Spark masterplan 2014 2023 publieke versie

Page 1

spark DE CROSSOVER VOOR VERNIEUWING IN DE GEBOUWDE OMGEVING

MASTERPLAN 2014-2023

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

1


COLOFON SPARK, Dé crossover voor vernieuwing in de gebouwde omgeving, Masterplan 2014-2023, december 2013 Dit Masterplan is ontwikkeld in opdracht van de stuurgroep SPARK (waarin vertegenwoordigd: Bert Pauli, Ton Rombouts, Elphi Nelissen, Paul Rüpp en Bert van der Els) en mogelijk gemaakt door provincie Noord-Brabant, gemeente ’s-Hertogenbosch, Technische Universiteit Eindhoven, Avans Hogeschool en Heijmans. Dit Masterplan is tot stand gekomen met medewerking van: Marnic Aarts, Raymond Alexander, Paul Appeldoorn, Bert Blocken, Paul Bogerd, Erwin Bosch, Peter van der Gugten, Heleen Herbert, Harwil de Jonge, Rob van Kalmthout, Robert Koolen, Paul Masselink, Karin Mastenbroek, Martin Nooijens, Willem den Ouden, Ron Pepers, Murk Peutz, Ger Post, Emile Quanjel, Petra Rutten, Nicole Schäffer, Leo Sedee, René Tonissen, Jan van de Ven, Marco Visser, Nienke Vording, Vincent de Waal, Pieter van Wesemael en Lonneke Wijnhoven Tekst en samenstelling: Minase Consulting Grafische vormgeving: Kingsize Creations


INHOUD SAMENVATTING 1. SPARK AMBITIE

5. INFRASTRUCTUUR

• De wereld verandert • Vraagstukken • Leefbaarheid door transitie • SPARK visie en missie • Doelstellingen en verwachte opbrengsten

• SPARK als broedplaats • SPARK PLAZA • Collaborative workspace en community

2. POSITIONERING

• Governance en organisatie • Aansluiting economisch beleid • Strategische partnerships en allianties

• Belang bouwsector • Ontwikkelingen • SPARK speerpunten • SPARK netwerk en partnerships

6. ORGANISATIE

7. JAARPROGRAMMA 2014

3. KENNIS EN KUNDE • Kweekvijver voor talent • Ontwikkelingen • Living Labs

4. INNOVATIE EN BUSINESS DEVELOPMENT • Open innovatie • Proces en faciliteiten • SPARK innovatiecentrum • SPARK incubator • Vooruitblik op 2014

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

1


spark heartbeat


SAMENVATTING SPARK is dé crossover voor vernieuwing in de gebouwde omgeving. Diverse maatschappelijke ontwikkelingen vragen om innovatieve aanpakken en oplossingen voor de inrichting van onze leef- en werkomgeving. Leefbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid zijn daarbij de kernbegrippen. SPARK inspireert, verbindt en faciliteert mensen en organisaties om – vanuit een gedeelde passie en op basis van hun eigen specialisme – samen te werken aan de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van slimme leef- en werkomgevingen. Daarmee ontwikkelt SPARK zich tot een nationale en internationale ‘showcase’ en ontmoetingsplek voor innovatie in de bouw. SPARK fungeert als ‘Living Lab’ en verbindt (latente) behoeften van gebruikers en maatschappelijke vraagstukken met onderzoek en product- en dienstenontwikkeling. Daarmee wordt de keten van kennisontwikkeling en -valorisatie omgedraaid en volgens moderne opvattingen georganiseerd. Van gebruiker tot bedenker is de hele bouwketen betrokken, en zijn‘ launching customers’ gemobiliseerd om nieuwe oplossingen voor maatschappelijke problemen te testen. Met de gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft SPARK een centraal gelegen ontwikkel- en testlocatie voor deze nieuwe oplossingen.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

De doelstellingen van SPARK zijn geformuleerd op een drietal uitdagingen ten aanzien van ontwerp, realisatie en beheer van de gebouwde omgeving: (1) het versterken van kennis en kunde; (2) het aanjagen van economische ontwikkeling, en (3) het ontwikkelen van duurzame oplossingen als antwoord op maatschappelijke vraagstukken. Daarbij richt SPARK zich primair op: • Duurzaamheid en energie • Infrastructuur voor mobiliteit • Smart materials • Well-being en gezondheid SPARK ontwikkelt zich volgens een organisch model zonder majeure investeringen in ‘hardware’ of vastgoed. SPARK maakt gebruik van beschikbare kennis, kunde en faciliteiten en zoekt nadrukkelijk samenwerking met andere clusters en topsectoren. Voor 2014 ligt het accent op het verder ontwikkelen van het SPARK cluster, het opzetten en bemensen van een SPARK Innovation Centre, het initiëren van 5 Living Labs en het ontwikkelen van een gezamenlijke ontmoetingsplek en een infrastructuur voor facility sharing. Met als centrale transitie-opgave: leefbaar, duurzaam en betaalbaar.

3



1. SPARK AMBITIE



DE WERELD VERANDERT De wereld is continu in verandering. We worden steeds ouder en willen – en moeten – zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Huishoudens worden kleiner en meer divers qua samenstelling. Onze wereld verandert in een multiculturele samenleving met verschillende culturen en verschillende behoeften en gedragspatronen. Het nieuwe werken creëert mogelijkheden en behoeften om in flexibele werkvormen en op

Vicky: nog 100 jaar toekomst

Vicky is geboren in 2013 en zal naar verwachting 100 jaar oud worden. Hoe vaak zal zij in die tijd verhuizen? Hoe zorgen we er voor dat zij comfortabel en betaalbaar woont? Steeds weer opnieuw.

Als Vicky 23 jaar is, woont zij samen met anderen in een groepscomplex en deelt een gezamenlijke entree en keuken. Een toilet en douche heeft ze graag voor zichzelf. Maar dat geldt niet voor iedereen in het gebouw.

Op haar 45e is Vicky veel onderweg voor haar werk. Zijn de wegen dan nog net zo vol als nu? Of is ons vervoer dan écht slim? Hoe zal Vicky wonen als zij 88 is? Is haar woning slim genoeg om zelfstandig te blijven wonen ondanks haar beginnende dementie? Hoe is zorgop-afstand geregeld?

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

afstand met elkaar samen te werken De steeds verdergaande digitalisering van onze samenleving biedt aanvullende mogelijkheden en kansen voor sociale en zakelijke netwerken. Onze leef- en werkomgeving is steeds minder begrensd door fysieke en gebouwde infrastructuren. Het besef dat natuurlijke bronnen beperkt zijn en niet verspild mogen worden, klinkt steeds nadrukkelijker in onze samenleving. De roep om ‘carbon neutrale’ oplossingen vindt zijn weg naar steeds meer producten en diensten. Ook de manier waarop we onze private en publieke ruimte inrichten, is meer en meer ingekleurd door opvattingen over duurzaamheid. De behoefte aan een duurzame, flexibele en meer op gebruikerswensen ingerichte leefomgeving, vraagt om innovatieve oplossingen. Steden en omliggende regio’s moeten slimmer! Slimmer, in meerdere opzichten! Samenwerking tussen specialisten is nodig om tot grensverleggende innovatie te komen.

VRAAGSTUKKEN De vraagstukken met betrekking tot de inrichting van onze woon-, leef- en werkomgeving zijn divers en complex. Ontwikkelingen en vraagstukken die daarbij een rol van betekenis spelen, zijn: • Veranderende wensen en eisen vanuit de maatschappij onder invloed van demografische ontwikkelingen (vergrijzing, veranderende samenstelling huishoudens, arbeidsmigratie, etc.), waarvoor andere en betere diensten en producten gewenst/ vereist zijn

5



• Toenemende eisen/verwachtingen en mondigheid van de Nederlandse bevolking (ook met betrekking tot wonen, werken, mobiliteit, recreëren etc.) • Een overheid die zich richt op ‘sturing op afstand’ en lagere uitgaven voor maatschappelijke taken. Dit resulteert in het vraagstuk hoe en met wie deze maatschappelijke taken op een goede manier kunnen worden overgenomen. De overheid zelf moet nieuwe routines ontwikkelen om stedelijke ontwikkeling te realiseren, minder in de rol van regisseur, meer als facilitator en publieke partner • De groeiende bereidheid (onder bepaalde groepen) in de samenleving om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor sociaalmaatschappelijke vraagstukken en om in samenwerking met anderen verandering te realiseren door collectief particulier opdrachtgeverschap • Door de economische conjunctuur en concurrentie van opkomende economieën is het noodzakelijk alternatieve economische perspectieven te ontwikkelen. De sleutel hiervoor ligt in het creëren van toegevoegde waarde door innovatie • Overcapaciteit en leegstand als gevolg van een gebrek aan sturing op beheer en kwaliteit in het verleden • De noodzaak om het energie- en materiaalverbruik in de bouwsector terug te dringen, o.a. door het gebruik van hernieuwbare energie en materialen in combinatie met extra aandacht voor beheer, onderhoud, renovatie, transformatie en hergebruik van bestaande gebouwen en infrastructuur

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• ‘Well-being’ als één van de pijlers van de kwaliteit van leven in relatie tot voorgaande ontwikkelingen en vraagstukken. Onze gezondheid en welbevinden wordt mede beïnvloed door onze leefomgeving zowel in de stedelijke context als binnen gebouwen. Hoe kan onze gebouwde omgeving helpen om zorg betaalbaar te houden? Diverse studies en verkenningen wijzen op het belang van innovatie, procesoptimalisatie, versterken van de kenniscomponent en samenwerking in de bouw (ontwerp, realisatie en beheer) en in bouwgerelateerde toeleveringsketens.

LEEFBAARHEID DOOR TRANSITIE Vraagstukken, trends en ontwikkelingen, veranderende behoeften van mensen en markten zijn er altijd geweest. In dat licht is de opgave voor ‘de bouw’ niet wezenlijk anders dan dat deze vroeger was. Maar er is één essentieel verschil. Alle signalen wijzen er op dat de tijd van nieuwbouw en ‘green field ontwikkeling’ definitief voorbij is. De maatschappelijke en economische context vraagt om aanpassing en herontwikkeling binnen de bestaande omgeving. Transitie is de maatschappelijke context. Met economische dynamiek als aanjager. Transitie is de opgave. Leefbaarheid zal opnieuw uitgevonden en vormgegeven moeten worden vanuit bestaande omgevingen. Geen gemakkelijke opdracht. Een bestaande stad of wijk toekomstbestendig maken vraagt om samenwerking en regie. Het ‘smart cities’ concept doet een beroep op het collectieve innovatievermogen van de gehele bouw-, infra- en vastgoedsector. Maar

6



ook in samenwerking met andere sectoren! De complexiteit is immers groot en de belangen zijn divers. Een gezamenlijke SPARK visie en agenda geven voeding aan grensverleggende projecten in ‘Living Labs’ (voor meer informatie zie hoofdstuk 3) met betrokkenheid van overheid, kennisinstellingen, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en consumenten. Door open innovatie en uitwisseling van kennis en ideeën tussen specialisten, ontstaan slimme oplossingen die onze leef- en werkomgeving mooier, slimmer, beter en duurzamer maken. Dit is goed voor mens, economie en aarde.

waarbij over het algemeen sprake is van aanbodsturing en een laag rendement. SPARK fungeert als ‘Living Lab’ en verbindt (latente) behoeften en maatschappelijke vraagstukken met onderzoek en product- en dienstenontwikkeling. Daarmee wordt de ‘keten’ van kennisontwikkeling en -valorisatie omgedraaid en volgens moderne opvattingen georganiseerd. Deze nieuwe maatschappelijke vraagstukken en bijbehorende innovatieve oplossingen vragen ook om andere partners/professionals/ organisaties waarmee moet worden samengewerkt en om andere vormen van samenwerking. Onderdelen van de SPARK ambitie zijn:

SPARK VISIE EN MISSIE De hiervoor beschreven maatschappelijke ontwikkelingen vragen om innovatieve aanpakken en oplossingen voor de inrichting van onze leef- en werkomgeving. Leefbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid zijn daarbij de kernbegrippen. De mens staat binnen SPARK centraal. Transitie is de opgave. Samenwerking is de vorm. SPARK inspireert, verbindt en faciliteert mensen en organisaties om – individueel en in onderlinge samenwerking – te werken aan de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van slimme leef- en werkomgevingen. SPARK heeft de ambitie om in 2016 hét platform te zijn voor innovatie in de gebouwde omgeving. Bedrijfsleven (groot en klein), not-for-profit organisaties, kennisinstellingen en overheid werken binnen SPARK samen aan complexe maatschappelijke vraagstukken. Deze samenwerking overstijgt de traditionele werkverdeling van onderzoek, toepassing en business development (kennis, kunde, kassa)

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• Het ontwikkelen van een open innovatie eco-systeem wat voor specialisten uit diverse sectoren en toepassingsgebieden toegang biedt tot inspiratie, kennis/kunde en samenwerking • Uitwisseling van informatie, kennis en ervaringen, en ideeën of oplossingsrichtingen via een digitale community en door de organisatie van evenementen en thematische workshops • Onderzoek en business development n.a.v. maatschappelijke vraagstukken – vertaald in marktgerichte diensten en producten – bij voorkeur in gezamenlijke projecten met participatie van consumenten en eigenaren van de gebouwde omgeving • Toegang tot specialistische en schaarse onderzoeks-, test- en simulatiefaciliteiten (facility sharing)

7



• Verbeteren van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt door het creëren van een contextrijke leeromgeving en samenwerking met het bedrijfsleven • Versterking van de internationale concurrentiepositie en exportmogelijkheden van (individuele partijen in) het SPARK cluster, o.a. door gezamenlijke participatie in Europees gefinancierde programma’s en Interreg projecten • Het realiseren van robuuste oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken ten aanzien van de gebouwde omgeving. Hierbij ligt het accent op leefbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid Met faciliteiten en activiteiten, gericht op de bovenstaande ambitie, fungeert SPARK als een katalysator voor radicale vernieuwing, samenwerking en ondernemerschap. SPARK draagt bij aan het behoud van bestaande en het creëren van nieuwe werkgelegenheid in (Noordoost-)Brabant door middel van het versterken van bestaande bedrijvigheid en door het aantrekken van nieuwe bedrijven in of in de nabijheid van ‘s-Hertogenbosch. De centrale SPARK locatie (“SPARK-LAB” gelegen aan een zichtlocatie in de oksel van de snelwegen A2 en A59 en aan de nieuwe Zuid-Willemsvaart) ontwikkelt zich toch een aantrekkelijke en aanzuigende vestigingsplaats voor startende bedrijven en voor projectmatige samenwerking tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen. Via SPARK worden studenten en leerlingen (WO, HBO, MBO, MO) in contact gebracht met het bedrijfsleven om samen te werken aan valorisatie van kennis. Via de SPARK human capital agenda hebben studenten de mogelijkheid om deel te nemen aan huidige en toekomstige entrepreneurshipprogram-

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

ma’s van de betrokken onderwijsinstellingen (Ondernemerslift+, Brightmove, Starterslift). Dit resulteert in additionele belangstelling voor ondernemerschap en vergroting van het aantal student startups. SPARK resulteert in een versterking van R&D en in innovatie binnen het midden- en kleinbedrijf in de bouw. In de huidige situatie wordt kennis te vaak slechts ad hoc benut en minimaal geborgd, waardoor in verloop van tijd kostbare know-how verloren gaat. SPARK draagt bij aan de versterking van de kennis- en innovatie-infrastructuur via gerichte ondersteuning aan startende en jonge ondernemingen. Deze infrastructuur omvat onder andere kleinschalige en flexibel in te richten bedrijfshuisvesting, werkplaatsen, simulatie- en testfaciliteiten, vergader- en congresfaciliteiten, coaching, toegang tot regionale en (inter)nationale contacten en netwerken, en bedrijfsfinanciering.

DOELSTELLINGEN EN VERWACHTE OPBRENGSTEN De doelstellingen van SPARK zijn geformuleerd op een drietal uitdagingen ten aanzien van ontwerp, realisatie en beheer van de gebouwde omgeving: • Het versterken van kennis en kunde • Het aanjagen van economische ontwikkeling • Het ontwikkelen van duurzame oplossingen als antwoord op maatschappelijke vraagstukken Op pagina 9 en 10 is voor de bovengenoemde onderdelen beschreven welke subdoelstellingen nagestreefd worden en/of welke resultaten van SPARK te verwachten zijn. Niet alle (directe of indirecte) uitkomsten van SPARK zijn

8



even gemakkelijk te kwantificeren of op een andere manier ‘smart’ te maken. In sommige gevallen zijn pas tijdens de realisatiefase uitspraken met enige betrouwbaarheid mogelijk over de te verwachten uitkomsten. Dit is in lijn met de wens en visie om SPARK te positioneren als Living Lab. Dat impliceert – per definitie – dat richting en uitkomsten van onderzoek en business development tot stand komen via inbreng van consumenten, stakeholders en SPARK deelnemers.

• Het SPARK aanbod van shared facilities wordt jaarlijks door 50-100 bedrijven en organisaties gebruikt • Het SPARK cluster telt per einde 2016 ca. 200 bedrijven; zo’n 2000 personen vervullen op een of andere manier een actieve rol binnen de SPARK community • De SPARK bijeenkomsten en evenementen worden jaarlijks bezocht door zo’n 1500 deelnemers

HET VERSTERKEN VAN KENNIS EN KUNDE SPARK draagt bij aan de ontwikkeling, overdracht/kennisdeling en het (gezamenlijk) benutten van kennis en kunde binnen het cluster. Hierbij gaat het om: • Ontwikkeling van contextrijke leeromgevingen voor (praktijk)onderdelen van de betrokken opleidingen • Jaarlijks 5 tot 10 (doelstelling 2015) stage-, afstudeeropdrachten uitgevoerd in het kader van de SPARK Living Lab / onderzoeksagenda • Uitwisseling van personen tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen • Interdisciplinaire projecten uitgevoerd door studenten vanuit diverse opleidingen • Verbeterde aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt • Versterking van kennis en kunde op het gebied van CAD, Virtual Reality, BIM, e.a. • Promotie van de bouw(gerelateerde) sector onder leerlingen en studenten • Kennisdeling en gezamenlijke kennisontwikkeling in Living Labs

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• SPARK stimuleert nieuw ondernemerschap gericht op het vitaal houden van de stad en de regio De meest effectieve ontwikkeling van de noodzakelijke kennis vindt plaats door het organiseren en verbinden van strategische personen en organisaties uit onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven, overheid en gebruikers van de gebouwde omgeving. Het borgen van de ontwikkelde kennis is hierbij een extra aandachtspunt en vereist de verbinding naar strategische kennispartners in het netwerk van SPARK.

HET AANJAGEN VAN ECONOMISCHE ONTWIKKELING SPARK mobiliseert vormgevers, ontwikkelaars, toeleveranciers, ‘bouwers’ en gespecialiseerde dienstverleners om in nauwe samenwerking met elkaar en met kennisinstellingen, overheid en maatschappelijke organisaties kansen (rond regionale speerpunten) te vertalen in collectieve actie. Door de gebundelde kennis en kunde van SPARK en door facility sharing kunnen de verschillende betrokken organisaties hun activiteiten in toenemende mate onderling afstemmen en onderling samenwerken waardoor de innovatiekracht en concurrentiekracht van het cluster als geheel en van individuele bedrijven wordt vergroot. In kwantitatieve termen:

9



• SPARK faciliteert jaarlijks 5 nieuwe Living Labs; hierbij zijn in totaal 80-100 partijen betrokken • SPARK vergroot de totale innovatieportfolio van het cluster met 10-15% • SPARK resulteert jaarlijks in 20 technologische vindingen, octrooien, licenties, nieuwe producten/diensten • SPARK resulteert in een groter rendement op innovatie en marktintroductie SPARK draagt bij aan het behoud van werkgelegenheid in de regio. Binnen specifieke segmenten en technologiegebieden ontstaan nieuwe bedrijfsinitiatieven, resulterend in nieuwe werkgelegenheid. Zowel in directe zin (direct aantal arbeidsplaatsen) als in secundaire zin (toelevering, services en algemene ondersteuning). In kwantitatieve termen: • SPARK faciliteert jaarlijks 5 startups (in de ontwikkel- en uitbouwfase) oplopend tot 10 bedrijven in de exploitatiefase • Dit resulteert jaarlijks in 200 nieuwe werkplekken (directe werkgelegenheid plus secundaire werkgelegenheid) • Bij bestaande bedrijven draagt SPARK bij aan versterking van het innovatieve karakter en het behoud van werkgelegenheid. Dit laatste is – mede met het oog op de huidige conjunctuur – lastig te kwantificeren In meer algemene zin draagt SPARK bij aan een betere profilering van ’s-Hertogenbosch en Noordoost-Brabant als hotspot voor innovatie in de gebouwde omgeving. Het imago van een stad of regio is een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor zowel bewoners als bedrijven. Een positief imago en een sterke

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

uitstraling hebben een positieve invloed op het vestigingsklimaat en daarmee op de werkgelegenheid, doordat meer bedrijven en personen in de regio behouden kunnen blijven en nieuwe kunnen worden aangetrokken.

HET ONTWIKKELEN VAN DUURZAME OPLOSSINGEN ALS ANTWOORD OP MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN SPARK draagt in algemene zin bij aan de ontwikkeling van oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken zoals beschreven op pagina’s 5 en 6 en aansluitend bij de (latente) behoeften bij gebruikers, beheerders en eigenaren in de gebouwde omgeving. Daarmee wordt verbetering gerealiseerd op het gebied van: • Welbevinden en gezondheid (people) • Duurzaamheid (planet) • Betaalbaarheid en welvaart (profit) SPARK werkt aan het verbinden van maatschappelijke organisaties en personen voor het helder krijgen van de randvoorwaarden voor betere (people), slimmere (planet) en betaalbare (profit) oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken. Dit als basis voor het verder ontwikkelen van de noodzakelijke houding, kennis en kunde om te komen tot concrete oplossingen en robuuste businesscases voor de geschetste maatschappelijke vraagstukken. Door middel van concrete Living Lab projecten zullen vraagstukken met de noodzakelijke maatschappelijke organisaties, werkveld, overheden en kennisinstellingen worden onderzocht, gerealiseerd, gemonitord en geëvalueerd.

10



2. POSITIONERING



BELANG BOUWSECTOR De bouwsector is een belangrijke sector binnen de Nederlandse economie. De sector omvat tal van actoren, die samen het bouwcluster vormen. Het gaat hier om producenten en leveranciers van bouwmaterialen en -systemen, kleine zelfstandige ondernemers (zzp-ers), projectontwikkelaars en -vastgoedexploitanten, aannemers van ruwbouw-, installatie- en afbouwwerkzaamheden, architecten, studie- en ingenieursbureaus, enz. De sector valt te typeren als conservatief, versnipperd en kenmerkt zich door een groot aantal MKBondernemingen, met name in de particuliere woningbouw. Diverse niches kunnen in de sector onderscheiden worden zoals o.a. wegenbouw, utiliteitsbouw, particuliere woningbouw, bagger- en bodemsaneringswerken, materiaalproductie, energieproductie, etc. Het aandeel van de bouw in het Bruto Binnenlands Product (BBP), de totale investeringen en het totale arbeidsvolume aan werkzame personen bedragen respectievelijk; 5%, 55% en 7% (bron CBS). Deze cijfers zijn exclusief de indirecte aan de bouw gerelateerde sectoren. De woning- en utiliteitsbouw is goed voor maar liefst 350.000 banen. En ook de Grond, Weg- en Waterbouw sector is voor de economie direct en indirect van belang (Bron: Fenelab, Sector bouw). In de regio Noordoost-Brabant is het aandeel van de bouwsector nog een fractie groter. Naast de directe economische relevantie is ook het indirecte belang van de bouw vermeldenswaard. In de global society is de kwaliteit van leven een steeds belangrijker concurrentiecriterium in het werven van nieuwe economische bedrijven en hun belangrijkste werkkapitaal - hoogopgeleide kenniswerkers en hun kennis. De kwaliteit van leven hangt in belangrijke mate samen met de kwaliteit

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

van de gebouwde leefomgeving en daarmee tevens van het vermogen om deze te kunnen ontwikkelen, realiseren en beheren. In het buitenland geniet de Nederlandse bouw aanzien op grond van onze expertise en samenwerking tussen design, planning en realisatie van bouwprojecten. Tegelijkertijd is het exportaandeel van de sector niet bijzonder groot. Met name de kleine bouwbedrijven en zzp-ers zijn vooral gericht op de binnenlandse markt. Een belangrijk onderdeel van de SPARK ambities is de kanteling van een ‘traditionele maakindustrie’ naar een ‘kennisintensieve maakindustrie’ en slimme ambachtelijkheid. Deze kanteling is essentieel voor het behoud en de verdere versterking van de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse bouwsector en tevens van belang voor de Nederlandse economie als geheel. In het onderstaande wordt een aantal ontwikkelingen op een rijtje gezet.

ONTWIKKELINGEN De bouwsector is erg gevoelig voor conjuncturele ontwikkelingen. Dit is in de afgelopen jaren nog maar eens gebleken. De kredietcrisis en het daardoor verslechterde economische klimaat is met name voelbaar geweest in de woningbouw, bij projectontwikkelaars en bij architectenbureaus. De recente ontwikkelingen zullen nog lang doorwerken en invloed uitoefenen op de bouwproductie en de werkgelegenheid in de komende jaren. Vooral middelgrote bouwbedrijven vangen de klappen van de crisis op. De omzet van bedrijven met 10 tot 100 werknemers daalde in het tweede kwartaal van 2013 het hardst met 9,8%. De kleine bedrijven met maximaal

12



Sector Bouw en Vastgoed en deelsectoren

Prognose 2013

- Bouw en vastgoed totaal

-4,5%

- Architectenbureaus

-7,0%

- Bouwmaterialenindustrie

-3,0%

- Grond-, water- en wegenbouw

-4,5%

- Houtindustrie

-5,0%

- Ingenieursbureaus

-1,5%

- Installatiebedrijven

-3,0%

- Projectontwikkeling

-8,0%

- Utiliteitsbouw

-2,0%

- Woningbouw

-7,0%

Prognose betreft mutaties omzet of volume t.o.v. 2012 Bron: ABN Amro, Prognoses Economie en Sectoren, mei 2013

Figuur 1: Krimpprognoses 2013

10 werknemers deden het nog het beste. Hun omzet daalde het minst hard, met 3,6% (Bron: ABN Amro, Sector Update Bouw, september 2013). Ondanks dat er in 2013 in vergelijking met voorgaande jaren enige stabilisatie van de omzet en productie in de bouw zichtbaar is, zijn de vooruitzichten voor de bouw in algemene zin nog verre van positief. Deze gevoeligheid voor economie en conjunctuur werken juridisering, claimcultuur en prijsconcurrentie in de hand. Daarnaast blokkeert deze relatie ook deels de doorontwikkeling van innovaties binnen de bouw. Verder zorgt de opkomst van de grote economieën, de zogenaamde BRIC-landen, voor een verhoogde vraag en afname van energie, materiaal en arbeid die de mondiale schaarste-problematiek verder aanscherpt en die tevens andersoortige concurrentie van buitenaf op nationaal niveau veroorzaakt. Verdere versterking van de kennisintensiteit, professionalisering, samenwerking en innovatie moeten een antwoord bieden op deze ontwikkelingen en de concurrentiepositie van de regio waarborgen.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

SPARK SPEERPUNTEN SPARK richt zich primair op: • Duurzaamheid en energie • Infrastructuur voor mobiliteit • Smart materials • Well-being en gezondheid Om vernieuwing op deze kernthema’s te bewerkstelligen is tevens aandacht nodig voor de wijze waarop binnen de keten (ontwikkeling, realisatie, beheer) samengewerkt wordt en hoe processen ingericht zijn en ondersteund worden, bijvoorbeeld door het gebruik van systemen gebaseerd op het Bouwwerk Informatie Model (BIM).

DUURZAAMHEID EN ENERGIE Duurzame energie in gebouwen, wijken en steden is een belangrijk thema voor SPARK. In de afgelopen jaren zijn veel nieuwe technologieën en toepassingen ontwikkeld en op de markt geïntroduceerd. Echter, niet al die technologieën en oplossingen worden even gemakkelijk geaccepteerd door gebruikers, eigenaren en beheerders van diezelfde gebouwde omgeving. Vanaf 2018 zal het verplicht zijn om nieuwe gebouwen energieneutraal op te leveren en bij renovaties die energieneutrailiteit te bereiken. Steden, gemeenten, woningbouwcorporaties en banken kijken met grote belangstelling naar de nieuwe toepassingen. Binnen kennisinstellingen wordt voortvarend gewerkt met bedrijven om nieuwe concepten te testen en verder te ontwikkelen. Het vraagstuk van duurzaamheid speelt niet alleen rond energie maar ook rond diverse andere toepassingen en functies. Duurzaamheid heeft ook te maken met het zorgvuldig gebruik van grondstoffen en niet-hernieuw-

13



bare materialen en de wijze waarop we omgaan met voedsel, afval, luchtvervuiling en waterverontreiniging. Op deze punten valt er in de ‘traditionele’ bouw veel winst te boeken. Momenteel wordt nog een slordige 50% van alle geproduceerde materialen gebruikt in de bouwsector, de bouwsector produceert 50% van alle afval en gebruikt 40% van alle geproduceerde energie. Er is een toenemend bewustzijn dat de sector serieuze inspanningen moet doen om de ecologische footprint van de sector te reduceren en deze tot een aanvaardbaar minimum moet terugbrengen.

Warmte uit rioolwater

trisch aangedreven voertuigen. Verwacht wordt dat dergelijke coöperatieve oplossingen in de toekomst uitgebreid zullen worden met gezamenlijke oplossingen voor afvalverwerking, compostering, waterzuivering en andere doeleinden.

INFRASTRUCTUUR VOOR MOBILITEIT Mobiliteit is een belangrijk element van onze samenleving en levert een belangrijke bijdrage aan onze welvaart. De consumptieve bestedingen van huishoudens aan vervoer bedroegen volgens het CBS in 2009 zo’n 30 miljard euro (CBS, 2011). Daarmee vormt vervoer een belangrijke uitgavenpost, waaraan ruwweg evenveel wordt uitgegeven als aan voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken. In 2009 maakten consumenten circa 9 miljard verplaatsingen met een totaal tijdsbeslag van circa 3,8 miljard uur. Het goederenvervoer en zakelijke verkeer komt in hetzelfde jaar uit op 435 miljoen verplaatsingen met een totale reisduur van 271 miljoen uur. In beide gevallen is vervoer over de weg veruit de populairste variant.

De Hydrea Thermpipe is een gepatenteerde energieboorbuis, die het mogelijk maakt om met minimale investeringen energie te onttrekken aan rioolwater en warmte terug te leveren aan bijvoorbeeld woningen. Daarmee is het een waardevolle en duurzame techniek die past in de maatschappelijke opgrave om de footprint van steden terug te brengen. Deze innovatieve productontwikkeling is het resultaat van een constructieve samenwerking tussen Frank GmbH, Socea, Tauw en Heijmans

In diverse toekomstvisies leeft het beeld dat de tijd van grootschalige systemen en infrastructuren voorbij is en zal gaan plaatsmaken voor kleinschalige, autarkische (micro)systemen. Een voorbeeld daarvan is het All Electric Street concept waarbij een collectief van bewoners lokaal energie opwekt en gebruikt voor verwarming en energievoorziening in huis en voor mobiliteit met behulp van elek-

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

Figuur 2: Files, een bron van ergernis en economische schade. Hoe lossen we in de toekomst mobiliteit slim op?

Innovatie op het gebied van fysieke mobiliteit vraagt om expertise op het gebied van infrastructuur, mobiliteitsconcepten en voertuigtechnologie. Om tot grensverleggende innovatie te komen ligt samenwerking tussen de automotive sector en SPARK voor de hand. Op het gebied van communicatie tussen weg

14



en voertuig ontmoeten beide clusters elkaar. Om die reden wordt in 2014 gebouwd aan een gezamenlijke Living Lab agenda. • SPARK maakt de weg slimmer: binnen SPARK ligt de nadruk op de gebouwde infrastructuur voor mobiliteitsoplossingen. Een voorbeeld daarvan is het ‘Smart Highway’ concept, ontwikkeld in samenwerking met Studio Roosegaarde, wat de weg duurzaam en interactief maakt door slimme verlichting, energie-opwekking uit asfalt (‘Electric Priority Lane’), en verkeerstekens en belijning die zich aanpassen aan de verkeerssituatie. • Automotive.nl maakt de auto slimmer: Binnen het Automotive.nl cluster ligt de aandacht primair op mobiliteitsconcepten en voertuigtechnologie. De auto maakt in de toekomst meer en meer gebruik van informatie afkomstig van andere weggebruikers en van de weg zelf. Daarmee neemt het voertuig meer en meer functies over van de bestuurder en wordt het verkeer veiliger en betrouwbaarder.

Electric Priority Lane

De Electric Priority Lane maakt deel uit van het ‘Smart Highway’ programma, een samenwerking tussen Heijmans en Studio Roosegaarde. Deze rijstrook geeft voorrang aan elektrische voertuigen en zorgt ervoor dat tijdens het rijden de accu van de auto bijgeladen wordt. Energie uit asfalt. Elektrisch ‘bijtanken’ doe je onderweg, niet meer aan de ‘ouderwetse’ benzinepomp.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

Binnen SPARK wordt niet alleen onderzoek verricht en oplossingen ontwikkeld om door een verbeterde (fysieke) infrastructuur mobiliteit te verbeteren. Binnen SPARK wordt ook gezocht naar alternatieven voor traditionele mobiliteitsoplossingen en oplossingen om de behoefte aan ‘traditionele’ mobiliteit te reduceren. Bijvoorbeeld door slimme communicatie en distributie-systemen. Verder onderzoek en dienstenontwikkeling op het gebied van ‘digitale mobiliteit’ in combinatie met innovatie voor fysieke mobiliteitsinfrastructuren vormen een wezenlijk onderdeel van de SPARK agenda.

SMART MATERIALS Studies uit de jaren ’90 laten zien dat met de huidige groei van de wereldeconomie, de voorraad van niet- hernieuwbare materialen binnen 50 jaar voor het grootste deel zal zijn uitgeput. Van alle geproduceerde materialen wordt 50% gebruikt in de Bouwsector en deze sector is verantwoordelijk voor 50% van alle afvalproductie. Tevens is van belang dat de Bouwsector 40% van de totale energieproductie gebruikt. Dit toekomstperspectief maakt het belang van materialentechnologie voor de gebouwde omgeving groot. Andere drijvende krachten achter innovaties op dit gebied zijn kostenbesparing en verbetering van functionaliteiten, vaak ingegeven door maatschappelijke thema’s als globalisering, klimaatverandering, energie-problematiek, grondstoffenschaarste en duurzaamheid. De volgende trends en uitdagingen op materialengebied hebben een grote impact op innovatie binnen bedrijven en kennisinstellingen en op maatschappelijke vraagstukken met betrekking tot de gebouwde omgeving: • Duurzaamheid: Het dreigend tekort aan grondstoffen en aardolie, de noodzaak van recycling en de behoefte aan een schone,

15



CO2-emissievrije energievoorziening zijn sterke ‘drivers’. In een sector als de bouw, waarin het materiaalverbruik hoog ligt, valt veel voordeel te behalen met het gebruik van biobased materials • Zorg, vergrijzing en veiligheid: Maatschappelijke thema’s vragen om de ontwikkeling van functionele materialen, zoals extreem brandwerende materialen, lichtgevende belijningen op de snelweg, en anti-slip materialen voor in de badkamer. • Functionele eigenschappen: Nieuwe materialen zijn bij voorkeur lichter, sterker, recyclebaar, goedkoper, duurzamer, functioneel en bestand tegen extreme condities. • Lichtgewicht construeren: Door het gebruik van hoogwaardige, lichtgewicht materialen en composieten zijn constructies mogelijk met hoge belastbaarheid tegen relatief weinig materiaalverbruik. • Dunner: Dunne-lagen technologie krijgt steeds meer toepassingen. Zo kunnen organische zonnecellen worden geproduceerd door het aanbrengen van dunne coatings op flexibele ondergronden. Met deze techniek kunnen zonnecellen aangebracht worden op gekromde oppervlakken • Recyclebaar: Het vervangen van de glasvezels in vezelversterkte composieten door hernieuwbare vezels zoals vlas en hennep vergroot de verwerkbaarheid en geeft extra gewichtsbesparing. • Functionele en zelfherstellende materialen: De functionaliteit van materialen wordt steeds meer gebruikt voor slimme toepassingen, zoals corrosiebescherming, waardoor jaarlijks miljoenen euro’s aan onderhoud worden bespaard (zie ook inzet)

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• 3D printing: Deze technologie maakt contextspecifieke productie op locatie mogelijk, resulterend in minder materiaalverbruik, afval, transport en opslag. 3D printing wordt vooral nog toegepast voor het maken van prototypes en kleine series. Maar andere, meer industriële toepassingen zijn in de maak. Ook in de bouw. Zo loopt er momenteel een project in Amsterdam waar DUS Architecten een grachtenpand realiseert met een 3D printer met polymeren. Elders wordt geëxperimenteerd met het printen van hout, kunstmatig zandsteen, baksteen en zelfs beton. Interessant is vooral het ontwikkelen van specifieke verbindingen tussen gestandaardiseerde half-fabrikaten en componenten in de bouw. Dit in relatie tot: industrieel – flexibel – demontabel bouwen als concrete methode voor het ontwikkelen, realiseren en beheren op duurzaamheid.

Zelf-herstellend beton

Self-healing materialen zijn materialen die uit zichzelf herstellen. Onderhoud wordt daardoor overbodig of in ieder geval goedkoper. Zo kunnen bacteriën in beton ‘slapen’. Wanneer het beton scheurt, worden die bacteriën door zuurstof weer ‘wakker’. In contact met voedingsstoffen hardt hun ontlasting uit. Daardoor vullen de haarscheurtjes zich in het beton. In geval van zelfgenezend asfalt zijn ragfijne staalvezels verwerkt in het asfalt. Bij scheurvorming kan door inductie het asfalt verhit worden. Het bitumen gaat vloeien, de scheurtjes smelten dicht.

16



WELL-BEING EN GEZONDHEID De gebouwde omgeving is van invloed op de gezondheid en het welbevinden van individuen en groepen. Onderzoek van de TU/e is gericht op de bijdrage van bouwfysische aspecten op het dagelijks functioneren van mensen en de implicaties hiervan voor de ontwikkeling van installaties in gebouwen. Binnen SPARK zal dergelijk onderzoek uitgevoerd worden binnen Living Labs en nadrukkelijk gekoppeld worden aan business development projecten. Enkele voorbeelden: • Virtueel daglicht: Daglicht is van invloed op het functioneren en het welbevinden van mensen in gebouwen. Dit project richt zich op de ontwikkeling van ‘virtuele ramen’ waarmee daglichtloze en daglichtarme ruimtes van supplementair daglicht en uitzicht voorzien kunnen worden met als doel het functioneren van bewoners en werkenden te verbeteren • Adaptieve zorgomgeving: Dit project richt zich op de ontwikkeling van adaptieve patiëntenkamers voor CVA-patiënten, die een zogenaamde ‘healing environment’ vormen voor de patiënt en tegelijk de workflow van de staf ondersteunen. Een dergelijke zorgomgeving moet faciliterend zijn voor de kwaliteit van zorg en tevens het welbevinden en de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren • Akoestiek in ouderenzorg: Akoestiek is een onderbelicht aspect in verzorgingshuizen en dat terwijl nagenoeg alle ouderen te maken hebben met ouderdomsslechthorendheid. Door gehoorverlies ondervinden de meeste ouderen moeilijkheden met het verstaan van spraak en het voeren van gesprekken. Een slechte ruimte-akoestiek kan deze moeilijkheden nog groter maken en het isolement van ouderen vergroten. Binnen het

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

project wordt een akoestische voorziening ontwikkeld die een goed auditief comfort creërt in dergelijke omgevingen • SONORUS – Urban Sound Planner: ‘geluidsvervuiling’ is niet alleen een milieuprobleem, maar een serieuze dreiging voor de volksgezondheid (WHO Europe). SONORUS richt zich op de ontwikkeling van kennis en methoden om geluidsvervuiling in steden te voorspellen, modelleren, ‘scapen’ en te reduceren

De Gezonde Wijk

Een gezonde fysieke leefomgeving: - is beweegvriendelijk waardoor mensen makkelijk en veilig lopend of op de fiets naar werk, school en winkels kunnen - nodigt kinderen uit om te spelen en te bewegen - heeft voorzieningen die voor iedereen goed te bereiken zijn (ook financieel) - heeft een goede milieukwaliteit (geluid, lucht, bodem, externe veiligheid) - heeft voldoende, toegankelijk en aantrekkelijk groen, natuur en water (Bron: De gezonde wijk in praktijk, ministeries BZK/VWS, 2013)

• Health & Urban Design: Mensen bewegen steeds minder, wat resulteert in een groot aantal negatieve effecten op de gezondheid. Mensen – ook kinderen – worden dikker en de kans op hart- en vaatziekten neemt toe. Gebrek aan beweging vergroot ook de kans op depressiviteit en dementie. Het project ‘Gezond Ontwerpen’ – een samenwerking tussen TU/e en RIVM – levert een bijdrage aan het beperken van

17



deze (welvaarts)ziekten. Een gezonde stad biedt een aantrekkelijke, leefbare en veilige woon- en leefomgeving voor haar bewoners en daagt bewoners uit tot gezond gedrag, waaronder bewegen. Gezond ontwerpen raakt actuele ruimtelijke thema’s zoals stedelijke herstructurering, klimaatadaptatie, waterretentie, voedsel in de stad, sociale duurzaamheid en bewonersparticipatie. De opgaven hangen samen met de ordening, de inrichting en het gebruik van onze leef- en woonomgeving. • Indoor Localisation & Routing: Moderne, veelal op GPS gebaseerde technologie, is inmiddels commodity technologie voor plaatsbepaling en routeplanning in de openbare ruimte. Binnen gebouwen staat het gebruik van localisatie-technologie nog in de kinderschoenen. Dit project richt zich op de

ontwikkeling van kennis, kunde en services (op basis van o.a. WiFi, Zigbee, Bluetooth) voor plaatsbepaling in ziekenhuizen en zorginstellingen.

SPARK NETWERK EN PARTNERSHIPS SPARK is in 2013 ontstaan als een gezamenlijk initiatief van vijf partijen: Heijmans, Avans Hogeschool, Technische Universiteit Eindhoven, Gemeente ’s-Hertogenbosch en Provincie Noord-Brabant. Met het afronden van dit masterplan is nadrukkelijk het moment aangebroken om het SPARK netwerk verder uit te bouwen en andere organisaties en ondernemingen hierbij actief te betrekken.

Figuur 3: Verdere uitbouw van het SPARK netwerk in 2014 (Opm: Het SPARK netwerk is een open netwerk en staat open voor alle geïnteresseerden die een bijdrage willen en kunnen leveren aan de collectieve SPARK ambities. De afgebeelde organisaties maken nog niet formeel deel uit van het cluster maar passen bij de gewenste mix binnen het SPARK netwerk)

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

18



Als open innovatie cluster met een focus op vernieuwing in de gebouwde omgeving staat SPARK open voor verbinding en samenwerking met diverse partijen. Dit gaat veel verder dan alleen de traditionele spelers in de bouwketen. Activiteiten en diensten van SPARK staan ter beschikking voor ALLE partijen die zelf van mening zijn dat ze een rol kunnen spelen bij de realisatie van de collectieve SPARK ambities, zoals hiervoor verwoord. Publiek of privaat. Groot of klein. Commercieel of not-for-profit. Regionaal of (inter)nationaal. Meerdere bedrijven of bedrijfsgerelateerde initiatieven hebben inmiddels hun interesse getoond in de ambities en doelstellingen van SPARK. De interesses lopen uiteen van eerste

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

verkennende gesprekken tot het smeden van plannen voor concrete samenwerking en mogelijk fysieke vestiging op SPARK PLAZA. Daarnaast gaat het kernteam van SPARK actief op zoek naar partijen met relevante kennis, kunde en facilteiten, van belang voor het vraagstuk van innovatie in de gebouwde omgeving. In eerste instantie zal de acquisitie van leden vooral gericht zijn op: bouw- en installatiebedrijven, architectenbureaus, ingenieursbureaus, industrial design, vastgoedontwikkelaars, woningbouwcoĂśperaties, overheid, experts en onderzoek op het gebied van techniek, economie en social studies, financiĂŤle dienstverlening, intermediaire organisaties.

19



3. KENNIS EN KUNDE



KWEEKVIJVER VOOR TALENT SPARK investeert in de ontwikkeling van nieuwe kennis en kunde, noodzakelijk om antwoorden te vinden op de vragen van de toekomst. SPARK ontwikkelt zich tot een kweekvijver van talent. Door een open samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijvigheid ontstaat een contextrijke leeromgeving die – naast een versterking van de vakinhoudelijke kennis en kunde – een bijdrage levert aan de ontwikkeling van zogenaamde “21-century skills”, noodzakelijk voor innovatie, ondernemerschap en samenwerking. In een motiverende setting levert SPARK een bijdrage aan ‘boeien en binden’ van voldoende en hoogwaardig talent in de regio. Niet alleen voor jonge mensen maar ook voor huidige werknemers in de bouw en in bouwgerelateerde sectoren. In een open innovatiecontext biedt SPARK alles wat zij nodig hebben voor hun professionele en persoonlijke ontwikkeling zoals professionele verdieping, verbreding door multidisciplinair contact met andere professionals, uitwisselingsprogramma’s, een verbeterd perspectief op de arbeidsmarkt, faciliteiten voor starters en snelgroeiende bedrijven, praktijk coaching en educaton permanente. Door samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven lopen theorie en praktijk vloeiend in elkaar over. Door samenwerking met en tussen WO, HBO, (V)MBO en technasia wordt een doorlopende leerlijn tot stand gebracht met de mogelijkheid tot het volgen van individuele leerroutes. De leerlijnen worden gecombineerd met met gedeelde labs en werkplaatsen met bijzondere faciliteiten voor praktijkonderwijs en ervaringsleren. Het onderwijs wordt nauw afgestemd op de vraag vanuit het bedrijfsleven, zodat de verworven kennis direct kan worden toegepast. Ter

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

bevordering van deze kennisvalorisatie vindt intensief overleg met bedrijven plaats over het ontwikkelen van educatieve programma’s en projecten. Door het verzorgen van lezingen, gastcolleges en praktijklessen leveren ervaren professionals uit het bedrijfsleven een directe bijdrage aan het onderwijs, onderzoek en kennisoverdracht. Interdisciplinaire samenwerking en kruisbestuiving tussen opleidingen en professies maakt een belangrijk onderdeel uit van de SPARK visie. Binnen de SPARK Living Lab aanpak werken studenten en professionals multidisciplinair samen aan vragen vanuit de praktijk. Deze samenwerking gaat verder dan de ‘traditionele’ beroepenvelden in de bouw en installatietechniek. Ook economische, creatieve en sociale studies en professies zullen betrokken zijn bij de activiteiten binnen SPARK.

ONTWIKKELINGEN In het beroepenveld zijn drie belangrijke ontwikkelingen waarneembaar die van invloed zijn op de gevraagde competenties van (toekomstige) werknemers en professionals: • Toenemende complexiteit: veranderingen in de maatschappij leiden tot vraagstukken over de gebouwde omgeving die steeds complexer worden en steeds sneller veranderen. Voor passende oplossingen is een andere integrale aanpak nodig met andere kennis en bijbehorende samenwerking met kennispartners. De integrale aanpak is gerelateerd aan toepasbare methodes en technieken voor processen in de gebouwde omgeving die de verandering kunnen organiseren. In hoofdlijnen zijn dit kennisgebieden over de kernwaarden welbevinden, energie en voeding.

21



• Interdisciplinaire samenwerking: er is een toenemende behoefte aan beroepsprofessionals die vakkundig zijn op minimaal één kennisgebied en gelijktijdig kennis en kunde hebben deze kennisgebieden effectief en efficiënt in samenhang met andere kennisgebieden te begrijpen en te ontwikkelen tot toepasbare oplossingen. In de kern gaat het hier enerzijds om een combinatie van technische kennis en minimaal één complementair kennisgebied, bijvoorbeeld bedrijfskunde, smart energy, biobased energy en -products, etc. Anderzijds betreft het proceskennis en vaardigheden t.b.v. interdisciplinaire samenwerking.

Een belangrijke voorwaarde voor effectieve kennisontwikkeling is de betrokkenheid van drie actoren: de overheid (randvoorwaardelijk), de maatschappelijke organisaties en de gebruikers. Het betrekken van deze drie actoren vooraf (ontwikkelfase), tijdens (realisatiefase) en na (gebruiksfase) bij de innovatie, verhoogt de kans van slagen en effectieve kennisopbouw. Dit vraagt tevens om de ontwikkeling van een beroepshouding en methodieken om het gehele bouwproces goed vast te leggen, zodanig dat de opgedane kennis en kunde kan worden geëvalueerd, hergebruikt en verbeterd.

• Borgen van gerelateerde kennis: belangrijk is het optimaal gebruik maken van bestaande aanwezige kennis in het werkveld en toepassen en ontwikkelen van methodes voor kennisontwikkeling en kennisborging. Dit raakt aan de kennisvermeerdering voor studenten, docenten en professionals.

LIVING LABS

Een belangrijke factor die ontwikkelingen binnen de bouwsector negatief beïnvloedt, heeft te maken met de kennisborging binnen de bouwsector. De afgelopen jaren is de sector – onder aanvoering van PSI Bouw en Regieraad Bouw – druk in de weer geweest met proces- en systeeminnovatie. Het gaat echter mis in de kennisdoorwerking. In het belang van zowel de samenleving als van de sector moet het ritme van ‘onderzoek-volgt-op-onderzoek’ omgebogen worden in de leercyclus ‘onderzoek-leidt-tot-toepassing‘.

fundamenteel onderzoek

K E N N I S

Binnen SPARK gaan onderzoek, onderwijs en business development samen in zogenaamde “Living Labs”. Dit zijn innovatieve onderzoeksprojecten gekoppeld aan concrete maatschappelijke vragen en situaties. Bijvoorbeeld: sociaal-maatschappelijke vraagstukken in de achterstandswijken, congestie en bereikbaarheid van stedelijke voorzieningen, economische vraagstukken in regionale krimpgebieden in de regio. In traditionele benaderingen van onderzoek en kennisvalorisatie is sprake van een sterke aanbodsturing. In deze benadering is sprake van een scheiding tussen fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, business development en markexploitatie. Functioneel

toegepast onderzoek

K U N D E

business development

K A S S A

Figuur 4: Klassiek model van kennisontwikkeling en kennistransfer

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

22



onderzoek resulteert in (proof of principle) kennis. Toegepast onderzoek vertaalt deze kennis in kunde (proof of concept). Na een proces van kennistransfer wordt bewezen (technologische) kennis en kunde benut in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Deze benadering is schematisch weergegeven in figuur 4. Decennialang heeft deze manier van werken naar behoren gefunctioneerd. Weliswaar kenmerkte het proces van kennisontwikkeling en valorisatie zich door een laag rendement – slechts een klein gedeelte van de ontwikkelde technologie resulteerde ook daadwerkelijk in marktsucces – maar in de gangbare financieringsmodellen voor onderzoek was dat zelden een probleem.  Binnen SPARK wordt deze onderzoek- en valorisatieketen 180 graden gedraaid. Het primaat ligt bij de markt. Maatschappelijke vraagstukken en de behoeften van individuele consumenten geven voeding aan (marktgedreven en soms klantspecifieke) product- en dienstenontwikkeling. In het geval dat hierbij additionele kennis of kunde nodig is, zal deze marktbehoefte vertaald worden in gericht toegepast of fundamenteel onderzoek. Deze samenwerking tussen consumenten, business developers en onderzoekers vindt plaats binnen zogenaamde ‘Living Labs’ zoals gevisualiseerd in figuur 5. Binnen SPARK wordt in de komende jaren samengewerkt in een groeiend aantal Living Labs. Uitgangspunt daarbij is en blijft dat deze projecten niet beperkt mogen blijven tot ‘window dressing’ en een handige manier om onderzoek te legitimeren. Met het oog op de SPARK ambities is het essentieel dat onderzoek, business development en marktervaringen hand in hand gaan. De gezamenlijke inspanningen laten zich legitimeren door

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

multiplier effecten in de toepassing van kennis en kunde bij het beantwoorden van maatschappelijke vraagstukken en behoeften in de markt. De actuele en toekomstige behoeften en wensen van gebruikers staan hierbij centraal. Vraagsturing en participatie van consumenten zijn voor de bouwsector belangrijke uitgangspunten voor de toekomst. Hiervoor is andersoortige kennis en meer samenwerking nodig dan in de traditionele, meer aanbodgestuurde aanpak in de bouwsector. Het bewerkstelligen van duurzame kwaliteit impliceert een meervoudig-integrale aanpak, te weten: • Kwaliteit over de volledige levenscyclus van de gebouwde omgeving of objecten daarbinnen: ontwerp/ontwikkeling, realisatie, beheer en end-of-life • Kwaliteit ten aanzien van “triple bottom-line” wensen en criteria (people, planet, planet): inpact op menselijk gedrag en welbevinden, betaalbaarheid, materiaal- en energieverbruik, impact op biodiversiteit etc. In de diverse Living Labs (aansluitend bij de thema’s duurzaamheid en energie, mobiliteit, smart materials) zal met name ook innovatie plaatsvinden op het bouwproces: van initiatie, ontwikkeling, realisatie en beheer van artefacten in de leefomgeving. Deze opgaven worden steeds complexer, met meer verschillende kennisgebieden en partijen. Traditionele methodes om het bouwproces te beheersen schieten hierin tekort . Er is een duidelijke behoefte aan werkbare methodes om het bouwproces te organiseren en te sturen. Om innovatie en maatwerk in de gebouwde omgeving ook economisch haalbaar te maken zijn andere en nieuwe samenwerkingsvormen nodig. Binnen de SPARK Living Labs wordt

23



gezocht naar en geĂŤxperimenteerd met nieuwe concepten voor publiek-private samenwerking, financiering op maat, kleinschalige coĂśperatieve organisatievormen, collaboratieve business modellen, en innovatieve

contractvormen. Dit vraagt van de betrokken deelnemers de bereidheid om gangbare en vertrouwde routines opzij te zetten en bereidheid om te experimenten met nieuwe werkvormen in de keten.

K U N D E

K E N N I S

K A S S A

SPARK Living Labs

fundamenteel onderzoek

toegepast onderzoek

business development

markt

Figuur 5: Het SPARK Living Lab concept voor marktgedreven business development en onderzoek

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

24



4. INNOVATIE EN BUSINESS DEVELOPMENT



OPEN INNOVATIE

en samenwerkingsverbanden helpen om het rendement op innovatie te verbeteren.

Doel van de innovatie binnen SPARK is het geven van betere, slimmere en betaalbare antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Innovatie in de gebouwde omgeving is nodig op verschillende onderdelen: techniek, proces, product en organisatie. Marktgerichtheid, flexibiliteit en maatwerk zijn daarbij de uitgangspunten. Om dit te realiseren is een belangrijke rol weggelegd voor opdrachtgevers en gebruikers (TNO NIPO 2012). Organisaties realiseren zich steeds meer dat relevante kennis en kunde zich buiten het eigen bedrijf bevindt. Om écht waarde te kunnen toevoegen in een meer transparante en veranderende wereld wordt samenwerking in het innovatieproces steeds meer noodzaak. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over kruisbestuiving bij het genereren van ideeën, het doorontwikkelen van ideeën waarbij verschillende invalshoeken vertegenwoordigd zijn, of het bij elkaar brengen van de juiste kennis en kunde, technologie en kapitaal - binnen de eigen organisatie of daarbuiten d.m.v. joint ventures, spin-offs of licenties. Dit vraagt tevens om efficiënt ingerichte (bouw)processen, met nieuwe financiering- en businessmodellen. Het concept van open innovatie moet bedrijven

scouting

ideation

feasibility

Mits goed uitgevoerd resulteert open innovatie in: • Toename innovatievermogen • Beter rendement op projecten • Kortere lead time • Sterkere marktpositie • Meer ‘market revenues’ • Additionele inkomsten Binnen SPARK wordt open innovatie gefaciliteerd én gestimuleerd met een nadrukkelijke rol voor de eindgebruiker en met een bredere kijk op de wereld dan alleen vanuit de bouwsector. Met als doel om additionele en verbeterde bouwgerelateerde waardestromen te creëren die recht doen aan de gevraagde transitie in de samenleving.

PROCES EN FACILITEITEN Figuur 6 biedt een visuele weergave van het proces van innovatie en business development en de instrumenten en faciliteiten die daarvoor binnen SPARK ingezet worden.

concept ontwikkeling

business development

product/service development

SPARK - INITIATION

SPARK - EXPLORATION

SPARK - EXPLOITATION

• innovatiecentrum • community en ontmoetingsplek • conferentie en workshops • scouting van markt en technologie • methodische aanpak en ideation

• kennisnetwerk en matchmaking • early stage ‘feasibility check’ • pre-seed kapitaal • facility sharing • RM3 experimentele omgeving

• incubator faciliteit • innovatieve contractvormen en partnerships • Marketing & business launch support • toegang tot vervolgfinanciering

Figuur 6: Activiteiten gericht op het faciliteren van business development en ondernemerschap

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

26



Het proces van innovatie en business development bestaat uit drie fasen, zoals weergegeven in figuur 6. Ondanks de intuïtive logica van dit proces en de fasering ervan, kunnen projecten op ieder moment insteken en een beroep doen op kennis, kunde en faciliteiten beschikbaar in het SPARK cluster. Voor iedere vraag en behoefte in dit proces, biedt SPARK een passend antwoord. In de initiatiefase gaat de aandacht vooral uit naar het scouten en genereren van ideeën. Dat betekent dat er op zoek gegaan wordt naar (bestaande) vragen en behoeften, ideeën, technologieën en oplossingen, die met elkaar verbonden, tot nieuwe bedrijvigheid en maatschappelijke waarde kunnen leiden. Daarnaast wordt er actief gewerkt aan het laten ontstaan van ideeën door het stimuleren van ontmoeting en kennisuitwisseling, het organiseren van inspiratie en het begeleiden van idee-creatie. De exploratiefase bestaat uit het door-ontwikkelen van kansrijke ideeën. Daarvoor is het nodig dat de juiste kennis bij elkaar gebracht wordt om van idee naar concept te komen en dat er laagdrempelige toegang is tot resources als ontwerpfaciliteiten, testomgevingen en kapitaal. De focus gedurende de exploitatiefase ligt op de realisatie van het beoogde product en/of dienst, de marktintroductie en het behalen van een goed resultaat en rendement in de markt. Ook hiervoor geldt dat laagdrempelige toegang tot faciliteiten en kapitaal stimulerend werken. Daarnaast is er expertise nodig op gebieden als contractvorming, samenwerking en marketing.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

SPARK INNOVATIECENTRUM Binnen SPARK speelt het innovatiecentrum een centrale rol in het proces van innovatie en business development. Het SPARK innovatiecentrum organiseert bijeenkomsten en evenementen gericht op kennis- en ervaringsuitwisseling en idee-generatie. Het brengt partijen met elkaar in conctact wanneer het vermoeden bestaat dat deze partijen ‘iets voor elkaar kunnen betekenen’. Daarnaast wordt ook informatie verspreid en wordt samenwerking tussen SPARK leden gefaciliteerd doordat gebruik gemaakt wordt van moderne, community based ICT. De medewerkers zijn vertegenwoordigers uit diverse organisaties, betrokken bij SPARK. Andere partijen die bij het innovatiecentrum betrokken worden zijn organisaties zoals Syntens/Kamer van Koophandel en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM). Overleg hierover maakt onderdeel uit van de voorliggende business case. Het innovatiecentrum vormt de link naar faciliteiten die zich op SPARK PLAZA of andere plekken bevinden bij de betrokken partners van SPARK, of zelfs daarbuiten. Bovendien ligt er de relatie met de Living Labs, die binnen SPARK zowel een bron voor ideeën vormt, als een plek om ideeën door te ontwikkelen naar concepten en producten.

SPARK INCUBATOR In de SPARK incubator worden startende bedrijven geholpen gedurende de ontwikkelfase en in de aanloop naar de marktintroductie. Startende bedrijven kunnen laagdrempelig kantoorruimte, werkplaatsen en vergaderfaciliteiten huren. Ze kunnen daarnaast gebruik

27



maken van de andere faciliteiten van SPARK, zoals laboratoria met testfaciliteiten, simulatie-apparatuur en specialistische kennis. Daarnaast worden startups begeleid door coaches vanuit het operationeel team en/of door externen. Om in de exploitatiefase de kans op succesvolle marktintroductie te vergroten wordt samenwerking gezocht met partijen die kennis kunnen leveren op gebieden als bijvoorbeeld: • Programmasubsidies (zoals OP Zuid, Innovatiefondsen provincie Brabant, Interreg) • Venture capital • (Innovatieve) businessmodellen • Juridische zaken, waaronder (innovatieve) contractvormen • Octrooien en licenties • Internationaal zakendoen • Marketing en verkoop Via de regionale valorisatieprogramma’s (Ondernemerslift+, Brightmove, Starterslift) en de door NV BOM beheerde ontwikkelfondsen wordt voorzien in seed- en durfkapitaal. Om dit te operationaliseren zullen in 2014 met de betrokken beheerders afspraken gemaakt worden over de toeleiding naar deze fondsen.

VOORUITBLIK OP 2014 Binnen het kader van de SPARK Living Lab en research agenda is inmiddels al een groot aantal initiatieven opgestart die in 2014 een vervolg zullen krijgen binnen SPARK of nadrukkelijk verbonden zullen worden aan SPARK activiteiten. Hierbij gaat het om:

SMART MOBILITY • Samenwerking SPARK met AutomotiveCampus.nl: Het SPARK cluster richt zich op

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

de vraag hoe we onze infrastructuur voor mobiliteit (bijvoorbeeld: de weg) kunnen innoveren en slimmer kunnen maken. Het automotive cluster in en rond Helmond focust zich met name op de voertuigen zélf en de verbinding tussen voertuigen onderling en met de infrastructuur (‘connected driving’). Een samenwerking tussen beide clusters biedt de mogelijkheid om integrale oplossingen te ontwikkelen voor onze mobiliteit in de toekomst. In 2014 wordt ingezet op de ontwikkeling van een gezamenlijk Living Lab projectvoorstel • De samenwerking tussen Studio Roosegaarde en Heijmans rond het concept van de ‘Smart Highway’ krijgt in 2014 een vervolg door een pilot met interactieve verlichting en fluoriscerende belijning. Tegelijkertijd wordt een aanpak ontwikkeld om het concept internationaal te vermarkten • De gemeente Oss en provincie Noord-Brabant herontwikkelen de N329 tot de ‘Weg van de Toekomst’. De ontwikkeling en realisatie (door het consortium ProN329 ) van de weg kenmerkt zich door energiebesparing, verantwoord materiaalgebruik, CO2 bewust bouwen, LED-verlichting, communicatie met de weggebruiker en faunapassages. Vernuftige ideeën; niet alleen bedacht door ambtenaren en techneuten, maar vooral ook door bewoners en omwonenden in Oss en omgeving • In het centrum van ’s-Hertogenbosch wordt in opdracht van de gemeente ’s-Hertogenbosch een parkeergarage gerealiseerd op het Vonk & Vlam terrein. De parkeergarage krijgt drie ondergrondse verdiepingen met in totaal 1040 plaatsen. Gebruiksvriendelijkheid, comfort en duurzaamheid staan centraal. Ook wordt de parkeergarage stedenbouwkundig en landschappelijk

28



goed ingepast. Bovenop het dak komt een nieuwe stadsgracht met een loopbrug. Het volledige plan omvat daarnaast de restauratie van de middeleeuwse vestingwerken, waardoor de oude stadsmuur beter zichtbaar en beleefbaar wordt gemaakt. • Intelligent Road Alliance: Heijmans is één van de acht partners die via ‘Intelligent Road Alliance’ de ambitie uitspreken om de weg intelligenter te maken. Ook Dura Vermeer, NXP, Grontmij, Rijkswaterstaat, IBM, Arcadis en Siemens maken deel uit van de alliantie. De acht partijen zien dat de ICT-toepassingen in de mobiliteit zich razendsnel ontwikkelen en dat deze ontwikkeling zich tot dusver voornamelijk richt op in-car toepassingen. De partners signaleren ook dat (sensor) technologie in en om de weg aan deze ontwikkelingen kan bijdragen: meer veiligheid, meer en betere toepassingen en lagere kosten

SMART MATERIALS • 3D Printing: 3D printen wordt gezien als dé flexibele productietechnologie voor de toekomst. Deze technologie resulteert in minder materiaalverbruik, afval, transport en opslag. 3D prining wordt vooral nog toegepast voor het maken van prototypes en kleine series. Maar andere, meer industriële toepassingen zijn in de maak. Ook in de bouw. Heijmans wil de mogelijkheden voor 3D printing verkennen en versnellen door een pilotproject gericht het realiseren van een 3D geprint huis (samen met Efteling, Henkel, DSM, VDL, e.a.) • Biobased Building Materials: Het gebruik van biobased materials is een belangrijk middel om de ecologische footprint van de bouw verder terug te dringen. Via het Biobased Delta cluster en met een sterke concentratie van kennis en kunde op en

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

rond de Green Chemistry campus in Bergen op Zoom wordt in 2014 gewerkt aan de ontwikkeling van showcase projecten. Met deze projecten wordt ‘bewezen technologie’ toegepast in een Living Lab omgeving. Dit vraagt om samenwerking tussen onderzoekers, ontwerpers en ingenieurs, business developers en gebruikers/exploitanten. • ‘Self Healing Asfalt’ is een vinding die het mogelijk maakt kleine beschadigingen in de asfaltdeklaag op een eenvoudige manier te herstellen, door middel van inductieve verwarming. Dit kan de levensduur van de weg met 50% tot 100% verlengen ten opzichte van traditioneel ZOAB. Daardoor kan een CO2-besparing van zo’n 40% worden behaald. Bovendien blijft de overlast voor het verkeer beperkt, doordat veel minder onderhoud en reparaties nodig zijn tijdens de gehele levensduur. Heijmans past Self Healing Asfalt al op diverse plaatsen in het land toe, ondermeer op de autosnelweg A58 bij Tilburg. In 2014 wordt de technologie van zelfhelend materiaal verder getest om te kunnen beoordelen hoe het materiaal zich over langere tijd in de praktijk gedraagt.

SMART ENERGY • All Electric Street pilot (met TNO, ECN, Enexis, Athlon Car Lease, Stichting KIEN, NV BOM), een pilot in een nieuwbouwwijk in de gemeente Helmond is in voorbereiding; een 2e project in een bestaande omgeving binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch volgt in 2014 • Hydrea Thermpipe: Met Hydrea Thermpipe presenteert Heijmans een gepatenteerde energieboorbuis, die het mogelijk maakt om met minimale investeringen energie te onttrekken aan rioolwater en warmte terug te leveren aan bijvoorbeeld woningen. Daarmee is het een waardevolle en duurzame

29



techniek die past in de Heijmans visie op de Energieneutrale Stad. Deze innovatieve productontwikkeling is het resultaat van een constructieve samenwerking tussen Frank GmbH, Socea, Tauw en Heijmans • IRWES: Een geïntegreerde oplossing voor de opwekking van windenergie op daken van gebouwen

All Electric Street

WELL-BEING EN GEZONDHEID In 2014 wordt in nauwe samenwerking met TU/e en Avans Hogeschool een programma ontwikkeld op het gebied van ‘de gezonde omgeving’. Thema’s die daarbij aan de orde komen zijn: • Fijnstofneutrale A65 (met Avans Hogeschool, Bouwen met Groen, ZLTO, ...) • Gezond binnenklimaat: met installatie, interieur en afbouwbedrijven (voorbeeld Desso, COPD-vereniging, ...)

OVERIG

All Electric Street is medium-scale real life pilot- en testomgeving voor de toepassing van een geïntegreerde decentrale vorm van energieproductie, smart grids en opslag van elektriciteit. All Electric Street is een samenwerking tussen TNO, ECN, Enexis, Athlon Car Lease, Stichting KIEN, NV BOM en Heijmans. In 2014 wordt een pilot in Helmond in uitvoering genomen. Het verder ontwikkelen van het concept in een variëteit van woonomgevingen zal ook in 2014 opgepakt worden.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• SPARK PLAZA (herontwikkeling RM3-NO tot SPARK PLAZA; met TU/e, Avans Hogeschool en KW1) • Afstudeerateliers, Duurzame Minorweek en/of Stages met Avans Hogeschool, Lectoraat Inovatie Bouwproces en Techniek rond het gebruik van duurzame en kwalitatieve constructiematerialen en het efficiënter maken van bouwmethodes, werkwijzen en logistiek (sturen op innovatie, leren van innovatie)

30



5. INFRASTRUCTUUR



SPARK ALS BROEDPLAATS Een campus (als vorm voor gebiedsgerichte ontwikkeling en broedplaats voor innovatie) kenmerkt zich door een sterke clustering van kennis en R&D, waarbij publieke en private partijen in een gezamenlijke aanpak invulling geven aan het open innovatie model en daartoe – met inzet van private en publieke middelen – samenwerken in collectieve projecten en programma’s en investeren in het gezamenlijk delen van zowel fysieke als dienstverlenende voorzieningen (facility sharing en shared service centers). Met andere woorden: campusvorming heeft alles te maken met de ontwikkeling en exploitatie van een “innovatie-ecosysteem” dat dient als een dynamische voedingsbodem voor kennis- en technologieontwikkeling, nieuwe bedrijvigheid en netwerkvorming. Dit komt niet alleen ten goede aan individuele organisaties, maar appelleert ook aan collectieve en regionale belangen. Hiermee onderscheidt campusvorming zich duidelijk van het parkmanagement dat wordt gerealiseerd op reguliere bedrijventerreinen. Daar gaat de samenwerking vaak niet verder dan een gecoördineerde aanpak en inkoop van ondersteunende faciliteiten als transport, parkeren, beveiliging, energie, afvalverzameling et cetera. (Bron: Minase, 2009) In de kenniseconomie zijn de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel en de toegang tot (technologische, organisatorische en markt-) kennis en faciliteiten cruciaal voor zowel beginnende als gevestigde bedrijven. Persoonlijke en institutionele netwerken spelen een rol bij de verwerving van deze middelen. Actieve participatie in het innovatie-ecosysteem biedt bedrijven toegang tot kennis, faciliteiten en complementaire contacten en netwerkstructuren. Succesfactoren voor de ontwikkeling en benutting van een dergelijk innovatie-ecosysteem voor SPARK zijn:

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• De aanwezigheid van een duurzame kennisbron: De aanwezigheid van voldoende en betrouwbare kennis in de vorm van basis R&D en applicatiegerichte engineering moet gezien worden als de primaire bestaansreden van een campus of cluster. De beschikbaarheid van redundante kennis en faciliteiten (zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin) binnen het SPARK cluster is de belangrijkste reden waarom bedrijven en onderzoeksinstituten deel willen uitmaken van een dergelijk cluster en/of zich op de centrale SPARK PLAZA locatie willen vestigen. • Diversiteit: Innovatie vindt in belangrijke mate plaats op het grensvlak van technologiegebieden en vraagt om een goede aansluiting bij ontwikkelingen in de markt. De actoren in het SPARK cluster zullen bij voorkeur variëren voor wat betreft technologische competenties en faciliteiten, marktoriëntatie, omvang en stadium van volwassenheid. Kennis en faciliteiten zullen voor een deel beschikbaar zijn op de SPARK PLAZA. Ook biedt SPARK toegang tot specialistische kennis en faciliteiten van aangesloten bedrijven en kennisinstellingen. • Dynamiek: Innovatie is niet zelden het resultaat van twee min of meer tegengestelde processen. Het realiseren van een laagdrempelige toegang is cruciaal voor het realiseren van veel ‘verkeer’ over de grenzen van de campus heen. Dit kan ondermeer tot stand komen door een rijke en pluriforme evenementenagenda en diverse publieke en zakelijke voorzieningen (horeca, beurzen, congressen, sport, vrije tijd, et cetera). • Een duidelijke identiteit: Voor direct betrokkenen, stakeholders en derden is het van belang dat een cluster een duidelijke identiteit heeft. Dit zorgt voor focus, stimuleert het community denken en vergemakkelijkt

32



de communicatie (aan derden). De SPARK identiteit is gebaseerd op de focus op de gebouwde omgeving en de hoofdthema’s: energie en duurzaamheid, well-being, mobiliteit en materialen. Van bedrijven die aansluiting zoeken bij het SPARK cluster of zich willen vestigen op SPARK PLAZA mag verwacht worden dat zij de visie en ambitie van SPARK onderschrijven en een bijdrage willen leveren aan communityvorming en open innovatie.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat ‘proximity’ een rol speelt in sociale en institutionele netwerken. Personen die bewust zijn van elkaars aanwezigheid en rol in omliggende netwerken en elkaar frequent tegenkomen en laagdrempelig benaderbaar zijn, zijn eerder geneigd om elkaar op te zoeken en komen eerder tot samenwerking dan organisaties of individuen die op een grotere afstand van elkaar opereren. SPARK faciliteert ontmoetingen via 2 strategieën:

• Een goede bereikbaarheid en verbindingen met relevante netwerken: De centrale SPARK PLAZA faciliteiten zijn gelegen op een prima bereikbare locatie, direct aan de A59. In fysieke zin is SPARK gemakkelijk te bereiken. In niet-fysieke zin is het SPARK cluster via netwerken van de betrokken bedrijven, kennisinstellingen en publieke stakeholders goed aangesloten bij andere clusters en innovatieprogramma’s. SPARK kan als dé crossover voor de gebouwde omgeving van groot belang zijn voor het bestaande topsectorenbeleid.

• Door een centrale, gezamenlijke ontmoetingsplek (SPARK PLAZA) en tevens locatie waarop diverse shared facilities (labs, research faciliteiten, incubator, etc.) ondergebracht zijn

Eén van de kernfuncties van SPARK is het bijeenbrengen van experts uit diverse vakgebieden, toepassingsdomeinen en technische domeinen. SPARK ontwikkelt zich tot een nationale en internationale ‘showcase’ en ontmoetingsplek voor innovatie in de bouw. SPARK verbindt. SPARK verbindt mensen en organisaties die, vanuit een gedeelde passie en op basis van hun eigen specialisme, bijdragen aan een aantrekkelijk leefklimaat. Grensverleggende oplossingen voor de vraagstukken van morgen worden gezocht en gevonden op het snijvlak tussen sectoren en (technische) disciplines. Samenwerking over de grenzen van bestaande bedrijven en kennisgebieden heen, is noodzakelijk om baanbrekende innovatie tot stand te brengen.

Het hiervoor geschetste broedplaats concept wordt binnen SPARK in eerste instantie vormgegeven in de vorm van SPARK PLAZA, een centrale ontmoetingsplek die ruimte biedt voor onderzoek, onderwijs, bedrijfshuisvesting en evenementen. In de figuren 7 en 8 wordt een beeld geschetst van de locatie en lay-out van SPARK PLAZA. SPARK PLAZA helpt verbindingen tot stand te brengen en faciliteert kennisontwikkeling en business development. Daartoe worden de SPARK deelnemers ondersteund met diverse shared facilities, met toegang tot kennis en kunde op het gebied van innovatieve technologie, werkvormen en business concepten en met de mogelijkheid tot praktijkgerichte opleidingen van huidige en toekomstige medewerkers. SPARK PLAZA ontwikkelt zicht tot een fysiek uitdagende plek, met:

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• Door een virtuele community en shared work-spaces die netwerkvorming en samenwerking in de reële wereld ondersteunt

SPARK PLAZA

33



• Ruimte waar mensen elkaar ontmoeten en kunnen vergaderen (meet & match) • Locatie voor evenementen (congressen, seminars)

• Publieksevenementen • Goede bereikbaarheid vanaf de A2 en A59 snelwegen, de nieuwe Zuid-Willemsvaart als krachtig en beeldbepalend onderdeel van de SPARK PLAZA omgeving

• Bedrijfshuisvesting voor ‘kwetsbare’ initiatieven (startups, etc) en projectmatige samenwerkingsverbanden of joint ventures van SPARK deelnemers • Werkplaatsen met technische voorzieningen • Laboratoria en testfaciliteiten • Een ‘Demo Lab’ voor technische demonstraties en applicatieonderzoek • Contextrijke leeromgeving voor praktijkonderwijs en specifieke onderwijssprojecten

Figuur 7: De locatie van SPARK PLAZA aan de snelwegen A2 en A59 en aan de nieuwe Zuid-Willemsvaart

• Horeca en ontspanningsmogelijkheden (o.a. restaurant met een terras aan het water)

Figuur 8: Lay-out SPARK PLAZA met de diverse onderdelen en faciliteiten

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

34



ORGANISCHE GROEI De ontwikkeling van SPARK PLAZA vindt plaats via organische groei en vraagt niet om majeure investeringen in vastgoed en gebiedsontwikkeling. De centrale SPARK faciliteiten worden ondergebracht op een terrein dat op dit moment nog in gebruik is door Heijmans. Via beperkte en betaalbare aanpassingen zal het terrein toegankelijk gemaakt worden voor SPARK. Het vastgoed blijft vooralsnog eigendom van Heijmans maar wordt meerjarig voor SPARK ter beschikking gesteld. Gedurende de ontwikkelfase van SPARK worden hiervoor geen kosten in rekening gebracht, dit om het cluster en de centrale ontmoetingsplek de financiële ruimte te bieden om zich via een organisch groeimodel te ontwikkelen. De herontwikkeling van dit terrein tot een aantrekkelijke werk- en ontmoetingsplek zal gebeuren in nauwe samenwerking met studenten van de Technische Universiteit Eindhoven, Avans Hogeschool en Koning Willem 1 College. Via praktijkopdrachten en (afstudeer) stages in samenwerking met SPARK stakeholders en bewoners wordt een herontwerp gemaakt en gerealiseerd voor het gehele SPARK terrein op RM3 en voor de individuele onderdelen. Daarmee wordt de ontwikkeling, realisatie en het beheer van SPARK PLAZA georganiseerd volgens het Living Lab principe wat centraal staat in de SPARK filosofie. De ontwikkeling van SPARK PLAZA wordt daarbij benaderd als een demonstratieproject waarbij de opgave overeenkomt met de maatschappelijke opgave zoals geschetst in de inleidende paragrafen van dit masterplan: transitie van een bestaande gebouwde omgeving naar een nieuwe, toekomstbestendige functionaliteit, met oog voor leefbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

Het SPARK aanbod voor shared facilities omvat zowel bestaande apparatuur en installaties die door deelnemers – onder bepaalde randvoorwaarden en condities – voor derden toegankelijk worden gemaakt als nieuwe onderzoek-, simulatie- en testfaciliteiten die door het cluster gezamenlijk geëxploiteerd worden. Het totale SPARK aanbod van research facilities omvat onder andere: • Asfalt Laboratorium (ontwikkeld door en in eigendom van Heijmans) • Materialen Lab (Heijmans) • Het Bouw-Fysisca Lab van de TU/e, met onder andere: - Flow box voor ventilatie efficiency onderzoek - Atmospheric Boundary Layer Wind Tunnel met 3D LDA system - Test façade voor gevelonderzoek - Mobiele apparatuur voor remote meting van binnen- en buitenklimaat - Humidity behavior measuring robot - Lab voor akoestisch onderzoek - Diverse apparatuur voor karaterisering en testen bouwmaterialen (particle size distribution analyzer, zeta-potential analyzer, specific density analyzer, DSC-TG analyzer, XRF, titrator, high speed mixting, ball milling) - Klimaatkamer en apparatuur voor onderzoek van luchtkwaliteit (photocatalytic oxidation technology; GC/MS/ATD ) - Pieter van Musschenbroek Lab voor onderzoek naar stuctural designs en structural behaviour (statische en dynamische belasting) - Diverse simulatie-faciliteiten (TU/e) • 3D modeling and Virtual Reality (Desk Cave faciliteit TU/e)

35



• Geavanceerde simulatie faciliteiten op basis van Fluent, ESP-r, ODEON, Insul and Radiance (TU/e)

• Beveiligde document sharing faciliteit

• Diverse test- en simulatiefaciliteiten bij Avans Hogeschool

• Collaborative ideation & business development functie

COLLABORATIVE WORKSPACE EN COMMUNITY Ontmoetingen, kennis- en informatieuitwisseling, ideation en projectmatige samenwerking in het kader van SPARK wordt ondersteund door een speciaal daarvoor ontwikkelde ‘collaborative workspace’. Onderdelen van deze workspace zijn:

• Shared whiteboard facilities

Voorbeelden van andere clusters en campussen demonstreren dat een dergelijke virtuele omgeving van toegevoegde waarde is op de fysieke ontmoetingsplek die door SPARK PLAZA geboden wordt. De ontwikkeling van een dergelijke virtuele omgeving vraagt echter wel om een goede afstemming met gebruikers in de ontwikkelfase, een goede begeleiding bij de introductie en een professioneel ‘moderatorschap’ gedurende de exploitatiefase. 

• Een webbased community met social-media achtige elementen (een SPARK ‘smoelenboek’, expert-search functie, Q&A online, blogfaciliteiten, etc.)

Figuur 9: Impressie van de SPARK collaborative workspace & professional community

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

36



6. ORGANISATIE



GOVERNANCE EN ORGANISATIE Het businessplan voor SPARK is ontwikkeld op initiatief van Heijmans, Avans Hogeschool, Technische Universiteit Eindhoven, gemeente ’s-Hertogenbosch en provincie Noord-Brabant. Door een provinciale stuurgroep is ingezet op de ontwikkeling van een gezamenlijke visie en het voorliggende businessplan. Deze regionale stuurgroep bestaat uit: • Bert Pauli (gedeputeerde Economische Zaken provincie Noord-Brabant) • Ton Rombouts (burgemeester gemeente ’s-Hertogenbosch) • Elphi Nelissen (decaan faculteit Built Environment en hoogleraar Building Sustainability TU/e) • Paul Rüpp (voorzitter CvB Avans Hogeschool) • Bert van der Els (CEO Heijmans) De inhoudelijke voorbereiding en uitwerking van het het SPARK Masterplan is uitgevoerd in een regionale werkgroep en door diverse taakgroepen. Uit de vijf partnerorganisaties is hieraan door een twintigtal personen meegewerkt. Voor de ontwikkelfase van SPARK wordt voorgesteld om de governance en organisatie van SPARK verder te formaliseren. Voorgesteld wordt om een onafhankelijke stichting op te richten die de gezamenlijke belangen van SPARK zal behartigen. Het bestuur van deze stichting dient bij voorkeur te bestaan uit vertegenwoordigers vanuit de triple helix.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

Een ‘inspiration board’ zal een adviserende rol spelen bij de vormgeving en uitbouw van het SPARK cluster. Hierbij wordt gezocht naar experts uit een drietal kennisgebieden: mens en samenleving, design, bouw en techniek. De leden van de inspiration board zullen tevens de rol van SPARK ambassadeur vervullen en de SPARK visie en ambitie uitdragen aan derden. Een kwartiermaker in samenwerking met een kernteam vanuit de betrokken lead partners zal in 2014 invulling geven aan de hiervoor geschetste SPARK onderdelen en activiteiten. Daarin wordt een vergelijkbare route gevolgd als bij de ontwikkeling van Biobased Delta / Green Chemistry Campus, Food Tech Park Brainport, HTAC / AutomotiveCampus.nl, en Metal Valley. Ervaringen uit deze initiatieven zijn verwerkt in de SPARK ideeën over de organisatie en bemensing van het governance en het operationele team in de volgende ontwikkelfase. Zowel het SPARK cluster als de centrale SPARK PLAZA faciliteiten worden ‘lean en mean’ georganiseerd. SPARK heeft geen personeel op de loonlijst en huurt deskundigheid en huisvesting in bij derden. Voor een substantieel deel zal deze inhuur plaatsvinden als in kind co-financiering door de betrokken SPARK partners (zie ook hoofdstuk 7: Begroting en Financiering) Een visualisatie van de beoogde governance en organisatiestructuur is weergegeven in figuur 10

38



• bedrijfsleven • onderwijs en onderzoek • overheid

stichtingsbestuur

inspiration board

• mens en samenleving • bouw en techniek • design

operationeel manager operationeel team contracts

site management

vastgoed en facilities

INNOVATIE

Figuur 10: Spark governance en organisatie

AANSLUITING ECONOMISCH BELEID De provincie Noord-Brabant wil met haar economisch beleid doorstoten tot de top 5 van meest innovatieve regio’s in Europa. Maar ook nu al wordt de provincie Noord-Brabant internationaal herkend als “Europe’s heart of smart solutions”. De provincie wil investeren in economische vernieuwingskracht en inspelen op maatschappelijke opgaven. Door de verbinding tussen economie en maatschappelijke opgaven snijdt het mes aan twee kanten: nieuwe ontwikkel- en groeikansen voor de bedrijven en oplossingen voor onze maatschappelijke opgaven op het gebied van duurzame energievoorziening, gezondheid en slimme mobiliteit. Slimme verbindingen mogelijk maken, dat is de kern van het Economisch Programma Brabant 2020.

De ontwikkeling van nieuwe technologie en producten gebeurt steeds meer volgens het concept van open innovatie, door samenwerking tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen. Om die open innovatie aan te jagen ondersteunt en stimuleert Brabant de ontwikkeling van op R&D gerichte campussen en de ontwikkeling van broedplaatsen van jonge en innovatieve bedrijven. Het realiseren hiervan vraagt samenwerking van de overheid met deze partijen. Als crossover cluster kan SPARK een belangrijke rol spelen in de verbinding met de bestaande topsectoren. Binnen deze topsectoren vindt (fundamenteel) onderzoek plaats, resulterend in nieuwe proof-of-concept technologie. In de ‘zoektocht’ naar – vooral grootschalige – toepassingsmogelijkheden kan SPARK een rol van betekenis spelen als proeftuin voor innovatieve toepassing in de bouw. Daarnaast zijn er ook voorbeelden waarbij de researchagenda van SPARK aanleiding geeft tot samenwerking met de bestaande topsectoren. In de komende jaren zet SPARK met name in op verbinding met de topsectoren: • High Tech Systems & Materialen (met name op het gebied van materiaaltechnologie en intelligente systemen) • Chemie (met name op het gebied van biobased materialen en functionele coatings)

BRABANT 2020 smart mobility

SPARK

smart energy

smart materials

slimme mobiliteit gezond ouder worden duurzame energie duurzame agro-food keten werklocaties proeftuinen slimme verbindingen veiligheid toptalent milieu

Figuur 11: Verbinding tussen SPARK en het Economisch Programma Brabant 2020 en de Agenda van Brabant

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• Energie (eveneens een kernthema binnen SPARK) • Creatieve industrie (zoals gedemonstreerd in de samenwerking tussen Heijmans en Studio Roosegaarde, is de gebouwde omgeving een interessant toepassingsdomein voor de creatieve industrie)

39



• Life Sciences & Health (met name op de vraag hoe de gebouwde omgeving kan bijdragen aan welbevinden en gezondheid) Deels overlappend met de speerpunten en applicatiegebieden van de genoemde topsectoren zet SPARK nadrukkelijk in op: • Verbinding met het automotive cluster. Met name de programma’s op het gebied van connected car en power train technology vormen een interessant thema voor verbinding met de SPARK agenda. • Samenwerking met het Biobased Delta cluster, met een sterke concentratie rond de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom, is met name interessant voor de ontwikkeling en het opschalen van biobased materialen in bouwtoepassingen.

STRATEGISCHE PARTNERSHIPS EN ALLIANTIES De aansluiting met kennisinstellingen en innovatieprogramma’s is optimaal vormgegeven door middel van partnerships en samenwerking met:

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

• De faculteit Built Environment van de Technische Universiteit Eindhoven, in het bijzonder via de leerstoelen: - Urbanism and Urban Architecture - Building Physics In de ontwikkelfase zal samenwerking gezocht worden met andere researchgroepen en mogelijk ook met andere TU/e faculteiten • Het Expertisecentrum Duurzame Innovatie van Avans Hogeschool waaronder een zestal lectoraten sorteren, te weten: - Lectoraat Innovatie Bouwproces en Techniek - Lectoraat Smart Energy - Lectoraat Biobased Energy - Lectoraat Biobased Products - Lectoraat Finance & Sustainability - Lectoraat Duurzame Bedrijfsvoering • De Avans opleiding Bouwkunde, met verbindingen naar zusteropleidingen op het gebied van civiele techniek, elektrotechniek, duurzame energie & milieukunde, bouwmanagement, en bouwtechnische bedrijfskunde • Via het post-MSc programma mart Energy Buildings & Cities (SEB&C), onderdeel van het Stan Ackermans Instituut, biedt SPARK professionals uit aangesloten bedrijven de mogelijkheid tot het volgen van een verdiepende ontwerpersopleiding • Via een tweetal impulsprojecten is SPARK aangehaakt bij het netwerk Smart Energy Regions waaronder diverse bedrijven, kennisinstellingen en overheden hun krachten bundelen om moderne energiehuishoudingen te ontwikkelen en te implementeren. Initiatiefnemers van dit netwerk zijn de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Provincie Noord-Brabant, Brainport Development, Brabantse Ontwikkelings-maatschappij

40



(BOM), Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) en de vereniging Point-One • Via het partnership met de TU/e is SPARK aangesloten bij het Europese energieinnovatienetwerk KIC InnoEnergy van het European Institute for Innovation and Technology. Deze betreft een omvangrijk Europees netwerk en ondersteuning bij het realiseren van business opportunities op energiegebied. • Bij het Bossche Energie Convenant (BEC) zijn 51 bedrijven en instellingen uit ‘s-Hertogenbosch aangesloten. Dit samenwerkingsverband richt zich op betrouwbare en duurzame energievoorziening. Avans Hogeschool, de gemeente ’s-Hertogenbosch en Heijmans maken deel uit van de BEC stuurgroep • Het Theater van de Techniek richt zich op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en het bedrijfsleven onder andere door het creëren van inspirerende leerwerkomgevingen. Naast Koning Willem 1 College, als initiatiefnemer, participeren Avans Hogeschool, Heijmans, gemeente ’s-Hertogenbosch en de provincie Noord-Brabant in dit initiatief • SPARK en Automotive.nl verkennen de mogelijkheden voor wederzijdse samenwerking. Als directe kansen voor samenwerking zijn aangewezen: - De crossover Smart Highway - Connected Car - De crossover Smart Energy - Powertrain

OVERIGE VERBINDINGEN Diverse zakelijke netwerken (o.a. Brabant Zeeuwse Werkgeversvereniging), intermediaire organisaties en branchegerelateerde organisaties (Bouwend Nederland, BNA,

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

UNETO-VNI, NVTB, Aedes, e.a.) zullen in de komende periode benaderd worden om een mogelijke rol te spelen bij de uitbouw en inhoudelijke versterking van het SPARK cluster. Aanvullend op en parallel aan de plannen en het netwerk van SPARK, worden ook in Amsterdam (Amsterdam Institute for Metropolitan Solutions) en Delft (De Bouwcampus). Vooralsnog lijkt het erop dat deze initiatieven, met ieder hun eigen focus en speerpunten, een interessante aanvulling kunnen bieden op de SPARK ambities en agenda. Om die reden zal door SPARK gezocht worden naar mogelijkheden tot een gecoördineerde onderzoekagenda en mogelijk samenwerking in de toekomst. Omdat bij AMS het accent in de komende jaren ligt op het realiseren van de ‘faculty’ en het ontwikkelen van curricula, lijkt substantiële samenwerking met SPARK pas opportuun vanaf 2015 of nog later. De SPARK speerpunten sluiten naadloos aan bij diverse Europese programma’s. Met Horizon 2020 wil de Europese Unie (EU) het concurrentievermogen van Europa vergroten door wetenschap en innovatie te stimuleren. Daarnaast wil de EU het bedrijfsleven en de academische wereld uitdagen om samen oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken die in heel Europa spelen. Bijvoorbeeld klimaatverandering, vergrijzing, voedselveiligheid en betaalbare, duurzame energie. In 2014 starten de nieuwe Interreg V-programma’s. Deze sluiten aan bij de EU 2020 strategie gericht op slimme, duurzame en inclusieve groei. Zo legt het Interreg V-programma in de Grensregio Vlaanderen-Nederland de focus op onder andere de versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie en steun voor de overgang naar een koolstofarme economie. Binnen Interreg V ligt tevens

41



een sterke focus op duurzame concepten en infrastructuren voor transport en mobiliteit. De SPARK activiteitenkalender 2014 voorziet in de ontwikkeling van een aantal projectvoorstellen binnen de kader van deze EU gefinancierde programma’s.

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

42



7. JAARPROGRAMMA 2014



JANUARI – MAART

APRIL – JUNI

BIJEENKOMSTEN

BIJEENKOMSTEN

• SPARK Kick Off partner event ( januari ) • SPARK workshop – thema mobililteit (februari) • SPARK workshop – thema energie (maart) • Bedrijfsbezoek bij SPARK deelnemer

• SPARK workshop – thema materials (april) • SPARK workshop – thema proces (mei) • Excursie naar AutomotiveCampus.nl ( juni) • Bedrijfsbezoek bij SPARK deelnemer

ORGANISATIE

ORGANISATIE

• Realiseren huisvesting voor operationeel team @SPARK PLAZA • Samenstellen operationeel team en support team • Aantrekken kwartiermaker • Voorbereiding governance • Tweewekelijkse meetings kernteam • Ontwikkelen SPARK marketing & branding plan • Ontwikkelen SPARK promotiemateriaal • Werven SPARK deelnemers • Ontwikkelen evenementen- en workshopprogramma • Verkenning mogelijkheden OP Zuid / Horizon 2020 / Interreg

• Verder ontwikkelen SPARK organisatie • Realisatie governance structuur • Tweewekelijkse meetings kernteam • Werven SPARK deelnemers • Ontwikkelen (ToR) collaborative workspace en community • Projectvoorbereiding OP Zuid / Horizon 2020 / Interreg • Verbinding met European Network of Living Labs (EnoLL)

LIVING LABS (onderwijs, onderzoek, business development) • Onderzoek (met studenten) naar herontwikkeling RM3 tot SPARK PLAZA • Voorbereiding pilot ‘All Electric Street’ • Vormgeving strategische samenwerking met AutomoveCampus.nl

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

LIVING LABS (onderwijs, onderzoek, business development) • Verdere ontwikkeling en gefaseerde realisatie SPARK PLAZA • Projectontwikkeling infrastructure – vehicle communication i.s.m. Driving Guidance Center van TNO/AutomotiveCampus.nl • Pilot ‘All Electric Street’ • Projectontwikkeling 3D printing • Voorbereiding project biobased materials • Voorbereiding project ‘Smart Highway’

44



JULI – SEPTEMBER

OKTOBER – DECEMBER

BIJEENKOMSTEN

BIJEENKOMSTEN

• SPARK workshop – thema mobiliteit ( juli/augustus) • SPARK workshop – thema energie (september) • Excursie naar Green Chemistry Campus.nl (september) • Bedrijfsbezoek bij SPARK deelnemer

• SPARK workshop – thema materials (oktober) • SPARK jaarcongres (november) • SPARK workshop – thema proces (december) • Bedrijfsbezoek bij SPARK deelnemer

ORGANISATIE • Verder ontwikkelen SPARK organisatie • Tweewekelijkse meetings kernteam • Werven SPARK deelnemers • Projectvoorbereiding OP Zuid / Horizon 2020 / Interreg • Ontwikkelen collaborative workspace en community

LIVING LABS (onderwijs, onderzoek, business development) • Verdere ontwikkeling en gefaseerde realisatie SPARK PLAZA • Pilot ‘All Electric Street’ • Projectontwikkeling infrastructure – vehicle communication i.s.m. Driving Guidance Center van TNO/AutomotiveCampus.nl • Projectontwikkeling 3D printing • Projectontwikkeling biobased materials • Voorbereiden demo project ‘Smart Highway’

SPARK masterplan 2014-2023 | december 2013

ORGANISATIE • Verder ontwikkelen SPARK organisatie • Tweewekelijkse meetings kernteam • Werven SPARK deelnemers • Projectvoorbereiding OP Zuid / Horizon 2020 / Interreg • Ontwikkelen collaborative workspace en community

LIVING LABS (onderwijs, onderzoek, business development) • Verdere ontwikkeling en gefaseerde realisatie SPARK PLAZA • Voorbereiding 2e pilot ‘All Electric Street’ • Voorbereiding project electric powertrain infrastructure i.s.m. Electric Mobility Center van TNO/AutomotiveCampus.nl • Uitvoering pilot ‘Smart Highway’ • Uitvoering 3D printing • Uitvoering biobased materials • Voorbereiden demo project ‘Smart Highway’ • Projectontwikkeling Biobased Materials (in samenwerking met Biobased Delta) • Verkenning project ‘Fijnstof-neutrale snelweg’ (in samenwerking met EDI Avans en Bouwen met Groen)

45



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.