Jongeren en toekomstig wonen-Onderzoek VROM uit 2011

Page 1

> www.vrom.nl

Wonen in de toekomst Scholieren aan zet



Wonen in de toekomst Scholieren aan zet

Scholieren aan zet


Inhoud

Voorwoord

05

1. 1.1 1.2 1.3 1.4

Op onderzoek Inleiding Opzet van het onderzoek Hoe verschillend zijn onze jongeren? Opzet van deze rapportage

09 09 09 10 11

2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

Gezellig samenzijn: de betekenis van wonen voor jongeren Inleiding Wat betekent wonen voor jongeren? Nieuwe waarden Leef- en woonbehoeften Gezellig samenzijn Waar leidt dit toe?

15 15 15 17 18 18 20

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Woonwensen: in en om het huis Inleiding Vrijstaand huis met tuin of flat? Sfeer Willen we blijven of niet? Wonen en financiĂŤn

25 25 25 29 29 30

4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7

Woonwensen: de leefomgeving Inleiding De mensen De wijk De centrale ontmoetingsplek Het belang van groen Voor iedereen De ideale hangplek

37 37 37 38 39 42 44 48


4.8 Veiligheid boven alles 4.9 Overlast 4.10 Verveel ik me hier of niet?

51 52 54

5.

59

Conclusie

De regiobeschrijvingen 6.

Rust en ruimte: het Ommense ideaal

65

7.

Urbaan leven in het groen: Het Gooi

77

8.

Energie opdoen in de Koopgoot: Rotterdam

89

9.

Rader in een grootstedelijk netwerk: Weert

101

Colofon

112



Voorwoord

De jeugd heeft de toekomst, ook op de woningmarkt. En jongeren weten wat ze willen: ze hebben duidelijke opvattingen en wensen over hoe ze nu wonen en wat ze in de toekomst willen. Toch worden ze in de gangbare onderzoeken over wonen meestal over het hoofd gezien.

lagen: de jongeren gaven in groepsdiscussies hun meningen en ideeën over wonen, brachten in creatieve sessies hun ideale woonsituatie in beeld en lieten voor de camera hun woning en woonomgeving zien.

Dat levert een interessante inkijk op in de belevingswereld van de Nederlandse jeugd. Een volwassene ziet een groepje jongeren staan en denkt al gauw: hangjongeren. Maar dat groepje jongeren ziet zichzelf helemaal niet zo: ze staan gewoon op straat te kletsen met hun vrienden – daar is toch niets mis mee?

De plv. Directeur-Generaal Wonen Drs. A. Th. van Delden

Verschillend als ze zijn, één ding hebben deze jongeren gemeen: hoe hun woonsituIn het kader van het WoonOnderzoek Neder­ atie ook is – een villa in het Gooi of een land (WoON) en het programma Beleid met appartement in hartje Rotterdam, de bosBurgers hebben wij hier verandering in wil- rijke omgeving van Ommen of de stedelijke len brengen. In de voorliggende rapportage dynamiek van Weert – ze maken overal het en de bijbehorende dvd laten we jongeren in beste van. Laat u inspireren door de jongede leeftijd van 12 tot 17 jaar uitgebreid aan ren van Nederland! het woord over wonen in al zijn facetten: de woning en de woonomgeving, groen in de wijk, integratie, duurzaamheid, hangplekken, veiligheid en overlast, betaalbaarheid en zorg voor ouderen.

Het onderzoek ‘Wonen in de toekomst – scholieren aan zet’ bestaat uit meerdere



Zolang er maar respect is, dan is het goed


08


0

1. Op onderzoek

1.1 Inleiding

ze van bijvoorbeeld scheefwonen, en hoe groot of hoe klein zijn hun wensen, dromen en fantasieën? Willen ze groot, willen ze Het ministerie van VROM voert iedere klein, willen ze duur of goedkoop, torenflats drie jaar het Woononderzoek Nederland of vrijstaande huizen, wel of geen tuin... (WoON) uit, een kwantitatief onderzoek dat vragen genoeg. En laten we wel wezen, een de woonbeleving en woonwensen van de Nederlandse bevolking in kaart brengt. Ook beetje planoloog kan hier maar beter rekedit jaar verschijnt een rapportage van het ning mee houden, jongeren zijn per slot van WoON. Omdat jongeren nog geen rol van rekening de woonconsument van de toebetekenis spelen op de woningmarkt workomst... en die toekomst staat sneller voor den zij ook niet bij het onderzoek betrokken: je deur dan je denkt. ze wonen immers – uitzonderingen daargelaten – nog bij hun ouders of verzorgers 1.2 Opzet van het onderzoek thuis. In het onderzoek ‘Wonen in de toekomst Toch groeien ze op, ergens in Nederland: Scholieren aan zet’ hebben we jongeren uit in de stad, op het platteland, in grote of vier verschillende regio’s (Ommen, het Gooi, kleine gemeenten, in flats, in vrijstaande Rotterdam en Weert) gevraagd naar hun huizen, in rijtjeshuizen, in grote of kleine woonwensen, woonbeleving, hun huidige gezinnen, middenin het groen of tussen leefsituatie en hoe zij zich hun toekomstige het beton. Jongeren wonen ergens en hebleefsituatie voorstellen. Het onderzoek was opgedeeld in drie fasen: we lieten ze niet ben daar een mening over. En ze hebben alleen praten (fase 1 - groepsdiscussies), niet alleen een mening over het hier en nu, maar lieten ze later terugkomen met hun maar ze fantaseren ook over hun latere leven, werk, gezin... en wonen is een essen- vrienden om die wensen en dat beeld met elkaar te visualiseren (fase 2 - creatieve tieel onderdeel van dat toekomstige leven. sessies). In de eerste ronde deden per Reden genoeg voor VROM om ze eens naar leeftijdcategorie (12-13 jaar, 14-15 jaar en die mening te vragen: hoe denken onze 16-17 jaar) 21 jongeren mee, een totaal van jonge­ren over wonen, wat zijn hun wensen, waar zien zij zichzelf later wonen, hoe duur 84 jongeren. In de tweede ronde deden in denken ze dat wonen eigenlijk is, wat weten totaal 82 jongeren mee, verdeeld over alle


10

leeftijdscategorieën. Dit heeft bijzonder veel informatie opgeleverd en interessante inzichten in de belevingswereld van de hedendaagse jongeren, met daarin de essentiële rol van het wonen, nu en in de toekomst. Omdat beelden meer zeggen dan woorden, is ervoor gekozen de geschreven tekst te ondersteunen met een DVD, bijgevoegd bij dit rapport. Bas Westerweel is op pad gegaan en heeft in elke regio een of meerdere jongeren geïnterviewd (fase 3 – interviews). Op de DVD laten zij hun leefwereld zien, en vertellen ze wat daarin voor hen belangrijk is, of ze daar wel of niet ooit weg zouden willen en waarom het wonen daar nu zo leuk is… of niet. De DVD is een bijzonder inspirerende aanvulling op deze geschreven rapportage en biedt een kijkje in de keuken bij jongeren thuis, meer dan woorden alleen ooit zouden kunnen.

waarop zij wonen beleven. Jongeren delen een overkoepelende visie op wat wonen is, het belang van wonen in hun leefwereld en de behoeften die zij hebben ten aanzien van hun woonomgeving. Daarnaast vullen zij die woonwensen en behoeften op een concrete manier in, afhankelijk van de regio waar ze zijn opgegroeid. Die regio biedt de jongeren een plek om te leven waarbij bepaalde voorzieningen al dan niet aanwezig zijn. Afhankelijk van de situatie thuis en de mogelijkheden of de beperkingen van de regio vullen jongeren hun behoeften in. Per regio is dat dus anders.

Om in kaart te brengen hoe verschillend jongeren voelen en denken hebben we per regio de dominante factor in kaart gebracht: dat wat het meest centraal staat voor de meeste jongeren in een bepaalde regio, als het gaat om wonen. De overkoepelende behoeften zijn hetzelfde voor alle jongeren, maar in elke regio vullen jongeren die anders in: Ommen biedt jongeren bij1.3 Hoe verschillend zijn onze jongeren? voorbeeld een uitstekende manier om hun Als je met jongeren gaat praten over wonen, behoefte aan rust en ruimte in te vullen, in Rotterdam staat de energie die jongeren dan kom je al snel tot de conclusie dat krijgen uit de menigte centraal. De vier jongeren wonen op een andere manier regio’s zijn dan ook beschreven aan de hand beleven dan veel volwassenen. Als je hun van een overkoepelend regiothema. woonwensen en woonbeleving in kaart brengt, dan zie je dat er twee niveaus zijn


11

Uiteraard zijn jongeren verschillend van elkaar, en niet elke jongere wil hetzelfde, ook niet binnen een regio. We hebben daarom per regio nog wat verder gekeken dan de dominante factor: binnen dat overkoepelende regiothema leggen jongeren andere accenten en benadrukken andere aspecten. Staat voor de ene jongere binnen die rust en ruimte van Ommen de wens tot een vrijstaand huis centraal, voor een ander is juist die leuke woonwijk het belangrijkst. Per regiobeschrijving nemen we die aspecten mee, en beschrijven we hoe de verschillende jongeren andere accenten leggen. Dit geeft een dieper inzicht in hoe de verschillende woonwensen bij jongeren uit een bepaalde regio tot uiting komen. 1.4 Opzet van deze rapportage De rapportage bestaat uit twee onderdelen, een hoofdtekst en vier regiobeschrijvingen. De hoofdtekst bevat de algemene bevindingen ten aanzien van jongeren en wonen. In hoofdstuk 2 wordt de algemeen gedeelde visie van jongeren beschreven: wat betekent wonen voor hen, hoe belangrijk is wonen eigenlijk en wat voor waarden hanteren jongeren met betrekking tot wonen. In hoofdstuk 3 kijken we naar de manier waarop deze woonbeleving zich vertaalt in hun wen-

sen voor de woning zelf: hoe moet dat ideale huis er dan uitzien, hoe belangrijk is de inrichting van een huis en moet er nu wel of niet een tuin zijn. In hoofdstuk 4 beschrijven we de woonomgeving van jongeren: hoe zien zij hun ideale wijk, welke elementen moet hun leefomgeving bevatten om lekker te kunnen wonen en leven, wat is de rol van bijvoorbeeld groen en veiligheid daarin. In hoofdstuk 5 vatten we het onderzoek samen en geven daarbij antwoord op hoe jongeren wonen zien en wat de meest essentiĂŤle onderdelen zijn voor hun toekomstige leefomgeving. Hoofdstuk 6 tot en met 9 bevatten de regiobeschrijvingen. Tijdens de groepsdiscussie hebben alle jongeren een vragenlijst ingevuld met stellingen over wonen. De resultaten van deze mini-enquĂŞte zijn gebruikt om de tekst te illustreren of toe te lichten. Daarnaast wordt de tekst ondersteund met de tekeningen en collages die de jongeren hebben gemaakt in de creatieve sessies. Deze tekeningen brengen in beeld hoe zij bijvoorbeeld hun ideale wijk of stad zien, hun ideale huis of hangplek.


Als het maar gezellig is...



14


15

2. Gezellig samenzijn: de betekenis van wonen voor jongeren 2.1 Inleiding

volwassenen, lijkt meer op Hobbitstee dan op Gotham City. Niks huis van de toekomst, maar gewoon een leuk huis zonder al teveel Wonen in de toekomst. Als je science fictechnische snufjes, want “anders word je tion-auteurs hun gang laat gaan, is wonen maar lui” en “boodschappen doen is ook in de toekomst een hypermodern staal-, leuk”. Niks eindeloze wolkenkrabbers in glas- en betongebeuren, met een prominente rol voor de laatste technische snufjes. steden zonder een sprietje gras, maar laagWolkenkrabbers, glazen spiegelwanden, bouw rondom pleinen met veel groen, want donkere regenachtige luchten, liften die “zonder groen kan je je kinderen toch niet tegen je praten, vliegende auto’s, monolaten opgroeien?” Niet allemaal op jezelf in je eigen hokje of getto, maar met zijn allen, rails, gordijnen die open en dicht gaan op waarbij geldt “hoe meer verschillende ziestemcommando, bedden die uit de wand klappen, grote wandschermen aangeslolen, hoe meer vreugd.” ten op de huiscomputer die de inkomende berichten voor je afhandelt, je post, je bood- 2.2 Wat betekent wonen voor jongeren? schappen, de deur voor je open en dicht doet, et cetera. Wie films als Blade Runner, Waar gaat het nu eigenlijk om als we denStar Wars of Batman heeft gezien, ziet het ken aan wonen? Wat betekent wonen voor beeld voor zich. Een hardnekkig beeld, dat mensen? Staat wonen voor een veilige plek, elk toekomstbeeld domineert. Werkelijk met bescherming tegen de elementen, niemand beschrijft een toekomstige stad wind, regen, een dak boven je hoofd? Staat als een soort Hobbitstee: groene heuvels, wonen voor status: kijk eens wat een kast kleine knusse huisjes, gezellig met zijn van een huis ik me kan veroorloven en zie allen bij elkaar op het dorpsplein zitten, mijn geweldige Jan des Bouvrie-inrichen lekker kneuterig ’s avonds samen in de ting? Of is wonen puur functioneel, dichtbij dorpskroeg, waar het heftigste vermaak de snelweg en school, met voldoende groen plaatselijke dorpsgek is of iemand die net voor de kinderen en een ruime parkeerwat te diep in het glaasje heeft gekeken. plaats voor beide auto’s? Wonen kan gaan om al deze zaken. Wonen betekent bijna Maar geloof het of niet: het toekomstbeeld nooit alleen maar een huis, met bakstenen, van de jongeren van nu, de toekomstige al dan niet een tuin, maar gaat vaak over


16

immateriële zaken: veiligheid, zekerheid, je eigen plekje, privacy, status, een verlengstuk van je eigen identiteit. De betekenis van wonen is een complex van emoties gecombineerd met allerlei praktische afwegingen. Bij jongeren gaat dit nog een grote stap verder: daar worden praktische afwegingen bijna niet meer genoemd. Wonen gaat over leven, wonen staat centraal in hoe je leeft en wilt leven, wonen is de centrale hub van waaruit het leven plaatsvindt. En dan hebben we het niet over ademhalen, eten en drinken, slapen, werken en school, maar over andere zaken die jongeren scharen onder de noemer leven. Leven is meer dan het fysieke zijn, rondlopen, kunnen gaan en staan, je centjes verdienen. Leven is vooral en bovenal het kunnen zijn wie je bent en hoe je wilt zijn. Leven is samen, leven is met andere mensen, leven is gezondheid, leven is verdraagzaamheid en respect, leven is kinderen, een gezin, liefde. Een goed leven is een leven waarin al deze elementen bevredigend worden ingevuld, een slecht leven is kaal, gevoelsarm, zonder groen, zonder kinderen, zonder anderen, zonder liefde. En wonen is de centrale plek van waaruit dat leven plaatsvindt en van waaruit dat leven wordt ingevuld. Wonen is hiermee

Stelling: Ik wil in mijn toekomstige huis vooral sfeer en gezelligheid Ommen

100%

Gooi

100%

Rotterdam 100%

Weert

96% 0

20

40

60

80

100

een middel geworden om te kunnen leven, en niet meer een doel op zich. ‘Het belangrijkste voor later is gelukkig zijn... Kan ook in een kartonnen doos hoor,’ zoals een meisje uit Rotterdam dat verwoordde. > De zusjes Anne en Jetske uit Ommen vertellen op de dvd dat ze ook gelukkig kunnen zijn in een rijtjeshuis. Een mooi of een groot huis is niet zo belan­ grijk, als het maar gezellig is, met de men­sen om wie je geeft. Groen is daarin essentieel, want zonder natuur in de buurt kunnen je kinderen niet fatsoenlijk opgroeien. Het fysieke huis speelt dus geen rol meer, het dak boven je hoofd als doel is niet


17

meer. Waarden als status, privacy, veiligheid respecteert anderen hoe ze ook zijn en verzijn weg. wacht datzelfde respect ook terug. 2.3 Nieuwe waarden Welke waarden spelen dan een rol ten aanzien van wonen? Als wonen niet meer een uiting betekent van status, een gevoel van territorium of veiligheid? De jongeren kennen vier belangrijke waarden: • Respect • Samen • Gezellig • Zelf Deze vier waarden hangen onderling samen en vinden hun uitingsvorm in alle onder­ delen van het wonen: hoe en waar ze willen wonen, hoe hun ideale woonplek eruit ziet, hoe de ideale wijk ingevuld zou moeten worden, wat de rol van groen en veiligheid is. Respect Respect is voor alle jongeren een centrale waarde, maar krijgt een andere invulling dan je zou denken. Het is niet het respect voor grijze haren of voor autoriteit waarmee de huidige volwassenen zijn opgevoed, maar een universeel respect voor een ieder die anders is, voor ieders individualiteit. Je

Samen Dat respect leidt tot een grote waardering voor individuele verschillen. Toch draait het erom dat je samen in dit leven staat: je doet het met elkaar. Jongeren vinden samenzijn met anderen vreselijk belangrijk, zozeer dat waarden als privacy veel minder gelden. Het afschotten van je eigen stukje territorium is bij jongeren niet aan de orde: hoe meer verschillende mensen, hoe gezelliger. Gezellig Als er een woord vaak gevallen is, is het wel het woord gezellig. Als het maar gezellig is, staat boven aan het lijstje van wensen met betrekking tot wonen. Het maakt niet uit met wie of waar, zolang je het maar gezellig hebt met de mensen om je heen. Mensen maken het gezellig, dingen of spullen niet. > Hoe gezelliger, hoe beter: zie op de dvd hoeveel belang de geïnterviewde jongeren hechten aan die gezelligheid, en hoe ze daar ieder hun eigen invulling aan geven. Zelf Binnen dat gezellig samenzijn ben je jezelf, met je eigen unieke kenmerken, waar ieder-


18

jongeren is dat zij met alles wat hun eigen woonplek hen biedt weten om te gaan. Zij groeien op in een bepaalde situatie en maken daar het beste van. Ze vullen hun 2.4 Leef- en woonbehoeften behoeften in al naar gelang de mogelijk­ De vier waarden respect, samen, gezellig en heden van die plek. In de ene regio gaat dat zelf krijgen hun uiting in een aantal behoef- gemakkelijker en beter dan in de andere. Sommige plaatsen hebben nu eenmaal ten die jongeren hebben ten aanzien van meer beperkingen en minder mogelijk­ hun woon- en leefomgeving: heden om tot hetzelfde resultaat te komen: • Gezamenlijkheid – samen met elkaar lekker leven, gezamenlijk met andere menzijn, mensen in de buurt • Rust – tot rust kunnen komen op een sen. In de regiobeschrijvingen gaan we daar eigen plek of een gezamenlijke plek dieper op in. • Ruimte – ruimte om je heen, je vleugels kunnen uitslaan 2.5 Gezellig samenzijn • Energie – activiteiten ondernemen, levensenergie om te kunnen doen wat jij ‘Er is hier niet zo veel te doen, dus maken we het zelf gezellig.’ De belangrijkste behoefte wilt van alle jongeren is gezamenlijkheid: gezel• Centrale plek – waar alles en iedereen samenkomen, waar je met zijn allen kunt lig samenzijn met andere mensen. Het zijn en elk je eigen ding kan doen belang van de waarden respect, samen, • Groen – groen om je heen, als voorwaar- gezellig en zelf leidt tot het grote belang van dat gezellige samenzijn. Gezellig samenzijn de voor gezond leven • Veiligheid – respect voor elkaar alleen is betekent dat je, binnen dat gezamenlijke, jezelf moet kunnen zijn en je eigen dingen niet voldoende, de omgeving moet ook kunt doen, met respect voor alle indivigaranties voor veiligheid bieden duen, wie ze ook zijn, hoe ze ook zijn, wat Alle jongeren hebben deze behoeften, maar ze ook doen. Ieder doet het zijne, en dat is per regio worden ze anders ingevuld. Elke goed. Welk geloof je ook hebt, waar je ook plek heeft zijn eigen kenmerken, mogelijkvandaan komt, het feit dat jij anders bent heden en beperkingen. Kenmerkend aan de dan ik, verdient alleen daarom al respect. een dan weer respect voor heeft. En zo is het cirkeltje weer rond.


19

Alle geloven op één kussen… Jongeren vinden tolerantie en verdraagzaamheid erg belangrijk. Dat dat er niet altijd is, dat is duidelijk, en daar is die politie dan ook voor. Maar in principe moet iedereen elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen praten. Dat kan betekenen dat de kerk, moskee en synagoge naast elkaar moeten staan, met bankjes in de buurt waar mensen met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Voor een aantal jongeren in Weert kan dat echter ook betekenen dat we dan maar alle geloofshuizen, of symbolen van geloof, moeten afschaffen omdat het aanduiden van het verschil onverdraagzaamheid in de hand kan werken.


20

Samen kunnen we zijn in deze wereld als iedereen elkaars eigenheid respecteert zonder te verwachten dat de een zich aanpast aan de ander. Gezellig samenzijn is dus niet dat je heel nodig samen dingen moet doen, dat je elkaar moet verstaan of begrijpen, dat je samen van alles onderneemt. Ieder avond als gezin ganzenborden staat niet op het lijstje van gezellig samenzijn, ook het wonen in leefcommunities niet. ‘Ideeën over georganiseerd community-leven zijn te geforceerd. Ik zou er niet aan mee doen,’ zegt een jongen uit het Gooi desgevraagd, of er moeten echt leuke mensen wonen. Het gaat erom dat we samen naast elkaar onze eigen dingen doen. Als ik hier in het park met mijn vrienden aan het voetballen ben, en jij bent met je vrienden aan het barbecuen, dan is dat gezellig. Dat we dan verder geen contact hebben, dat is prima. Zolang we maar “hoi” tegen elkaar zeggen, ofwel elkaars aanwezigheid erkennen en goedkeuren. Samen naast elkaar, dit hoeft dus niet altijd mét elkaar te zijn. 2.6 Waar leidt dit toe? Binnen het lijstje met behoeften van jongeren is de wens tot gezamenlijkheid domi-

nant aanwezig. De jongeren vullen dat elk op hun eigen manier in, maar wel volgens de waarden die zij belangrijk vinden. Dat betekent dat wonen en leven voornamelijk te maken heeft met de mensen waar je mee leeft, of dat nu je ouders, broertjes en zusjes, vrienden, buren of wijk- of stadsgenoten zijn. Daarnaast hebben jongeren behoefte aan rust, aan ruimte, aan energie en aan al die andere factoren. De situatie in en om het huis, de wijk, de stad, de leefwereld moeten in ieder geval voldoende aanknopingspunten bieden om dit ideaal te bereiken. Mocht de huidige situatie niet voldoen aan genoeg van deze factoren, dan vinden ze daar zelf oplossingen voor. Jongeren zijn bij uitstek geschikt om het beste te maken van elke situatie, vanuit het feit dat zij niet de capaciteit hebben die situatie te veranderen. Bovendien weten ze niet hoe het ergens anders is, ze proberen zich dat wel voor te stellen, maar heel duidelijk is dat beeld niet. Het kan ergens anders beter lijken, maar hier weet je wat je hebt en daar moet je maar mee leren omgaan. En als de ene behoefte niet ingevuld kan worden (bijvoorbeeld als er te weinig groen is), dan krijgt een andere behoefte meer invulling (dan maar de drukte in, energie halen uit mensen). De optelsom van dat wat een omgeving biedt, kan wel betekenen dat


21

de jongeren later, als ze hun eigen ideale situatie kunnen kiezen, willen vertrekken. Zodra er kinderen komen en zij niet meer de enige zijn waar ze rekening mee hebben te houden, dan treden al die factoren weer op de voorgrond. Dan moet de omgeving wel groen zijn, dan moet de omgeving wel veilig zijn, dan moet er voldoende rust en ruimte aanwezig zijn. En als die er factoren er niet zijn, dan verhuizen ze later wel.


Ook in een rijtjeshuis kan je gezellig wonen!



24


25

3. Woonwensen: in en om het huis

3.1 Inleiding Vanuit de waarden respect, samen, gezellig en zelf vullen jongeren hun ideale wereld in, maar ook op concreter niveau de manier waarop ze zouden willen leven. Binnen het gedeelde gevoel onder alle jongeren dat wonen een essentiële voorwaarde is om te kunnen leven, staat centraal dat het erom gaat wie je zelf bent en hoe je wilt zijn. De rol van wonen is te kunnen leven, de manier waarop je dat bereikt is te zijn en te worden wie je bent. Zwart of wit, Bijbel of Koran, groot huis met tuin of torenflat, bloemetjesbehang of strak Italiaans design, het maakt niet uit wie je bent, wat je doet, zolang je maar jezelf bent. Dit klinkt misschien vaag, maar is het niet. “Het maakt toch niet uit waar je woont, als er maar sfeer is, met mensen waar je van houdt,” is een heel ander antwoord op de vraag hoe jouw ideale huis eruit ziet, dan: “Een wit huis met een grote tuin, met 5 kamers en een zolder.” Wonen in het eerste geval gaat over hoe wonen een rol speelt in hoe jij het leven beleeft en welke waarden je daaraan hecht, wonen in het tweede geval gaat over bakstenen. De plek waar je woont is de plek waar je leeft, is het centrum van je zijn: jij met vrienden, in een sociale con-

text, daar waar je jezelf kunt ontplooien, daar waar respect is, daar waar het gezellig is, daar waar je samen kunt zijn met al je geliefden. Wonen in je eigen wereld conform je eigen beleving. Wat betekent dit voor de ideale woonplek? Ook deze wordt niet ingevuld via de praktische ingang - de ideale woonplek is vooral een gevoel: het is een plaats waar je helemaal tot jezelf kunt komen, waar het met andere mensen gezellig is, waar de sfeer en inrichting het ‘gezellige gezamenlijke’ versterken en waar tuin en natuur vanzelfsprekende basisvoorwaarden voor leven zijn. 3.2 Vrijstaand huis met tuin of flat? ‘De ruimte in huis waar het gezellig is, is daar waar de mensen zijn,’ aldus een van de Ommense jongeren in het onderzoek, en zij verwoordde de mening van alle jongeren, ongeacht de regio. Gezelligheid staat voorop, en dan maakt het niet uit waar je bent, in de woonkamer op de bank of in de keuken aan tafel. ‘De tuin is vaak het centrum van gezelligheid,’ of ‘Ik zit altijd met mijn vrienden op mijn eigen vette chill-zolder met stereo.’ Ook achter de computer kan het gezellig zijn. De jongeren staan via MSN in contact met al hun vrienden (zo’n 150 tot


26

300 stuks), en ook dat is weer gezellig. Hun eigen kamer speelt een minder belangrijke rol dan het vroeger deed: het is niet meer de plek waar je je kunt terugtrekken uit het gezinsleven, waar je je eigen veilige plekje hebt gecreëerd. ‘Op mijn kamer zit ik alleen om huiswerk te maken, dat is saai’, zei een van de jongeren, en deze uitspraak hoorden we vaker. ‘Je zit soms wel even op je kamer als het moet, maar liever zit ik daar waar de rest van de mensen zijn.’ Ouders, broertjes en zusjes en vrienden maken het leuk thuis. ‘Het is heus niet erg als je ouders erbij zitten met je vrienden, als ze maar niet gaan mee kletsen..’. Ofwel, de gezelligheid is de nabijheid van mensen, niet dat je nou zo nodig iets met ze moet doen. Hoe dat gezellige huis eruit ziet verschilt per regio. Jongeren in Ommen zijn opgegroeid in veelal vrijstaande huizen met tuin – dit is wat ze voor zichzelf later ook wensen. Het vrijstaande, omdat dat een gevoel van privacy geeft en die tuin een gevoel van ruimte. De tuin is essentieel, het is groen en het is een plek waar ze elkaar ontmoeten. Barbecuen in de zomer, voetballen met elkaar, de tuinen zijn er in Ommen groot genoeg voor. In Rotterdam is die gezelligheid meer binnenskamers of buiten de deur, de wijk of de stad in. Een galerijflat

is ook gezellig, ‘dan sta je lekker op de gang met elkaar te kletsen,’ als je de gezelligheid binnen niet vindt. Jongeren in Rotterdam denken niet in eerste instantie aan dat vrijstaande huis dat zo begeerd wordt door de Ommense jongeren, zij creëren hun toekomstige huis meer rondom de wijk en de stad. Waar de Ommense jongeren absoluut niet in een rijtjeshuis zouden willen wonen, hebben de Rotterdamse jongeren een bredere kijk op huizen: ze zien dan ook meer woonsoorten in hun omgeving en zien zichzelf op meer verschillende plekken wonen: een rijtjeshuis, een flat, een appartement, een huis. Door die realistische visie en doordat ze gewend zijn minder ruimte te hebben dan de jongeren in Ommen of in het Gooi, zijn hun wensen ten aanzien van de grootte van hun toekomstige huis ook bescheidener. ‘Later... Dat je een beetje ruimte hebt, maar dat ‘t wel gezellig en knus is.’ Ze vinden zelf dat ze niet zoveel ruimte nodig hebben, ze delen hun ruimte (de stad) al met zoveel anderen en vinden dat zo gezellig, dat ze voor zichzelf niet zoveel nodig hebben. ‘Als ik alleen woon, dan kan ik wel kleiner wonen.’ En over een tuin hoor je ze in feite al helemaal niet. Hun groen zit in de stad zelf, in de parken en pleinen, niet rondom hun huis.


27

De Gooise jongeren, opgegroeid in een omgeving met de overtreffende trap van dat vrijstaande huis met tuin, zouden zichzelf daar ook graag later weer in terugzien, maar hebben daar een heel realistische kijk op: ze weten dat deze levensstijl een dure is, en het moet nog maar blijken of zij zich dat later zelf ook kunnen veroorloven. Ze nemen een deel van de ambities van hun kosmopolitische ouders over: zij zien zichzelf later ook wel studeren in Amsterdam en dan bijvoorbeeld op kamers gaan. De invloed van hun huidige woonsituatie is duidelijk: geen van hen ziet zichzelf terug in een rijtjeshuis of flat, en het oosten van het land bestaat al helemaal niet. In Weert zijn de jongeren het minst gericht op het type huis dat ze voor zichzelf ambiëren, met name belangrijk is dat het ‘mooi gelegen is en genoeg ruimte heeft,’ waarbij de inrichting dan weer belangrijker is dan de buitenkant. Ook hier sloten de jongeren zich aan bij de rest van hun leeftijdgenoten: het huis moet vooral dichtbij bekenden zijn en het belangrijkste is ‘dat je een warm gevoel krijgt in je huis.’ Daar komt voor de Weertse jongeren nog bij dat zij wel graag in hun omgeving wat te doen willen hebben. Weert zelf is wel mooi, maar niet een heel spannende plek: ‘Weert is vooral in de zomer gezellig met veel volk op de been. In de winter

slaap ik de tijd weg,’ en de jongeren vinden dat maar niets: ‘Er zijn hier alleen bruine cafés, geen hippe tenten, zelfs de discotheek is suf.’ Een flat, een vrijstaand huis, een rijtjeshuis, het maakt allemaal niet zoveel uit. Veel belangrijker is dat het huis jouw individualiteit weergeeft, en rijtjeshuizen of nieuwbouwwijken bemoeilijken dat. ‘Nieuwbouw is alleen leuk als de huizen niet op elkaar lijken; de buitenkant mag apart zijn, maar de binnenkant moet normaal zijn.’ Zolang maar niet ieder huis hetzelfde is, dan is het goed. ‘Nieuwbouw zou niet allemaal hetzelfde moeten zijn… In die nieuwe wijken zou ik nooit willen wonen,’ aldus een jongen uit Weert. ‘Veel mensen in het Gooi willen niet in een Vinexwijk wonen; het is alsof je in een doos woont.’ Teveel nieuwbouw is teveel standaard, te veel hoge heggen tussen de tuinen, net als in een rijtjeshuis. Of zoals een meisje uit Ommen constateert: ‘Rijtjeshuizen zijn net van die varkenskotten.’ > Op de dvd vertelt Kenny uit Weert dat hij later een normaal, gezellig huis wil in een leefbare wijk. Nicole wil graag boven een winkel wonen omdat ze dat zo gezellig en persoonlijk vindt.


28

De eigen individualiteit is belangrijk: iedereen moet kunnen wonen zoals hij of zij zelf wil Nieuwbouw足wijken of rijtjeshuizen met daartussen enorme heggen of tuinhekken belemmeren die vrije wil en individualiteit. Twee meiden uit het Gooi verbeeldden hun visie op deze individualiteit als volgt. De huizen aan de bovenkant zijn een voorbeeld van hoe het niet moet: twee indentieke woningen gescheiden door een hoge heg. De huizen onder daarentegen zijn heel verschillend, terwijl de buren elkaar kunnen zien en makkelijk een praatje kunnen maken. Vrijheid om je eigen individualiteit te beleven.


29

3.3 Sfeer

3.4 Willen we hier blijven of niet?

Behalve dat het gezellig moet zijn en dat het sfeer moet hebben, noemen de jongeren nauwelijks specifieke kenmerken waaraan de inrichting van de woning moet voldoen. Geen hoeveelheid kamers of interieurstijl, dat maakt allemaal niet uit. De sfeer is het belangrijkst en die creëer je zelf en met elkaar. Wat ze niet gezellig vinden, daar hebben ze een duidelijke mening over. Zo slaan Huis van de Toekomst-scenario’s niet aan: een ijskast die zelf via het internet de boodschappen bestelt, gordijnen die op stemcommando open en dicht gaan, ze vinden het allemaal maar niets. ‘Niet teveel computers en apparaten in huis hoor, dat is niet gezellig. Wel een heel groot bankstel... dat is wel gezellig.’ Het maakt mensen lui, het maakt mensen asociaal want je komt je woning niet meer uit, en daar ging het nou net niet om. ‘Alles automatisch is saai, je moet ook nog wel wat zelf doen, anders word je lui,’ en ‘Boodschappen doen is toch leuk en gezellig? Dan ontmoet je mensen en maak je een praatje.’ Te technisch wordt gezien als kil en koud maar ook slecht, vanwege het antisociale aspect dat het in de hand werkt.

Het idee dat alle jongeren zo snel mogelijk het huis uit willen, op kamers, zelfstandig willen zijn, is op deze generatie niet onverkort van toepassing. Als het gezellig is in de stad, in de wijk, in de regio en thuis, dan willen de meesten liever blijven. Raar vinden de huidige volwassenen dat. Moeten ze er dan niet op uit? De wereld veroveren? Vreemde steden bezoeken? Nee dus, als het hier goed is, waarom zouden we weg willen, is het antwoord terug. Dit geldt met name voor de jongeren uit Ommen en het Gooi: zeker in Ommen wil geen van de jongeren echt weg, ook al is Ommen niet de meest spannende plek op aarde - af en toe is het zelfs best wel saai, zeker voor de wat oudere jongeren. Ja, dan dus maar naar Zwolle, om te studeren. Zwolle hoort bij het gebied waarin ze hun leven leiden, ze gaan er naar school en hebben er vrienden. Maar veel verder weg willen ze niet, of het moet een vergelijkbare plek als Ommen zijn. De jongeren in het Gooi zien zichzelf wel in andere steden, met name Amsterdam voor de studie, maar ook zij willen uiteindelijk wel weer in het Gooi terechtkomen. Rotterdam en Weert zijn wat dat betreft regio’s die meer beperkingen aan jongeren


30

Stelling: Ik vind dat er teveel vuil en hondenpoep op straat ligt Ommen

48%

Gooi

45%

jongeren creëren binnen de beperking hun eigen ideale manier van wonen. Slechts een aantal droomt van vreemde contreien en een nieuw begin op een heel andere plek. Beweegredenen om weg te willen hebben vooral te maken met de beperkingen die een plek oplegt: voor later, voor dat dat toekomstige gezin met kinderen stellen jongeren andere eisen dan in het hier en nu: meer rust, meer ruimte, groen en veiligheid wordt dan vele malen belangrijker. Midden in de stad zien zij dat niet zo snel gebeuren.

Rotterdam 86%

Weert

61% 0

20

40

60

80

100

opleggen: Rotterdam met zijn drukte is leuk en gezellig, maar soms toch ook heel benauwend. ‘Toen ik na drie weken vakantie in Italië terugkwam, merkte ik hoe het stonk in de stad. Maar na een dag was ik weer gewend.’ De stad heeft ook zijn na­delen: stank, minder ruimte voor iedereen, hondenpoep op straat, een onveilig gevoel op sommige plekken, weinig groen – en dat voelen jongeren ook als een beperking. Als je dit zo hoort zou je verwachten dat de Rotterdamse jongeren, en wellicht ook die uit Weert, die het daar soms best wel saai vinden, massaal zouden willen vertrekken. Dat is niet altijd zo: de meeste

3.5 Wonen en financiën Uit de voorgaande paragrafen blijkt hoe belangrijk wonen is voor jongeren, hoezeer het de basis is van waaruit ze alles ondernemen. Bovendien gaan ze er op een heel functionele, zakelijke en praktische manier mee om. ‘Ik heb hier alles wat ik nodig heb, waarom zou ik meer willen?’ Op kamers gaan en dan alles zelf moeten opbouwen is duur, maar ook lastig. Ze zijn gewend aan kwaliteit en weten dat het veel geld zal gaan kosten om later diezelfde kwaliteit te bereiken. Ze verwachten dan ook later een groot deel van hun inkomen te besteden aan wonen, want een eigen plek maken die net zo leuk en gezellig is (of beter) is nou eenmaal duur. Ze willen daar rustig meer dan


31

50% van hun geld aan besteden. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat jongeren niet echt een idee hebben van de werkelijke kosten van wonen en van het werkelijke salaris dat ze later gaan verdienen: sommige jongeren dachten dat wonen wel 70% van hun inkomen zou kosten, anderen weer 40%… ze hebben het idee dat wonen duur is, maar dat het ook belangrijk is, en dat dat dus wel mag. Hoe dat werkelijk later zal uitpakken, is dan nog maar de vraag.

Stelling: Ik vind het verkeerd dat mensen met veel geld in goedkope huizen wonen, want die zijn eigenlijk voor mensen met minder geld

Hoeveel je voor een woning wilt betalen is wel helemaal je eigen zaak en je eigen beslissing. De jongeren hebben dan ook totaal geen moeite met scheefwonen: met je hoge inkomen in een goedkope woning zitten zien zij niet als oneerlijk, maar eerder als slim. Het begrip scheefwonen kenden ze niet, maar na uitleg vonden de jongeren dat je dat helemaal zelf moet weten als je dat zou willen. Bovendien kun je mensen niet verplichten zomaar hun huis uit te moeten omdat ze plotseling boven een bepaalde inkomensgrens uitkomen. Dat is dan wel weer oneerlijk: als je eenmaal je thuis ergens hebt opgebouwd kan niemand je verplichten om daar weg te gaan. Hoe goedkoop het huis ook is of hoe rijk jij ook bent: ‘Als je goedkoop woont, moet je dat zelf weten en hoef je niet weg als je meer gaat

Weert

Ommen

38%

Gooi

48%

Rotterdam 29%

43% 0

20

40

60

80

100

verdienen,’ aldus een van de jongeren in het Gooi, en zij verwoordde de mening van de meeste jongeren. Dat zakelijke en functionele werkt ook door in hun visie op duurzame oplossingen voor wonen. Zolang deze nog niet makkelijk bereikbaar zijn, te duur of te ingewikkeld, gaan ze niet werken, of zoals een jongen uit Ommen zei: ‘Milieuoplossingen gaan alleen werken als ze gesponsord of gesubsidieerd worden.’ Als het net zo toegankelijk is als bijvoorbeeld elektriciteit of water, dan is het een andere zaak, maar voorlopig zien zij dat niet gebeuren en kost het alleen veel moei-


32

te en een hoop gedoe. Je hele dak bedekken met zonnepanelen vinden ze niks, net als windmolens in de tuin. Dat is lelijk en ingewikkeld en leidt vooralsnog nergens toe. Geen auto maar alleen met het openbaar vervoer kan ook alleen maar als dat beter is georganiseerd, en het liefst ook nog gratis. Ze gaan ervan uit dat er in de toekomst wel veel meer duurzame oplossingen zullen komen, maar dat is kan nog wel even duren. De behoefte aan natuur en groen vertaalt zich dan ook niet in milieutechnische oplossingen: een park, een tuin, een bos, dat is natuur en groen – een windmolen niet. Met name in Ommen en het Gooi zien ze dat als Stelling: Ik wil perse een huis dat zijn eigen energie kan opwekken, bijvoorbeeld met zonnecellen Ommen

43%

Gooi

24%

Rotterdam 57%

Weert

22% 0

20

40

60

80

100

een verstoring van natuur en groen omdat het zo lelijk is en je uitzicht bederft. In Rotterdam ligt het toch wat anders: de jongeren daar zijn gewend aan een omgeving zonder al te veel groen – zij zien dan ook veel energievreters om zich heen: auto’s, winkels, kantoren, fabrieken. Dit is dan ook de enige regio waar de meerderheid van de jongeren zich uitspreekt voor energiebesparende maatregelen in en om het huis. Hun zelfstandigheid en intersociale onafhankelijkheid komt terug in hoe de jongeren hun eigen oude dag zien. Ze willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen en niemand tot last zijn, je kunt van een ander niet verwachten dat hij voor je zorgt. Aandacht geven is veel belangrijker, de echte zorg ligt bij anderen. Andersom kunnen hun eigen ouders dat ook niet van hen verwachten. Bejaarden horen wel bij de leefomgeving, deze moeten ook een plek hebben binnen die ideale woonwereld, zeker zolang ze nog kunnen meedoen aan de sociale interactie. Maar zodra ze echt hulpbehoevend worden, dan zijn er mensen die die zorg professioneel kunnen geven. Daar zien zij voor zichzelf geen rol in.


33


Zonder groen kan je toch je kinderen niet opvoeden?!



36


37

4. Woonwensen: de leefomgeving

4.1 Inleiding Een huis staat in een wijk, in een dorp, in een stad. Jongeren leven niet alleen in dat huis, maar zien huis, wijk, stad als één geheel: hun leefomgeving. En wat maakt die leefomgeving nu een prettige of soms juist een minder prettige om in te wonen? Een aantal factoren speelt een rol: de mensen die er wonen, de aanwezigheid van een centrale ontmoetingsplek, de hoeveelheid groen, de veiligheid en de voorzieningen. Het belangrijkst voor alle jongeren zijn de eerste twee factoren: de mensen en de centrale ontmoetingsplek. Want zoals eerder gezegd: hoe gezelliger, hoe beter, en mensen maken het gezellig. En aangezien je die mensen niet allemaal bij jou op de koffie kunt uitnodigen, is er ook een plek nodig om die mensen te kunnen ontmoeten. 4.2 De mensen Hoe meer, hoe beter, hoe verschillender, hoe beter. Dat is in het kort het type mens waar jongeren mee te maken willen hebben. De ideale wijk of stad wordt bevolkt door mensen in alle soorten en maten, jong en oud, arm en rijk, autochtoon en allochtoon, voor iedereen is er een plekje. ‘Een

gezellige straat is een straat met genoeg leeftijdgenoten en met genoeg verschillende soorten mensen,’ vindt deze generatie. Er moeten gezinnen zijn met kinderen, er moeten jongeren zijn (leeftijdgenoten), en andere culturen moeten er ook zijn. Zelfs in Ommen, waar ze eigenlijk niet gewend zijn aan allochtonen: ‘Eerst woonden er bij ons allochtonen. Vier jaar geleden zijn ze weggegaan. Ik heb geen last van ze gehad,’ versus een Rotterdamse jongere die niets anders kent dan de stad delen met veel verschillende culturen: ‘Bij mij in de buurt wonen veel allochtonen. Vind ik helemaal niet erg, ik ben ermee opgegroeid.’ Opvallend is dat in Ommen een allochtoon ook de plaatselijke Vietnamees is, terwijl in Rotterdam een allochtoon vooral iemand is die niet in Rotterdam woont. De Rotterdammer zelf, ongeacht waar die vandaan komt, is gewoon een Rotterdammer, ofwel een autochtoon. Toch creëren al die verschillende groepen ook problemen. Het idee is mag dan zijn dat arm en rijk en autochtoon en allochtoon niet apart van elkaar zouden moeten wonen, wel constateren met name de jongeren in Rotterdam dat uiteindelijk toch iedereen met ‘zijn eigen soort omgaat’. Dat zien ze gebeuren op hun school, en daar doen ze zelf aan mee. Ze vinden wel dat dat eigenlijk niet zou moeten, maar ze zien zelf


38

niet zo snel hoe ze dat anders zouden kunnen doen. Zelfs de moeilijkste groep mag wonen in de ideale wijk: bejaarden… zolang ze maar niet hulpbehoevend worden, dan wordt het een ander verhaal. Jongeren zien zichzelf niet als de aangewezen persoon om voor hen te zorgen. Maar zolang ze bijdragen aan de gezelligheid, op bankjes in het park zitten en simpelweg aanwezig zijn, is er niets aan de hand en zijn ze van harte welkom.

Stelling: Ik wil het liefst met zoveel mogelijk verschillende soorten mensen in de straat wonen Ommen

90%

Gooi

76%

Rotterdam 81%

Weert

70% 0

20

40

60

80

100

4.3 De wijk ‘Rotterdam is één en al gezelligheid, allemaal culturen door elkaar heen, winkels.’ De stad is erg gezellig, mede dankzij de mensen, ook al levert dat soms wel problemen of gespannen situaties op. De Gooise jongeren hebben dat minder, daar woont toch een ander type mensen, mensen die niet leuk meedoen bijvoorbeeld: ‘Die rijke oude mensen die in zo’n groot huis wonen zijn vaak gierig, ze gaven vroeger het minst als je langskwam met kinderpostzegels of zo...’ Ze weten dan ook haarfijn hoe de rest van de wereld over hen denkt, ook al vinden ze dat zelf niet zo: ‘Elders zien ze ons nou eenmaal als kakkers.’ Toch is het met name wijk- en straatafhankelijk hoe gezellig het is. Dat begint al bij de buren, die zijn namelijk erg belangrijk: ‘Het is belangrijk goede vrienden met je buren te zijn.’ Met de mensen die het dichtste bij wonen is het meeste contact, of dat nu vanuit het vrijstaande huis is, of met de buren op de galerijflat. Daarnaast is het fijn om veel mensen te kennen: ‘Waar je veel mensen kent is het leuk om te wonen.’ Ook wijken onderling zouden meer contact moeten hebben als het aan de jongeren ligt: ‘Ik vind dat er ook contact tussen de wijken


39

moet zijn; je moet naar elkaar toe kunnen gaan.’ Het kan dus ook anders, een wijk kan ronduit ongezellig zijn, zeker als je er geen mensen kent: ‘Ik heb niet veel met mijn wijk, ken geen mensen, speel er niet buiten.’ aldus een meisje uit Rotterdam, of zoals een ander meisje, ook uit Rotterdam zei: ‘Ik woon heel mooi, maar ik mis wel leuke mensen in de wijk.’ Het huis is dus duidelijk niet de enige geluksfactor. Wijken verschillen onderling sterk van elkaar: je hebt leuke en gezellige wijken, maar ook verschrikkelijk saaie of zelfs gevaarlijke wijken. ‘Ik woon in een keurige ongezellige wijk, maar er wonen ook Feyenoord-fans, die zijn dat stijve niet gewend,’ aldus een meisje uit Rotterdam. Ook in Weert is dat te merken aan het feit dat veel jongeren het in de dorpen rondom Weert veel leuker vinden dan in Weert zelf.

geren met elkaar belijden. Deze verdraagzaamheid is gezelligheid, want alleen als je streeft naar respect, voor jezelf en voor de ander, kan gezelligheid ontstaan. Alle mensen moeten zichtbaar aanwezig zijn, ook al doe je er verder niet zoveel mee. Je moet ze kunnen ontmoeten op de centrale ontmoetingsplek. Die centrale ontmoetingsplek is een groot ideaal van alle jongeren. Op elke tekening die ze maakten kwam dat terug: bij het vormgeven van de ideale wijk of stad tekenden de jongeren als eerste een cirkel: de centrale plek. Daar werden alle voorzieningen omheen getekend en pas daarna kwamen de woningen – veelal rondom die centrale plek.

De jongeren vulden de centrale plek zo in dat iedereen daar een eigen plekje kan vinden. Een gewoon groot plein is op zichzelf 4.4 De centrale ontmoetingsplek niet voldoende, het moet ook zo ingericht worden dat dat ideaal bereikt wordt. Maar De ideale woning staat in een wijk met een kernpunt, een ontmoetingsplek, als centrale als de centrale plek er niet is, dan creëcommunity-ground. Qua inrichting kan deze ren ze er zelf wel een: een chill-zolder bij plek van alles zijn: een plein, de snackbar, iemand thuis, die wordt gebruikt door iederde hangplek of de zolder bij iemand thuis. een, zelfs als de eigenaar van de zolder er Hier gebeurt het allemaal, het gezellig niet is; de tuin van iemand, die groot genoeg samenzijn. Deze plek is daarmee symbool is om van alles te kunnen doen. Bijna alle geworden van de verdraagzaamheid en tole- jongeren zouden wel een tuin willen, liever rantie, onder de noemer respect, die de jon- nog dan dat ze een groot huis willen, maar


40

Stelling: Er moeten meer openbare plekken komen waar je met elkaar van alles kunt doen Ommen

90%

Gooi

76%

Rotterdam 81%

Weert

70% 0

20

40

60

80

100

ze zouden die tuin rustig opgeven voor de centrale plek; zelfs samen in een flat wonen waar de galerij fungeert als ontmoetingsplek is te prefereren boven een eigen tuin waar verder niemand komt. Of, zoals een jongen uit het Gooi het verwoordde: ‘Liever een grote hei, dan iedereen een tuin.’ Die centrale plek kan dus een plein zijn, of een park. De ideale ontmoetingsplek heeft een aantal kenmerken: er moet groen zijn, het moet toegankelijk zijn voor iedereen, iedereen moet er iets kunnen vinden wat hij of zij prettig vindt en het moet veilig zijn.


41 Wijk en centrale plek Een leuke wijk begint met een centrale plek: alles rondom een plein met eventueel een vijver. Elementen van een leuke wijk zijn bomen (groen), allerlei soorten mensen, veiligheid, geen auto’s of lawaai en veel te doen voor kinderen.

Ommen

Het Gooi

Rotterdam

Weert


42

4.5 Het belang van groen Het belang van groen is heel groot. Niet alleen op de centrale ontmoetingsplek, maar in de hele leefomgeving. Natuur moet worden geïntegreerd in de infrastructuur. Natuur is nodig, om goed te kunnen leven, om je goed te kunnen voelen. Natuur is het bewijs van leven, gezondheid, groei en toekomst. ‘Zonder natuur kun je je kinderen toch niet opvoeden?’ zei een jongen uit Rotterdam. ‘Ik vind dat er meer natuur moet komen. Nederland is te materialistisch.’ Met deze uitspraak laat een Gooise jongere zien dat natuur en groen tegenover huizen en materie staan: dat bewijs van leven. Dat dat groen niet perse tot uitdrukking hoeft te komen in heel veel bos of weilanden, blijkt uit hoe de jongeren groen ervaren: ‘In Ommen is veel groen, zoals al die bloembakken met geraniums van de gemeente.’ Natuur is voor de jongeren dus een ander begrip dan voor de huidige volwassenen: een stukje groen is ook al natuur, je tuin ook, die bloembakken ook. Natuur is om te hebben, om naar te kijken, in en rondom de stad, en moet tevens gebruikt worden als invulling van die centrale plek. Gras om op te liggen en te hangen, een bos

Stelling: Ik wil later waar ik woon veel meer groen en natuur Ommen

76%

Gooi

67%

Rotterdam 81%

Weert

70% 0

20

40

60

80

100

waar je naar kunt kijken, een tuin waar je in kunt zijn. Met die natuur hoef je verder trouwens niet iets te doen: een bos in de buurt is fijn om te hebben, maar je gaat er niet in wandelen, dat deed je vroeger als kind met je ouders, maar nu niet meer. ‘In het Gooi is alles: bos, hei, weilanden, parkje, laantjes, het Gooimeer, de Loosdrechtse plassen.’ maar er wordt niet gewandeld op die hei of in de bos. ‘De stad is om uit te gaan, natuur is meer buiten de stad,’ zeggen de jongeren uit Rotterdam, maar dat betekent niet dat dat groen er niet hoeft te zijn binnen die stad. In


43 Het belang van groen Groen is belangrijk, voor een gezond leven, voor de toe足 komst en je kinderen en voor het nu, om naar te kijken en te weten dat het er is. Dat groen kan alle vormen aannemen: van het bos in de buurt tot de tuin of het park waar iedereen kan zijn.

Ommen

Het Gooi

Rotterdam

Weert


44

Weert raken ze steeds meer van het groen kwijt, tot grote ergernis van de jongeren daar: ‘Ik woon vlakbij het bos, maar daar is steeds minder van...’. Het bos moet wijken voor nieuwbouw, en dat bevalt ze slecht: ‘Alles wordt volgebouwd, maar ze bouwen ook dure huizen die dan niet worden verkocht.’ Het gebrek aan groen voelen de Rotterdam­ se jongeren het meest als ongezond. ‘Het is best wel ongezond hier. In het park lijkt het meer gezond.’ Er zou niet echt veel meer groen hoeven komen, maar het moet wel gezonder allemaal, bijvoorbeeld door minder auto’s toe te laten en minder fabrieken te bouwen. ‘Als je bij de haven rijdt zie je zoveel fabrieken, dan ben je de wereld een beetje aan het verpesten.’ Ze zien veel vervuiling en ze hebben daar last van: ‘Je ziet allemaal auto’s en maar weinig natuur. Veel luchtvervuiling enzo. Ze zeggen altijd dat ze iets willen doen aan de wereld en aan Rotterdam, maar kijk maar naar het station. Dat is ook allemaal vervuiling.’ Groen speelt in Rotterdam met name een rol in het beeld van het milieu dat ze hebben, want ook Rotterdamse jongeren zoeken niet zomaar de natuur op: dat hoort bij vakantie.

4.6 Voor iedereen De ideale centrale plek wordt bezocht door mensen in alle soorten en maten, jong en oud, arm en rijk, autochtoon en allochtoon, voor iedereen is er een plekje... of moet er een plekje gemaakt worden. Jongeren trekken het gevoel dat er plek moet zijn voor iedereen heel ver door. Acceptatie en respect voor elkaar staan centraal: dat wordt doorgetrokken in de fysieke inrichting van de wijk. Zo verbeeldden een aantal jongeren (uit Rotterdam en Weert) een unieke visie op religie: op het plein tekenden ze kerk, moskee en synagoge broederlijk naast elkaar. Alle geloven moeten mogen, mits ze het elkaar gunnen. De enige manier om verdraagzaamheid te leren is door het uitoefenen van de religies op een plek samen te brengen, zodat je bij het verlaten van het geloofshuis elkaar wel moet ontmoeten, en dus van gedachten kunt wisselen. Kerk, moskee en synagoge naast elkaar, aan een plein met veel bankjes. Daarop kun je gaan zitten en praten met elkaar. In Weert trokken de jongeren dit nog verder door: als dit namelijk niet werkt, dan functioneren de verschillende geloofshuizen als symbool van verschil en anderszijn, en dat werkt intolerantie in de hand. Verdraagzaamheid is dan een illusie. De conclusie: laten we


45

dan die symbolen opheffen, ofwel geen kerken, moskeeĂŤn en synagogen meer. Maar niet alleen mensen van verschillend geloof moeten met elkaar in contact komen, ook jong en oud. Zo worden ook scholen van verschillende niveaus naast elkaar gezet: want waarom zou een MBO-leerling op een andere plek onderwijs krijgen dan een universiteitsstudent? Laat ze elkaar maar ontmoeten en met elkaar praten, dan ontstaat het wederzijds begrip vanzelf. Het bejaardentehuis hoeft dan niet perse naast de scholen, want dan hebben de bejaarden misschien wel teveel last van de jongeren, maar heel ver uit de buurt moet het ook niet staan. De jongeren uit Rotterdam richtten hun plein ook in met allerlei typen sporten om te voldoen aan de wensen van verschillende culturen: van tafeltennistafels tot basketbalveldjes.


46

Jongeren en integratie: samen naast elkaar of samen met elkaar? Afhankelijk van waar jongeren opgroeien hebben ze te maken met het integratievraagstuk: de mogelijkheden en de problemen. Een jongere uit Ommen of uit het Gooi is niet veel gewend wat dat betreft. Zij groeien op in een voornamelijk blanke autochtone omgeving. Die paar allochtonen die zij tegenkomen in hun leefomgeving leiden niet tot problemen of kunnen gemakkelijk genegeerd worden. Hetzelfde gebeurt in Rotterdam. Ook daar zijn relatief weinig problemen tussen allochtone en autochtone jongeren. De reden hiervan is dat er nu juist erg veel allochtonen zijn. In een Rotterdamse middelbareschoolklas zijn 6 van de 10 jongeren van niet-westers allochtone afkomst. Een Rotterdamse jongere weet dus niet beter dan dat zijn wereld bestaat uit alle soorten, maten, kleuren en afkomsten. De discussie over het al dan niet hebben van problemen met allochtonen werd het heftigst gevoerd in Weert. Het basisidee onder alle jongeren is dat iedereen erbij hoort, onafhankelijk van afkomst, kleur of geloof. In de ideale straat en wijk leeft iedereen gemoedelijk

samen naast elkaar, waarbij iedereen zijn eigen dingen kan doen en zijn eigen leven op zijn eigen manier kan leiden. Naast elkaar, want het is niet perse noodzakelijk dat we allemaal mĂŠt elkaar dingen doen. Zolang er maar respect is, dan is het goed. Los van dat basisideaal gaat iedereen er binnen de regio op zijn eigen manier mee om.


47 Voor iedereen en voor elk wat wils Iedereen moet zijn plekje kunnen hebben in de ideale stad of wijk: oud, jong, allochtoon, autochtoon, arm, rijk, noem maar op. Ook zijn er voorzieningen voor iedereen. Of dat nu een discotheek voor 50 plussers is, een pannaveldje, veel winkels of een hangplek, hoe dan ook.

Ommen

Het Gooi

Rotterdam

Weert


48

4.7 De ideale hangplek

het wel zijn. Alle jongeren ergeren zich aan stank of viezigheid, met name in Weert Jongeren zelf moeten uiteraard ook gewoon en Rotterdam. ‘Het hele jaar door wordt er een plek hebben op de centrale ontmoevuurwerk afgestoken. En het stinkt naar vartingsplaats. De ideale hangplek bijvoorkens en urine, maar dat went wel...’ aldus de beeld, zoals de meiden uit Rotterdam die jongeren uit Weert, die hun groene ruimte schetsten: met bankjes, een discobal in moeten delen met (bio)industrie. Ook in een boom, een vijver met een eend, een los­ Rotterdam stinkt het, en er ligt overal honlopende kat en... een coffeeshop. Een plek denpoep op straat. ‘Als ik op straat loop, kijk voor henzelf dus, want bij de opmerking ik altijd naar beneden, er ligt altijd overal dat zo’n plek niet geschikt is voor kinderen, hondenkak.’ Dat meisje ergerde zich daar kwam al gauw het antwoord dat kinderen zo aan, dat zij van de groep het predikaat dan maar naar hun eigen plek moeten gaan, hondenpoeptrauma kreeg opgespeld… deze is voor de jongeren. De behoefte aan Uiteindelijk went alles, maar als zij het voor een eigen plek binnen die centrale plek is het zeggen hebben in hun ideale plek, dan er dan ook wel, en de huidige hangplekken is er dus voor stank en hondenpoep geen voldoen niet aan die eis: die worden nameruimte. lijk veelal op ongezellige plekken neergezet, buiten de rest van het sociale verkeer. De boodschap is dan duidelijk: mensen willen ons niet zien hangen, dus de gemeente zet ons maar ergens op een zijspoor. ‘Plekken voor hangjongeren helpen echt niet,’ aldus de jongeren uit Rotterdam. Die zijn lelijk en suf en niet gezellig. ‘Als ze maar niet denken dat wij daar maar gaan hangen omdat zij (de gemeente) die plek voor ons heeft gemaakt’, ofwel, ik heb het recht te hangen waar ik wil en niet omdat jij mij op die plek wilt hebben. Tot slot staat er op de ideale hangplek een dikke prullenbak, want schoon moet


49

En dan hangen ze met allen op die centrale plek… Jongeren die op straat staan in een groepje, worden gezien en gedefinieerd als hangjongeren: waarom staan ze daar allemaal maar niets te doen, moeten ze niet op school/thuis of ergens anders zijn? Nu zijn er niet veel plekken waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, zeker niet als je in de leeftijd 13-16 jaar zit. Jongeren willen elkaar veel en vaak zien, en hebben dus ontmoetingsplekken nodig als dat thuis niet kan (of niet leuk is). Stelling: Als ik buiten op straat loop, dan storen mensen zich soms aan mijn gedrag Ommen

14%

Gooi

25%

Rotterdam 14%

Weert

13% 0

20

40

60

80

100

Hoe denken jongeren daar eigenlijk zelf over? Jongeren zelf staan in hun eigen beleving gewoon op straat leuke dingen te doen met hun vrienden. Ze zien zichzelf niet als hangjongere, maar wel die andere jongeren: ‘Ik praat niet echt met hangjongeren, maar ze doen ook geen echt kwaad,’ aldus een meisje uit Weert. ‘De stad is leuk om rond te hangen met vriendinnen, maar het is minder fijn dan hier.’ Deze uitspraak van een meisje uit Ommen geeft aan dat hangen iets is wat je gewoon doet, zonder bijbedoelingen en al zeker niet om andere mensen


50

het leven zuur te maken. De jongeren denken dan ook over het algemeen dat andere mensen zich niet aan hen storen. Of je al dan niet een hangjongere bent, hangt dan ook af van de beleving en perceptie van andere mensen: de passanten maken de hangjongere. Het type hangjongere hangt dan af van die beleving. Scenario 1: zouden het hangjongeren zijn? Jongeren staan op straat te kletsen en er loopt iemand langs. Geen spanning verder, maar de passant heeft geen idee wat die jongeren daar doen. Hij vraagt zich af: wat doen ze hier, moeten ze niet op school zitten? Zouden het hangjongeren zijn? w De vrienden Achmed en Baran uit Rotterdam vinden het niet leuk dat mensen bang voor hen zijn als ze staan te hangen bij het Marconiplein in Rotterdam. Gewoon een praatje maken kan toch ook? Zie de dvd. Scenario 2: hangjongeren! Jongeren staan op straat te kletsen. Er komt een passant voorbij die met een grote boog om de jongeren heenloopt. Overduidelijk, dit zijn hangjongeren!

Scenario 3: wat een gevaarlijke hangjongeren! Een passant ziet jongeren in een groepje staan en loopt er zonder boe of bah doorheen waardoor er spanningen ontstaan. Hij concludeert dat het enge of gevaarlijke jongeren zijn die heel veel overlast geven, de jongeren zien hem als een respectloze eikel die zomaar zonder iets te zeggen dwars door hun groepje loopt. Scenario 4: dat zijn die leuke jongeren uit de wijk Jongeren staan weer in een groepje en iemand loopt erlangs, niet met een boog eromheen, niet er dwars doorheen. Hij zegt hoi tegen de jongeren, die allemaal hoi terugzeggen. Hij ziet hen als die leuke jongeren uit de wijk die daar gezellig staan, de jongeren ziet hem als een gezellige, normale passant met respect. Geen spanning, maar gezellig.


51

4.8 Veiligheid boven alles Heel veel verschillende soorten mensen die samen één plek delen kan natuurlijk alleen maar als al die mensen respect voor elkaar hebben: begrip voor elkaars anderszijn en verdraagzaamheid naar andere ideeën, waarden en normen en gewoonten. Maar ja, het werkelijke leven is nu eenmaal niet zo, dat zien jongeren ook wel. Dus ongeacht deze idealistische visie, tekenen zij heel realistisch op hun pleinen een politiebureau. Want respect en verdraagzaamheid zijn nu eenmaal lang niet altijd aanwezig, en dan ontstaan er problemen. Alle jongeren zijn gebrand op veiligheid: als we het zelf niet kunnen, dan zorgt de politie er maar voor. Veiligheid is overigens een relatief begrip en hangt samen met de plek waar je bent opgegroeid: in Ommen voelt het onveilig als er dit jaar al twee keer is ingebroken, in Rotterdam voelt het veilig omdat er deze week nog niets is gebeurd. ‘Het is heel veilig hier, er gebeurt nooit wat. Je kan je fiets gewoon voor de deur laten staan,’ aldus een jongere in Ommen. Daarna ontstond de discussie over die ene inbraak toen vorig jaar, dat was wel heel wat, gevolgd door de constatering dat er de laatste tijd toch echt

meer is ingebroken. In Weert gebeurt al wat meer dan in Ommen: ‘Er is veel gedoe door buitenlanders, die maken zooi, steken vuurwerk af, slopen bushaltes, et cetera’, en ook kent Weert veel overlast: ‘We hebben last van junks, motorcrossers en er gebeuren best wel eens dingen, vooral op het JOP (plaatselijk jongerencentrum).’ Diezelfde jongere constateert ook: ‘Wij schrikken daar eerder van dan in Rotterdam, want we zijn niks gewend,’ en bovendien zijn het altijd dezelfde hangjongeren, die kent iedereen. Rotterdam is de meest onveilige plek. Er zijn wijken waar je beter niet kunt komen, en de jongeren weten dat. ‘Nu is de veiligheid veel beter, een aantal jaar geleden kon je in sommige buurten niet lopen.’ Ze zien meer blauw op straat en hebben daardoor het idee dat het al wat beter gaat met de veiligheid. Toch hoor je jongeren rustig vertellen over inbraken, steekpartijen, moorden, ook zelfmoorden in hun omgeving. ‘Ik word altijd door mijn ouders gehaald en gebracht’, vertelt een van de meisjes en andere meisjes vertellen dat ze altijd in groepjes lopen. Toch is duidelijk dat ondanks dat het absoluut gezien onveiliger is in Rotterdam, ze er vrij nuchter mee omgaan. Zij schrikken niet zo snel en vinden het beter gaan met de veiligheid als er die week toevallig niets


52

is gebeurd. ‘Ik woon in West, dat is wel leuk, maar ik heb ook een paar keer erge dingen zien gebeuren...’ Steekpartijen en moorden gebeuren nu eenmaal in de grote stad, en ook de jongeren worden daarmee geconfronteerd. Toch haalden sommige jongeren dan weer hun schouders op met de opmerking: ‘Criminaliteit wordt veel meer voor gevreesd dan dat het echt plaatsvindt,’ en ‘Of je je veilig op straat voelt is een kwestie van vertrouwen.’ Ze leren dealen met de omgeving waarin ze leven, maar echt heel prettig is het niet. De roep om dat politiebureau was bij de Rotterdamse jongeren dan ook het meest duidelijk. Stelling: Ik ben soms bang als ik ’s avonds buiten ben Ommen

24%

Gooi

62%

Rotterdam 67%

Weert

57% 0

20

40

60

80

100

4.9 Overlast Alle jongeren ervaren in meer of mindere mate overlast. Het grootst is de overlast in Rotterdam en Weert, in Ommen en het Gooi hebben de jongeren minder over te klagen. Uiteraard zijn daar de hangjongeren, waar alle jongeren dan ook weer last van hebben (zij zijn zelf namelijk, volgens henzelf, geen hangjongeren). In Weert is veel vandalisme. ‘Er worden steeds dingen gesloopt, zoals het bankje op het voetbalveld.’ De jongeren klagen daar steen en been over. Ook hebben ze last van junks: ‘Er zitten op het paadje langs het kanaal altijd van die mensen die drugs gebruiken. Daar moet je ’s avonds niet langslopen.’ Daarnaast worden soms huizen in de fik gestoken en bij Prins Carnaval had iemand door de brievenbus geplast. Er gebeurt relatief veel in Weert. ‘Je kan de straat niet uit of je ziet weer zo’n groepje rondhangen. Ook crossen ze rond met motors op het kerkhof.’ De klachtenlijst was eindeloos. Burengerucht speelt met name in Rotter­ dam een grote rol, net als viezigheid door hondenpoep en overlast van junks. Het zijn allemaal zaken waar jongeren last van hebben. ‘Onze buren maken veel herrie, harde muziek en ruzie.’ Of ‘Onze buren schreeuwen


53 Overal een politiebureau Veiligheid is belangrijk, dus in elke tekening van een ideale wijk of stad komt wel een politiebureau voor als essentieel om die veiligheid te waarborgen... als we dat zelf met zijn allen niet kunnen.

Ommen

Het Gooi

Rotterdam

Weert


54

steeds en ze hebben ook kleine kinderen die veel schreeuwen.’ Je hoort ze constant aanwezig zijn, door geschreeuw, ruzie of simpelweg doordat ze de trap oplopen. ‘Toch raak je daar ook wel weer aan gewend,’ aldus een meisje uit Rotterdam. Die gewenning ontstaat uiteindelijk wel, maar blij zijn ze over het algemeen niet mee. 4.10 Verveel ik me hier of niet? Het al dan niet hebben van bepaalde voorzieningen wordt een issue als de omgeving zelf niet heel veel te bieden heeft: Ommen bijvoorbeeld heeft zoveel goeds te bieden aan jongeren wat betreft wonen, groen en gezelligheid met iedereen die je kent, dat het niet zo heel belangrijk is wat voor voorzieningen er verder nog zijn. ‘Als je naar de bioscoop wilt, ga je toch een keer naar Zwolle, hoeft echt niet hier.’ De Ommense jongeren moeten toch al voor alles fietsen, voor school, voor bijbaantjes, voor vrienden – dus het fietsen naar de bioscoop kan er ook nog wel bij. Ondanks dat kan Ommen ook heel saai zijn, zeker voor de wat oudere jongeren. Daarnaast is al dat groen best leuk, maar meer hoeft toch ook echt niet. ‘Al die bossen, man, het stikt hier van de bossen. Daar hoeven we er echt niet meer van,’ aldus een van de oudere jongeren.

De Gooise jongeren zien de Randstad als hun achterland, en daar stikt het van de voorzieningen, dus laat het op hun eigen plek maar lekker groen blijven. De Weertse jongeren vervelen zich soms wel in hun eigen stad. Ze vinden de omgeving niet ideaal, met het bos dat voor steeds meer nieuwbouw moet wijken en de stank van de bio-industrie. Dus wijken ze uit naar de omliggende regio. ‘Leuk om te gaan winkelen in Eindhoven, daar hebben ze meer,’ aldus een van de meisjes uit Weert, maar in feite maken alle jongeren uit Weert gebruik van de hele regio. Ze hebben niet zoveel te doen in Weert. Het is duf en saai. Er staat dan ook veel op het wensenlijstje: een laserquest baan, een hippe loungetent, panna-veldjes en andere manieren om je te vermaken. ‘Ik ben niet echt heel trots op Weert; het heeft wel wat, maar het stelt niet veel voor.’ Rotterdam heeft uiteraard veel te doen, heel veel. Met name de stad zelf biedt veel vertier, met een hoop mensen en drukte en uiteraard de Koopgoot. Als je wat te doen wilt hebben, ga je naar de stad. Uitgaan wordt door de jongeren nog niet veel gedaan, de meesten gaan naar schoolfeesten. Ondanks het benauwde af en toe, de onveiligheid en de stank is dat toch ook iets om trots op te zijn: ‘Rotterdam is anders dan Amsterdam, modern en bijzonder.’


55

Contact is alles ‘Ik MSN tot ik er zat van ben,’ en dat is afhankelijk van je leeftijd heel lang of steeds korter. Hoe eerder je start met MSN, hoe eerder je het weer zat bent, maar een aantal uren per dag wordt er toch wel aan besteed. Computers en techniek dienen als middel om een doel te bereiken: contact met andere mensen, niet om alleen te zijn. Wat dat betreft is het opvallend hoe belangrijk communicatie is voor jongeren. Internet en MSN dienen om te communiceren met elkaar. Ze hebben een netwerk van 150 tot 300 vrienden, waarvan ze een groot deel ook persoonlijk kennen. Het is niet zo dat deze communicatie gewone sociale interactie belemmert of zelfs vervangt, het maakt dat er alleen maar meer contact en communicatie is. En die communicatie hoeft helemaal nergens over te gaan, zolang je maar in contact staat, en dan dus ook met mensen die je niet op dagelijkse basis zou kunnen zien. Contact met vrienden die ver weg wonen, voelen via MSN en internet heel dichtbij. Toch is het meeste contact met mensen dichtbij en het leidt ook tot meer fysieke contacten: even kort kletsen op MSN en daarna

Stelling: Met vrienden die ver weg wonen kan ik gewoon chatten in plaats van er alsmaar heen te gaan Ommen

33%

Gooi

38%

Rotterdam 43%

Weert

43% 0

20

40

60

80

100

afspreken. Lekker chatten in de tijd die je anders voor de tv zou hangen, soms uit verveling, soms om af te spreken, maar altijd om contact te hebben met anderen.



De centrale ontmoetingsplek, hier gebeurt het allemaal!


58


59

5. Conclusie

Gotham city versus Hobbitstee. Hoogtech­ nologisch moderne stadsbouw met alle snufjes die je maar zou kunnen bedenken versus lekker kneuterig bij elkaar in het groen, waar je iedereen kent en elkaar ontmoet op het dorpsplein. We schetsten deze twee verschillende invalshoeken van wonen in de toekomst en constateerden dat jongeren in deze laatste categorie vallen. Jongeren willen helemaal geen huis van de toekomstscenario’s, ze willen niet nog meer techniek dan dat ze al hebben. Het gaat bij jongeren niet om dure spullen, een luxeinrichting, een enorme TV of andere materiële zaken. Maar waar gaat het ze dan wel om? Wat willen ze dan wel in hun toekomstige woon- en leefomgeving? Hoe denken ze over wonen en waar zien zij zichzelf later wonen? Wonen is een essentieel onderdeel van het leven: wonen is een middel om goed te kunnen leven, geen doel op zich. Het gaat om gelukkig zijn, en de manier waarop je woont en waar je woont speelt daar een belangrijke rol in. Fijn wonen hangt samen met goed leven, en om goed te kunnen leven hebben jongeren een aantal waarden en behoeften. Jongeren vinden respect, samen, zelf en gezellig de belangrijkste waarden als het

gaat om wonen. Deze waarden vertalen zich in de belangrijkste behoefte van jongeren: gezamenlijkheid. Gezellig samenzijn staat boven aan het verlanglijstje van alle jongeren, en de manier waarop zij wonen en willen wonen moet daarvan een uiting zijn. Dat betekent dat het huis an sich, de manier waarop het is ingericht, de plek waar het huis staat, de wijk, de stad – in alle onderdelen moeten er mogelijkheden zijn tot dat gezellig samenzijn. De plek waar de mensen zijn in huis, dat is de gezelligste plek. Het huis moet sfeer hebben en mensen. Of ze die sfeer en gezelligheid vinden in een vrijstaand huis met tuin of in een torenflat, dat is afhankelijk van de regio waarin ze zijn opgegroeid en in welk huis ze op dit moment wonen. Hun toekomstbeeld, hoe groot en hoe klein dat huis, hangt daarmee samen: groei je nu op in een fantastisch groot huis, dan wil je dat later ook wel weer. Groei je op in die galerijflat, dan zou je later wel meer ruimte willen hebben – maar als de huidige situatie voldoende gezellig is met andere mensen, dan is het ook goed. In de wijk moeten veel verschillende mensen wonen, die je kan ontmoeten op een centrale plek. Die centrale plek is oh zo belangrijk, juist vanwege de mogelijkheden tot ontmoeting van anderen. Iedereen moet


60

daar een plek kunnen hebben: van jong tot oud, van autochtoon tot allochtoon, van arm tot rijk. Verder moet de plek groen zijn met voor elk wat wils (pannaveldjes, tafeltennis­ tafels, hangplekken, bankjes voor bejaarden). Alle overige zaken worden rondom dat plein gecentreerd: de huizen, de winkels, de scholen, de bejaardentehuizen, de kerken. Naast die essentiële behoefte tot samenzijn, hebben de jongeren nog meer op hun verlanglijstje staan: rust, ruimte, energie, groen, veiligheid. Rust om tot jezelf te komen, ruimte voor het gevoel van vrijheid, energie om in actie te komen of op te laden, groen als voorwaarde voor gezond leven en veiligheid omdat ze nu eenmaal hun wereld met veel andere mensen met veel verschillende ideeën moeten delen. Al deze zaken zijn voorwaarden voor een goed en gezond leven en moeten in meer of mindere mate in hun leefwereld vertegenwoordigd zijn. Hoe dat huis en die omgeving er dan uit moeten zien, is concreet vertaald afhankelijk van de situatie waarin jongeren zijn opgegroeid: de regio met alle mogelijkheden en beperkingen van dien. Per regio worden hun behoeften in meer of mindere mate vertaald. De wens tot vertrek of verhuizing is met name het sterkst op die

plekken waar de meest essentiële behoeften niet ingevuld kunnen worden. Maar in principe zijn jongeren flexibel en leren ze omgaan met dat wat er is: ze zoeken wel een manier om te leven met de beperkingen. Zodra er echter kinderen komen, dan willen ze toch echt die ideale situatie. Hoe duur en hoe goedkoop dat allemaal is, daar hebben ze geen idee van. De meesten denken dat wonen rond de 50% van hun toekomstige salaris zal kosten. Wonen is belangrijk, dus mag best veel kosten, maar een heel realistische visie daarop hebben ze niet. Het hangt er maar vanaf, wat die toekomst gaat brengen. Duurzame oplossingen zien ze nog niet snel gebeuren, het is allemaal nog te ingewikkeld en te duur: iedereen een windmolen in de tuin is lelijk en zonnepanelen op het dak ook. Tot slot de toekomst, als ze oud worden. De wens tot zelfstandigheid is groot: zij verwachten niet van hun kinderen dat zij voor hen zorgen en ze willen ook niet dat hun ouders dat van hen verwachten. Zolang iedereen nog mee kan doen, zijn bejaarden prima, en die moeten er ook vooral zijn. Zodra mensen hulpbehoevend worden zijn er andere instanties beter geschikt voor echte zorg.


61


Rust en ruimte in Ommen



64


65

6. Rust en ruimte: het Ommense ideaal Ommen is een gemeente en een gelijknamige kleine Hanzestad aan de Overijsselse Vecht gelegen in de streek Salland. Ommen heeft sinds 1248 stadsrechten en wordt al rond het jaar 1100 genoemd als doorwaadbare plaats langs de Vecht. De gemeente Ommen had op 1 januari 2006 17.305 inwoners op een oppervlakte van 181,98 km2. Dit komt neer op een dichtheid van 96 inwoners per vierkante kilometer. Ommen is een bekend vakantieoord. In de nabije omgeving van Ommen liggen 15 campings en verschillende bungalowparken. De omgeving van Ommen is bosrijk, en de gemeente heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een centrale plaats voor de padvinderij. De diverse evenementen op dit gebied hebben bijgedragen tot een enorme uitbreiding van het toeristenverkeer, zodat Ommen, thans met meer dan 1 miljoen overnachtingen per jaar, als een echte toeristenplaats bekendheid heeft verworven. Ommen maakt deel uit van het Overijssels Vechtdal (een gebied tussen Zwolle en de Duitse grens) en is door het ministerie van LNV aangemerkt als Waardevol Cultuur Landschap. Het kenmerk van de gemeente is het afwisselende landschap. Eenderde van het oppervlak is beschermd natuurge-

Wonen in Ommen: rust en ruimte In Ommen is de situatie het meest ideaal voor de jongeren: de meeste behoeften worden hier gemakkelijk bevredigd door de rust en de ruimte die de omgeving biedt. Het mag dan wel niet de meest spannende plek op aarde zijn, en soms best wel saai, maar er is zoveel groen, zoveel rust, zoveel ruimte, zoveel gezamenlijkheid met anderen en tevens behoorlijk veilig, dat de meeste jongeren zich hier erg goed voelen.

bied, bestaande uit zandverstuivingen, vennetjes en heidevelden. (bron: www.ommen.nl) ‘Ommen is geweldig! Ommen is rustig!’ Wonen in Ommen is ideaal! Nergens spraken we zulke tevreden jongeren als in Ommen. Ommen is groen, Ommen is rustig, Ommen is gezellig, in Ommen wonen leuke mensen. De rust en de ruimte bieden alle gelegenheid om tot jezelf te komen, te zijn wie je bent. De gemeente staat buiten het geroezemoes van de rest van de wereld, en als je die rest van de wereld nodig hebt,


66

dan zoek je die zelf op. Jongeren in Ommen zijn blije jongeren, die er graag wonen. De behoeften die jongeren hebben ten aanzien van hun woonomgeving worden in de omgeving ruimschoots ingevuld. Er is meer dan genoeg groen, er is rust, er is ruimte, het is veilig en de jongeren ervaren weinig overlast… en weten dat zij zelf degenen zijn die wel eens overlast veroorzaken. Hoe jonger ze zijn, hoe leuker ze het vinden. ‘De stad is leuk om rond te hangen met vriendinnen, maar het is minder fijn dan hier,’ aldus een van de meiden uit de groep 11-13 jaar. Dat er in Ommen zelf niet veel te doen is maakt, zeker voor deze jongere leeftijdsgroep, niet zo heel veel uit: ‘…dan maken we het zelf gezellig.’ De meeste jongeren willen daar dan ook niet weg en als ze al weg willen dan wordt het naar een plek waar ze dezelfde leefomgeving vinden. Saai Ommen ‘Er is hier niet zo veel te doen, maar dan maken we het zelf gezellig.’ Ommen kan ook heel saai zijn. Er is niet veel te doen, winkels gaan laat open en weer vroeg dicht en in Ommen zelf kun je niet uitgaan, aldus de 11-13-jarigen. Ook de leeftijdsgroep daarboven, die van 14 en 15 jaar, vindt Ommen

soms best saai. ‘Er is weinig te doen voor onze leeftijd,’ aldus een van de Ommense 14-jarigen. Er worden wel veel dingen georganiseerd in de buurt door de buurtvereniging, zoals straatbarbecues, fietstochten en kermis. Als je naar de discotheek wilt, dan kan dat vanaf 15 jaar… maar dan moet je wel 8 kilometer fietsen, en dat doet dan ook iedereen uit de hele omgeving. Het omgekeerde, al teveel actie, is ook weer niet de bedoeling: in de zomer wordt Ommen overspoeld door toeristen, waardoor het plotseling een stuk drukker is. De stad? De meeste jongeren gaan naar Zwolle voor vermaak, school en vrienden, zeker als ze wat ouder worden. ‘Hier in Ommen is niet veel werk. Voor werk gaan de meesten naar Zwolle of Hardenberg.’ Met name de wat oudere jongeren zien dat je niet alles kan in Ommen, maar in principe maakt ze dat niet heel veel uit. ‘Ik zit in Zwolle op school, ga nooit in Ommen uit.’ ‘Het is maar een klein stukje met de trein, dus dat valt allemaal wel mee.’ Qua voorzieningen heeft Ommen ook niet veel meer nodig: ‘Ze willen een theater en bioscoop bouwen aan de Vecht, maar dat verpest toch het uitzicht.’ Sommigen zouden wel een McDonalds willen, maar bij de


67

plaatselijke snackbar is het ook altijd gezel- krijgt. Dus of dichtbij wonen, of een heel lig. goede verbinding.’ Vertrekken naar de stad is, zeker voor de jongste leeftijdsgroep, absoluut geen optie. Ook al maak je gebruik van de voor­ zieningen van Zwolle, dan nog willen veel jongeren in Ommen blijven. In de creatieve sessie kwam dit het sterkst tot uiting in het groepje dat probeerde het thema leven in de stad te visualiseren. Ze kregen het niet uitgebeeld, en het vergde drie pogingen om de ideale stad te maken: een stad met vrijstaande huizen met tuin. Als de jongeren wat ouder worden, lokt Zwolle met alle voorzieningen daar wat meer. Voor werk en carrière kan je niet in Ommen blijven, dan moet je wel uitwijken. ‘Carrière maken? Dat lukt niet op het platteland. Als ik een goede baan kan vinden met auto, dan wil ik hier wel blijven wonen. Bijvoorbeeld in Zwolle, dan kan je daar werken en heen en weer reizen.’ Niet te ver weg dus, de ideale woon-werk afstand is ongeveer dertig minuten. De oudste groep ziet nog het meest in een leven buiten Ommen, maar bedenkt ook dat deze (of een vergelijkbare) omgeving voor kinderen ideaal is. ‘Als het niet in Ommen kan (wonen en werken), waar dan wel? Ik wil niet echt in een drukke stad wonen. Liever een rustig stadje met natuur als je ooit kinderen

Het vrijstaande huis ‘Als het maar privacy heeft, niet zo’n varkenskot; dan hoor je de buren alsmaar praten.’ Dat het de jongeren niet lukt het leven in de stad uit te beelden heeft alles te maken met het feit dat de meeste jongeren in Ommen opgroeien in vrijstaande huizen met (vaak grote) tuinen. En dat is precies wat zij ook voor zichzelf zouden willen. Een mooi vrijstaand huis met een grote tuin, omdat het ‘prettig is om vrij te wonen.’ Rijtjeshuizen worden gezien als “varkenshokken”, afgeschotte woningen met krappe tuintjes, waardoor je geen contact kunt maken. ‘Het huis hoeft niet heel groot, maar wel luxe van binnen.’ ... en gezellig. Toch zijn ze daarin ook weer realistisch: ‘Als je met z’n tweeën bent is een rijtjeshuis beter...’. Ook nieuwbouwwijken zijn niet gezellig: het kan wel, maar dan wel met je eigen individuele invulling van hoe die huizen er uit moeten zien. Hun omschrijving van een gezellige straat: ‘Met leeftijdsgenoten, met gezinnen met kids, alle leeftijden, van alles en nog wat, van iedereen wat, ook andere culturen.’ Het is prettig dat je in Ommen iedereen kent en


68

dat iedereen jou kent, dat geeft een gevoel van er thuis horen en op je plekje zijn.

Veilig Ommen

Ommen is een behoorlijk veilige plek voor jongeren, er gebeurt niet veel… en als er wat gebeurt dan heeft iedereen het er nog ‘Ommen was ook de groenste stad van Neder­ jaren over. ‘Er is toen een meisje aangerand land.’ De jongeren zijn trots op hun bossen, op het station in Zwolle, daar gebeurt echt weilanden en groen. Het is er ‘s zomers wel eens wat. Daar moet je dan ook niet best druk met veel toeristen, maar ook dat alleen fietsen,’ herinnerde een meisje zich. draagt bij aan de gezelligheid. Ze willen het Verder zijn er geen ‘enge mannetjes’ en is groen niet kwijt: ‘Er wordt ook veel gebouwd, het ‘best veilig’. Wel is het zo dat iedereen altijd maar denkt dat je je fiets overal open maar we willen liever dat er meer groen kunt laten staan, maar toch worden die ook blijft.’ Niet dat ze nu zoveel in die bossen wel eens gestolen. Ook het verkeer is niet wandelen, dat deden ze als kind met hun zo druk dat de jongeren zich daar echt zorouders, maar nu eigenlijk niet meer. Het moet er gewoon zijn… ook al is er volgens gen over maken. ‘Soms rijden ze wel eens te sommige jongeren, zeker de wat oudere, hard bij ons in de straat, maar dan spring ik meer dan genoeg groen. Minder liever niet, er gewoon voor,’ lost een jongen van 14 dat maar meer is echt niet nodig! ‘Wat heb probleem op. je nou aan vlinders enzo, er is al meer dan genoeg. Overal groen, groen, groen.’ Niet Conclusie Ommen meer, maar ook niet minder, is het motto van de Ommense jongeren. w Anne en Als de jongeren zelf een conclusie mogen Jetske zijn opgegroeid tussen het groen en trekken over Ommen, dan zeggen ze: ‘Ook vinden dat ze het goed getroffen hebben. al willen we allemaal andere dingen, uiteinZie de dvd. delijk wil iedereen later hetzelfde: een mooi huis en een goed leven. Het is belangrijk dat je gelukkig bent, en iedereen probeert dat op zijn eigen manier te bereiken. Ommen is toch wel een heel leuk stadje daarvoor, met veel verschillende dingen.’ Groen Ommen


69

Creatieve sessie: aspecten van rust en ruimte Rust en ruimte staan in Ommen centraal. Deze rust en ruimte vertaalde zich in een aantal verschillende aspecten, verbeeld door de jongeren in de creatieve sessie. Sommige aspecten zijn erg belangrijk voor de jongeren, zoals de wens tot een vrijstaand huis met tuin. Rust en ruimte, met name in je eigen groene, ruime omgeving, zonder last van buren. Andere aspecten, zoals het leven in de stad, leken in eerste instantie wel interessant, maar kostten de jongeren tijdens de sessie erg veel moeite: het leven in de stad is maar moeilijk voor te stellen. Leven in een vrijstaand huis met tuin Het leven in een vrijstaand huis met tuin is het allergrootste ideaal en voor veel jongeren de realistische voorstelling van het optimale toekomstige woonperspectief. Dit woonperspectief hebben ze in de drie tekeningen op pagina 70 en 71 uitgebeeld. Ze hebben een sterke behoefte aan zelfstandigheid, privacy, ruimte, groen, voor paarden of schapen, zwembad, tuin, maar deze ruimte moet met name ook dienen als sociale ontmoetingsplek. ‘Met z’n allen in de tuin zitten.’ Gezellig kletsen tot ‘s avonds

laat.’ Het zal misschien lastig worden als iedereen in Nederland dat wil, maar ‘wij hier in Ommen in ieder geval wel’. Er is dan ook geen behoefte om in het groen van een hogere stand -het Gooi- te wonen. Ze voelen ook wel dat dit groen heel ander groen is!


70


71


72

was. De enige uitweg bleek het ontwerpen Leven in de stad Leven in de stad is een wens voor een enke- van ‘vrijstaande huizen met tuin’ in de stad. ling. Het gaat dan om de onvermijdelijke periode van studeren en carrière maken, maar daarna denkt het merendeel de weg terug naar Ommen of vergelijkbare woonomgeving wel weer te vinden. Het leven in de stad vraagt om een invulling van die behoeften die minder verkrijgbaar zijn in de Ommense samenleving. Een appartement in de stad is voor sommigen een ideaal, maar slechts voor een paar jaar. Tijdens de creatieve sessie bleek dat een visie over zo’n woonomgeving maar moeilijk in te vullen


73

Leven in een leuke woonwijk Bewoner zijn van een leuke woonwijk is een aantrekkelijk vooruitzicht. Het zegt iets over je persoonlijkheid: je bent flexibel, je kunt met allerlei soorten mensen omgaan, je wilt onderdeel zijn van de samenleving. De ideale woonwijk is er ĂŠĂŠn die lijkt op sommige bestaande woonwijken, maar waar enkele belangrijke aspecten aan zijn toegevoegd: veel meer groen, een centraal punt, liefst een plein waar plek is voor iedereen en voor ieders verschillen.


‘En daar is Amsterdam... Urbaan leven in het groen, dat is het Gooi!’



76


77

7. Urbaan leven in het groen: het Gooi

De Gooi en Vechtstreek is een heuvelachtige streek in het zuidoosten van NoordHolland. Het is een groen gebied, met veel beschermde natuurgebieden, dorpen en veel villa’s. Het Gooi wordt gevormd door de noordelijke uitloper van de Utrechtse heuvelrug, die is ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, ruim 200.000 jaar geleden. Het ligt dan ook boven NAP, met als hoogste punt de Tafelberg (36,4 km boven NAP). De Tafelberg ligt op de gemeentegrens van Huizen en Blaricum, precies midden tussen de bebouwde kommen van Bussum, Huizen, Blaricum en Laren. De grens tussen Noord-Holland (Gooi) en Utrecht (Eemland, van Eemnes tot Loos­ drecht) is in 1351 vastgesteld. Vanaf de Leeuwenpaal aan de Zuiderzeekust werd een denkbeeldige rechte lijn getrokken naar de Dom in Utrecht. Langs deze lijn werd de Gooiergracht als scheiding tussen Gooi en Eemland gegraven. De Gooi en Vechtstreek had op 1 januari 2005 242.421 bewoners op een oppervlakte van zo’n 26.950 ha. Tot het Gooi behoren de gemeentes Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Hilversum is met 83.626 inwoners de grootste gemeente, Muiden

Het Gooi: urbaan leven in het groen In het Gooi is de situatie erg goed voor jongeren, maar met wat andere accenten: het groen is er, maar de jongeren voelen zich onderdeel van een groter geheel: de Randstad. Alle voorzieningen binnen handbereik, rust en ruimte, gecombineerd met de actie in de stad… als je daar zin in hebt. De beperkingen in deze regio liggen in het toekomstperspectief: kan ik hier later wel weer terecht, wordt dat niet te duur voor me. Daarnaast is de gezamenlijkheid met andere mensen minder groot dan in Ommen: er is toch een grotere scheiding tussen arm en rijk, tussen de enorme kasten van huizen en de kleinere.


78

met 6.678 inwoners de kleinste. (bron: www.tgooi.info)

gaan betalen… ook al zouden ze dat wel willen.

‘Dichtbij alles wonen is fijn. Het Gooi heeft alles wat we willen.’

Het Gooi: kosmopolieten

Het Gooi is voor jongeren een prettige streek om te wonen. Ze wonen er in veelal grote huizen, met grote tuinen, bij ouders die kosmopolitisch van aard zijn. Het Gooi heeft veel wat aan de behoeften van jongeren voldoet: veel groen, veel voorzieningen en actie in de altijd nabije Randstad. In de behoefte aan rust en ruimte wordt ruimschoots voorzien, net als in de behoefte aan energie en actie, veiligheid en groen. Het geeft af en toe dan ook een gevoel van superioriteit, van ‘wij hebben het hier goed voor elkaar.’ De beperking in deze regio heeft vooral te maken met de mensen zelf: het gezellige gezamenlijke is lastiger te bereiken als iedereen zijn eigen privédomein heeft. Er is minder gezelligheid op straat, minder gemeenschappelijk territorium om samen in te zijn. Dat ontlokte een van de jongeren de uitspraak: ‘Liever een grote hei, dan iedereen een grote tuin.’ Daarnaast weten de jongeren ook wel dat deze manier van leven geld kost, veel geld, en de vraag is of zij dat later ook kunnen

Het Gooi heeft alles en is het epicentrum van de Randstad. Je leeft er in een groen park waarbij iedereen dan weer zijn eigen privé-park heeft, van minituin tot grootgrondbezit. ‘Dichtbij alles wonen is fijn. Het Gooi heeft alles wat we willen.’ Het gevoel is dan ook dat je wel in een stad woont, maar dan in een stad in een groene regio. In het Gooi wordt de groene ruimte benut om je terug te trekken van het urbane leven, maar tegelijkertijd behoort het wel tot die stad. De heide is onderdeel van Amsterdam, het Gooi is onderdeel van dat stadsgevoel. w Op de dvd vertelt Taco uit Huizen, midden op de hei, hoe dichtbij Amsterdam is. ‘Later wil ik ook wel elders carrière maken.’ Vanaf je geboorte is het Gooi de springplank om verder te komen in het leven. Ergens anders je vleugels uitslaan is dan ook standaard. Dat doe je dan in de Randstad, in het westen – het oosten van Nederland bestaat niet in de perceptie van deze jongeren. Dat latere leven hoeft niet zo te zijn als het nu is: ze weten dat hun huizen duur zijn en dat deze plek wel heel ideaal is, zo midden in


79

het groen met toch alles dichtbij… ze weten niet of dat zelf later ook gaan bereiken. ‘Het Gooi is wel moeilijk om te wonen. Het is echt wel duur.’ Gooise jongeren zijn niet hun ouders Hun wensen zijn dan ook minder groot dan die van sommige ouders. ‘Ik woon in een huis met vier badkamers... Best wel een beetje heel erg overdreven. En onze buurman is Marco Borsato.’ Een kast van een huis hoeft niet, het gaat om de mensen die erin wonen. Een gigantische tuin is ook niet nodig, als je maar genoeg tuin hebt om het leuk te maken: ‘Liever een grote hei, dan iedereen een tuin.’ En eventueel, als je dan toch die enorme tuin hebt, dan maken we daar de centrale plek voor iedereen van. Die spagaat tussen wat hun ouders doen, willen en bereikt hebben en de jongeren die de gezelligheid boven alles stellen is heel zichtbaar in verschillende tekeningen die de jongeren gemaakt hebben. Ondanks opvoeding en plek waar je bent opgegroeid krijgen de centrale waarden van jongeren het primaat.

Gezelligheid voor alles Ook deze jongeren vinden dat het gezellig moet zijn, en willen daar best wat voor inleveren. En echt heel gezellig is het niet in het Gooi. Een jongen van 12 vindt het allemaal maar saai: ‘Het is doodsaai bij ons, niemand kent elkaar. Op zich hebben we een goed buurtfeest maar ja, niemand kent elkaar, alleen de buren. Je kan ook niet bij iemand aanbellen of die mee gaat voetballen, want die ken je niet. Terwijl we wel een mooi voetbalveldje hebben.’ Anderen zijn het daarmee eens: ‘Er is niemand in mijn wijk waarmee ik kan spelen.’ Jongeren hebben dringende behoefte aan gezellige mensen om dingen mee te doen. Het gevoel dat iedereen elkaar kent, is er niet. ‘Ik weet niet echt wat voor soort mensen er bij mij in de straat wonen. Er wonen niet echt arme mensen. Ik weet niet of ze werken in Amsterdam. Als er een nieuw iemand komt wonen, dan weet je dat niet. Je maakt alleen kennis met je buren.’ Luxe Ze zijn wel gewend aan hun luxeomgeving, zoals een meisje het verwoordde: ‘Later wil ik een gezellig huis, knus, groot genoeg, eigen kamer met eigen spulletjes, een beetje


80

luxe, later in het Gooi, maar eerst studeren in Amsterdam.’ Of zoals een jongen de mening van een aantal verwoordde: ‘Zolang ik niet in een rijtjeshuis hoef te wonen, is het oké.’ De woonomgeving moet wel gezellig zijn, vooral ook met leuke mensen. Het Gooi biedt al heel veel, maar het moet niet te materialistisch worden. Sfeer, karakter van woningen, mensen, gezellige straatjes, kletsen buiten met elkaar… En ook is al dat grote niet altijd heel praktisch, of zoals een meisje van 17 vertelt: ‘Ik weet uit ervaring hoeveel onderhoud een grote tuin is, dat is heel veel!’ Het huis is dan ook belangrijker dan een tuin, want: ‘Als je een park in de buurt hebt, is het niet erg als je geen tuin hebt.’ Dromen over later De Gooise jongeren hebben de grootste ambities en toekomstdromen. Een kleine selectie van de dromen: ‘Ik wil in een villa wonen met zwembad’, ‘Na de studie een wereldreis maken,’ ‘Zwembad wil ik wel, maar dat is niet echt waarschijnlijk’, ‘Ik wil in een kubuswoning wonen’, ‘Parijs is cool!’, ‘Een groot kasteel, maar dat is een soort van droom.’ Hun dromen vliegen alle kanten op en vol zelfvertrouwen praten ze over alles wat ze zouden willen. ‘Ik denk niet dat we onmogelijke dromen hebben. Als je het wilt

denk ik dat het best kan. Als je streeft naar een landhuis in Frankrijk en je wilt er echt voor werken, dan kan dat best lukken.’ Toch hangt er aan al deze dromen ook een prijskaartje en velen zien het als een tussenstadium: eerst de wereld verkennen, dan weer terug naar het Gooi; of tenminste, zodra dat gezin komt. ‘Als ik vrijgezel word, wil ik naar het buitenland. Als ik getrouwd ben met een kind, dan wil ik in Nederland wonen in een rustige buurt en veilig. Het Gooi daar een goed voorbeeld van.’ Conclusie het Gooi Het Gooi moet blijven zoals het is, er moet niet teveel veranderen. Geen groen weg, niet teveel nieuwbouw graag. Je ergens thuisvoelen is erg belangrijk, maar nog belangrijker is dat je gelukkig bent en het naar je zin hebt. Het ligt dan ook aan de toekomst, hoe je het leven gaat invullen, waar je dan uiteindelijk gaat wonen. Als het maar gezellig is… De meeste jongeren willen uiteindelijk graag in het Gooi blijven en vinden het, ondanks de vaak ongezellige mensen, toch een prima plek.


81

Creatieve sessie: aspecten van urbaan leven in het groen In het Gooi is de dominante factor dat jongeren zich stadsbewoner voelen midden in het groen: de omgeving voorziet goed in de behoefte aan actie versus rust en ruimte. De accenten leggen de nadruk op de invulling van deze behoeften: gaat het in het Gooi om dat grote huis en daarmee dat territorium (mijn tuin is enorm en van mij), gaat het juist om de mensen waar je mee samen leeft, of is dat stadse nu zo belangrijk. Mijn eigen koninkrijk en territorium In het Gooi is sprake van een spagaat tussen de wereld van de ouders, waarin de jongeren fysiek en functioneel opgroeien, en de wereld van de jongeren zelf. De fysieke inrichting en infrastructuur genereren een besef van ‘territoriaal grondbezit’ en ‘beheer van gebied’. Dit betreft zowel de perceptie omtrent de persoonlijke private leefomgeving, als het eigendomsrecht van het hele Gooi. Een grote tuin is dan natuurlijk een enorme lap gras, waar je niet alsmaar op gaat lopen, maar die er wel moet liggen: als bewijs van eigendom en als bescherming

tegen de lawaaierige buitenwereld. Echter, dit thema in de toekomst plaatsend, bleek het eigen koninkrijk te sneuvelen, ten behoeve van het concept samenleven in een wijk. Dit aspect is eigenlijk het boegbeeld van de ouderlijke woonperceptie, geprojecteerd op de belevingswereld van hun kinderen. Degenen die dit thema uiteindelijk kozen maakten er iets heel anders van: het recht op je eigen individualiteit, je prettig voelen op je eigen manier. Iedereen moet dan ook een huis naar eigen smaak kunnen hebben, zoals aan de rechterkant van de maquette op de volgende bladzijde is afgebeeld


82

Een fijne wijk samen met allerlei mensen De andere helft van de spagaat gaat over de beleving van het toekomstige wonen van de jongeren zelf in tegenstelling tot hun ouders. Bij jongeren gaat het om diversiteit, contact, sociale interactie. Toegepast op de woonpraktijk en toekomstige behoeften is de wijk daar het middel voor: een fijne wijk is die plek waar je met allerlei mensen contact hebt. Niet dat enorme huis met tuin als epicentrum, maar de wijk zelf, zoals de jongeren met de maquette op de volgende pagina hebben laten zien.


83


84

Stadsleven én lekker buiten wonen De Gooise bewoners zijn kosmopoliet en stedelijk van aard. Ze ambiëren het stadsleven, om er te wonen, te werken en hun stempel op te drukken, maar de behoefte aan groen drijft hen naar buiten de stad. Bijna alle aspecten van het leven vinden dus ergens anders plaats, het fysieke wonen zelf gebeurt alleen in het groene Gooi. De natuurbeleving binnen het Gooi gaat dan ook meer over ‘stadse’ recreatie zoals op de plassen varen en over de hei wandelen dan echt door de bossen sjouwen.


85



Rotterdam: even chillen en energie opdoen bij de Koopgoot!


88


89

8. Energie opdoen in de Koopgoot: Rotterdam Rotterdam is, met een kleine 600.000 inwoners (588.697 op 1 juli 2006, bron: CBS), de grootste stad in de provincie ZuidHolland. Begonnen als klein visserstadje rond 1250 is het inmiddels uitgegroeid tot de tweede stad van Nederland qua inwonertal. Rotterdam is bekend en beroemd om de haven, die lange tijd de grootste haven van de wereld was (tussen 1962 en 2004). Inmiddels is de Rotterdamse haven ingehaald door de havens van Shanghai en Singapore. Rotterdam staat bekend om zijn vernieuwen­ de architectuur. Het hart van Rotterdam is op 14 mei 1940 platgebombardeerd, waarbij zo’n 258 ha. bebouwde oppervlakte is verwoest. Veel is daarna nieuw gebouwd, vaak op gedurfde wijze. Rotterdam was de eerste stad in Nederland en Europa met hoogbouw, in 1898 werd het Witte Huis aan de Oude Haven gebouwd naar Amerikaans model. Nog steeds bouwt Rotterdam veel moderne hoogbouw, en wordt daarom wel eens het Manhattan aan de Maas genoemd. Rotterdamse wijken zijn dan ook heel divers van aard. Van hypermoderne wijken langs de Maas, tot hele oude wijken als Delfs­ haven, tot groene villawijken als Hilligers­ berg. (bron: www.rotterdam.info, www.top010.nl)

Rotterdam: energie opdoen in de menigte In Rotterdam is er weinig rust en ruimte, en dat voelt als een beperking. Jongeren zoeken hun energie daarom in de menigte: veel mensen, veel actie. In Rotterdam zie je dat jongeren hun behoeften op een andere manier vertalen: de omgeving is nu eenmaal niet ideaal qua groen, veiligheid en dergelijke. De mensen worden daarom des te belangrijker en Rotterdamse jongeren zoeken naar een manier om met die mensen die gezamenlijkheid te creëren. Voor nu is dat prima, maar voor hun toekomstige woonomgeving willen veel jongeren weg uit de stad: voor de kinderen is het geen goede omgeving.


90

Rotterdam: wonen midden in de actie ‘Je kan hier van alles doen, wat je in dorpjes niet kan.’ Rotterdam is in principe een prima leefomgeving, anders dan je misschien zou denken. Het heeft dan wel niet de rust en ruimte van Ommen, het is ook niet dat groene ideale plek als centrum van de Randstad, maar het heeft wel wat anders: actie! ‘Het is allemaal goed bereikbaar. De stad is leuk je kan er veel dingen doen. Je kan overal heen. Stad, theater… je hebt zoveel in de stad. In een dorp is het allemaal zo ver weg. Waar je ook woont, alles is dichtbij.’ De stad heeft een sterke centrumfunctie, waar veel mensen samenkomen. ‘Het is centraal. Iedereen komt overal vandaan maar toch is het de plek waar iedereen kan samen komen. De stad is voor mij het centrum met de Koopgoot, de lijnbaan met allerlei verschillende winkels.’ De Koopgoot, het centrum, dat is de plek die je opzoekt als je energie nodig hebt. Het is dan ook het omgekeerde van Ommen, maar daarom niet een minder goede plek om te wonen. Het zijn hier vooral de mensen die het maken, de verscheidenheid, de menigte, alles en iedereen bij elkaar en door elkaar. ‘Er zijn veel gemixte culturen bij ons, dat is juist wel grappig.’ De jongeren groeien dan ook op midden tussen al die verschillende culturen en tussen heel veel mensen. ‘Wij hebben wel veel last van onze

buren, want ze hebben altijd herrie. Maar we zijn daar eigenlijk ook wel aan gewend.’ Gezellig wonen wordt bepaald door de mensen ‘Ik woon wel heel mooi, maar ik mis wel leuke mensen in de wijk.’ De woonomgeving en die andere mensen zijn belangrijker dan het soort huis waarin je woont: ook op een galerijflat is het gezellig. Het stadscentrum is een verlengstuk van de eigen wijk. De eigen wijk moet gezellig zijn, maar als je energie wilt opdoen, dan ga je naar de plek waar het gebeurt: het centrum van de stad, ofwel de Koopgoot. ‘Ik woon in een keurige ongezellige wijk, maar er wonen ook Feyenoord-fans, die zijn dat stijve niet gewend.’ Het grote ideaal is dan ook een leuke eigen wijk plus dat centrum, en af en toe ook meer contact tussen de wijken onderling: ‘Ik vind dat er ook contact tussen de wijken moet zijn; je moet naar elkaar toe kunnen gaan.’ Actie en mensen: de keerzijde Die actie en menigte hebben ook een keerzijde: veel culturen is leuk, maar kan ook spanning opleveren. ‘Ik vind het heel leuk dat ik met verschillende culturen ben opge-


91

groeid. Ben er niet bang voor ofzo. Maar ik wil wel eerlijk zijn, ’s avonds is het soms eng. Hangplekken waar het soms niet zo fijn is.’ Veel jongeren tekenen aan dat het idee van samen leven met elkaar en met respect voor elkaar goed is, en dat mensen niet gescheiden van elkaar zouden moeten leven, zoals ‘ze in New York hebben, van die wijken met alleen maar Italianen of zo.’ Toch zien zij dat dat niet altijd gebeurt en dat zij daar zelf ook aan meedoen. ‘Op school is het prima, daar is iedereen, maar buiten school ga je toch vooral met je eigen soort om.’ Rotterdam is de rgio waar de jongeren de meeste overlast ervaren, van hangjongeren, van junks, maar ook van buren. Alles went uiteindelijk wel, maar prettig is het niet altijd. Rotterdam: veiligheid en overlast Rotterdam is een grote, drukke stad met veel verschillende culturen. Dat creëert af en toe spanning en ook een onveilig gevoel. Jongeren worden geconfronteerd met grote stadsellende: moorden, steekpartijen, agressie, overlast. Er zijn wijken waar je beter niet kunt komen en wijken waar het prima te doen is. ‘Er hangen veel mensen buiten, die kletsen en roken. Het zou kunnen dat ze wiet roken ofzo. Omdat ze met

een groep zijn, raken ze soms dronken en dan heb je vandalisme.’ Maar het blijft niet bij rondhangende mensen die de jongeren eng vinden, er gebeuren ook echt dingen waar ze van schrikken. ‘Bij ons in de buurt wilde een vrouw zelfmoord plegen en toen is ze door de politie in haar been geschoten.’ Of het verhaal van een meisje waarbij de flat ontruimd is omdat er een gijzeling was. Sommige ouders praten wel over verhuizen, maar ze weten niet of dat echt gaat gebeuren. Hoe gezond is het hier? Schoon is het niet, in Rotterdam. Honden­ poep, overvolle containers, viezigheid op straat en zwerfvuil zien de jongeren overal, maar ook de industrie speelt een grote rol in de beleving van de stad. Dit leidt tot een gevoel van ongezondheid, zoveel industrie kan nooit goed zijn. De aanwezige hoeveelheid groen biedt geen compensatie: ‘Groen is hier niet zoveel. Je ziet soms een boompje. We hebben wel paar bossen. Maar op groene veldjes liggen vaak alleen hondendrollen.’ De meeste jongeren weten ook wel dat een tuin niet altijd mogelijk is zo midden in de stad, maar dat neemt niet weg dat ze behoefte hebben aan meer groen, als nood-


92

zakelijke voorwaarde om goed te kunnen leven. ‘Zonder groen kan je je kinderen toch niet opvoeden?’ was dan ook een opmerking van een van de Rotterdamse jongens. Dat groen mag in een park zijn, plantenbakken, groenstroken… als het er maar komt en door iedereen gebruikt of gezien kan worden. Rust en ruimte horen bij vakantie, dan kom je tot rust... en dan snel weer terug naar de menigte voor de energie. ‘Het is niet erg, de stad is om uit te gaan. Als je de natuur in wilt dan ga je met je ouders even weg, rij je naar buiten, naar strand of bos.’

Een allochtoon ben je als je niet in Rotter­ dam woont, voor de rest is iedereen autoch­toon. De Rotterdamse jongeren van Marokkaanse afkomst trokken het gevoel van samenleven in de menigte heel sterk door tijdens de creatieve sessie en bedachten de Rotterdam Kashba. Dit is een eindeloos gebouw met allemaal verdiepingen, trappetjes, gangen, doorkijkjes, binnenplaatsen, parkeergarages, scholen, waar iedereen door elkaar en bij elkaar woont en het bejaardentehuis van je opa vlak om de hoek is. Vol, druk en gezellig. w Achmed en Baran vinden de Koopgoot als Kashbah al behoorlijk ideaal, nu nog wat dichter bij huis. Zie de dvd.

Ze zijn gewend aan minder ruimte dan de jongeren uit de andere regio’s en hebben dan ook bescheiden wensen. Ze willen best hun ruimte delen, zolang het maar gezelConclusie Rotterdam lig is met de mensen om hen heen. Soms leidt deze drukte echter tot een gevoel van Rotterdam krijgt van de jongeren gemidbenauwdheid, zeker als het in de eigen wijk deld een 8. Drukte, actie en gezelligheid. of flat niet gezellig is. Een eigen plek, dat Het woonwensenlijstje concentreert zich zouden ze graag willen, een ideale hangplek bij deze jongeren op de beperkingen van met ruimte voor iedereen. de grote stad qua natuur en groen. Meer natuur, meer speelplekken, dat je je veilig Een uniek idee: Rotterdam kashba voelt op straat. Daarnaast moet alles en iedereen door elkaar wonen in de wijken. Het gevoel van met zijn allen, respect voor Menging van culturen is goed, zodat je kan elkaar, wie of wat je ook bent, komt zeer leren omgaan met andere mensen. Want in sterk naar voren in Rotterdam. Jongeren de klas is dat ook al zo, en zo leer je elkaar groeien hier op met allerlei culturen, dat zijn gewoon hun vrienden en klasgenoten.


93

kennen. Uiteindelijk moet iedereen zich in de stad kunnen thuisvoelen. Creatieve sessie: aspecten van energie uit de menigte Omdat Rotterdam zo’n grote stad is met een enorme verscheidenheid aan woonvormen, zijn veel aspecten van wonen in Rotterdam aan de orde gekomen. De accenten gaan van het belang van de wijk in de behoefte tot gezamenlijkheid (of dat nu een bestaande wijk naast het centrum is of een nieuwbouwwijk met veel groen), tot het weggaan uit de stad of het hoog wonen boven de

stad uit om met de benauwdheid te kunnen omgaan en meer aan de behoefte tot rust en ruimte te komen. Ook kwam de wens tot de ideale hangplek tot uiting. Wijk+centrum: leven in de stad Wonen in Rotterdam betekent leven in een Rotterdamse wijk en tegelijkertijd medebewoner zijn van het centrum. Je kunt te allen tijde even naar het centrum gaan om je onder te dompelen in de menigte -dat doe je standaard meerdere keren per week- in wisselwerking met altijd weer terug keren naar je eigen wijk waar je toevallig woont. Voor de jongsten 12-13 jaar is vanzelfspre-


94

kend de eigen wijk het meest dominant, voor de oudere jongeren vormt het centrum in toenemende mate de trekpleister van waaruit alles gebeurt. In de tweede ronde werd deze formule omgetoverd in een heuse kashba, met honderden trappetjes, tuintjes, straatjes, alle voorzieningen en huizen door elkaar heen.

heel plezierig, niet omdat het hoog boven alles uit is, maar omdat het gezellig met z’n heel velen is, boven je, onder je, naast je, overal mensen. Wonen in een grote gezellige flat in de stad is daarmee vergelijkbaar met wonen in een gezellige wijk, maar dan verticaal en zonder eigen tuin. Ook van dit aspect is geen tekening gemaakt.

Vlucht uit de stad – wonen in het groen Wonen in een mooie nieuwbouwwijk met Het wonen in de stad is prima zolang je groen gewoon je gangetje gaat. In sommige wijken Dit concept is al een realiteit waar sommige echter is het leefklimaat toch behoorlijk jongeren reeds in opgroeien. Mooie, ruime benauwend. Zo waren er enkele jongeren nieuwbouwwijken met veel groen. uit Delfshaven, die zich zichtbaar gedeisd Aanvankelijk zijn deze wijken nog zonder hielden en zich niet teveel uitlieten over ziel, maar het gaat er juist om deel te zijn de eigenlijke woonomstandigheden. Vanuit van iets in opbouw en in ontwikkeling. Dit deze beperking kon wel een droombeeld betekent dat er iets mag worden wat nog gevormd worden van elders ver weg in het niet is. Daarvoor mag alles wijken, zelfs de groen wonen. Deze neiging draaide meer wijk waar je zelf woont, zeker als het een om het ergens anders wonen dan echt in lelijke wijk is. Zo gebeurde het tijdens de het groen gaan wonen. Dit aspect werd dan tweede ronde, waarbij de totale Maasvlakte ook niet nader uitgewerkt in de tweede veranderde in weilanden. ronde. Een mooi appartement boven de drukte uit Aansluitend bij het vorige aspect, was ‘het mooie appartement boven de drukte uit’ een andere vorm van vluchten uit de benauwdheid, die er wel degelijk is. Diegenen die nu in een flat wonen beleven dit overigens als


95


96

Streetlife: Heerlijke Hangplek Zoals eerder omschreven kent het fenomeen hangjongeren verschillende gezichtspunten, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt. Het thema ‘Heerlijke Hangplek’ werd omarmd door drie 13/14 jarigen, die er een zeer aantrekkelijke plek van maakten: een grote boom als centrale oerplek, omringd door allemaal bankjes voor alle verschillende soorten mensen en groepen, zodat er voor iedereen ‘plaats op één plaats’ is. Hier wordt eens te meer zichtbaar hoezeer ook midden in de stad het groen, het gezellig met z’n allen en het centrumpunt als vitale aspecten voor een aangenaam community-

leven worden gezien. Ook de ‘foute’ zaken als een coffeeshop krijgen hun plek, maar als wordt geopperd dat je dan daar je kinderen niet kunt laten spelen is het subiet afgelopen.... met de kinderen.


97


Even treinen... Weert als centrum van een stedelijk netwerk



100


101

9. Rader in een grootstedelijk netwerk: Weert Weert is een stad in Limburg en de stedelijke kern van de gelijknamige gemeente. Weert wordt voor het eerst vermeld als Wertha in een akte uit 1062. De plaats is ontstaan aan een knooppunt van wegen in het heide- en veengebied op de grens van Brabant en Limburg aan de rand van de Peel. Weert heeft stadsrechten sinds 1414. Weert heeft 48.575 inwoners en een bevolkingsdichtheid van 464 inwoners per vierkante kilometer. Weert is naar eigen zeggen in eerste plaats een industriestad met een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor allerlei type bedrijven. Het is wat dat betreft een groeiregio, waar veel bedrijven zich vestigen, maar waar ook door een constant tekort aan nieuwbouw, veel gebouwd wordt. Er zitten diverse typen industrie in de regio Weert, waarvan met name de bio-industrie de afgelopen jaren hard is gegroeid. (bron: www.weert.nl) ‘Leuk om te gaan winkelen in Eindhoven, hebben ze meer.’ ‘Het mooiste plekje van Weert? De kermis! ... Het hoeft hier niet zo mooi te zijn, anders wil je niet meer op vakantie.’ Weert is Weert, het is wat het is... en heel blij worden jon-

Wonen in Weert: rader in een grootstedelijk netwerk Van alle jongeren die we hebben gesproken hebben de Weertse jongeren het meest last van beperkingen: het platteland (groen) in de omgeving is ge(bio)industrialiseerd, in Weert zelf is niet veel te doen, er is weinig gezamenlijkheid en ook de veiligheid houdt het midden tussen Rotterdam en Ommen: niet heel onveilig, maar er gebeurt genoeg om toch een onveilig gevoel te krijgen. In Weert wijken jongeren uit naar de regio: om toch aan hun behoeften te voldoen zoeken ze hun heil in andere steden en in de dorpen rondom Weert.


102

geren daar niet van. Ook al is Weert een mooi stadje, met heel veel mooie plekjes, er mist toch wel wat. ‘Weert mist iets, mag wat hipper, moet gewoon met de tijd mee.’ Het is niet dat het vervelend is om in Weert te wonen, het is meer dat Weert-stad niet zoveel aan jongeren te bieden heeft. Er is niet zoveel te doen. ‘Bij ons in de buurt is weinig te doen, wel wat speeltuinen en voetbalvelden, maar daar komt niemand als het nat is.’ Met name als ze wat ouder worden, merken de jongeren deze beperking: ‘Als je ouder wordt, wordt Weert steeds minder leuk.’ Er is een groot verschil met Weertstad en de dorpen eromheen. Weert zelf vinden de jongeren niet heel veel aan, het is oubollig en er is weinig te beleven. In de andere plaatsen is meer gezelligheid en saamhorigheid. Wel zijn er veel verenigingen, met name sportverenigingen, en voetbal is een grote passie van met name de jongens in Weert. De regio Weert is vooral een middelpunt in een grootstedelijk netwerk. De steden eromheen voelen als heel dichtbij, of het nu Eindhoven, Den Bosch, Maastricht of zelfs Den Haag is. De jongeren reizen rustig naar die steden af om daar de leuke dingen te

doen. ‘Eindhoven is niet zover weg, maar een half uurtje rijden. In Roermond heb je allerlei grote merkwinkels bij elkaar, dat is best duur, maar soms hebben ze van die acties met 20% korting en zo.’ ‘Winkelen kan je hier in Weert niet, dan gaan we naar Eindhoven. Het is hier niet leuk om te winkelen, zeker niet als ik kleren moet hebben.’ Het leven speelt zich meer af in de grote regio, dan in Weert an sich. w Nicole vindt Weert wel een stad, maar een beetje een “incomplete” stad. Toch heeft ze het prima naar haar zin. Zie de dvd. Weert en het milieu ‘Binnen de bebouwde kom gaat het wel, maar daarbuiten allesbehalve door de mestvelden; en op vrijdagavond avond stinkt het in de kerk naar pis.’ Weert ligt midden in een voor­namelijk ge(bio)industrialiseerd platteland, waardoor het groen in de omgeving niet voelt als natuur. De industrie is altijd aanwezig, je ruikt en je ziet het. Ook doen de vele bio-industrie en bebouwing een aanspraak op de dierenliefde van jongeren. ‘Er zijn veel dierenhulporganisaties. Niet dat we nu allemaal vegetarisch moeten worden, maar toch moeten dieren ook ergens kunnen wonen.’ Er zou ook een groot varkensbedrijf komen, waar iedereen tegen in opstand zou


103

moeten komen. Het algemene gevoel is dat het slecht gesteld is met het milieu, ‘de route naar school ligt helemaal vol met chipszakken,’ en ‘wat eerst vier kilometer weide was, is nu vier kilometer industrie.’

wijk heeft ook zo zijn voordelen: ‘In een nieuwbouwwijk wonen heeft wel één voordeel: iedereen is er nieuw, je leert makkelijk mensen kennen en hoeft niet bang te zijn niet geaccepteerd te worden.’

Veel nieuwbouw

Weert en de mensen

De weinige natuur die er dan nog is, wordt in een rap tempo bebouwd, iets waar alle jongeren tegen zijn: er is al zo weinig natuur over. ‘Vroeger was boomhutten bouwen leuk, ik zou het ‘t liefst nog steeds doen, maar het bos is steeds verder weg.’ Er is een woningtekort en er wordt veel gebouwd. ‘Bij ons is nieuwe wijk gebouwd voor alle mensen die in Eindhoven werken,’ vertelt de een. Een ander: ‘Tegenover ons was een Spaanse legerbasis, nu staan daar allemaal luxe huizen van 1,5 miljoen. Ze zitten heel dicht op elkaar, zonder privacy, niemand wil daar wonen.’ Dat kost ook allemaal veel, nieuwbouw is duur en wonen ook. Geld is een beperking voor de jongeren in Weert, en ze praten allemaal over hoe ‘kostelijk’ ofwel duur alles is.

De Weertse jongeren vinden, net als de jongeren uit de andere regio’s, dat gezellige mensen belangrijk zijn, die leuk meedoen, en ‘niet gelijk de politie bellen als je eens wat lawaai maakt.’ Een leuke buurt met gezellige mensen is ideaal, die je dan ook allemaal kent waardoor je veel contact hebt. Buitenlanders zijn daarin een lastig fenomeen. Ze horen erbij, als onderdeel van het idee dat iedereen erbij hoort, maar het levert af en toe ook pittige discussies op. ‘Waarom staat er geen picknicktafel in het park,’ vraagt een van de 16-jarigen zich af. ‘Allochtonen zitten daar vooral, die maken het gezellig, want ze nemen vaak muziek mee.’ Toch moeten er ook niet teveel bij elkaar zitten, want ‘dan voel ik me niet op mijn gemak.’ Overlast wordt door een aantal jongeren geweten aan die buitenlanders, terwijl anderen dat juist vooroordelen vinden. Turkse winkeltjes zijn wel weer leuk, maar een te dominante aanwezigheid is moeilijk voor velen.

Toch is het niet allemaal even slecht: ‘Door al dat bouwen gaat het voor de kinderen achteruit, maar er komen ook wel weer leuke dingen bij.’ Want wonen in een nieuwbouw-


104

Woonwensen: pannaveldjes en de centrale ruimte Ook in Weert hebben de jongeren wensen, met name de jongere jongens riepen om het hardst om pannaveldjes! Voetbal is een grote hobby van velen, en als dat niet op het voetbalveld kan, dan graag ruimte op straat. Ook deze jongeren hebben de wens tot een grote centrale ruimte, voor iedereen, waarbij ook zij weer nadachten over hoe het dan moest met al die geloven die altijd maar ruzie maken. Het groepje dat met dit onderwerp bezig was, ging daarin heel ver: als alle geloven niet naast elkaar kunnen bestaan en respect hebben voor elkaar, dan schaffen we alle geloofssymbolen maar af.

De eindconclusie over Weert is meer een realistisch beeld van hoe het is: ‘Weert is fijn, maar er kan veel veranderd en verbeterd worden,’ en dat zie je in de tekeningen die ze hebben gemaakt. Creatieve sessie: aspecten van het grootstedelijke netwerk In Weert is best van alles: het voelt klein als dorp, maar is eigenlijk een stad… maar heeft net niet genoeg stadseigenschappen waardoor veel jongeren uitwijken de grote regio in, naar Eindhoven, Maastricht, Roermond. Al deze aspecten kwamen aan de orde in de tekeningen die ze maakten.

Leven in de grote stad Weert heeft eigenlijk wel alles, want wat het zelf niet heeft haal je elders. Dit resulteerde in een zorgvuldige tekening, die ‘Later? Je kan het overal gezellig maken; daarvoor hoef je niet speciaal in Weert te zijn.’ beslist niet kinderachtig mocht zijn, maar meer zoals een architect het zou ontwerToch willen ook veel jongeren uiteindelijk wel in Weert blijven. ‘We zouden toch niet pen. Uiteindelijk waren dezelfde onderdelen zichtbaar als bij Weert, de ideale stad. ergens anders willen wonen, want je vrienden zijn het belangrijkst.’ Zo gelaten als de jongeren in de groepsdiscussies spraken over Weert, zo trots waren ze op hun stad in de creatieve sessies. Ze deden enthousiast hun best om Weert te upgraden en het als centrum te plaatsen binnen de regio. Conclusie Weert


105


106

Leven in een klein dorpje Zo opmerkelijk onverschillig en weinig trots als de jongeren gemiddeld waren over de stad Weert, zo trots waren andere jongeren uit de kernen rondom Weert als Nederweert, Stramproy, Budel, Maarheeze en Ell. De charme van gezellige huizen, kleine dijkjes, buiten en het bij elkaar langsgaan voeren de boventoon. Alleen, zeggen de Weerternaren, ‘het stinkt daar wel’.


107

Leven tussen Maastricht, Roermond en Eindhoven Weert zelf is dan misschien niet zo’n wervelende woonplaats, maar wel is het een centraal knooppunt in het regionale en zelfs landelijke grootstedelijke netwerk. Er heerst een grote vanzelfsprekendheid om wanneer het zo eens uitkomt naar de film te gaan in Roermond, uit te gaan in Eindhoven en te gaan winkelen in Maastricht. Boven­ dien is Den Haag ook best leuk. Dit gaan naar ‘metropolen’ elders in het land is zowel een uiting van lichte lokale verveling, als van een actiegerichte ‘go-where-theaction-is‘ attitude. Het is ook niet dat ze

er heel blij van worden, het is gewoon wat ze doen. Wel komen er daardoor allerlei maatschappelijke thema’s meer vanuit breed-maatschappelijk perspectief voor het voetlicht, zoals de fysieke impact van verschillende religieuze gebouwen in een woongebied. Weert: de ideale stad Weert als ideale stad blijkt eigenlijk heel gezellig, veelzijdig en leuk om te wonen. Voor alles is plek, als het maar weer op­nieuw aandacht krijgen. Voor alles is plek, zoals te zien is op de foto’s op de volgende pagina.


108


109


110


111


112

Colofon

Bestelgegevens Deze publicatie is te bestellen en te downloaden via www.vrom.nl of via de Postbus 51 Infolijn, telefoon 0800 – 80 51 (gratis) onder vermelding van VROM 7080. Datum publicatie April 2007 Deze publicatie beschrijft het onderzoek dat in opdracht van VROM is uitgevoerd door Keesie te Schiedam, tel. 010 - 246 95 00, www.keesie.nl.



VROM 7080 / april 2007

Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM w Rijnstraat 8 w 2515 XP Den Haag w www.vrom.nl

Ministerie van VROM > staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven. Nederland is klein. Denk groot.

Wonen in de toekomst w Scholieren aan zet


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.