DG 28-03-08 katern 1 pagina 06
Woongroep voor Turkse bejaarden Deze week opende het eerste tehuis voor Turkse bejaarden. Maar voor veel allochtonen is in één huis wonen vreemden nog wennen. DOOR NIKOLE DEN TEULING EN IVO VAN WOERDEN
AMSTERDAM
Huisgenoten Yusuf Süne (65) en Ibrahim Tarkun (68) kloppen elkaar gemoedelijk op de rug in het gisteren geopende Ikinci Bahar, dat ‘Tweede lente’ betekent. Deze Amsterdamse woongroep is speciaal gericht op bejaarde Turken. Als tieners woonden de twee in hetzelfde Turkse dorp. Ze verloren elkaar uit het oog toen ze als gastarbeider naar Nederland vertrokken. Nu, bijna vijftig jaar later, zijn ze herenigd . Een bejaardentehuis voor een specifieke etnische groep, het is al geen unicum meer. Wi Mofina Tampe, A Pousada of Tai Wai – deze teksten prijken sinds kort op de voorgevels voor een Surinaamse woongroep voor ouderen, een woontoren voor oude Kaap-Verdianen en aanleunwoningen voor bejaarde Chinezen.
Eric Borggreve van de landelijke woningcorporatie Vestia – die onlangs nog een woongroep voor Hindoestanen opende – ziet dat het groepswonen voor allochtone ouderen snel toeneemt. Volgens hem gaat het meestal om zelfstandige initiatieven waarbij mensen elkaar op latere leeftijd opzoeken. ‘Ze begrijpen elkaar omdat ze uit hetzelfde land komen of hetzelfde geloof hebben.’ Volgens de laatste cijfers van het Aedes-Actiz Kenniscentrum WonenZorg telde ons land drie jaar geleden 100 duizend allochtone 55-plussers. De meeste van hen willen volgens het Kenniscentrum alleen in het uiterste geval met onbekenden in één (te)huis oud worden. Dit zou namelijk gezichtsverlies kunnen opveren vanwege de schijn dat kinderen en familie niet voor hen kunnen of willen zorgen. Bovendien zijn er in de meeste instellingen geen specifieke voorzieningen voor de cultuur en geloof van allochtone op leeftijd. Voor dat laatste probleem biedt een gezamenlijke woonvorm dus uitkomst. De oude vrienden Süne en Tarkun
hebben sinds kort samen met hun echtgenoten intrek genomen in de Tweede Lente; een locatie met zeventien aangepaste appartementen in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer. De doelgroep: allochtone ouderen boven de 65. Tien woningen zijn als proefproject gereserveerd voor Turkse ouderen. De overige bieden plaats aan alle nationaliteiten en worden
Veel Turken zien een bejaardenhuis als gezichtsverlies momenteel bewoond door onder meer Marokkanen, Surinamers en Nederlanders. Volgens Ibrahim Özdemir van de Stichting Buurtparticipatie die het project leidt, is het voor Nederlanders heel normaal samen intrek te nemen in een huis als je oud wordt, maar voor veel Turken is dat nog even wennen. ‘Vooral op het Turkse platteland gaan ouders vaak bij hun kinderen wonen. Dit project zien we als een mogelijk-
heid te tonen hoe samenleven ook kan. Het is veilig. Er is bijvoorbeeld op deze manier geen taalbarrière voor de eerste generatie die soms nog moeite heeft met de Nederlandse taal.’ De oude vrienden Süne en Tarkun benadrukken dat het hen niet per sé om dezelfde culturele achtergrond te doen is. Maar een nadeel is het zeker niet. Süne: ‘Ik ken veel Turken die in Nederland wonen en bij hun kinderen intrekken. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Soms zijn er financiële problemen of ontstaat er ruzie. Ik wil mijn kinderen niet tot last zijn. Bovendien heb ik genoeg geld verdiend om dit te kunnen betalen.’ Het echtpaar Tarkun denkt er hetzelfde over. Ook de gezelligheid en de sociale controle vinden zij een groot goed. ‘Als we een keertje apart voorbij lopen, vragen de buren meteen waar de ander is.’ De kinderen van het stel hebben wel voorgesteld hun ouders in huis te nemen. Maar dat hebben de twee resoluut geweigerd. Tarkun: ‘Ze hebben een eigen leven. Als we straks echt niet alles meer aankunnen, gaan we wel naar een bejaardenhuis.’