Veiligheidsnieuws nr. 2 2015

Page 1

VEILIGHEIDSNIEUWS Intersafe A T R I T D EX E E K K DI

IE

jaarg ang 4 7

Verhuizing Intersafe

pag. 3

NSWE 2015: Van moeten naar willen

pag. 4

Essilor Eyezen: ontspanning voor beeldschermgebruikers

pag. 13

Dickies Rigger laarzen

pag. 39

2

2015


2

3

Let’s move forward In het eerste nummer van dit jaar heb ik u geïnformeerd over hoe Intersafe zich weer volledig op haar klanten kan richten nu we weer “in control” zijn. Het National Safety at Work Event (NSWE) op 16 april in de Van Nelle Fabriek was daar een prachtig voorbeeld van. Als hoofdsponsor van het event had Intersafe groots uitgepakt om bezoekers te laten zien waar we toe in staat zijn. Centraal in de hal was de Integral Safety & Health Circle geplaatst; op ware grootte, voorzien van 10 iPads waarop met een ani­ matiefilm alle diensten en services van Intersafe in beeld werden gebracht. Met circa 1.000 bezoekers, van het juiste kaliber, groeit het National Safety at Work Event uit naar de positie die het National Safety at Work Platform zich tot doel heeft gesteld.

Intersafe heeft Innovatie als een van haar klantwaarden. Een dergelijke waarde dient in alle facetten tot uitdrukking te komen. Na 43 jaar trouwe dienst zijn wij tot de conclusie gekomen dat het kantoorpand aan de Kamerlingh Onnesweg in Dordrecht niet meer in staat is ons de uit­ straling te bieden die recht doet aan wie we als organisatie willen zijn. Daarom zullen we dit jaar binnen Dordrecht verhuizen naar een eigen­ tijds kantoorpand aan het water, pal naast de karakteristieke spoorbrug over de Oude Maas. Sinds 27 april een koninklijke locatie die vraagt om een grand parade van zakelijke successen. Verderop in dit nummer meer hierover.

Doelstelling NSWP: Alle stakeholders op het gebied van veilig & gezond werken bij elkaar brengen. Ons doel is een klimaat te creëren waaruit een cultuur kan ontstaan die tot veilig gedrag leidt.

Verhuizing Intersafe ­

Onze missie luidt: “Toegewijd onze klanten voorzien van onze oplossingen en expertise om voortdurend de veiligheid en het welzijn van hun medewerkers te verbeteren op het werk.” Natuurlijk geldt dan ook dat Intersafe als werkgever haar medewerkers toegewijd wil voorzien van onze oplossingen om voortdurend de veiligheid en het welzijn op het werk te verbeteren.

Veel leesplezier, Roger van Meer

In deze editie van het Veiligheidsnieuws leest u verschillende verslagen van sprekers op het congres. Belangrijke thema’s van de sprekers waren de High Performance Organisaties en de noodzakelijke cultuur omslag: van Moeten naar Willen. We moeten samen werken aan intrinsieke moti­ vatie voor veiligheid bij onze collega’s.

inhoud

colofon Veiligheidsgedrag & HRM

pag. 3 Verhuizing Intersafe

Vakblad voor veilig en gezond werken

pag. 16 Dr. André A. de Waal: Hoe bouw je pag. 4 NSWE 2015:

Van moeten naar willen pag. 8 Inkoopmanagement

pag. 8

pag. 9

pag. 10 pag. 11

Verrassende visies op inkoopmanagement Richard Hald: “Biedt melders een podium zodat ze geen klokkenluider hoeven te worden.” Kees Blokland: “Voorkom dat sociale warmte weglekt bij outsourcing” Björn Smeets: “We moeten elkaar besmetten met veiligheidsdenken” CPO-paneldiscussie: “Net wat je zegt!”

pag. 18 pag. 20

pag. 22 pag. 24

pag. 27 pag. 30 pag. 32

pag. 13 Essilor Eyezen: Ontspanning

voor beeldschermgebruikers

pag. 35

een high performance organisatie? Robin Brouwer: Veiligheid moet je willen! Gerard Scheffrahn: Samenwerking opdrachtgever en aannemer bij bouw Noord/Zuidlijn Benno Baksteen: ‘De mens moet de reddende engel zijn’ Mr. Peter Paul Leutscher: Terug naar de bedoeling

Uitgave van: Intersafe Groeneveld B.V. Postbus 86, 3300 AB Dordrecht T +31 (0)78 618 14 00 F +31 (0)78 652 46 05 www.intersafe.eu

Veiligheidsmanagement Rob Triemstra: Blijf delen! Marga Zuurbier: Bijna alle ongevallen zijn te voorkomen Sandra de Bont: De tankopslagsector naar een hoger veiligheids niveau Jop Groeneweg: Serious gaming

Fotografie: Quintalle Nix Photography

Verantwoordelijk namens Intersafe Groeneveld: Roger van Meer / Tessa Antonisen / Inge Spier / Marjolein de Graaff

Ontwerp: Bataafsche Teeken Maatschappij Tekst: Groesbeek MC / Vincent Wibier / Van der Vliet Communicatie Productie en druk: Dekkers - van Gerwen Oplage: 15.000 exemplaren

pag. 39 Productnieuws Voor de foto’s en advertenties wordt regelmatig gebruik gemaakt van fotomodellen in gefingeerde werksituaties. Wij zijn ons bewust van het feit dat de personen in kwestie niet altijd 100% voldoen aan de wettelijke voorschriften.

Vorig jaar is ons kantoor in Frankrijk daarom verhuisd naar een veiligere en gezondere kantooromgeving. Dit jaar maakt ook het kantoor van Intersafe in Dordrecht die stap. Deze zomer verhuizen wij naar Wilgenbos 2, een mooie locatie aan het water in Dordrecht, aan de oude Maas naast de markante spoorbrug. Deze locatie draagt bij aan ons MVO-beleid, omdat het veel energiezuiniger is dan de huidige locatie.

Deze locatie draagt bij aan ons MVO-beleid, omdat het veel energiezuiniger is dan de huidige locatie. Zo komen wij in een werkomgeving waar collega’s en afdelingen efficiënt met elkaar werken en communiceren, zodat wij de hoogste kwaliteit en service kunnen blijven bieden. De nieuwe locatie is een mooi visitekaartje voor ons. Wij blijven goed bereikbaar in Dordrecht met tegenover de ingang een publiek parkeerter­ rein, die toegankelijk is voor onze gasten.

Bovendien is de locatie ook met het openbaar vervoer goed bereikbaar, er is een bushalte voor de deur en het centraal station van Dordrecht ligt op een paar minuten loopafstand, wat ook goed past binnen ons MVO-beleid. Zodra de definitieve verhuisdatum bekend is, publiceren wij deze via diverse media. Onze telefoon- en faxnummers blijven ongewijzigd net als het postadres. Nieuwsgierig geworden? Houd onze website in de gaten en meld u hier direct aan voor onze e-mail nieuwsbrief.

Meer weten? Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu.


4

5

NSWE 2015: Van moeten naar willen donderdag 16 april 2015, Van Nelle Fabriek, Rotterdam

Hoe zei het blad Management Team

leider die met enthousiasme kan vertellen hoe belangrijk het is om veilig te werken, die mensen laat oefenen met veiligheid èn die zelf het goede voorbeeld geeft.”

het ook al weer?: “Ben Tiggelaar 1) is één van Nederlands meest getalenteerde

New kids on the block 1: Eurosafe solutions

sprekers, iemand die gemakkelijk en

Naast vertrouwde, gerenommeerde namen zien we ook veel nieuwe gezichten op de leveranciersmarkt van het NSWE. De bezoeker maakt direct bij binnenkomst kennis met het gevaar van werken op hoogte, en met Jan Kwanten die je graag vertelt hoe je dat veilig kunt doen. Op hetzelfde moment valt er op het scherm achter hem - da’s toch even schrikken - een man naar beneden... ‘Ja, en die wordt gelukkig gered door ons semipermanente valbeveiligingssysteem. “Wat verwacht u van deze dag?”, vraagt de verslaggever die dreigt te worden bedolven onder technische kennis. “Naamsbekendheid voor ons bedrijf en onze valbeveiligingsoplossingen en bewustwor­ ding van het gevaar van werken op hoogte. En dat we met ons pro­ duct de keten kunnen sluiten voor veilig werken op hoogte.” Op de achtergrond valt de man op het scherm nog een keer naar beneden. De verslaggever loopt snel verder.

direct contact met mensen maakt.” Al direct bij de start van de tweede editie van het National Safety at Work Event brengt hij die woorden in praktijk door zijn publiek te laten merken dat hij ‘één van ons’ is. En dat is maar goed ook, want om het thema ‘Van moeten naar willen’ handen en voeten te geven, is er iemand nodig die het publiek en de sprekers bij de les weet te houden. ‘Want, zegt hij, iedereen weet wat belangrijk is en wat we zouden moeten doen om veilig te werken. Maar er moet vaak iets gebeuren voordat we dat echt beseffen.’ Gastheer Roger van Meer, General Manager van Intersafe Groeneveld en initiatiefnemer van het National Safety at Work Platform, dat deze dag organiseert, wijst het publiek fijntjes op de man in de rode overal die steeds weer te zien is op het beeldmateriaal van Intersafe. Van Meer: “Het is de onbekende soldaat die elke dag risico loopt en ‘s avonds veilig thuis wil komen bij vrouw en kinderen. Managers lopen geen risico.”

“Ons brein is voor een heel belangrijk deel een hele grote automatisch werkende computer.” Dick Swaab: “Wij zijn geen rationele wezens.” De eerste topspreker van de dag is prof. dr. Dick Swaab, emeritus hoog­ leraar in de neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam en dertig jaar lang directeur van het Nederlands Instituut voor hersenonderzoek 2).

1)

Hij vertelt dat ons brein voor een heel belangrijk deel een hele grote auto­ matisch werkende computer is. Waarop Ben Tiggelaar grapt: “Wij zijn niet toerekeningsvatbaar!” Swaab noemt verliefdheid als voorbeeld: “Als je verliefd bent, dan kun je een besluit nemen voor de rest van je leven. Niet op basis van argumenten, maar door verliefd te worden. Dat gaat geheel automatisch. In de luchtvaart is het heel belangrijk alle handelingen vaak te trainen om later automatisch te kunnen reageren in noodsituaties. Zou het niet fantastisch zijn als we alle veiligheidsvoorschriften konden auto­ matiseren en op die manier de juiste beslissingen te kunnen nemen?” Vanuit zijn eigen ziekenhuiservaring vertelt Swaab over de tijd dat het nog niet verplicht was een bromfietshelm te dragen: “Ik heb vele malen in de operatiekamer gestaan waarbij jonge mensen werden binnengebracht na een ongeluk met een motor of een scooter waarbij we hele delen van de hersenen moesten wegzuigen... In feite maakt Veilig Verkeer Nederland van een dergelijke ervaring gebruik in cursussen voor mensen die met alcohol achter het stuur gesnapt worden. Die krijgen te zien welke onge­ lukken er gebeurd zijn door mensen zoals zij. En dat werkt. Angst blijkt hier een goede raadgever.” “Wat ook werkt is een op zichzelf zo saai ding zoals een helm modieus te maken zodat mensen het ‘cool’ vinden er een te dragen. Daar kunnen we gebruik van maken om veilig gedrag te stimuleren. Als je je als werk­ nemer wil identificeren met het bedrijf waarvoor je werkt, dan wordt het makkelijker om je aan de veiligheidsvoorschriften te accepteren en te houden. Bedrijfskleding draagt hiertoe bij. Net zoals een aansprekende

Bron: www.tiggelaar.nl. Zijn boek ‘Ben Tiggelaar De beste columns’ is in 2013 uitgegeven door Tyler Roland Press, Soest. ISBN 978 90 794 4559 2. Wij zijn ons brein. Van baarmoeder tot Alzheimer – Dick Swaab, 35e druk 2015. Uitgeverij Atlas Contact Amsterdam. ISBN 978 90 254 3914 9.

2)

Lidewey E.C. van der Sluis: “Talent is goed, ambitie is beter” Prof. dr. Van der Sluis 3) stelt dat als veilig werken zowel in het belang is van werkgever als werknemer - en zij het allebei daarover eens zijn - dan verandert dat ‘moeten’ vanzelf in ‘willen’. Het managen van risico’s begint al bij het vinden van de juiste mensen voor de organisatie (strategisch talentmanagement). Of zoals Van der

3) 4)

Prof. dr. Dick Swaab

Sluis het schrijft in haar boek ‘Talent is goed, ambitie is beter’ 3): Op de arbeidsmarkt is de wil van iemand om (veilig) te werken relevanter dan het talent dat iemand heeft. Daarnaast doet een goed voorbeeld (door de werkgever) goed volgen. Schrijft de regel voor dat je een helm moet dragen en je hebt daar geen zin in dan ben je een risico voor de organisatie. Het grootste risico zit in het hart van de mensen, het karakter. Organisaties zouden niet zozeer moeten selecteren op kennis, ervaring, vaardigheden en kunde, maar meer op karakter. Dáár zit de motivatie van arbeidskracht. >>

Prof. dr. Lidewey E.C. van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talentmanagement aan de Nyenrode Business Universiteit. Talent is goed, ambitie is beter. Gids voor strategisch talentmanagement – Lidewey van der Sluis. Nyenrode University Press 2012.


6

NSWE 2015 >>

het verschil is tussen een manager en een leider? Een manager doet de dingen goed en een leider doet goede dingen.” Peter van Uhm weet zijn gehoor als geen ander te boeien door helder en simpel taalgebruik. Op het einde van zijn betoog legt Van Uhm uit wat voor hem verantwoor­ delijkheid voor mensen inhoudt. Direct nadat zijn zoon door een bermbom in Uruzgan sneuvelde, werd bij Pauw en Witteman de vraag gesteld of de vader van deze militair nog wel goed kon functioneren als bevelhebber. “Toen werd ik enorm boos. Wie zijn jullie dat jullie dat kunnen bepalen? Er ontstond onrust op het ministerie en bij de manschappen in Uruzgan. Het haalde mij uit mijn verdriet en bracht me terug naar mijn verantwoor­ delijkheid. Op het slechtste moment van mijn persoonlijke leven hield ik een persconferentie om te vertellen waarom het goed was dat wij in Afghanistan zaten. Het morele kompas van de troepen wees daarna weer in de goede richting. En de discussie in de media verstomde.”

New kids on the block 2: Shield Group Inspection & Testing Zo’n vallende man was op zichzelf al griezelig genoeg, maar het kan nog enger: Legionellabesmetting. Bianca Groeneveld van Adviesbureau Bioconsult weet er alles van: “Wij zijn dé specialist op het gebied van (drink)wateronderzoek, hygiëne- en luchtanalyse en voedselveiligheid. Bioconsult heeft een eigen onderzoekslaboratorium. Ik hoop vandaag vooral beslissers in de stand te ontmoeten; mensen die te maken hebben met Legionellapreventie en die beslissingen kunnen nemen over veiligheid. Tot nu toe is het voor ons al een geslaagde dag. Ik vind het NSWE een super-event, gezellig en goed georganiseerd.”

Ben Tiggelaar krijgt het voor elkaar dat mensen uit hun stoel komen en direct contact maken met andere bezoekers van het NSWE. In no-time vindt er een levendige uitwisseling plaats van goede vragen, handige tips en antwoorden die in de praktijk van alledag toepasbaar zijn. Het wordt zeer gewaardeerd. Dat geldt ook voor de workshops die in de verschillende zalen van de Van Nelle Fabriek worden gegeven. De dag vliegt voorbij. En dan staat daar ineens generaal b.d. Peter van Uhm.

Het morele leiderschap van generaal b.d. Peter van Uhm Nadenken over vrede en veiligheid is iets waar Peter van Uhm zich al vanaf zijn zestiende jaar mee bezighoudt. Dat begon door de verhalen van zijn vader over de Tweede Wereldoorlog. Het bracht hem uiteindelijk tot bevelhebber van de Koninklijke Landmacht. “Ik wilde dat er een betere wereld kwam. In de loop der jaren leerde ik dat niet alleen een klein land als Nederland hieraan bijdraagt, maar dat ieders bijdrage telt.” “Militairen”, zegt Van Uhm, “zijn normale mensen die bereid zijn hiervoor abnormale dingen te doen. Onder de moeilijkste omstandigheden. ‘Want ze spelen altijd een uitwedstrijd.’ Om die uitwedstrijd goed te kun­ nen spelen en uiteindelijk weer veilig thuis te komen, is goed leiderschap onontbeerlijk. ‘Wijst het morele kompas in de juiste richting? Weet u wat

Even blijft het stil in de zaal. Dan barst een daverend applaus los. Generaal Van Uhm krijgt een staande ovatie.

New kids on the block 3: Relexim Dr. T. Nicolas van het Canadese bedrijf Vital ID is naar Rotterdam gekomen voor de promotie van wat ongetwijfeld het kleinste veilig­ heidsproduct is op de leveranciersmarkt: de ‘Worker emergency ID’. “Het is een fluorescerende zelfklevende naamkaarthouder die op de veiligheidshelm bevestigd kan worden. Het bevat een kaartje waarop de in een noodsituatie zo belangrijke gegevens genoteerd kunnen worden, vitale informatie voor hulpverleners. De ‘Worker emergency ID’ is vooral bedoeld voor gebruik bij bouw- en constructiebedrijven en in de olie- en gasindustrie. In het Verenigd Koninkrijk worden er al enkele honderdduizenden per jaar verkocht. In de Benelux en Noord-Europa ligt nog een braakliggend terrein voor ons. Dat is ook de reden waarom ik hier ben uitgenodigd. Ik houd ervan om met Nederlanders te werken omdat een Nederlander open staat voor iets nieuws, hij houdt van uitdagingen en hij heeft verbeeldingskracht. Als een Nederlander iets goed vindt dan zegt hij dat. En als hij het niet goed vindt dan zegt hij het ook.”

Generaal b.d. Peter van Uhm

NSWE 2015

Komt u weer? ja 244 nee 6

977 bezoekers 53 stands 27 unieke sessies Vraag Score Rotterdam als locatie 8,0 Bereikbaarheid van Rotterdam 7,3 Kwaliteit van de locatie Van Nelle 8,4 Parkeerfaciliteiten Van Nelle 7,6 Website www.NSWE.nl 7,3 Aanmeldingsproces 7,6 Registratiebalie tijdens het event 7,9 Catering OSeven 7,5 Seminarprogramma 6,9 Informatie verstrekking van Intersafe op vragen 6,8 Totale opzet leveranciersmarkt 7,5 Toegevoegde waarde partners 7,0 Totaalwaardering NSWE 2015

8,2

Frequentie 1x per jaar 1x per 2 jaar 1x per 3 jaar

92 135 4

“Ik vind het NSWE een super-event, gezellig en goed georganiseerd.” Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


8

9

Inkoopmanagement Verrassende visies op inkoopmanagement Elf sprekers, verdeeld over drie programmablokken, die vrijuit spreken over allerlei facetten inkoopmanagement. Dat leverde een berg aan informatie op. Verrassende visies, uitdagende meningen en prikkelende praktijkervaringen zorgden tijdens het NSWE 2015 voor een mini-congres dat geen moment verveelde. Op deze pagina’s een impressie van de belangrijkste sprekers en een serie uitspraken van het zes man sterke CPO-panel. Richard Hald en Kees Blokland Björn Smeets en inkoopmanagers: Joanna van Sichem Consultant Het Nic Jeroen Wegkamp Directeur NS Procurement / CPO Wim de Kruijf Inkoopmanager BAM Utiliteitsbouw bv

Anil Joshi en CPO’s: René Ruepert Jeroen Corts Björn Smeets Oscar Breure Maarten Erasmus Edwin Jacobs

Global Procurement Nutreco Managing director Purfacts Inkoopmanager Dura Vermeer Divisie Infra B.V. CPO Intersafe Groeneveld B.V. Managing consultant Emeritor Manager Inkoop Mourik Services B.V.

Richard Hald, Van Gansewinkel Group:

“Biedt melders een podium zodat ze geen klokkenluider hoeven te worden.” Als een bedrijf omzet zwaarder laat wegen dan integriteit, dan kan dat een wel hele hoge tol eisen. “Ik heb bij een onderneming gewerkt waar de druk om productie te halen zó hoog werd opgevoerd, dat het leidde tot twee dodelijke ongevallen.” Zo, die opmerking hakte er wel even in. Hij kwam van een toehoorder bij de lezing van Richard Hald. Richard is manager Integrity bij de Van Gansewinkel Group en lid van de Ethiek-commissie van de inkoopvereni­ ging NEVI. Gedragscodes en protocollen opstellen; het is allemaal prachtig maar met écht integriteitsmanagement heeft het in zijn ogen nog weinig van doen. En daar kleven grote risico’s aan.

Imagoschade Richard vertoonde enkele fragmenten uit het RTL-nieuws over de fraude bij aanbestedingen bij ICT-bedrijf Ordina. Op de beurs was het bedrijf in één klap € 44 miljoen minder waard. En vaak blijft het daar niet bij, want als er een keer ‘gedoe’ bij een onderneming is, dan kan dat nog jaren door sudderen. Niet in de laatste plaats met dank aan internet, waar een bevlekt blazoen te pas en te onpas weer op duikt. Ook hier kwam weer een praktisch voorbeeld van een van de toehoorders op de tribune. Van een medewerker van het Maasstad ziekenhuis in Rotterdam. Daar faalde in 2011 de directie bij de aanpak van een bacterie-uitbraak, met dodelijke

afloop voor een aantal patiënten. De reputatieschade sleepte jaren door. Patiënten bleven weg, het ziekenhuis moest inkrimpen en mensen ontslaan. Tot op de dag van vandaag plukken ze nog steeds de wrange vruchten van deze affaire.

“Als er iets misgaat en je gaat daar als bedrijf niet integer mee om, dan krijg je daar vroeg of laat last van.”

andere contracten simpelweg niet meer krijgt. Simpelweg omdat er een verhaal rondgaat dat er iets mis is bij jouw bedrijf.” Gebrek aan integriteit binnen een onderneming kan ook een vernietigend effect intern, dus op de medewerkers, hebben. “Collega’s storen zich er aan, melden zich ziek, raken mogelijk arbeidsongeschikt; de effecten kunnen ver reiken.”

Voortwoekeren Integriteit is voor Richard een ‘must’ en dat geldt nadrukkelijk van hoog tot laag. CEO’s maar ook aandeelhouders en toezichthouders durven vaak niet meteen in te grijpen als ze signalen van onethisch gedrag ont­ vangen, omdat ze in eerste instantie bang zijn voor negatieve publiciteit. De kans dat een kwestie dan voortwoekert, wordt er alleen maar groter door. Managers en medewerkers dieper in de organisatie moeten er op kunnen vertrouwen dat ze gehoord worden als ze iets aankaarten wat volgens hen niet door de beugel kan. Richard: “Binnen de Van Gansewinkel

Group hebben we een podium gecreëerd dat formeel regelt dat je geen last krijgt als je met een melding komt. Je wordt dan niet overgeplaatst of ontslagen of zo.”

Zichtbaar maken Toen dat podium er eenmaal was - het was een lange weg om er te komen, bekende Hald - zag het bedrijf het aantal meldingen over onder andere gebrekkige veiligheidskwesties enorm stijgen. De eerste reactie was dat er op dat moment ineens van alles mis ging. Dat was niet het geval, wel werden zaken die eerder ook al niet in orde waren nu zichtbaar gemaakt. Met als voordeel dat er vervolgens iets aan gedaan kon worden. Vooral dat podium bieden, is in de ogen van Richard Hald van groot belang: “Als je iemand die iets wil melden geen podium biedt, dan wordt hij of zij een klokkenluider. Dat is iemand waar in de eigen organisatie niet naar geluisterd wordt en die dan naar de pers of justitie stapt. Dan ben je de regie kwijt en heb je de zaak niet meer in eigen hand.”

Kees Blokland, Code Verantwoordelijk Marktgedrag:

“Voorkom dat sociale warmte weglekt bij outsourcing” Ruim vier jaar is er gewerkt aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag voor de schoonmaak- en glazenwassersbranche. De code is inmiddels door 800 partijen ondertekend, waaronder 200 grote opdrachtgevers. En dat begon allemaal met een ‘gouden drol’… Kees Blokland vertelt het verhaal met een grote grimas op zijn gezicht. Hij was in 2009 als HRM-directeur bij de NS net in gesprek met de hoogste baas van de NS toen zich boze vakbondsleden meldden. Er speelde een conflict onder schoonmakers. De bond wilde daar met een ludieke actie de aandacht op vestigen en de vraag was wie namens de NS de gouden drol in ontvangst wenste te nemen…

Wake-up call Niet veel later bezocht Kees een onderkomen van de schoonmakers op het Centraal Station in Amsterdam en sloeg de schrik hem om het hart. Hij belandde in een smerige ruimte ‘waar je nog geen hond in zou loslaten’ ergens onder het spoor. Geen raampje of sprankje daglicht te bekennen, het water sijpelde langs de muren en er lagen veiligheidsinstructies waarop voor de buitenlandse schoonmakers die de Nederlandse taal niet machtig waren de vereiste handtekening alvast was ingevuld… Het was een echte wake-up call voor Blokland; “Dit kon dus gebeuren als een net bedrijf als NS zaken gaat uitbesteden en er vervolgens ergens in de keten dingen misgaan.”

outsourcing zijn collega’s ineens geen collega’s meer. De verhouding ver­ andert. Wat eerst een collega was wordt nu een inkoop-relatie. Daarmee kan een heleboel sociale warmte verloren gaan.” Vier jaar lang voerde Blokland als commissievoorzitter voor de code onderhandelingen met vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, intermediairs en opdrachtgevers. Het was polderen en nog eens polderen, maar het resultaat mag er zijn. Er is meer aandacht voor kwaliteit gekomen. Inkopers zijn zich ook meer bewust geworden dat het uitbesteden van professionele diensten voordeel kan bieden, maar dat je mensen daarbij niet ‘als een pakje over de heg moet zetten’.

“Wie wenst namens de NS de gouden drol in ontvangst te nemen...?” Maatschappelijk belang

Ziekmakend

Polderen

Kortom, als er iets misgaat en je gaat daar als bedrijf niet integer mee om, dan krijg je daar vroeg of laat last van. Richard: “Een contract kwijt­ raken is niet fijn. Maar realiseer je dat zoiets er ook toe kan leiden dat je

Nee, Kees Blokland die eerder jaren bij Cemsto werkte, is beslist geen tegenstander van outsourcing. Maar daarbij moet er wel zorgvuldig geke­ ken worden naar de balans tussen sociaal en commercieel gedrag. “Bij

Blokland wees de vele inkopers in de zaal er ook nog maar eens op dat je altijd de lange termijn voor ogen moet blijven houden. “Veel inkopers zijn gefocust op dat ene moment waarop de handtekeningen gezet worden. Maar bij dienstverlening gaat het om kosten en baten over de héle >>


10

Inkoopmanagement

>>

looptijd van het contract. Elke dag opnieuw moet die dienst door mensen geleverd worden. En dan moet je wel blijven nadenken hoe dat veilig en verantwoord kan. Verlies je dat uit het oog, dan kun je misschien wel 30% op je kosten besparen, maar duurt het hooguit een paar maanden tot er iets fout gaat.” Als het aan Blokland ligt, dan zou het Ministerie van Economische Zaken nog wat meer haar tanden mogen laten zien. Dat is terughoudend met

het opstellen van regels, maar volgens Blokland is daar zeker voor de schoonmaak- en catering branche best behoefte aan. “Toen de markt voor tandartsen werd vrijgegeven, gingen de tarieven daar omhoog. Die kunnen hun zaakjes prima regelen. Maar de toetredingsdrempel tot de schoonmaak is laag. In een markt waar veel allochtonen werken moet je zorgen dat arbeid voor die mensen op een fatsoenlijke wijze georgani­ seerd wordt. Dat is ook een maatschappelijk belang.”

Björn Smeets, Dura Vermeer:

“We moeten elkaar besmetten met veiligheidsdenken” Dura Vermeer Groep NV is al 160 jaar een familiebedrijf. Als dan de hoogste baas in een filmpje op YouTube hardop stelt dat er voor mensen die niet veilig willen werken geen plaats is bij Dura Vermeer, dan schept dat meteen heel veel duidelijkheid. Björn Smeets is Inkoopmanager bij de divisie Infra van Dura Vermeer dat in totaal 3.000 medewerkers telt en actief is in bouw, infrastructuur, engi­ neering en dienstverlening. Veiligheid is dus wel ‘een ding’ binnen het concern. En daar gaan ze ver in. Vrij recent nog verloren ze een rechts­ zaak tegen een opdrachtgever, omdat er op een werkplaats onvoldoende vrije werkruimte was. Björn: “Als wij niet veilig kunnen werken, gaan we ook niet beginnen. In dit geval vonden we de 60 cm vrije ruimte achter een barrier onvoldoende. We zijn een rechtszaak begonnen, maar die hebben we verloren. Vervolgens hebben we de opdracht teruggegeven.” De toehoorders in de zaal zijn zichtbaar onder de indruk van dit staaltje van je rug recht houden, en belonen het verhaal met een welgemeend applausje.

“We moeten elkaar besmetten met veiligheidsdenken.” Total loss Geen applaus maar een zucht van verontwaardiging gaat er door de zaal, als Björn vertelt dat Dura Vermeer voor de zogenaamde ‘pijlwagens’ die ze bij wegwerkzaamheden gebruiken geen onderhoudscontracten meer afsluit. De aanhangers met grote verlichte pijlen (zie foto pagina 11) die het verkeer attenderen op een wegversmalling, worden vóór de verstrijking van de technische levensduur namelijk al total loss gereden. “Dat is de wereld waarin wij leven.” De wereld waarin Dura Vermeer leeft, is er ook één van veel verantwoor­ delijkheid bij de mensen zelf leggen. Veiligheid mag nooit een tegeltje aan de muur worden, medewerkers worden geacht zichzelf in de spiegel aan te kijken en de vraag te stellen ‘wat is hier mijn verantwoordelijkheid?’.

En dan loop je soms ook tegen grenzen op. “Wij hebben 3.000 mensen in dienst, maar op al onze bouwplaatsen zijn dagelijks 30.000 mensen aan het werk. Hoe meer mensen je inhuurt, hoe lastiger het wordt om je eigen veiligheidsregels en -gedrag op anderen over te brengen.”

Samen sterk Samen sta je sterker is het parool voor Dura Vermeer. Het bedrijf ontwik­ kelde samen met Intersafe een veiligheidsapp die ook voor onderaannemers beschikbaar is. “Je moet het sámen doen in de keten. Op bouwplaatsen heeft ieder nu nog z’n eigen veiligheidsregels, ik vraag me dan af waarom de BV Nederland niet met regels komt die voor iedereen gelden.” Leren van elkaar is een ander onderwerp waar Björn graag op hamert. Hij beschouwt de petrochemie als koploper, en pleit er voor dat bouw, infra en andere sectoren daar hun voordeel mee doen: “We moeten elkaar besmetten met veiligheidsdenken.”

Pijlwagen bij wegwerkzaamheden.

Meer informatie Voor meer informatie over deze onderwerpen kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of

“Net wat je zegt!” Dit werd er gezegd tijdens de CPO-paneldiscussie Presentator en trainer Anil Joshi leidde de discussies bij de presentaties over inkoop­management en verzorgde zelf een presentatie over anders werken en anders samenwerken. Het recept daarvoor is vrij simpel. Om het ketendenken echt inhoud te geven, is vooral een kwestie van meer transparantie. Maar om dat voor elkaar te krijgen, is minder eenvoudig. Ons gedrag zit opgesloten in het DNA en dat laat zich niet makkelijk veranderen. Het slot van het inkoopmanagementcongres bestond uit een paneldiscussie met een zestal CPO’s aan de hand van een serie stellingen.

René Ruepert (Global Procurement Nutreco):

“Nee, een inkoper hoeft geen expert te zijn op veiligheid. Daarvoor moet je gebruik maken van je veiligheidsdeskundigen.”

Inkoper 2.0 Inkopers hebben bij dat proces een belangrijke rol, omdat zij nu eenmaal op alle plekken binnen de organisatie komen. De Inkoopmanager ziet inkopers ook veel meer als projectleiders, die ook de eigen veiligheids­ afdeling in contact brengt met veiligheidsspecialisten aan leveranciers­ zijde. “Bij ons railbedrijf gaat de helft van de gesprekken over veiligheid. Dat onderwerp komt altijd als eerste ter tafel. Ver daarna gaat het pas over kosten en waren.” Björn ziet dan ook een ander type inkoper ontstaan. “De inkoper 1.0 was nog erg op prijs gericht en kwam nooit achter de computer vandaan. De inkoper van nu, inkoper 2.0, is een verbindende factor, iemand die het inkoopproces organiseert. Die rekenen we ook niet meer af op onderhandel­ resultaten of inkooprendement. Dat is allemaal niet belangrijk. Nul risico, dáár moet je ze op afrekenen!”

E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.

Jeroen Corts (Managing Director Purfacts): “Maverick buying (ofwel inkoop buiten bestaande contracten om) is niet per definitie onwenselijk. Het kan een indicatie zijn dat er iets mist in het bestaande contract.”

Oscar Breure (CPO Intersafe Groeneveld B.V.): “Sommige specificaties

voor een tender zijn zo mager dat wij niet anders kunnen dan inderdaad de allergoedkoopste oplossing aanbieden. Maar veiligheid inkopen, is méér dan enkel naar de kosten te kijken. Een product of dienst is méér dan alleen een prijsje onderaan een spreadsheet.”

Maarten Erasmus (Managing consultant Emeritor):

“Gemiddeld geven bedrijven 60% van hun budget uit aan inkoop, terwijl personeelskosten maar 25% bedragen. Zó belangrijk is inkoop dus, dus richt dat goed in.”

Björn Smeets (Inkoopmanager Dura Vermeer Divisie Infra B.V.):

”Het standaard asfalt uit onze fabrieken kan 15 jaar mee. Maar gemeenten willen asfalt dat 6 jaar meegaat en dat 12% goed­ koper is. Alleen; die besparing valt in het niet bij de kosten voor onderhoud en omgevings­management. Denk alleen al aan het aantal keren dat je zo’n weg moet afsluiten. Over die maatschappelijke kosten zou het gesprek eigenlijk moeten gaan.”

Edwin Jacobs (Manager Inkoop Mourik Services B.V.):

“Meer dan 25 jaar geleden, bij een eerdere werkgever, heb ik een incident meegemaakt. Een jonge man overleed. Nu nog zie ik dat beeld voor me van zijn vrouw op de begraafplaats met een baby op haar arm en hun zoontje aan haar andere hand.”


(advertentie)

Essilor Eyezen:

13

Ontspanning voor beeldschermgebruikers Digitale apparaten zijn aan de orde van de dag. Ook al staat u er niet direct bij stil, ongemerkt brengt u heel wat uren al “schermend” door: voor de tv, achter de computer en op uw tablet of smart­p hone. Hierbij worden hoge eisen gesteld aan uw gezichtsvermogen. Met Eyezen van Essilor beschermt u uw visuele gezondheid.

Beeldschermwerk doet ongemerkt een groot beroep op onze ogen. Wie langere tijd achter een beeldscherm zit, kan last krijgen van diverse ongemakken zoals hoofdpijn, vermoeide en branderige ogen, zenuwtrek­ jes, tranende ogen of een wazig zicht. Wie brildragend is, kan daarnaast nog klachten ontwikkelen als gevolg van een ongezonde en onnatuurlijke houding: vooral nek-, rug- en schouderklachten komen op grote schaal voor. Dat deze klachten veelvuldig voorkomen bij brildragers is op zich niet verwonderlijk: wie een leesbril draagt, zal vaak dicht op het beeld­ scherm van een pc moeten zitten om goed te kunnen zien. Gevolg: een voorovergebogen, turende houding. Ook mensen met een multifocale bril nemen geregeld een onnatuurlijke houding aan achter de pc: zij buigen hun hoofd vaak iets achterover. Ook emmetropen (mensen zonder bril­ sterkte) lopen risico’s op klachten bij langdurig beeldschermgebruik: zo’n 88% van de beeldschermgebruikers herkent een of meerdere van de eerder genoemde symptomen.

Blauw licht houdt wakker Het licht dat wordt uitgestraald door beeldschermen, bevat een hoge intensiteit blauw licht. Dit komt van nature ook voor in daglicht, maar naarmate de dag vordert, neemt de natuurlijke concentratie blauw licht af. Blauw licht heeft invloed op onze biologische klok: lichtgevoelige ganglioncellen, aanwezig op het netvlies, geven informatie door aan de pijnappelklier en beïnvloeden op deze manier de aanmaak van het slaap­ hormoon melatonine. Hoe blauwer het licht, hoe minder melatonine wordt aangemaakt. Veelvuldig beeldschermgebruik kan dan ook leiden tot een verstoord dag- en nachtritme.

Ook het oog zelf heeft moeite met een overdaad aan blauwviolet licht. Blauwe lichtstralen, die een korte golffrequentie hebben, verbuigen meer in de ooglens. Hierdoor komt het brandpunt niet op, maar vóór het net­ vlies te liggen. Als gevolg hiervan kunt u last krijgen van een verstrooid en wazig zicht. Op termijn kan het cumulatieve effect van blauw licht zelfs leiden tot beschadiging van het netvlies en, in bepaalde golflengten, bijdragen aan leeftijdsgerelateerde macula-degeneratie (AMD). Kort gezegd: van blauw licht worden uw ogen eerder oud.

Essilor ontwikkelde een gamma aan brillen speciaal voor wie langdurig beeldschermwerk verricht: Eyezen. Light Scan: unieke filtertechnologie Essilor ontwikkelde een gamma aan brillen speciaal voor wie langdurig beeldschermwerk verricht: Eyezen. Uitgebreid onderzoek resulteerde in Light Scan, een unieke filtertechnologie van Crizal Prevencia waardoor de ogen worden beschermd tegen het hinderlijke blauwviolette licht dat uit­ gestraald kan worden door beeldschermen. De ogen worden hierdoor ontzien, waardoor oogklachten verminderen of zelfs geheel voorkomen kunnen worden. Ook werkt Light Scan contrastverhogend, waardoor kleine lettertjes beter zichtbaar zijn. Verder zijn alle producten voorzien van de Eyezen Focus: een specifieke sterkte in het speciaal ontworpen onderste gedeelte van het brillenglas. Deze is afgestemd op de gemiddelde gebruikersafstand - 33 centimeter - >>


(advertentie)

Essilor Eyezen

15

>>

Nieuwe mogelijkheden, efficiënter werken tot de smartphone. Gevolg: u hoeft geen onnatuurlijke houding meer aan te nemen om op uw smartphone te kunnen lezen. Dit zorgt voor meer comfort bij het smartphonegebruik.

brildrager, maar ook van diens relatie met de digitale wereld: jongeren gebruiken vaak veel verschillende apparaten, soms zelfs tegelijkertijd, terwijl de oudere garde vaak meer vanuit een zittende houding gebruik­ maakt van ‘traditionele’ beeldschermen zoals de computer en de tv.

Met de Eyezen Focus wordt voldaan aan een nieuwe kijkbehoefte: het extra nabijzicht.

Juist omdat de diverse profielen verschillend omgaan met digitale mogelijk­ heden, biedt Essilor uiteenlopende kijkoplossingen. De gezondheid van de ogen wordt hierdoor optimaal beschermd.

Drie consumentenprofielen

Het Eyezen-assortiment is leverbaar in zowel unifocaal design (Essilor Eyezen) als multifocaal design (Varilux Eyezen). Voor niet-brildragenden is de Essilor Eyezen ook zonder sterkte te verkrijgen.

Met de Eyezen Focus wordt voldaan aan een nieuwe kijkbehoefte: het extra nabijzicht. Van papier leest men immers heel anders dan van het scherm van een laptop, tablet of computer. De sterkte van de Eyezen Focus varieert naar gelang het profiel van de drager. Essilor onderscheidt hierbij drie profielen: jongvolwassenen (20 tot 34 jaar), pre-presbyopen (35 tot 44 jaar) en presbyopen (45 jaar en ouder). Bij de opstelling van het profiel is niet alleen uitgegaan van de leeftijd van de

Poetspapier en werkdoeken die hun werk goed doen, zijn in de meeste industriële werkplaatsen van cruciaal belang voor zowel de veiligheid als de productiviteit. Naast een unieke dispenserlijn omvat het aanbod van Tork® poetspapier en werkdoeken voor elke toepassing: van het opdweilen van gemorste olie tot secuur poetswerk.

www.tork.nl / www.tork.be youtube.com/user/Tork

Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.

Over Essilor Essilor Nederland maakt deel uit van Essilor International en is wereld­ leider op het gebied van corrigerende brillenglazen. Naast brillenglazen (waaronder het merk Varilux) levert zij ook profes­ sionele apparatuur voor de winkel of werkplaats van de opticien of optometrist. Bovendien biedt Essilor door middel van haar Uneyetedconcept een breed pakket aan ondersteunende diensten aan voor de zelfstandige opticiens.


16

17

Veiligheidsgedrag & HRM Hoe bouw je een high performance organisatie?

Dr. André A. de Waal

minste vijf jaar. Een ander onderscheidend kenmerk van een HPO is in één woord te vatten: discipline. Men laat zich niet afleiden. Er zijn duizen­ den dingen die je als organisatie kunt doen om ook een HPO te worden, maar wat maakt nu écht het verschil? Wetenschappelijk aantoonbaar, bewijsbaar. Om die bewijzen te vinden heeft De Waal tien jaar onderzoek gedaan naar HPO’s over de hele wereld. Vanuit al die studies komen steeds weer vijf factoren naar boven die het verschil maken. Wereldwijd. Vijf factoren die ervoor zorgen dat de organi­ satie steeds beter wordt. Het is dan wel belangrijk steeds aan alle factoren te blijven werken. Hoe je dat doet, hangt af van de cultuur van het land en van de specifieke organisatie. Soms zelfs van een specifieke afdeling of een persoon. Ook de eigen inspiratie en eigen creativiteit is en blijft belangrijk. Dat is niet kopieerbaar.

relaties met stakeholders; iedereen die met een HPO in aanraking komt, moet daar een goed gevoel aan overhouden. Die blij is dat wij bestaan. Logisch dat je dan probeert om zo lang mogelijk te bestaan. Je ziet dat medewerkers ook zo lang mogelijk in zo’n organisatie willen blijven werken. Ze voelen zich veilig, fysiek en emotioneel. Wanneer organisaties structureel gaan werken om een HPO-organisatie te worden, begint dit met een eerste analyse van het huidige niveau. Wordt er na anderhalf jaar een verhoging van het niveau gemeten dan zie je altijd ook een resultaatverbetering. Zonder uitzondering. Bedrijven worden innovatiever, krijgen meer vertrouwen, hebben betere rapportages, zijn herkenbaar aan een hernieuwd enthousiasme, hebben meer markt­ aandeel, meer winst, noem maar op. Geen enkele uitzondering.

Dr. André A. de Waal

Vijf factoren die het verschil maken: 1. Kwaliteit van managers Zonder goede managers kun je geen HPO worden. Vertrouwen is een eerste vereiste. De managers moeten vertrouwen hebben in de leiding en andersom. Dat vertrouwen krijg je door je gedrag. Voorbeeldgedrag. Doen wat je zegt en snel kunnen besluiten. Besluitvaardig ook bij het nemen van impopulaire maatregelen. Resultaatgericht. Voortdurend op zoek naar betere manieren om het werk te doen.

Dr. André de Waal roept ons op om ons niet langer bezig te houden met wat wij denken dat werkt of wat wij vinden dat zou moeten werken. Beter is het om ons te concentreren op datgene wat werkelijk bijdraagt aan het bereiken van onze doelstellingen. Maar voordat hij daar verder op ingaat, moet hij iets kwijt over zijn frustratie met het bedrijfsleven. De kreet ‘De klant is koning’ noemt De Waal de grootste onzin die er bestaat; “Om ervoor te zorgen dat je als consument klant wordt, is geen moeite teveel. Ben je eenmaal klant dan houdt alles op. Dat merk je direct als je een klacht hebt of als je een beroep doet op de beloofde service.” De Waal geeft het voorbeeld van een nieuw restaurant waar de eerste keer alles tiptop in orde is en drie weken later de sfeer, de kwaliteit van het eten, de bediening, kortom alles, van een bedroevende prijs-kwaliteit is. “Hoe kan dat? Hetzelfde restaurant, dezelfde menukaart, dezelfde chef?”

Om op een bepaald niveau te komen is niet zo moeilijk als op dat niveau te blijven. Om op een bepaald niveau te komen is niet zo moeilijk als op dat niveau te blijven. Dat is een van de kenmerken van een High Performance Organisatie (HPO). Een dergelijke organisatie doet het ook steeds beter dan een vergelijkbare organisatie, gemeten over een periode van ten

2. Kwaliteit van medewerkers In een HPO werken mensen die op hun tenen willen lopen dankzij de kwaliteit van de leiding die hen voortdurend uitdaagt. Maak hen verant­ woordelijk voor resultaten want dat willen deze medewerkers. Ze zijn flexibel en veerkrachtig. Geef hen trainingen waar ze iets van kunnen leren. Niemand is goed in alles; mijn zwakte moet jouw sterkte zijn. 3. Open en actiegericht In de relatie tussen management en medewerkers is voortdurend sprake van dialoog. Naar elkaar luisteren, elkaar serieus nemen en er dan wat mee doen. Laat medewerkers bijdragen in het beslissingsproces: ‘Als je nooit jouw plan hebt aangepast op basis van een dialoog met de mensen op de werkvloer heb je nooit een dialoog gehad.’ Leer van elkaar. Fouten maken mag, maar blijf gericht op het verbeteren van de prestaties.

Dr. André A. de Waal MBA is associate professor High Performance Organizations aan de Maastricht School of Management; directeur van het Center for Organizational Performance, een organisatie die onderzoek doet naar de ken­ merken van High Performance Organisaties; en fellow van Cranfield University, UK. Hiervoor heeft hij zeventien jaar als organisatieadviseur en vennoot gewerkt bij Arthur Andersen en Holland Consulting Group. André is door Managementboek.nl geselecteerd als een van Hollandse Meesters in Management, tien mensen die het managementdenken in Nederland het meest hebben beïnvloed tijdens het laatste decennium. Vooral zijn onderzoek naar de kenmerken van High Performance Organisaties trekt (internationaal) aandacht. André heeft inmiddels meer dan 300 artikelen en 28 boeken op de gebieden van prestatiemanagement en organisatieverbetering op zijn naam staan, waar­ onder de bestseller Hoe Bouw Je Een High Performance Organisatie? (Van Duuren, 2013). De artikelen zijn te vinden op de websites www.hpocenter.nl en www.andredewaal.eu.

4. Continu werken aan verbetering en vernieuwing Begin met een unieke strategie. Wat maakt uw bedrijf anders dan de rest? Als je geen unieke strategie hebt, hoe kun je dan werken aan procesver­ betering? Waaraan kun je zien dat je als organisatie succesvol bent? Krijgen de mensen de informatie die ze nodig hebben? Voortdurend ver­ beteren van diensten, producten en kerncompetenties, daar waar je als bedrijf heel erg goed in bent. Praat daar samen over.

Meer informatie

5. Langetermijngerichtheid De klant staat altijd op nummer 1. Gemeten, aantoonbaar. Elke klant is belangrijk. Gedraag je ernaar. Elke klant doe je een belofte. Houd je daar­ aan. Doe je dat niet dan heb je zijn vertrouwen geschaad. Uitstekende

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


18

19

Veiligheidsgedrag & HRM Veiligheid moet je willen!

Met de gezamenlijke presentatie van

Denken en verlangen “Wil je iets veranderen dan heb je vertrouwen nodig, je hebt elkaar nodig. Maar daar moet je iets voor doen. Naar voorbeelden kijken, met mensen praten die laten zien dat het ook anders kan. Begin er eens over na te denken of dat wat jij denkt en verlangt wel van jezelf is. Dat is de eerste fase om tot verandering te komen. Waar komt jouw gedrag vandaan, jouw mentaliteit, jouw denken. Met andere woorden: wij worden voortdurend door die samenleving beïnvloed die maar blijft schreeuwen dat alles kan en alles mag.”

maatschappijfilosoof Robin Brouwer en contractmanager Gerard Scheffrahn probeert het NSWE een bijdrage te leveren om te komen tot een mentali­ teits­verandering op het terrein van

Veranderingen “Daarnaast moet je zien wat er voor nodig is om te veranderen. Dat is fase twee. Er zijn heel veel codes, heel veel theorieën, heel veel technieken, nieuwe informatiesystemen, nieuwe software... Maar daarmee verander je het wezenlijke niet. Beter is het om te werken aan wie je wilt zijn als mens.”

veiligheid, duurzaamheid en maat­ schappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Want met regels alleen komen we nergens. Robin Brouwer neemt de aftrap met de stelling dat je problemen niet kunt oplossen vanuit het denken wat die problemen nu juist heeft veroorzaakt (Albert Einstein). “Veiligheid gaat niet over regels, protocollen of formulieren, of het afvinken van lijstjes, maar over wat in ons bewustzijn aanwezig is. En van daaruit aantoonbaar is in ons gedrag. De problemen die we nu tegenkomen op het terrein van veiligheid hebben direct te maken met maatschappelijke ontwikkelingen, met onze manier van leven. Wij moeten dus op een totaal andere manier gaan denken.” Veiligheid is volgens Brouwer een basisvoorwaarde, een vanzelfsprekend­ heid. “Het probleem is het feit dat veiligheid in onze samenleving niet vanzelfsprekend is. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn en tegelijkertijd is het een utopie, iets naar waar je op weg bent. Een ideaal wat je wilt bereiken. In je gezin, op de werkvloer, in het verkeer, noem maar op.”

Maatschappelijk probleem Door zijn betrokkenheid bij het tot stand komen van de Governance Code Veiligheid in de Bouw (2014) ligt het voor de hand dat Brouwer dat werk­ terrein als voorbeeld kiest: “De eerste gesprekken met veiligheidsexperts die namens de CEO’s aan tafel zaten, gingen over vertrouwen. De vraag die wij ons stelden was: Hoe krijg je een andere mentaliteit op de werkvloer zodat de regels overbodig worden? Op dit moment is de Governance Code niet meer dan een stuk papier waar heel veel over vergaderd wordt. Er is nog niets geïmplementeerd.” De problematiek van veiligheid op het werk heeft te maken met wat Brouwer noemt ‘bovensectorale vraagstukken’. Samenwerkingsvraagstukken, ketenintegratie, communicatie, transparantie, coöperatie, juridificering, het heeft alles te maken met de huidige ontwikkelingen in de maatschappij: ‘Het veiligheidsvraagstuk is een maatschappelijk probleem.’

Robin Brouwer

“Het veiligheidsvraagstuk is een maatschappelijk probleem.” “Wanneer binnen een gezin geen veiligheid heerst, fysiek of emotioneel of beide dan leidt dat tot een remming in de ontwikkeling. Het ontbreken van veiligheid leidt ook tot een hechtingsstoornis en een identiteitscrisis. Het maakt het kind letterlijk grenzeloos. Veiligheid is weten dat je er bent voor elkaar.” “Onze postmoderne samenleving is in hoge mate geïndividualiseerd. We hebben te maken met een hele sterke marktwerking, competitie en con­ currentie. Wij hebben geen normatief kader meer waarop we elkaar kun­ nen aanspreken. Alles draait om eigenbelang. Er is geen waarheid meer, geen waarden, geen normen. Alles is consumptie. Wij leven in een grenze­ loze samenleving, ‘we are alone together’. We leven in een maatschappij waarin initiatieven als Second love laten zien dat zelfs bedrog geen taboe meer is. Ons bewustzijn wordt gestuurd door mediahypes. Trending topics bepalen wat wij denken niet andersom. En alles moet kunnen. Wat is veilig­ heid dan nog?’

Spiegel Brouwer gaat nog even door met zijn publiek een spiegel voor te houden, want dat is zijn betoog natuurlijk, door ook de graaicultuur en de hypocrisie van de banken aan de kaak te stellen en parallel hieraan het gebrek aan cultuur, aan normen en waarden op de werkvloer te bezien. Gelukkig stelt hij een weg naar verandering in het vooruitzicht. Wij geven hier graag enkele tips uit het leerhuis van Robin Brouwer:

Integriteit “Dan zijn we toe aan de derde fase die ik ‘de opstanding’ heb genoemd. Dan hebben we het over integriteit. Van eigenbelang zul je moeten komen tot het gemeenschappelijk belang. Ethiek boven economie. En je moet een offer brengen. Als je veiligheid wilt voor je kinderen dan doe je dat uit liefde, en dan zet je af en toe je hobby opzij omdat je dat offer wilt opbrengen. Wij hebben moreel leiderschap nodig. Mensen die laten zien dat zij betrouwbaar zijn. Veiligheid bereik je door veiligheid te bieden.” Als voorbeeld van iemand die laat zien dat het mogelijk is om op een andere manier te werken en elkaar aan te spreken op gedrag introduceert Brouwer de tweede spreker in deze sessie: Dr. Ing Gerard Scheffrahn.

Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.

Robin Brouwer Robin Brouwer studeerde filo­sofie en semiotiek aan de Universiteit van Amsterdam, waaraan hij tot 2001 als docent/onderzoeker verbonden was. Momenteel is hij verbonden aan de Hogeschool van Rotterdam. In 2005 richtte hij met collega Tiers Bakker een onderzoeksgroep op om de fundamenten van onze samenleving kritisch te onderzoeken. Dit leidde tot twee boeken: “Liberticide. Kritische reflecties op het neoliberalisme” (2008) en “Vrijheid. Maar voor wie?” (2012). Sinds 2011 werkt Brouwer aan het vergoten van de bewust­wording voor maatschappelijke systeemverandering in tal van sectoren, zoals de bouw, het onderwijs, de zorg, de infra en financiële sector. Zo is hij betrokken geweest bij het tot stand komen van de Governance Code Veiligheid in de Bouw (2014).


20

21

Veiligheidsgedrag & HRM Samenwerking opdrachtgever en aannemer bij

Gerard Scheffrahn

bouw Noord/Zuidlijn

Gerard Scheffrahn Gerard Scheffrahn studeerde Civiele Techniek, Economische Bedrijfstechniek en Bedrijfswetenschappen. Hij werkt als projectmanager en consultant in infrastructurele en bodemsaneringsprojecten. Sinds 2009 werkt hij aan de Noord/Zuidlijn. In de afgelopen 5 jaar was hij verantwoordelijk voor de bouw van de stations in de binnenstad van Amsterdam waaronder het beruchte station Vijzelgracht. Sinds ruim een jaar is hij verantwoordelijk voor het management van de uitvoering van de gehele Noord/Zuidlijn. Gerard is in dienst bij AT Osborne B.V. waar hij als managing consultant voor de infrastructurele markt.

De Noord/Zuidlijn, de metroverbinding in aanbouw tussen Amsterdam Noord en Amstelveen verliep moeizaam. Iedereen kent nog de beelden van de verzakkingen van huizen aan de Vijzelgracht in 2008 en berichten over terugkomende budget­ overschrijdingen. Dit alles leidde zelfs tot een tijdelijke stillegging van het project en het aftreden van de verant­woordelijke wethouder. Ergens rond die tijd kreeg Gerard Scheffrahn een telefoontje van de projectorganisatie. Scheffrahn: “Of ik verantwoordelijk wilde zijn voor het bouwen van de drie stations in de binnenstad van Amsterdam, dertig meter diep onder de grond. De aanleiding van dit telefoontje waren de verzakkingen van huizen aan de Vijzelgracht in oktober 2008 waarbij de emoties hoog opliepen en mensen hun huizen moesten verlaten. Nadat het voor de tweede keer gebeurde werd de bouw stilgelegd.”

bestaan uit betonplaten met een voeg daartussen. Daaruit lekt grondwater. Dat komt vaak voor. Maar in dit geval spoelde er ook grond weg waar­ door de palen onder de huizen minder steun hadden, met alle gevolgen van dien. Om dit nu te voorkomen had men bedacht ter plaatse het grondwater van de voegen te bevriezen. Dat is op zichzelf een hele zekere methode.

Civieltechnische methode

Zijn vraag of dat niet tot nieuwe scheurvorming zou leiden in de wand werd gezien als ‘een goede vraag’. Het bleek dat er nog heel wat moest worden uitgezocht voordat verantwoord gestart kon worden met de uit­ voering. Maar gezien de tijdsdruk en de hoge tijdgebonden kosten was haast geboden.

Toen Scheffrahn erbij betrokken werd kreeg hij als eerste van de project­ organisatie te horen dat er een civieltechnische methode was bedacht waardoor die verzakkingen niet meer konden gebeuren. Een kleine tech­ nische uitleg: ‘De wanden van de bouwput, van veel grote bouwputten

Samen Naast de technische vraagstukken speelde het vraagstuk van de aanspra­ kelijkheid. De roep om de aannemer voor het gerecht te slepen klonk steeds luider. Dat zou echter zeker extra vertraging opleveren en bovendien was de gemeente ook wel het een en ander te verwijten. ­Kort en goed: samen met de opdrachtgever, de aannemer en het ingenieursbureau hebben we inte­ grale werkgroepen gevormd om onze opdrachten te analyseren. Na twee maanden klopte een van de projectmanagers bij Scheffrahn aan met de mededeling dat er alleen maar vragen bij kwamen. De suggestie om buiten­ staanders bij het denkproces te betrekken werd ten sterkste afgeraden. Voor Scheffrahn was dit het moment om dit nu wel te doen. Er werd een diner georganiseerd met 30 specialisten uit binnenland en buitenland. Tijdens het diner gaven ze een presentatie over de zaken waar ze niet uit­ kwamen. Er ontstond een levendige discussie over mogelijke oplossingen, voor- en nadelen. Op een gegeven moment werd de suggestie gedaan om met behulp van een grondmonster een laboratoriumonderzoek uit te voeren. Iets wat anders vele dagen in beslag had genomen was nu zo geregeld. Die avond was een keerpunt. Op dat moment explodeerde de denkkracht van de aanwezigen. Ging toen verder alles goed? Nee, natuurlijk niet. Maar door deze onverwachte interventie veranderde er wel iets fundamen­ teels. Alle betrokkenen ervaarden de kracht van samenwerking. We leven in een samenleving waar we risico’s willen verwijderen. Wil je tot samenwerking komen dan moet je rekening houden met het belang van de ander. Daarin moet je investeren zonder daar iets voor terug te

vragen. Dat is het verschil tussen samenwerken en onderhandelen. Bovendien hebben we last van onze vooroordelen zoals ‘aannemers zijn boeven’ en ‘opdrachtgevers nemen nooit besluiten’. Daarbij heeft iedereen de illusie dat hij de hele werkelijkheid ziet. De moeilijkheid van samenwerking is niet dat mensen het niet willen, maar dat zij het niet kunnen. Een van de manieren om daar uit te komen is het stellen van open vragen, en je oordeel daarop even uit te stellen en verder te graven.

“Wil je tot samenwerking komen dan moet je rekening houden met het belang van de ander.” Praktische interventies Scheffrahn besluit zijn bespiegelingen door met praktische interventies te komen die in elke (project)organisatie kunnen worden toegepast om samenwerking te stimuleren: 1. Spiegelen van elkaars organisatie (opdrachtgever en aannemer). Projectmanager met projectmanager en projectleider met projectleider. Komen mensen er op een bepaald niveau niet uit dan gaan zij samen een niveau hogerop. Hiermee haal je het emotionele element van het conflict eruit. 2. Tweewekelijks overleg over de vorderingen die gemaakt zijn. 3. Workshops om te leren begrijpen waar de ander mee bezig is. 4. Verdelen van risico’s. Dit laatste punt wordt toegelicht: ‘Er werd een investeringsfonds opgericht. Iedereen met een goed idee, waardoor we het project konden versnellen, kon daar uit putten. Hierdoor krijg je een cultuur waardoor mensen anders naar elkaar gaan kijken, anders met elkaar werken en ook anders met veiligheid omgaan. We hadden mensen uit de offshorewereld uitge­ nodigd om een week naar het werk te komen kijken en aanbevelingen te doen. Heel leerzaam. Uiteindelijk hebben we het project veel sneller kunnen opleveren dan we dachten. En dat investeringsfonds? Daaruit is relatief weinig geld uit opgenomen, maar wel met heel veel impact. Toen ik aan een van mijn mededirecteuren vroeg wat hij vond van de vorderingen zei hij: “Er is mij één ding opgevallen. Er wordt meer gela­ chen in de bouwput.” De opening van de Noord/Zuidlijn zal naar verwachting in oktober 2017 plaatsvinden.

Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


22

23

Veiligheidsgedrag & HRM ‘De mens moet de reddende engel zijn’

Veiligheid ontstaat niet door regels of

menselijk geheugen, tunnelvisie, niet terugkomen op eerdere beslissingen terwijl de situatie is veranderd, je conformeren aan de groep, op je strepen staan en het ego van de vlieger(s). Veiligheid komt niet van procedures maar van wat mensen doen. Goede procedures zijn onmisbaar, maar niet heilig. Want de wereld is fundamenteel onvoorspelbaar. Daarom moet je zelf blijven nadenken en je afvragen of het nog steeds klopt wat je aan het doen bent. Wat de mens feilbaar maakt, zijn dezelfde eigenschappen waarmee diezelfde feilbare mens de zaak juist kan redden. De uitdaging is niet om de mens uit het systeem weg te denken, maar om hem de red­ dende engel te laten zijn.”

procedures, maar door het handelen van mensen. Pogingen om veiligheid te borgen via de systeemwereld leidt tot schijnveiligheid. Aan de hand van deze twee stellingen nemen Benno Baksteen en mr. Peter Paul Leutscher het publiek mee op weg naar een hoger niveau van veiligheid en kwaliteit in organisaties. Benno Baksteen is vooral geïnteresseerd in de (veiligheids)cultuur die nodig is om een High Reliability Organisation (HRO) te worden. Gezien de extreme betrouwbaarheid van de luchtvaart kan deze sector hierin als rolmodel fun­ geren. Zonder de bevindingen uit de luchtvaart naar andere domeinen te transponeren, want dat valt buiten de competentie van de spreker. Waarmee Baksteen de bal vakkundig voor de voeten van zijn toehoorders legt. “In de loop van de jaren ben ik erachter gekomen dat veel problemen ont­ staan doordat we bonafide en malafide gedrag niet goed van elkaar kun­ nen onderscheiden. Hierbij is bij malafide gedrag nog het onderscheid te maken tussen crimineel en pathologisch gedrag. Bewust de regels overtreden is crimineel en de regels overtreden omdat je denkt dat je toch niet gepakt wordt, noem ik pathologisch. Vroeg of laat gaat het toch mis. Bonafide gedrag kun je onderverdelen in pro-actief; dan denk je al na over wat er mis zou kunnen gaan, en reactief gedrag waarbij je de regels volgt omdat je vindt dat deze goed zijn.” “Als een organisatie pro-actief denkt en handelt dan gaat er al bijna niets meer verkeerd. Dat is één van de grote valkuilen. Want dan is de neiging groot om het wat gemakkelijker te maken. Dat kan heel goed omdat je al een heel hoog veiligheidsniveau hebt. Maar al doende glijd je voor dat je het weet af naar een lager veiligheidsniveau. Het omgekeerde kan ook gebeuren. Dat je niet tevreden bent met het hoge veiligheidsniveau dat je als organisatie al hebt bereikt en je die laatste paar promille nog wil opvangen. Omdat voorschriften en regels je op dit hoge niveau hebben gebracht, denk je dat je nog meer regels en procedures moet hebben om het allerhoogste niveau te bereiken. Dat is de tweede valkuil: regulation overkill. De organisatie verkrampt omdat er regels komen die niks meer toevoegen of zelfs averechts werken. Je haalt de flexibiliteit en de weer­ baarheid uit de organisatie terwijl die weerbaarheid nu juist nodig is om een veiligheidscultuur te krijgen. En een goede veiligheidscultuur is heel belangrijk om tot een HRO-organisatie te komen.”

Benno Baksteen

“Het goede nieuws: veiligheidscultuur is simpel. Het bestaat slechts uit zes elementen. Het slechte nieuws: ze zijn heel moeilijk te implementeren omdat ze in gaan tegen wat mensen en organisaties van nature doen. In de luchtvaart is de veiligheidscultuur spontaan gegroeid omdat luchtvaart overzichtelijk is. Gaat er iets mis, dan ga je dood. Dat dwingt je om te leren van wat misgaat.”

“In de luchtvaart is de veiligheidscultuur spontaan gegroeid omdat luchtvaart over­ zichtelijk is. Gaat er iets mis, dan ga je dood.” Hoe veilig de luchtvaart tegenwoordig is, blijkt als Baksteen enkele cijfers noemt. In 1959 waren er 45 ongevallen per 1 miljoen starts. Aangezien in de start en de landing de meeste ongevallen gebeuren, is ervoor gekozen om niet te kijken naar het aantal gevlogen kilometers ‘want dan houd je jezelf voor de gek.’ In 2010 was dit cijfer al gedaald tot 1 ongeval per mil­ joen starts. In het begin is die daling vooral te danken aan verbeteringen in de techniek. Daarna hield men rekening met het feit dat mensen fouten maken, feilbaar zijn. Het is het verschil tussen tien fatale ongevallen per dag, als we zouden vliegen volgens de bevindingen uit 1959 en 1 fataal ongeval per jaar zoals dat nu plaatsvindt in het westen. In de vijftiger jaren was 80% van alle ongevallen te wijten aan menselijke fouten. Dat is nog steeds zo en dat zal altijd zo blijven. Het volume is verminderd, maar de verdeling blijft hetzelfde.” De elementen die kunnen leiden tot ongelukken worden een voor een met aansprekende voorbeelden door Baksteen behandeld: “Deze zijn stuk voor stuk te herleiden tot fouten in de perceptie, beperktheid van het

Op dit moment in het betoog van Baksteen komt het denkmodel ter sprake dat gebruikt wordt in het boek van Wouter Hart, ‘Verdraaide organisaties’ waarover mr. Peter Paul Leutscher later zal spreken. Het gaat om de intrede van de systeemwereld in de leefwereld van organisaties: ‘Procedures die de best practices vastleggen. Nog wat later bemoeit de wetenschap zich ermee door te kijken waarom bepaalde procedures zo goed werken. Traditioneel heeft de systeemwereld de leefwereld ondersteund en onze wereld gemaakt tot die rijke, veilige wereld die het nu is. Op het einde van de 20e eeuw zijn wij steeds meer overgegaan naar beheersing van de leefwereld door procedures en regels om narigheid te voorkomen. Ook dat werkte prima. Inmiddels zijn we op een punt aangekomen waarop wij zien dat in veel domeinen de systeemwereld de leefwereld overheerst. Mensen bezwijken bijna onder de last om verantwoording af te leggen. In de luchtvaart is dat nooit gebeurd. Daar is de systeemwereld en de wetenschap altijd ondersteunend gebleven.” “Het is de kunst om te weten dat mensen fouten maken, en het gelukkig soms briljant weten op te vangen, dat mensen afwijken van de regels, soms met de beste bedoelingen. Je moet weten dat het gebeurt. En dat gaan mensen je alleen vertellen als je ze daarvoor niet straft. Is er sprake van overtreding van een regel dan is de volgende vraag of er sprake is van opzet of grove nalatigheid. Is dat niet het geval dan is die overtreding – ook al zijn er doden gevallen – iets om van te leren en is er geen sprake van dat er iemand gestraft moet worden.” “Je hebt altijd te maken met je primaire processen en die moeten zich afspelen in de veilige ruimte. Er wordt altijd aan getrokken in de richting van grotere risico’s daarom moet je je bewust terugtrekken via je safety culture. Niet te hard wat dan kom je voor te hoge kosten te staan en ga je failliet, maar je moet wel binnen de veiligheidsmarges blijven. De overheid kan daarbij helpen. Niet als je regels oplegt die alleen maar geld kosten en niks opleveren. Of, als je regels oplegt die de zaak verstarren en de verantwoordelijkheid bij de uitvoerder weghalen. Dan wordt het alleen maar riskanter omdat de weerbaarheid er dan uitgaat. En die heb je juist nodig. Zowel in de techniek, weten als er iets kapot is, als in de procedures. Want als die gaan afwijken van de werkelijkheid waarvoor ze bedoeld waren, dan heb je ook een probleem. En de mensen moeten kunnen beschikken over kennis en kunde. Safety culture is tolerant voor fouten, maar niet voor gebrek aan kennis. Je stelt eisen op het gebied van kennis en kunde en je geeft ze goede gereedschappen.”

Tot slot van zijn betoog schetst Baksteen de weg naar veilig werken: “Het begint en eindigt met een just culture. Want alleen binnen een just culture kunnen mensen nadenken over wat er gebeurd is en zich afvragen wat zij verkeerd hebben gedaan. Die verhalen zijn de voeding van een analyse achteraf. En van werken binnen een just culture word je ontzet­ tend vrolijk.” Als om deze laatste woorden kracht bij te zetten klinkt er muziek uit de luidsprekers en kondigt Baksteen de volgende spreker aan, mr. Peter Paul Leutscher.

Benno Baksteen Veiligheid ontstaat niet door regels of procedures, maar door het handelen van mensen. Van januari 1969 tot september 1970 vervulde hij zijn militaire dienst­ plicht als officiervlieger bij de Marine Luchtvaart Dienst. In september 1970 trad hij in dienst bij de KLM als eerste officier, eerst op de DC-9 op het Europese netwerk en daarna op de DC-8 wereldwijd. Hij werd gezagvoerder op de DC-9 in 1982 en was van 1988 tot 2003 gezagvoerder op de Boeing 747. Hij sloot zijn loopbaan af als gezag­ voerder op de Boeing 777, waarmee hij het hele scala van eerste generatie straalvliegtuigen tot en met de nieuwste generatie high tech vliegtuigen heeft gevlogen. In 2007 werd hij door de Minister van Verkeer en Waterstaat benoemd tot voorzitter van het internationaal georiënteerde adviescollege burger­ luchtvaartveiligheid DEGAS: Dutch Expert Group Aviation Safety. Hij verschijnt regelmatig in de media om luchtvaartzaken voor een groot publiek inzichtelijk te maken. Sinds 1994 verzorgt hij gastcolleges aan de faculteit bedrijfskunde van Universiteit Twente voornamelijk over veiligheid, kwaliteit en bedrijfsprocessen.

Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


24

25

Veiligheidsgedrag & HRM Terug naar de bedoeling Mr. Peter Paul Leutscher laat het publiek

3. Gevoeligheid voor de uitvoering Waar gebeurt het als het misgaat? Op de werkvloer. Wie heeft de meeste kennis? De mensen op de werkvloer. Als de top van de organi­ satie belangrijker wordt dan de basis dan is een dergelijke organisatie niet in staat belangrijke beslissingen door te voeren. Vanuit de werkvloer is het belangrijk om te weten hoe zij onderdeel zijn van het geheel. Het management dient zich bezig te houden met de vraag: Hoe kan ik waarde creëren op de werkvloer, kortom: dienend leiderschap.

graag kennismaken met de High Reliability Organisation (HRO) waar, zoals hij zegt, iedereen tot op het bot gemo­ tiveerd is om de dingen goed te doen.

Op het grote scherm zien de toehoorders twee getekende poppetjes, één van de plaatjes uit het boek van Wouter Hart. De ene is de professional, de ander de unieke klant. ‘Dit is het magische moment’, of zoals Wouter Hart schrijft: …Hier komt de liefde van de professional voor zijn vak en voor de mens die een hulpvraag heeft samen. Een sterke interesse bij de professional leidt tot een klant die zich gezien voelt en tot passende dienstverlening. Kiest de professional ervoor om zijn interesse op de systeemwereld te richten dan verliest hij zijn klant. (…) ‘Is het de cent, de tent en dan de vent? Of is het de vent, de tent en dan de cent? Daar gaat het om. Ga vandaag de dag maar eens naar een bank. De mensen die daar werken durven helemaal niks meer te doen. Al hun aandacht wordt opge­ slokt door systemen.’

Naarmate de informatiestromen en de transparantie toeneemt, neemt ook het vertrouwen binnen de organisatie toe, maar ook de verantwoor­ delijkheid.” Volgens Leutscher verandert er pas iets als we met elkaar niet meer ‘de beste’ willen zijn, maar ‘de beste voor de wereld.’ Applaus.

Mr. Peter Paul Leutscher 4. Inbouwen van ‘veerkracht’ cq aanpassingsvermogen Investeren in veerkracht is investeren in training en opleiding. En ervoor te zorgen dat binnen de organisatie de juiste maatregelen worden genomen om ongelukken te voorkomen. Is de organisatie echt bezig met continuï­ teit of alleen maar op papier?

De filosofie achter de HRO, wordt volgens Leutscher uitstekend uit de doeken gedaan in het eerder genoemde boek ‘Verdraaide organisatie’ van Wouter Hart: “Het is het beste boek dat je de laatste tien jaar hebt gelezen. Alles begint met de vraag waar wij nu in hemelsnaam mee bezig zijn. Een voorbeeld: een onderwijzer op de basisschool is nog maar voor 30% bezig met lesgeven, en 70% van zijn tijd is gevuld met gedoe; lijstjes, rapportages, etc. Ander voorbeeld: een verpleegster is ook slechts 30% van haar tijd bezig met zorg verlenen.’ Wordt het niet eens tijd om bur­ gerlijk ongehoorzaam te worden, vraagt Leutscher zich af. De ‘systeem­ wereld’ neemt steeds meer de plaats in van onze ‘leefwereld’, om in de termen van Wouter Hart te blijven, waarmee ‘de bedoeling’ vermorzeld wordt. Wij moeten terug naar de bedoeling van ons bedrijf, naar onze persoonlijke bedoeling. Dat is de enige manier om van ‘moeten’ naar ‘willen’ te komen. Waarvoor kom je uit je bed? Wat staat er op je graf­ steen als je er niet meer bent? Heb je gewerkt aan de bedoeling of heb je alleen maar dingen gedaan omdat ze moesten?” “Om echt te kunnen functioneren in die leefwereld is het belangrijk om te kijken naar leidende principes, niet om regeltjes en procedures. Hoe willen wij in een organisatie met elkaar omgaan?” Leutscher laat vervol­ gens zien dat je maar weinig leidende principes nodig hebt. Het is in één vraag samen te vatten: What on earth am I here for? Het is natuurlijk een oproep om te gaan doen waarvoor jij bedoeld bent. “Op het moment dat jij je eigen bedoeling aanzet, het aandurft om te gaan doen waarvoor jij op aarde bent, dan gaat de energie pas stromen. Dan doe je de dingen werkelijk vanuit je hart. Dan ben je intrinsiek gemotiveerd. Alles draait om zingeving.”

Mr. Peter Paul Leutscher

5. Respect voor expertise Bij het dramatische ongeluk met het ruimteveer Challenger hadden de (marketing)managers uiteindelijk meer te zeggen dan de ruimtevaart­ ingenieurs. Als publiciteitsstunt kozen zij voor een vrouw om met deze missie mee te gaan. Geen keuze die gebaseerd was op expertise. Met alle gevolgen van dien 2). Expertise, de kennis van de experts, een rijke bron aan informatie zonder onderlinge hiërarchie.

Het gewenste gedrag Van de vijf leidende principes naar het gewenste gedrag: ‘Op school wordt ons geleerd de juiste antwoorden te geven en niet de juiste vragen te stellen. Vanaf jonge leeftijd hebben we geleerd lineair te denken. Maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar. We hebben ook te maken met ‘gevoel’. Het gedrag is het resultaat van voelen, denken en doen. In die volgorde.’ Na dit gloedvolle betoog over wat er mis is in ‘verdraaide organisaties’ richt Leutscher nu zijn aandacht op de bevindingen van Karl Weick en Katherine Suttcliffe1): “Zij hebben heel veel HRO-organisaties bestudeerd. Het bleek dat deze vijf eenvoudige principes hanteerden die iedereen kan begrijpen, maar die alleen werken als het bijbehorende gedrag plaatsvindt.’

De wisselwerking tussen voelen en denken is niet rationeel; het is een imaginair proces. Binnen dit proces bestaat een energie die wij intuïtie noemen. Einstein zei het al: ‘The intuitive mind is a sacred gift and the rational mind is a faithfull servant. We’ve created a society that honors the servant and has forgotten the gift.’

De vijf leidende principes van elke HRO-organisatie 1. Actief gericht op verstoringen Hadden we het ongeluk kunnen voorkomen? Waren er al signalen geweest waarop we al hadden moeten handelen? Een schade komt nooit uit de lucht vallen. In HRO-organisaties is men heel alert op verwachtingen die niet uitkomen. Kleine verstorinkjes in het proces zijn belangrijk. Zij geven aan dat ‘er iets niet klopt’. In een HRO-organisatie ben je ‘een held als je meldt’. 2. Terughoudendheid t.a.v. simplificeren van de werkelijkheid Het is belangrijk om niet te simplificeren maar echt door te denken over wat er gebeurd is als het is misgegaan. Tunnelvisie is een vorm van sim­ plificeren. Doorvragen. Doorvragen. Doorvragen. Mag je in de organisatie open vragen stellen? Diversiteit in het team is ook zo belangrijk. Betrek vrouwen in het proces; zij zien dingen die mannen niet zien. Bekijk gebeur­ tenissen vanuit verschillende disciplines.

“Werkelijk met elkaar communiceren, kan alleen als er vertrouwen is. De sociaal-emotionele processen tussen mensen – denken én voelen – bepalen of er een connectie is. Dan kun je in een veilige omgeving de juiste vragen stellen en uiteindelijk tot het gewenste gedrag komen. Langzamerhand wordt het belang van sociale interactie ingezien om tot veilig gedrag te komen. Uiteindelijk gaat het om morele veiligheid. Daarom is het zo belangrijk om je af te vragen wat ook al weer de bedoe­ ling is van de organisatie. Organisaties die werken vanuit ‘de bedoeling’ en volgens leidende principes zijn het meest succesvol ter wereld.

Mr. Peter Paul Leutscher is al meer dan 30 jaar actief als Risk Management Consultant en Expert in cultuurtransformaties. Hij is actief betrokken bij veran­ deringsprocessen op het terrein van High Performing Leiderschap (HPL), Risico Management en Veiligheidsvraagstukken in High Reliability Organisations. (HRO). Naast de harde instrumentele kant van Risico Management en Veiligheid is Leutscher gespecialiseerd in het meetbaar maken van de soft controls als onderdeel van Corporate Governance, Risk, Safety & Compliance (GRC) evenals het effect van non compliance op de reputatie van de organisatie. Als consultant is hij vooral geïnte­ resseerd in menselijke drijfveren t.a.v. het maken van keuzes en de relatie met organisatie cultuur en leiderschap. Hij treedt regelmatig op als spreker, docent, procesbegeleider en executive coaching. Hij is lid van de stuurgroep Nationaal Platform Safety at Risk, RISNET en het Nationaal Netwerk Risicomanagement. Leutscher studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit. Hij is Register Makelaar in Assurantiën en Risk Management Consultant. Hij is gecertificeerd Cultural Transformation Tools en HPL, HRO program leader. Hij is Partner van de RedZebra Group, Luyten Adviesgroep en Fellow van de Oxford Leadership Academy.

Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.

Weick, Karl & Katherine Sutcliff. 2007. Managing the Unexpected: Resilient Performance in the Age of Uncertainty. 2nd ed. San Francisco: John Wiley & Sons, Inc. Ook verkrijgbaar in het Nederlands: Management van het onverwachte. Wat je kunt leren van high reliability organizations. BBNC Uitgevers, juni 2011. 2) Terug te zien via http://channel.nationalgeographic.com/videos/challenger-the-untold-story/ 1)


(advertentie)

MaxiCut Ultra ®

HET VOELT ALS BLOTE HANDEN MAAR HET IS SNIJBESTENDIGHEID NIVEAU 5*

Veiligheidsmanagement Blijf delen!

27

Rob Triemstra

Werkgevers en werknemers zijn en blijven primair verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid op de werkvloer. De overheid vervult hierin meer en

NIEUW Ontworpen en ontwikkeld als een 360° ademende, snijbestendige handschoen MaxiCut® Ultra™ combineert hoge snijbestendigheid met comfort, flexibiliteit en vingergevoeligheid voor droge omstandigheden: AIRtech® zorgt voor, wat wij noemen “360° volledige hand ademendheid”, door de gepatenteerde micro-foam nitrile coating. Uitmuntende duurzaamheid en levensduur is verkregen door de DURAtech® coating. Onze nieuwste brei-technologieen hebben er voor gezorgd dat de vingertoppen afgerond zijn om een verbeterde vingergevoeligheid te verkrijgen. De micro-cup finish zorgt voor een geoptimaliseerde grip in droge omstandigheden. GEGARANDEERD HUID VRIENDELIJK

*volgens EN388:2003 Afbeelding MaxiCut® Ultra™ 34-3745, EN 388:2003 - 4542 Gepatenteerd microschuimnitril (100% vrij van DMF) Patent Number EP1608808

Find out more: www.atg-glovesolutions.com

08.BH.57867

Hohenstein

meer een terughoudende rol. Dit biedt ruimte voor eigen invulling, maatwerk en afspraken en oplossingen voor specifieke sectoren. Gezond en veilig werken is belangrijk voor iedereen. Uiteraard voor de werknemer zelf: hij of zij wil aan het einde van de dag heelhuids naar huis. Bovendien is gezond en veilig werken ook op economisch en maat­ schappelijk niveau van belang. Verzuim is een dure aangelegenheid en kost maar liefst 5 miljard per jaar. Tegelijkertijd moeten we steeds langer doorwerken, wat uiteraard alleen mogelijk is wanneer we vitaal en met plezier naar ons werk gaan.

Verzuim is een dure aangelegenheid en kost maar liefst 5 miljard per jaar. Het opstellen van specifieke wet- en regelgeving, het ontwikkelen van goede technieken en de aandacht voor de organisatie in bedrijven werpt z’n vruchten af: het aantal ongevallen is gedaald en het ziekteverzuim is historisch laag. Ook internationaal gezien doet Nederland het niet slecht. Dat wil echter niet zeggen dat bedrijven op hun lauweren kunnen rusten:

nog steeds worden 20.000 mensen per jaar ziek door hun werk en vinden jaarlijks 192.000 ongevallen plaats die leiden tot verzuim. (Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Hier valt dus nog steeds (veel) winst te behalen.

Zelfregulering In 2007 is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het publieke en het private domein. De overheid blijft verantwoordelijk voor de opstelling van de doelvoorschriften: welk beschermingsniveau moet worden bereikt? Ook handhaving en toezicht blijft in handen van de overheid. Tegelijkertijd is er in het beleid ruimte gecreëerd voor de eigen verantwoordelijkheid én de invulling hiervan door werkgever en werknemer. Binnen deze ruimte kunnen werkgevers en werknemers zelf vorm geven aan het arbeidsom­ standighedenbeleid. De directie Gezond en Veilig Werken (G&VW) stimuleert, bevordert en versterkt de zelfregulering binnen branches en bedrijven. Hiertoe is een speciaal stimuleringsprogramma opgesteld: het programma Zelfregulering. Rob Triemstra, plaatsvervangend directeur/afdelingshoofd >>


(advertentie)

29

Veiligheidsmanagement Blijf delen!

>>

Rob Triemstra Rob Triemstra is plaatsvervan­ gend directeur / afdelingshoofd van Directie Gezond en Veilig Werken Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Directie G&VW lichtte het programma toe op het NSWE: “Wij willen bedrijven bewegen tot initiatieven om gezond en veilig werken blijvend te organiseren en te verbeteren. Wij gaan het niet vertellen, mensen uit het bedrijfsleven vertellen het aan anderen.”

Van moeten naar willen In juni 2015 start het programma met een communicatiecampagne. Binnen het programma Zelfregulering is een belangrijke rol weggelegd voor de uitwisseling en verspreiding van kennis en ervaringen van branches en bedrijven. Ook is er veel ruimte en aandacht voor de stimulatie en (financiële) ondersteuning van innovatieve projecten met betrekking tot zelfregulering. Er dient immers een beweging op gang gebracht te worden van ‘moeten’ naar ‘willen’. Het zelfreguleringsprogramma is niet alleen bedoeld voor de grotere organisaties, maar ook voor het midden- en kleinbedrijf. In 2014 hebben kennis- en themabijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij bedrijfstakken zelf thema’s hebben aangereikt waarmee zij aan de slag willen. Deze vier kernthema’s zijn: 1. Verantwoordelijkheid in de keten 2. Van compliance naar participatie 3. De veranderende arbeidsmarkt 4. Het belang van het MKB.

Verbetercoaches ondersteunen bedrijven bij het implementeren van maatregelen voor gezond en veilig werken.

Rob Triemstra is zeer te spreken over het initiatief ‘5x beter in de metaal’, wat onder andere heeft geleid tot de aanstelling van verbetercoaches. Deze verbetercoaches ondersteunen bedrijven bij het implementeren van maatregelen voor gezond en veilig werken. De verbetercoaches komen van de werkvloer, spreken de taal van de werkvloer, maar gaan niet op de stoel van het bedrijf zitten. De organisatie maakt dus zelf keuzes en gaat hiermee aan de slag. Ook Stigas is geïnspireerd geraakt door ‘5x beter in de metaal’ en gaat in wezen nog een stapje verder. Zo helpt Stigas bedrijven niet alleen met het opstellen van digitale systemen en het aanreiken van risico-inventarisaties, maar monitort desgewenst ook het vervolg. Zo worden bedrijven gesti­ muleerd om daadwerkelijk werk te maken van de door hen opgestelde verbeteracties.

De boodschap van Rob Triemstra luidt dan ook: ‘Blijf delen!’ Rob Triemstra: “Blijf delen!” Het recentelijk gestarte project van het Sectorinstituut Transport en Logistiek richt zich met name op de kleinere bedrijven. Hoewel het project nog in de kinderschoenen staat, zijn de ambities groot: de bedoeling is om met een dertigtal bedrijven een aantal methodes te toetsen aan de praktijk, zodat deze hierna verder kunnen worden uitgerold. De kennis en ervaring die wordt opgedaan met deze methodes, is uitdrukkelijk bedoeld om te ver­ spreiden: zowel binnen als buiten de eigen branche. Willen bedrijven en branches gezond en veilig werken werkelijk blijvend ver­ beteren, dan moet men sámen aan de slag: elkaar motiveren en inspireren, maar ook leren van elkaars informatie, praktijken en ervaringen. Hierover organiseert het Programma Zelfregulering op 24 juni aanstaande het evene­ ment “De Andere Kijk op de Zaak”, waarbij branches en bedrijven van harte welkom zijn. De boodschap van Rob Triemstra luidt dan ook: ‘Blijf delen!’

Meer informatie Verbetercoaches “Eigen verantwoordelijk werkt waarschijnlijk beter dan al die regels in Den Haag,” aldus Rob Triemstra. Vertrouwen in burgers en bedrijven speelt hierbij een essentiële rol. Inmiddels zijn reeds tien focusbranches benaderd en zijn de eerste stappen gezet naar initiatieven en acties.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


30

31

Veiligheidsmanagement Bijna alle ongevallen zijn te voorkomen Soms met verbluffend eenvoudige maatregelen.

een niet opgeruimde arbeidsplaats of een plank die ‘voor het gemak’ eventjes is weggehaald. Risico’s dus die absoluut niet nodig zijn, als je maar even je gezond verstand gebruikt.

Bedrijfsongevallen komen helaas nog

Ook andere risico’s uit de top-5 zijn vaak goed te voorkomen. Bedrijfsongevallen vinden in veel gevallen plaats door contact met bewe­ gende delen van een machine (19%), vallende objecten (11%), beknelling (6%) en aanrijding door een voertuig (5%).

steeds op grote schaal voor: alleen al in 2014 vonden maar liefst 2000 (ernstige)

Goed voorbeeld doet goed volgen. Dit geldt zeker binnen sectoren waar het gevaarlijk werken is: is het veiligheidsmanagement niet op orde, dan neemt het risico op een bedrijfsongeval enorm toe. Marga Zuurbier: “Als een werknemer ziet dat een leidinggevende iemand niet aanspreekt op verkeerd gedrag, dan heeft dat een groot effect op het gevoel van normen binnen het bedrijf.” De direct leidinggevende bepaalt dus voor een groot gedeelte hoe er binnen een organisatie wordt omgegaan met elkaar én met veiligheid. Hij of zij zal dan ook een sfeer moeten creëren waarin het de nor­ maalste zaak van de wereld is om elkaar te attenderen op onveilig gedrag.

die leiden tot ziekenhuisopname, blijvend letsel of de dood moeten te allen tijde gemeld worden bij de inspectie SZW. De inspectie onderzoekt vervolgens hoe het ongeval heeft kunnen gebeuren en welke maatregelen genomen moeten worden om toekomstige ongevallen te voorkomen.

De slachtoffers In de ene sector is het gevaarlijker werken dan in de andere. Uit ongevals­ onderzoek blijkt dat de meeste ongevallen plaatsvinden in de sectoren industrie, bouw, handel, vervoer & opslag, verhuur en zakelijke dienstver­ lening (kwantitatief). Relatief gezien echter vallen er ook veel slachtoffers

inspecties op het program. Wordt er een overtreding geconstateerd, dan volgt er na een jaar een herbezoek. Ook heeft de inspectie een recidiveinstrumentarium tot haar beschikking: steeds hogere boetes, maar ook stillegging voor bepaalde tijd. Marga Zuurbier: “Voorkom ellende, zorg dat je veiligheid op orde is.”

De cultuur

ongevallen plaats (Bron: SZW). Incidenten

De inspectie SZW, bij het grote publiek wellicht beter bekend als de arbeidsinspectie, heeft als missie: ‘De grootst mogelijke bijdrage leveren aan eerlijk, gezond & veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen.’ Om deze missie zo goed mogelijk te vervullen, gaat de inspectie SZW zowel actief als reactief te werk: zowel risico-analyses als signalen vanuit de omgeving bepalen waar de inspecteurs op bezoek gaan. Een ernstig bedrijfsongeval is uiteraard een signaal waarop de inspectie SZW in actie komt. Deze inspectie onderzoekt uitgebreid hoe het ongeval heeft kunnen plaatsvinden. Marga Zuurbier, werkzaam als directeur Arbeidsomstandigheden bij de inspectie SZW: “Na een ongeval gaan we allereerst op zoek naar een causaal verband tussen het ontstaan van het ongeval en een overtreding van de Arbowet. Bij maar liefst tweederde van de ongevallen is dit oor­ zakelijk verband er evident: het aantoonbaar overtreden van een of meer­ dere regels van de Arbowet heeft geleid tot een incident waarbij doden of gewonden te betreuren zijn. Een triest gegeven is dan ook, dat achteraf gezien bijna alle ongevallen te voorkomen waren geweest, soms zelfs met verbluffend eenvoudige maatregelen.”

Marga Zuurbier

in de sectoren sanering & afval, vervaardiging van metaalhoudende pro­ ducten, vervaardiging van niet-metaalhoudende producten, houtbewerking en utiliteitsbouw. Die slachtoffers, wie zijn dat dan precies? Gezien het feit dat het aandeel 45- tot 55-jarigen binnen onze beroepsbevolking het grootst is, ligt het voor de hand dat binnen die leeftijdscategorie ook de meeste doden en gewonden te betreuren zijn. Toch ziet de inspectie SZW dat ook jongeren (16- tot 24-jarigen) geregeld te maken krijgen met een bedrijfsongeval. Sowieso werkt onervarenheid risico’s in de hand: dit geldt niet alleen voor onervarenheid met betrekking tot de arbeid zelf, maar ook voor gebrek aan ervaring binnen het bedrijf in kwestie. Wie te maken krijgt met een bedrijfsongeval, is vaak minder dan een jaar in dienst. Het zijn de stagiaires, de studenten, maar zeker ook de oproepkrachten. Geheel verrassend is dit niet: juist oproepkrachten worden ingezet op piekmomenten, waarbij men helaas niet altijd de tijd neemt om voor een goede uitleg en voldoende toezicht te zorgen.

Ook andere veiligheidsmanagementaspecten dienen uiteraard in orde te zijn. Onvoldoende voorlichting en onderricht of een onvolledige of niet actuele Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is een medeoorzaak van ongevallen op de werkvloer. De inspectie ziet dat bij bedrijven waar de preventieve aspecten op orde zijn, de betrokkenheid van werknemers toeneemt, terwijl het aantal incidenten en het ziekteverzuim daalt. Het systematisch leren van incidenten, het opgeruimd houden van de arbeids­ plaats, het elkaar aanspreken op veiligheidsgedrag en het tweejaarlijks actualiseren van de RI&E is lonend!

Helaas heeft de inspectie SZW een dalende trend op de naleving van de verplichting op het gebied van arbozorg geconstateerd. De wet

Marga Zuurbier Na afronding van haar academische opleiding bij de Landbouwuniversiteit werkt Marga Zuurbier sinds 1984 bij en voor de rijksoverheid. Daarvan heeft ze zeven jaar gewerkt voor de rijks­ overheid vanuit een consultancy bureau en in de andere 23 jaar heeft ze in diverse functies gewerkt bij vier verschillende ministeries, te weten WVC (het huidige VWS), V&W (het huidige I&M), EZ en thans SZW. Ze is zowel verantwoordelijk geweest voor de communicatie, het beleid, de aansturing van de uitvoering als het toezicht van rijks­ overheidorganisaties. Haar huidige functie als directeur Arbeidsomstandigheden bij de Inspectie SZW is haar tweede directeursfunctie bij een toezichthouder. Daarvoor was ze directeur Vervoerkamer bij de NMa (thans ACM). Ze ambieert het werken bij en voor de rijksoverheid vanwege het publieke belang waar de overheid voor staat. Kenmerkend daarbij is haar aandacht voor het gewenste gedrag en gedragsverandering van burgers en ondernemers, het omgaan met belangentegenstellingen, het betrekken van alle relevante informatie in besluitvormingsprocessen en het efficiënt en effectief besteden van overheidsbudget. Als manager motiveert zij haar medewerkers om als team resultaaten omgevingsgericht te werken aan het realiseren van het publiek belang waar haar rijksoverheidonderdeel waar zij leiding aan geeft voor staat. Zij stimuleert haar medewerkers daarbij samen te werken met de andere (rijks)organisaties die aan datzelfde doel een bijdrage (kunnen) leveren.

De ongevallen

Ook de wetgever hecht veel belang aan veiligheid op de werkvloer. In onder andere artikel 5 en artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet worden verplichtingen gesteld waaraan de werkgever moet voldoen. Een werkgever die volledig aan zijn verplichtingen voldoet en desondanks geconfronteerd wordt met een ongeval, wordt in dat geval geen boete opgelegd. “Als het echt pure pech is, ben je als organisatie niet verwijt­ baar. Maar dit komt vrijwel nooit voor,” aldus Marga Zuurbier.

Meer informatie

De grootste categorie bedrijfsongevallen betreft een valpartij. Vallen is verantwoordelijk voor maar liefst 24% van de incidenten! Bij vallen den­ ken veel mensen aan werken op hoogte, maar uit de gegevens van de inspectie SZW blijkt juist een op het oog kleine aanleiding vaak letterlijk en figuurlijk het struikelpunt: het gat voor de deur van een nieuwbouwhuis,

Helaas heeft de inspectie SZW een dalende trend op de naleving van de verplichting op het gebied van arbozorg geconstateerd. In de hoop deze trend om te buigen, is de inspectie SZW actief, reactief en transparant aan de slag gegaan: voor 2015 staan meer dan 20.000 onaangekondigde

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


32

33

Veiligheidsmanagement De tankopslagsector naar een hoger veiligheids niveau

De tankopslagsector is van ons allemaal:

Sandra de Bont

die hun oorsprong hier hebben gevonden.

het midden gaan zitten.” Een bedrijf dat opereert op schaal 1, heeft een broertje dood aan veiligheid: alles kan en mag, zolang men maar niet gepakt wordt. Ook een organisatie op niveau 2 heeft niet veel op met veiligheid, slechts na een incident komt men (tijdelijk) in actie. Pas vanaf niveau 3 begint een bedrijf veiligheidsvolwassen te worden.

Toch zijn we ons daar niet van bewust.

De SMT in de praktijk

een ieder gebruikt dagelijks producten

Om te voorkomen dat ‘de slager z’n eigen vlees keurt’, wordt de audit uitgevoerd door een onafhankelijk adviseur. Hierbij gaat men niet over één nacht ijs: de audit duurt maar liefst drie dagen. Hoe hard zitten bedrijven binnen de tankopslagsector daar nog op te wachten, gezien het feit dat zij al met minimaal 60 audits per jaar te maken hebben? Sandra de Bont: “De deelnemende organisaties willen niet alleen zelf graag weten hoe zij ervoor staan, maar ook aan de buitenwereld laten zien dat de tankopslag­ sector veiligheid hoog in het vaandel heeft. De Safety Maturity Tool is niet bedoeld als stok om mee te slaan, maar als een estafettestok om door te geven.”

In het gunstigste geval is de tankopslag een ver-van-ons-bed-show, in het ongunstigste geval is de sector prominent in het nieuws. Incidenten zoals Buncefield en Odfjell hebben bewezen hoe belangrijk veiligheid is voor wie werkt met vloeibare - en vaak gevaarlijke - stoffen. Mede naar aanleiding van deze incidenten ontwikkelde de VOTOB, de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven, het VOTOB Veiligheidsplan. Een belangrijk onderdeel van het Veiligheidsplan is de Safety Maturity Tool (SMT). De Safety Maturity Tool is gemaakt vóór en mét de aangesloten leden van de VOTOB en maakt het mogelijk om op uniforme en transparante wijze in kaart te brengen hoe het gesteld is met de veiligheid binnen de sector.

Doel van de SMT Niet de overheid, maar de bedrijven zélf zijn verantwoordelijk voor veilig­ heid. De overheid stelt regels op, houdt toezicht en handhaaft, maar binnen een volwassen organisatie past leiderschap en het actief opnemen van verantwoordelijkheid. Om dit te kunnen doen, moet men eerst inzicht hebben in hoe het gesteld is met de veiligheid binnen een organisatie. Wat gaat er goed en waar is nog ruimte voor verbetering?

opgesteld: de individuele bedrijven maken voor zichzelf een verbeterplan en de Votob maakt een verbeterplan voor de branche/sector. Hierdoor wordt de gehele tankopslagsector naar een hoger veiligheidsniveau getild. De leden werken dus gezamenlijk aan het vergroten van de veiligheid bin­ nen de sector!

Vóórdat de SMT wordt toegepast, stelt het bedrijf in kwestie allereerst een ambitieniveau vast. Pas hierna is het tijd voor de driedaagse audit. Ongeacht de uiteindelijke score wordt er na de audit een verbeterplan opgesteld: op het gebied van veiligheid ben je immers nooit klaar. Bij een score tussen de 3 en de 5 wordt op basis van risico-inschatting en ambitieniveau bepaald wanneer de organisatie aan de slag gaat met de opgestelde verbeteracties: nu of volgend jaar. Lagere scores vragen uiter­ aard om spoediger acties. Het gaat echter niet zozeer om de cijfers, maar meer om wat hiermee gedaan wordt! Ook en vooral het leren van elkaar staat hierbij centraal: niet alleen de tool moet groeien, maar tevens de manier waarop de bedrijven omgaan met elkaar én met hun stakeholders.

Opzet van de SMT De Safety Maturity Tool gaat uit van de gedachte dat veiligheid wordt bepaald door drie aspecten: hardware, software en mindware. Bij de hardware draait het simpelweg om de technische integriteit van gebruikte installaties, terwijl de software (managementsystemen en procedures) er voor zorgt dat de hardware goed blijft functioneren. De mindware tot slot draait om de veiligheidscultuur en het gedrag binnen het bedrijf.

Met de Safety Maturity Tool verkrijgen de deelnemende bedrijven gedetailleerd inzicht in hun sterke en zwakke punten op het gebied van veiligheid.

Voor elk van deze drie onderwerpen zijn, in samenwerking met de leden van de VOTOB, vragenlijsten ontwikkeld. Deze vragenlijsten zijn tot stand gekomen op basis van wet- en regelgeving, normen, richtlijnen en best practises zoals de PGS 29, OHSAS 18001, Nieuwe Inspectie Methodiek (NIM-BRZO), PAS 55, EEMUA 159, ATEX 137, CDI-T en Hearts & Minds. Open vragen zijn er niet te vinden: de meer dan 800 vragen kunnen alleen beantwoord worden met ‘ja’ of ‘nee’. Op het gebied van deelvragen is de SMT onverbiddelijk: moet een deelvraag ontkennend beantwoord worden, dan telt de gehele vraag als ‘nee’.

Met de Safety Maturity Tool verkrijgen de deelnemende bedrijven gede­ tailleerd inzicht in hun sterke en zwakke punten op het gebied van veilig­ heid. Naar aanleiding van de uitkomst van de audit worden verbeterplannen

De uitkomst van de SMT wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 5. Sandra de Bont, directeur van de VOTOB, legt uit dat niet voor niets voor deze schaal gekozen is: “Op een schaal van 1 tot en met 5 kan je niet in

Sandra de Bont - Korpershoek Directeur van de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijven (VOTOB). Onder haar verantwoordelijk hebben de leden van de VOTOB zich in december 2012 unaniem achter het ‘VOTOB Veiligheidsplan’ geschaard. Onderdeel van dit plan is de Safety Maturity Tool (SMT). Met behulp van de SMT kunnen bedrijven op uniforme en transparante wijze hun veiligheidsprestaties meten en zodoende een gedetailleerd beeld krijgen van hun sterke en hun zwakke punten op dit gebied. Op basis van de resultaten van de SMT worden vervolgens verbeter­ plannen gemaakt, zowel door de individuele bedrijven als door de VOTOB. Jaarlijks rapporteert de VOTOB over de resultaten en acties van de SMT. Sandra is milieukundige en werkte na haar studie als management consultant en programmamanager bij verschillende adviesbureaus voor opdrachtgevers van zowel overheid als bedrijfsleven. Na haar werkzaamheden bij de adviesbureaus maakte Sandra de overstap naar branches, alwaar zij verbindingen legde tussen overheid en bedrijfsleven.

Samen werken aan veiligheid In het verleden stond de naam VOTOB voor de Vereniging van Onafhankelijke Tankopslagbedrijven. De deelnemende bedrijven zijn echter geen concurrenten van elkaar op het gebied van veiligheid en duurzaamheid, maar werken samen aan veiligheid binnen de sector! Om deze gezamenlijke missie te onderstrepen, is de naam van de ver­ eniging gewijzigd in de Vereniging van Nederlandse tankopslagbedrijven. Met de Safety Maturity Tool zorgt de tankopslagsector ervoor dat de motor van de Nederlandse economie veilig en duurzaam wordt voorzien van brandstof.

Met de Safety Maturity Tool zorgt de tankopslagsector ervoor dat de motor van de Nederlandse economie veilig en duurzaam wordt voorzien van brandstof. Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


(advertentie)

uvex astrospec 2.0 Al voor de start een panoramische blik

Veiligheidsmanagement Serious gaming

35

Jop Groeneweg

Ruimte rondom de ogen volledig beschermd De grote panoramische lens met geïntegreerde zijbescherming zorgt ervoor dat de ruimte rondom de ogen optimaal is afgedekt. In combinatie met de uvex coatingtechnologieën biedt de uvex astrospec 2.0 – een logische verdere ontwikkeling van de populairste uvex-veiligheidsbril ter wereld – buitengewone bescherming en uitstekend draagcomfort.

Om een nieuwe kijk op veiligheid te bewerkstelligen, moet je allereerst in kaart brengen wat veiligheid nu eigenlijk precies is. Alleen op die manier creëer je nieuwe wegen voor verbetering. Dr. Jop Groeneweg gaf op het NSWE een toelichting. Enkele jaren geleden werd het National Safety at Work Platform opgericht: een platform waarbij meer dan 100 bedrijven en verenigingen zich aan­ gesloten hebben. Het platform heeft als doel organisaties te helpen een klimaat te creëren waarin veilig gedrag centraal staat. Om dit te bereiken, onderzoekt het platform vele facetten en invalshoeken omtrent veiligheid.

Jop Groeneweg: “Vraag het Inspectie Leefomgeving & Transport en je krijgt de geijkte antwoorden: volg de procedures op, leid de machinist niet af. Maar om de veiligheid werkelijk te vergroten, moet je het gedrag van de machinist beïnvloeden. Je moet geen speciale dingen doen om een ongeval te voorkomen, maar kijken naar de dagelijkse manier van werken.”

Oxymoron

Flatfold Past in iedere zak

Panoramische lens Optimale afdekking van de ogen met geïntegreerde zijbescherming

Flexibele instelbare oorveren Passen zich aan iedere gelaatsvorm aan

Een van de onderwerpen waarin het platform meer tijd wil investeren, is ‘serious gaming’. De term ‘serious gaming’ lijkt een oxymoron te zijn: hoe serieus is het spelen van een spel? Serious gaming is echter een manier om te onderzoeken hoe men veiligheid kan verbeteren, zonder dat in de praktijk gevaarlijke situaties ontstaan. Bij serious gaming is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor simulatoren. Op deze manier kunnen pro­ cessen worden nagebootst die men in werkelijkheid niet kan uitvoeren. Contact: p.meyer@uvex-safety.be

uvex-safety.com

“Je moet geen speciale dingen doen om een ongeval te voorkomen, maar kijken naar de dagelijkse manier van werken.” Variaties

Tijdens een sessie op het NSWE noemt Jop Groeneweg, verbonden aan de Werkgroep Veiligheid, het voorbeeld van machinisten die door rood licht rijden. Ook vandaag de dag wordt nog té vaak een rood sein gene­ geerd: gemiddeld zo’n 170 keer per jaar. Dit getal moet omlaag, maar hoe?

Deze gedachte is gebaseerd op het boek ‘Economic Control of Quality of Manufactured Product’, geschreven door dr. Walter A. Shewhart en gepubliceerd in 1931. Hierin benoemt Shewhart het feit dat er binnen industriële processen altijd afwijkingen of variaties van de vastgestelde >>


(advertentie)

37

Veiligheidsmanagement

Kijk op de website

Serious gaming

>>

l n . e nw s voor alle video’s en foto’s van het NSWE! Dé nieuwe standaard voor veilig werken:

NIEUW IJ G NU VERKR

BAAR

!

Elacin Universal ST24 Herbruikbare gehoorbescherming   

Verbetert de communicatie in lawaai Voorkomt akoestische isolatie Goede pasvorm voor iedereen

l

Wil een organisatie de kans op een ongeval zo klein mogelijk maken, dan moet je niet alleen kijken naar afwijkingen op het gebied van veiligheid, maar naar álles wat te ver afwijkt van de standaard. Jop Groeneweg: “Veiligheid wordt te vaak gerelateerd aan het moment waarop het bijna mis gaat. De reguliere spreiding in het gedrag is een onderbelichte factor.”

Jop Groeneweg

!

rsal ST24 Bestel nu de Elacin Unive via onze nieuwe webshop

elacinatwork.com/shop/n

norm optreden. Zolang de afwijkingen zich binnen de vastgestelde mar­ ges bevinden, is er (nog) niets aan de hand. Pas buiten de vastgestelde marges ontstaan er risico’s. Een ongeval is dan ook te zien als een extreme uitkomst van de normale manier van werken.

elacinatwork.com

Dr. Jop Groeneweg is naast zijn deeltijdfunctie als universitair docent (Universiteit Leiden) ver­ bonden aan de Werkgroep Veiligheid en TNO. Hij houdt zich voornamelijk bezig met onder­ zoek naar mogelijkheden voor de beheersing van de menselijke factor bij ongevallen. Hierbij is serious gaming een belangrijk onderwerp waarin hij praktijk­ ervaringen heeft.

Afvlakking van de curve In het voorbeeld van de treinen die door rood licht rijden, is met behulp van simulatoren onderzocht hoe machinisten reageerden op maatregelen om het risico op een STS, een Stop Tonend Sein, te verkleinen. Het rijge­ drag van de machinisten werd minutieus in kaart gebracht, en daarmee ook de spreiding binnen de “normale” curve. Door maatregelen te nemen om deze spreiding kleiner te maken, bijvoorbeeld door het verdubbelen van het aantal seinen op een traject, wordt deze curve ‘puntiger’ en neemt het risico op een STS af. Jop Groeneweg: “Kom niet alleen in actie wanneer de veiligheid in het geding lijkt te zijn, maar sta ook eens stil bij de dagelijkse gang van zaken binnen uw bedrijf. Teveel variaties binnen de normale curve zijn zorgwek­ kend: als u aan de manier van hijsen kunt zien wie er aan het werk is, heeft u een probleem.”

“Kom niet alleen in actie wanneer de veiligheid in het geding lijkt te zijn.” Meer informatie Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu. Of bezoek de website www.nswe.nl voor onder andere de video’s en foto’s van het event.


(advertentie)

Dickies rigger laarzen Dickies is een gerenommeerd ‘wereldmerk’ op het gebied van werkkleding en schoeisel. De 4 types laarzen die Intersafe aan het assortiment heeft toegevoegd, bieden een prijsgunstig alternatief. De laarzen zullen bij Intersafe op voorraad liggen zodat de beschikbaarheid zeer hoog is, ze zijn leverbaar vanaf midden augustus 2015.

Advies op maat. Onze Safety Coach staat voor u klaar. Wij adviseren u graag in het kiezen van de juiste persoonlijke beschermingsproducten voor uw toepassing. We kijken daarbij naar blootstelling en gevaren, gebruiksgemak, stijl en niet te vergeten comfort. Voor meer informatie kijk op www.3Msafety.nl

Rigger boot ongevoerd FA23355

Rigger boot gevoerd FA23350

• Norm: EN ISO 20345:2011 S3 SRC • Stalen neus (200 Joule) • Stalen tussenzool • Waterbestendig • Dual density PU loopzool • Anti-statische zool • Schokabsorberende hiel • Oliebestendige anti-slipzool • Treklussen • Maten: 40 t/m 47 • Artikelnummer: 167725

• Norm: EN ISO 20345:2011 S3 SRC • Inclusief voering • Stalen neus (200 Joule) • Stalen tussenzool • Waterbestendig • Dual density PU loopzool • Anti-statische zool • Schokabsorberende hiel • Oliebestendige anti-slipzool • Treklussen • Maten: 36 t/m 47 • Artikelnummer: 167727

Rigger boot gevoerd met overneus FA23350-SC

Coweta rigger boot FD9211

• Norm: EN ISO 20345:2011 S3 SRC • Overneus • Inclusief voering • Stalen neus (200 Joule) • Stalen tussenzool • Waterbestendig • Dual density PU loopzool • Anti-statische zool • Schokabsorberende hiel • Oliebestendige anti-slipzool • Treklussen • Maten: 36 t/m 47 • Artikelnummer: 167723

• Norm: EN ISO 20345:2011 S3 HRO SRC • TPU overneus en hielbeschermer • Inclusief voering • Stalen neus (200 Joule) • Stalen tussenzool • Waterbestendig • Dual density PU loopzool • Anti-statische zool • Schokabsorberende hiel • Hittebestendige buitenzool tot 300°C • Treklussen • Maten: 38 t/m 47 • Artikelnummer: 167729

Meer weten? Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu.

Productnieuws

39


(advertentie)

NA

PR

OFESS

IO

onderhoudsvrije enkelgasdetector

Ralph Hoofd Inkoop

Goede prijskwaliteit Leverbetrouwbaar Duurzaam Visitekaartje voor bedrijf Voor mij is er geen twijfel mogelijk SILVER

als

het

om

werkkleding

gaat.

Mijn

Gemakkelijke gasidentificatie met labels met kleuren­ code en LCD-aanduiding: H2S, CO, O2, SO2

H2S CO O2 SO 2

Gebruiksvriendelijk

Geen kalibratie Tot drie jaar onderhoudsvrij. Schakel de detector in en hij doet z’n werk. U hoeft niet te kalibreren, geen sensor te vervangen of batterij op te laden of te vervangen. Dat bete­ kent grote betrouwbaarheid en geen uitvaltijd.

De BW Clip is met één druk op de knop te bedienen, compact, licht en gebruiksvriendelijk, maar ook sterk genoeg onder gevaarlijke omstandig­ heden en bij extreme temperaturen. En als er een alarm klinkt, kunt u dit zelfs in rumoerige omgevingen niet missen, dankzij het duidelijk knippe­ rende licht en de hoorbare en trillende alarmen.

collega’s werken er elke dag in, dus

is de 1e n K R O W E R oene HaVeP® yclebare kat rd rec rtificee e c volledig e G ding. le to werkkle zilveren Crad t t. met he rtificaa e c ® Cradle

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?

KIJK OP WWW.HAVEP.COM /INKOPER T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E verkoop@havep.com

zij

weten

waar

ze

het

over

hebben.

Geen zelftest

Ik wil zo min mogelijk gedoe. Als ik alle kwaliteiten van HaVeP bij elkaar optel en ook kijk naar prijs, service en levering, kom ik tot maar één conclusie: HaVeP moet je hebben.

Huidige dockingstations Compatibel met huidige docking­ stations. Voor geautomatiseerde functietesten en vlootbeheer is de BW Clip compatibel met het MicroDock II-dockingstation en Fleet Manager II-software.

Automatische zelftest voor meer veilig­ heid. Met de BW Clip hoeft er geen handmatige zelftest te worden uitge­ voerd om de batterij van de detector, de sensor en de elektronica te con­ troleren. In plaats daarvan wordt er dagelijks automatisch een zelftest uitgevoerd. Als er een storing in een essentiële functie wordt gevonden, wordt de detector uitgeschakeld om u te beschermen tegen onveilig gebruik.

Productnieuws

VED BY RO

LS

AP P

Havep moe.t. TEL MAAR OP! BW Clip: je hebben.

41

>>


(advertentie)

HOU JE VOETEN DROOG EN JE HOOFD KOEL. 5 ELKE DAG ALS NIEUW

BW Clip: onderhoudsvrije enkelgasdetector

2 Hydro-Dry® SoK

4 AFVOER/TRANSPORT

Verleng levensduur met 1 jaar!

IntelliDoX instrumentcontrolesysteem

Als u de BW Clip met een levensduur van twee jaar voor H2S of CO gebruikt, kunt u de detector in de slaapstand zetten als u deze een week of langer niet gebruikt. Hiermee kunt u de levensduur met dezelfde periode verlengen tot maximaal één jaar.

IntelliDoX combineert slimme dockingmodules met onze Fleet Manager II-software en biedt automatische tests en houdt records bij voor de BW Clip. Plaats de BW Clip gewoon in de dockingmodule en de gasdetector en -sensoren worden automatisch getest. Gebruik daarna een USB-stick of ethernet om functietesten, gasblootstel­ lingen en meer naar uw computer over te zetten, waar u vervolgens de software kunt gebruiken om de gegevens te analyseren, naleving te controleren en de detectoren te configureren.

Heeft u een voorraad BW Clip-detectoren voor een turnaround in de fabriek? Zitten er een paar maanden tussen projecten? Zijn er medewerkers met vakantie? Zet iedere BW Clip in de slaapstand om energie te besparen en u kunt de levensduur van 24 maanden van de detector verspreiden over drie jaar in plaats van over de standaard twee jaar.

3 VOERING EN INLEGZOLEN

1 Energieopbrengst

Emma houdt je voeten onder vrijwel alle omstandigheden droog, comfortabel en veilig. In Emma schoenen zweet je aanzienlijk minder en het transpiratievocht dat wel nog ontstaat wordt actief geabsorbeerd, verspreid en verdampt, dankzij onze SmartecAir® technologie. Emma Hydro-Dry® sokken versterken dit effect nog eens extra. Voor maximale bescherming tegen vocht van buitenaf gebruiken we Sympatex®. Dat houdt ijs, regen, smeltende sneeuw en vocht zelfs na vele maanden van slijtage volledig tegen. Hydro Control is één van de drie pijlers van Emma. Balans richt zich op een optimale positie van de voet en Contactmanagement zorgt voor maximale grip op elke ondergrond. Zo zorgen we ervoor dat al onze schoenen en laarzen extreem veilig zijn, zelfs onder de meest veeleisende omstandigheden.

>>

Om de BW Clip in de slaapstand te zetten, kunt u de IntelliDoX gebruiken. U kunt ook de BW Clip in slaap­ standmodus zetten en hem in de slaapstandhoes doen. Er komt geen computer of ingewikkeld proces aan te pas.

HYDRO CONTROL 1. ENERGIEBESPARENDE ZOLEN ZORGEN ERVOOR DAT

IntelliDoX

JE VOETEN DRASTISCH MINDER TRANSPIREREN. 2. HYDRO-DRY® SOKKEN VOEREN TRANSPIRATIEVOCHT AF MET BEHULP VAN DE COOLMAX® 4 KANALEN VEZEL. 3. VOERING EN ZOLEN ABSORBEREN HET VOCHT UIT DE SOK EN VERSPREIDEN DIT OVER HET GEHELE OPPERVLAK. 4. SMARTECAIR® EN SYMPATEX® TRANSPORTEREN TRANSPIRATIEVOCHT ZODRA HET ONTSTAAT. 5. TIP: PLAATS JE SCHOENEN ELKE DAG ONGEVEER 8 UUR IN EEN DROGE, GOED GEVENTILEERDE RUIMTE. ZO KAN AL HET VOCHT VERDAMPEN.

Slaapstandhoes

Meer weten? Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met uw Customer Service medewerker, T +31 (0)78 618 14 00 of E info@intersafe.eu. Vanuit België kunt u contact opnemen via T +32 (0)15 423 320 of E info-b@intersafe.eu.

KIJK OP >> EMMASafetyfootwear.COM

Productnieuws

43


DISCLAIMER Deze voorwaarden zijn van toepassing op het gebruik van dit document en zulk gebruik houdt automatisch in dat de gebruiker instemt met de toepasselijkheid van deze voorwaarden. De door Intersafe Groeneveld B.V. en haar groepsvennootschappen en derden (hierna gezamenlijk: “Intersafe”) in dit document verstrekte informatie is louter indicatief. Intersafe kan de volledigheid en actualiteit van deze informatie niet garanderen. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend en het gebruik van de informatie gebeurt uitsluitend op eigen risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. De informatie is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en is niet bedoeld als advies, ontwerp, (constructie)berekening, calculatie, garantie of anderszins ten behoeve van de gebruiker. Het is mogelijk dat de informatie, onder meer over gestelde normen en wet- en regelgeving, geheel of gedeeltelijk onvolledig en/of verouderd is. Intersafe geeft geen enkele garantie en aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de volledigheid en/of geldigheid van de informatie en dat de informatie geschikt is voor het doel waarvoor deze door de gebruiker wordt geraadpleegd of anderszins. Gebruikers, klanten en derden dienen zich te allen tijde door een professioneel adviseur te laten informeren over (de geschiktheid van) producten voor alle gewenste toepassingen en over dan toepasselijke wet- en regelgeving. De gebruiker dient zelf te verifiëren of, en is er zelf verantwoordelijk voor dat, de producten geschikt zijn voor de hem/haar voor ogen staande toepassing. Door het gebruik van afbeeldingen en kleuren in Intersafe’s communicatiemiddelen kunnen die afwijken van de werkelijke afbeeldingen en kleuren. Alle (intellectuele eigendoms)rechten zijn voorbehouden (door Intersafe en haar licentiegevers). Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de gebruiker steeds de meest recente informatie gebruikt. Indien de gebruiker enige informatie wenst te gebruiken, dient de gebruiker zelf regelmatig te controleren of de gebruikte informatie nog overeenstemt met de meest recente beschikbare informatie, al dan niet van de relevante toeleverancier/producent. Intersafe is niet aansprakelijk (noch contractueel noch buitencontractueel) voor enige schade voortvloeiende uit of verband houdende met het gebruik van dit document en de daarin opgenomen informatie, behalve indien en voorzover zulke schade het gevolg is van opzet of grove schuld van Intersafe. De beperking van de aansprakelijkheid geldt voor alle met Intersafe verbonden partijen, met inbegrip van doch niet beperkt tot haar bestuurders, werknemers, verbonden ondernemingen, leveranciers, distributeurs, agenten en vertegenwoordigers. Op alle mondelinge en schriftelijke uitingen, aanbiedingen, offertes, verkopen, (af)leveringen en/of overeenkomsten en alle daarmee samenhangende werkzaamheden van Intersafe zijn de relevante algemene voorwaarden van Intersafe en haar verbonden ondernemingen van toepassing, zoals gedeponeerd bij de rechtbank Dordrecht (NL), welke zijn gepubliceerd op en kunnen worden gedownload van www.intersafe.eu. Voor vragen of opmerkingen over het bovenstaande kunt u contact opnemen met Intersafe. © 2015 - Intersafe

RUIMTE VOOR FSC-LOGO


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.