column
Gerhard Hormann (49) is schrijver en journalist. Samen met zijn vrouw kocht hij een tweede huis op een recreatiepark in Overijssel. Op deze plek doet hij verslag van zijn ervaringen als trotse eigenaar van een mini-boerderij.
Ooit heb ik me hardop afgevraagd of het kopen van een tweede huis nou een belegging is of een bevlieging. Dat heb ik eerst op deze plek gedaan en later nog eens uitgebreid in een boek over het onderwerp “vakantiehuizen”, dus je kunt niet zeggen dat ik er niet goed over heb nagedacht. Maar al dat gefilosofeer leverde uiteindelijk geen bevredigend antwoord op, om de simpele reden dat er niets te kiezen valt. Het is namelijk een beetje van allebei. Over de waardevastheid en prijsontwikkeling van recreatiewoningen en chalets zullen we het later nog eens uitgebreid hebben, dus voor deze keer concentreren we ons op het tweede deel van de vraagstelling. Het woord “bevlieging” suggereert lichtzinnigheid en impliceert eigenlijk meteen al wroeging. Je doet iets zonder er goed over na te denken en hebt al spijt voordat de inkt op het koopcontract goed en wel is opgedroogd. Nou ligt dat moment alweer elf jaar achter ons en vorige week zijn we nog een heel weekend in ons huisje geweest, dus van spijt is in ons geval geen sprake. Toch ging het bij ons ook om een rasechte impulsaankoop. Even een afslag nemen op weg naar een verjaardag en daar even die modelwoning bezichtigen. Alleen zou ik het geen bevlieging willen noemen, maar verliefdheid. Of liever: liefde op het eerste gezicht. Het lijkt misschien een rare vergelijking, maar dat is het niet. Er zullen best mensen zijn die volkomen rationeel, en met allemaal lijstjes vol plussen en minnen op zoek gaan naar een vaste vakantiestek, maar verreweg de meeste kopers lopen er toevallig tegenaan en beslissen binnen een paar dagen. Net zoals je doet wanneer je halsoverkop verliefd wordt op iemand en weigert te geloven dat die persoon ook maar één slechte karaktereigenschap in huis heeft. Zo ging het bij ons in ieder geval. We hadden geen benul van de parkkosten, kregen een veel te rooskleurig beeld voorgespiegeld van de eventuele huurinkomsten en wisten niet eens wanneer we er zelf gebruik van konden of wilden maken. Toch beschouw ik het achteraf als een van de beste beslissingen uit mijn leven: die maak je immers altijd op gevoel. Je onderbuik en je hart weten vaak beter wat goed voor je is dan je
brein. De eerste hypotheekadviseur die we bezochten, merkte tussen neus en lippen door op dat we er “over een paar jaar toch weer vanaf wilden”. Waarschijnlijk zijn we daarom niet met hem in zee gegaan: omdat je op de dag van je bruiloft helemaal niet wilt horen dat je beeldschone echtgenote ooit op je schoonmoeder gaat lijken. Je wilt de illusie nog even in stand houden, of in ieder geval kunnen geloven dat verliefdheid nooit helemaal over gaat. En wat blijkt: dat is ook zo. Natuurlijk zit je wel eens te zuchten als de rekening met beheerskosten in de brievenbus valt, maar we gaan nog steeds met even veel plezier naar ons huisje. Je hebt op dinsdag al voorpret in de wetenschap dat je vrijdag weer die kant op gaat en krijgt meteen een vakantiegevoel als je de deur van je huisje opendoet en de vertrouwde geur opsnuift. Eigenlijk begint dat vakantiegevoel al wanneer je op vrijdagavond in het donker over de A28 richting het noorden rijdt. Soms is het zelfs leuker dan toen, net zoals een relatie na de eerste prille verliefdheid ook aan diepgang kan winnen. Je weet wat je aan elkaar hebt, neemt elkaars slechte eigenschappen voor lief en deelt samen een mooi verleden. In ons geval komt daar nog iets anders bij, iets wat we pas later volledig zijn gaan beseffen. We hebben ons huisje namelijk gekocht op de groei, zoals je voor je kind soms ook een broek koopt die over een paar maanden pas echt goed zal passen. Toen ik mijn handtekening onder het koopcontract zette (en ook toen ik mijn eerste column schreef) was ik 38. Veel te jong natuurlijk om een huisje te willen hebben op een park dat zich vooral richt op rustzoekers en - want die bestonden toen nog - vutters. Maar inmiddels ben ik zelf bijna vijftig en begin ik steeds meer richting doelgroep op te schuiven. De term “gelijkvloers” zegt me nog niks en ik maak nog altijd rondjes van 100 kilometer op mijn mountainbike. Maar er móet een reden zijn waarom ik me daar steeds meer thuis ben gaan voelen...
(wordt vervolgd)
3