Energieneutraal Adviseurs

Page 1

De energieneutraal-adviseur EEN VERBINDENDE ROL IN EEN NIEUWE MARKT

November 2013


EEN NIEUWE RENOVATIEMARKT In Nederland ontstaat een markt voor het renoveren van woningen tot op het niveau dat de bewoners geen energierekening meer hebben. Dàt is de belofte die ten grondslag ligt aan deze uitgave. Waarom denkt Energiesprong dat dit gaat gebeuren? Om te beginnen is het technisch prima mogelijk een gebouw te maken of renoveren dat over een jaar gezien niet meer energie verbruikt dan het opwekt. Bovendien zijn aanbieders van (ver)bouw – mede onder druk van de crisis – flink aan het innoveren: er verschijnen steeds meer kant-en-klare concepten waarmee bestaande woningen te renoveren zijn tot energieneutraal. Het gaat om zogeheten geïndustrialiseerde producten: technische oplossingen die ‘in de fabriek’ worden gemaakt, waardoor het maakproces goed te controleren is en er minder fouten optreden dan bij traditionele bouw. Bovendien is productie op grote schaal moge-

lijk, wat de kosten flink drukt. Voeg hier aan toe dat de energiekosten naar verwachting stijgen en het is niet moeilijk te voorspellen dat er een omslagpunt komt. Een punt waarop het aantrekkelijk is voor eigenaar-bewoners om hun energierekening te investeren in een comfortabeler, beter en (in gebruik) goedkoper huis dat bovendien meer waard is. Vraag naar prestaties De manier waarop deze eigenaarbewoners de markt zullen opgaan, zal anders zijn dan nu. De eigenaar-bewoner van de toekomst gaat vragen om prestaties. Hij of zij gaat niet op zoek naar isolatie, lage temperatuur verwarming of zonnepanelen; in plaats daarvan gaat hij of zij vragen om prestaties als ‘comfort’ of ‘geen energierekening’. Als de ontwikkeling in de bouw zich voortzet, kunnen aanbieders die prestaties ook leveren. Mét garantie.

Verbinding noodzakelijk Gaat dat allemaal zomaar vanzelf? Zeker niet. Er zijn allerlei bouwpartners druk bezig invulling te geven aan een markt voor renoveren naar energieneutraal. De vooruitzichten stemmen positief, althans voor pleitbezorgers van een energieneutrale bebouwde omgeving. Maar ook al slagen aanbieders erin aantrekkelijke renovatieproducten te leveren en is er vraag naar bij eigenaarbewoners, dan nog komen vraag en aanbod niet zomaar bij elkaar. De verwachting is dat er, zeker in de beginjaren, bemiddeling en verbinding nodig is. Dat kan komen van wat we in deze uitgave een energieneutraal-adviseur noemen. Het is een rol die diverse professionals in de bouw- en woonwereld zouden kunnen vervullen.

Cover Spaarne Buiten, Spaarndam Foto: Frank Hanswijk

Gedachten aanscherpen Energieneutraal-adviseurs die helpen bij renoveren tot energieneutraal, zijn er nog niet zo veel. Terwijl ze cruciaal zijn bij het op gang helpen van de geschetste renovatiemarkt. Deze uitgave is gericht op professionals die in de toekomst zo’n rol als energieneutraal-adviseur kunnen vervullen. We denken aan EPAadviseurs, milieudeskundigen, architecten, bouwers, installateurs, ingenieurs of specialistische makelaars; kortom iedereen die op de een of andere manier een eigenaar-bewoner kan helpen zich te begeven op de markt voor bouw en renovatie. Zie deze uitgave als een introductie op de kennis die nu op verschillende plekken voorhanden, bedoeld om de gedachten te prikkelen en aan te scherpen.

2


ENERGIENEUTRAAL IN NEDERLAND

Nieuwbouwhuizen kunnen energieneutraal worden gebouwd, sterker nog, vanaf 2020 is dat verplicht. Voor bestaande huizen kan het lonen ze te renoveren tot energieneutraal, zeker als het om oudere huizen gaat. Gemiddeld verbruikt een woning 1.600 m3 gas en 3.500 kWh stroom per jaar. Uiteraard zijn er grote verschillen per woningtype; een pas gebouwd appartement verbruikt veel minder dan een vrijstaande woning uit de jaren vijftig of zestig. Toch geldt in het algemeen dat een huishouden aardig wat geld kwijt is aan z’n energierekening.

Bouw- en renovatieprojecten met stevige energieambities nemen momenteel een enorme vlucht. In 2006 stond er welgeteld één energieneutrale woning in Nederland, in 2013 zijn dat er al honderden en over een paar jaar waarschijnlijk tienduizenden. Als we dat kantelpunt inderdaad bereiken, worden energie verspillende woningen relatief duur in gebruik en daarmee minder waard. Renovaties tot energieneutraal zijn dan ineens verstandige investeringen geworden. Een markt? Er staan zeven miljoen woningen in ons land met een gezamenlijke energierekening van 13 miljard euro per jaar; 4,5 miljard woningen zijn in particulier eigendom.

Passiefhuisrenovatie in 10 werkdagen van jaren ‘70 woningen in Kerkrade, Foto: Frank Hanswijk

3


WAT IS ENERGIENEUTRAAL?

ng pro ies

Aansluiting hoofdnet Energieneutraal is niet hetzelfde als autarkisch of zelfvoorzienend. De overeenkomst is dat in beide gevallen netto geen energie meer wordt afgenomen van het hoofdnet. Een energieneutrale woning blijft evenwel aangesloten voor de uitwisseling van energiestromen, bijvoorbeeld om energie die in de zomer gewonnen is tijdelijk op te slaan voor verbruik in de winter. Bij een autarkische woning zijn alle leidingen tussen de woning en het hoofdnet afgesloten.

Infoblad Energieneutraal bouwen: definitie & ambitie van AgentschapNL.

erg

Nul-op-de-meter Naast energieneutraal raakt de term nul-op-de-meter steeds meer in zwang. Een huis zonder energieverbruik dus. Dat betekent na een jaar achter de voordeur per saldo nul op de meter(s).

Dit betekent bijvoorbeeld dat zelf opgewekte stroom moet worden opgeslagen in accu’s, in plaats van dat deze terug wordt geleverd aan het net.

En

Lokaal opwekken Wat wordt bedoeld met lokaal opgewekt, is natuurlijk een kwestie van ergens een grens trekken. Voor de uitgave Huis vol Energie van Energiesprong zijn de volgende grenzen gehanteerd. 1) De opwekking van energie vindt plaats binnen de perceelsgrenzen of, in het geval van biomassa, binnen een straal van 10 km om de woning. 2) De locatie waar de energie wordt opgewekt heeft een functionele, juridische en organisatorische verbinding met de woning. 3) Als een woning energie betrekt uit het openbare net, dan zal de

energie die het er aan teruggeeft in de praktijk uitwisselbaar moeten zijn met de onttrokken energie.

Š

Energieneutraal betekent dat een woning over een jaar gezien de woning evenveel of meer energie opwekt dan zij gebruikt. Het gebouw betrekt niet meer energie van het openbare net dan het er aan teruggeeft in de vorm van lokaal opgewekte hernieuwbare energie.

4


DE ENERGIENEUTRAAL-ADVISEUR De energieneutraal-adviseur ondersteunt eigenaar-bewoners bij het realiseren van een renovatie tot energieneutraal. In de kern kan dat de volgende dingen omvatten: 1) De eigenaar-bewoner helpen zicht te krijgen op woon- en (al dan niet expliciete) energieambities. Denk aan persoonlijke waarden, principes en levensloopverwachtingen. 2) De ambities vertalen in haalbare woonwensen, bijvoorbeeld op het gebied van ruimte, klimaat en gebruiksgemak. 3) Een of meer aanbieders helpen vinden om de woonwensen te realiseren. 4) De aanbieder(s) contracteren. 5) De realisatie begeleiden. Om dit te kunnen, zijn kennis en vaardigheden nodig op het gebied van advisering, procesbegeleiding, financiering, regelgeving, bouwkunde en energietechniek. Ook helpt het een netwerk

te onderhouden met andere betrokkenen, denk aan de gemeente, financiers, aannemers, installateurs, ontwerpers, constructeurs, leveranciers van apparatuur en materialen, et cetera. Energieneutraal en EPA Voor alle duidelijkheid: de rol van de energieneutraal-adviseur onderscheidt zich van die van de EPA-adviseur (EPA staat voor energie prestatie advies). De EPA-adviseur berekent een energielabel en adviseert over energiebesparing. Dat advies is in de praktijk meestal minder vergaand dan energieneutraal. Bovendien vertrekt een energieneutraaladviseur vanuit ambities en woonwensen, en niet vanuit een vraag om een energielabel of een verzoek het energieverbruik te helpen verlagen. Vraag naar prestaties Renoveren naar energieneutraal is complex. Bovendien zit er een

snelle ontwikkeling in prijs en technieken achter een keur aan oplossingen. Er is al veel op de markt en het is voor de huiseigenaren niet te doorzien welke oplossingen werken en welke niet. Daarnaast geldt dat oplossingen moeten ‘samenwerken’. Zo heeft een extreem goed geïsoleerd huis weinig installaties nodig voor verwarming, maar is juist extra aandacht nodig voor ventilatie. Energieneutraal renoveren is daarmee heel anders dan het uitvoeren van gangbare bouwkundige aanpassingen, zoals een uitbouw of dakisolatie. Een eigenaar-bewoner helpt zichzelf door een andere vraag aan aanbieders te stellen dan gebruikelijk is bij traditionele verbouwingsvragen. Het gaat immers niet om een zoektocht naar de beste prijs-kwaliteit verhouding voor zelf bedachte technische deeloplossingen (isolatie, zuinige installaties, zonnecellen, etc.), maar om de vraag naar een prestatie, namelijk een comforta-

bel huis zonder energierekening rekening houdend met bepaalde randvoorwaarden (uiterlijk, materiaalgebruik, bewoonbaarheid, etc.). Ontwerpen en doorrekenen Hoe ver gaat een energieneutraaladviseur in het (technisch) ontwerpen en doorrekenen van mogelijke oplossingen? Dat zal in de praktijk blijken en per type adviseur verschillen. Onze visie is dat de technische oplossing moet worden overgelaten aan de aanbieder (lees bouwers, aannemers, installateurs, etc.), zodat er ruimte is om met een onderscheidende en betaalbare concepten te komen. Voor een energieneutraal-adviseur betekent dit dat hij geen oplossing tot in detail uitwerkt om vervolgens een bouwer te zoeken die het kan maken. Zo’n bouwer doet dan namelijk netjes wat ‘m wordt 5


gevraagd en bekommert zich niet om de energieprestatie; daar had de energieneutraal-adviseur toch over nagedacht? Logischer is om de gewenste prestatie plus de eventuele randvoorwaarden (zoals materiaal, ruimtegebruik, toegestane ingrepen en gebruiksgemak) te verwoorden en daar de juiste aanbieder bij te zoeken. Voor de energieneutraal-adviseur betekent het overigens nog steeds dat hij bouwkundig en energetisch het een en ander moet kunnen uitzoeken en uitrekenen. Niet zozeer om zelf een oplossing te bedenken, maar om de juiste vraag te stellen en aanbiedingen te beoordelen. Als dat lukt, wordt het goedkoper voor de klant en wordt de prestatie beter.

Sterksel, schets House of Tommorow Today

6


Huis vol energie in aanbouw Foto: Casper Rila

7


ADVIESPROCES 1e klantcontact Telefoon, mail, markt, etc.

Opdracht klant

Check op ambities Kansrijk? Realistisch?

Woningopname Aanvullende informatie verzamelen.

Info opvragen Vragenlijst sturen, formulier op internet of telefonische opname.

Ontwikkelen advies Verwerken informatie. Opstellen advies.

Info retour

1e gesprek Nadere kennismaking, aanvulling informatie .

Offerte maken Werkzaamheden, kosten, eindproduct.

2e gesprek Bespreken adviesrapport.

Keuze klant Doorgaan of niet? Welke maatregelen? Begeleiding door energieneutraal adviseur?

De energieneutraal-adviseur doorloopt met een klant enkele basisstappen. Het begint meestal met een eerste klantcontact, dat op initiatief van de klant of van de adviseur plaatsvindt. Tijdens dat contact of direct erna volgt een wederzijdse check. Wat zijn de ambities van de eigenaar-bewoner? Hoe serieus is het? Kan de adviseur iets betekenen? Mocht de adviseur de eigenaar-bewoner gaan helpen, dan volgt een fase van informatieverzameling; informatie over de woning, de gezinssituatie, het gebruik van de woning, woonwensen voor de toekomst, etc. De adviseur kan hier leidend zijn – bijvoorbeeld via een woningopname en een nader gesprek – maar het kan ook zijn dat de eigenaar-bewoner zelf het meeste verzamelwerk doet. De informatieverzameling kan ook gesplitst zijn in een quickscan en een uitgebreider onderzoek. Hoe dan ook, op basis van de informatie werkt de adviseur ideeën uit. Die bespreekt hij met de eigenaar-bewoner, voert eventuele aanpassingen door, en levert een adviesrapport op. Het rapport stelt de eigenaar-bewoner in staat keuzes te maken tussen mogeli-

jke oplossingen en – al dan niet met behulp van de adviseur – een uitvoerende partij te vinden. RAPPORT

Het uiteindelijke advies zal vaak de vorm van een (digitaal) document of rapport hebben. De exacte inhoud is uiteraard erg afhankelijk van de wensen van een klant en de werkwijze van de adviseur. Toch liggen de onderstaande onderwerpen voor de hand. 1. Huidige situatie

a. Woning en installaties b. Gezinssituatie en woninggebruik c. Levenswaarden, ambities 2. Info over energieneutraal 3. Toekomstige situatie

a. Life events b. Woonwensen c. Wensen over woonlasten en financiering 4. Vertaling naar één of enkele werkende oplossingen met

impact op woonlasten 5. Passende financieringsmogelijkheden 6. Toelichting over proces,

stappen en volgorde 7. Hoe verder, wat nu doen?

8


BEWONERS CENTRAAL Renoveren tot energieneutraal heeft vaak een technische oriëntatie, omdat het – zeker voor de makers – een overwegend technische aangelegenheid is. Voor bewoners geldt dit evenwel niet; in de praktijk is vaak zichtbaar dat de denkwereld van de makers mijlenver afstaat van de denkwereld van eigenaar-bewoners. Waar de een praat over isolatiewaarden, bouwkundige oplossingen en meet- en regeltechniek, heeft de ander het over een comfortabel wonen, meer ruimte, betere lichtinval of duurzamer leven. De trias energetica is niet het denkraam van een gemiddelde huiseigenaar en hoeft dat ook niet te worden. De energieneutraaladviseur kan bij uitstek de verbinding tussen makers en bewoners leggen, mits hij er in slaagt het technische perspectief los te laten en in de beleveniswereld van een huiseigenaren te stappen.

De amsterdamse buurt in Haarlem Foto: Frank Hanswijk

9


MOTIEVEN VOOR ENERGIENEUTRAAL Eigenaar-bewoners zijn om verschillende redenen geïnteresseerd in een energieneutraal huis. De motieven zijn bepalend voor de keuze van het concept en de toepassing van installaties en materialen. Installaties kunnen bijvoorbeeld conventioneel en bewezen zijn of juist innovatief en dus minder voorspelbaar. De zekerheid zoekende mens kiest waarschijnlijk voor het eerste, de vernieuwer voor het laatste. Naast waarden en motieven speelt natuurlijk ook de terugverdientijd een rol. De ene huiseigenaar zal zich concentreren op kosteneffectieve maatregelen, de ander weegt ook ideologische principes mee. voorbeeld ZZP’ers zonder pensioen In Nederland zijn er momenteel tienduizenden ZZP’ers. Veel van hen bouwen wel reserves op, maar hebben geen pensioen bij een pensioenfonds. Sparen levert momenteel niet veel op

en beleggen is riskant. Wat te doen? Een alternatieve manier van pensioen opbouwen is ervoor zorgen dat de financiële lasten rondom de pensioenleeftijd zo laag mogelijk zijn. Een afbetaald, energieneutraal huis past door goed bij. Kortom, ZZP’ers zonder pensioen kunnen een interessante markt zijn. Specifiek voor deze groep zijn spannende diensten te ontwikkelen, waarin de juiste woning zoeken, verbouwing begeleiden en financieel adviseren samenkomen. Naar analogie van de ZZP’er zonder pensioen zijn er natuurlijk ook andere markten te bedenken. Wat te denken van 65-plussers met stijgende zorgbehoefte en overwaarde op de woning? Of starters die een klushuis kopen? De crux is: duurzaamheid en energiekosten zijn misschien niet de beste entree om een groep huiseigenaren te interesseren. Woonambities in combinatie met specifieke levensgebeurtenissen mogelijk wel.

WOONKLIMAAT Hernieuwbare Constant binnenklimaat materialen Geen Schone toxiciteit lucht in materialen Gebruik Minder duurzame geluidsoverlast energie Minder Geen tocht impact op ecosystemen Gebruiksgemak Robuust gebouw

DUURZAAMHEID Hernieuwbare materialen Geen toxiciteit in materialen Benutten duurzame energie Minder impact op ecosystemen

FINANCIEEL Lagere energiekosten Lagere onderhoudskosten Waardestijging woning Investering spaargeld

LIFESTYLE Interessante technieken Mooie materialen Toegenomen autonomie Gezamenlijkheid (buurt) Woning toekomstbestendig Zekerheid over woonlasten

10


Architect Joop Bensdorp voor zijn energieneutrale woning in Dirksland Foto: Frank Hanswijk

11


MARKTMODELLEN HET KEUKENMODEL Voor een serre of een nieuwe keuken kunnen woningeigenaren een architect inschakelen, maar in de meeste gevallen doet de klant direct zaken met een aannemer of productleverancier. Dit type verbouwingen is immers flink gestandaardiseerd en mensen kunnen zich via allerlei kanalen oriënteren op het aanbod (internet, winkels, eigen vriendenkring). Op dit moment verlopen de meeste energieneutrale verbouwingen voor particulieren nog met tussenkomst van een architect of energieadviseur. Echter, ook in dit type verbouwingen is een zekere standaardisering gaande, zeker voor veelvoorkomende woningtypen. Zo komen er steeds meer energieneutraalpakketten op de markt voor huurwoningen van woningbouwcorporaties. Door herhaalbare verbouwingsconcepten te ontwikkelen kunnen aanbieders hun kosten optimaliseren.

Renovatie van de plank Klanten zullen straks op basis van hun voorkeuren kunnen kiezen voor meerdere kanalen: een verbouwingspakket ‘van de plank’, of maatwerk via een adviseur. Het is dan belangrijk je helder te positioneren als adviseur: welke rol neem je en welke meerwaarde bied je? Om de adviesrol scherp te schetsen zijn hieronder drie mogelijke modellen omschreven, die het aankooptraject van de klant omschrijven. De adviseur neemt in alle drie de modellen een positie in tussen klant en aanbieder.

Aanbieders Klant

Adviseur

De adviseur is feitelijk een verkoper namens een of enkele aanbieders. Daarmee is zijn adviesrol niet volledig onafhankelijk. Hij biedt verschillende gestandaardiseerde oplossingssystemen en dimensioneert deze naar de situatie van de klant. Hij handelt namens één aanbieder (denk aan de autodealer) of meerdere aanbieders (denk aan de keukenshowroom). Deze adviseur is in de positie om een totaalpakket aan te bieden, inclusief prestatiegarantie en zelfs financiering.

Een variant is het hypotheekmodel. Ook hier ‘verkoopt’ de adviseur gestandaardiseerde oplossingen uit de markt, maar hij opereert wel onafhankelijk en overziet het complete aanbod. Hij krijgt een transparante vergoeding voor zijn bemiddeling, die los staat van de gekozen aanbieder. Type klant: kiest voor gemak, prijs, garanties, geen sterke behoefte aan maatwerkoplossing.

12


HET ARCHITECTENMODEL

HET DOE-HET-ZELF MODEL

Adviseur

Aanbieder

Aanbieder

Aanbieder Klant

Adviseur

De adviseur is onafhankelijk en ontzorgt tot en met de uitvoering. Hij helpt bij het vinden van de beste oplossingen uit de markt, die aansluiten op de woonwensen van de huiseigenaar. De adviseur heeft brede kennis van beschikbare oplossingssystemen en weet relevante aanbieders te vinden. Hij verkent met de klant eindbeelden en abstraheert die tot een functioneel programma van eisen en een ontwerp, schetsen of een moodboard, waarmee hij de markt uitdaagt passende oplossingen

Aanbieder

aan te bieden. De adviseur stuurt aanbieders aan namens de klant, adviseert over financiering en overlegt met gemeente. Type klant: kiest voor maatwerk vanwege specifiek huis of specifieke woonwensen en wil ontzorgd worden.

Klant

De adviseur is een onafhankelijke coach. Hij biedt de klant hulpmiddelen om zelf of met inschakeling van aanbieders de verbouwing te realiseren. De adviseur is vervolgens op afroep beschikbaar als adviseur of coach bij belangrijke momenten, bijvoorbeeld bij de beoordeling van offertes. Hulpmiddelen voor de huiseigenaar zijn in elk geval een marktbenaderingsdocument, zoals een functioneel programma van eisen en een moodboard, en een uitvoeringsplan.

Aanbieder

Type klant: heeft plezier in zelf doen en/of wil de kosten drukken, wil verbouwing in stappen realiseren.

13


MET DE HELE BUURT

Het verbeteren van de energieprestatie van woningen leent zich bij uitstek voor een collectieve aanpak. Zeker in het geval van seriematig gebouwde woningen. Een gezamenlijke aanpak drukt de kosten en het kan voor buren leuk zijn om dingen gezamenlijk te doen. Voor de energieneutraal adviseur betekent het dat er voor meerdere mensen tegelijk wordt gewerkt. Dat maakt het proces complexer, maar het leidt ook tot meer impact en het maakt financiering van de adviesdiensten laagdrempeliger. Bovendien zijn er leuke vormen voor een collectieve aanpak, bijvoorbeeld via een cursus of een tijdelijk op te tuigen bewonersorganisatie.

De Fruitbuurt in Hoorn Foto: Frank Hanswijk

14


DRIE TECHNISCHE STRATEGIEËN De weg naar een energieneutrale woning bevat veel afwegingen. Wil de bewoner uitsluitend ecologisch verantwoord materiaal of maakt dat niet uit? Is het een renovatie ineens of uitgesmeerd over de tijd? Moet de investering zich volledig terugverdienen? Wil de bewoner alles laten doen of juist dingen zelf uitvoeren? Draait het om comfort (“ook in de winter wil ik binnenshuis in een T-shirt kunnen lopen”) of mag huisklimaat de jaargetijden een beetje volgen (“een trui aan op extreem koude dagen vind ik normaal”). Al deze afwegingen leiden tot verschillende concepten of strategieën om tot een energieneutraal huis te komen. Door de oogharen kijkend schitteren er drie doorheen.

Modern comfort In deze strategie draait het om het gebruik van hoogwaardige techniek om een comfortabel en stijlvol huis te realiseren. De hoofdenergiebron is de zon, ventilatie is mechanisch geregeld. Een moderne warmtepompinstallatie verwarmt het huis in de winter, en houdt het huis koel in de zomer. De temperatuur is constant in alle vertrekken. Moderne, energiezuinige apparatuur maakt het leven makkelijk. Geschikt voor liefhebbers van techniek, kwaliteit en klimaatluxe.

Natuurhuis Het Natuurhuis is geïnspireerd door de aarde, en past natuurlijke materialen toe samen met zo veel mogelijk ecologische oplossingen. Het bespaart heel veel energie, ventilatie verloopt grotendeels natuurlijk en het beetje energie dat nog nodig is, komt uit biomassa en de zon. De haard is de centrale verwarmingsbron, die via vloerverwarming het hele huis verwarmd. Het huis is vrij van gifstoffen en gebruikt hoofdzakelijk hernieuwbare, natuurlijke materialen. Een groen dak bedekt het huis voor extra isolatiewaarde, biodiversiteit en waterbuffering. Geschikt voor natuurliefhebbers die een minimale ecologische belasting willen.

Slim gedaan De Slim Gedaan strategie gaat stapsgewijs richting energieneutraal, eventueel door het zelf te doen. Eenvoudige, kosteneffectieve en zelf te installeren oplossingen gaan hand in hand met een aanpak die veel opties voor de toekomst open laat. Bij vrijwel alle maatregelen gaat het wooncomfort meteen omhoog en schelen de maatregelen op lange termijn geld. Decentrale ventilatie is per kamer te installeren en de isolatiebenodigdheden zijn te overzien. Geschikt voor praktische doe-het-zelf’ers die de touwtjes in handen willen houden.

De drie strategieën zijn uitgebreid beschreven en onderbouwd in de uitgave Huis vol energie. De digitale variant is te vinden op www.energiesprong.nl. 15


PRAKTISCHE MAATREGELEN De energievraag in een huis bestaat in essentie uit drie elementen: ruimteverwarming (en koeling), warm tapwater en elektra. Een energieneutrale woning ontstaat via zorgvuldig op elkaar afgestemde technieken om aan deze energievraag te voldoen. Een overzicht van de belangrijkste basismaatregelen. Ruimteverwarming en -koeling * Isolatie, kierdichting en ventilatie (besparing warmte en koude). Uitgangspunt is een goed ge誰soleerde woning, zodat de behoefte aan warmte en koeling sterk minder wordt. Uiteraard wel met voldoende ventilatie voor gezonde binnenlucht. * Zonwering (besparing koude). Zonwering, bij voorkeur aan de buitenzijde van de woning, gaat oververhitting tegen en verhoogt het comfort.

* Warmte- en koudeopslag (WKO; opwekking warmte en koude). Een WKO is een techniek om warmte en koude in de bodem op te slaan. Door een huis zomers te koelen en die warmte te bewaren, ontstaat er in de winter een bron om warmte uit te halen. * Biomassa ketel (opwekking warmte, eventueel ook voor warm tapwater). Een verwarmingsketel op basis van duurzame brandstof. De biomassa moet uit de nabije omgeving van de woning komen. Warm tapwater * Warmteterugwinning uit tapwater (besparing). Driekwart van het warm tapwater wordt gebruik voor douchen. Door de warmte uit het afvalwater terug te winnen, daalt de warmtevraag. * Zonneboiler (opwekking). Een zonneboiler warmt water op met zonne-energie. Het kan een flinke

bijdrage leveren aan de behoefte aan warm tapwater. Elektriciteit * Zuinige huishoudelijke apparatuur (besparing). Toepassing van A++ apparatuur en LED lampen, levert aanzienlijke elektriciteitsbesparing op. * Zonnestroom (opwekking). Zonnepanelen of PV-panelen kunnen in een flink deel van de elektriciteitsvraag voorzien. Meer informatie op www.huisvolenergie.nl

Poortstraat in Utrecht Foto: Frank Hanswijk

16


RENOVATIECONCEPTEN

17

Passiefhuisrenovatie in 10 werkdagen van jaren ‘70 woningen in Kerkrade, Foto: Frank Hanswijk

Een woningaanpassing op maat is een arbeidsintensieve en dus soms dure aangelegenheid. In de bouwwereld wordt druk gewerkt aan totaaloplossingen voor bepaalde type woningen, zogeheten renovatieconcepten. Ze zijn vooral interessant voor toepassing op grotere schaal, met name door woningcorporaties of collectieven van buurtgenoten. Een aantal concepten is op termijn mogelijk interessant voor particuliere eigenaren, als de bouwers erin slagen om ze bij lage renovatieaantallen (n=1) toe te passen.


Energie nota 0 (in serie van n=1)

Endis Portiekflat Renovatie

BAM Woningbouw

Beloofde prestaties Minimaal 70% deelname Minimaal 7 klanttevredenheid Maximaal 2 opleverpunten

Typering Grondgebonden rijwoningen 80.000 euro inclusief BTW 8 werkdagen Geen uithuis noodzakelijk Technische keuzes Schil Rc > 5 Nieuw dak Kozijnen Vloer WTW Lucht water wp Lr wandverwaring Douche, keuken en toilet renovatie en onderderhoudsmaatregelen zoals dak en kozijn vervangen. Inzet duurzame energiebron PV Panelen

Endis Ketensamenwerking

Tijdens proces Gestandaardiseerde processen Vaste teams en partners Productie in bouwstromen Op de bouwplaats Just in time, geen voorraad Bijzonderheden Externe financiering via esco Lage onderhoudskosten Exploitatieovername mogelijk Nooit meer stijgende woonlasten BAM Woningbouw

Duurzaamheidsmaatregelen Energiecoach uit buurt inzetten voor bewustwording FSC-Keurmerk

TWEE VOORBEELDEN

Typering Portiekflats 1957-1965 56.000 euro 10 werkdagen Uithuis allen bij vloerisolatie en plattegrondwijziging Technische keuzes Nieuwe isolerende schil Lage temperatuurverwarming CO2 gestuurde ventilatie Duurzame warmteopwekking Zonnestroom Inzet duurzame energiebron Aansluiting op collectieve energievoorzieningen (locatieafhankelijk) PV Panelen

Beloofde prestaties Garantie op energieprestatie, prijs, woonlasten en onderhoud Tijdens proces Bewonersparticipatie Ketensamenwerking Ingetraal ontwerp Desintegratie bouwproces BIM 3D ontwerp gekoppeld aan onderhoudssoftware Op de bouwplaats Afval gescheiden en binnen 24 uur afgevoerd Bijzonderheden Persoonlijk contact met bewoners tijdens renovatie Installaties eenvoudig aan te passen in de toekomst 15 of 25 jaar onderhoudsplan 24/7 onderhoudsservice Levensduurverlening 40 jaar ENDIS Portiek flat renovatie 18


REKENTOOLS 45 40

Warmtevraag Het berekenen van de warmtevraag voor ruimteverwarming is het moeilijkst. Om die te

kunnen berekenen, bepalen de meeste rekentools de warmtebalans van een woning over het stookseizoen. Dat houdt in dat alle warmteverliezen en alle warmtewinsten worden berekend. Warmteverliezen zijn ‘transmissieverliezen’ (de warmte die door muren, ramen, dak en vloer naar buiten lekt) en ‘infiltratie- en ventilatieverliezen’ (de warmte die met warme lucht naar buiten wordt gevoerd). Warmtewinsten zijn de ‘zonnewarmte’ die (vooral) door de ramen naar binnen komt en de ‘interne warmte’ die door elektrische apparaten en mensen in de woning vrij komt. De verwarming tenslotte moet aanvullen wat de zonnewarmte en interne warmte tekort komen om alle verliezen te compenseren om zodoende de woning op temperatuur te houden. Dat is geïllustreerd in de grafiek, waar het grootste deel van de warmtewinsten wordt ingevuld door zonnewarmte en interne warmte.

Verwarming

35 Q (kWh/m2a)

Bij adviseren over renoveren naar energieneutraal komt enig rekenwerk te pas. Wat is er aan rekenwerk nodig en welke instrumenten zijn daar op dit moment voor beschikbaar? Bij het berekenen van de totale energievraag van een woning zijn vijf posten van belang: 1) De warmtevraag voor ruimteverwarming. 2) De warmtevraag voor warm tapwater. 3) Het ‘gebouwgebonden’ elektragebruik, ofwel het elektragebruik voor het vervullen van gebouwfuncties zoals verwarming en ventilatie. 4) Het ‘gebruikersgebonden’ elektragebruik, ofwel het elektragebruik van door de bewoner gebruikte elektrische apparaten zoals koelkast, televisie, etc. 5) Een eventuele koelvraag.

Interne warmte

30

Zonnewarmte

25 20

Transmissie

15

Infiltratie en ventilatie

10 5 0

Warmtewinsten Warmteverliezen

Typen rekentools De meest geavanceerde rekentools zijn de zogeheten dynamische gebouwmodellen zoals TRNSYS, die de warmtebalans van uur tot uur berekenen en ook rekening houden met opwarming of afkoeling van de woning. De meer gangbare rekentools daarentegen zijn statische modellen: ze gaan uit van gemiddelde temperaturen gedurende het stookseizoen en berekenen zo de warmtebalans over het gehele stookseizoen. Dat is een stuk eenvoudiger en de resultaten zijn

vaak goed vergelijkbaar met die van dynamische modellen. Voor alle rekenmodellen geldt dat de warmtevraag wordt berekend voor een gemiddelde bewoner. Een bewoner die zijn woning veel warmer stookt of die vaak ramen en deuren open zet om te ventileren, verbruikt meer energie. De gekozen gemiddelde bewoner verschilt van model tot model en er is discussie over welke standaardgebruiker de meest realistische is, met name voor energiezuinige woningen. 19


Statische rekentools Er is een keur aan deze statische rekentools beschikbaar. Een aantal is gebaseerd op de norm voor Energieprestatie van Gebouwen (NEN 7120), zoals VABI Elements EPG nieuwbouw en de energiemodule in GreenCalc+ van DGMR. De eerste wordt gebruikt om te toetsen of een gebouw aan de EPC-eis (Energie Prestatie Coëfficiënt) voldoet. Eventuele aanvullende maatregelen op gebiedsniveau kunnen met de EMG (Energie Maatregelen Gebied) worden gewaardeerd. GreenCalc+ heeft een wat bredere scope en neemt ook andere milieueffecten mee, zoals materiaalgebruik en watergebruik. PHPP (Passiv Haus Projektierungs Paket) is een rekentool uitgegeven door het Passivhaus Institut in Duitsland. Een passiefhuis is een zeer energiezuinige woning met een warmtevraag voor ruimteverwarming lager dan 15 kWh/m2 per jaar. Omdat bij energiezuinige woningen bepaalde verliezen zoals koudebruggen een rol gaan spelen, is deze rekentool op dit gebied gedetailleerder dan de bovengenoemde tools. De PHPP

rekentool is gevalideerd aan de hand van metingen aan passiefhuis-woningen in Duitsland. De tools van VABI en DGMR en PHPP nemen ook warm tapwatergebruik en gebouwgebonden elektraverbruik mee, alleen PHPP biedt ook de mogelijkheid het gebruikersgebonden elektraverbruik mee te nemen in de totale energievraag. Energie-signatuur Een enigszins afwijkende rekentool is Energie-signatuur van TNO. Deze is eenvoudiger dan de voorgaande rekentools en berekent op dit moment enkel het energiegebruik voor ruimteverwarming. De tool vergelijkt berekende warmteverliezen van een woning, op basis van isolatiegraad en dergelijke, met gemeten verliezen – op basis van het jaarlijkse gasverbruik of op basis van regelmatig afgelezen gasstanden. Zo kan worden nagegaan of de verwachte energieprestatie wordt gehaald. Omgekeerd kunnen met de tool ook gebouweigenschappen zoals isolatie worden veranderd tot een gewenst gasverbruik wordt bereikt. TNO-energiesigna-

tuur berekent ook warm tapwater berekend. Elektriciteitsgebruik berekent en analyseert deze software niet. APP Met de energieverbruiksmodule van APP kunnen bewoners inzicht krijgen in hoeveel energie ze op het moment gebruiken en hoeveel gas, elektra en geld ze kunnen besparen. De tool vergelijkt de huidige apparatuur die in huis staat met de nieuwste en energiezuinigste apparatuur die verkrijgbaar is. Tevens groeit hierdoor het bewustzijn bij bewoners welke onderdelen in huis veel energie verbruiken. De tool geeft direct inzicht hoeveel geld er per maand te besparen is.

VABI Elements DGMR Greencalc+ Passief Bouwen (PHPP) TNO APP

20


Piet Jacobs voor zijn energieneutrale woning in Delft Foto: Frank Hanswijk.

21


FINANCIERING Bij een verbouwing naar energieneutraal vallen de energielasten weg. De budgettaire onderbouwing is daarmee anders dan bij een reguliere verbouwing; er vloeien immers ‘opbrengsten’ terug in de vorm van vermeden betalingen aan het energiebedrijf. Mogelijk zelfs zoveel dat de verbouwing daaruit kan worden gefinancierd. Het is dan ook van belang om de woonlasten in de bestaande en verbouwde situatie met elkaar te vergelijken. Door dit in een vroeg stadium te doen ontstaat snel inzicht in de financieringsruimte en de haalbaarheid. Dit is voor de klant een hulpmiddel om zijn ambitie te bepalen. Kosten energie Op dit moment bedraagt de gemiddelde energierekening zo’n 165 euro per maand, ofwel zo’n 2.000 euro per jaar. De afgelopen 16 jaar is de energieprijs voor de consument (inclusief belastingen)

gemiddeld met 5,5% per jaar gestegen. Bij een verdere prijsstijging met gemiddeld 4,5% per jaar tellen de gemiddelde energiekosten in 15 jaar op tot zo’n 42.000 euro. Zelfs bij een gelijkblijvende prijs is de totale uitgave na 15 jaar indrukwekkend met 30.000 euro. Feit is dat de prijsontwikkeling van de afgelopen decennia ertoe heeft geleid dat inmiddels een significant deel van het huishoudbudget opgaat aan energie. Ter vergelijking: in 2012 reikten de energiekosten voor een gemiddeld (koop)huishouden al bijna tot de helft van de hypotheeklasten (bron: COELO Woonlastenmonitor 2012). Op basis van gegevens over het energieverbruik, liefst over meerdere jaren, kan een inschatting worden gemaakt van toekomstige energiekosten. Woonlasten Woningeigenaren betalen maandelijks een bedrag aan hypotheek (of andere aan het huis gerela-

teerde leningen) en aan energie. Een energieneutrale verbouwing heeft effect op deze opgetelde woonlasten. Immers, na verbouwing verdwijnen de energielasten, mogelijk wordt het huis zelfs energieleverend. Hiervoor in de plaats komen kosten voor de financiering van de verbouwing. Bijvoorbeeld uit een hogere hypotheek. Of wellicht kan de verbouwing worden bekostigd met spaargeld. In dat geval is het fair om de gederfde rente-inkomsten aan te merken als financieringskosten. Een vergelijking tussen woonlasten vóór en na geeft direct inzicht in de prijs die de klant betaalt voor de waarde die met de verbouwing wordt gerealiseerd. NB: Het geeft nog geen compleet beeld van de waarde zelf! Het is aan de energieneutraal-adviseur om te laten zien welke waarde er wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld in termen van comfort en ruimtelijke kwaliteit, en hoe dit aansluit bij de wensen van de klant. Merk op dat dit een wezenlijk andere benadering is dan de gangbare uitdrukking van ‘terugverdientijden’ bij energiemaatregelen.

Woningwaarde Met een energieneutrale verbouwing worden installaties, geveldelen, kozijnen, etc. vernieuwd, het comfortniveau verhoogd en de energierekening verdwijnt structureel. Dit heeft een positief effect op de woningwaarde. De omvang van dit effect is lastig in te schatten. Daarbij gaat het om een relatief effect; in een markt waarin huizenprijzen dalen zal de prijs van een gerenoveerde woning minder snel dalen, stabiliseren of stijgen. Maar het effect is wel significant. Uit eerder onderzoek naar de prijzen van verkochte woningen met energielabels blijkt dat energiezuinige woningen (label A) zo’n 10% meer opbrengen dan gemiddelde woningen (label D). Het verschil met onzuinige woningen (label G) is nog groter. Bij een gemiddelde woning is het waardeverschil tussen A en G dan al zo’n 30.000 euro. Neem daarbij in acht dat een energieneutrale woning nog weer fors beter presteert dan een label A woning en het verschil zal nog groter zijn.

22


Daarbij blijkt uit dit onderzoek dat zuinige huizen korter te koop staan. Huishoudbudget Nog een indicator is een onderzoek van het Nibud. Zij berekenden de hoogte van een verantwoorde extra hypotheek, voor iemand die zijn G-label woning verbouwt tot energieneutraal. Op basis van een vergelijking in woonlasten en het effect op het besteedbaar inkomen komt het Nibud tot een minimaal bedrag van 29.000 euro. Voor zover de maximale hypotheekruimte van invloed is op de woningprijs, zegt dit iets over de mogelijke waardevermeerdering. Op dit moment is er nog zeer beperkt ervaring met transacties van energieneutrale woningen. Bij een toename van het aantal verkopen ontstaat meer grip op waarde. Zeker wanneer makelaars en taxateurs de (nu nog vaak impliciete) waardeverschillen herkennen en gebruiken is onze verwachting dat die waardeverschillen zullen groeien.

Financieringsmogelijkheden Afhankelijk van de situatie en wensen van de klant kan de verbouwing deels of wellicht zelfs geheel worden gefinancierd met gelijkblijvende woonlasten. De meest courante en goedkope manier om een verbouwing te bekostigen is vanuit spaargeld of een extra hypotheek. Spaargeld Het rendement op een spaarrekening is met 1,5 2% zeer laag. Ook langetermijn deposito’s geven met 3 tot 3,5% een zeer bescheiden rendement. Indien de klant spaargeld kan missen is dit de goedkoopste optie in termen van maandlasten. Grof rekenvoorbeeld: als we uitgaan van een spaarrendement van 2.000 euro per jaar (gelijk aan de gemiddelde energierekening) dan kan het dus lonen om een bedrag van 57.000 (bij 3,5% rente) tot 133.000 (bij 1,5%) te investeren in een verbouwing naar energieneutraal. Verhogen hypotheek Bij voldoende inkomen en ruimte in de bestaande hypotheek is dit

een aantrekkelijke optie. Voor 165 euro per maand kan iemand met 1,5 x modaal inkomen een hypotheek aangaan van 42.500 euro. Dit is op basis van 100% aflossing in 30 jaar, annuïteiten en met belastingvoordeel (bron: hypotheker.nl, augustus 2013). Overige opties Er zijn andere manieren om de verbouwing of delen daarvan te bekostigen, elk met zijn beperkingen of nadelen. Mogelijk kan de klant bijvoorbeeld een duurzaamheidslening afsluiten bij zijn gemeente. Zo’n 50 gemeenten in Nederland bieden die mogelijkheid. Het aantrekkelijke daarvan is de zeer lage rente van 1-2%. Wel is het leenbedrag vaak beperkt tot 10.000 a 15.000 euro. Het is zeker de moeite waard om na te gaan wat de eigen gemeente biedt, mogelijk worden lokaal ook subsidies verstrekt. Sommige onderdelen van een verbouwing kunnen worden geleased, zoals zonnepanelen. De klant betaalt dan een vast maandbedrag en is na 15 jaar eigenaar van de panelen. Ook kan een persoonlijke lening een uitkomst zijn

voor een deel van de financiering. Zo kan men een groene lening afsluiten bij Greenloans met een looptijd van 15 jaar. Twee ontwikkelingen Tot slot noemen we een tweetal innovatieve ontwikkelingen. Wat als de lening niet wordt gekoppeld aan de persoon maar aan het huis? Bij verhuizing gaat de (restant) lening dan automatisch over naar de nieuwe eigenaar. In het land lopen verschillende proeven met deze zogenaamde ‘woninggebonden financiering’. Een andere ontwikkeling is de Energie Service Company (Esco) voor particulieren. Een bedrijf biedt u kosteloos de verbouwing aan. In ruil daarvoor betaalt u het bedrag dat u maandelijks bespaart op uw energierekening bij wijze van rente en aflossing. Een soortgelijke constructie wordt bij kantoorpanden al toegepast. Voor particulieren is deze markt nog zeer pril.

23


€ 100.000 € 90.000 € 80.000 € 70.000

Ronal Serne voor zijn nulwoning in Groenlo Foto: Caspar Rila

‘Hypotheekwaarde’ huidige energierekening NCW energierekening 30 jaar

€ 60.000 € 50.000 € 40.000 € 30.000 € 20.000 € 10.000 Label C gemiddeld

Label F/G klein

Label F/G gemiddeld

Label F/G groot

Vertekpunt: label en omvang woning

Hypotheekwaarde energierekening nu laat zien hoeveel extra hypotheek een woningeigenaar had kunnen krijgen als zijn huidige energierekening mee zou tellen bij de periodieke aflossing.

Nettto Contstante Waarde (NCW) energierekening 30 jaar laat zien wat de waarde is van de energierekening omgezet als investering voor de komende 30 jaar (inclusief stijging van de energieprijs en inflatie).

24


Tot slot In deze uitgave neemt Energiesprong een voorschot op de toekomst. Een

toekomst die onderwerp van gesprek was tijdens een vierdaags leertraject waaraan de pioniers van energieneutraal adviseren in Nederland deelnamen. Als er iets is dat we uit het verleden kunnen leren, dan is het dat de toekomst er altijd anders uitziet dan we denken. Beschouw deze uitgave dan ook niet als een voorspelling van hoe de markt voor renovaties naar energieneutraal er straks uitziet, maar als een prikkelende gedachte over wat kan. De uitgave is vooral bedoeld om lezers – toekomstig energieneutraal-adviseurs wellicht – te helpen hun eigen positie te bepalen ten opzichte van een ontwikkeling die zich momenteel voltrekt: de bebouwde omgeving wordt energiezuiniger en energiewinning en –opslag wordt duurzamer en vindt steeds vaker decentraal plaats.

Willem en Trudy van Riemsdijk voor hun energieneutrale woning in Wageningen. Foto: Caspa Rila

25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.