1
ISY VAN HOUTVEN
presentatie portfolio
Artesis Hogeschool Antwerpen Mutsaardstraat 31, BE-2000 Antwerpen Departement ontwerpwetenschappen Architectuurwetenschapppen Interieurarchitectuur 2009-2013 Isy Van Houtven juni 2013, Lint
‘It’s not what you look at that matters, it’s what you see’ -Henry David Thoreau-
I NH OUD STA F E L
4
Beeldstudio eerste bachelor
009
Ritme van twee
010
Ritme van twee en drie
012
Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 1
014
Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 2
016
Beeldstudio tweede bachelor
019
Zelfdragende structuren
020
Beeldstudio derde bachelor
023
Organische structuren
024
Draad- en staafstructuren
026
Afbouwtechniek en materiaal tweede bachelor
029
Trap
030
Meubelontwerpen tweede bachelor
033
Meubelontwerpen 1
034
Meubelontwerpen derde bac helor
039
Meubelontwerpen 2
040
Meubelontwerpen eerste master
043
Bent
044
Interieurontwerpen eerste bachelor
053
ION 1.1 Punt-lijn-vlak
054
ION 1.2 Open en besloten in het negen-vierkanten rooster
056
ION 1.3 Dak en uitdieping
060
AT1 Van den Hove - Kirkeby
064
ION 1.4 Insel Hombroich paviljoenen van Erwin Heerich
070
ION 1.5 Onthaalpaviljoen in het ‘Middelheimpark’
072
ION 2.1 Wonen plastisch vertaald
076
ION 2.2 Wonen op meerdere niveaus
080
Interieurontwerpen tweede bachelor
085
ION 3 Wonen op maat
086
ION 4 Meervoudig verblijven
090
Interieurontwerpen derde bachelor
093
ION 5 Lifestyle winkel
094
Bachelorproef Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur
098
Interieurontwerpen eerste master
103
Masterproef het Steen
104
Refleciedocument het Steen
109
1 Inleiding
111
2 Onderzoeksvraagstelling
112
2.1 De vraag vanuit de stad Antwerpen aan AG VESPA
112
2.2 De vraag van de stad Antwerpen aan Artesis Hogeschool, departement Ontwerpwetenschappen
112
3. Parameters
113
3.1 Parameters uit het groepsonderzoek
113
3.1.1 Het oudste gebouw van Antwerpen
113
3.1.2 Aanbouw en verbouwingen
114
3.2 Parameters uit de persoonlijke analyse van het gebouw
116
3.2.1 Gebrekkige circulatie en toegankelijkheid
116
3.2.2 Natuurlijke lichtinval
116
3.2.3 Middeleeuwse gedeelte ten opzichte van het gedeelte uit 1950
117
3.3 Nieuwe functie
118
4. Interpretatie
119
4.1 Visie
119
4.2 Conceptvorming
120
5 Conclusie
121
5
6
Voorwoord Dit portfolio is een weerslag van mijn bachelor- en masteropleiding interieurarchitectuur. Het bevat alle eindresultaten van de afgelegde opdrachten in de vorm van tekst, beeld en planmateriaal. De opdrachten zijn geordend volgend opleidingsonderdeel en vervolgens ook in tijd. Zo ziet u van elk opleidingsonderdeel de evolutie. Behalve een evolutie in de projecten is ook de lay-out van dit portfolio meerdere keren veranderd en vormt de vormgeving van dit document een opleidingsonderdeel op zich. Ik heb er voor gekozen de lay-out sober te houden en grote afbeeldingen te gebruikten. In het maken van de maquettes is veel tijd gekropen en met fotografie als hobby vind ik het zeer belangrijk deze zo goed mogelijk weer te geven. Door de combinatie van de ontwerpen, de afbeeldingen en de lay-out is dit boek dus een reflectie van mezelf als ontwerper. Bijkomend heb ik voor het uitvoeren van de cover en schutbladen mogen kennismaken met een inleidende cursus zeefdrukken en heb ik op deze manier het portfolio nog meer kunnen personaliseren. Ik wil u alvast bedanken voor uw interesse en wens u veel lees- en kijkplezier toe.
7
BEELDSTUDIO
eerste bachelor
Ritme van twee
10
Een kubus van 18cm x 18cm x 18cm wordt ingedeeld in kleinere kubussen door middel van het ritme van twee. Deze handeling wordt meermaals herhaald. Zo komen we tot een nieuw ruimtelijk geheel dat is opgebouwd uit verschillende formaten van kubussen die samen ĂŠĂŠn groot geheel vormen (opnieuw een kubus). De kubussen zijn niet allemaal gesloten maar kunnen ook gevormd worden door vlakken. Er wordt dus zowel gewerkt met open als met gesloten vlakken.
Schaalmodel 'Ritme van twee' Het doel van deze opdracht is het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht. Hierbij wordt er rekening gehouden met verhoudingen om zo een ruimtelijk geheel te creĂŤren. Door te werken met zowel grote als kleine kubussen krijgen we een spel van dieptewerking. 11
Ritme van twee en drie Bij deze oefening worden negen kubussen in elkaar geschoven volgens het ritme van twee en drie. De kubussen hoeven niet gesloten te zijn maar kunnen ook opgebouwd zijn uit een aantal vlakken (minimum drie). De kubussen op zich hoeven niet allemaal hetzelfde te zijn. De ruimtewerking ontstaat zowel door de manier waarop de kubussen zijn opgebouwd als door de manier waarop de kubussen in elkaar geschoven zijn.
12
Het hoofddoel van deze opdracht is de ruimtewerking zo optimaal mogelijk uit te werken o.a. door te werken met licht en schaduw. De compositie is leesbaar en helder en bestaat uit twee groepen van drie verschillende kubussen die op dezelfde manier in elkaar geschoven worden volgens het ritme van twee en drie. Deze twee delen worden ten opzichte van elkaar geroteerd.
Schaalmodel 'Ritme van twee en drie'
13²
Schaalmodel 'Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 1' →
Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 1 Deze oefening betreft het in elkaar schuiven van drie kubussen door middel van het ritme van twee en drie. De kubussen worden weergegeven door middel van hun ribben. Door het werken met ribben wordt de structuur van de kubussen getoond. De drie kubussen worden op hun beurt telkens opnieuw ingedeeld door middel van regelmatige vier-, zes- en achtvlakken die in elkaar geschoven worden volgens het ritme van twee en drie. Ook deze vlakken worden weergegeven door hun ribben. Vervolgens worden er vlakken in de structuur aangebracht die de structuur verduidelijken. Voor de vlakken worden enkel de kleuren zwart, wit en alle tinten van grijs gebruikt. Het is de bedoeling het begrip ruimtewerking te verduidelijken door gebruik te maken van ribben. Hierbij wordt kleur aangewend om de structuur te verduidelijken.
14
Het resultaat bestaat uit drie dezelfde kubussen waarbij in het midden van elke kubus een regelmatig achtvlak wordt opgebouwd waarbinnen een kubus wordt opgebouwd. Ondanks het feit dat het om drie dezelfde kubussen gaat komt het geheel toch asymmetrisch over doordat de kubussen geroteerd in elkaar geschoven zijn. De vlakken hebben een kleurverloop van zwart naar wit waardoor de ruimte- en dieptewerking benadrukt wordt.
15
Schaalmodel 'Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 2' →
Gecombineerde oefening kleur- en vormstructuur 2 In deze opdracht wordt er gebruik gemaakt van regelmatige vier-, zes- en achtvlakken en de cubeoctaĂŤder. Met deze volumes wordt een compositie gemaakt die volledig vrij en abstract is. Elk volume wordt minstens drie maal gebruikt en er wordt gewerkt met ribben. De structuur wordt nadien ingevuld met vlakken die bedrukt worden met een zelfontworpen patroon. De vlakken worden zodanig geplaatst dat ze de structuur ondersteunen en verduidelijken.
16
Deze opgave maakt de onderlinge relatie tussen de platonische lichamen en de archimedische lichamen duidelijk. Door te weken met ribben en vlakken krijgen we zowel open als besloten volumes. Door te vertrekken vanuit de cubeoctaĂŤder wordt deze het middelpunt van de constructie. Hierbij proberen we in alle richtingen uit te breiden zodat het geheel van alle kanten boeiend is.
17
BEELDSTUDIO
tweede bachelor
Schaalmodel 'Zelfdragende structuren' →
Zelfdragende structuren Vanuit het kiezen van een vlakverdeling wordt een driedimensionaal rooster opgebouwd door het bovenliggende rooster te verbinden met diagonale ribben. Het bovenliggende rooster bestaat uit de verbinding met de middelpunten van het onderste rooster. Door alle punten te verbinden komen we tot de meest stabiele vorm op basis van driehoeken en ruimtedriehoeken. Bij de verdere ontwikkeling van de vorm kunnen we een aantal punten wel verbinden en een aantal punten niet, zo komen we tot een nieuwe structuur. Deze structuur gaan we nadien invullen met vlakken die de structuur benadrukken. De vorm die we bekomen is een zelfdragende constructie. Met deze opdracht leren we om een tweedimensionaal vlak om te zetten tot een driedimensionale structuur, dit wordt mogelijk door middel van ruimtelijke diagonale verbindingen. Het einddoel van deze opdracht is het ontstaan van een zelfdragende koepel waarin de ruimtestructuur wordt benadrukt door het invullen van een aantal vlakken.
20
Door te vertrekken vanuit regelmatige vijf- en zesvlakken bekomen we een eerste koepel. De middelpunten van de zesvlakken worden vervolgens via ruimtelijke diagonale verbindingen verbonden. Hierdoor ontstaat tegelijkertijd de buitenste koepel door het verbinden van de eindpunten. De vlakken in de structuur benadrukken de ruimtelijke structuur.
21
BEELDSTUDIO
derde bachelor
Schaalmodel 'Organische structuren' →
Organische structuren Door middel van een onderzoek naar drie organische vormen wordt er een nieuwe organische structuur gecreëerd. De drie structuren zijn vrij te kiezen maar hebben een grote impact op de vormgeving van de nieuwe structuur. Bij organische structuren is beweging (hun groei en ontplooiing), een automatisch en essentieel proces om bij hun uiteindelijke vorm te komen. Vanuit de drie structuren wordt er dan een nieuwe vorm gecreëerd. Uit elke gekozen vorm dient minstens één (onder)deel van de structuur gekozen te worden, om zo te komen tot een nieuwe organische vorm. Het doel van deze opdracht is te leren werken met de overeenkomsten en verschillen tussen meetkundige en organische structuren en vormen. Door te leren werken met ritme, verhouding en ruimtewerking binnen de compositie ontstaat een nieuwe, zuivere, gestructureerde vorm gebaseerd op een combinatie van de onderzochte organische structuren.
24
De drie gekozen organische vormen zijn een rode kool, een gordeldier en een dennenappel. Door middel van deze drie vormen komen we tot een nieuwe structuur. Van de dennenappel wordt de spiraalvorm gebruikt. De rode kool vertoont een wirwar-patroon en van het gordeldier gebruiken we de geleding in de ronde vormen.
25
Draad- en staafstructuren
26
Vertrekkende vanuit een basisvolume bestaande uit een enkelvoudige structuur, wordt een meervoudige structuur ontwikkeld. Dit gebeurt door het volume meerdere keren te herhalen. Dit volume zullen we creëren door middel van staaf- en draadstructuur. Om ruimtewerking te creëren wordt een tentstructuur aangebracht. De bedoeling van deze opdracht is inzicht creëren in het begrip dat een volume, enkelvoudig of samengesteld, ook kan worden opgebouwd met
Schaalmodel 'Draad- en staafstructuur' de meest minimalistische middelen zoals kabels en staven. Toch vormt deze een stevige constructie. Vertrekkende vanuit een balk is elk hoekpunt diagonaal verbonden met het tegenoverliggende middelpunt. Op deze manier creĂŤren we een spiraal rondom het middelpunt, zonder dat de staven elkaar raken. Deze vorm wordt twee keer herhaald. Doorheen het centrum van de vorm gaat een tentstructuur en ook deze maakt een spiraalvormige beweging.
27
AFBOUWTECHNIEK EN MATERIAAL
tweede bachelor
Schaalmodel 'Afbouwtechniek en materiaal' →
Trap Afbouwtechniek en materiaal bestaat eruit een trap te ontwerpen door te zoeken naar een nieuwe, originele vormgeving. De constructie wordt weergegeven aan de hand van uitvoeringstekeningen. De uitvoeringstekeningen dienen voldoende gedetailleerd te zijn zodat de trap ook in werkelijkheid aan de hand van de plannen zou uitgevoerd kunnen worden. Men dient dus zowel een nieuw concept voor een trap te bedenken als de uitvoering ervan vast te leggen op plan. Het is de bedoeling om een inzicht te krijgen in de details en materialen die gebruikt worden voor het construeren van trappen en om te leren welke details van belang zijn voor de uitvoering. Ook het zoeken naar een nieuwe vormgeving voor een trap en welke impact deze heeft op een opgegeven ruimte zijn belangrijke elementen waarmee rekening dient gehouden te worden. Bij het maken van de details mag men nooit het geheel uit het oog verliezen.
30
Als vernieuwende vorm ben ik vertrokken vanuit een bol, hierbij is de keuze van de materialen zeer bepalend voor uit uitzicht van de bol. Mijn voorkeur gaat uit naar multiplex van donker rode meranti. Hierbij zijn de lijnen van de multiplex zichtbaar waardoor we een extra ruimtewerking krijgen. De leuning van de trap is ingewerkt in de bol zelf waardoor we als vooraanzicht geen storende elementen creĂŤren. De bol is smaller dan de opgegeven ruimte omdat anders de aanwezigheid van het element in de ruimte minder voelbaar zou zijn. Het eerste stuk van de trap is gerealiseerd in aluminium om een duidelijk onderscheid te maken tussen het stuk voor de bol en de trap in de bol zelf.
31
MEUBELONTWERPEN
tweede bachelor
Prototype 'Meubelontwerpen 1' →
Meubelontwerpen 1 De opdracht bestaat eruit een meubel naar keuze te ontwerpen op schaal 1/1, hierbij mag er slechts gebruik gemaakt worden van één plaat multiplex van 2440 mm op 1220mm met een maximum dikte van 9mm. Als verbindingstechniek mag er geen gebruik gemaakt worden van standaard meubelbeslag zoals lijm, vijzen, nagels en dergelijke. Het is de bedoeling een meubel te ontwerpen dat meermaals gebruikt kan worden en dat voldoet aan de standaard eisen die betrekking hebben op het soort meubel dat gekozen wordt. Het doel is inzicht te verwerven in het vak zelf door onderzoek te voeren. Hierbij wordt er bij deze opdracht geen standaard meubelbeslag toegelaten en wordt de student aangezet tot het zoeken naar een creatieve, originele oplossing. Ook moeten er plannen gemaakt worden waarbij men voldoende aandacht moet besteden aan het uitwerken van de gebruikte details.
34
Uitgaande van een basisthema heb ik gekozen om inspiratie te zoeken in de zeilwereld. Hierbij denken we aan elementen zoals touwen, gebogen vormen, spanning en krachtwerking. Deze element worden samengebracht in een stoel. Na lang onderzoek over de plooibaarheid van multiplex en de mogelijke vormen die we hiermee kunnen maken komen we tot de uiteindelijke vorm van het meubel, waarbij het zitvlak uit een gebogen plaat bestaat. Om voldoende stevigheid te bieden wordt de gebogen plaat ondersteund door ribben. De rugleuning wordt samen met de ribben uit één vlak vervaardigd om voldoende stevigheid te garanderen.
35
36
Detail prototype 'Meubelontwerpen 1'
Detail prototype 'Meubelontwerpen 1'
Detail prototype 'Meubelontwerpen 1'
37
MEUBELONTWERPEN
derde bachelor
Meubelontwerpen 2
40
De opdracht van 'Meubelontwerpen 2' hangt samen met de bachelorproef. Deze opdracht bestaat eruit een meubel te ontwerpen dat in de bachelorproef ge誰ntegreerd dient te worden. Zowel qua materialisatie als qua functie zijn er geen vereisten vooropgesteld. Het meubel moet iets extra aan de ruimte toevoegen. Het doel bestaat eruit meubels op maat te ontwerpen die bij een zelfontworpen ruimte passen. Hierdoor kan men het ontwerp verbeteren.
3D-simulatie 'Meubelontwerpen 2' Ik heb ervoor gekozen de banken van de aula van het rouwcentrum uit te werken. Aangezien de ruimte volledig uit travertijn en brons bestaat heb ik ervoor gekozen de banken ook uit deze materialen op te bouwen. Het eindresultaat bestaat uit travertijnen banken die op willekeurig verdeelde plaatsen voorzien zijn van bronzen rugsteunen. 41
MEUBELONTWERPEN
eerste master
Bent Het concept van de stoel is ontstaan uit twee verschillende factoren namelijk het constructiemateriaal en de visuele vormgeving. Als vormgeving van het profiel heb ik ervoor gekozen het zitvlak en de rugleuning visueel volledig van elkaar te scheiden. Dit door deze onderlangs te verbinden. Behalve uit visueel oogpunt brengt dit ook de eigenschap met zich mee dat het frame lichtjes veert wanneer men er tegen leunt. Als constructiemateriaal heb ik gebruik gemaakt van klittenband voor de bevestiging van het leder aan het frame. Hierdoor is het mogelijk het leder ten allen tijden te verwijderen of opnieuw op te spannen en zijn er geen bevestigingsmiddelen zichtbaar. De gebruikte materialen zijn staal, behandeld met een matte, zwarte, korrelige poedercoating en chromatisch gelooid, niet bijgekleurd tuigleder. De combinatie vormgeving en materiaalkeuze zorgen ervoor dat de stoel zowel in een klassiek als in een modern interieur geplaatst kan worden. De naam Bent is afkomstig van het Engelstalige woord ‘to bend’ en heeft betrekking op de manier waarop het frame gevormd is. In dit geval wordt Bent met een ‘t’ geschreven aangezien het zitvlak van de stoel een T-vormig profiel heeft.
44
Prototype 'Bent' →
45
Detail prototype 'Bent'
Detail prototype 'Bent'
46
Detail prototype 'Bent'
3D-tekening 'Bent' - bevestiging leder
47
Prototype 'Bent'
48
49
INTERIEURONTWERPEN
eerste bachelor
ION 1.1 Punt - lijn - vlak Het invullen van een negen-vierkanten rooster heeft als doel een totaalcompositie te leren ontwikkelen. Door het invullen van het rooster door middel van drie punten, drie lijnen en drie vlakken ontstaat een compositie, deze compositie moet doordacht zijn zodat deze een geheel vormt. Om tot een totaalcompositie te komen is het belangrijk dat er een interactie ontstaat tussen de negen vierkanten. Aangezien het om een groot rooster gaat, komen grote, volle vlakken, lijnen en punten beter over, het oog zoekt immers naar verwantschappen en contrasten om dingen te ordenen. Door de dimensionering van de punten, lijnen en vlakken op elkaar af te stellen ontstaat er een compositie die opgebouwd is uit stroken. In elke rij en elke kolom komt nooit twee maal hetzelfde element voor, elke kolom en elke rij bestaat dus uit één punt, één lijn en één vlak.
53
ION 1.2 Open en besloten in het negen-vierkanten rooster Aan de hand van een negen-vierkanten rooster worden er twee ruimtes ontworpen die aan elkaar verwant zijn. De ruimtes verschillen echter door het karakter dat gecreĂŤerd wordt namelijk de ene ruimte heeft een open karakter terwijl de andere ruimte een besloten karakter heeft. Bij het ontwikkelen van deze ruimtes is er enkel gebruik gemaakt van I-, L- en U-vormige wanden en dienen alle kruispunten van het negen-vierkanten rooster voorzien te worden van een steunpunt. Door gebruik te maken van het rooster wordt onderzocht hoe men aan de hand van het gebruik van dezelfde elementen, twee ruimtes kan maken die van karakter verschillen maar toch verwant zijn aan elkaar. Hoewel de ruimtes aan de hand van het negen-vierkanten rooster ontworpen moeten worden, heb ik er voor gekozen de ruimtes ook buiten het rooster door te trekken om zo meer eigenheid aan het ontwerp te geven. Bovendien wordt het basisstramien doorbroken door een schuin element in de ruimte te plaatsen. Om een ruimte met een besloten karakter te ontwerpen wordt het geheel omsloten door wanden waardoor de ruimtes een intiemer karakter krijgen. Ook worden er bij het besloten karakter gebruik gemaakt van langere wanden dan bij de ruimte met het open karakter. Aangezien alle kruispunten gebruikt moeten worden heb ik bij het besloten karakter geopteerd om meer muren te plaatsen, dan gebruik te maken van kolommen. Kolommen geven namelijk een open, ruim gevoel en zorgen voor open ruimtes. Muren daarentegen zogen voor intimiteit en kleinere ruimtes. Voor het ontwerpen van de ruimte met een open karakter worden kortere wanden gebruikt en wordt de buitenste rand van het ontwerp opengetrokken zodat er geen gevoel van omwalling ontstaat. Deze ruimte bevat meer kolommen omdat er meer kruispunten vrijgelaten worden, hierdoor ontstaan er grotere ruimtes. Ook worden hoeken zo veel mogelijk vermeden, in de plaats van twee muren in een hoek te laten samenkomen worden er openingen gebruikt en I-vormige muren in plaats van L- en U-vormige muren. Hierdoor bekomt men opnieuw meer openheid. 54
Schaalmodel 'Besloten karakter'
Schaalmodel 'Open karakter' 55
Plan 'Besloten karakter'
56
Plan 'Open karakter'
57
ION 1.3. Dak en uitdieping 'Dak en uitdieping' gaat verder op het ontwerp van 'Open en besloten in het negen-vierkanten rooster'. Het ontwerp met het open karakter is in deze opdracht namelijk verder getransformeerd door middel van het toevoegen van een horizontale geleding. Deze horizontale geleding komt zowel in de vorm van een uitdieping als in de vorm van een dak tot uitdrukking. Door deze beide elementen toe te voegen krijgt het ontwerp een extra afbakening van de ruimte. Het toevoegen van de uitdieping zorgt voor een bijkomende afbakening van het grondvlak waardoor we een extra buitenruimte creëren. Het toevoegen van het dak daarentegen zorgt ervoor dat de ruimte onderverdeeld wordt in een deel dat meer open aanvoelt en een deel dat meer besloten aanvoelt. Ook creëert het dak een bijkomende buitenruimte door middel van een overkraging. Het ontwerp met het open karakter heeft naar het creëren van een bijkomende buitenruimte meer mogelijkheden dan het ontwerp met een gesloten karakter, dit is voor een groot deel te wijten aan de omwalling die bij het ontwerp met een gesloten karakter is toegevoegd. Het toegevoegde dak heeft een tamelijk klein oppervlak maar overdekt toch van alle gecreëerde ruimtes een deel. Dit zorgt ervoor dat elke ruimte voortaan twee verschillende sferen heeft. De uitdieping staat qua oppervlakte in groot contrast met de oppervlakte van het dak. De uitdieping is groot en in elke ruimte waarneembaar waardoor er zowel extra buitenruimte wordt toegevoegd als het creëren van een verschillende sfeer in alle binnenruimtes.
58
Plan 'Dak en uitdieping'
59
Schaalmodel 'Dak en uitdieping'
60
61
Schaalmodellen 'Vandenhove - Kirkeby' →
AT 1 Vandenhove – Kirkeby Bij de opdracht Architectonisch Tekenen 1 werden twee paviljoenen in het Middelheimpark opgemeten en opgetekend. Het betreft het zuilenpaviljoen van Charles Vandenhove en het paviljoen van Per Kirkeby. Behalve aanzichten, plannen en snedes, worden ook een isometrisch perspectief van het paviljoen van Vandenhove en een centraal perspectief van het paviljoen van Per Kirkeby opgetekend.
62
Het is een oefening waarin we voor het eerst bestaande gebouwen dienen te analyseren en opmeten en hiervan plannen moeten maken. Het is ook voor het eerst dat we een centraal en een isometrisch perspectief dienen te tekenen. Het is een oefening op het inoefenen van verschillende voorstellingstechnieken. Oorspronkelijk zijn de tekeningen dan ook met de hand en met pen opgetekend in groot formaat.
63
Zijaanzicht 'Vandenhove'
Verticale snede 'Vandenhove'
Bovenaanzicht 'Vandenhove'
64
Horizontale snede 'Vandenhove'
65
Isometrisch perspectief 'Vandenhove'
65
Zijaanzicht 'Per Kirkeby'
Verticale snede 'Per Kirkeby'
66
Bovenaanzicht 'Per Kirkeby'
Centraal perspectief 'Per Kirkeby'
67
Schaalmodel 'Insel hombroich' →
I O N 1 .4 I n s e l H o m b r o i c h paviljoenen van Erwin Heerich Na een vooronderzoek over de paviljoenen van Erwin Heerich en zijn werkwijze is het de bedoeling een paviljoen te ontwerpen dat in het park van Insel Hombroich past. Uit het onderzoek is gebleken dat E. Heerich voornamelijk werkt met primaire geometrieĂŤn. De beleving van de toeschouwer staat centraal.
68
Het ontwerp bestaat uit drie geometrische figuren die door middel van twee transformatiemethoden het uiteindelijke paviljoen vormen. Dit is opgebouwd uit drie ruimtes die verschillend zijn qua beleving. Het centrale kenmerk van het paviljoen is de lichtinval die bekomen wordt door een cilinder onder een willekeurige hoek door de twee kubussen te schuiven. Wanneer er zonlicht door de cilinder valt, krijgt men een cirkelvormige lichtvlek op het vloeroppervlak. Om het fenomeen volledig te kunnen beleven is het de bedoeling dat de toeschouwer in de cilinder gaat staan. Hiervoor moet hij zich echter eerst bukken waardoor hij tot voorbij zijn schouders volledig in de koker staat en dus niets meer van de omringende ruimte kan waarnemen. Behalve een cilinder bestaat het gebouw uit twee kubussen die afgeschuind zijn. Deze volumes worden in elkaar geschoven en ten opzichten van elkaar gekanteld. Aangezien het gebouw zich op een heuvel bevindt, wordt het grondoppervlak afgebakend door middel van een uitdieping.
Vertikale snede 'Insel hombroich'
Zijaanzicht 'Insel hombroich'
Plan 'Insel hombroich'
69
ION 1.5 Onthaalpaviljoen in het ‘Middelheimpark’ Dit ontwerp betreft een onthaalpaviljoen voor het ‘Middelheimpark’. Het paviljoen wordt in het nieuwste gedeelte van het park geplaatst en moet voldoen aan een aantal eisen zoals minimale oppervlakte expositieruimte, aantal overdekte eetplaatsen en maximale dakoppervlakte. Bij de keuze van de exacte locatie van het paviljoen werd rekening gehouden met bestaande paden, gebouwen, bomen, etc. Het standbeeld van Lode Craeybeckx krijgt een ereplaats in het paviljoen. Het gebouw moet rekening houden met de context, het moet gemaakt zijn naar de bestaande ruimte. Er is gezocht naar een evenwicht tussen de omgeving, het gebouw en de kunstwerken. Bij dit alles dienen we rekening te houden met de schaal waarop we ontwerpen.
70
Het uiteindelijke ontwerp is een lang, smal geheel. Deze vorm komt voort uit de vormgeving van de locatie waar het paviljoen zich situeert. Aan de straatzijde is er gekozen voor
een lange muur, dit om storende geluiden van het verkeer uit de rustgevende omgeving te weren. Wel werden er in deze lange muur openingen gemaakt die de indruk geven van schilderijen. Het paviljoen heeft een grote hoeveelheid buitenruimte en zicht op de omgeving, dit om de omgeving zo veel mogelijk bij het paviljoen te betrekken. Het gebouw mond uit in een lange muur, afgesloten door een boog. In deze boog bevindt zich het standbeeld van Lode Craeybeckx. De lange muur die hieraan voorafgaat, bevat een lange zitbank met zicht op de natuur. Het dak overdekt niet de volledige breedte van het gebouw en is opgelegd op de constructiebalken. Hierdoor wordt de constructie extra benadrukt en lijkt het dak van buitenaf gezien op een zwevend horizontaal element.
Plan 'Paviljoen in het Middelheimpark'
71
72
竊心chaalmodel 'Paviljoen in het Middelheimpark'
Zijaanzicht 'Paviljoen in het Middelheimpark'
Zijaanzicht 'Paviljoen in het Middelheimpark'
73
ION 2.2 Wonen plastisch vertaald Wonen plastisch vertaald bestaat er uit een beperkt woonprogramma voor twee personen , als één geheel, één meubel te beschouwen. Onder een beperkt woonprogramma verstaan we enkel de basisbehoeften nl. zitten, eten, koken, slapen, kleden en baden. Het geheel is niet als een reële functie opgevat maar als een abstracte benadering van het wonen. Praktisch gezien zou het hier bijvoorbeeld om een stand op een interieurbeurs kunnen gaan. Binnen het geheel zijn autonome plekken voorzien zodat de functies duidelijk afleesbaar zijn. Het is bij deze opdracht de bedoeling niet-conventioneel te denken over wonen. Doordat de site via vier zijden te benaderen is en het geheel geen dak heeft dient het geheel opgevat te worden als een sculptuur. Het is de bedoeling het woonprogramma te herdenken en te zorgen voor niet traditionele oplossingen. In het open geheel is het noodzakelijk voldoende intimiteit te creëren en is er nood aan duidelijk afgebakende functies. Het bekomen woonprogramma is omgezet in een ruimtelijke, samenhangende compositie. In het ontwerp wordt gebruik gemaakt van niveauverschillen, deze dienen niet enkel om een onderscheid te maken tussen de verschillende functies maar hebben meestal ook een functie op zich. Zo is bijvoorbeeld het zitten geabstraheerd tot een uitdieping waarvan de rand de hoogte van een zitfunctie heeft. Slapen, kleden en het toilet worden samengebracht in één kastelement waardoor ze een geheel vormen. Dit element zorgt tevens voor voldoende afscherming van het meer publieke gedeelte. Het koken is een open ruimte die betrekking heeft op het eten en het zitten en hiermee één open geheel vormt. Het baden is afgeschermd van de open ruimte maar toch is er interactie mogelijk door de beperkte hoogte van de scheidingswand. Dit project is begonnen als een complex, versnipperd geheel en is teruggebracht tot zijn eenvoud waardoor het een samenhangend geheel vormt.
74
Plan 'Wonen plastisch vertaald'
75
Schaalmodel 'Wonen plastisch vertaald'
76
77
Schaalmodel 'Wonen op meerdere niveaus' →
ION 2.3 Wonen op meerdere niveaus Dit project betreft een gegeven woning aan de noordoever van een meer. De woning is deels ingebouwd in een helling en deels overkragend over een meer. Meer dan 50% van de woning kan ingevuld worden met glas omdat 100%privacy gegarandeerd is. Het is een grote woning waarin kwalitatieve ruimtes moeten ontstaan die origineel ingedeeld zijn. De woning laat open ruimtes toe maar toch zorgen we voor voldoende intimiteit en het afbakenen van autonome plaatsen. Het grondplan is opgebouwd uit een negen-vierkanten rooster waarbij twee van de vier centrale kolommen behouden worden voor de stabiliteit. Het is de bedoeling het woonprogramma op een originele manier op te lossen in de bestaande ruimte. Hierbij is extra aandacht besteed aan de relatie tussen de verschillende functies en zorgen we ervoor dat de verhouding tussen openheid en intimiteit in verhouding blijft. Gezien de grote vrijheid in dit project heb ik gekozen om met kubussen te werken i.p.v. het plaatsen van een volledige of gedeeltelijke vloerplaat. Het ontwerp bevat drie kubussen, in de eerste kubus is het zitten georganiseerd, dit is een vrij open kubus waarbij zich op de bovenzijde het bureau bevindt. Het volume wordt visueel doorgetrokken naar buiten toe en vormt zo een overdekt terras. De tweede kubus is een gesloten volume en bevat de toiletten, bovenop dit volume is het baden georganiseerd. De derde kubus is een open volume waarin zich het slapen bevindt, dit volume wordt van buitenaf zichtbaar gemaakt d.m.v. lamellen die het terras bij de slaapkamer vormen.
78
Gezien het grote glasoppervlak dat in dit project aanwezig is, is de plaatsing van de functies bepaald door de oriëntatie. Zo is het zitten in het westen geplaatst zodat men ’s avonds op het terras nog van de laatste zon kan genieten. Het slapen is naar het oosten georiënteerd, toch wordt de lichtinval deels gebroken door de houten lamellen.
79
Plan verdieping 0 'Wonen op meerder niveaus'
80
Plan verdieping +1 'Wonen op meerder niveaus'
81
INTERIEURONTWERPEN
tweede bachelor
Schaalmodel 'Wonen op maat' →
ION 3 Wonen op maat 'Wonen op maat' is een opdracht rond focuswonen, hierbij wordt een specifiek aangepast programma voor personen met een beperking opgesteld en in dit geval toegepast in een rijwoning. Het is van belang vooraf de noden en eisen van – in dit geval een rolstoelgebruiker – te onderzoeken en een aangepast programma op te stellen. Behalve met het programma van eisen is er ook rekening gehouden met de eisen die de opdracht bepaald zoals de minimale hoogte van de binnenruimtes, de beperkte uitbouwmogelijkheden e.d. Bij dit ontwerp is er ook rekening gehouden met de specifieke gegevens van een rijwoning met de lange, smalle ruimtes, lichtinval in het midden van de woning en meerdere bouwlagen. Het ontwerp is voorzien voor rolstoelgebruikers en dit staat in groot contrast met het verticale gegeven van een rijwoning. Het concept van dit ontwerp is dan ook gebaseerd op dit contrast. Zo bepaald namelijk de verticale circulatie – bestaande uit een lift en een trap – de globale indeling van de ruimtes.
84
De trap is een in het oog springend gegeven in deze woning en loopt volledig door van voor tot achtergevel over de drie verschillende bouwlagen. Deze lange beweging wordt geaccentueerd door zowel voor- als achteraan de woning een lange smalle raampartij te voorzien over de drie bouwlagen. Aangezien in het midden van de woning betrekkelijk weinig lichtinval is heb ik ervoor gekozen de lift centraal in de woning te plaatsen. Hierdoor vormt deze ook de scheiding tussen de ruimtes aan de voor- en achterzijde van het gebouw. In de verticale koker van de lift zijn ook sanitair en berging ondergebracht zodoende dat er voorts in de woning geen ‘hokjes’ voorzien hoeven te worden en het verticale element één geheel vormt.
85
86
Plan verdieping +3 'Wonen op maat'
Plan verdieping +2 'Wonen op maat'
Plan verdieping +1 'Wonen op maat'
87
Plan verdieping 0 'Wonen op maat'
87
Schaalmodel 'Meervoudig verblijven' →
ION 4 Meervoudig verblijven In dit project wordt het Bourlaschooltje – gelegen op de parking van de campus Artesis, departement Ontwerpwetenschappen te Antwerpen – herbestemd tot een opvangcentrum voor drugsverslaafden. Hierbij wordt getracht het karakter van het pand zo veel mogelijk te bewaren en toch aan de noden van een grote, steeds variërende groep bewoners te voldoen. Om het wonen in groep te organiseren heb ik het gebouw opgedeeld in twee verticale delen namelijk het gemeenschappelijke gedeelte ten opzichte van het private gedeelte. Het is dus een onderscheid tussen chaos en rust, deze contradictie wordt visueel in het gebouw weergegeven door middel van twee verticale patio’s die in het midden van het gebouw worden opgetrokken Deze patio’s zijn aan de bovenzijde open, wat inhoud dat ook de weersstemmingen in het gebouw waarneembaar zijn. Tussen beide patio’s bevindt zich de doorgang tussen het gemeenschappelijke en het private gedeelte.
88
Het gemeenschappelijke, chaotische gedeelte wordt vormgegeven door middel van opgehangen boxen in de ruimte. Op deze manier worden de verschillende gemeenschappelijke ruimtes visueel afgebakend en ontstaan er verschillende ruimtes, toch wordt er op deze manier nog veel openheid bewaard. Het private gedeelte bestaat uit twee torens die gelijk lopen met de twee patio’s. Tussen deze torens bevindt zich de horizontale circulatie.
89
INTERIEURONTWERPEN
derde bachelor
ION 5 Lifestyle winkel De opdracht van de lifestyle winkel omvat het herbestemmen van twee aanpalende herenhuizen tot een lifestyle winkel. Het project speelt zich af binnen de commerciële wereld van retail, horeca en lifestyle. Het complexe en atypische programma wordt binnen deze ruimte georganiseerd en betreft een lifestyle winkel rond het thema wijnen. In het pand bevinden zich een wijnbar, een wijnwinkel en een reisbureau. In het ontwerp blijfven van de twee panden slechts de buitengevels over, voorts werd de binnenzijde van het pand volledig gestript, alsook de vloeren. Aan de buitengevels heb ik er bewust voor gekozen geen ‘etalage’ te ontwerpen aangezien dit afbreuk zou doen aan het karakter van de gebouwen. In plaats daarvan heb ik ervoor gekozen de raamopeningen op het gelijkvloers naar beneden toe door te trekken tot op straatniveau en de ramen te verwijderen. Achter de bestaande gevel wordt een nieuwe schuingeplaatste schermgevel opgetrokken over de volledige hoogte van het gebouw. Dit zorgt ervoor dat er een overdekte buitenruimte gecreëerd wordt. De schermgevel is volledig opgetrokken uit glas en staal en zorgt ervoor dat klanten het volledige gebouw van buitenaf kunnen overschouwen. De vloerplaten zijn schuin afgesneden en komen niet tot tegen de schermgevel waardoor er een vide ontstaat over de verschillende bouwlagen. Het is dit spel van afwisselende vloeren dat van buitenaf waarneembaar is.
92
Voorts heb ik ervoor gekozen één centrale koker op te trekken over de volledige hoogte van het gebouw waardoor er verder geen muren geplaatst dienen te worden. Deze koker wordt doorbroken door de doorgang van trap naar winkelruimte zodat de circulatie visueel afgescheiden is van de retail en horeca. Het materiaalgebruik is wegens de dominante structuur beperkt gebleven tot hout, wit en zwarte, stalen ramen.
Plan verdieping -1 'Lifestyle winkel'
Plan verdieping 0 'Lifestyle winkel'
Plan verdieping +1 'Lifestyle winkel'
Plan verdieping +2 'Lifestyle winkel'
Plan verdieping +3 'Lifestyle winkel'
93
94
竊心chaalmodel 'Lifestyle winkel'
Langse snede 'Lifestyle winkel'
95
B a c h e l o r p r o e f: R o u w c e n t r u m - d e ta i l i n d e interieurarchitectuur Bij de bachelorproef wordt er gefocust op het detail in de interieurarchitectuur, met een bijzondere aandacht voor de beleving van de ruimte, de sfeer, het materiaalgebruik en het toepassen van daglicht en kunstlicht in het ontwerp. Het ontwerp bestaat eruit een massief volume uit te hollen, om op deze manier een bezinningsruimte/ rouwcentrum te creëren. Het uithollen van een massief volume is een nieuwe manier van werken. Er wordt op een methodische wijze omgegaan met de organisatie van een complex en atypisch programma binnen een opgegeven ruimte. Hierbij is het belangrijk de menselijke schaal niet uit het oog te verliezen In het gebouw draait alles rond de ervaring van de toeschouwer. Het gebouw moet als doel hebben om bij de toeschouwer een gevoel van rust te creëren en ervoor te zorgen dat iedereen, van elke cultuur en elk geloof, dit gevoel kan ervaren. Dit wil zeggen dat we ervoor moeten zorgen dat het gebouw een tijdloos, hoogwaardig, kwalitatief karakter uitstraalt. Om dit doel te bekomen heb ik gekozen voor het gebruik van natuurlijke materialen in combinatie met een bijzondere lichtinval. Het licht valt steeds binnen via kieren. Deze lichtkieren staan voor ‘een straatje hoop’, ‘een lichtpuntje’. Door de combinatie van de specifieke lichtinval en het materiaalgebruik, zullen de ruimtes een zekere soberheid, rust en eenvoud uitstralen. Toch zullen zij de ruimte op zodanige manier kenmerken dat het toevoegen van extra decoratie en materialen overbodig is en dat het gebouw niet tijdsgebonden is. Bovendien is het belangrijk dat de gebruikers van het
96
pand geen andere mensen tegenkomen. Om aan deze eis te voldoen zal het pand opgesplitst worden in twee delen. Ook is het zeer belangrijk dat het personeel een eigen ruimte en circulatie krijgt zodat zij de bezoekers nooit storen. Wat ook van belang is, is dat de bezoekers niet te veel trappen hoeven te doen. Daarom vind ik het belangrijk dat de bezoekers slechts één trap moeten nemen. Het personeel kan indien nodig wel meerdere verdiepingen overbruggen. De bezinningsruimte en aula zijn besloten ruimtes, om zo een gevoel van geborgenheid te creëren. Door de symbolische, specifieke lichtinval te combineren met hoge ruimtes zal men toch geen gesloten gevoel ervaren. De ruimte van de koffietafel is naar buiten toe meer opengetrokken. Dit met als symbolische betekenis dat na de dienst, de nabestaande opnieuw hun blik op de toekomst kunnen richten. Deze ‘blik op de toekomst’ wordt versterkt door het perspectief dat in de ruimte gecreëerd wordt. De gehele ruimte wordt namelijk naar één punt opgetrokken. De gebruikte materialen zoals travertijn, brons en authentieke kasseien werden gekozen omwille van hun meer tijdloze karakter, tegelijkertijd zullen sommige van deze materialen ook een nostalgisch gevoel oproepen. Om de aula te betreden moeten de bezoekers eerst door een tunnel die naar boven leidt. Ook hier werd gekozen voor een subtiele verlichting. Het doel van de trap is de blik vooruit te richten, maar de mensen toch noch een kans te geven om bij het verlaten van de aula, nog een laatste blik op het verleden te werpen.
Schaalmodel 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
Schaalmoldel 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
97
Plan verdieping -1 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
Plan verdieping 0 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
Plan verdieping +1 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
98
Plan verdieping +2 'Bachelorproef: Rouwcentrum - detail in de interieurarchitectuur'
Schaalmodel 'Bachelorproef: Rouwcentrum' →
INTERIEURONTWERPEN
eerste master
Schaalmodel 'Masterproef: Het Steen' →
M a s te r p r o e f: H e t S te e n
102
Het ontwerp voor de herbestemming van het Steen is ontstaan vanuit een meer teruggehouden visie, hieruit volgt dat het aanzicht van het gebouw in grote mate behouden is. Wel is ervoor gezorgd dat het gebouw meer uitnodigend is naar het grote publiek toe, dit door een aantal subtiele ingrepen die een grote impact hebben en de nieuwe functie van het gebouw. Het Steen doet dienst als museum over het ontstaan van de stad, in combinatie met de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen en een gezellige bar. De noordzijde van het gebouw is opengetrokken door op het niveau van de brug een overdekte wandelzone te voorzien met daarachter een glazen schermgevel die uitkijkt op de bar, dit in combinatie met een overdekte buitentrap die naar de galerij leidt. Door de verticale circulatie in een glazen koker te groeperen en een lichtkoepel door meerdere bouwlagen te voorzien, ontstaat er visueel contact tussen de verschillende bouwlagen en is het gebouw leesbaar voor de bezoeker
103
104
Schaalmodel 'Masterproef: Het Steen'
Schaalmodel 'Masterproef: Het Steen'
105
Schaalmodel 'Masterproef: Het Steen'
106
107
108
109
REFLECTIEDOCUMENT
eerste master
112
1 In le idi n g De masterproef interieurarchitectuur is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Artesis Hogeschool, departement Ontwerpwetenschappen, en de stad Antwerpen, dienst Patrimoniumbehoud. Vanuit deze samenwerking is de concrete vraag ontstaan naar de herbestemming van het Steen, aan de Scheldekaaien. Het Steen is een historisch gebouw en is het oudste gebouw van de stad Antwerpen. Het is een poort van de vroegere burcht, van waaruit de toegang via de Schelde bewaakt werd. Nadien heeft het gebouw dienst gedaan als gevangenis en in de 20ste eeuw werd het Scheepvaartmuseum van de stad Antwerpen er in ondergebracht. Sinds de komst van het MAS is deze collectie echter verhuisd en staat het gebouw leeg. Behalve de historische waarde die het gebouw heeft voor de stad en zijn inwoners, is het gebouw ook een toeristische trekpleister en een icoon van Antwerpen.1 Dit document is een weerslag van het onderzoek naar mogelijke nieuwe bestemmingen en ruimtelijke oplossingen. Zowel de onderzoeksvraagstelling, parameters, visie en conceptvorming als een reflectie over het resultaat komen in dit document uitvoerig aan bod.
�afbeelding 1: het Steen van Antwerpen
113
2 On de rzo e k s v r a a g s te l l i ng Dit hoofdstuk omvat de concrete probleemstelling en vraagstelling van het Steen. 2.1 De vraag vanuit de stad Antwerpen aan AG VESPA De herbestemming van het Steen is een actuele vraag van de stad Antwerpen, dienst Patrimoniumbehoud. Deze vraag werd niet enkel voorgelegd aan Artesis Hogeschool, departement Ontwerpwetenschappen, maar ook aan AG VESPA, de organisatie die vastgoed- en stadsprojecten voor de stad Antwerpen uitvoert.2 Door de komst van het MAS komen namelijk een aantal stedelijke musea leeg te staan, zo ook het Steen, waarin voordien de collectie van het Scheepvaartmuseum werd ondergebracht. Door de historische waarde van het gebouw dringt zich een nieuwe bestemming op zodat het gebouw terug voor het publiek kan opengesteld worden. De stad is op zoek naar een nieuwe, duurzame invulling voor het Steen. Hierbij verkiezen ze een museale, educatieve invulling voor het monument.3 2.2 De vraag van de stad Antwerpen aan Artesis Hogeschool, departement Ontwerpwetenschappen Aan de studenten wordt gevraagd een onderzoek te voeren naar mogelijke nieuwe bestemmingen en ruimtelijke oplossingen voor het gebouw. De opdracht vraagt rekening te houden met de problematiek van het werken met een beschermd monument en het uitwerken van een complex en omvangrijk programma van eisen. Na het kiezen van een relevant herbestemmingsprogramma dient het gebouw hier zo goed mogelijk op afgestemd te worden.4
114
3 . Par ame te r s De parameters zijn de gegevens die voortkomen uit het gevoerde vooronderzoek. Dit vooronderzoek is een groepswerk waarbij verschillende thema’s en aspecten onderzocht zijn zoals de plannen van het gebouw en de context, de geschiedenis van het gebouw en de site, de toekomstige plannen van het gebouw en de site zoals de heraanleg van de kaaien, de ruimtelijke, morfologische, bouwfysische en technische aspecten, de materialisatie en stijlanalyse, gelijkaardige typologieÍn en mogelijke herbestemmingen. Ik focus in deze paragraaf op de parameters die ik aangewend heb bij het vormen van een eigen visie voor de herbestemming van het Steen. 3.1 Parameters uit het groepsonderzoek Het vormen van een visie over het Steen is slechts mogelijk na grondig onderzoek over bijvoorbeeld de geschiedenis van het gebouw, een analyse van de stijlen en het bekijken van de toekomstplannen die betrekking hebben op de fysieke omgeving van het Steen. Hierna volgen een aantal parameters die ik belangrijk vind om rekening mee te houden. 3.1.1 Het oudste gebouw van Antwerpen Zoals eerder vermeld is het Steen het oudste gebouw van Antwerpen. Dit zorgt ervoor dat de ontstaansgeschiedenis van de stad onlosmakelijk met dit gebouw verbonden is. Bovendien is het Steen het enige goed bewaarde gebouw uit de hoge middeleeuwen en maakte het deel uit van de inmiddels volledig verdwenen, middeleeuwse stad.5 Het gebouw heeft niet enkel een grote cultuurhistorische en bouwkundige waarde, het is ook een onvervangbaar icoon met historische en sentimentele betekenissen.6 Deze informatie duidt op het belang van het gebouw voor de stad en de inwoners van de stad. Het is dus af te wegen of grote ingrepen verantwoord kunnen worden ten aanzien van dit historische belang. Hierdoor zullen bij elke ingreep de voor- en nadelen dienen afgewogen te worden. Hierbij moet rekening gehouden worden met de waarde die het gebouw heeft voor de Antwerpenaren. Een voorbeeld hiervan zijn de vele petities die zijn opgestart op het moment dat de stad bekendmaakte dat Studio 100 interesse had om het gebouw te kopen en om te vormen tot een sprookjeskasteel. De vele reacties die hierdoor teweeg zijn gebracht duiden op het belang van het gebouw bij de Antwerpenaren.7 Aangezien de ontstaansgeschiedenis van de stad onlosmakelijk met het gebouw verbonden is, geeft dit op zich misschien aanleiding om ze weer te geven in het Steen.
115
3.1.2 Aan bouw en verbouwing Het Steen in zijn originele bouwkundige vorm, wijkt in grote mate af van het Steen zoals wij het vandaag kennen. Het gebouw is namelijk door de jaren heen meerdere malen verbouwd. Het gebouw is inmiddels een mengeling van verschillende bouwstijlen.8 Voor de vormgeving van het gebouw zouden we dus kunnen refereren naar hoe het gebouw er vroeger uitzag of we zouden het gedeelte dat dateert uit 1950 kunnen beschouwen als een fase op zich en deze respecteren. Anderzijds zou men ook kunnen zeggen dat het gedeelte dat dateert uit 1950, historisch gezien, minder interessant is en hier dus geen rekening mee houden.
afbeelding 2: bouwkundige situatie omstreeks 1200
116
afbeelding 3: bouwkundige situatie omstreeks 1900
afbeelding 4: bouwkundige situatie omstreeks 1950 tot nu
117
3.2 Parameters uit de persoonlijke analyse van het gebouw 3.2.1 Gebrekkige circulatie en toegankelijkheid Een eerste parameter waar we rekening mee moeten houden als we het gebouw bekijken is de gebrekkige circulatie en toegankelijkheid. Eerst en vooral heeft het Steen meerdere toegangswegen. Behalve via de brug kan men ook via het wandelterras, via de kant van de Schelde en via de kant van de Suikerrui het Steen benaderen. Vervolgens komen al deze toegangswegen uit op een grote poort, waarna de bezoeker, via een klein deurtje, het grote gebouw moet betreden. Door de onduidelijke overgang tussen het middeleeuwse gedeelte en het gedeelte uit 1950 en de vele verticale circulatiemogelijkheden raakt men gedesoriënteerd in het gebouw. Het is belangrijk een duidelijk circulatie te voorzien. Bovendien is het gebouw van buitenaf niet uitnodigend naar toevallige voorbijgangers toe.
afbeelding 5: veel toeganswergen (groen) die leiden naar één kleine inkom (blauw) 3.2.2 Nat uurlijke lichtinval Hoewel het gebouw veel ramen heeft, is er in het gebouw een tekort aan natuurlijke lichtinval. Dit heeft deels te maken met ramen die afgeschermd zijn of waar tijdelijke wanden voor geplaatst zijn. Ook heeft dit te maken met de omvang van het gebouw. Door meer verticale en horizontale doorzichten te creëren kan de bezoeker zich beter oriënteren in het gebouw en zal het donkere, gesloten karakter van het Steen deels doorbroken worden. Het creëren van verticale doorzichten kan deels ook verbonden worden met de verticale circulatie.
118
3.2.3 Middeleeuwse gedeelte ten opzichte van het gedeelte uit 1950 Zowel qua lichtinval als qua indeling en stijl is er een groot verschil merkbaar tussen de twee delen waaruit het gebouw vandaag bestaat. Het middeleeuwse gedeelte bestaat voornamelijk uit een rondgang rond een binnenplein en bevat een groot aantal elementen die het middeleeuwse karakter van het gebouw benadrukken zoals glasramen, schouwmantels, vloeren en plafonds. Het gedeelte dat dateert uit 1950 daarentegen is een grote open ruimte waarvan de vorm duidelijk bepaald is door de restruimte tussen het middeleeuwse gedeelte en het wandelterras. Dit gedeelte bevat meer licht en openheid.
afbeelding 6: middeleeuwe gedeelte (blauw) vs. gedeelte uit 1950 (groen)
119
3.3 Nieuwe functie Uit het groepsonderzoek zijn er drie mogelijke nieuwe functies naar voren gekomen. Het betreft Het Paleis (vroeger het Koninklijke Jeugdtheater), de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen (monumentenzorg en archeologie) en stadsgidsen. De keuze tussen deze drie functies – of indien gewenst een vrije keuze van een andere functie – is afhankelijk van persoon tot persoon. Ik heb gekozen om de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen in het Steen te huisvesten en dit om meerdere redenen. Allereerst vind ik persoonlijk een gebouw als het Steen niet de meest geschikte plaats voor een jeugdtheater of voor kinderen die willen experimenteren met wetenschap. Ik denk dat hiervoor andere locaties geschikt zijn en dat het geen meerwaarde heeft om zo’n fuctie in een gebouw met zoveel historische waarde onder te brengen. Ook heb ik niet gekozen voor de stadsgidsen omdat ik hierbij het gevoel had dat het gebouw volledig op toeristen zou gericht worden terwijl het toch wel een gebouw is dat ook voor de Antwerpenaren nog steeds van groot belang is. Toeristen zullen het gebouw, welke functie het ook heeft, hoe dan ook bezoeken. Dit brengt mij bij mijn uiteindelijke keuze van herbestemming namelijk de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen. Het doel hiervan is niet enkel toeristen naar het Steen te brengen maar ook de Antwerpenaar zelf. Ook is er vanuit de dienst zelf een grote vraag naar een nieuwe locatie en zouden zij graag hun intrek nemen in het Steen.9 Uit een interview met werknemers van Monumentenzorg en Archeologie kwam duidelijk hun gemeenschappelijke vraag naar voren naar een plaats waar zij samen aan de Antwerpenaren en toeristen kunnen tonen wie zij zijn en wat zij doen. Beide diensten bevinden zich momenteel afgelegen van de stadskern. Door zich in het Steen te vestigen zouden zij naar de buitenwereld toe kunnen tonen waar zij mee bezig zijn. Bovendien is het Steen voor hen ook het monument bij uitstek van de stad Antwerpen en zou het dus een uiterst geschikt gebouw zijn om hun dienst in te vestigen.10 Naast een museum in het middeleeuwse gedeelte van het steen, zal de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen in het gedeelte van 1950 worden ondergebracht. Het betreft zowel de kantoren van de diensten Monumentenzorg en Archeologie, als het werkatelier van Archeologie waar bezoekers hen aan het werk kunnen zien, als een galerij waarin de vondsten van Archeologie en de projecten van Monumentenzorg tentoongesteld zullen worden. Naast deze functies zal er in het steen ook nog een café ondergebracht worden. Dit niet enkel om het geheel rendabel te houden maar ook om mensen uit te nodigen en het museum- of galerijbezoek te combineren met een drankje.
120
4. In te r p r e ta t i e 4.1 Visie Uit de parameters die voortkomen uit zowel het groepsonderzoek, de persoonlijke analyse van het gebouw als de nieuwe functie, concludeer ik dat de ouderdom en de geschiedenis van het gebouw in combinatie met het onderbrengen van de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen ervoor zorgt dat dit gebouw om een meer terughoudende visie vraagt. Specifiek houdt dit in dat het gebouw zo veel mogelijk behouden blijft, maar dat het toch op een verrassende maar subtiele manier wordt aangepast aan de nieuwe noden en normen. Hierbij vind ik dat het ook het gedeelte dat dateert uit 1950 in grote mate behouden moet blijven. Het is ook de bedoeling om opnieuw Antwerpenaren naar het Steen te lokken. Dit gebeurt onder andere door de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen in het gebouw onder te brengen. Hierdoor zullen Antwerpenaren die de dienst nodig hebben het gebouw bezoeken, maar het is ook de bedoeling de dienst opnieuw een gezicht naar de buitenwereld toe te geven. Dit kan enkel door het gebouw meer uitnodigend te maken en er voor te zorgen dat ook toevallige voorbijgangers zich aangetrokken voelen om het gebouw te betreden.
121
4.2 Conceptvorming Deze visie leidt uiteindelijk tot de vorming van een ruimtelijk concept. Bij dit ruimtelijk concept zal zowel het middeleeuwse gedeelte als het gedeelte uit 1950 zo veel mogelijk behouden blijven. Aangezien het gebouw onlosmakelijk verbonden is met de ontstaansgeschiedenis van de stad en de stad Antwerpen in de vraag aan AG VESPA een nieuwe, duurzame invulling voor het Steen vraagt waarbij de stad een museale, educatieve invulling verkiest, zal het middeleeuwse gedeelte volledig bewaard blijven en dienst doen als een museum over het ontstaan van de stad Antwerpen. Het gedeelte dat dateert uit 1950 wordt ingevuld door de dienst Onroerend Erfgoed van de stad Antwerpen. Hierbij is het de bedoeling de dienst een gezicht naar de buitenwereld toe te geven en dus ook om het gedeelte uit 1950 uitnodigend te maken naar toevallige voorbijgangers toe. In combinatie met het behouden van het gebouw heeft dit ertoe geleid dat ik aan de buitenzijde enkel de ramen doortrek tot op de vloer. Hierbij worden de openingen op straatniveau gebruikt als doorgangen voor het betreden van de galerij waarin het werk van de dienst Ontroerend Erfgoed wordt tentoongesteld. Ter hoogte van het wandelterras blijven de openingen volledig open zodat ze toegang geven tot een overdekte buitenruimte. Deze overdekte buitenruimte geeft toegang tot een glazen wand waarachter zich het cafĂŠ bevindt. De combinatie van een overdekte buitenruimte met daarachter een gezellig ingerichte ruimte zorgt ervoor dat ook van toevallige voorbijgangers de nieuwsgierigheid geprikkeld wordt. De overdekte buitenruimte bevat ook een grote trap, deze geeft toegang tot de galerij waarin de vondsten van de dienst Onroerend Erfgoed worden tentoongesteld. Door de trap op beide verdiepingen volledig met glas te omgeven, wordt de nieuwsgierigheid van de mensen geprikkeld. Hierbij zullen ze het personeel van de dienst Archeologie aan het werk kunnen zien en tegelijkertijd hun werk kunnen bezichtigen in de galerij. Door deze ingreep wordt het gedeelte uit 1950 uitnodigend en zal het de nieuwsgierigheid van voorbijgangers prikkelen. Tegelijkertijd is het een ingreep die binnenin het gebouw plaatsvindt en hoewel het een belangrijke ingreep is, blijft de impact aan de buitenzijde van het gebouw toch vrij beperkt. Qua sfeer en materialisatie heb ik ervoor gekozen gebruik te maken van natuurlijke, moderne materialen die contrasteren met de ruwe stenen van de gevels die aan de binnenzijde van bepleistering ontdaan worden. Het gaat om materialen zoals staal, hout en kasseien. De kasseien zorgen voor een versterking van het concept aangezien de brug en het wandelterras, evenals de binnenruimte in dit materiaal worden aangelegd. Hierdoor vloeien de buiten en binnenruimte in elkaar over. De elementen die noodzakelijk vervangen diende te worden zoals de dakkapellen die rot waren heb ik gekozen een moderne alternatief te voorzien dat verwijst naar de voormalige vormgeving.
122
afbeelding 7: conceptschets circulatie
5 C o n clu s i e De grootste architecturale uitdaging bij deze opdracht is welke houding je als ontwerper moet aannemen om een oud gebouw te renoveren. Ik vind dat ik erin geslaagd ben om iets te doen waarbij ik het grote kader van de architectuur gerespecteerd heb in temen van vorm en materialen. De gevels zijn zo goed als volledig bewaard gebleven. Wel heb ik de delen die omwille van structurele redenen vernieuwd moesten worden op een hedendaagse manier opgelost zoals bij de dakkapellen. Bij het interieur heb ik meer de grenzen afgetast door te zoeken naar ingrijpende, doch aanvaardbare en verbeterende ingrepen. Dankzij deze ingrepen is er meer communicatie tussen de verschillende bouwlagen. De beslissingen die gemaakt zijn staan in het teken van het tonen van iets oud in combinatie met het creĂŤren van iets nieuws. De gewaarwording van de verschillende bouwlagen is duidelijk zichtbaar dus terwijl je door de ruimte wandelt zijn het oude en het nieuwe steeds aanwezig. Bij veel herbestemmingen zie je dat ze de oude buitenkant bewaren en binnen alles uitbreken en vernieuwen, zonder verwijzing naar de buitenzijde. Voor de materialisatie heb ik gebruik gemaakt van zeer sobere, natuurlijke en moderne materialen om te contrasteren met de oude stenen maar ik heb ook bewust een aantal interieurelementen behouden zoals de zichtbare balkenstructuur op het plafond en het blootleggen van de oude burchtmuur. Dit al herinnering van de geschiedenis van het gebouw want ik vind het zeer belangrijk dat mensen die een historisch gebouw betreden ook een aantal stukken van de realiteit waar te nemen en de mogelijkheid te hebben om de binnenzijde van een gebouw aan te raken. De ingrepen die gedaan zijn, zijn een verbetering van het gebouw zo is er nu een eenduidige verticale circulatie, hebben de verschillende functies een verschillende, duidelijke ingang gekregen en is het gebouw in zijn geheel meer uitnodigend en leesbaarder geworden. Dit alles zonder het authentieke karakter van het gebouw aan te tasten of te verbergen.
123
Vo e tn o te n 1
RUAE (2012), “AG Vespa zoekt architect voor restauratie van het Steen” In: Gazet Van Antwerpen, 9 juli 2012, http://www.gva.be/regio-antwerpen-stad/antwerpen/ag-vespa-zoekt-architect-voor-restauratie-van- het-steen.aspx.
M. Michels & P. Wauters, “Opdracht masterproef ontwerpen interieurarchitectuur 2012-2013”, Artesis Ho- geschool, Antwerpen.
2
Team Stadsbouwmeester (2012), Projectfiche het Steen, Antwerpen, AG Vespa, http://www.antwerpen.be/ docs/Stad/Onafhankelijke_diensten/Stadsbouwmeester/Ontwerpwedstrijden/ projectfiche%20Steen.pdf, ge- raadpleegd op 5 maart 2013.
3
AG Vespa (2012), Haalbaarheidsstudie Het Steen, Antwerpen, AG Vespa, http://www.agvespa.be/projecten/ haalbaarheidsstudie-het-steen, geraadpleegd op 5 maart 2013.
4
M. Michels & P. Wauters, “Opdracht masterproef ontwerpen interieurarchitectuur 2012-2013”, Artesis Ho- geschool, Antwerpen.
5
Wordpress, http://neenaanhetsteen.wordpress.com/, geraadpleegd op 5 maart 2013.
6
AVBG(2007), infoblad 2007/4,Antwerpen, Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis, http://www.avbg.be/userfiles/infoblad/avbg-info_2007-4.pdf, geraadpleegd op 5 maart 2013.
7
S. Vankersschaever (2012). “Het Steen wordt een kinderkasteel” In: De Standaard, 23 maart 2012, http:// www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=TN3NQT9A.
8
G. Portael, De Antwerpse Burcht ‘Het Steen’. s.l, Verheyen, s.d,
VANDYCK W., Antwerpen, Kuieren en mijmeren. Antwerpen, C. De Vries-Brouwers,2008.
9
MF (2010), “Vrijwilligers archeologie-atelier bezorgd om de toekomst” In: Gazet Van Antwerpen, 18 febru- ari 2012, http://www.gva.be/regio-antwerpen-stad/antwerpen/vrijwilligers-archeologie-atelier-bezorgd-om- toekomst.aspx.
10
Interview en bezoek aan de dienst onroerend erfgoed van de stad Antwerpen.
A fbe e ldi n g e n
124
1
http://www.dailytravelphotos.com/archive/2010/03/26/
2
Analytisch onderzoek het Steen, groep geschiedenis
3
Analytisch onderzoek het Steen, groep geschiedenis
4
Analytisch onderzoek het Steen, groep geschiedenis
5
Isy Van Houtven
6
Isy Van Houtven
7
Isy Van Houtven
B ij lage : b ro nn e n g r o e p sond erzoek Groep 1: film/fotoreportage Deze groep maakte een YouTubefilmpje van de omgeving en de binnenkant van het Steen. Het filmpje is te bekijken via http://www.youtube.com/watch?v=cKJgwcyfbA4. Groep 2: plannen Deze groep ging aan de slag met de plannen van het Steen. De plannen werden aan de opleiding bezorg door Kristof De Greef, consulent architectuur van de Stad Antwerpen – Dienst Patrimoniumonderhoud. Groep 3: maquette Deze groep maakte een maquette van het Steen. Groep 4: geschiedenis Geerts, P. (1995). De 7 schaken. Antwerpen: Standaard Uitgeverij. Leysen, C. (2012). Antwerpen onvoltooide stad. Ontwikkeling tussen droom en daad. Tielt: Lannoo. Portael G. (s.d.). De Antwerpse Burcht ‘Het Steen’. s.l: Verheyen. Rutger, T. (1993). Tot cieraet deser stadt. Antwerpen: Mercatorfonds. Vandyck W. (2008). Antwerpen, kuieren en mijmeren. Antwerpen: C. De Vries-Brouwers. Internet Andriessen, J., “Geschiedenis van Antwerpen”, http://users.telenet.be/historysite/antwerp1.html, geraadpleegd op 25 september 2012. “Antwerpen”, http://www.dirkvanmechelen.be, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Arren, P., “Het Steen”: http://www.vankasteelnaarkasteel.be/het-steen, geraadpleegd op 2 oktober 2012. “De Antwerpse burcht”, http://users.skynet.be/bk159961/mini/Antwerpse%20burcht/antw%20burg.htm, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Geschiedenis Antwerpen, http://www.wijselijkonwetend.org, geraadpleegd op 25 september 2012. Geschiedenis Antwerpen, http://www.users.skynet.be/bk159961, geraadpleegd op 25 september 2012. Geschiedenis Antwerpen, http://www.youropi.com/antwerpen, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Gilde van Baas Gansendonck, http://www.baasgansendonck.be, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Het Steen van Antwerpen, http://www.op-reis.com/albums/, geraadpleegd op 25 september 2012. Nieuws over Antwerpen, http://www.crooze.fm/antwerpen, geraadpleegd op 4 oktober 2012. Plekken in België, Antwerpen: http://www.belgiumview.com/belgiumview/tl1/, geraadpleegd op 4 oktober 2012. Ruimtelijke ordening stad Antwerpen: http://aardrijkskunde.dbz.be/graad3/ruimtelijke_ordening/antwerpen_westerschelde.html, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Semini, http://www.semini.be/thecoven/semini.html, geraadpleegd op 25 september 2012. Stad Antwerpen, http://www.antwerpen.be/docs/Stad/Autonome_bedrijven, geraadpleegd op 4 oktober 2012.
125
Stad Antwerpen, http://www.cityplanner.com, geraadpleegd op 25 september 2012. Stad Antwerpen, http://www.routeyou.com, geraadpleegd op 25 september 2012. Steenplein, http://www.Antwerpengids.be/bespreking/steenplein, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Steyaert, R., Antwerpen - 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding: https://inventaris.onroerenderfgoed.be, geraadpleegd op 9 oktober 2012. Van Goethem, H., http://neenaanhetsteen.wordpress.com/, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Wikipedia, “Geschiedenis van het Steen”, http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Antwerpen, geraadpleegd op 2 oktober 2012. Groep 5 : toekomstvisie Literatuur Bullynck, S., Coomans, I., et al. (2011). Het masterplan Scheldekaaien Antwerpen. Tussen stad en stroom. Antwerpen: Hardwin De Wever. D-RECTA, IDROESSE, PROAP, Wit architecten, (2011). Presentatie Masterplan Scheldekaaien. Schipperskwartier & Centrum: doorwaadbare stedelijke infrastructuur. Antwerpen. Stad Antwerpen. (2006). Antwerpen ontwerpen: strategisch ruimtelijk structuurplan. Lier: Antilope NV. Stad Antwerpen. (2009). De kaaien op tafel. Antwerpen: Paul van Steenvoort. Stad Antwerpen (1990). Stad aan de stroom, programmabrochure juli- oktober. Vanreusel, J. (1990). Antwerpen ontwerpen, Antwerpen: Blondé Artprinting international. Contactpersonen Kristiaan Borret, Stadsbouwmeester Stad Antwerpen, emailcorrespondentie 5 oktober 2012. Philippe Teughels, Stadsplanning Antwerpen, emailcorrespondentie 26 september 2012. Tinne Vandeven, Stadsplanning Antwerpen, emailcorrespondentie 1 oktober 2012. Els de Vos, hoofd Onderzoeksinstituut Architectuurwetenschappen Artesis, emailcorrespondentie 27 september 2012. Internet Bouwkundig Erfgoed Antwerpen: Lijst van wettelijke beschermingen in stad Antwerpen en districten, http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/2/229.Y29udGV4dD04MDM0MDQ2.html, geraadpleegd op 27 september 2012. Dauwe, W., Antwerpen beter beveiligd tegen overstromingen. http://www.sigmaplan.be/nl/publicaties/antwerpse-scheldekaaien/projectnieuwsbrieven, geraadpleegd op 28 september 2012. De kaaien worden weer van ons. Het Kaaienplan, http://www.onzekaaien.be/downloads//28%20 maart//63525_Infodag%20Schedelkaaien%202010_A5-vierluik-portaalvouw.pdf, geraadpleegd op 1 oktober 2012. Derkinderen, K., Geerinck, G., et al. (2011), Iedereen Stadt. Enig magazine AG Stadsplanning Antwerpen. http://www.agstadsplanning.be/info/AG%20Stadsplanning%20Antwerpen_Inspiratieboek_Iedereen%20 stadt_2011.pdf, geraadpleegd op 27 september 2012. 126
Dewulf, M., “Bordeaux: het nieuwe Parijs”. Het Nieuwsblad, 4 maart 2012, 20http://www.nieuwsblad.be/
article/detail.aspx?articleid=DMF20120301_262, geraadpleegd op 16 oktober 2012. Gerrewey, van, C. (2009). “De stad is dood. Antwerpen en de vzw Stad aan de Stroom”. In: De Witte raaf, nummer 138, http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/3398, geraadpleegd op 26 september 2012. Linker Scheldeoever. Nederlands ArchitectuurInstituut, http://zoeken.nai.nl/CIS/project/16719, geraadpleegd op 10 oktober 2012. Vervloesem, E., (2012) Stadsvernieuwingsprojecten in Vlaanderen (2002-2011): Een eigenzinnige praktijk in Europees perspectief, www.thuisindestad.be/396848.fil, geraadpleegd op 16 oktober 2012. Afbeeldingen Afbeelding 1-3: J. Vanreusel, Antwerpen Ontwerpen, Antwerpen, Stad aan de Stroom, 1990 Afbeelding 4: Stad Antwerpen, Scheldekaaien Op weg naar een masterplan voor de kaaien, 2012 Afbeelding 5-10: Onze Kaaien, http://www.onzekaaien.be/sitepages/#/definitief-kaaienplan/ Afbeelding 11: Eigen creatie Afbeelding 12-16: Tinne Vandeven, stadsplanning Afbeelding 17: http://www.onzekaaien.be/sitepages/#/nieuwzuid/ Afbeelding 18: http://www.onzekaaien.be/sitepages/#/petroleumzuid/ Afbeelding 19-21: Tinne Vandeven, stadsplanning Afbeelding 22-23: http://www.onzekaaien.be/sitepages/#/schipperskwartiercentrum/ Afbeelding 24: http://www.panoramio.com/photo/6776053 Afbeelding 25: http://forum.turksestudent.nl/topic/37477-architectuurstedenbouwplanologieruimtelijkeordening/page__st__75 Afbeelding 26-27: Ivette Koeman Afbeelding 28: http://www.esl-taalreizen.com/nl/volwassenen/frans/taalcursus/bordeaux/frankrijk.htm Groep 6: morfologie en sociologische context Crevits, H., “Top 10 drukste wegvakken provincie Antwerpen”, In: Verkeersindicatorenrapport 2011, pag. 9, http://www.verkeerscentrum.be/verkeersinfo/dossiers/rapport-verkeersindicatoren-2010-perstekst.pdf, geraadpleegd op 8 november 2012. Goossens, M. en G. Plomteux, “Het Steen, Inventaris van het bouwkundig erfgoed”, 1976. Geraadpleegd via website onroerend erfgoed, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/4602, geraadpleegd op 22 november 2012. “Infrastructuur provAnt’, Transportnetwerken”, website provincie Antwerpen, http://www.provant.be/mobiliteit/haven/logant/provincie_antwerpen_/infrastructuur_prova/; geraadpleegd op 6 november 2012. “Mobiliteit Antwerpen”, website stad Antwerpen, http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/30/14/855.html, geraadpleegd op 15 nov’ 2012. Portaal, G. “Het Antwerpse Steen”, http://users.skynet.be/bk159961/mini/steen/Steen.htm, geraadpleegd 06 november 2012. “Toeristische website kiest Antwerpen boven Brugge en Gent”, De Standaard, 17 november 2012, http:// www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20121116_00371734.
127
Van Goethem, H., “Waarom het Steen vooral een historische invulling moet krijgen”, http://neenaanhetsteen.wordpress.com/2010/09/17/waarom-het-steen-vooral-een-historische-invulling-moet-krijgen/, geraadpleegd op 8 november 2012. Groep 7: bouwfysisch onderzoek Laporte, D. (2009). Cultuurgeschiedenis Stijlanalyse. Cursus Artesis Hogeschool Antwerpen, opleiding Interieurarchitectuur. Laporte, D. (2011). Interieur- en meubelgeschiedenis. Cursus Artesis Hogeschool Antwerpen, opleiding Interieurarchitectuur. Spitaels, E. (2010). Cultuurgeschiedenis Modernisme. Cursus Artesis Hogeschool Antwerpen, opleiding Interieurarchitectuur. Provincie Antwerpen, Thermografische kaart, http://zominopuwdak.antwerpen.be
Groep 8: gelijkaardige typologieën Internet Bündner Kunstmuseum – Chur: http://www.galinsky.com/buildings/buendner/index.htm http://cianoriordan.blogspot.be/2009/11/bundner-kunstmuseum-chur.html http://europaconcorsi.com/projects/195402-Erweiterung-B-ndner-Kunstmuseum-Chur Castelvecchio, http://modernpreservation.blogspot.be/2009/08/authenticity-scarpas-castelvecchio.html Fort Napoleon – Oostende: http://forum.belgiumdigital.com/f70/tentoonstelling-in-het-fort-deel-2-a-277013.html http://www.entervzw.be/index.php?id=52 http://confusius.skynetblogs.be/archive/2009/05/15/fort-napoleon-in-oostende.html http://www.vab.be/nl/actueel/ledenvoordelen/voordeelDetails.aspx?id=449 Gravensteen – Gent: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=GTPFUQVE http://www.vbsolsene.be/webpagina/omgevingsboek/gravensteen.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Gravensteen_(Gent) http://nl.wikipedia.org/wiki/Gravensteen_%28Gent%2 http://www.gent.be/eCache/THE/1/464.cmVjPTQ0MTM5.html http://www.heraldicjewelry.com/2/post/2012/07/july-26th-2012.html Kolumba Kunstmuseum – Keulen: http://atelier29.blogspot.be/2009/04/kolumba-art-museum-simple-stunning.html http://barbatojmarch.blogspot.be/p/peter-zumthor-kolumba-art-museum.htm http://coolboom.net/architecture/kolumba-art-museum-by-peter-zumthor/ 128
http://www.architectenweb.nl/aweb/archipedia/archipedia.asp?ID=11202
http://www.arqpres.com/2011/04/kolumba-museum-by-peter-zumthor.html http://middletonvanjonker.com/2011/09/05/zumthors-kolumba-art-museum-of-the-archbishopric-of-colognehttp://www.resoundings.org/Pages/pigeon_Soundings.htm http://www.dearchitect.nl/projecten/2007/12/Keulen+Zumthor+Museum/Keulen+Zumthor+Museum.html http://afasiaarq.blogspot.com/2012/04/buchner-brundler.html http://www.metjannemarie.nl/2012/02/geheimtip-uit-keulen-museum-kolumba/ Metalen Constructies, http://www.bconstruct.be/metconstructies.php Museum M, http://www.leuven.be/binaries/M_tcm16-341 Neues Museum – Berlijn: http://www.stadsverkenner.com/berlijn/neuesmuseum http://www.neues-museum.de/architektur.php?lang=en http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail.asp?iNID=18944 Het Steen – Antwerpen: http://www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F36383.html http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=GTPFUQVE http://nl.wikipedia.org/wiki/Het_Steen_(Antwerpen) http://www.hetsteenisopen.be/ http://www.kinderen.antwerpen.be/Jeugd-Kinderen/Publicatiekanalen/Stad/Jeugd/Jeugd-Kinderen/Startpagina-Kinderpoort/Startpagina-Kinderpoort-Hoofdnavigatie/Startpagina-Kinderpoort-HoofdnavigatieWist-je-dat/Het-Steen.html http://www.kunsttrip.nl/steden/antwerpen/steen.htm Inventaris onroerend erfgoed, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/25890 Tower of London: http://nl.wikipedia.org/wiki/Tower_of_London_%28gebouw%29 http://whc.unesco.org/en/list/488 http://www.bezienswaardigheden.be/bezienswaardigheid/tower-of-london/ http://www.hrp.org.uk/TowerOfLondon/ Vlaanderen toerisme, http://www.toerimevlaanderen.nl/tvl/view/nl/1748114--Restaurants-en-cafes-detailhtml?view=2355038 Afbeeldingen https://fbcdn-sphotos-d-a.akamaihd.net/hphotos-ak-ash4/1017_4531387296590_1130020528_n.jpg http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:FortN.buitenzicht.pano01.JPEG http://www.darkplaces.org/Belgien/Festungen/Fort_Napoleon/Fort_Napoleon_FR.html 129
http://twisindezak.com/2012/07/18/storm-thorgerson-in-fort-napoleon/ https://fbcdn-sphotos-c-a.akamaihd.net/hphotos-ak-ash3/32312_4531387576597_433333161_n.jpg http://en.wikipedia.org/wiki/File:St._Kolumba_K%C3%B6ln_-_Di%C3%B6zesanmuseum_-_Ausgrabungen_1.jpg http://www.flickr.com/photos/220277/3958341743/ http://www.flickriver.com/photos/klaasfotocollectie/tags/koeln/ http://www.flickriver.com/photos/tags/diocesan/interesting/ http://4.bp.blogspot.com/_IQ8t6HorSjA/Sxt5u9u79HI/AAAAAAAAAEw/S2DQJxRhl7g/s400/006 http://en.wikipedia.org/wiki/File:Kunstmuseum_Chur.jpg http://en.wikipedia.org/wiki/File:Plan_Neues_Museum_mit_Nummern.png http://www.architecture.com/Awards/RIBAStirlingPrize/RIBAStirlingPrize2010/NeuesMuseum/NeuesMuseum-groundfloorplan.aspx http://www.op-reis.com/albums/antwerpen/antwerpen-082-steen.htm http://www.londonhotels.com/img_indexed/1206-400x400-TowerofLondon.gif http://www.greatbuildings.com/cgi-bin/gbc-drawing.cgi/Tower_of_London.html/Tower_of_London_ Plan_2.html
Groep 9: mogelijke herbestemmingen Hanssen, B. (2010). “Open Brief over de herbestemming van het Steen in Antwerpen.”, In: Weekend Knack, 26 januari 2010, http://www.knack.be/opinie/vrije-tribunes/open-brief-over-de-herbestemming-van-hetsteen-in-antwerpen/opinie-1194702523298.html. Van Goethem, H. (2010). “Neen aan het Steen – Waarom het Steen vooral een historische invulling moet krijgen”, 17 september 2010, http://neenaanhetsteen.wordpress.com/2010/09/17/waarom-het-steen-vooraleen-historische-invulling-moet-krijgen/. Wyckmans, B. (2011), “Brochure HetSteenderWijzen”, Antwerpen. In de loop van 2012 namen T. Van Remoortere & L. Verwimp verschillende interviews af over het Steen en zijn omgeving. Om privacyredenen blijven de geïnterviewden anoniem. Verder namen C. Van Bel en M. Vermeersch in 2012 ook een interview af van B. Wyckmans, directeur van HETPALEIS.
Groep 10: lay-out Deze groep verzorgde de eindredactie van het boek en de posters bij het masterontwerp.
130
131
132