![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/851d90fc1f097d3fb8b81028615c0e6b.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
INLEIDING Waarom ik dit boek wou maken
De IJzermonding, Nieuwpoort. Een beschermd natuurreservaat. De plek waar de IJzer in de Noordzee uitmondt, waar zoet en zout water elkaar ontmoeten. Het is een kille zaterdagmiddag in januari als ik hier wandel met vrouw en kinderen. De zon komt af en toe piepen. We keuvelen wat, als we plots een bolvormig ding boven water zien komen. Iets grijs. Ik kan het niet thuisbrengen. Een dolgedraaide eend? Neen. Wellicht plastic, het meest prominente goedje in onze Noordzee. We blijven even kijken en zien tot onze verbazing een machtig beest opduiken. Een zeehond, verdorie. Was dit roofdier niet verdwenen uit onze wateren? Wat een fascinerende verschijning. Een kippenvelmoment!
Als we verder wandelen richting het staketsel, worden we een tweede keer opgeschrokken. Deze keer door de gewel- dige vleugelslag van een vogel die enkele meters verderop op een paal tot stilstand komt. Hij (of zij) staart ons indringend aan met felle, gele ogen. Is dat geen velduil? Was ook dat beest niet verdwenen uit ons land? Ik moet mezelf in de arm knijpen. Zelfs mijn vrouw en kinderen zijn onder de indruk. En zij zijn, zacht uitgedrukt, geen fanatiekelingen zoals ik. Wat een schoonheid krijgen we hier te zien. En dan zwijg ik nog over de onstuimige konijnen die de duinen onveilig maken. Over de prettig gestoorde steenlopertjes die mosselen zoeken op de pier. Over de wulp met zijn indrukwekkende snavel.
Advertisement
Deze schoonheid tonen, in woord en beeld, dat is het opzet van dit boek. We hoeven niet naar exotische oorden om fascinerende dieren te zien. Het kan ook in eigen land. We moeten vooral léren kijken. Al beken ik meteen: ook ik haalde tot vier jaar geleden mijn schouders op voor het wild in eigen land. Ik had olifanten gespot in Sri Lanka, een jaguar in Belize, tijgers in India, neushoorns in Zuid-Afrika, een lynx in Spanje en jachtluipaarden in Tanzania. Wat zou ik dan geboeid zijn door grauwe ganzen, kleine bruine vogels en een verdwaalde ree? Het is aan de IJzermonding dat mijn ogen zijn opengegaan. Die toevallige ontmoeting met een zeehond en een velduil. Het liet me niet meer los. Wat zou België nog meer te bieden hebben?
Een jaar lang heb ik elke uithoek van het land verkend. Ooievaars en boomkikkers zoeken in het Zwin, dassen en klauwieren in de Voerstreek, rode wouwen en wilde katten in de Oostkantons, edelherten en ringslangen aan de Baraque de Fraiture, blauwborsten en visdieven in Doel, ijsvogels en koereigers in de moerassen van Harchies en ga zo maar door. Ik heb een nacht in een vervallen hut gezeten om een wasbeer te zien. Ik heb uilen gespot, vossen, vleermuizen, salamanders, tientallen akker- en weidevogels, zelfs de grauwe gors. Ik heb dikwijls naar adem moeten happen, onder de indruk van de wilde schoonheid. Heb ik alle dieren gezien? Neen, bijlange niet. De wolf is me niet gelukt, de woudaap ook niet, evenals de gladde slang en de eikelmuis. Ook het baardmannetje en de bunzing waren me te snel af. Dat is wildlife.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/0a1f402ec5d83ed9986cbf28292bc34e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Dit boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel vertel ik het verhaal van de terugkeer van wilde dieren naar ons land. Het lijstje is stilaan indrukwekkend.
Waarom verdwenen ze en waarom keren ze terug? En wat zegt het over onze natuur? Ik ben bioloog noch natuurkundige, vrees dus geen wetenschappelijk traktaat. Ik studeerde politieke wetenschappen en ben freelance journalist van beroep. Ik wil vooral verhalen vertellen. Over koning Leopold I en de laatste wolf, over nazi’s en wasberen, over boze boeren en jagers, over de (illegale) uitzetting van bever en raaf, over Lambik en de vogelvangers, over nationale parken zoals Yellowstone, Virunga en Hoge Kempen, over de Belgische roots van de bruine beer. Al deze verhalen, en veel meer, komen aan bod. Ik ben daarvoor met tientallen mensen gaan praten die er meer van kennen dan ik.
In het tweede deel – een fotodeel – wil ik de schoonheid van onze wilde dieren tonen. For the record : alle foto’s in het boek zijn zelf genomen en onbewerkt. Ik ben geen fotograaf, weet amper wat sluitertijd en diafragma betekenen, maar dat doet er niet toe. Of beter: in déze doet dat er niet toe. Het wil zeggen dat wildlife voor iedereen toegankelijk is. Voor de kenners: alle foto’s zijn genomen met een Nikon Coolpix P1000. Omdat de ruimte beperkt is, evenals mijn mogelijkheden, ligt de focus op zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën.
In het derde en laatste deel blik ik vooruit op het wilde land dat België moet worden. De inspiratie haal ik bij sir David Attenborough, bioloog en legendarisch documentairemaker. De finale trigger om dit boek te maken, was zijn laatste worp: Een Leven op onze Planeet. Wat schrijft de man? Als we de planeet willen redden, dan moeten we de biodiversiteit herstellen. ‘We must rewild the world.’ We moeten de wereld weer wild maken. Dat is dé uitdaging voor de mensheid in de komende decennia. Ondanks de terugkeer van enkele spectaculaire soorten gaat het niet goed met onze biodiversiteit. Maar ik ben geen doemdenker, verwacht van mij geen apocalyptische scenario’s. Ik geloof in de kansen die we hebben om de biodiversiteit, en dus de planeet én de mens, te redden. We zouden eigenlijk drie dingen moeten doen: méér natuur creëren, méér dieren redden en béter samenleven. That’s it.
Vanwaar mijn passie komt? Goede vraag. Ik ben gek op dieren. Altijd al. Ik was zes toen mema – zo noemen we mijn grootmoeder –me meenam naar het circus. Dat was toen nog met exotische dieren die in kooien tentoongesteld werden op het dorpsplein. ‘Welk dier dat is,’ vroeg een onwetend jongetje naast mij aan zijn moeder. Zij haalde haar schouders op. Haast woedend draaide ik mij hun richting uit. ‘Een lama,’ brieste ik. Hoe kan het, dat je dat niet weet?
En dan was er, enkele jaren later, het ontroerende boek van Hector Malot: Alleen op de Wereld. De hoofdrolspelers: de eenzame Rémi, drie honden en een aap. Vooral de aap fascineerde mij: Joli-Coeur. Ik heb het boek verslonden, als kind én als volwassene. Toen het ellendige coronavirus ons maandenlang in ons kot hield, heb ik een nieuwe versie gekocht en gelezen. Wederom was ik tot tranen toe ontroerd. Het is dit boek dat mij de magie en de kracht van dieren heeft doen inzien. Dieren wekken verwondering op. Wellicht daarom ben ik er zo gek op. Verwondering is een kwaliteit die mensen verliezen als ze volwassen worden. Helaas, want verwondering maakt het leven waardevol.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/0b4fa04ff16061431c7e0e6117155ef6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/1721c417943ecca5bc5d51d06aad17db.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/392dc9061294ed4f4ce020678ed0b4e0.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/bb569f3d844291b71494386bc3a57b24.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Deel 1
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230513122617-2c1b439bf62e538127ccf70c3c15dad7/v1/1fe1ff67054e680a6d6739eab94f1891.jpeg?width=720&quality=85%2C50)