Echo 4 2015

Page 1

Echo

Mag ik dan bij jou...?


2

3

Mag ik dan bij jou?

Misschien ken je dat nummer van Claudia de Breij, met de indringende vragen: ‘A l s d e o o r l o g k o m t , en als ik dan moet schuilen mag ik dan bij jou? Als er een clubje komt waar ik niet bij wil horen mag ik dan bij jou? Als er een regel komt waar ik niet aan voldoen kan mag ik dan bij jou? En als ik iets moet zijn, wat ik nooit geweest ben, mag ik dan bij jou? Mag ik dan bij jou schuilen, als het nergens anders kan? En als ik moet huilen, droog jij m’n tranen dan?’ Een herkenbaar verlangen naar geborgen­ heid, gastvrijheid, liefde. Kwetsbaar gefor­ muleerd, als vragen, met de indringende herhaling ‘Mag ik dan bij jou?’ Alsof er steeds op je deur wordt geklopt. Aan het slot is de spanning om te snijden, want dan komt het einde in zicht. ‘A l s h e t e i n d e k o m t , en als ik dan bang ben, mag ik dan bij jou? Als het einde komt, en als ik dan alleen ben, mag ik dan bij jou?’ Diezelfde vragen kun je ook richten tot God. Mag ik dan bij U? God verlangt ernaar je gastheer te zijn. ‘Ik sta aan de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen en wij zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.’ (Uit de Bijbel, Openbaring 3 vers 20).


4

5

Gastvrijheid

is een werkwoord Wiebe (28) en Rosanna (27) Oudshoorn en Jutta (51) en Udo (51) Hermann vinden het vrij ­normaal om hun huizen te delen met andere mensen. Ze beschouwen hun thuis als een ­geschenk van God, dat ze graag openstellen. Gastvrijheid is voor hen een werkwoord.

Hoe is dat idee zo ontstaan? Jutta: ‘In de jaren ’80 was Udo in Duitsland beheerder van een ‘zusterflat’, voor verpleeg­ kundigen in opleiding, afkomstig uit allerlei nationali­ teiten. Wij woonden in een aangrenzend huis en stelden kamers beschikbaar aan enkele studenten. Veelal vluch­ telingen, die om allerlei redenen, waaronder finan­ciële, niet op een gewone studentenkamer konden of wilden wonen. We hadden toen drie extra slaapkamers om te verhuren en nog geen kinderen. Het was een spontaan initiatief. Want waar je kunt, help je iemand.’ Na de verhuizing naar Duivendrecht kostte de eigen integratie in de Nederlandse samenleving Jutta en Udo en hun drie kinderen zoveel tijd en energie dat deze ge­ dachte op de achtergrond raakte. Pas toen ze weer in een groter huis kwamen wonen in Amersfoort en de kinderen een stuk ouder waren, namen ze weer incidenteel men­ sen op. De ene keer de dochter van kennissen, de andere keer een studente die twee dagen doordeweeks bij hen woonde. Een jaar of drie geleden begonnen Jutta en Udo het te zien als een ‘roeping’. Iedereen welkom Jutta: ‘In korte tijd waren er drie dierbaren van me over­ leden. Ik nam twee maanden onbetaald verlof en bezon mij op de vraag: Hoe kan ik het meest waardevol leven voor God, voor andere mensen en voor mijzelf? Ik dacht na over Jezus’ leven en leerde tijdens een ‘Als Jezus-­ cursus’ dat het genoeg is mij te focussen op één aspect van zijn leven. Het raakte mij vooral hoe bij Jezus ieder­ een welkom is, ongeacht iemands achtergrond. In die ­periode vroeg onze predikant of wij tijdelijk een meisje op wilden vangen uit de jeugdzorg. Dat zagen we als Jutta en Udo Hermann


teken van God. Udo zei: “Ik heb niet zoveel tijd voor een ander, maar een plekje aanbieden in ons huis is een kleine moeite”. Vanaf toen zijn we ons bewuster gaan toeleggen op gastvrijheid en hebben we steeds mensen over de vloer die voor kortere of langere tijd bij ons wonen.’ Ruim 1,5 jaar geleden ontstond opeens de mogelijkheid een eigen huis te kopen; daarvóór woonde het gezin in een huurhuis. Jutta: ‘Toen hebben we God gebeden: ‘Als U wilt dat wij mensen blijven opvangen wilt U ons dan een huis geven wat daar geschikt voor is en betaalbaar.’ Nadat we ruim 25 huizen bekeken hadden vonden we een huis met een extra slaapkamer, twee badkamers en een gunstige prijs en ligging. Dat was geen toeval.‘

Wiebe en Rosanna Oudshoorn

Gastvrijheid En hoe ging het bij Wiebe en Rosanne? Rosanne: ‘Mijn moeder had er een hekel aan om v­ riendjes die kwamen spelen naar huis te sturen als we gingen eten. Gastvrijheid is me van huis uit meegegeven. Daar­ naast voelde ik mij tijdens mijn tienertijd vrij eenzaam. Zo ontstond onbewust het verlangen om er te zijn voor kinderen in die leeftijd. Toen we een huis gingen kopen, zochten we bewust een huis met logeerruimte, vooral omdat onze families verder weg woonden. We vonden een huis binnen ons budget met vier slaapkamers. Dat ervoeren we als een cadeau van God dat we niet voor onszelf wilden houden. Op een dag vroeg Wiebes vader of een stiefbroer tijdelijk bij ons ‘in de kost’ kon, vanwege een studie in Barneveld. Wiebe: ’Die ervaring raakte mij, omdat ik vroeger zelf ook bij een stel in Amersfoort had gewoond. Wij zetten ons daarna op de kamerverhuurlijst van de Evangelische ­Hogeschool in Amersfoort. Aanvankelijk wilden we telkens een jaar één student opvangen. Er kwamen twee meiden kijken, van wie er één doof was. Wij mochten kiezen.’ Rosanne: ‘Ze bleven allebei omdat het met beiden klikte. Het bijzondere was dat ik tijdens de Pabo een korte cur­ sus gebarentaal heb gedaan. Wiebe heeft toen zij kwam ook een cursus gevolgd. Het jaar erop kwam er één via school en één via de nieuwsbrief van onze kerk. Inmiddels weten ze ons te vinden, want nu kregen we van onze buurvrouw ook de vraag. Zelfs via Facebook van de kerk kregen we een meisje tijdens de zomervakantie.’ Ruimte om te leren Dit is particulier initiatief, jullie zijn geen hulpverleners. Bieden jullie een vorm van begeleiding aan jullie gasten? Wiebe: ‘We willen ze zelfvertrouwen meegeven om op zichzelf te gaan. De één heeft het nodig dat je de eerste keer meefietst naar school, de ander niet. Per persoon kijken we wat ze nodig hebben. Daarom betalen ze bij ons wat ze kunnen missen, als onderdeel van zelfstandigheid. In het eerste half jaar helpen ze ons met koken, het twee­ de half jaar koken ze eens per week zelfstandig. Daarvoor krijgen ze een budget, doen ze ook zelf boodschappen.’ ‘Soms is dat heel lekker en soms is het niet te eten’, zegt Rosanne lachend. ‘We willen ze ruimte geven om te leren. Je moet er niet teveel van denken, hoor. We zijn niet de hele dag met hen bezig. Met de één doe je na schooltijd een bakje thee en sommigen zie je bijna alleen bij de maaltijd. We betrekken ze wel bij wat wij doen, als ze dat willen. Zoals een verjaardag vieren.’

Jutta: ‘We delen het alledaagse leven. Een barbecue, boodschappen doen, koffie en thee drinken en samen eten. Vaak vragen onze logés wel waarom wij dit doen. Ik geloof dat God ons niet voor niets dit huis heeft gegeven. We delen dit graag met anderen om iets van Jezus’ liefde te laten zien. Het huis is een middel, dat kan op veel meer manieren. Ik hoop dat ze zien dat je bij God welkom bent, zoals je bent.’ Bed, bad en brood,… Spreek jullie een bepaalde periode af? Jutta: ‘Voor ons is vijf maanden het maximum, hoewel het soms wel langer wordt. We leren steeds meer een deadline strak te hanteren en om ze vanaf het begin te stimuleren iets anders te vinden. De eerste drie maanden doet elke gast zijn best, daarna worden ze meer zichzelf en passen ze zich minder aan, ruimen minder op enz. Dan krijg je een soort opvoedersrol en dat wil ik niet. Omdat we kiezen voor noodopvang, krijgen we mensen met meervoudige problemen. Ze krijgen bij ons gratis ‘bed, bad en brood’ en een luisterend oor. Dan kunnen ze qua huisves­ ting tijdelijk rust vinden, van waaruit ze hun leven weer op de rit kunnen krijgen. We hopen dat ze bij het afscheid meer zelfstan­ dig zijn, dan toen ze aankwamen. Ik heb geleerd om blij te zijn met ieder klein stapje dat ze daarin maken. Wiebe: ‘Bij ons blijven ze niet langer dan één jaar. Dat geeft ons duidelijkheid. Dat vind ik fijn, want ik merk wel dat ik mij soms na zeven maanden aan iets ga irriteren.’ Rosanne: ‘Wij denken er sinds kort over om tieners met meer rugzak een plek te bieden, want we hebben meer te bieden dan alleen een plek. Tijdens dat nadenken kwam bij ons een vraag binnen vanuit Tussenstation. Of we iemand op willen vangen die net 18 is. Daarin zien we Gods leiding: terwijl we er juist over aan het nadenken zijn brengt God zo iemand op ons pad.’

Vangnet Wat doen jullie als het misgaat ? Hebben jullie een ­vangnet? Rosanne: ‘Gelukkig hebben wij nog geen vervelende er­ varingen gehad, mede doordat we afgelopen jaren steeds studenten in huis hebben gehad met een stabiele basis. Die hebben niet de problematiek die sommige andere jongeren soms wel hebben. Daarnaast zijn ouders altijd betrokken, mocht er iets mis gaan, kan de jongere terug naar huis en het huurcontract ontbonden worden. Nu we voor het eerst een jongere met flinke rugzak in huis krijgen, hebben we er bewust voor gekozen dit via een organisatie te doen, zodat zij verantwoordelijk zijn als er iets niet goed gaat en dan zorgen voor bijvoorbeeld een door­ plaatsing. Tegelijk is er een open kennismakingsgesprek geweest, waarin we ons echt verdiept hebben in de jonge­ re. We hebben er vertrouwen in dat we er met elkaar uit­ komen, anders zouden we er niet aan begonnen zijn. Relativeren Zou je deze levenswijze anderen aanraden? Jutta: ‘Als het je ligt, absoluut. Het verruimt je horizon enorm. Ik ben inmiddels helemaal inge­ wijd in allerlei maatschappelijke thema’s en systemen. Daar wist ik eerder niets van. Het opende mijn ogen voor wat er gebeurt in de wereld om mij heen. Die we­ reld haal je letterlijk in huis. Onze kinderen leerden daardoor ook relativeren. Ze zeiden: “Eigenlijk hebben wij geen problemen in vergelijking met de mensen die vaak bij ons wonen”. Rosanne: ‘Het is vaak minder zwaar of groots dan je denkt. Het is gewoon leuk om te doen. We beleven er heel veel plezier aan.’ Wiebe: ‘Het delen van je huis en dat wat je gekregen hebt van God, hoort bij mij helemaal bij het volgen van Jezus. Ons huis is niet van onszelf; we ­delen wat we zelf ontvangen hebben.’ Rosanne: ‘We zijn nu zo enthousiast, dat we er zelfs een verdieping bij willen bouwen. Want als we gezins­ uitbreiding krijgen, willen we hier wel mee door kunnen gaan.’

7

Tekst: Christiaan Dekker

6


8

9 ‘Je ziet hier drie bewoners van ons studentenhuis en vijf gasten uit de buurt. Totaal verschillende achtergronden en karakters, maar dat staat een ontmoeting van hart tot hart niet in de weg. In vrijwel elke cultuur is de maaltijd een plek van ontmoeting. Je deelt iets van jezelf, je ontvangt iets van de ander. Het schept een band.

Tekst: Arte Havenaar

In het Spangenhuis, ons studentenhuis, op steenworp afstand van het Rotterdamse ­Sparta-stadion, komen heel regelmatig buren over de vloer. Gastvrijheid staat bij ons hoog in het vaandel. Onlangs raakte ik ’s avonds op straat aan de praat met een buurt­bewoner. ‘He, ik ken je eigenlijk niet. Zin in een glaasje wijn? Kom d’r in…’


10

11 vluchten kan niet meer ‘k zou niet weten waar schuilen kan nog wel heel dicht bij elkaar misschien ken je die regels uit dat lied van Frans Halsema

een schuilplaats soms heb je dat nodig in het onweer van het leven zoek je dekking mensen schuilen bij elkaar zoeken warmte, geborgenheid en troost geweldig als je er niet alleen voorstaat als je samen de klappen opvangt psalm 46 tekent God als schuilplaats Hij is een betrouwbare helper gelukkig ben je als je zijn steun ontvangt daar kun je lyrisch van worden psalm 46 is meer dan 2500 jaar oud al die eeuwen vonden mensen steun bij deze God ik begrijp het als je wantrouwig bent maar uit eigen ervaring wil ik je aansporen om deze burcht toch eens te verkennen

Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God, de heilige woning van de Allerhoogste. Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp. Volken roeren zich, rijken storten ineen, zijn donderstem klinkt – de aarde siddert. De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob.

Uit de Bijbel: Psalm 46 vers 2-8.

Tekst: Ds. Leo Buijs

God is voor ons een veilige schuilplaats Een betrouwbare hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee. Laat de watervloed maar kolken en koken, de hoge golven de bergen doen beven.


12

13

Na een paar jaar in een vluchtelingenkamp wonen ze sinds kort weer in een eigen huis. In een ander land, dat wel. Bij een bak Arabische koffie hoor ik hun opmerkelijke verhaal. Rashid* is moslim. Hij leeft met zijn vrouw Myriam en hun twee kinderen in Syrië, werkt er in een fabriek. De recente geschiedenis van het land kennen we van het journaal. Een gruwelijke burgeroorlog barst los, met president Bashir Assad aan de ene kant, de Islamitische Staat aan de andere kant. Er vallen veel burgerslachtoffers. Ook een broer en een neef van Rashid worden gedood. Er zit voor Rashid weinig anders op dan te vluchten, met zijn gezin, en zijn jongere broer. Twee jaar lang wonen ze als vluchteling in een kamp in Egypte. De situatie is uitzichtloos. Er is geen weg terug, maar waar is de weg vooruit…? Rashid besluit naar Europa te vluchten. Alleen. Hij hoopt dat de rest later kan volgen. Dan, op een nacht droomt hij. Tot drie maal toe verschijnt een man in het licht. ‘Ga niet alleen, neem je familie mee!’ En zo gebeurt het. Een grote som geld moet een snelle en soepele overtocht over de Middellandse Zee moge­ lijk maken. Dat is althans de belofte. Het tegendeel

blijkt het geval. Mannen met geweren dwingen de vluchtelingen op de afgesproken tijd en plaats met 250 personen plaats te nemen in een boot van maar 17 meter. Myriam is hoogzwanger van hun derde kind. Tien dagen zitten ze opeengepakt in de boot. Na twee dagen is er geen voedsel meer, na tien dagen is de kapitein verdwenen. Rashid ziet op het water een rood kruis, het doet hem denken aan de man in het licht. Het is het symbool van het Rode Kruis, mensen van die organisatie redden de vluchtelingen uit hun benarde positie. Ze overleven de tocht. De vluchtroute brengt hen uiteindelijk naar Nederland. Het gezin komt in aanraking met de Bijbel. Ze ontdekken Wie de man in het licht is, dat Hij iets te maken heeft met dat Rode Kruis. Zonder Hem te kennen, hebben ze op Hem vertrouwd. Ze willen meer van Hem weten. Rashid, Myriam, hun drie kinderen en Rashids broer verhuizen naar een flat. Ze zoeken iemand die Arabisch spreekt. Iemand van de kerk brengt hen in contact met Hafid. Hij blijkt in de dezelfde flat te wonen als waar zij een huis krijgen toegewezen. Ze raken bevriend, ze vinden een geloofsgemeenschap, ze worden gedoopt. Jezus heeft hen gevonden tijdens hun vlucht. Hij biedt hun een thuis. *De namen zijn om veiligheidsredenen gefingeerd.

Tekst: Johan Timmer

G evluc h t en gevond en


14

15

Verlangen naar een ontspannen leven Jezus is met zijn vrienden in gesprek en zegt: ‘Luister naar mijn woorden: Maak je geen zorgen over eten en drinken. Want je leven is veel belangrijker dan eten en drinken. En maak je geen zorgen over kleren. Want je lichaam is veel belangrijker dan kleren. Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. Maak je dus geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven.’

Uit het bijbelboek Matteüs, hoofdstuk 6, verzen 25-27 (Bijbel in Gewone Taal, ©NBG 2014)

Welk gevoel roepen deze woorden bij je op?

Pluk de dag

Maak je geen zorgen?

Ontspannen leven

Wat mij zo aanspreekt is dat Jezus volledig vertrouwt op zijn Vader, op God. Dat blijkt wel uit de woorden die je net las. Het zijn sprankelende woorden, die iets laten zien van Je­ zus’ levenshouding. Hier is iemand die een open oog heeft voor de we­ reld om Hem heen. Die weet wat het is als het leven niet vanzelf gaat en je je zorgen maakt over hoe het van­ daag of morgen moet. Maar die ook tot diep in zijn ziel ervaart dat zijn Vader voor Hem zorgt, in alles. Als ik mijn ogen dichtdoe, dan zie ik Jezus bijna voor me. De twinkeling in zijn ogen, levend in het moment, vertrouwend op zijn Vader, mensen boeiend met zijn woorden: Maak je geen zorgen over wat je zult eten of drinken … Kijk naar de vogels, ze ­werken niet en bewaren geen graan. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem belang­ rijker dan vogels. Ik denk dat de mensen aan z’n lippen hingen en net als ik dachten: Ja, zó wil ik ook leven: ontspannen en zon­ der zorgen openstaan voor het leven van alledag.

Het klinkt zo mooi. Maar toch, als ik deze woorden lees, voel ik iets van weerstand. Het druist zo in tegen mijn manier van denken en tegen de actuele problemen waar ik en de mensen om mij heen tegenaan lopen. Ik weet hoe moeilijk het is om de zorgen van je af te zetten, te ge­ nieten van het goede dat God geeft en erop te vertrouwen dat Hij wel voor je zorgt. Er is zoveel dat je in beslag kan nemen. - Je overvolle agenda, waardoor je aan het einde van de dag soms al kwijt bent wat je die ochtend hebt gedaan. - Je kunt niet rondkomen en maakt je zorgen over voldoende eten en drinken en kleding. - Je weet je geen raad met je leven, je bent er niet tegen opgewassen, je verdwaalt erin. - Je voelt je zo klein, zo machteloos. Om je ernstig zieke kind. Om je baan die op de tocht staat. Om leed in de wereld waar je niets aan kunt doen. Om … Wat kan het je allemaal aanvliegen.

Wat mij nu zo raakt in Jezus’ woor­ den, is dat Jezus de vinger legt bij precies dát gevoel. Nogal nuchter zegt Hij: ‘Maak je geen zorgen. Dat heeft geen zin, je blijft er geen dag langer door leven.’ Mijn eerste reac­ tie is dan: makkelijk gezegd. Ik heb nu eenmaal zo mijn zorgen en daar zal ik mee moeten dealen. Maar als ik de tijd neem om deze woorden op mij in te laten werken, dan besef ik dat Jezus heel goed weet wat mij bezighoudt. Maar ook dat Hij langszij wil komen om samen met mij mijn levenstocht te gaan. Het is een uitnodiging en ik sta voor de vraag: durf ik die aan te nemen?

Jezus’ woorden sluiten aan bij een houding van mindfulness, waarbij je bewust de dag probeert te plukken ondanks al je verlangens en zorgen. Maar Jezus biedt meer en voegt iets toe aan die open houding naar het leven. Hij zegt: ‘Maak je geen zorgen, want God zorgt voor je.’ Daarmee raakt Hij de kern van mijn gevoelens en gedachten en neemt Hij de last van het leven van mij af. Tenminste, dat wil Hij graag doen.

Maar als ik eerlijk ben, moet ik er­ kennen dat er achter al die dagelijkse zorgen nog iets diepers schuilt. Ten diepste ben ik bang voor het leven zelf, voor de toekomst, voor mensen, voor het sterven. Misschien wel ben ik gewoon bang voor mijzelf, bang dat ik de grip op het leven verlies.

Stel nu dat ik die uitnodiging ook werkelijk aanneem. Dan kan het zomaar gebeuren dat ik anders ga kijken naar alles wat op m’n schou­ ders rust. Dan krijg ik ruimte om ontspannen en voluit te leven om­ dat Jezus mij erop wijst dat God er ook nog is. God, die zelfs zorgt voor onbeduidende vogels en dan dus zeker zorgt voor mij. Op die mo­ menten valt er een last van me af en durf ook ik, met een twinkeling in m’n ogen, het leven aan. Dan kijk ik naar de vogels in mijn tuin en ervaar ik iets van dat o ­ ntspannen leven dat Jezus mij voorspiegelt. Niet vanuit mijn bezorgdheid maar vanuit het vertrouwen dat God voor mij zorgt.

Tekst: Anne-Marie van Briemen Illustratie door: Margje Schuurman, www.margjeschuurman.nl Met toestemming overgenomen uit het boekje ‘Vrijheid’, uitgave Ark Media. Verkrijgbaar via www.arkmission.nl/vrijheid (het eerste exemplaar is gratis, daarna e 1,50 per stuk).


Juni 2015

Zoals ik ben, kom ik nabij, met niets in handen dan dat Gij mij riep en zelf U gaf voor mij hier ben ik Heer, ik kom. Zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid hier ben ik Heer, ik kom. Zoals ik ben, ontvangt U mij, reinigt, vergeeft, omarmt U mij, vervult, verlicht, verwarmt U mij hier ben ik Heer, ik kom.

Heer, ik kom.

Zoals ik ben – geef dat ik dan de lengte, breedte, hoogte van uw diepe liefde vatten kan hier ben ik Heer, ik kom.

(Bewerking/vertaling van ‘Just as I am’- Charlotte Elliott).

1E6 c

ho

Uitgave van IZB (www.izb.nl) en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland Redactie en administratie: Joh. v. Oldenbarneveltlaan 10 3818 HB Amersfoort Tel. 033-4611949 E-mail: echo@izb.nl ECHO 04-2015

Deze Echo is u aangeboden door:

Abonnementen: Abonnementsprijs € 10,00 per jaar bij vooruitbetaling. Reacties: Voor reacties op de inhoud kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie.

Redactie: Ds. L.C. Buijs K. van Noppen N. Rietveld-de Jong J.J. Timmer

ISSN 0012-9119 Vormgeving: Hans van Eck (Impressio Communicatie) Foto’s: Shutterstock.com: pag. 1, 2-3, 4, 10 Koos van Noppen: pag. 5, 6 Sjaak Boot: pag. 8-9 VanBeekImages: pag. 12-13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.