Saskia Reusens - Hotel Rendez-vous

Page 1

- 16 -

W

as alles naar wens?

I

k heb jarenlang een geheime verhouding gehad met Peter, een van mijn collega’s. Het doet er niet toe hoe het begonnen is, en ook niet waarom we ermee begonnen waren. We hadden een verhouding, passioneel en zeer bevredigend voor ons allebei. Punt. We brachten onze privémomenten door tijdens de middagpauzes. Leve het rendez-voushotel! Mijn minnaar en ik hebben vaak de lof bezongen van deze discrete liefdesplekken. Waar moest je anders naartoe? Samen wat gaan drinken in een cafeetje, zoals Mrs Jones in het liedje van Billy Paul, is ongetwijfeld heel romantisch. Maar je loopt behoorlijk in de kijker en meer dan een drankje kun je er echt niet delen. Neen, dan liever een rendez-voushotel. Gaan kameren was voor ons het lichtpunt van de week. We hadden geen vaste dag. Dat zou te veel opgevallen zijn. Hadden we zin in seks, dan belden we elkaar gewoon in codetaal: ‘Is er nog koffie?’ Dat was het signaal om onze jas aan te trekken en onze middagpauze buitens-

– 102 –


huis, op hotel, door te brengen. Er waren nogal wat hotelletjes in de buurt van het werk. Maar het eerste dat we bezochten viel in de smaak, en dat is zo gebleven. Geen gedoe en geen geëxperimenteer voor ons. We waren echt niet op zoek naar gedempte lichten, zwoele muziek of pluchen bedspreien. Het enige wat we wilden was een nette, sobere kamer met een bed en een douche. Ons eerste hotelletje beantwoordde precies aan die eisen. Ik keek reikhalzend uit naar onze stiekeme middagen, maar tegelijkertijd bekroop me telkens een ongemakkelijk, dubbel gevoel. Ik had geen probleem met het kameren op zich. Eens op de kamer had je van niemand last. Maar de weg naar en van het hotel, die gaf me steeds een onbehaaglijk gevoel. We waren heel voorzichtig en lieten niets aan het toeval over. Het risico was reëel dat je na een tijdje roekelozer werd en al te vrijpostig over straat ging lopen. Maar de angst om betrapt te worden was zo groot dat we er echt altijd ons hoofd bij hielden. Ik durf het gerust te zeggen: ik had last van hotelstress, en hoe langer onze verhouding duurde, hoe behoedzamer ik werd. In het begin van onze relatie liepen we samen over straat. Maar na een tijdje durfde ik dat niet meer en gingen we apart naar het hotel. Peter liep altijd een twintigtal meter voorop en stapte als eerste het hotel binnen. Ik volgde hem even later, maar tijdens de paar passen die mij van hem scheidden had ik in recordtempo de straat gescand om te kijken of er geen bekenden passeerden. Check en dubbelcheck. Zodra ik het hotel

– 103 –


binnen was, kwam de opluchting. Weliswaar slechts een paar seconden, want dan kwam het inchecken. Wat haatte ik dat! Over discretie en professionaliteit hadden we nochtans niets te klagen in ons hotelletje. Aan de balie zag je quasi altijd dezelfde mensen. Meestal was het een dame, die achter een mat glazen venstertje in een soort keuken zat. Bij het inchecken ging het raampje open en volgden de hoogstnoodzakelijke vragen: douche of bad? Kort of lang verblijf ? Onze antwoorden waren even kort en bondig. Betalen. Sleutel. Klaar. Inchecken was de taak van Peter. Ik wendde mijn hoofd af en bleef uit het zicht van het raampje staan. Ik stond steevast een meter achter Peter, mijn hoofd gebogen zodat ik niemand in de ogen hoefde te kijken. Bij het verlaten van het hotel speelde zich een gelijkaardig scenario af. Uitchecken gebeurde aan de andere kant van het onthaal. Daar was een deur. Je klopte aan, iemand deed behoedzaam de deur op een kier, nam de sleutel in ontvangst en duwde op het knopje van de buitendeur. Peter verliet het hotel, ik volgde hem een paar tellen later. Op straat waren we opnieuw volstrekte vreemden voor elkaar en haastten we ons apart terug naar kantoor. Ik had Peter gebeld. ‘Is er nog koffie?’ We arriveerden aan het hotel. Peter voorop, zoals steeds. Het was rustig in de straat. Hij stapte het hotel binnen, ik volgde even later. Check. Dubbelcheck. Het raampje schoof open. Bruusk. Dit was niet de vertrouwde, zachte vrouwenhand. Een man, ik schatte hem ongeveer veertig jaar, grijnsde ons onbevangen toe vanuit het keuken-

– 104 –


tje. ‘Goedemiddag samen!’ klonk het veel te luid. ‘Kort of lang verblijf ?’ Hij gaf ons een smile van oor tot oor. Nu vind ik ongegeneerd lachen aan het onthaal van een rendez-voushotel totaal ongepast. Lachen is emotie, en emotie en rendez-vous gaan niet samen. Toch niet bij het personeel. Afstand moet er zijn, en discretie. De man probeerde wellicht gewoon vriendelijk te zijn, maar had duidelijk de finesses van zijn taak nog niet onder de knie. Ik voelde enige wrevel de kop opsteken. Peter merkte het niet. ‘Kort verblijf,’ antwoordde hij, ‘met douche graag.’ Hij had zoals meestal het gepaste bedrag in zijn hand. Ik zuchtte opgelucht. Betalen en sleutel. Klaar. Maar de man in de keuken maakte nog geen aanstalten om af te sluiten. Hij schoof even heen en weer op zijn stoel en keek ons een voor een glimlachend aan. ‘Prima, kamer 14 is nog vrij. Wenste u nog wat te drinken? Koffie, water, wijn misschien?’ Ik staarde de man vol ongeloof aan. Néé, ik wil geen koffie! Geef ons gewoon die rotsleutel van kamer 14 en laat ons met rust! Ik probeerde rustig te blijven, maar binnenin kookte het. De man was gelukkig te dom om het te merken. Peter knikte ontkennend bij de laatste vraag en de man overhandigde hem de sleutel van kamer 14. Eindelijk! Ik liep achter Peter de gang in, de trap op. ‘Prettig verblijf!’ gooide Meneertje Vrolijk er nog enthousiast achteraan. Op de kamer viel zoals steeds alle stress van me af. Onze warme lichamen gleden tussen de frisse lakens en we verdwaalden in elkaar. De tijd stond stil. Een uurtje maar. Toen riep de werkplicht. We douchten de

– 105 –


zonde van ons af en verlieten de kamer. Gniffelend nagenietend. We daalden de trap af, op weg naar de uitgang. We hielden halt voor het achterdeurtje van de balie. Sleutel afgeven. Ik maakte me zo onzichtbaar mogelijk en zette me schrap voor de nakende confrontatie met de boze buitenwereld. Ik streek een vermeende plooi van mijn jurk glad en schikte mijn haar. Peter klopte zachtjes op de deur. Die vloog open met een brede zwaai en wij keken in het alweer enthousiast lachende gezicht van Meneertje Vrolijk. Houd alsjeblieft je mond, dacht ik. Druk op het knopje en laat ons gaan. Maar neen… ‘Was alles naar wens?’ informeerde de lachende kwelgeest. Ik hapte naar adem en voelde mijn gezicht rood aanlopen. Of alles naar wens was? Ik had het goed gehoord. De ober had zonet gevraagd of het gesmaakt had. Waarom vroeg hij niet meteen of we de dessertkaart wensten? Deze man kwam uit de horeca. Ik wist het zeker. Peter mompelde iets onverstaanbaars en gaf de sleutel. Zodra hij op het knopje drukte, flitste ik de deur uit. Peter kwam gehaast achter me aan. ‘Tot ziens!’ hoorden we nog achter ons. ‘Dat had je gedacht’, zei ik gebeten. We keken elkaar aan en schoten in de lach. Hadden we hem misschien ook nog een fooi moeten geven?

– 106 –


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.