1 minute read

ITAA-zine | Nummer 8 - december 2020

1. Situering van het probleem

Advertisement

De brexit, die het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie verankert, is op 1 februari 2020 in werking getreden. Voor de toepassing van de btw blijven de intracommunautaire regels echter behouden in de betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de andere lidstaten van de Europese Unie, tot en met 31 december 2020.

Tenzij een andere beslissing wordt genomen, gaan de goederen en de diensten tussen de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 over naar de btw-regeling van de extracommunautaire handelingen.

De belangrijkste btw-gevolgen hebben betrekking op de fysieke verplaatsingen van goederen (binnengekomen en uitgaande goederen van de Europese Unie, ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk) en de leveringen en dienstafnames met in het Verenigd Koninkrijk gevestigde personen. De bijzonderheden voor Noord-Ierland komen hier niet aan bod.

Aangezien het overgrote deel van de intracommunautaire handelingen (goederen en diensten) tussen belastingplichtigen plaatsvindt die voor btw-doeleinden zijn geïdentificeerd, met recht op aftrek, richt deze uiteenzetting zich op de btw-aspecten tussen deze belanghebbenden.

2. Goederen

2.1. Goederen die het grondgebied van de Europese Unie binnenkomen

2.1.1. Verenigd Koninkrijk nog steeds beschouwd als een lidstaat van de Europese Unie

Tot 31 december 2020, blijft men het Verenigd Koninkrijk voor de toepassing van de btw als een lid van de Europese Unie beschouwen. De bewegingen van de goederen blijven de regels volgen van intracommunautaire leveringen-verwervingen tussen de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.

Voor deze handelingen moet men in het bijzonder rekening houden met de hoedanigheid van de kopers: (i) belastingplichtigen met recht op aftrek; (ii) leden van de groep van vier (belastingplichtigen vrijgesteld door art. 44 van het WBTW; landbouwondernemingen van de regeling van artikel 57 van het WBTW, kleine ondernemingen van artikel 56bis van het WBTW, niet-belastingplichtige rechtspersonen); (iii) particulieren.

This article is from: