1
BASISINDICATOREN LATIJNS-AMERIKA Bij de programma’s voor de volgende meerjarenperiode, verwacht men van NGOs contextanalyses. Om hen te ondersteunen bij het opstellen van die analyses bracht het LatijnsAmerika Overleg van de sector informatie samen over de trends die zich aftekenen in de 16 landen van Latijns-Amerika en Caraïben waar Vlaamse NGOs actief zijn.1 In referentiewerken, databanken en andere open bronnen werd gezocht naar de meest actuele waarden van basisindicatoren. Dit materiaal werd in tabellen georganiseerd, en opgenomen achteraan dit document. Het Overleg wil de NGOs hiermee niet alleen tijd en energie doen uitsparen, maar ook de kwaliteit van hun informatie-instroom helpen bewaken. Bovendien zet het verloop dat de beschouwde ontwikkelingsindicatoren te zien geven aan tot kritisch-constructieve bezinning, die binnen de sector een geïnformeerde discussie kan doen voeren: Welke ontwikkelingsdoelen werden bereikt? Welke was en is de relevantie van de activiteiten die NGOs ondersteunden? Zijn de ondersteunde activiteiten nog degene waarop de NGOs – bij de huidige trends - het verschil kunnen helpen maken? (Hoe) wordt synergie betracht met inspanningen die (lokale) overheden leveren in de landen waar de NGOs activiteiten programmeren? Dit document werd samengesteld door IPIS in nauw overleg met de coördinatie van het Latijns-Amerika Overleg en na bespreking van een sneuveldocument door de verschillende deelnemers aan dat Overleg (7/12/2005). Identificatie van de thema’s, sectoren en landen die de grootste relevantie hebben voor de sector, gebeurde verder met behulp van Co-Program materiaal, contextanalysen die verschillende NGOs in het verleden al opstelden en communicatie met de werkgroepen binnen het Latijns-Amerika Overleg. Aanvullende indicatoren werden verzameld die verband houden met de Millenniumdoelstellingen, waarrond de sector de eerstvolgende jaren actief belooft te blijven. Het gros van de informatie werd buiten de sector gevonden. Een bibliografisch deel identificeert eerst de bronnen waarvan bij het opstellen van dit document gebruik werd gemaakt. Daarbij worden richtingaanwijzers opgenomen naar instanties en documenten waar de NGOs desgewenst meer gedetailleerde informatie kunnen bekomen om hun thema’s en landspecifieke contextanalyses uit te werken. De basisindicatoren die worden weergegeven in het daarna volgend deel, schetsen niet alleen de ontwikkelingsprestaties op zich. Ze betreffen ook de engagementen die de overheden in de beschouwde landen waarmaken, en hoe deze de ontwikkeling financieren. Waar mogelijk en relevant, worden onderscheiden aangegeven voor de situatie in rurale en urbane omstandigheden, en verschillende inkomenssegmenten. Gender wordt transversaal gerelateerd aan indicatoren zoals onderwijs, tewerkstelling en inkomen.
1
Met name de 5 Andeslanden, Brazilië, 5 van de Centraal-Amerikaanse landen, Mexico, Chili, Cuba, de Dominikaanse Republiek en Haïti. Zo’n 50 NGOs rapporteerden activiteiten te hebben in of over deze landen, volgens Co-program & 11.11.11., Jaarboek 2005 (cijfers 2004) Vlaamse niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking.