echo4-2010DEF_6231

Page 1

Echo

Het spannende boek


van de redactie

Whodunit? Juni is de Maand van het Spannende Boek. Een suc-

verdieping

Plaats delict

cesvolle promotie-actie van de boekenbranche om thrillers en detectives onder de aandacht van het grote publiek te brengen.

De pennevruchten van schrijvers als Tomas Ross en Nicci French gaan als zoete broodjes over de plank. En de auteur van het beste spannende boek van het jaar krijgt de Gouden Strop uitgereikt. Deze aflevering van ECHO is gewijd aan een zeldzaam spannende ‘whodunit’, de Bijbel. De 66 boeken bieden de lezer tal van huiveringwekkende episodes vol list en bedrog, misdaad en straf. Samen bevatten ze een bloedstollende plot. Een achterflaptekst zou zo kunnen eindigen: ‘Als de langverwachte eindelijk ten tonele verschijnt, gunt men Hem het licht in de ogen niet. Zijn doodvonnis is getekend. Maar zodra het is voltrokken, blijkt zelfs de zwartste bladzijde uit de wereldgeschiedenis een gouden rand te hebben…’ De Bijbel is een weergaloos spannend boek, omdat we er zelf in voorkomen, zegt een beeldend kunstenaar in dit nummer van ECHO. De driften en emoties spatten soms van de bladzijden af. Wie de Bijbel goed leest, vindt zichzelf erin terug als dader. Wie doorleest, vindt ook vergeving. De redactie

Colofon : Uitgave van IZB – voor zending in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland ISSN 0012-9119 Redactie en administratie: Joh. v. Oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB Amersfoort, tel. 033-4611949, e-mail: echo@izb.nl Abonnementen: Abonnementsprijs e 10,00 per jaar bij vooruitbetaling.

Reacties: Voor reacties op de inhoud van dit blad kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie. Redactie: ds. L.C. Buijs, E. de Graaf-Klok, K. van Noppen, J.J. Timmer, J.W. v.d. Vegte, mw. J. de Waard, mw. E. Wolters-Koetsier. Foto’s en illustratie: Pag. 6 en 12 Henk Pietersma Pag. 6 - 8 Marchje Andringa Pag. 11 Loura Kok Echo 04-2010

Echo - Het spannende boek

‘Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef een kuil voor de wijnpers, bouwde een uitkijktoren, kortom, kosten noch moeite werden gespaard. Toen de zaak klaar was, gaf hij de lusthof in bruikleen aan wijngaardeniers, in ruil voor pacht. Daarna ging hij op reis. Tegen de tijd van de oogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zo zijn erfenis opstrijken’. Ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’ Je voelt de spanning oplopen, tijdens dit verhaal van Jezus. Het begint idyllisch, vreedzaam, met een mooi aangelegde lusthof. Maar al gauw wordt die het decor van gewelddadige taferelen, een plaats delict. Het eindigt met een splijtende vraag. De aanleiding voor dit verhaal is ook een vraag. Jezus heeft Zich onmogelijk gemaakt in de ogen van de religieuze leiders. Hij claimt de Zoon van God te zijn. Wat denkt Hij wel, deze timmermanszoon uit Nazareth, een halfheidens gehucht ergens in het Noorden! Maar het gewone volk draagt Hem op handen. Uit jaloezie proberen ze Hem klem te praten, Hem zwart te maken. ‘Op grond van welke bevoegdheid doet

u die dingen? Wie heeft u het recht gegeven om zo te handelen?’, vragen ze. Dan vertelt Jezus het verhaal over de wijngaard. De vragenstellers stikken bijna van woede, want ze begrijpen heel goed wat hij bedoelt! In een paar zinnen schetst Jezus het conflict tussen God en mens. Steeds weer stuurde God gezanten om de mensen terug te roepen naar hun oorspronkelijke bestemming. Maar hoon, mishandeling en de dood waren hun lot. Jezus speelt hoog spel: Hij typeert Zichzelf hier als de erfgenaam. Wat roept Hij over Zichzelf uit? Heeft Hij niet door dat Hij hen tot het uiterste tart? Hij heeft kritiek op hen, ze verminken Gods bedoeling. Want God is de landheer en claimt zijn recht op een deel van de oogst. Het gaat van kwaad tot erger. Later jaagt Jezus de religieuze leiders tegen zich in het harnas door het tempelplein schoon te vegen. Hij ontmaskert daarmee hun godsdienst, die tot koehandel is verworden. Ze beramen zijn dood, Hij moet uit de weg geruimd. Hij verspeelt de gunst van het volk door zich niet tegen de bezetter te keren. Zonder zinnige beschuldiging wordt aan Jezus de ergste straf voltrokken: de kruisdood. Het is over en uit. Tot je stomme verbazing voltrekt zich hier het verhaal, precies zoals Jezus het vertelde. Het lijkt wel een self fullfilling prophecy! Dit gaat toch niet gebeuren? Drie dagen blijft het doodstil. Dan wordt het Pasen. Jezus staat op uit het graf. Zijn volgelingen vatten nieuwe moed. De beweging groeit. Een reactie blijft niet uit. Dezelfden die Jezus uit de weg ruimden, proberen dat ook met zijn volgelingen. Ongewild dragen ze bij tot een wereldwijde verspreiding van het

evangelie. Overal waar de volgelingen terecht komen verspreiden ze het goede nieuws van Jezus Christus, waar Hij voor stond, waar Hij zijn leven voor gaf. Mensen horen er van op, geven zich eraan gewonnen. Toch blijft die splijtende slotvraag van Jezus staan: Wat moet de eigenaar van de wijngaard doen met degenen die zijn zoon hebben vermoord? Heeft God een punt? Wat hebben we zijn goede schepping aangedaan? Wat doen we elkaar aan? Is wat we doen ooit te rijmen met zijn bedoelingen? Heeft hij er niet alles aan gedaan om ons er aan te herinneren dat het anders kan, dat het anders moet? Heeft Jezus dat niet gedaan? En? Hoe werd er op Hem gereageerd? De toehoorders wisten wel raad: ‘De onmensen!’, briesten ze. ‘Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’ Een schurk moet niet weg kunnen komen met zijn misdaden, vinden we. Spannend is dan wel, hoe het oordeel over ons uitvalt… maar het is een open vraag, die Jezus stelt in zijn verhaal. Daar maak ik uit op dat Hij serieus een antwoord verwacht. Zou ik er mijzelf voor over hebben? Zou ik zover gaan als God gegaan is? Met zoveel geduld? Want hoe ik het wend of keer, de oorzaak van de breuk ligt niet bij Hem. Het zijn de wijnbouwers, de mensen die Gods claim afwijzen. We zoeken het zelf wel uit. Nou, dat hebben we geweten… De vraag wat God bezielt, blijft me bezighouden. De vraag hoe ik erop reageer nog meer… Het verhaal van God en mensen heeft een open einde. Ieder die dit leest mag zijn eigen slot schrijven.

<

Echo


verdieping

Verkocht en verraden Twaalf zonen had Jacob. Twee van zijn liefste vrouw, Rachel: Jozef en Benjamin, zijn oogappeltjes. Hij trok hen voor, vooral Jozef, en dreef zo een wig in zijn gezin. En alsof hij het onderscheid wilde accentueren, kocht Jacob voor hem een kleurige koningsjas. Of het daardoor kwam dat Jozef het hoog in de bol had? Hij droomde de gekste dingen. ‘Ik droomde’, zei hij op een ochtend tegen zijn broers, ‘dat jullie allemaal voor mij neerknielden!’ Die snotneus. Razend waren ze. Nog erger maakte hij het door zijn broers bij vader Jacob te verlinken. De broers zwerven met hun kudden schapen door het land. In opdracht van zijn vader gaat Jozef hen bezoeken. Als ze hem in de verte zien aankomen, zinnen ze op wraak. ‘Daar heb je die meester-dromer weer! Laten we hem vermoorden en hem ergens in een put gooien. We zeggen gewoon dat hij door een wild dier is verslonden. Afgelopen met die gekke dromen.’ Ze grijpen hem, ze trekken hem zijn prachtige jas uit en… verkopen hun eigen broer als slaaf aan handelaren van een karavaan die toevallig voorbij komt. Opgeruimd staat netjes! Ze scheuren zijn jaspanden aan flarden en besprenkelen die met

Echo - Het spannende boek

bloed. Bij thuiskomst tonen ze het bezoedelde kledingstuk aan hun vader. Gevonden, ergens onderweg. Jacob is ontroostbaar. Zijn oogappel. Omgekomen door een roofdier…

Jozef legt enorme voorraden aan in de tijden van overvloed. Laat de tijden van honger maar komen! En ze komen. De wereld hongert, Egypte niet!

Jozef belandt na een lange reis in Egypte. Omdat al gauw blijkt dat hij betrouwbaar is, klimt hij op tot huisslaaf. Maar hij is snel terug bij af, als hij op grond van een valse beschuldiging gevangen wordt gezet. Zijn gave om dromen te duiden blijft niet onopgemerkt: Als de Farao een nachtmerrie heeft over zeven vette koeien en volle korenaren die worden opgegeten door zeven magere koeien en lege aren, weet de man zich geen raad! Hij vermoedt onheil, maar weet niet wat het betekent. Jozef wordt erbij gehaald. De droom voorspelt inderdaad weinig goeds – er komt na zeven jaar voorspoed een periode van hongersnood - maar Jozef geeft de Farao ook meteen raad. Bouw schuren, leg voorraden aan. De Farao is zo op hem gesteld, dat hij hem benoemt hem tot onderkoning.

Jaren verstrijken. Jacob rouwt om zijn lieveling, de broers bewaren hun geheim. Als de honger ook in hun landstreek toeslaat, reizen de tien oudste broers af naar Egypte. Jacob houdt zijn jongste kind, zijn lieveling Benjamin, thuis. Als hij hem ook nog moet verliezen... De komst van de nomaden blijft in het Egyptische paleis niet onopgemerkt. Ze worden ontboden bij de onderkoning. Jozef herkent hen, maar zij hem niet. Met behulp van een tolk ondervraagt hij hen op kribbige toon. Eindelijk heeft hij hen in zijn macht. Hij kan met hen doen wat ie wil! Hij speelt wantrouwen en beschuldigt hen van spionage.

- ‘Jullie zijn tien broers?’ - ‘Eigenlijk zijn er twaalf, heer, onze jongste is bij zijn oude vader gebleven. En we hadden nóg een broer…eh… maar die leeft niet meer.’ Ze voelen zich in het nauw gedreven. - ‘Eén van jullie blijft hier, jullie keren hier terug met de jongste. Dan zullen we eens zien of jullie de waarheid spreken.’ Simeon blijft. De anderen gaan terug, ze moeten wel. Tot hun schrik treffen ze onderweg hun eigen geld aan in het gekochte graan. -‘Waarom overkomt ons dit?’ - ‘Jullie maken mij kinderloos’, verwijt Jakob zijn zoons. ‘Jozef is er niet meer, Simeon is er niet meer en nu willen jullie ook Benjamin nog bij me weghalen. Niets blijft me bespaard. Had je mond dan ook gehouden over Benjamin!’ - ‘Hoe konden wij weten wat die man wilde?’ - ‘Benjamin moet mee, vader’, zegt Juda. ‘Ik sta met mijn leven voor hem in.’ Jacob laat hen gaan, hij moet wel. Ze nemen dubbel geld mee en kostbare geschenken. Met lood in de schoenen reizen ze naar Egypte.

Opnieuw staan de broers voor Jozef, opnieuw buigen ze zich, diep. Ze geven hem hun geschenken. Jozef is hartelijk, maar de broers zijn op hun hoede. Ze vrezen echter het ergste. Wie is die man, wat heeft hij met hen voor? Ze worden vorstelijk onthaald, aan het banket van de onderkoning. Jozef plaatst hen op volgorde van leeftijd aan zijn tafel. Zij weten niet wat hen overkomt, wat wil die man? Eten is er in overvloed, Benjamin krijgt het beste deel. Maar zijn oudere broers tonen geen jaloezie. Samen met Jozef raakten ze in een roes waarin ze de hongersnood en misère even vergeten... Na het feest, keren ze alle elf terug naar huis, beladen met graan. Opnieuw vinden ze hun geld verstopt in de bagage. In Benjamins graan zit zelfs de zilveren drinkbeker van de onderkoning... Ze zijn amper op weg of ze worden achterhaald. De ‘gestolen’ beker wordt gevonden. Benjamin wordt gearresteerd, hij moet mee, terug naar Egypte. Dat laten de anderen niet gebeuren. Bij vader Jacob aankomen zonder Benjamin, dat willen ze niet meemaken. Ze keren terug naar Egypte. Opnieuw staan ze voor Jozef, opnieuw werpen ze zich voor hem neer.

Jozef speelt alsof hij razend is. - ‘Een grof schandaal! Misbruik maken van mijn gastvrijheid! De schuldige, die Benjamin, zal mij dienen als slaaf!’ Juda springt voor hem in de bres: ‘Dat betekent de dood van onze vader. Hij verloor al een zoon. Heer, neem mij toch in zijn plaats! Want als Benjamin iets overkomt, kan en wil ik mijn vader niet onder ogen komen.’ Radeloos zijn de broers. Ze wringen zich in allerlei bochten. Jozef speelt met hen, zoals een kat met een muis voordat hij hem verorbert. Maar als hij ziet hoe ze opkomen voor hun jongste broer, hoe betrokken ze zijn op hun oude vader, kan hij zich niet langer goed houden. - ‘Ik ben Jozef’, zegt hij. ‘Leeft mijn vader nog?’ Zijn broers zijn verlamd van schrik, niet in staat een woord uit te brengen.

<

Lees het verhaal in de

Bijbel: Genesis hoofdstuk 37, 39 t/m 45.

www.voorleesbijbel.nl

Echo


Persoonlijk te schieten. En de Bijbel en het christelijk geloof… Als je de bronnen waaruit je ooit hebt gedronken, eenmaal besmet hebt verklaard, keer je er niet snel naar terug. Dus bleven de vragen onopgelost.

Beeldend kunstenaar Henk Pietersma:

‘Zijn daden’ detail

‘Eigenlijk schilder ik ongecontroleerd’

Bij de opvoeding van onze kinderen kregen we de vragen in het kwadraat op ons bord. Met welke waarden voed je hen op? En waarom dan? Op grond waarvan? We participeerden indertijd in een kunstenaarsmilieu, waarin volop werd geëxperimenteerd met drugs en vrije sex. We namen onze kinderen mee, maar als zij net zo vrijelijk wilden experimenteren, wilde ik hen dat verbieden. Maar ik had ik weinig meer te zeggen dan ‘Beter van niet’ of ‘Doe toch maar niet.’ Mager, vond ik dat zelf. Waarom had ik geen standaard, om kinderen van een jaar of 7, 8 meer wegwijs te maken in het leven?

Mijn vrouw raakte betrokken bij een huiskring, een soort kerk, waar ze christelijke liedjes zongen en uit de Bijbel lazen. Daar stond ik aanvankelijk sceptisch tegenover, want die houding kende ik van huis uit. Toch liet ik me een keer verleiden om mee te gaan. Veel begreep ik er niet van, maar de mensen die ik daar ontmoette, hadden iets wezenlijk anders dan ik bij mezelf vond. Liefde, geborgenheid, oprechtheid. Zet je schrap Henk, dacht ik. Niet aanstellen, nu. Misschien is dit wel een sekte, tuin er niet in! Op den duur ging ik regelmatig mee.

In die tijd gingen we een weekendje naar

‘De Bijbel is een weergaloos spannend boek, omdat we er zelf in voorkomen. En omdat het over onze diepste vragen gaat: Waarom ben ik hier? Wat is de zin van ons leven? Niet dat het pasklare antwoorden aanreikt, je moet die antwoorden ontdekken door te lezen, te herlezen en nog eens te herlezen. Want dat is het ook wonderlijk-spannende: een bekende tekst kan soms opeens als nieuw bij je ‘binnenkomen’, vertrouwde woorden krijgen dan een ongelooflijke zeggingskracht; afhankelijk van je stemming en de situatie waarin je zit.’ Echo - Het spannende boek

In een ruim bemeten lokaal van het oude schoolgebouw in de binnenstad van Leeuwarden heeft Henk Pietersma zijn atelier. Omgeven door werk in uitvoering, boeken en cd’s zit de beeldend kunstenaar op zijn praatstoel. Het gaat over zijn werk en zijn leven.

‘Mijn vader was manager in een organisatie van bejaardenhuizen en verpleeginrichtingen. Als kinderen kwamen we daardoor al jong in aanraking met dementerende, oude

mensen. Van jongsaf aan zette ik dikke vraagtekens bij deze wereld. Wat is de zin van ons bestaan? We verschijnen even op het toneel, verhoudingsgewijs een korte tijd, 85-90 jaar. Daarna is het afgelopen. Wat heb je dan? Toen mijn vader overleed had hij nog zoveel plannen: na zijn pensioen zou hij dit en dat…. Maar het was allemaal voorbij. Deprimerend, vond ik het. Hoe meer ervaring ik opdeed met de wereld, hoe cynischer ik werd.

Ook als kunstenaar. Zwartgallige kunst.

Ik kom uit een gereformeerd nest, en groeide op in een tijd waarin alles wat met geloof te maken had, werd weggerationaliseerd. Dat is typerend voor mijn generatie. Geloofsvragen werden niet met liefde behandeld, maar wegverklaard. Ik zie dat bij mijn broers en zussen, in de familie van mijn vrouw, bij veel leeftijdgenoten. De kerk was niet bij machte om onze

generatie binnenboord te houden. In de jaren zeventig heb ik er ook bewust mee gebroken. Snurkend lid blijven, was niks voor mij; dat is alleen maar database-vervuiling.

Maar de hardnekkige vragen zorgden er wel voor dat ik bleef zoeken. Mijn vrouw en ik keken overal rond: bij de Bhagwan, in het humanisme, het geloof in jezelf, noem maar op. Ik vond al die antwoorden te kort

België om musea te bezoeken. Mijn vrouw wilde eigenlijk liever naar een Pinksterconferentie, óók in België. We zouden wel zien. Tijdens onze museumstrooptocht raakten we op de late vrijdagavond volledig de weg kwijt. In het donker, in the middle of nowhere, op een klein weggetje, horen we opeens zingen. Wij er op af; in de grote tent bleek tot onze verrassing de conferentie te zijn waar mijn vrouw over had gesproken. Op de achterste rij stonden een paar jongelui met overgave te zingen: ‘Als een hert dat verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U’. Mijn hart brak, toen ik dat hoorde. We konden overnachten in de EHBO-tent. ’s Ochtends om 7.00 uur werd er een bidstond gehouden. Nieuw voor mij. Weer was het die oprechtheid, die afhankelijkheid en onderlinge liefde die me trof. We bleven het hele weekend, van museumbezoek kwam niks meer.

>

Echo


Persoonlijk

>

Het duurde nog wel een tijd voordat ik tot geloof kwam. Alles van jezelf loslaten, dat ís ook een pittige operatie. Als je sterk bent, heb je God niet nodig, pas als je je zwakheid durft erkennen. Wij als naoorlogse kinderen, uit de tijd van de wederopbouw, wij hadden geleerd dat we sterk moesten zijn. Ik zou een week optrekken met christenkunstenaars. Dat was voor mij niet op voorhand een vertrouwenwekkend gezelschap. Want wat moet je je nu voorstellen bij christelijke kunst? Als opdracht gold: kies een psalm, en vertolk de emoties die de tekst oproept in een kunstwerk. Niets voor mij. Vraag zoiets liever aan illustratoren. Iedere avond was er een werkbespreking. Maar na drie dagen was er nog weinig uit mijn handen gekomen althans, niets dat ik in verband kon brengen met het thema. Ik was vastbesloten om naar huis te gaan. Maar ik maakte eerst nog wat schetsen van de bouwval van het koetshuis op het terrein waar we waren. Kreeg bezoek van verstandelijk gehandicapte kinderen. We tekenden samen en hadden veel plezier.’s Avonds zei iemand: ben je beziggeweest met die en die psalm...?

zaten bij wijze van spreken in mijn bloedbaan. Het kwam in mijn werk tot uiting. Eigenlijk is het een universeel gegeven: Als je je de hele dag bezighoudt met leegheid, dan zal dat te zien zijn in de kunst die je maakt. Mijn somberheid zie je terug in mijn vroege werk. Nu begin ik iedere dag in de stilte, om de Bijbel te lezen en met God te praten. Ik merk dat dit zijn uitwerking heeft in de rest van de dag, in de schilderijen die ik maak. Kunst hoort een boodschap te hebben, sterker: kunst hééft altijd een boodschap. Want als je niets te vertellen hebt, communiceert jouw kunst dat je niets te vertellen hebt. Zie de leegheid en de verwarring in veel moderne kunst. Tijdens mijn opleiding aan de academie Minerva in Groningen gold als de hoogste wijsheid dat kunst geen boodschap mocht hebben. Het moest zijn wat het was. Als het al ergens over ging, dan alleen over kunst. ‘Voor een boodschap ga je maar naar Albert Heijn’. Gelukkig is dat tij gekeerd.

In de jaren die volgden ontdekte ik dit

In mijn werk ben ik veel bezig met

geheim, deze regel: Waar je je mee vult, komt er op een gegeven moment uit. Ik had veel in de psalmen gelezen, de teksten

bijbelse kernbegrippen. De Bijbel is een weergaloos spannend boek. Een van de spannendste verhalen - vind

Echo - Het spannende boek

ik - gaat over Jakob en Ezau. Jakob bedondert zijn broer. Ezau zint op wraak, Om het vege lijf te redden, moet Jakob vluchten. Na vele jaren keert hij terug. Hoe zal z’n broer reageren? Naarmate de ontmoeting dichterbij komt, voel je de spanning stijgen. Over die passage heb ik talloze tekeningen. Maar ze gaan verder dan de anekdotische weergave ervan. Het gaat om de achterliggende mechanismen. Hoe ga je om met ruzie? Hoe heb je gepoogd het bij te leggen? Hoe is het contact hersteld? Dan lees ik verder in de bijbel: hoe ging Jezus met deze vragen om? Spannende vragen.

Kinderen hebben vaak een rijkdom aan fantasie en een onbevangenheid die volwassenen zich niet (meer) eigen kunnen maken. Ik heb veel samen met mijn oudste zoon getekend, dat wil zeggen, hij schetste voor het vaderland weg en ik tekende het na. Een rups kon zomaar veranderen in een auto en daarna in een vliegtuig. Hij gebruikte daarbij vormen die ik nooit had kunnen ontwikkelen. Hij deed gewoon waar hij vol van was. Iets dergelijks bedoel ik met mijn kijk op kunst: ik bid dat God me ‘vult’ met zijn goede gedachten, dat ik een

instrument in zijn hand kan zijn. Daarna begint het avontuur.

Eigenlijk schilder ik ongecontroleerd. Vraag me dus niet om een plaatje van een spannend verhaal. Simson of David en Goliath. Ik schilder de achterkant van die verhalen. Haat, angst, macht, overgave, liefde – alles wat je maar tegenkomt in je zielshuishouding. In de Psalmen vind je al die zielsuitingen terug. In een onbewaakt ogenblik heb ik besloten tot het project om over elke psalm een schilderij te maken. Dat wil zeggen: ik schilder en al werkend ontdek ik welke psalm er op van toepassing is. Trouw, bedrog, geloof, wanhoop, depressiviteit, blijdschap. Elke denkbare emotie vind je erin verwoord. De psalmen staan bol van de spanning, en zijn tegelijk rijk aan taal, aan muzikaliteit, aan visie. Je vindt er dialogen, waarin iemand reageert op God. Zo’n David, die veel psalmen schreef, heeft zich verschillende keren diep in de nesten gewerkt. Toch weet hij zich, door zijn berouw, en ondanks alles, geaccepteerd door God. Als ik dat lees, zie ik het met mezelf ook nog wel zitten...’

<

Een Somaliër in Nederland, midden veertig. Om veiligheidsredenen kunnen we zijn naam en foto niet prijsgeven. Een goede vriend van hem vertelt :

Dick van den Heuvel (53) is scenario-schrijver, onder meer bekend van de politieserie Missie Warmoesstraat.

Spannend – wat gaat Jezus doen?

Salomo’s oordeel als oerprincipe

‘We hebben de gewoonte aan het eind van de maaltijd een gedeelte uit de Bijbel te lezen. Zo ook deze keer, toen deze vriend bij ons had gegeten, We lazen Johannes 8, waarin verteld wordt hoe Farizeeën een overspelige vrouw bij Jezus brengen. Volgens de wet van Mozes moet ze gestenigd worden – maar wat zal Jezus doen? Ik herinner me nog dat onze Somalische vriend dit verhaal voor het eerst hoorde. Steniging kwam en komt nog regelmatig voor in bepaalde moslimlanden, ook in Somalië. Ik weet niet of hij dat zelf een keer heeft gezien maar vaak is het wel zo dat een hele dorpsgemeenschap – inclusief kinderen – gedwongen wordt naar zo’n terechtstelling te kijken.

‘Een spannend verhaal is over het algemeen een thriller. Een raadselachtige zaak die zich ontspint, een deadline die nadert, een kwestie die uitgezocht moet worden, de tijd die dringt.

Met stijgende nieuwsgierigheid hoorde hij dan ook de geschiedenis aan, je zag de spanning op zijn gezicht, zijn ogen werden steeds groter: wat gaat Jezus doen? Hij vond de afloop geweldig. Jezus, die die vrouw niet straft maar haar wegstuurt met de woorden: Ga heen, en zondig niet meer. Geweldig! Maar behalve dat hij verwonderd en aangenaam verrast was, zag hij ook de humor van de situatie in. Toen hij hoorde dat de mannen die deze vrouw aanklaagden één voor één afdropen, schoot hij hardop in de lach. ‘They are leaving because they know they are sinners themselves!’ (Ze gaan weg omdat ze weten dat ze zelf zondaars zijn!) Het feit dat de oudsten als eersten wegliepen, zal voor hem een extra betekenis hebben gehad: in zijn cultuur was het ongetwijfeld anders gegaan: de ouderen, die het meeste gezag genieten, zouden tot het laatst blijven staan.’

Ik moet denken aan Petrus, die de voorspelling krijgt dat hij Jezus zal verloochenen, nog vóór de haan drie keer gekraaid heeft. En dat hij dat dan moet doen, eigenlijk niet eens vanuit kwade motieven, maar omdat hij zichzelf én de zaak moet redden. Een thriller is ook het verhaal van David en Bathseba; omdat daar een echte intrige achter schuilgaat. David die er voor moet zorgen dat hij die vrouw krijgt en daarom een plan smeedt om van haar echtgenoot af te komen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat dát de perfecte misdaad is, want David slaagt in zijn opzet. Hij krijgt wel straf, maar in principe wérkt zijn plan wel. En zo poppen er wel zes, zeven spannende verhalen op. Jozef in de put, in de gevangenis, de voorspellende dromen en dat hij dan een land weet te redden van de ondergang. Of Daniël in de leeuwenkuil. Maar als ik uit al die verhalen dan toch eentje moet kiezen, dan kies ik dat van het Salomo’s oordeel. Het is eigenlijk het principe waarop vrijwel alle detectives zijn gebaseerd. Probeer de verdachte of de belangrijkste getuige in zo’n situatie te brengen dat de waarheid vanzelf boven komt drijven. Welnu, als een ware Columbo doet Salomo dat en hij komt achter de waarheid. Het verhaal heeft daarbij alles wat een goeie detective nodig heeft, namelijk een mooie integere heldin die wordt benadeeld... en een misdadiger(ster) die eigenlijk ook veel begrip verdient voor wat ze heeft uitgericht.’

Echo


verdieping

Persoonlijk

Met de dood voor ogen …Al dagen krijg ik geen hap door mijn keel. Het is een wonder dat we nog leven. Werkelijk alles zijn we kwijt, maar er is nog niemand overboord geslagen of bezweken. Posiedon mag weten waar we ons bevinden…

…Er is een gevangene aan boord, een tentenmaker, een Jood, blijkbaar een geleerd man, die ons sterk afraadde om verder te varen. We waren bij Lasea op Kreta. Daar hadden we moeten blijven. De tocht was toch al niet voorspoedig verlopen, we kwamen maar niet vooruit. De centurio hechtte meer waarde aan het oordeel van de stuurman en kapitein. Begrijpelijk, dat wel. Maar achteraf zeg ik: hadden we toch maar naar Paulus geluisterd. We wilden naar Feniks, daar kan je beter overwinteren. Daar is ook meer beschutting tegen de wind. Aanvankelijk ging het nog redelijk, we kwamen goed vooruit. Tot Eurakylon toesloeg… …Nooit van mijn leven heb ik zo’n storm meegemaakt. We verloren vrijwel direct land uit het oog en hadden geen idee waar we heen dreven. Uiteindelijk kwamen we in de luwte van het eilandje Kauda. Daar hesen we de sloep omhoog en verstevigden de romp van het schip met touwen. Uit angst om in de Syrte aan de grond te lopen, wierpen we het drijfanker uit en lieten het schip drijven. Het geweld van de storm was zo groot dat we de volgende dag een deel van de lading overboord gooiden, en de dag daarna wierpen we zelfs de scheepsuitrusting in zee. We waren ten einde raad. Geen god die ons hielp, de hemel was doof. Dagenlang waren zon noch sterren te zien en bleef de storm in alle hevigheid woeden, zodat we ten slotte elke hoop op redding verloren. Ik verlangde zelfs af en toe naar het einde, zo bang was ik… …Daarnet zei Paulus dat we moesten eten en de moed niet opgeven. Hij

10 Echo - Het spannende boek

had een visioen gehad. Het schip zou vergaan, maar alle opvarenden zouden het er levend vanaf brengen. Arme man, zeker ook prooi van zijn angst. Met de dood voor ogen zeggen mensen de gekste dingen. Nee, dit schip wordt ons graf, hier in de Adriatico… …Die Paulus noemt zichzelf een godsgezant, Hij moet van zijn god naar Rome. En daarom zal niemand iets overkomen. Ik heb vaak gevaren en, afkloppen, het tot nu toe overleefd, maar deze storm slaat alles. We zijn alles kwijt, ik heb toch nog iets gegeten… o, goden, geef ons tenminste ochtendlicht! …Geen idee waar we zijn. Daarnet hebben soldaten de touwen van een sloep afgekapt. Een paar zeelui wilden er van door, de zee was minder diep. Op bevel van die Paulus. Ik heb trouwens geen kust gezien… …Paulus breekt brood en deelt het uit. Waar haalt die de moed vandaan? Ziet hij niet dat we vergaan? Is die man gek of…? Hij blijft maar volhouden: we worden gered. We zetten het graan overboord… …Ja, er is land! Er is land! Een baai. We maken de ankers los en laten ze in zee vallen, we maken het roer los om te kunnen sturen, we hijsen een klein zeil. De gevangenen worden niet omgebracht, vreemd. Mochten we het overleven, dan zijn we ze kwijt… de centurio is helemaal op de hand van die Paulus… …We zitten vast! Het schip loopt vast op een zandbank. De voorsteven is bewegingsloos, de achtersteven breekt! Genade, goden, genade!...

<

Lees hoe het afloopt: www.voorleesbijbel.nl Handelingen 28

Bram van de Sande, 64, raadslid voor de CU in Tholen

Willeke Brouwer (46) is illustrator

Mijn vader was ook bakker!

Duizend- en- een-nacht met Esther

‘Als kind vond ik het verhaal van Jozef die in de Egyptische gevangenis de droom van de schenker en de bakker uitlegt, en vooral de uitkomst van die droom, altijd heel spannend. Maar niet in de positieve zin van het woord. Mijn vader was namelijk ook bakker! Als ik het verhaal hoorde of las over die bakker die bij de farao in ongenade was gevallen , samen met de schenker in de gevangenis was beland en uiteindelijk aan een paal eindigde – dan kon ik alleen maar denken aan mijn eigen vader. Mijn hele kindertijd heeft dat een diepe indruk op mij gemaakt. Ik kon er eerlijk gezegd ook de logica niet direct van inzien: waarom moest het met de bakker zo slecht aflopen en met de schenker zo goed? Het leek me nogal onrechtvaardig. Stiekem dacht ik wel eens: was mijn vader maar slijter. Nu wilde het geval dat mijn opa een café had, en ook al zat daar natuurlijk wel een bepaald imago aan, het leek mij toch een veel mooiere manier om je brood te verdienen dan als bakker…

‘Het spannendste bijbelboek vind ik Esther, dat verhaal met die koning met een paleis en slechteriken en moordpartijen. Gesmuld heb ik ervan als kind. Ik weet nog dat de meester van klas 4 zo mooi kon vertellen dat er een echt romantisch sprookje uit duizend-eneen-nacht tevoorschijn kwam. Ik was jaloers op Esther, die zo mooi was dat de koning haar uit zoveel meisjes koos. Zij mocht in dat sjieke paleis wonen en was natuurlijk erg gelukkig. Daar zat ik dan ademloos naar te luisteren met mijn beugeltje en mijn brilletje. Toen ik mocht gaan afstuderen op de kunstacademie, nam ik dat verhaal als uitgangspunt voor mijn illustratiewerk. Leerkrachten hadden bezwaren, want een christelijk bijbelverhaal kon toch nooit iemand inspireren tot een echt kunstzinnig afstudeerwerk. Daar heb je toch minstens een Dreigroschenoper of Die Blechtrommel (toen erg modieus) voor nodig. Daar zijn ze later van teruggekomen.

Later ga je dat natuurlijk allemaal wat relativeren. Je komt erachter dat het Gods leiding was dat het zo allemaal moest gaan, dat Jozef via de uitleg van de droom uit de gevangenis werd bevrijd en onderkoning werd. Maar als kind ben je daar nog niet zo mee bezig. Het gevoel dat ik als jongen had bij het verhaal van Jozef en de bakker is me op een bepaalde manier altijd bijgebleven. Ook toen ik de geschiedenis doorgaf aan mijn eigen kinderen, kwamen die jeugdherinneringen vaak toch weer boven.’

Ik las het verhaal met andere ogen dan op de basisschool. Een sprookje was het nog steeds. Koning Achasjwerosj en Esther, een mooi paleis, pracht en praal. Maar er waren ook wat zaken waar ik als kind overheen gekeken had. Die koning had al een hele harem! Esther werd aan een soort vleeskeuring onderworpen voor de koning ‘oprechte’ romantische gevoelens voor haar opvatte. Ze werd vervolgens opgesloten in een soort gouden kooi… En toen ze hoorde dat een complot werd gesmeed tegen het volk waarbij ze was opgegroeid, moest ze als een soort Frodo in Lord of the Rings gevaarlijke keuzes maken. Met alle spanning en risico’s van dien. De rest van het het spannende verhaal is niet geschikt voor alle leeftijden, vanwege de doden en gewonden. Maar Esther is de heldin, die in haar eentje haar volk redt. Met hulp van God. Is dat spannend of niet?’ Echo 11


‘In welk boek wordt het menselijke leven in zijn hoogten en diepten zo eerlijk beschreven als in de Bijbel? Daar vindt de lezer een realisme, waarbij de moderne romans in het niet verzinken.’ J. Verkuyl.

‘Zijn daden’, Henk Pietersma Ga voor het interview met de kunstenaar naar pagina 8 Deze Echo is u aangeboden door:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.