, flexibiliteit en nieuwe vormen van exploitatie van gebouwen leiden tot andere soorten installaties. BIM doet zijn intrede. Tekenaars/ontwerpers worden straks BIM-modelleurs. Europa stelt eisen aan vergaande beperking van energiegebruik en vermindering van CO2-uitstoot. De Europese Unie stimuleert het aanpassen van beroepsopleidingen en het ontwikkelen van nascholingstrajecten in verband met de grootschalige introductie van duurzame technieken die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de doelstelling ‘14% duurzame energie in 2020’. Er komen nieuwe integrale contractvormen waarbij de installateur niet alleen verantwoordelijk is voor het opleveren van een goed werkende installatie, maar ook voor het onderhoud en de exploitatie op lange termijn. Installatietechnische adviseurs moeten daarin hun weg zien te vinden. In hoeverre gaat dit leiden tot nieuwe beroepsinhouden en dus ook nieuwe opleidingen die daarop moeten worden afgestemd?
TVVL Magazine | 12 | 2013 EDITORIAL
29-11-2013 16:00:58
opleiding met een specialisatie ‘Building Services’. Fontys ontwikkelt een Minor Zorg en Technologie, waarin meerdere disciplines samenkomen. Avans+ heeft ook niet stil gezeten en heeft recentelijk de Post-bachelordeeltijdopleidingen HIT-W en E geheel vernieuwd en leidt nu meer functiegericht op tot Integraal Installatietechnisch Ontwerper (W en E) en sinds kort ook tot Integraal Installatietechnisch Adviseur. TVVL heeft een aantal nieuwe cursussen ontwikkeld zoals: Duurzaamheid, Bouwkunde voor W en E, Elektrotechniek voor Werktuigkundigen en vice versa. Installatiebedrijf Van Dorp heeft zelf het heft in handen genomen en organiseerde een interne opleiding op hbo-niveau in samenwerking met een hogeschool. Hoe heeft Van Dorp dit ervaren en gaan ze ermee door?
De doorlopende leerlijn installatietechniek (W) zoals deze bestond
NIEUWE OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN Mbo en Post-mbo Voor het mbo-onderwijs zijn door Kenteq onlangs twee nieuwe kwalificaties ontwikkeld voor de brede voltijdopleiding Middenkader Engineering en de deeltijdopleiding Werkvoorbereider. Beide opleidingen zijn sector-overschrijdend (metaal, elektrotechniek, installatietechniek, machinebouw en mechatronica). Daarbinnen is het wel mogelijk om te specialiseren in installatietechniek W of E. Of dat daadwerkelijk uitvoerbaar is, is afhankelijk van de grootte van de populatie leerlingen op de betreffende ROC, die installatietechniek wil volgen. De post-mbo-opleiding Middelbaar Installatie Technicus Werktuigkundige installaties, afgekort MIT-W, kent sinds september 2009 twee uitstroomprofielen met de kwalificaties Technicus Werktuigkundige Installaties en Technicus Beheer en Onderhoud. De opleidingsinhouden hiervan zijn onlangs i.s.m. OTIB en het bedrijfsleven geactualiseerd. Blijft de instroom vanuit de bredere mbo-opleiding naar de post-mbo-MIT zo vanzelfsprekend als die was, of is de tweejarige deeltijdopleiding Projectleider Techniek met specialisatie installatietechniek (Associate Degree) aan een hogeschool aantrekkelijker? Hbo en post-hbo Het bestuur van het domein hbo-Engineering heeft onlangs een nieuwe profielbeschrijving van de bachelor of engineering uitgebracht. Daarin valt het vakgebied installatietechniek (W en E) tussen wal en schip. Het ligt op het snijvlak van de twee techniekdomeinen Engineering en Bouw. Installatietechniek wordt weliswaar als werkveld benoemd maar niet meer als afzonderlijke opleiding. Wel hebben enkele hogescholen installatietechnische (keuze)vakken en of minoren opgenomen binnen de studie Werktuigbouw. Daarmee is een beperkt aantal studiepunten te behalen. Uneto-VNI is op dit moment met de hogescholen in overleg hoe installatietechniek binnen de opleiding Werktuigbouw meer zichtbaar kan worden gemaakt. Daarnaast bieden Den Haag en Groningen een deeltijdopleiding Projectleider Techniek aan met keuzevakken Installatietechniek met als eindniveau Associate Degree. Hogeschool Zuyd biedt een brede bachelor opleiding aan op het vlak van de gebouwde omgeving: de Bachelor Built Environment (BBE) en gaat als vervolg een nieuwe master-opleiding ZIBE (Zero Impact Built Environment) ontwikkelen. Hogeschool Utrecht probeert in 2015 te starten met een brede flexibele technische deeltijd-
TVVL Magazine | 12 | 2013 EDITORIAL
TM1213_editorial.indd 5
Wo Op de TU-Eindhoven faculteit Bouwkunde is dit schooljaar een master track (afstudeerrichting) Building Physics and Services ontwikkeld. Deze is onderdeel van de algemene master Architecture, Building and Planning. Bouwkunde en installatietechniek worden hierin meer dan voorheen geïntegreerd aangeboden. Op de TU-Delft heeft zich in 2012 de afdeling Architectural Engineering & Technology definitief gevormd tot een sterke afdeling binnen de Faculteit Bouwkunde. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor de sectie Klimaatontwerp, zijnde een samenwerkingsverband van de leerstoelen Bouwfysica, Installaties, Klimaatontwerp & Duurzaamheid en Indoor Environment. De introductie van het ‘Betamentality-model’, dat beoogt om meer leerlingen te interesseren voor beta-studies, heeft in 2012 geleid tot een forse toename van de instroom bij de studie Bouwkunde op de technische universiteiten. Hoeveel van deze studenten zullen daadwerkelijk gaan kiezen voor een installatietechnische minor? ISSO ISSO organiseert actuele regionale instructiebijeenkomsten op het moment dat er sprake is van een nieuwe ontwikkeling en/of ISSOpublicatie. Daarnaast worden ISSO-publicaties, ISSO-digitaal en de ISSO-kenniskaarten steeds meer toegepast in het installatietechnisch onderwijs, mede omdat het ontwikkelen en up to date houden van specifieke lesstof voor de relatief kleine doelgroep erg kostbaar is. Dit gebeurt met name in het initiële onderwijs nog op beperkte schaal. Gaan de ROC’s, de hogescholen en de twee technische universiteiten de ISSO-hulpmiddelen nog meer toepassen in de toekomst?
WAAR LEIDT DIT TOE? Er is dus sprake van veel nieuwe interessante ontwikkelingen, die vooral in het initiële onderwijs leiden tot competentiegerichte, integrale en domeinoverstijgende opleidingen. Of dit leidt tot een overzichtelijke aantrekkelijke opleidingsstructuur voor jonge mensen die al vroeg weten dat zij verder willen in installatietechniek valt te betwijfelen. Het is voor potentiële studenten die al belangstelling hebben voor installatietechniek veel minder goed herkenbaar in hoeverre installatietechnische vakken onderdeel vormen van de opleiding. Met name door de verbreding van de initiële opleidingen krijgen studenten te maken met meer ballast. Leerlingen die in het mbo al gekozen hebben voor installatietechniek tonen weinig belangstelling om door te stromen naar een brede technische hbo-opleiding. Het verzorgen van specifiek installatietechnische opleidingen komt daardoor in de nabije toekomst steeds meer te liggen bij het post-initiële onderwijs (niet door de overheid bekostigd). Aan de andere kant biedt de verbreding van het initiële onderwijs ook kansen. De beleidsmedewerkers van Uneto-VNI en OTIB hebben
5
29-11-2013 16:00:59
regelmatig overleg met de hogescholen en bepleiten uiteraard een sterke positie van ons vak binnen de studie Werktuigbouw. Als meer hogescholen een aantal interessante installatietechnische vakken of zelfs complete minoren in hun programma opnemen, zullen meer studenten geïnteresseerd raken in ons vak en via o.a. stages terecht komen in onze sector. De moduul-beschrijvingen in het Moedercurriculum, het project IDES-EDU (zie het artikel hierover in dit themanummer) en ISSO-publicaties vormen daarvoor een fantastisch uitgangspunt. Op basis daarvan kunnen leerdoelen, aansprekende lesstof, opdrachten en toetsen worden ontwikkeld voor de nieuwe lichting studenten. Welke hogescholen pakken de handschoen op en gaan zich met hun initiële opleidingen structureel profileren richting installatietechniek? En zijn ze bereid om op landelijk niveau met elkaar en met de installatiebranche samen te werken?
HET THEMANUMMER Na een samenvatting van het Moedercurriculum door Martijn Kruijsse en de visie van de branche (OTIB/Uneto-VNI) hierop, komen in dit themanummer vertegen-
Post-HBO-Installatietechniek (Adviseur) Cursussen TVVL en overige
Post-HBOInstallatietechniek (HIT-W/E) Post-MBOInstallatietechniek (MIT-W/E)
WO-Bwk Building Services (MSc) HBO-Techniek W, E en Bwk (BEng) HBO-Techniek (AD)
MBO-Techniek VWO HAVO VMBO-Techniek
Initieel onderwijs
Post-initieel onderwijs
Huidige palet van opleidingen met installatietechniek (incl. vooropleidingen) woordigers van de diverse hiervoor genoemde onderwijsvormen aan het woord. Aan hen is gevraagd om te reflecteren op de aanbevelingen in het Moedercurriculum en aan te geven waar ze mee bezig zijn en wat de plannen zijn voor de toekomst. We hebben ons daarbij, net als in het Moedercurriculum, zoveel mogelijk
beperkt tot het post-mbo-niveau tot en met het wo-niveau. Het zal de lezer de nodige duidelijkheid en inzicht verschaffen. Ik hoop dat het themanummer een aanzet is tot verdere onderwijsvernieuwing, briljante ideeën en nieuwe initiatieven in de installatiesector en bij de opleidingsinstituten.
Tijdelijk of semi permanent behoefte aan extra warmte en/of energie? Uw bron van informatie bij het kopen of huren van ketelinstallaties voor stoom, warm en heet water. Verhuur • warmwaterketels tot 8 MW • heetwaterketels tot 12 MW • automatische expansie-inrichtingen • stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st • ontgassers, voedingswatertanks, ontharders • olietanks 3, 5, 10 en 20m3 • in container, buitenopstelling of romneyloodsen Services • 24 uurs storingsdienst • leidingwerkmontage • onderhoud • engineering Milieuzorg • Low-NOx installaties • geluidsbesparende omhuizingen • CE normering
www.ecotilburg.com Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: info@ecotilburg.com
6
TM1213_editorial.indd 6
TVVL Magazine | 12 | 2013 EDITORIAL
29-11-2013 16:01:00
Nooit misgrijpen, altijd kunnen doorwerken 12 miljoen bestellingen per jaar geleverd op 145.219 bouw- en onderhoudsplaatsen aan 18.038 installatiebedrijven. Daarvan wordt 97,26% in ĂŠĂŠn keer op de gewenste tijd en op de juiste plek bezorgd. Dit resultaat hebben we dankzij 130 jaar kennis en ervaring weten te bereiken voor onze klanten. Hierdoor kunnen zij ongestoord doorwerken en zich volledig richten op hun primaire proces. Dat is waar we bij Technische Unie voor staan. Technische Unie. Daar heb je meer aan.
www.technischeunie.com
advTuCorpE01.indd 1 TM1213_07_TU.indd 7
07-10-11 12:09 29-11-2013 16:02:23
Adviesrapport opleidingen technische installatiebranche
Kwaliteit en kennis in de installatiesector Dit artikel is een samenvatting van het ‘WOI/TVVL-adviesrapport opleidingen in de technische installatiebranche’, uit 2010. Het rapport gaat in op vragen zoals: -Wat vindt de installatiebranche van de kwaliteit van onderwijs in de sector? - Maakt de branche wel duidelijk aan welke onderwijsinhoud er behoefte is? Hoe actief zijn werkgevers eigenlijk op dit gebied richting onderwijs? - Hoe actief zijn werkgevers bezig om technische kennis binnen de eigen onderneming te ontwikkelen en is er aandacht voor zaken als ‘learning on the job’? - Welke (financiële) prikkels in de onderwijswereld bepalen de keuzes voor de onderwijsinhoud? De werkgroep die het rapport heeft opgesteld was branchebreed vertegenwoordigd, vanuit onder andere de advieswereld, de installatiewereld, opleidingsinstituten op wo-, post-hbo-, hbo- en post-mbo-niveau en vanuit OTIB, zowel binnen het reguliere onderwijs (door de overheid bekostigd) als daarbuiten. Het volledige rapport is te downloaden via: http://www.tvvl.nl/website/kennisnet/ publicaties/publicaties-derden/wmc-rapport Drs.ir. P.M.D. (Martijn) Kruijsse, redactieraad TVVL Magazine
Werkgevers veronderstellen vaak dat zij medewerkers goed ontwikkelen door ze (uitsluitend) naar externe opleidingen te sturen. Ze gaan in dat geval voorbij aan het feit dat het ontwikkelen van mensen intern ook veel aandacht vraagt in de vorm van coaching, begeleiding, ‘learning on the job’, en dat het echt ontwikkelen van mensen veel meer vraagt dan het naar de schoolbanken sturen. Een op onderzoek gebaseerde uitspraak for-
8
TM1213_kruijsse.indd 8
muleert dit als volgt: ‘Op dit moment hebben schoolverlaters 10 tot 15% van de benodigde installatietechnische kennis en vaardigheden opgedaan. De overige kennis en vaardigheden doen zij na de schoolperiode op, hetzij door middel van externe cursussen (30-35%) hetzij in de bedrijven zelf (45-60%), door learning on the job.’ Dit betekent dat het volgen van een cursus weliswaar een goede en vaak essentiële basis kan leggen, maar het werkelijke leren, het
omturnen van cursusinformatie naar toepasbare kennis, pas gaat plaatsvinden in de praktijk. Daarvoor is een goede leeromgeving op het werk noodzakelijk, die door de werkgever zelf bewust en actief gecreëerd moet worden.
COMPETENTIES EN VAKKENNIS Het onderzoek is gestart met een marktverkenning. In eerst instantie is door een extern
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 12:05:05
bureau de competentiebehoefte in beeld gebracht voor veelvoorkomende bedrijfsfuncties in de branche: van handelsbedrijven tot installatiebedrijven en adviesbedrijven. Hierbij zijn taken en vaardigheden in beeld gebracht die de geïnterviewde bedrijven belangrijk vonden. De aandacht voor vakkennis mocht echter niet ontbreken. De werkgroep stelde vast dat er bij veel van haar leden een grote zorg bestaat over een door hen waargenomen ontwikkeling in de onderwijswereld: de rol van opleidingen veranderd van kennisoverdrager naar de rol van begeleider van mensen in algemene zin, met soms te veel focus op houding. In het hoger onderwijs heeft competentiegericht onderwijs door een dergelijke rol in het verleden een slecht imago gekregen. Competentiegerichte onderwijs brengt juist het risico met zich mee dat de harde vakken onvoldoende aandacht krijgen in het reguliere onderwijs. Om die reden heeft de werkgroep zelf de benodigde vakkennis vanuit eigen ervaring in het rapport gebracht.
FEITEN EN TENDENSEN De werkgroep Moedercurriculum heeft op basis van eigen waarnemingen een aantal feiten en tendensen vastgesteld ten aanzien van opleidingen in de installatietechniek: - binnen het onderwijs is sprake van marktwerking. Alle ROC’s kunnen mboopleidingen geven als ze dit commercieel aantrekkelijk vinden; - vastgesteld wordt dat Kenteq zich voor een groot deel heeft teruggetrokken als commerciële opleider. Kenteq voert nog wel haar wettelijke taak uit, namelijk het beheren van de kwalificatiedossiers, maar de opzet van deze dossiers is veel globaler geworden; - werkgevers verwachten dat de opleidingen in de branche kwalitatief goed zijn en besluiten op basis daarvan steeds meer dat er intern niet aan kennisdeling gedaan hoeft te worden. Zij gaan er immers van uit dat de kennis via de opleidingen wordt binnen gehaald; - naast de ontwikkelingen ten aanzien van marktwerking, speelt tegelijkertijd de overstap van het onderwijs naar competentiegericht opleiden. Competentiegericht opleiden besteedt meer aandacht aan houdingsaspecten en algemene, niet vakinhoudelijke competenties. Er is er minder aandacht voor technische (harde) kennis die individueel getoetst kan worden; - de genoemde marktwerking en commercialisering van onderwijs zijn voor opleidingsinstituten steeds meer een prikkel om studenten sneller te laten doorstromen en tot diploma-uitreiking over te gaan
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
TM1213_kruijsse.indd 9
(diplomafabrieken). De focus op kostenbeheersing gaat ten koste van de bewaking van de inhoudelijke kwaliteit en het kennisniveau; - de bedrijfsscholen zijn afgebouwd, omdat bedrijven verwachten harde branchekennis (vakkennis) buiten de deur te kunnen halen. Bedrijven hebben in het personeelsbeleid daarnaast onevenredig veel aandacht voor managementaspecten, terwijl de afbreukrisico’s van specialistische functies ook groot zijn; - de bedrijven uiten de behoefte om de opleidingen Werktuigkunde en Elektrotechniek samen te voegen. De werkgroep vindt dit opmerkelijk, omdat het in de praktijk al moeilijk blijkt om één van deze vakgebieden goed onder de knie te krijgen; - de werkgroep Moedercurriculum vindt het installatievak een ervaringsvak dat niet (alleen) in de schoolbanken te leren is; - de opleidingsinstituten stellen zich steeds meer op als mentoren voor cursisten. Ze verwachten van de bedrijven dat zij zelf zorgen voor kennisinput. Die zijn echter niet ingericht op kennisoverdracht door bijvoorbeeld interne coaching; - onderwijsinstituten bieden in hun onderwijsprogramma’s vaak heel veel leerstof aan in grote, langdurige blokken. Er is nog maar weinig sprake van modulair onderwijs, terwijl juist een modulaire onderwijsvorm de opname van informatie en het transformeren van die informatie naar kennis bevordert. Om concreet te maken over welke vakinhoudelijke zaken het gaat binnen de branche, bevat het rapport een analyse van concrete kennisgebieden (in hoofdstuk 5 en in de bijlages 1 en 2).
Informatie is niet hetzelfde als kennis. Informatie kan pas beklijven en zich tot kennis ontwikkelen als ermee gewerkt wordt, iemand zich die stof eerst eigen maakt. Ter illustratie: op internet is kennis te vinden, zo wordt gezegd, maar het gaat bijna altijd om informatie die de gebruiker kan benutten als hij al kennis heeft van de materie.
ONDERWIJSSPECIFIEKE AANBEVELINGEN De werkgroep stelt vast dat competentiegericht onderwijs dreigt te leiden tot een eenzijdige focus op de generieke competenties. Werkgevers hebben wel behoefte aan generieke competenties, maar zoeken het bijbrengen van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden toch óók met name bij de opleidingsinstituten. Die kennis en vaardigheden zijn daar echter in steeds mindere mate te vinden. Hierdoor bestaat er een grote discrepantie tussen verwachting en werkelijkheid. De werkgroep komt daarom tot de volgende concrete aanbevelingen: - het reguliere onderwijs moet gericht zijn op het opdoen van technisch inhoudelijke kennis en vaardigheden. Generieke kennis en vaardigheden moeten niet in aparte vakken worden ondergebracht, maar worden geïntegreerd in een technische inhoudelijke context; - totdat de reguliere opleiding opnieuw en technisch inhoudelijk effectiever is opgezet, is het beter de scheiding te handhaven tussen Werktuigkunde en Elektrotechniek in de reguliere basisopleidingen in het hoger installatietechnisch onderwijs; - wel is het zinvol om enige domeinkennis over te dragen aan het andere vakgebied: aandacht voor koppelcursussen om over de
9
21-11-2013 12:05:06
- bedrijven moeten zorgen voor een betere interne rendementsmeting van genoten onderwijs en dit terugkoppelen naar het onderwijs. Hierdoor verkrijgen onderwijsinstellingen een duidelijker inzicht in de bestaande kennisbehoefte. Over het geheel genomen betekent dit dat de werkgever het besef moet ontwikkelen om zelf actief te werken aan de kennisontwikkeling van zijn personeel en niet eenzijdig moet leunen op opleidingsinstituten.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN schutting van de eigen vakdiscipline heen te kijken, wordt als een beter alternatief gezien; - het ‘Just In Time’ (J.I.T.) volgen van modulair onderwijs is essentieel voor een goed onderwijsrendement; - aangezien slechts een klein deel van de technische kennis (ongeveer 10%) afkomstig is uit vooropleidingen, voorafgaand aan het werkzame leven, is het zaak dat opleidingen in hun binnenschoolse onderwijsprogramma vooral generieke technische kennis en vaardigheden behandelen (basiskennis en -vaardigheden) en dat de specifiekere vaktechnische onderwerpen daaraan ondergeschikt zijn; - juist deze gedetailleerde, vaktechnische onderwerpen moeten op een later moment modulair aangeboden worden door opleidingsinstituten. Dit aanbod is momenteel nog zeer gering; - de kennis, benodigd voor de eigen vakuitoefening, wordt minimaal voor 60% op het werk opgedaan. Dit is voor werkgevers een belangrijk gegeven en geeft stof tot nadenken over hun interne kennisoverdracht en coaching van personeel in een tijd waarin projectmatig werken de standaard is. Projectmatig werken bemoeilijkt in sterke mate begeleiding en kennisdeling; - zorg voor integrerend onderwijs én laat duidelijk het verschil en de relatie zien tussen systeemontwerp en detailontwerp; - houdingsaspecten van een competentie zijn, door gebrek aan meetinstrumenten, veel moeilijker te beoordelen dan harde (technische) kennis en/of vaardigheden. Een eenzijdige focus op houding en/of generieke competenties leidt dan al gauw tot devaluatie van opleidingsniveaus.
bij scholen en meer aandacht te geven aan interne kennisoverdracht. Door de massale organisatieverandering ‘van tekenkamers naar projectmatig werken’ is er namelijk minder natuurlijke overdracht van kennis ‘van meester naar gezel’; - het versterken en handhaven van interne kennisoverdracht bij de huidige uitstroom van ‘Babyboomers’ is van groot belang; - de honger naar kennis in de breedte bestaat, maar noch op scholen noch binnen bedrijven zijn mechanismen ontwikkeld die toezien op het rendement van het huidige ‘onderwijssysteem’. Dit wordt versterkt door inbreng vanuit managementlagen (directies en P&O-organisaties) die ver afstaan van ‘de noden’ op de werkvloer. Geadviseerd wordt daarom om hiervoor mechanismen te ontwikkelen; - eenzijdige benadering binnen bedrijven die het belang van projectmanagement overwaardeert en de ontwikkeling van technische kennis en vaardigheden onderwaardeert, geeft naar de mening van de werkgroep de verkeerde prikkels op het gebied van loopbaanontwikkeling; - het maken van een betere behoefteanalyse voor het management zodat de aandacht beter verdeeld wordt tussen de harde technische vakinhoudelijke kennis en vaardigheden, en de soft skills; - P&O-afdelingen moeten zich beter oriënteren op de kwaliteit van het onderwijs.
Er is steeds meer behoefte aan vakbekwame medewerkers. In een tijd van toenemende (structurele) krapte op de arbeidsmarkt en dalende prijzen is ‘Meer met minder’ (meer productiviteit met minder mensen) één van de belangrijke opgaven voor branches en sectoren om te werken aan de arbeidsproductiviteit. Het is wenselijk dat de opleidingen voor vakbekwame medewerkers goed aansluiten bij het gewenste kennis- en kundeniveau in de beroepspraktijk. De werkgroep Moedercurriculum komt tot de volgende concrete aanbevelingen voor werkgevers en scholen: - richt het reguliere onderwijs op het verkrijgen van technisch inhoudelijke kennis en vaardigheden. Generieke kennis en vaardigheden moeten daarbij niet in aparte vakken worden ondergebracht, maar worden geïntegreerd in een technische inhoudelijke context; - streef ‘Just In Time’ (J.I.T.) vakinhoudelijke opleidingen na in het kader van bijscholing; - zorg voor een bedrijfscultuur waarin interne kennisdeling normaal wordt. Zoek bijvoorbeeld naar vormen van interne (technische) coaching; - besteed aandacht aan projectmanagement, maar zorg ook voor voldoende aandacht voor technische kennis en waardeer deze passend; - zorg voor regie ten aanzien van cursussen en opleidingen binnen de sector.
AANBEVELINGEN VOOR WERKGEVERS De volgende aanbevelingen worden aan de werkgevers gedaan: - bedrijven doen er goed aan minder de nadruk te leggen op het inkopen van kennis
10
TM1213_kruijsse.indd 10
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 12:05:07
Integraal Inspecteur & advIseur vastgoed Inspelend op de wens uit het werkveld (waaronder Rijksgebouwendienst/RGD) om te komen tot een integrale aanpak van vastgoedmanagement zijn twee opleidingen ontwikkeld. Beide opleidingen zijn inmiddels meerdere keren succesvol van start gegaan. De opleidingen zijn ook incompany uitgevoerd bij o.a. RGD en Dienst Vastgoed Defensie. Uitgangspunt is de integratie van de diverse disciplines (BOEI: Brandveiligheid, Onderhoud, Energie, Inzicht in voldoen aan wet- en regelgeving). We onderscheiden een uitvoerend inspecteur op mbo-niveau en een adviseur op hbo-niveau.
• Integraal Inspecteur Vastgoed • Integraal Adviseur Vastgoed
17 maart 2014 17 maart 2014
Voor beide opleidingen geldt dat door asset-owners (waaronder Rijksgebouwendienst) deze opleidingen verplicht zijn gesteld voor gunning van werkzaamheden. De opleidingen bereiden u optimaal voor op certificering door Hobéon. Mogelijke vervolgopleidingen zijn b.v. post-hbo Onderhoud & Management en Onderhoudstechnologie. Meer weten? Kijk op www.cvnt.nl/iiv en www.cvnt.nl/iav voor alle informatie. Voor ons complete aanbod en maatwerkmogelijkheden kijkt u op www.cvnt.nl U kunt uiteraard rechtstreeks contact opnemen: (088) 481 8888, info@cvnt.nl
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_A4-Mei2013.indd TM1213_11_HU.indd 11 1
28-10-13 29-11-2013 16:03:4011:12
Van Moedercurriculum naar Kennishuis De installatiebranche werd in 2006 door TVVL gevraagd mee te denken met de werkgroep Moedercurriculum die in dat jaar door TVVL en WOI (Stichting ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek Installatietechniek) was samengesteld. Het Moedercurriculum moest de basis gaan vormen voor het werktuigkundige installatietechnisch onderwijs op vmbo-, mbo-, hbo-, én wo-niveau: één blauwdruk voor het beroepsonderwijs. De werkgroep zou de vraag naar deze opleidingen en de bestaande curricula in kaart brengen. P. (Peter) Smulders, coördinator Onderwijszaken OTIB
Uneto-VNI en OTIB (Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Technische Installatiebranche) beschikten al jaren over beroepsprofielen. Samen met Kenteq en het scholenveld werden kwalificaties, opleidingsprofielen, examenprogramma’s en lesmateriaal onderhouden voor vmbo en mbo. Uneto-VNI en OTIB adviseerden de werkgroep daarom zich te focussen op het hbo en daarbij tevens te kijken naar zowel E- als W-installatie; dus naar de hele Bachelor of Engineering (zie kadertekst), die sinds 2002 het kader bood voor de hbo-opleidingen voor de branche. Deze moest de beroepscontext in het Bachelorprofiel invullen met ‘beroepsillustraties’. Daartoe zijn in opdracht van de branche in 2008 hbo-beroepsprofielen ontwikkeld, die de werkgroep meenam in haar analyse. In 2009 verscheen het rapport van de werkgroep.
OVERDRACHT De branche heeft in de periode 2009-2012 verschillende wegen bewandeld om de inhoud van het rapport over te dragen aan het hboveld en te zorgen dat de inhouden verwerkt werden in opleidingen. Dat gebeurde allereerst in het overleg van Uneto-VNI en OTIB met individuele hogescholen, waarin aanpassingen
12
TM1213_smulders_2175d.indd 12
in hbo-opleidingen aan de orde kwamen, en bij de ontwikkeling van opleidingen voor een Associate Degree (zie kadertekst). De branche is daarnaast actief in het landelijk overleg van de hogescholen en betrokken bij de herziening van het bachelorprofiel voor Engineering. Ook hier is het rapport toegelicht en verspreid. Ten slotte zijn zowel de beroepsprofielen en beroepsillustraties als de inhouden uit het Moedercurriculum verwerkt in de OTIBskillsmanager, het online HRD-instrument voor de branche (zie kadertekst).
GEDATEERD Er zijn nu vier jaar verstreken sinds de publicatie van het Moedercurriculum. Inmiddels raakt het document gedateerd. Dat heeft meerdere oorzaken: - hoewel het advies van de branche was overgenomen om te focussen op het hbo, bevat de eindrapportage van de werkgroep nog diverse bespiegelingen over de stand van zaken t.a.v. de installatieopleidingen in de beroepskolom. Nadeel hiervan is dat deze een jaar later al niet meer actueel waren; - de beschrijving van opleidingsinhouden in het rapport is vrij gedetailleerd. Er doen zich echter voortdurend technologische en
organisatorische vernieuwingen voor, en veranderingen in de markten waarin installatiebedrijven opereren. Daardoor ontstaan al snel allerlei kleine en grote discrepanties tussen de beschreven opleidingsinhouden en de actuele beroepspraktijk. Deze worden wel bijgehouden in de OTIB-skillsmanager, maar het rapport van de werkgroep is na de oplevering niet meer bijgesteld; - de werkgroep heeft bij haar uitwerking gebruik gemaakt van het toenmalige bachelorprofiel, waarvoor in 2010 een herzieningstraject is gestart. In 2013 is het nieuwe Bachelorprofiel voor Engineering opgeleverd. Op grond hiervan zijn de branches nu met de hogescholen nieuwe opleidingsprofielen (‘body of knowledge and skills’) aan het uitwerken. Daarmee is het rapport Moedercurriculum in feite achterhaald.
KENNISHUIS Ook de werkwijze om te komen tot het Moedercurriculum was erg tijdrovend. De branche werkt nu aan een ‘Kennishuis’, waarin de vertaling van innovaties naar opleidingsinhouden een continu proces wordt. Daarbij hoort een nieuwe standaard voor de beroeps-
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 12:22:07
Om welke profielen gaat het? BACHELOR OF ENGINEERING (B ENG) Iedereen die is afgestudeerd op een hbo-ingenieursopleiding verkrijgt de internationale graad Bachelor. De hbo-opleidingen gebruiken achtervoegsels om de titel nader te duiden. Bachelor of Engineering (B Eng) wordt gebruikt voor de opleidingen technische natuurkunde, technische bedrijfskunde, luchtvaarttechnologie, scheepsbouwkunde, bewegingstechnologie, industrieel product ontwerpen, business engineering, werktuigbouwkunde, mechatronica, chemische technologie, elektrotechniek, industriële automatisering en autotechniek.
ASSOCIATE DEGREE Om het aanbod te verbreden in het hoger beroepsonderwijs en het gat te dichten tussen het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs werd in september 2006 gestart met tweejarige opleidingen aan hogescholen. Deze zijn vooral bedoeld voor mbo’ers die na hun opleiding nog door willen studeren, maar geen vierjarige hbobacheloropleiding willen volgen. Afronding hiervan wordt afgesloten met een (nieuwe) wettelijke graad, de ‘associate degree’ geheten. De opleidingen sluiten aan bij de behoefte uit het bedrijfsleven aan personeel met een opleidingsniveau dat ligt tussen mbo niveau 4 en een hbo-bachelor. De graad stamt oorspronkelijk uit de Angelsaksische landen waar het een ‘undergraduate’ academische graad betreft, toegekend door ‘community colleges’, ‘junior colleges’, ‘technical colleges’ of ‘city colleges’.
OTIB-SKILLSMANAGER OTIB-skillsmanager is een gratis digitaal instrument voor de techni-
sche installatiebranche voor de leidinggevende én de medewerker. Het dient om de functies van een organisatie in beeld te brengen en biedt inzicht in het functioneren en de ontwikkeling van de medewerkers. Het biedt de volgende voordelen: - beter inzicht in de mogelijkheden voor scholing en ontwikkeling van het vakmanschap van de werknemers; - ondersteuning bij het opstellen van een scholingsbeleid dat aansluit bij de ontwikkeling van een bedrijf en ontwikkelingen in de branche; - ondersteuning in het personeelsbeleid; - instrumenten ter ondersteuning van intake- scholings- en functioneringsgesprekken. OTIB-skillsmanager is uitgevoerd als een website (hiervoor gaat u naar: www.otibskillsmanager.nl). Met deze website kunt u bepalen welke scholing een werknemer nodig heeft om bij te blijven. Een supportteam staat klaar om bedrijven te begeleiden en te ondersteunen.
INITIEEL BEROEPSONDERWIJS Verzamelnaam voor de normale meerjarige, door de overheid bekostigde beroepsopleidingen (mbo, hbo, wo) ter onderscheiding van nascholing en/of post-hbo-onderwijs.
POST-INITIEEL BEROEPSONDERWIJS Verzamelnaam voor nascholing, cursussen en opleidingen voor mensen met een mbo-, hbo-, of wo-opleiding, die niet door de overheid worden bekostigd.
-Figuur 1- De branche werkt aan een ‘Kennishuis’, waarin de vertaling van innovaties naar opleidingsinhouden een continu proces wordt
competentieprofielen. Daarmee kunnen zowel initieel als post-initieel onderwijs (zie kadertekst) en de erkenning van verworven competenties worden bediend vanuit een Branche-vakmanschapsstructuur met beschrijvingen van beroeps- en functiecompetenties.
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
TM1213_smulders_2175d.indd 13
Deze zullen regelmatig worden geactualiseerd naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen in de branche, bijvoorbeeld rond duurzaam energiegebruik of ketenintegratie. Ook de nieuwe opleidingsprofielen kunnen hiermee worden onderhouden en regelmatig geactualiseerd in
samenwerking met kennisinstituten als ISSO. De branche stemt hierbij nauw af met door de overheid bekostigde onderwijsinstellingen en particuliere opleiders, zowel collectief als op individuele basis.
13
21-11-2013 12:22:08
Middelbare Installatie Techniek
Het overbrengen van vakkennis De installatiebranche is als gevolg van innovaties in techniek, veranderingen in het ‘naar de markt brengen’ van projecten en een toenemende focus op duurzaamheid en verduurzaming volop in beweging. In toenemende mate worden partijen als adviseurs en installateurs geselecteerd door opdrachtgevers op basis van visie en een gestructureerde integrale aanpak van projecten. In de hedendaagse ‘struggle for life’ vertrouwen de meeste bedrijven op de kwaliteit van installatietechnisch onderwijs. De post-mbo-opleiding Middelbare Installatie Techniek (MIT) biedt onderwijs dat volledig is gericht op het overbrengen van vakkennis. De rol van de scholen is voor de MIT-opleiding die van een ‘kennisoverdrager’ en niet van ‘begeleider in het vergaren van kennis’. Deze bewuste keuze is ingegeven door de vraag naar actuele vakkennis van het bedrijfsleven. Ing. (H. (Henk) Sloots, voorzitter bestuur MIT-opleidingen
De opleiding kent twee richtingen: installatietechniek en onderhoud/beheer. Deze tweedeling, die in de installatiebranche bij zowel adviesbureaus als installatiebedrijven duidelijk waarneembaar is, berust op de noodzaak van verschil in kennis en ervaring. Het lespakket van de opleiding kent een blokkenstructuur, waarin blokken als verwarmingstechniek, luchtbehandeling, automatisering en duurzaam worden ingevuld met lesmateriaal. De soft skills, hoe belangrijk ook, zijn beperkt tot het geven van onderwijs in vakken als communicatie en projectmatig werken. De lessen worden vrijwel uitsluitend verzorgd door ‘gastdocenten’ uit de installatiebranche. Een verdere nascholing is mogelijk in de opleiding voor projectleiding. Deze cursus gaat specifiek in op alle facetten van projectleiding en projectbeheersing. Het duale principe
14
TM1213_sloots_2175j.indd 14
van werken en leren is de basis voor een uitstekende motivatie van de cursisten. In de verticale leerlijn komt de instroom voor de MIT uit de mbo-opleidingen Installatietechniek. De uitstroom van de MIT is, na bijscholing (schakelen) voor wis- en natuurkunde, toelaatbaar op hbo-onderwijs voor installatietechniek. Vakinhoudelijk hebben de MITgediplomeerden al een royale voorsprong. Bij een verdeling van ontwerpwerkzaamheden in ‘systeemontwerp’ en ‘detailengineering’ blijken de meeste MIT-gediplomeerden werkzaam te zijn in detail-engineering, zelfstandig of aangestuurd door meer ervaren technici. Dit laatste is mede afhankelijk van de ervaring van de technicus. Hoewel de opleiding een goede basis meegeeft, blijft de installatietechniek een ‘ervaringsvak’; veel technische kennis moet in de praktijk worden opgedaan.
COMPETENTIEGERICHT De gevolgen van competentiegericht onderwijs en de verschuiving van aandacht naar generieke competenties ten nadele van vakinhoudelijke competenties in de reguliere onderwijskolom zijn duidelijk van invloed op de instroom. De toenemende complexiteit binnen het vakgebied hieraan toegevoegd, duidt op een behoorlijk spanningsveld om binnen de opleiding de kwaliteit van de uitstroom op het gewenste niveau te houden. Het vastgestelde leerplan voor de MITopleiding ligt goed in lijn met het adviesrapport ‘De noodzaak van kwaliteit en kennis in de sector’ dat de WOI in 2010 uitbracht (Moedercurriculum). Als kanttekening geldt dat bij het vaststellen van een leerplan of moedercurriculum nog steeds een enorme bandbreedte aanwezig is voor de diepgang in
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
29-11-2013 16:06:04
de materie. Binnen de MIT-opleidingen heerst de mening dat dit niet is op te lossen door middel van certificering. Deze methode is te veel procesgericht en te weinig vakgericht. De MIT-opleidingen zoeken de oplossing voor behoud van kwaliteit meer in samenwerking met de installatiebranche. Instelling van een begeleidingscommissie met uitsluitend leden uit de installatiebranche vormt voor de MIT-opleidingen het toetsingskader voor de kwaliteitsborging van de opleiding.
SPANNINGSVELD De MIT-opleidingen constateren tot hun spijt dat commercialisering van het regulier onderwijs een goede samenwerking met beroepsgerichte cursussen in de weg staat. Studentenwerving door reguliere onderwijsinstellingen en oprichting van Associate Degreeopleidingen met een uitstroomniveau dat het ‘middelbare’ niveau niet overstijgt (aldus de MIT-opleidingen), vormen geen aanwinst voor het vakgebied. De noodzaak van regie is onmiskenbaar te bespeuren. De vraag is: Wie pakt de handschoen op? Scholen die een MIT-opleiding geven, zijn: ROC Deltion Zwolle, ROC Mondriaan Den Haag, ROC Midden Nederland Utrecht, ROC Amsterdam en Summa College Eindhoven
Infraroodstraler IH Verleng het terrasseizoen met een infraroodstraler
E RM + RL
NIEUW LIN
Luchtbehandeling en HR warmteterugwinning Koudebrugfactor klasse TB1 (EN1886) Duurzame kwaliteit
IH
IHW - IHW zorgt voor een brede warmteverdeling (60˚C),aanbevolen installatiehoogte 1,8 - 2,5 m.
1000-1500w Elektrische verwarming
IHF - IHF zorgt voor een gerichte warmteverdeling (40˚C), aanbevolen installatiehoogte 2,3 - 3,5 m.
Technische specificaties | Infraroodstraler IHW met brede warmteverdeling, installatiehoogte 1,8 – 2,5 m Type
Verwarmingscapaciteit [W] IHW10 1000 IHW15 1500
Voltage
Stroomsterkte
[V] 230V~ 230V~
[A] 4,3 6,5
Max. gloeidraadtemperatuur [°C] 2200 2200
HxBxD
Gewicht
[mm] [kg] 500x77x169 1,9 500x77x169 1,9
Technische specificaties | Infraroodstraler IHF met gerichte warmteverdeling, installatiehoogte 2,3 – 3,5 m Type
Verwarmingscapaciteit [W] IHF10 1000 IHF15 1500
Voltage
Stroomsterkte
[V] 230V~ 230V~
[A] 4,3 6,5
Max. gloeidraadtemperatuur [°C] 2200 2200
HxBxD
Gewicht
[mm] [kg] 500x77x169 1,9 500x77x169 1,9
Beschermingsklasse: IPX4. Voldoet aan CE. Vuistregels en Stralingshoek IHW- IHF IHW- IHF IHW - 60 graden IHF - 45 graden Onbeschermde omgeving: 1000W per m2 3 muren: 750W per m2 4 muren ongeïsoleerd: 300W per m2
Platinastraat 63, 8211 AR Lelystad Tel +31 320 28 11 66 Fax +31 320 28 12 34 E. info@monair.nl www.monair.nl
M ONAIR
TM1213_sloots_2175j.indd 15
UW PARTNER IN LUCHTTECHNIEK
LSA Frico BV • P. Calandweg 54 • 6827 BK Arnhem • Tel: +31 (0)26 - 3611 611 • Fax: +31 (0)26 - 3621 891 • info@lsafrico.nl • www.lsafrico.nl
29-11-2013 16:06:05
ISSO in het beroepen- en onderwijsveld ISSO ontwikkelt al bijna 40 jaar in opdracht van en in dialoog met de installatiesector kennis voor gebruik in het beroepenveld van de installatietechniek. Het meest bekend zijn de ISSO-publicaties en de zakboekjes, de ISSO-kleintjes. De sector is gebaat bij gevalideerde en goed toegankelijke kennis die de kwaliteit van installaties (en te verwachten prestaties) inzichtelijk maakt. Met de komst van digitale producten en diensten, zoals o.a. ISSO-digitaal en de Kenniskaarten vindt kennis en kunde steeds beter zijn weg in het reguliere en bijscholingsonderwijs. Dit artikel schetst hoe ISSO zich beweegt in het Nederlandse onderwijsveld en gaat in op de constateringen uit het rapport ‘De noodzaak van kwaliteit en kennis in de installatiesector’, opgesteld door de werkgroep Moedercurriculum (WMC). M. (Marco) Hofman, projectcoördinator ISSO; J. ( Jan) Cromwijk, projectcoördinator ISSO & projectsecretaris BuildUpSkillsNL namens OTIB
In relatie tot het installatietechnische onderwijs vindt ISSO het haar primaire taak om door de sector gevalideerde en vastgelegde kennis toegankelijk te maken. Als startpunt van dit proces worden meestal de ISSO-publicaties gebruikt. De sector ziet deze referentiedocumenten als normstellende technische richtlijn voor het kwalitatief goed ontwerpen, realiseren en beheren van installaties. Financiering voor de ontwikkeling van deze referentiedocumenten geschiedt doorgaans door breed opererende sectororganisaties als Uneto-VNI, PIT, OTIB en TVVL. Afhankelijk van het thema vullen sectorspecifieke organisaties dit meestal aan met bijdragen. In de afgelopen jaren is er een schat aan kennis en kunde verzameld in ISSO-publicaties. Met name voor de duurzame energie- en installatietechniek is deze, met steun van OTIB, in diverse leergangen ontsloten, zodat oplei-
16
TM1213_hofmanf_2175h.indd 16
ders met goed cursusmateriaal werknemers kunnen opleiden. Daarnaast zijn op initiatief van OTIB voor diverse van deze cursussen CITO-examens opgesteld. Een stap die nog gezet kan worden is het samen met mbo-, en hbo-instellingen samenstellen van lesmateriaal gebaseerd op selecties uit het materiaal van de leergangen. Ook kan het cursorische J.I.T-aanbod (just-in-time) worden gebruikt voor snelle verdieping in de laatste leerjaren en/of stageperiodes.
WMC-RAPPORT Kijkend naar het WMC-rapport uit 2010 valt te constateren dat er in de afgelopen drie jaar veel ontwikkelingen zijn geweest op het gebied van opleiden in de installatiebranche. Vaak is dit gekoppeld aan de plannen van de overheid, deels op initiatief van docenten, scholen en bedrijven en deels vanuit het opleidingsfonds,
TVVL, ISSO en Uneto-VNI. Het belang van aandacht en focus bij bedrijven voor het bewust opdoen van kennis en kennisdeling wordt steeds nadrukkelijker zichtbaar. Met name door een steeds sterker wordende maatschappelijke druk zullen technische innovaties in de komende jaren massa gaan maken. Dit betekent voor zowel scholing als bijscholing een herijking van curricula. Reguliere opleidingen dienen hoofdzakelijk hoogwaardig generiek onderwijs te geven. Uit dat onderwijs stromen startbekwame en goed op een leven lang leren toegeruste vakmensen in. Om een dergelijke generieke opleiding voor leerlingen aantrekkelijk te maken, is het inbouwen van voldoende experimenteerruimte wenselijk. Dit kan door maatschappelijk relevante, uitdagende en goed begeleide projecten in de
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 11:25:35
praktijk aan de opleiding te koppelen. Hierdoor leren de leerlingen al tijdens hun opleiding vorm geven aan een leven lang leren, waarbij ze het in de sector beschikbare J.I.T.- en kennisaanbod goed benutten. Ons beeld voor de toekomst: TVVL, OTIB, Uneto-VNI, ISSO en de opleiders trekken gezamenlijk op om deze experimenteerruimte vorm te geven. Elke leerling moet tijdens de opleiding ‘het verschil’ kunnen maken. Door dit goed te faciliteren wordt het vuur van de passie voor vakmanschap in positieve zin gevoed. Integreer, zoals in hoofdstuk 6 wordt aanbevolen, de generieke kennis en vaardigheden in een technisch inhoudelijke (en maatschappelijke) context. Alleen door samenwerking kunnen we snel en effectief vakspecifieke elektrotechnische of werktuigkundige zaken verwerken in concrete opdrachten. Een platform dat deze co-creatie faciliteert en arrangeert (zonder gebundelde inspanning geen beweging) is zeer welkom. Voor wat betreft de leerfases, zoals genoemd in hoofdstuk 4 van het rapport, valt de lineaire benadering op. Hoe eerder en sterker zinvolle realistische praktijkcontext centraal staat, hoe sterker de beleving van ‘het verschil kunnen maken’ wordt gevoed. Hierdoor ontstaat een successpiraal, waarbij iedere leerling voor zich ontdekt waar zijn/haar toegevoegde waarde ligt en welke theoretische principes echt nodig zijn. Theoretische kennis die op deze manier wordt verworven is geen ballast, maar wordt noodzakelijk gereedschap.
caties die ISSO uitgeeft online beschikbaar zijn. De combinatie van actuele informatie, zoekmogelijkheden en koppeling met online rekentools zorgen voor een goede toepasbaarheid in het technisch onderwijs.
Kenniskaarten http://www.isso-kenniskaarten.nl/ Dit zijn gratis raadpleegbare kaarten met enerzijds informatie en anderzijds instructie voor de uitvoerende installatiepraktijk.
Instructiebijeenkomsten Naast het faciliteren van kennisproducten voor gebruik in het onderwijs verzorgt ISSO instructiebijeenkomsten (introductie nieuwe publicaties). Deze bijeenkomsten worden na een aantal regionale sessies als in-company maatwerk aangeboden. Hierdoor kunnen grotere organisaties die later aanhaken alsnog de instructie volgen. Idee is het instructiemateriaal van instructiebijeenkomsten beschikbaar te stellen voor het onderwijs en het bedrijfsleven, mogelijk via online webinars.
Workshops Steeds vaker verzorgt ISSO workshops om de vraag naar specifieke (technische) kennis in
de sector in te vullen. De workshops, waaraan meestal gratis kan worden deelgenomen, bestaan uit een informatief deel en interactief deel waarin de themagerichte behoeften van de deelnemers worden geïnventariseerd. Recente voorbeelden zijn de workshops over PCM’s (Phase Change Materials) en diepe geothermie.
VISIE Door maatschappelijke veranderingen en de steeds sterker wordende stroom van technische innovaties blijft de vraag naar praktisch toepasbare kennis de komende jaren groeien. Elke werknemer zal zich regelmatig moeten opscholen (‘upskilling’, zie kader) wil hij/zij fit blijven voor de arbeidsmarkt. De actuele uitdaging voor de installatiebranche is te komen tot een breed gedragen en goed onderbouwde visie op ‘een leven lang leren’ o.a. via permanente educatie. ISSO wil samen met de sector optrekken om een verdere richting, vorm en inhoud te geven aan deze visie. Reeds door de branche geïnitieerde ontwikkelingen zoals het Kennishuis, de Branche-vakmanschapsstructuur, het Leerhuis, Leerstofnet, Skills@School en Skillsmanager vormen hierbij onmisbaar gereedschap.
KENNISPRODUCTEN Enkele voorbeelden van door de sector ontwikkelde kennisproducten en -diensten die waarde (kunnen) toevoegen in het onderwijs zijn:
Leergangen duurzame technieken voor bijscholingstrajecten Deze bestaan o.a. uit instructieboeken, ISSO-publicaties en instructie- en docentenmaterialen. De basis voor deze leergangen wordt sectoraal vastgelegd in eindtermen (leerdoelen) en examens, die met onafhankelijke toetsingsinstituten worden ontwikkeld. Enkele voorbeelden hiervan zijn de leergangen warmtepompen, ventilatie, zonne-energie, energieprestatie en bodemenergie.
ISSO-Kleintjes als ondersteuning bij het onderwijsmateriaal In deze handzame zakboekjes staat de dagelijkse uitvoeringspraktijk centraal. De technische inhoud is meestal gebaseerd op een bestaande ISSO-publicatie.
ISSO-digitaal: http://www.isso-digitaal.nl Dit is de digitale bibliotheek waarin de publi-
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
TM1213_hofmanf_2175h.indd 17
BUILDUPSKILLS ISSO is deelnemer aan het Nederlandse consortium voor BuildUpSkills, onderdeel van een pan-Europees project. Onderzocht is welke ‘green skills’ er bij de Nederlandse werknemers in de bouw- en installatiesector ontbreken. Het consortium heeft een plan opgesteld, een ‘roadmap’, om hiervoor opleidingen te ontwikkelen en om- en bijscholing voor professionals en werkzoekenden. In de periode 20142020 krijgt iedere werknemer de kans om de ‘green skills’ bij te spijkeren. Tegelijk wordt de ontwikkelde kennis verwerkt in bestaande kwalificaties en beroepsopleidingen. Meer informatie over BuildUpSkills is te vinden op www.buildupskills.nl
17
21-11-2013 11:25:36
TVVL-opleidingen
Vakinhoudelijke bijscholing op maat In de rapportage ‘De noodzaak van kwaliteit en kennis in de sector’ trekt de werkgroep Moedercurriculum (WMC) conclusies ten aanzien van het hedendaagse installatietechnisch onderwijs. Ook geeft het rapport aanbevelingen voor zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Met haar programma vakinhoudelijke bijscholing speelt TVVL in op een aantal aanbevelingen uit het rapport. In dit artikel geeft TVVL, en specifiek het Curatorium Cursussen, haar visie op het rapport. J.N.M. ( Jos) Bijman, coördinator opleidingen TVVL
Het WMC-rapport beschrijft de noodzaak tot (meer) regie op het gebied van opleidingen binnen de technische installatiesector en intensievere samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderwijsveld. Het rapport is het resultaat van een brede samenwerking van diverse partijen, te weten zowel bedrijven als onderwijs uit de sector. De werkgroep Moedercurriculum komt tot de volgende concrete aanbevelingen voor werkgevers en scholen: - het reguliere onderwijs moet gericht zijn op het opdoen van technisch inhoudelijke kennis en vaardigheden. Generieke kennis en vaardigheden moeten niet in aparte vakken worden ondergebracht, maar worden geïntegreerd in een technische inhoudelijke context; - streef in het kader van bijscholing ‘Just In Time’ (JIT) vakinhoudelijke opleidingen na; - zoek naar modulaire JIT-opleidingen voor bijscholing c.q. nascholing; - zorg voor een bedrijfscultuur waarin interne kennisdeling normaal wordt, bijvoorbeeld naar vormen van interne (technische) coaching; - besteed aandacht aan projectmanagement, maar zorg ook voor voldoende aandacht voor technische kennis en waardeer deze passend; - zorg voor regie van cursussen en opleidingen binnen de sector.
18
TM1213_bijman_2175i.indd 18
TVVL is nauw betrokken geweest bij het opstellen van deze rapportage. Met het streven van de vereniging naar kennisvergaring en kennisdelen wordt ingespeeld op een aantal conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Binnen de vereniging worden de opleidingstaken behartigd door het Curatorium Cursussen.
CURATORIUM CURSUSSEN In de visie van het Curatorium Cursussen zullen functionarissen in de installatiesector hun vakinhoudelijke competenties continu moeten blijven ontwikkelen. Dit is nu en in de toekomst nodig om juist presterende installaties binnen de gebouwde omgeving te kunnen blijven realiseren. Al geruime tijd voert TVVL een programma cursussen, waarvan een aantal gecertificeerde post-hbo-opleidingen. Ze speelt hiermee in op de belangrijkste aanbeveling uit het WMCrapport: streef naar JIT (just in time) vakinhoudelijke bijscholing. Daarnaast worden aanbevelingen ter harte genomen voor het verhogen van het opleidingsrendement. Het Curatorium Cursussen heeft binnen TVVL de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen, organiseren en aanbieden van cursussen. Het Curatorium ressorteert onder de pijler Kennisplein en staat in nauw contact met de andere commissies in de vereniging zoals de Programmaraad, de Redactieraad en ook met andere pijlers zoals het Expertisecentrum
en Impuls die innovaties en onderwerpen in kunnen brengen. Leden van het Curatorium, acht personen in totaal, hebben vanuit hun professie een zekere betrokkenheid bij het onderwijs. Daarnaast zijn diverse bloedgroepen vertegenwoordigd, zoals installateurs, adviseurs en onderwijs. Als voorzitter van een stuurgroep hebben zij één of meerdere cursussen onder zich. De stuurgroepen, waarin experts zitting hebben, bewaken op hun beurt de inhoud en kwaliteit van de specifieke cursussen. Hiermee, en met de docenten die zorgen voor een continue actualisatie van de lessen, wordt de kwaliteit van het cursusprogramma geborgd.
JUST IN TIME (JIT) Door marktomstandigheden en het wegvallen van specifieke installatieopleidingen stromen vanuit het beroepsonderwijs steeds minder installatietechnisch geschoolde personen de arbeidsmarkt op. Ook wordt van medewerkers in de sector steeds meer gevraagd. Hierdoor versterkt de vraag naar JIT vakinhoudelijke bijscholing voor de meer generiek opgeleide personen. Deze ontwikkeling wordt herkend door Joop Bosland, voorzitter van het Curatorium Cursussen. Bosland: “Op zich is vakinhoudelijke bijscholing van alle jaren. Na school wordt vanaf de eerste baan het vak echt geleerd waarbij mentorschap vanuit het bedrijf en bijscholing een belangrijk rol spelen. Dit wordt
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 11:27:35
Joop Bosland
Marco Hofman
Arie van Dommelen
met het verdwijnen van installatietechnische beroepsopleidingen op hbo-niveau alleen maar sterker. TVVL heeft op dit moment een programma van 11 post-hbo-opleidingen die jaarlijks worden geprogrammeerd. De cursussen spelen vooral in op de vakinhoudelijke ontwerpvaardigheden. Daarnaast is het pakket cursussen gericht op integraal samenwerken, de laatste jaren sterk uitgebreid.” Het WMC-rapport concludeert tevens dat bedrijven in hun personeelsbeleid teveel aandacht bij managementaspecten leggen. Bosland: “Dit klopt deels. De managementaspecten zijn, zeker voor bepaalde functies van groot belang. Ook al richten wij ons in principe op de vakinhoudelijke ontwerpvaardigheden, in sommige cursussen van TVVL wordt ook daadwerkelijk aan de managementaspecten gewerkt. In de cursus ‘Duurzaamheid in de Gebouwde Omgeving’ wordt naast bijvoorbeeld de techniek van opwekking ook zeer ruim aandacht besteed aan de financiële aspecten van duurzaamheid (haalbaarheid) en het kunnen overtuigen van de opdrachtgever. Ook de leergang ‘Installatie Project Management’ is een voorbeeld waar de bedrijfskundige - en managementaspecten meer centraal staan. Beide cursussen zijn mooie voorbeelden waarbij techniek en projectmanagement samengaan.” De cursus Luchtbehandelingstechniek en Sanitaire Technieken zijn voorbeelden van JIT vakinhoudelijke cursussen. Jonge maar ook meer ervaren personen die het vakgebied instromen, een stap verder gaan of van functie veranderen kunnen met deze cursus de stap zetten naar engineer en/of ontwerper. De cursus Luchtbehandelingstechniek is een uitstekende aanvulling op een generieke reguliere opleiding. De 15-daagse cursus is post-hbo gecertificeerd. Overigens is Luchtbehandelingstechniek niet alleen een aanvulling op generiek beroepsonderwijs maar ook op de reguliere installatietechnische opleidingen. Voorzitter van de stuurgroep voor deze cursus en lid van het Curatorium Cursussen is Marco Hofman. Vanuit zijn professie is
Hofman namens Nederland ook betrokken bij het project Build Up Skills, een Europees project gericht op de scholing van voldoende uitvoerend vakpersoneel voor de realisatie van duurzame installaties. Hofman reageert op de stelling uit het rapport dat schoolverlaters slechts 10 tot 15% van de benodigde installatietechnische kennis en vaardigheden voor hun functie in huis hebben: “Een herkenbaar beeld. In het reguliere onderwijs worden ook niettechnische vakken onderwezen. Met de cursus Luchtbehandelingstechniek verzorgen we een duidelijke invulling van benodigde technische ontwerpcompetenties. En dat op het moment dat cursisten dit in hun loopbaan daadwerkelijk nodig hebben om een stap in hun loopbaan te maken. Er wordt met de lessen direct ingespeeld op het dagelijkse werk van de cursisten. Cursisten kunnen het geleerde de volgende dag direct toepassen binnen hun werk waardoor de kennis beklijft.” In het WMC rapport wordt gesteld dat het opdoen van specialistische kennis het beste via Just In Time opleidingen en praktijkervaring gaat en dat de installatiebranche zich zorgen maakt over de kwaliteit en het niveau van het onderwijs. Arie van Dommelen is als lid van het Curatorium Cursussen voorzitter van de stuurgroep Sanitaire Technieken: “Het voordeel van JIT-cursussen, waarbij op zowel docent- als stuurgroepniveau vakspecialisten betrokken zijn, garandeert een continue actualisatieslag. De ontwikkelingen in regelgeving en productinnovatie op de gebieden van de cursus
Sanitaire Technieken, zoals leidingwatersystemen, riolering, gastechniek en brandblusvoorzieningen, gaan snel en wij zijn in staat om hier direct op in te spelen. Binnen de lessen wordt met een Rode Draad project de theorie praktisch ingevuld.” Joep van der Velden volgt vanuit het Curatorium de ontwikkelingen bij de cursus MRKC (Ontwerpen van Meet- en Regelinstallaties): “MRKC is een voorbeeld van een onmisbaar onderdeel voor een goed functionerende installatie. De kennis hiervoor kan alleen via aanvullende bijscholing worden opgedaan waarbij ervaring essentieel is. Deze cursus wordt niet alleen gevolgd door M&R-technici maar ook door werktuigkundig opgeleide installatieontwerpers. Het ontwerpen binnen een multidisciplinair team om een projectcase uit te werken, wordt als erg waardevol en leerzaam ervaren.”
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
TM1213_bijman_2175i.indd 19
Joep van der Velden
VERHOGING OPLEIDINGSRENDEMENT Een verhoging van het opleidingsrendement is volgens de werkgroep Moedercurriculum mogelijk door: - te zorgen voor korte modulaire opleidingen die aansluiten op datgene waar de personen op dat moment in de praktijk mee bezig zijn; - het invoeren van deelcertificaten waardoor een combinatie van modulaire opleidingen leidt tot één diploma, zonder dat hiervoor in korte tijd een schooltraject doorlopen hoeft te worden. Marinus Roijakkers is vanuit het Curatorium Cursussen voorzitter van twee cursussen, namelijk ‘Luchtbehandeling Speciale Ruimten’ en ‘Geluid in Technische Installaties’. Vanuit zijn professie als opleidingsmanager Installatietechniek in het beroepsonderwijs is Roijakkers nauw betrokken bij het reguliere installatietechnisch beroepsonderwijs. Roijakkers: “Binnen de reguliere beroepsopleidingen zijn geen certificeerbare eenheden en zijn modulen niet afzonderlijk af te sluiten. Examinering vind plaats op kerntaakniveau.
19
21-11-2013 11:27:38
Marinus Roijakkers
Carl Meeuwissen
Kitty Eegerdingk
Overigens geldt dit voor zowel mbo- als hbo-niveau. Op dit moment is op hbo-niveau geen installatietechnische bachelor-titel te halen, de enige mogelijkheid is een post-mbo of post-hbo. De cursussen ‘Luchtbehandeling Speciale Ruimten’ en ‘Geluid in Technische Installaties’ zijn uitstekende voorbeelden van modulaire cursussen op gecertificeerd post-hbo-niveau. De cursussen worden gevolgd door onder andere ervaren ontwerpers en projectleiders die een extra verdiepingsverslag willen maken. Hierbij is de motivatie hoog en door de ervaring is de toepasbaarheid van de opgedane kennis groot. We merken dat de opdrachtgevers de waarde van dergelijke aanvullende verdiepende opleidingen waarderen.” Een andere manier om het rendement te verhogen omschrijft de WMC-rapportage als volgt: zorg voor integrerend onderwijs waarbij duidelijk het verschil en relatie zichtbaar is tussen systeem- en detailontwerp. Ook worden koppelcursussen, die over de schutting van de eigen disciplines heen kijken, als zinvol genoemd. TVVL is medio 2008 begonnen met het ontwikkelen van een pakket cursussen die kunnen worden samengevat onder de titel Integraal samenwerken. Het pakket bestaat uit drie cursussen, te weten: ‘Elektrotechniek voor Werktuigkunden’ en Werktuigkunde voor Elektrotechnici’, aangevuld met de cursus Bouwkunde voor W&E. Carl Meeuwissen is vanuit het Curatorium voorzitter van de stuurgroep voor de eerste twee cursussen. Meeuwissen: “Dagelijks kom ik het belang tegen van een bredere technische kennis op de werkvloer. Niet alleen bij het ontwerp maar ook bij de uitvoering en het onderhoud. Door begrip en kennis te hebben van andere disciplines zal het werk efficiënter verlopen en kunnen kosten worden vermeden. Beide cursussen geven een breed overzicht van een discipline.”
worden ook aanbevelingen gedaan voor het bedrijfsleven. Men moet niet verwachten dat schoolverlaters al veel kennis hebben maar ook beseffen dat het installatievak een ervaringsvak is dat door praktijkervaring wordt geleerd. Ook wordt bedrijven aangeraden, vanuit het oogpunt van vergrijzing, rekening te houden met interne kennisoverdracht. Curatoriumlid Kitty Eegerdingk ziet dit ook: “Ervaring is belangrijker dan het volgen van een cursus. En dan heb ik het zowel over technische ervaring als ervaring met zogenoemde soft skills. Permanente educatie door bijscholing (intern of extern) blijft essentieel, net als het volgen van het vakgebied door het bijwonen van bijeenkomsten of bijhouden van vakliteratuur. Soms is een cursus gewoon noodzakelijk omdat de medewerker binnen het dagelijks werk niet in aanraking komt met de gewenste ervaring of kennis. Als voorzitter van de stuurgroep ben ik betrokken bij de cursus Bouwkunde voor W&E. Deze cursus geeft in het kort essentiële informatie over aanpalende disciplines. Dit is voor bijvoorbeeld projectleiders W en/of E waardevolle kennis, die zij direct kunnen toepassen in gesprekken met aannemers.” Het laatste lid van het Curatorium Cursussen dat aan het woord komt is Jan Schonewille. Naast het bestuurslidmaatschap bij de WOI (Stichting bevordering Wetenschappelijk onderwijs en onderzoek installatietechniek) en commissielid bij TVVL is hij betrokken
bij de post-hbo-opleidingen van Avans+ en bij de Fellow Installatietechnologie van de TU Eindhoven. Vanuit het Curatorium is Schonewille voorzitter van de stuurgroep voor de cursus Commissioning. Schonewille: “Commissioning is op dit moment zeer actueel in Nederland. Niet alleen omdat het onderdeel is van duurzaamheidslabels zoals Breeam of LEED, maar ook omdat steeds meer zichtbaar wordt dat met commissioning kosten kunnen worden vermeden en de prestaties zijn zoals ze waren bedoeld.” De heer Schonewille heeft zich ook sterk ingezet om, vanuit TVVL, de DBCA, Dutch Building Commissioning Assocation, op te richten. Dit platform is nu in Nederland actief en zal het komende jaar meer van zich laten horen.
BRONNEN
ERVARING Naast de aanbeveling voor het onderwijs
20
TM1213_bijman_2175i.indd 20
AFSLUITEND Met het programma vakinhoudelijke bijscholing speelt TVVL al enige jaren in op de belangrijkste conclusie uit het WMC-rapport, namelijk zorg voor JIT-bijscholing. Naast bewaking van de kwaliteit en actualiteit wordt door het Curatorium Cursussen met nieuwe producten ingespeeld op actuele ontwikkelingen en kennislagunes. Een voorbeeld hiervan is BIM, een op dit moment zeer actueel onderwerp. In samenwerking met ISSO organiseert TVVL een tweedaagse masterclass ‘Starten met een BIM’. Ook werkt TVVL op het gebied van cursussen samen met andere verenigingen, zoals met de NVTG (Nederlandse vereniging van Technici in de Gezondsheidszorg) aan een tweedaagse cursus OK – ontwerp, realisatie en beheer. Samen met de NVvA (Nederlandse vereniging voor Arbeidshygiënisten) wordt voor arbodeskundigen en facilitymanagers een cursus met basiskennis van de klimaattechniek georganiseerd.
Jan Schonewille
- Het WMC rapport ‘De noodzaak van kwaliteit en kennis in de sector’, te downloaden op www.tvvl.nl. - Informatie over het TVVL cursusprogramma is terug te vinden op www.tvvl.nl.
TVVL Magazine | 12 | 2013 ONDERWIJS
21-11-2013 11:27:41
Meer zekerheid voor Uw huis en familie met
CLiMAFLeX®BLs1d0 de allereerste flexibele Pe-buisisolatie met deze hoge brandveiligheidsklasse ! Climaflex®by NmC is zeer moeilijk ontvlambaar (Bl), veroorzaakt nauwelijks rookontwikkeling (s1) en voorkomt druppelvorming (d0). Sinds meer dan 30 jaar is NmC als betrouwbare en innovatieve partner met Climaflex® toonaangevend marktleider voor Pe-flexibele leidingisolatie en voldoet uiteraard aan de verplichtgestelde europese Ce-norm.
CLiMAFLeX® by NMC is de perfecte oplossing voor de hoogste rendementen en vooral voor Uw brandveiligheid!
insulation technologies NMC sa Gert-Noël-Straße – B-4731 Eynatten – België Tel.: +32 87 85 85 00 – Fax: +32 87 85 85 11 info@nmc.eu – www.nmc.be
TM1213_21_NMC.indd 21
29-11-2013 16:17:21