P³ | #9 Herfst - Winter 2019

Page 1

#9 2019

HERFST-WINTER

GEDREVEN DOOR INVASIEVE SALMONELLA LISETTE KALONJI

EN


COLOFON Verantwoordelijke uitgever Marc-Alain Widdowson Hoofdredacteur Roeland Scholtalbers Redactionele coördinatie Ildikó Bokros Redactiecomité Roeland Scholtalbers Nico Van Aerde Eline Van Meervenne Catie Young Lay-out Toech communicatiebureau

*P³ - de kern van het ITG in één letter Wij werken aan het verbeteren van de gezondheid wereldwijd door het uitvoeren en toepassen van wetenschappelijk onderzoek. Onze innovatieve en interdisciplinaire inspanningen gaan uit van Pathogenen (Departement Biomedische Wetenschappen), Patiënten (Departement Klinische Wetenschappen) en Populaties (Departement Volksgezondheid). ITG-onderzoekers werken aan een beter begrip van tropische ziekten en ontwikkelen hiervoor verbeterde diagnose-, behandelingsen preventiemethoden. Anderen bestuderen de organisatie en het management van de gezondheidszorg en ziektebestrijding in regio’s waar de nood hoog is maar de middelen beperkt zijn. We focussen ook op de gezondheid van dieren en bestuderen daarbij vooral ziektes die op de mens overdraagbaar zijn

Fotografie Astrid Bultijnck, Jessica Hilltout, Jan Jacobs Vertalingen Serv-U Contact communicatie@itg.be +32 (0)3 247 07 29


#9 2019

HERFST-WINTER

Beste lezer, In deze najaarseditie van P3 geeft doctoraatstudente Lisette Kalonji je een kijkje in haar onderzoek naar Salmonella, een bacteriële infectie die een groeiend gezondheidsgevaar vormt in haar thuisland DR Congo. Er is geen duidelijk beeld van de omvang en impact van het probleem en daar wil Lisette verandering in brengen. Marc-Alain Widdowson ging in augustus 2019 van start als nieuwe directeur van het ITG. In dit magazine kun je alvast kennis met hem maken. Daarnaast nemen we je mee in de wereld van vervalste, sub-standaard en minderwaardige medicijnen en leer je hoe het ITG zijn steentje bijdraagt aan het garanderen van kwaliteitsvolle geneesmiddelen voor iedereen. Je ontmoet ook een ITG-medewerker met fietskoorts en ziet foto’s van het nieuwste hoogveiligheidslaboratorium van het Instituut. Ook lichten we alvast een tipje van de sluier van een aanstaande tv-reeks over onze activiteiten. Benieuwd welke band een wachtofficier van de brandweer heeft met het Instituut? In ‘ITG en ik’ doet Dimi Vercammen zijn verhaal. Verder introduceren we GeoSentinel, een wereldwijd klinisch surveillance- en gegevensnetwerk dat reisgerelateerde ziekten in de gaten houdt. Veel leesplezier! Met vriendelijke groet, Het Redactiecomité

# VOORWOORD

1



4 5 8 10 16 18 20 22 24 26

ITG-CIJFER

COVERVERHAAL: GEDREVEN DOOR INVASIEVE SALMONELLA INTERVIEW MET MARC-ALAIN WIDDOWSON, DE NIEUWE DIRECTEUR VAN HET ITG VOOR BIJWERKINGEN LEES DE BIJSLUITER OP DE WACHT VOOR NIEUWE UITBRAKEN FOTOVERHAAL: HET NIEUWE HOOGVEILIGHEIDSLABORATORIUM VAN HET ITG REWIND: TERUGBLIK OP HET EERSTE BUITENLANDS ITG-COLLOQUIUM PORTRET: LAURENT BEVOLAINA RATSARAHERY DE LIJST: HET ITG IN VIER AFLEVERINGEN ITG EN IK: DIMI VERCAMMEN

© De inhoud van deze publicatie mag niet volledig of gedeeltelijk gereproduceerd worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Foto’s in deze publicatie werden genomen met het volledige begrip, deelname en toestemming van de geportretteerden. De beelden geven de afgebeelde situatie waarheidsgetrouw weer met de bedoeling de lezer de mogelijkheid te geven een beter beeld te vormen van ons werk. # INHOUDSOPGAVE

3


# ITG CIJFER

14.699 14.699 oproepen naar de ITG-reistelefoon in 2018 Voor veel globetrotters is het ‘Tropisch Instituut’ het vanzelfsprekend aanspreekpunt, zowel voor als na de reis. Tegenwoordig kunnen toeristen, zakenreizigers en migranten niet enkel advies krijgen in het ITG maar ook via de telefoon en internet. Elk jaar verwerkt onze reistelefoon meer dan 10.000 oproepen en in 2018 waren er dat een recordaantal van 14.699.

Voor vragen voor of na je reis bel je naar het nummer 0902 88 0 88 tussen 13-17 uur op weekdagen (€ 1 per minuut). Hou er echter rekening mee dat een telefoongesprek het reisadvies op maat, dat je krijgt tijdens een consultatie, niet kan vervangen.


GEDREVEN DOOR INVASIEVE SALMONELLA ELINE VAN MEERVENNE Met een opgewekte glimlach trekt Lisette Kalonji de deur van het laboratorium open. “Hier spendeer ik vele uren,” lacht Lisette. Samen met het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen en het Institut National de Recherche Biomedical (INRB) in Kinshasa, Congo, verdiept de 34-jarige doctoraatsstudente zich in onderzoek naar invasieve Salmonella. Meestal werkt ze in Kinshasa maar één keer per jaar bezoekt ze haar collega’s in Antwerpen.

“Al van kleinsaf aan was ik gefascineerd door wetenschap,” begint Lisette haar verhaal. “Het werd een passie en ik ging geneeskunde studeren aan de universiteit. Tijdens mijn studies deed ik een stage op de afdeling neonatologie in het Universitair Ziekenhuis van Kinshasa (UHK). Er brak een bacteriële infectie uit op de afdeling en verschillende baby’s stierven. Ik werd voor het eerst geconfronteerd met de gevolgen van dit soort uitbraak in een fragiele setting. Dit voorval deed echt iets met mij. Ik had achteraf zoveel vragen, hoe kon dit gebeurn, hoe kunnen we dit vermijden, etc. Het motiveerde me om verder te gaan in onderzoek want onderzoek dwingt je op zoek te gaan naar de kern van het probleem. Dat vind ik interessant en ik voelde me echt nuttig.”

# COVER STORY

5


Lisette en haar collega’s in DR Congo “Na mijn studie deed ik een specialisatie in microbiologie. Zo kwam ik in contact met prof. Octavie van het INRB en het UHK en later met prof. Jan Jacobs van het ITG. Daaruit volgde mijn doctoraat over invasieve Salmonella in DR Congo,” vervolgt Lisette. Een relevant onderwerp want Salmonella is een belangrijke oorzaak van bloedbaaninfecties in Congo en veroorzaakt hoge sterfte. Hoewel de ziekte erkend is als een algemeen volksgezondheidprobleem, heeft niemand duidelijk zicht op het aantal gevallen en de verspreiding van serotypen van invasieve Salmonella. Bij invasieve Salmonella-serotypes, zoals Salmonella non-Typhi, is er nog steeds weinig geweten over de besmettingsbron en de transmissie van de ziekte. Daarnaast treedt er steeds meer antibioticaresistentie op tegen de ziekte. “In mijn land is Salmonella een groot probleem en is de ziekte nog lang niet bestreden. Er zijn weinig betrouwbare gegevens over waar Salmonella voorkomt, hoe ze veroorzaakt en verspreid wordt. Daar wil ik met mijn doctoraat verandering in brengen. Met betrouwbare gegevens kunnen we de overheid bewust maken van de impact van de ziekte, zodat zij betere maatregelen kan treffen,” zegt Lisette.

Lisette doet haar doctoraat aan het ITG in Antwerpen en het INRB in Kinshasa. Haar beurs wordt gefinancierd door het Belgisch ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en sinds 2018 is Lisette ook geregistreerd als doctoraatsstudente aan de KU Leuven. Eén keer per jaar komt ze naar Antwerpen. “Mijn laboratoriumervaring en kennis als onderzoeker worden aangescherpt dankzij de ITG- en INRB-samenwerking. Met de kennis die ik opdoe, verbeter ik ook de werkomstandigheden in mijn eigen land. Ik leid mijn collega’s op en we verbeteren onze procedures indien nodig. Ik werk in België vooral aan mijn publicaties, en kan daar vlotter overleggen met mijn co-promotor prof. Jan Jacobs,” vertelt Lisette. “Ik ervaar Antwerpen als een kleine, gezellige en rustige stad. Ik vertoef heel graag in de wondermooie ITG-tuin.” Op de vraag wat haar ambities zijn, antwoordt Lisette vastberaden. “Ik wil verder gaan in onderzoek. Het meehelpen ontwikkelen van vaccinaties en medicijnen is mijn droom. Daarmee kan je zoveel levens redden. Al vanaf ik een klein meisje was, wou ik een vaccin ontdekken tegen hiv. Ik zou mijn meisjesdroom graag waarmaken”, glimlacht Lisette.


“

Al van kleinsaf aan was ik gefascineerd door wetenschap. Het werd een passie.

# COVER STORY

7


“FIETSEN EN KOUD WEER, DAAR KIJK IK NAAR UIT” ROELAND SCHOLTALBERS Marc-Alain Widdowson, de nieuwe ITG-directeur, ruilde in augustus Nairobi in voor Antwerpen. Hij vertelt P3 over de overstap naar het Instituut en de verhuis naar een gematigd zeeklimaat. Marc-Alain Widdowson werd geboren in Frankrijk en spendeerde zijn jeugd zowel in het Verenigd Koninkrijk als in Frankrijk waardoor hij al vroeg een internationale kijk op de wereld had. Widdowson studeerde later antropologie en diergeneeskunde aan de Universiteit van Cambridge en voltooide een MSc in epidemiologie van overdraagbare ziekten aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. Zijn carrière bracht hem de wereld rond. Hij begon in Zimbabwe als epidemioloog van wilde dieren, voor het Britse departement internationale ontwikkeling. “We deden leuke dingen, zoals buffels verdoven vanuit een helikopter”, lacht Widdowson. Bij een volgende job in Bolivia ging hij op jacht naar vampiervleermuizen. Zijn carrière nam een meer mainstreamwending richting volksgezondheid toen hij naar Utrecht verhuisde, waar hij voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) werkte, als ‘training fellow’ in het Europees programma voor interventie-epidemiologie. Na twee jaar Nederland stak Widdowson de Atlan-

tische Oceaan over. De voorbije 18 jaar werkte hij voor de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC). “In Atlanta bestudeerde ik menselijke darmvirussen, griep en ebola. Vier jaar geleden verhuisde ik naar Nairobi om een groep te leiden die zich concentreert op een brede waaier onderzoeksen capaciteitsopbouwprojecten.” Widdowson’s ervaring als directeur van de eenheid Global Health Protection bij CDC-Kenia bleek een springplank te zijn voor zijn nieuwe rol als ITG-directeur. “Ik ben in mijn managementrol gegroeid, op manieren die ik zelf niet had verwacht. Werken bij het ITG zal heel anders zijn, maar het toepassingsgebied en de breedte van het wetenschappelijk programma zijn vergelijkbaar, zij het veel uitgebreider”, legt Widdowson uit. “Het leiden van een organisatie als dit Instituut is gewoon een boeiende uitdaging. Het ITG is een zeer internationale omgeving en heeft een enorme reputatie. Toen ik het nieuws van mijn overstap naar het Instituut deelde met anderen, vertelden mensen die ik al jaren ken me enthousiast over de cursussen die ze in Antwerpen volgden, of over hun samenwerking met ITG-onderzoekers. Dat zegt veel over de positieve bijdrage die het Instituut levert via onderwijs, onderzoek en capaciteitsopbouw overal ter wereld.” Voor de toekomst ziet Widdowson continuïteit en verandering, door kernac-


tiviteiten van het ITG te versterken en tegelijkertijd in te spelen op gezondheidstrends. “We willen niet afdwalen van waar we goed in zijn. Het werk dat de basis vormt van de sterke reputatie van het ITG zullen we blijven versterken en ons vooral toeleggen op het uitbreiden van samenwerkingsverbanden. Tegelijkertijd moeten we gezondheidstrends volgen en reageren op nieuwe uitdagingen. De mondiale volksgezondheid heeft enorme stappen vooruit gemaakt, bijvoorbeeld in de kindersterfte, maar er is niet enkel goed nieuws. Denk aan de opkomst van antibioticaresistentie of de verspreiding van vectoren die ziekten verspreiden.”

Het leiden van een organisatie als dit Instituut is gewoon een boeiende uitdaging. Het ITG is een zeer internationale omgeving en heeft een enorme reputatie. Verhuizen van Nairobi naar Antwerpen betekent ook een diepgaande verandering in de dagelijkse routines. “Ik kijk er naar uit om veel te fietsen en ook naar kouder weer. Ik mis de wisseling van de seizoenen en met de fiets gaan winkelen. Dat was niet echt mogelijk in Nairobi en Atlanta. Mountainbiken is mijn passie en in mijn vrije tijd zal ik dan ook op zoek gaan naar heuvelachtige streken in België. Mijn familie en ik willen graag het land en het leven in Europa verkennen. Mijn vrouw en twee jongste dochters verhuizen met mij naar Antwerpen, onze oudste dochter begint een universitaire studie in het Verenigd Koninkrijk.” 9


Dr Raffaella Ravinetto


VOOR BIJWERKINGEN LEES DE BIJSLUITER ILDIKÓ BOKROS Stel, je wordt ziek van een bacteriële infectie en je arts schrijft een antibioticum voor. Je koopt het medicijn in de apotheek, neemt het in en na ongeveer een week voel je je weer beter. Stel je nu voor dat je in de Democratische Republiek Congo woont, en meer bepaald in Kinshasa. Je krijgt hetzelfde voorschrift, gaat naar de apotheek, neemt je medicijnen in ... Maar je wordt niet beter. De arts beweert dat je de antibiotica niet op de juiste manier innam of dat je je pillen aan iemand anders doorverkocht. Maar je deed geen van beiden. Zonder dat je het wist, slikte je medicijnen van slechte kwaliteit, met onvoldoende actieve bestanddelen.

en, in het slechtste geval, de zaken verergert of zelfs de dood tot gevolg heeft.“ Hoe is mogelijk dat er zoveel minderwaardige medicijnen in omloop zijn? Ten eerste hebben nationale regelgevende instanties in lage- en middeninkomenslanden vaak niet de middelen om de kwaliteit van geneesmiddelen, die in hun land geïmporteerd, vervaardigd of gedistribueerd worden, grondig te controleren. Ten tweede werd de internationale farmaceutische markt, net als andere domeinen, de afgelopen decennia steeds complexer en meer geglobaliseerd. Dat maakt de bewaking van de toeleveringsketens voor geneesmiddelen behoorlijk

“Het is een bekend scenario in veel lageen middeninkomenslanden”, zegt dr. Raffaella Ravinetto, farmaceutisch expert bij het ITG. “Volgens de laatste schattingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gemiddeld 10,5% van de medicijnen in deze landen van slechte kwaliteit. In sommige landen ligt dat getal soms nog flink hoger. Een studie van ITG-onderzoekers in de Kinshasa-regio kwam uit op maar liefst 27%. Anders gezegd: één op drie patiënten in deze landen hebben kans om een medicijn te krijgen dat in het beste geval niet werkt, 11


apothekers in een laag-inkomensland Jaren gebeurde er niets maar sinds enige tijd maken vele actoren in de humanitaire, ontwikkelings- en gezondheidssector zich ernstig zorgen over deze ontwikkelingen. Sommige donoren willen hun fondsen niet gebruikt zien voor de aankoop van minderwaardige geneesmiddelen, die mogelijk zelfs schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Met name het Global Fund, ECHO (directoraat Humanitaire hulp van de Europese Commissie), de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD) en anderen, stelden een eigen beleid op dat ervoor zorgt dat met hun fondsen kwalitatieve medicijnen worden aangekocht. Helaas zijn in de praktijk niet altijd voldoende mechanismen aanwezig om alles correct op te volgen, behalve als het gaat om geneesmiddelen voor hiv, malaria en tuberculose. De kwestie van kwaliteitsvolle geneesmiddelen kreeg een politieke duw in de

rug, in België en daarbuiten. Gezamenlijke inspanningen van DGD, het ITG en verschillende Belgische actoren uit de humanitaire sector (o.a. Memisa en Damiaanactie) zorgden ervoor dat België zich in 2017 als eerste land ter wereld officieel engageerde voor een streng beleid om de kwaliteit van geneesmiddelen te garanderen. Catherine Dujardin, Global Health Officer bij DGD: “België heeft zich ertoe verbonden geneesmiddelen van goede kwaliteit aan te kopen voor humanitaire- en ontwikkelingsprogramma’s. De verbintenis werd opgesteld samen met de Belgische actoren van ontwikkelingssamenwerking en het ITG, dat belangrijke input leverde om het charter te concretiseren en in overeenstemming te brengen met wat internationaal al bestaat. We hopen dat andere landen dit voorbeeld volgen.”


Al meer dan 10 jaar ijveren het ITG en DGD voor universele toegang tot kwalitatieve geneesmiddelen. In 2010 lanceerde het ITG, met steun van de DGD, het QUAMED-netwerk dat de kwaliteit van geneesmiddelen in lage- en middeninkomenslanden tracht te verbeteren via een circuit van non-profitorganisaties en nationale aankoopcentrales die geneesmiddelen leveren in of aan deze landen. QUAMED, nu een onafhankelijk organisme, organiseert niet alleen missies voor humanitaire en ontwikkelingsorganisaties om fabrikanten en distributeurs te controleren volgens internationale normen, maar biedt ook opleidingen rond deze thematiek. Daarnaast werkt QUAMED nauw samen met het ITG op gebied

besmette IV-vloeistof

van onderzoek, beleidsbeïnvloeding en -ontwikkeling. Daniel Berman, bestuurslid van QUAMED, legt hun werkwijze uit aan de hand van een voorbeeld: “In Bangladesh, een land met een brede waaier aan humanitaire programma’s, vragen ngo-partners hulp aan QUAMED bij de aankoop van geschikte medicijnen. QUAMED stuurt deskundigen die de lokale markt, inclusief producenten en inkoopcentrales, onderzoeken en deze via een zeer strikt proces beoordelen, zodat ngo’s weten welke medicijnen ze veilig kunnen inkopen. Er is geen zwart-wit-antwoord, maar we bieden de best mogelijke informatie en beoordeling op basis van WHO-normen.”

sub-standaard paracetamolpillen 13


Op langere termijn denkt Berman aan een soort “kwaliteitslabel”, waardoor de sector zijn medicijnen koopt bij de beste producenten. Een universeel certificatiesysteem is wellicht interessant voor producenten en inkoopcentrales en zou de markt positief kunnen beïnvloeden.

Het is inmiddels bewezen dat antimalariamiddelen van slechte kwaliteit hebben bijgedragen aan de resistentie tegen malariamedicijnen. Andere spelers in humanitaire en ontwikkelingsactiviteiten delen deze opvatting. Verschillende organisaties, zoals Artsen Zonder Grenzen (AZG), ECHO, en de US Pharmacopoeias (USP) zetten een eigen beoordelingsmechanisme op poten, maar een mondiaal evaluatiesysteem ontbreekt nog steeds. In 2001 werd het Prequalification of Medicines Program (PQP) geïnitieerd door de WHO om de toegang te vergemakkelijken tot geneesmiddelen voor hiv/aids, malaria en tuberculose, die voldoen aan uniforme internationale normen voor kwaliteit, veiligheid en efficiëntie. Dr. Deus Mubangizi, hoofd van het PQP-team, verwelkomt het idee om het draagvlak van de prekwalificatie uit te breiden: “Op dit moment is slechts 26% van de 194 VN-landen in staat om adequate mechanismen voor kwaliteitsgarantie af te dwingen. We werken aan een verstrenging van de regelgeving, maar we hebben ook nood

aan een internationaal, geharmoniseerd kwaliteitsgarantiesysteem dat vrij verkeer van producten voor noodsituaties en routinegebruik vergemakkelijkt. Vooral in internationale noodsituaties kunnen de verschillende systemen een obstakel vormen.” Wat is het meest dringende probleem vandaag? Volgens dr. Ravinetto vormen minderwaardige medicijnen niet enkel een bedreiging voor de individuele en de volksgezondheid, omdat ze bijdragen aan het falen van de therapie, of directe giftigheid en zelfs sterfte tot gevolg hebben. Ze veroorzaken daarnaast echter ook resistentie en ondermijnen het vertrouwen in gezondheidsstelsels. “Het is inmiddels bewezen dat antimalariamiddelen van slechte kwaliteit hebben bijgedragen aan de resistentie tegen malariamedicijnen. Als we niet snel handelen, kan het globale effect van minderwaardige antibiotica een enorme weerslag hebben. “ Om verder te lobbyen voor kwaliteitsvolle geneesmiddelen, heeft het ITG zich aangesloten bij de wereldwijde #MedsWeCanTrust-campagne, die ijvert voor een groter bewustzijn voor de omvang en impact van het probleem en gezamenlijke wereldwijde actie wil inspireren.


WHAT’S IN A NAME? VERVALSTE, SUB-STANDAARD- OF MINDERWAARDIGE MEDICIJNEN Rond de eeuwwisseling waren er nogal wat gevallen die veel media-aandacht kregen, zoals de besmette hoestsiroop in Panama, die leidde tot de dood van honderden mensen, of de vele gevallen van malariamedicatie met onvoldoende actieve bestanddelen, die in veel lage-inkomenslanden werden ontdekt. In het eerste geval hebben we het over vervalsing; er werd in plaats van glycerine, bewust of door nalatigheid, industriële diethyleenglycol in de siroop verwerkt. In het tweede geval gaat het om producten van mindere kwaliteit: slechte productiepraktijken zijn de waarschijnlijke oorzaak, maar ook verkeerde opslagmethoden spelen een rol. De term ‘vervalste geneesmiddelen’ impliceert criminele activiteiten, waarbij fabrikanten of distributeurs opzettelijk een product vervalsen. Strafmaatregelen kunnen helpen in de strijd tegen dit soort ‘medicijnen’, maar helpen weinig om ze uit omloop te krijgen. Minder-

waardige medicijnen zijn van slechte kwaliteit hoewel ze geproduceerd worden door erkende fabrikanten en goedgekeurd werden door de nationale regelgevende instanties. Hun bestrijding vereist een voortdurende versterking van de capaciteit van de nationale regelgevers, een betere bewaking van internationale toeleveringsketens en een grotere bekendheid bij de kopers, waaronder internationale donoren. Sub-standaard houdt in dat het medicijn ‘onderdeel van het systeem’ is, maar toch therapeutisch falen of giftigheid veroorzaakt. Het falen kan te wijten zijn aan een hele reeks factoren, zoals onvoldoende hoeveelheid actief bestanddeel, aanwezigheid van ongewenste onzuiverheden, gebrek aan steriliteit of ontoereikende opslag- of transportwijze. In onze tekst betekent ‘vervalste en ondermaatse medicijnen’ dat het gaat om medicijnen van slechte kwaliteit. 15


OP DE WACHT VOOR NIEUWE UITBRAKEN ROELAND SCHOLTALBERS GeoSentinel is een wereldwijd surveillance- en gegevensnetwerk, opgericht door clinici, dat reisgerelateerde ziekten in de gaten houdt. P³ sprak met zijn hoofdonderzoeker en frequent reiziger, professor David Hamer, tijdens zijn passage in België. We ontmoeten professor Hamer in de statige Zaal Broden van het ITG. Hij werkt aan Boston en Tufts University in de Verenigde Staten. Hamer is in België als jurylid voor de doctoraatsverdediging van dr. Ralph Huits. Professor Emmanuel Bottieau van het ITG, een van de promotors van dr. Huits, is ook aanwezig. De drie werken samen in de context van het GeoSentinel Surveillance Network. De International Society of Travel Medicine (ISTM) initieerde GeoSentinel in 1995, met steun van de Amerikaanse Centers for Disease Control (CDC). “Het initiatief vloeide voort uit een groeiend wetenschappelijk inzicht en besef van de dreiging van opduikende infectieziekten en de discussies daarover. Het idee achter GeoSentinel is dat diagnoses bij terugkerende reizigers kan wijzen op ziekte-uitbraken elders in de wereld”, zegt Hamer. Momenteel beschikt GeoSentinel over 70 locaties in 30 landen. De monitoring gebeurt in samenwerking met deelnemende partners, die gegevens

invoeren op een centrale server na elke post-travel-consultatie. Deze informatie wordt gebruikt om geografische- en tijdstrends in klinische ziektebeelden en infectieziekten bij reizigers en migranten op te volgen. Hamer: “We hebben onlangs interessante locaties toegevoegd, zoals Seoul, Hong Kong en ook Frans Guyana, een unieke plek waar onze lokale partners veel grensoverschrijdende migratie zien. Het is goed voor onze monitoringfunctie om over een grote verscheidenheid aan locaties te beschikken.”

Gegevens delen, om mensen bewust te maken van nieuwe uitbraken, werkt.

Gegevens delen, om mensen bewust te maken van nieuwe uitbraken, werkt. Zoals bijvoorbeeld in 2018, toen een van de GeoSentinel-locaties melding maakte van een patiënt met gele koorts die naar Manaus, Brazilië was geweest. “We wisten dat er op die plaats gele koorts voorkwam. Maar toen dook er een ander geval op, van São Paolo. En nog drie patiënten die naar Ilha Grande waren gereisd, een prachtig eiland voor de kust van Rio de Janeiro”, legt Hamer uit. “Die locaties waren niet gemarkeerd als gele koorts-


gebied en je gaf op dat moment dan ook geen advies voor vaccinatie aan iemand die alleen Rio en Ilha Grande bezocht.” Nadat enkele extra gevallen geregistreerd werden, publiceerde GeoSentinel een reeks van tien patiënten, van wie er acht naar Ilha Grande waren gereisd. “Helaas stierven vier jonge reizigers aan gele koorts, een ziekte waartegen men zo makkelijk kan gevaccineerd worden.” GeoSentinel gaf die informatie door aan de Braziliaanse overheid, de CDC, de Europese CDC en de Wereldgezondheidsorganisatie, zodat de gele koortskaart en vaccinatie-aanbevelingen konden worden bijgewerkt.

Het ITG trok ook meerdere keren aan de GeoSentinel-alarmbel, meest recent in 2017, toen een groep Belgische reizigers uit Zuid-Afrika terugkeerde met schistosomiasis (een worminfectie). Ze verbleven in wat werd geadverteerd als een schistosomiasisvrije lodge. Niettemin geraakten alle 34 reizigers besmet tijdens het zwemmen in een nabijgelegen rivier. Professor Hamer concludeert: “Het is geweldig dat GeoSentinel ITG aan boord heeft, omdat zijn medische diensten een groot aantal terugkerende reizigers zien. De kwaliteit van de diagnostiek is uitstekend, wat betekent dat we een zeer nauwkeurige diagnose krijgen. Ik hoop dat het ITG ook in de nabije toekomst het voortouw zal nemen in enkele nieuwe studies van het netwerk.”

Van links naar rechts: Ralph Huits, David Hamer and Emmanuel Bottieau 17


FOTOVERHAAL

HET NIEUW HOOGVEILIGHEIDSLABORATORIUM VAN HET ITG In oktober 2018 nam het ITG een nieuw hoogveiligheidslaboratorium in gebruik voor toponderzoek naar tuberculose (tbc). Het gaat om een zogenaamd “BSL3” -laboratorium, ofwel een laboratorium met bioveiligheidsniveau 3. Voor een veilige manipulatie van risicogroep 3-pathogenen, zoals stammen van Mycobacterium tuberculosis die tbc veroorzaken, werden bioveiligheidskasten en een negatieve druk in het lab geïnstalleerd. Deze veiligheidsmaatregelen beschermen de technici en stoppen de verspreiding van besmettelijke organismen buiten het laboratorium in geval van een incident. Elk jaar onderzoekt het Instituut duizenden tbc-stalen die vanuit de hele wereld naar Antwerpen worden gestuurd voor bevestiging en uitgebreide analyses. Het ITG bezit ‘s werelds grootste openbare verzameling tbc- en andere mycobacteriënstammen, een belangrijk hulpmiddel bij onderzoek naar nieuwe diagnostiek en medicijnen. Dit is van cruciaal belang omdat de variant van tuberculose, die resistent is tegen meerdere geneesmiddelen, in opmars is. Het nieuwe laboratorium fungeert ook als back-up als de huidige BSL3-laboratoria in onderhoud zijn en verzekert de continuïteit van de analyses van hoog-patho-

gene bacteriën, virussen en parasieten. De uitbreiding en opwaardering van het laboratorium werden medegefinancierd door de Nationale Loterij.


# FOTOVERHAAL

19


REWIND

TERUGBLIK OP HET EERSTE BUITENLANDS ITG-COLLOQUIUM CATIE YOUNG Het uitgebreide mycobacteriënonderzoek van het ITG gaat al een hele poos terug en is herhaaldelijk internationaal erkend. In 2005 organiseerde het ITG zijn internationaal colloquium voor het eerst in het buitenland. Tijdens de conferentie in Benin benadrukte het Instituut en zijn lokale partners de gezamenlijke inspanningen rond de twee bacteriën die tuberculose (tbc) en Buruli-ulcus veroorzaken in Afrika. Het evenement vond plaats in de kuststad Cotonou. De deelnemers herinneren het colloquium als een blije reünie die de samenwerking tussen het Zuiden en het Noorden versterkte en waaraan het mycobacteriologieteam van het ITG een aanzienlijke bijdrage leverde.

Het ITG organiseert sinds 1959 een jaarlijks wetenschappelijk colloquium. 46 jaar lang vond dit evenement plaats in Antwerpen. In 2005 ging het colloquium het eerst door in het buitenland, een traditie die sindsdien elke twee jaar wordt voortgezet. ‘Improving Case Management and Control of Tuberculosis and Buruli Ulcer in Africa’ vond plaats van 5 tot 7 december 2005 en werd gefinancieerd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD). De deelnemers volgden zittingen van internationale experts, die medische en volksgezondheidsthema’s toelichtten, en bezochten ziekenhuizen en dispensaria in Benin die dagelijks met deze ziekten te maken krijgen. “Het colloquium was een unieke gelegenheid voor mijn team om het werk in Afrika uit eerste hand te ontdekken en de banden met met onze partners te versterken,” vertelt professor emeritus Françoise Portaels, toenmalig hoofd van de Eenheid Mycobacteriologie en hoofdorganisator van het evenement. “De deelnemers ontdekten de belangrijke bevindingen en prestaties die we gezamenlijk bereikten en konden er ook aan


bijdragen. Het stelde ons in staat om een hechte internationale band te creëeren die achteraf leidde tot vele doctoraten, diepere onderzoeksinspanningen en aanzienlijke capaciteitsopbouw bij onze partnerorganisaties.” Op het gebied van Buruli-ulcus resulteerde deze periode van intense samenwerking in de nodige hoogtepunten: nationale ziekteprogramma’s, opleiding van de bevolking en zorgverleners, correcte laboratoriumdiagnose, betere behandelingen en een verbeterd begrip van epidemiologie en ziekte-ontwikkeling. Dit alles leidde tot nogal wat ‘primeurs’ voor het Instituut: »» Het eerste rapport over de gevoeligheid van Mycobacterium ulcerans voor het clarithromycine antibioticum. De combinatie van rifampicine en claritromycine is momenteel de aanbevolen behandeling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO); »» De ontdekking van M. ulcerans bij waterinsecten en hun identificatie als potentiële vectoren; »» De isolatie van dit mycobacterium uit de omgeving. Rond de eeuwwisseling herbergde de Eenheid Mycobacteriologie van het ITG ook twee mondiale referentielaboratoria: het tuberculose-referentielaboratorium

van de WHO en het WHO Collaborating Center voor de diagnose en de opvolging van Mycobacterium ulcerans-infectie. “Onze samenwerking concentreerde zich tot dan voornamelijk op partners uit Benin en de Democratische Republiek Congo, maar ook op andere collega’s uit de VS en Europa. Dit keer investeerden we onze middelen in de studie van verschillende aspecten van Buruli ulcus en tbc, aangespoord door ons werk als referentielaboratorium,” zegt prof. Portaels. “Het colloquium en onze activiteiten in die tijd legden de basis voor onze partners in het Laboratoire de Référence de Mycobactéries in Cotonou, Benin om zelf, in 2017, een supranationaal referentielaboratorium van de WHO te worden. Voordien werden tbc- en Buruli-ulcus-stalen ter bevestiging naar Antwerpen gestuurd. Het team in Benin kon deze taak geleidelijk overnemen dankzij goed opgeleid en gemotiveerd personeel, de bouw van stabiele en moderne infrastructuur en onze samenwerking als centrale factor,” voegt ze eraan toe. De samenwerking tussen Antwerpen en Cotonou werd in al die jaren ondersteund door DGD, via het capaciteitsopbouwprogramma van het ITG, waarbij partners zelf verantwoordelijkheid nemen voor de eigen wetenschappelijke en medische expertise en vaardigheden. # REWIND

21


PORTRET

FIETSKOORTS CATIE YOUNG Laurent Bevolaina Ratsarahery heeft fietskoorts. Hij vertrekt dagelijks vanuit zijn thuis in Wezemaal, om gemiddeld drie uur en veertig minuten lang door het Belgische landschap te trappen. Alles wat hij hierbij nodig heeft zijn een tweewielig carbonrijwiel, nylonkleding, water en veel snacks. Zoals bij velen overviel, overviel deze koorts hem niet plots. Ze sloop langszaam binnen en het lijkt erop dat ze zal

blijven hangen, zoals hij ook in BelgiĂŤ zal blijven hangen als financieel en administratief manager bij het ITG. Laurent is afkomstig van Madagaskar en vader van een 16-jarige dochter, Janna. Hoe liep hij de koorts op? Zijn lokale fietsenwinkel publiceerde een advertentie en Laurent kocht een racefiets voor zijn vrije tijd. Vervolgens kocht hij een electrische fiets om naar zijn werk te rijden, maar die werd gestolen in het lokale treinstation. Hij moest noodgedwongen zijn racefiets gebruiken. Maar hij wilde die fiets, die veel meer had gekost dan


de vorige, niet zo maar achterlaten in het station uit vrees dat die ook zou verdwijnen. Uit voorzorg reed hij met z’n fiets naar kantoor. Hij werkte toen in Brussel en fietste elke dag 39 km heen en terug. Aanvankelijk was dat lastig, maar geleidelijk verbeterde zijn conditie en kon hij zich niet langer inbeelden met de trein naar zijn werk te gaan. Sinds hij op het ITG werkt, fietst hij maar liefst 51,48 km heen en terug. Het is duidelijk dat Laurent aan fietskoorts lijdt, een verslavende activiteit die een extatische meditatieve staat van welzijn teweeg brengt. Verdere biomarkers van de ziekte zijn: liefde voor fietstijdschriften, cursussen over fietsonderhoud, het bezit van vier fietsen en meer fiets- dan ‘normale’ werkkleding en de nood aan ‘Strava’, een routeplanner en prestatie-app. Zoals bij elke koorts kan een zekere verpietering of flauwte optreden (Laurent weet uit ervaring wat dit betekent). We praten hier over eten, snacks en allerlei andere voedingsactiviteiten: »» Laurent staat elke dag om 6 uur op en begint zijn dag met een sapje. Hij bereidt meteen ook zijn voedselpakket voor de dag. Dit bestaat uit: tenminste drie boterhammen: één met chocolade, één met confituur en één met honing. Hij eet ze op tijdens het fietsen naar zijn werk. »» Zijn lunch bestaat uit de helft van wat hij de avond tevoren bereidde: • 1,5 kg bruine Madagascar-rijst, gekookt met uien, knoflook, gember en gedroogde bladeren geïmporteerd uit Madagascar (als hij witte rijst eet,

verdubbelt hij die hoeveelheid); • 500 g eiwitten, meestal vis of kip; • een frisse sla met tomaat, wortel en komkommer. »» een proteïnereep en een paar bananen voor de terugrit; »» bij thuiskomst: een kom muesli en yoghurt die hem een energieboost geven, waarna hij de rest van de rijst en het vlees opeet en eten bereidt voor de volgende dag. Eten en bewegen terwijl hij zich verplaatst is geen nieuwe gewoonte voor Laurent. Hij herinnert zich dat zijn moeder hem altijd geld voor de bus gaf, maar in plaats van een ticket te kopen, wandelde hij 45 minuten en kocht hij met het geld verse lychees, guaves en mango’s voor onderweg. Een andere constante bij Laurent is zijn sterke en rustige vastberadenheid. Toen hij in België aankwam, dacht hij hier Frans te kunnen spreken, een officiële taal in Madagaskar en de taal waarin hij zijn Masters of Science and Economics behaalde. Maar in Antwerpen spreken ze geen Frans! Hij liet dat echter niet aan zijn hart komen en ging meteen Nederlands studeren in Leuven en behaalde daarna een Master in International Management and Development aan de Universiteit van Antwerpen. Toen sloeg de fietskoorts toe en vervolgens belandde hij op het ITG, waar hij erg graag werkt omwille van de vriendelijke collega’s en het interessante werk. Bedankt Laurent voor de inspiratie, hopelijk blijft de fietskoorts hangen en blijf je genieten van de vele snacks!

# PORTRET 23


DE LIJST

HET ITG IN VIER AFLEVERINGEN ELINE VAN MEERVENNE

1. BRAZILIË

“We vinden jullie Instituut enorm fascinerend en we zouden graag een docureeks maken waarin jullie activiteiten centraal staan.” Met die woorden benaderden enkele producers van productiehuis Geronimo twee jaar geleden de Communicatiedienst van het ITG. Na meer dan 100 draaidagen en vier overzeese reizen is het resultaat een reeks van vier afleveringen. Daarin staan een aantal grote gezondheidsuitdagingen centraal en wordt de bijdrage van het ITG hierin belicht. De serie verschijnt in het voorjaar 2020 op Canvas. In ‘de lijst’ geven we alvast een voorproefje op de serie en werpen we de schijnwerpers op de landen en de ITG-partners die in de reeks aan bod komen.

Voormalig ITG-onderzoeker Adam Hendy ging meteen na zijn doctoraat aan het ITG aan de slag in Brazilië. Diep in het amazonewoud gaat hij hoog in de bomen op zoek naar muggen die virusziekten kunnen overbrengen. Hij probeert het leven van de beestjes zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. De crew legt ook de link met zika, een virus dat wordt overgedragen door muggen. Ze gaan in gesprek met moeders die tijdens hun zwangerschap zika opliepen met ernstige gevolgen voor hun kindjes. 2. DR CONGO Ebola, slaapziekte en resistente b ­ acteriën: deze onderwerpen bracht de filmcrew in beeld tijdens hun verblijf in DR Congo. De crew speurde samen met lokale gezondheidswerkers naar nieuwe gevallen van slaapziekte in havenstadje Bandundu, aan een aftakking van de Congorivier. Dit kadert in een grootschalig project waarbij het ITG samen met lokale en internationale partners slaapziekte wilt elimineren in het immense Afrikaanse land. Ook de geschiedenis van ebola en de jarenlange samenwerking met Congolese partner Institut Nationale de Recherche Biomédical (INRB) rond deze ziekte komen uitgebreid aan bod in de reeks. ITG-onderzoeker Anne-Sophie gaat dieper in op resistente buiktyfus.


3. ETHIOPIË

4. VIETNAM

Na koffie is sesamzaad het belangrijkste exportproduct van Ethiopië, dat vlak na het regenseizoen massaal wordt geoogst op grote boerderijen. Tienduizenden seizoenarbeiders komen uit de bergen om tijdens het oogstseizoen op de lager gelegen sesamvelden te werken. De werkomstandigheden zijn vaak niet ideaal en de arbeiders lopen een verhoogde kans om besmet te raken met leishmaniase, een parasitaire ziekte die wordt verspreid door de zandvlieg. De filmcrew volgt prof. Johan van Griensven en zijn Ethiopische collega dr. Ermias Diro die de ziekte in de regio bestuderen. ITG-onderzoeker Temmy Sunyoto organiseert groepsgesprekken met de seizoenarbeiders waarbij ze o.a. peilt naar hun toegang tot gezondheidszorg.

ITG-antropoloog prof. Koen Peeters bestudeert hoe malaria de Ra-glai-bevolking in Vietnam treft. Deze etnische minderheidsgroep leeft voornamelijk in het woud. In hun dorpen komt malaria veel voor. De crew onderzoekt samen met Koen de belangrijkste redenen waarom malaria in deze dorpen maar niet onder controle geraakt. Prof. Anna Rosanas en Vietnamese collega’s van het nationale malariaprogramma tonen hoe ze samen resistente malaria aanpakken.

# DE LIJST

25


© Brandweer Zone Antwerpen

Ik kijk alvast uit om van ‘crisisgedachten’ te wisselen in de toekomst om het samen nog beter te doen.


ITG EN IK

DIMI VERCAMMEN Ik leerde de mensen van het crisisteam van het ITG kennen vanuit mijn vakgebied ‘noodplanning’ bij Brandweer Zone Antwerpen. Ik werk er als wachtofficier en vul dit zo professioneel en creatief mogelijk in. De wachtofficier zorgt ervoor dat de samenwerking tussen de brandweermannen en andere hulpdiensten tijdens een interventie vlot verloopt. Een van mijn grootste interessegebieden is crisismanagement en hieruit is mijn connectie met het ITG ontstaan. Tropische geneeskunde heeft voor de burger en de hulpdiensten iets mysterieus. Ik was dan ook zeer blij dat ik de werking en structuur van de organisatie beter kon leren kennen. Safetymanager Kathleen Anthonis zorgde voor een verkennende rondleiding in de gebouwen en gaf wat meer toelichting over de veiligheidsaspecten en ‘mythes’ rond biologische risico’s in het ITG. Toch bleek dit niet het enige punt waarover ik wilde nadenken, want het ITG gaf mij nog een bijkomende uitdaging. Bestrijden van brand in historische gebouwen vraagt immers om een aparte aanpak. Ik stond versteld van de expertise en gedrevenheid om rond (brand) veiligheid te werken. Het ITG draagt brandveiligheid en de veiligheid van zijn medewerkers duidelijk hoog in het vaandel. Er werden al veel inspanningen geleverd die bijdragen aan de veiligheid en het

welzijn van de medewerkers. De vraag om samen verder na te denken over de veiligheid van studenten, medewerkers en omwonende burgers was voor mij een opvallend teken van de gedrevenheid van het ITG-crisisteam. Onze aangename samenwerking zorgde ervoor dat we in november 2018 een kwaliteitsvolle simulatie konden uitvoeren met verschillende hulpdiensten zoals de brandweer, medische diensten, politie, maar ook jullie eigen crisiscommunicatieteam. Dergelijke oefeningen confronteren de verschillende verantwoordelijken, waaronder ook het crisisteam van ITG, met een scenario vol theoretische vraagstukken: “Moeten we de brand blussen, hoe pakken we dat aan, wie moeten we evacueren, welke straten sluiten we af, wat zijn de risico’s naar onze personeelsleden, hoe communiceren we over een brand in het ITG naar burgers?” Het is een greep uit de vragen die op ons afkwamen. Voor ieder van ons was het een leerrijke en verhelderende oefening. Ik kijk alvast uit om van ‘crisisgedachten’ te wisselen in de toekomst om het samen nog beter te doen. # ITG & IK 27


Ni e t t e m i s s e n Gynaecologe voor

het

Mieke

eerst

natuurlijk

haar

bevallen

Ulens

bundelt

ervaringen en

rond

plaatst

de

schijnwerpers op de moeilijke context van ontwikkelingslanden in de jaren zestig. Ulens en

zoekt

beschrijft

ook

de

controverse

technieken

die

op

onder

Westerse vroedvrouwen en gynaecologen nauwelijks (nog) bekend zijn. 9789082985641 - 25

eur

- 208 p.

te koop in uw boekhandel op bol . com of bitbook . be

promotie-P3-met afloop.indd 1

29/05/19 13:04

www.reisgeneeskunde.be Blijf op de hoogte, waar je ook bent. Nieuwe website & app - herfst 2019


CONNECTING THE DOTS

ONE PLANET. ONE HEALTH. ONE FUTURE. Sinds 1959 is het Colloquium de belangrijkste wetenschappelijke conferentie van het ITG, gefinancierd door de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Om de twee jaar vindt het Colloquium plaats in een partnerland van het ITG. Dit jaar gaat het Colloquium door in Antwerpen op 9 en 10 oktober. Voor deze 60ste editie leggen we verbanden tussen enkele van de meest dringende kwesties in de tropische geneeskunde en de internationale gezondheidsgemeenschap. Experts uit alle uithoeken van de wereld komen samen om de huidige uitdagingen van de wereldwijde gezondheid te bespreken, met een specifieke focus op migratie, klimaatverandering en innovatie. 9 - 10 oktober 2019 Antwerpen, Zuiderkroon colloquium2019.itg.be

29


KALENDER 13 sep

Opening academiejaar

16-20 sep

ECTMIH 2019 – Liverpool, UK

9-10 okt

Connecting the dots 60ste ITM Colloquium

15-16 okt

Be-cause health conference – Taking the urban turn

22 nov

Dag van de Wetenschap

UW INBRENG TELT! Voor vragen, opmerkingen en suggesties of om een papieren versie van P³ te ontvangen, neem contact op met communicatie@itg.be

@

Lees P3 online via www.itg.be/magazine

@

www.itg.be @ ITGITMAntwerp @ @ITMantwerp / @TropischITG @ www.itg.be/update


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.