De broeders van het Franciscanenklooster in het Brabantse Megen gingen met alle verduurzamingsopties mee. Voor ‘hun’ heilige Franciscus van Assisi was het zuinig gebruik van de aarde erg belangrijk. Foto: Wikimedia/EdwinH
Innovaties maken monumentaal erfgoed toekomstbestendig
Brabant wil menukaart voor verduurzaming monumentaal erfgoed Met een menukaart met bewezen verduurzamingstechnieken wil provincie Noord-Brabant marktpartijen en eigenaren van monumenten bewegen tot het nemen van energiebesparende maatregelen. In het Europese samenwerkings- en onderzoeksproject DEMI MORE worden enkele innovatieve technieken toegepast. “Dit erfgoed vertelt wie we zijn.” Tekst: Tim van Dorsten
70
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Achtergrond
‘Inmiddels ontwikkelt de Rijksdienst een nieuw beleid, waarin ze steeds meer het belang van verduurzaming ziet’ ‘Demonstration of Energy efficiency by Measurement and Innovation gives MORE.’ Zo luidt de volledige naam van Europese Interreg-samenwerkings- en onderzoeksproject, dat gericht is op energie-efficiëntie in onroerend (monumentaal) erfgoed. Maar wie op Google de naam ‘DEMI MORE’ zoekt, vindt toch echt eerst de Amerikaanse actrice Demi Moore. Toch weet Peter Linders van Spark Campus een link met het Europese project te maken. “Wij zijn de regisseurs en maken het script. De bouwbedrijven zijn de acteurs en de uiteindelijke film is het verduurzamen van Brabantse monumenten.”
omdat ze er al zo lang staan. Maar energiezuinig zijn die monumenten niet. Door de juiste innovaties toe te passen, willen we deze energiekosten naar beneden brengen. Zodat ze ook in de toekomst kunnen blijven bestaan.” Projectleider Frank Tuerlings van Provincie Noord-Brabant vult hem aan. “Hierbij betrekken we nadrukkelijk ook de eigenaren en de gebruikers van de monumenten. Zo hebben de franciscaanse broeders meebeslist over de innovatie om hun klooster in Megen te verduurzamen. Zij willen juist grotere verduurzamingsstappen zetten dan kostentechnisch interessant is. Deze broeders volgen namelijk de heilige Franciscus van Assisi, voor wie het zuinig gebruik van de aarde erg belangrijk was. Zij gaan met alles mee, waarbij het minder van belang is of de maatregelen economisch rendabel zijn.” Dat viel ook Swinkels op. “De Rijksdienst is daarbij conservatiever. Dat geeft ze zelf ook toe, zij houdt de monumentale waarde in de gaten. Inmiddels ontwikkelt zij een nieuw beleid, waarin ze ook steeds meer het belang van de verduurzaming ziet.”
Met elkaar in gesprek Erfgoed behouden Spark geldt als een van de vele partners van DEMI MORE, waarin Provincie Noord-Brabant en het Kempens Landschap de leiding hebben. Dit Europese project loopt inmiddels anderhalf jaar. “Wij willen ons monumentaal erfgoed zo lang mogelijk behouden”, legt gedeputeerde Henri Swinkels van Leefbaarheid en Cultuur uit. “Dat kan bijvoorbeeld door een monument een nieuwe functie te geven en het zo toekomstbestendig te maken. Om dit te bereiken willen we verduurzamingstechnieken in deze gebouwen toepassen.” Dat is volgens hem niet eenvoudig. “Aan de ene kant zijn monumenten het toonbeeld van duurzaamheid,
Ook Linders merkte tegenstand. “Toen ik voorstelde om zonnepanelen op een kerk te leggen, schrok de Rijksdienst daarvan. ‘Dat kan niet, dat vinden we niet mooi.’ Natuurlijk gaan we niet zomaar zonnepanelen op een klooster of kerk leggen, maar ‘niet mooi’ mag niet het enige tegenargument zijn. Door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen we zo’n mening helemaal afpellen.” Zo’n open overleg biedt nog een ander voordeel, viel Tuerlings op. “Door bewoners en omwonenden bij de besluitvorming te betrekken, zorgen we ook voor draagvlak bij hen.”
Zeven projecten van DEMI MORE
Van links naar rechts staan Peter Linders, gedeputeerde Henri Swinkels en Frank Tuerlings
In zeven monumentale panden in Vlaanderen en Noord-Brabant testen de betrokken partijen innovatieve technieken. • Franciscanenklooster, Megen: luchtbehandelingssysteem Humitemp en mogelijk pv-leien • Ketelhuis KVL, Oisterwijk: restwarmte van bierbrouwerij als verwarming van het gebouw en warmte door infraroodstraling • Adrianuskerk, Esbeek: optische vezels voor daglichttoetreding en Bioclina-matten als vloerverwarming • Douaneloods, Essen: (semi)transparante pv-panelen in de lichtstraat • Koetshuis Hof ter Linden, Edegem: gevelisolatie aan de binnenzijde op basis van aerogels • Domein Roosendael, Sint-Katelijne-Waver: brandstofcellen voor energieopwekking • Beddermolen, Westerloo: amorfe linten als vloerverwarming en met aangepast isolatiemateriaal het rieten dak isoleren
duurzaam gebouwd | oktober 2017
71
Achtergrond
Nieuwe norm BREEAM-NL Om monumentaal erfgoed ook interessant te maken als vastgoedobject met een andere bestemming dan wonen, is het van belang daarvoor een duurzaamheidskeurmerk te ontwikkelen. Binnen DEMI MORE wordt onderzocht hoe het BREEAMlabel daarvoor gebruikt kan worden. Samen met de Dutch Green Building Council wordt onderzocht hoe de internationale BREEAM-richtlijn Refurbishment and Fit-Out geschikt te maken is voor de Nederlandse en Belgische markt. “Zo proberen we leegstand te vermijden, want gebruikers kunnen dan monumentale panden vergelijken met gerenoveerde kantoorpanden”, legt Tuerlings uit. “We zijn nu nog druk bezig om deze normering te laten stroken met de Nederlandse weten regelgeving, zoals het Bouwbesluit.” Overigens gaat DEMI MORE enkel over het energie-onderdeel van deze BREEAM-richtlijn. “Denk aan het krijgen van punten om moeite te doen de energiekosten naar beneden te krijgen. Met de overige onderdelen van dit BREEAM-label is de DGBC aan de slag.”
‘Door bewoners en omwonenden bij de besluitvorming te betrekken, zorgen we voor meer draagvlak’ Technieken testen en onderzoeken Voor alle zeven projecten (zie kader) zijn inmiddels de toe te passen innovaties gekozen. Dit is gebeurd na advies van de DEMI MORE-expertgroep, waarin de Katholieke Universiteit Leuven en Technische Universiteit Eindhoven participeren. De TU/e gaat het komende jaar een nieuw luchtbehandelingssysteem testen en onderzoeken. “In het Franciscusklooster hebben we gekozen voor de techniek Humitemp om het klimaat te regelen”, vertelt Tuerlings. “Deze techniek wordt al hier en daar toegepast in onder meer de glastuinbouwsector. In samenwerking met de
In het koetshuis van het Hof ter Linden in het Belgische Edegem komt aan de binnenzijde gevelisolatie op basis van aerogels.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
73
Achtergrond
In de nok van de Douaneloods in het Belgische Essen komen (semi)transparante pv-panelen in de lichtstraat.
‘Niet mooi’ mag niet het enige argument zijn tegen zonnepanelen op een kerk of klooster
TU/e kijken we naar de mogelijkheden of we deze techniek ook in vastgoed kunnen toepassen, zoals kappellen van monumentale kloosters en kerken en grote bedrijfshallen voor evenementen.” “Ieder monument vereist zijn eigen aanpak”, weet Swinkels. “In dit samenwerkingsproject kijken we of de gekozen technieken passen in de verduurzaming van monumentaal erfgoed.” Hierbij heeft onder meer Spark een belangrijke rol gespeeld. “Onder de noemer van ‘Versnellingsstudio Erfgoed & Energie’ hebben we diverse betrokken partijen niet alleen uitgenodigd om tot innovaties te komen, maar ook om beter te leren samenwerken”, legt Linders uit. “Het gaat namelijk niet alleen om de techniek, maar ook om de uitvoering en de beslissing voor de juiste oplossing.”
Onderhoud en verduurzaming combineren Swinkels wil eigenaars en gebruikers van belangrijke Brabantse monumenten stimuleren om gezamenlijk een renovatie- en onderhoudsplan te maken. “Een groep bedrijven kan zich dan continu richten op restauratie- en renovatiewerkzaamheden van monumenten richten. Daarnaast kan zo’n pakket kosten besparen: een steiger kan zomaar 10 procent van de totale renovatiekosten innemen. Als de betrokken bedrijven continu samenwerken aan dezelfde projecten en deze kosten delen, dan is een steiger beter te financieren. Daarnaast specialiseren deze bedrijven zich dan ook op het gebied van restauratie.” Volgens Tuerlings kan de Stichting Nationaal Monument Sint-Jan in de vorm van kennis hierbij een helpende hand toesteken. “De Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch staat regelmatig in de steigers. Wellicht dat deze stichting heeft nagedacht over hoe ze het steigerwerk zo efficiënt mogelijk kunnen inplannen.” De Zuid-Nederlandse provincie heeft de belangrijke monumenten gekoppeld aan vier verschillende verhaallijnen: Religieus Brabant, Bevochten Brabant, Bestuurlijk Brabant en Innovatief Brabant. “Dit erfgoed vertelt wie we zijn. Het is belangrijk om deze monumenten te behouden en zo onze gezamenlijke geschiedenis aan de volgende generatie door te vertellen.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
75