IZB Tijding 2, 2020

Page 1

tijding. Ledenblad van de IZB, jaargang 81, nr. 6

Ook online in coronatijd: pioniersplek Vitamine G Jongerenonderzoek over missionaire gesprekken Nieuwe introductiecursus christelijk geloof aanrader Belijdenis-doen na jarenlange zoektocht


COLUMN

Open de deuren! ‘Onderschat niet de rol die een kerkgebouw speelt bij de geloofsbeleving’, zegt hoogleraar omgevingspsychologie Peter Roelofsma in gesprek met Paul Visser op de site van de IZB. De waarheid van die uitspraak ervaren we wekelijks aan den lijve. Je voelt je verbonden met gemeenteleden, maar óók met de plek waar je zoveel hebt ontvangen, in de liturgie, in de preek, in doop- en avondmaalsdiensten. Juist in het gemis van die plek, voel je je verbondenheid ermee. Gooi de kerkdeuren veel vaker open, ook buiten de kerkdiensten om! – is het pleidooi van Roelofsma. Er is alle reden om hem bij te vallen, niet alleen met het oog op de eigen gemeenteleden, maar ook voor toevallige passanten, plaatsgenoten en toeristen. Mits uiteraard de anderhalve meterregel wordt gehandhaafd. De oproep geldt in het bijzonder voor die gemeenten die beschikken over een fraai monumentaal kerkgebouw in een historische binnenstad. Juist nu veel Nederlanders naar verwachting hun vakantie in eigen land doorbrengen, moeten kerken wel heel sterke argumenten hebben om de deuren gesloten te houden. Want, zoals een van de deelnemers aan een IZB-overleg over ‘open kerken’ eens zei: ‘Een open kerk heeft een verwijzende functie, het weerspiegelt ook iets van het open hart van God.’ Ds. Sjaak van den Berg Directeur IZB P.S. Op de site van de IZB vindt u meer over dit thema. Inclusief flyers, gratis te downloaden.

Het 'nieuwe normaal'van Vitamine G Geen gebruikelijke diensten of gezamenlijke maaltijden – het ‘nieuwe normaal’ heeft uiteraard ook gevolgen voor onze missionaire projecten. Toch is er met de nodige creativiteit veel mogelijk. Sterker nog, de beperkende maatregelen bieden nieuwe kansen. Dat ontdekten Kaj en Rianne ten Voorde, pioniers/voorgangers van Vitamine G in Hilversum. ‘Ons uitgangspunt was direct: proberen met iedereen contact te houden. Ook in tijden van corona aan gemeenschapsvorming blijven werken, heel belangrijk voor een pioniersplek. En dat lukt gelukkig goed. Meer mensen dan verwacht doen mee met de interactieve viering, die net als gewoonlijk elke tweede en vierde zondag van de maand wordt gehouden,’ vertelt Rianne. De meesten hebben de benodigde technische middelen en kennis – en waar dat lastig is, wordt hulp geboden. De jongste kinderen – de Vitamini’s – worden nadrukkelijk betrokken bij de nieuwe vorm van gemeente-zijn. Rianne: ‘Aan het eind van de reguliere viering mogen de kinderen altijd iets laten zien; het resultaat van een opdracht die ze aan het begin van de dienst hebben kregen. Op de zondagen dat er geen algemene viering is, houden we online een samenkomst voor kinderen. Dat is één van de extra activiteiten die we in deze tijd hebben opgestart. Het verhaal van de Emmaüsgangers met Pasen inspireerde ons om met de kinderen “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet” te spelen. Zo konden ze online om beurten in elkaars huiskamer kijken en op zoek gaan naar bijvoorbeeld een roze lamp. En we hebben als ijsbreker een keer achtergronden verwisseld, waarna de kinderen ons moesten lokaliseren. “Waar zijn Kaj en Rianne?” Stonden we ineens in de bibliotheek, supermarkt of op een voor kinderen bekend schoolplein. De spelletjes verbinden we altijd aan een Bijbelverhaal. Ook zingen we met elkaar en vragen we de kinderen om gebedspunten – die geven ze steevast.’ Oogjes Kinderen uit de bovenbouw van de basisschool zijn in deze periode toegevoegd aan de tienerclub: G-kracht. Ook zij komen online bij elkaar. Voor een pubquiz. Of voor een LEGO-bouwwerk rond het thema ‘vriendschap’. ‘Voor die opdracht hadden ze allemaal een paar “oogjes” nodig. Kaj wist niet zeker of die

2


Kaj en Rianne werken beiden 10 uur per week in dienst van Vitamine G – plus de nodige uren op vrijwillige basis; daarnaast hebben ze andere bezigheden. Het begin van de coronacrisis was een spannende tijd. ‘We hadden geen idee wat er op ons af zou komen,’ vertelt Rianne. ‘Niemand wist nog hoe ernstig de situatie wel of niet zou worden. Op een avond kwam er opeens zo’n rust en kracht in mijn hart. Ik dacht toen: wat er ook gebeurt, ik ben bereid te gaan, ik ben hiertoe geroepen, God zal geven wat ik nodig heb. Dat was zo’n bijzondere ervaring van Gods genade. Onbetaalbaar.’ Geen oppas Gelukkig bleven zeer ernstige situaties (vooralsnog) uit. Kaj en Rianne ontdekten tot hun verrassing dat soms andere mensen dan verwacht deelnemen aan de online activiteiten. Zo was er een gezin dat zelfs vanuit de auto meedeed met de viering voor de Vitamini’s. ‘Zij komen normaal gesproken niet alle diensten in de kerk, maar nu missen ze geen kindermoment!’ De praktische belemmeringen bieden soms ook nieuwe kansen.

‘We houden in deze periode twee avonden per maand een Lectio Divina-meditatie. Meedoen daaraan kan nu zonder oppas te regelen en stellen hoeven ook niet te kiezen wie van de twee naar een activiteit kan gaan. En twee personen die worden behandeld voor een ernstige ziekte, konden niet altijd naar de dienst komen, maar zijn wel in de gelegenheid om thuis de viering te volgen.’ Doventolk Zo wordt geprobeerd van de nood een deugd te maken en dat levert heel wat moois op. Kaj heeft bijvoorbeeld regelmatig contact met een doventolk in Vitamine G. Samen hebben ze al heel wat technische uitdagingen overwonnen en programma’s getest, zodat zij op een nieuwe manier haar werk kan blijven doen. En Rianne kent iemand die haar prachtige natuurfoto’s appt. Zo onderhouden ze allerhande contacten, ook pastorale. ‘Je probeert steeds weer creatief te zijn en aandacht te hebben voor de juiste dingen. Maar je merkt ook dat mensen moe worden van “het digitale” en verlangen naar echt contact. Dat brengt ook uitdagingen en zorgen met zich mee.’ Echt schrijnende materiële nood als gevolg van de coronacrisis zijn ze nog niet tegengekomen. Maar er is beslist een grijs gebied, waarbij sprake kan zijn van verborgen armoede. ‘We hopen dat wie hiermee te maken heeft, hulp kan aannemen en hulp durft te vragen. We zijn er voor elkaar!’

3

Tekst: Anneke Verhoeven, foto’s: Kaj en Rianne ten Voorde

in elk huis aanwezig waren,’ vertelt Rianne. ‘Daarom is hij, samen met nog iemand van de leiding, alle tieners afgefietst, met voor iedereen wat oogjes en een persoonlijke uitnodiging. Had hij ze meteen weer even gezien. Vonden zij ook leuk!’ Voor de jongeren gaat hun kring – Faith & Friendship – ook door. Kaj werkt voor deze groep samen met Willem Nijsse, predikant van de wijkgemeente Diependaal in Hilversum. Uit beide geloofsgemeenschappen nemen jongeren deel aan de kring. Online of niet – in no time gaan ze met elkaar de diepte in.


‘Zulke bijzondere ervaringen – terwijl ik er niet eens op uit ben…’ ‘Het is alsof ik een nieuwe wereld ben binnengetreden, waarin ik steeds ontdekkingen doe. Ik vind geloven nu nóg mooier dan, laten we zeggen, een half jaar geleden.’ Marijke van der Struik doet binnenkort belijdenis en wordt dan ook gedoopt in wijkgemeente ‘De Ontmoeting’ in Almelo. ‘Jarenlang, en denk dan gerust maar jáááárenlang, stond het geloof bij mij op een laag pitje. Veel meer dan een vaag besef dat God er is, was het niet. Ik kom uit een rood nest. Ongelovig, maar veel christelijke normen en waarden werden in ons gezin hooggehouden. Mijn ouders spraken altijd respectvol over anderen en kwamen op voor de zwakken in de samenleving. Ik ging naar een openbare school, want ik moest me in alle vrijheid ontwikkelen en zelf tot een keuze komen. Dat heeft dan in mijn geval tientallen jaren geduurd – ik kan dat nu achteraf wel betreuren, maar het zij dan maar zo. God heeft veel geduld met mij gehad. Voor een bedachtzaam type als ik ben, had mijn geloofsontwikkeling het juiste tempo. Was er eerder iemand langsgekomen die me had opgejut, was ik hoogstwaarschijnlijk afgehaakt.

4

Uit liefde voor cultuurhistorie bezochten we tijdens vakanties in het buitenland weleens een kerk. Bij zo’n gelegenheid greep ik eens per ongeluk in een bak wijwater. Wist ik veel…. “Nu ben je katholiek’, plaagden mijn ouders. In mijn puberteit ontvonkte wel mijn belangstelling voor het christelijk geloof. Vanuit een zekere nieuwsgierigheid kocht ik een bijbel, waarin ik begon te lezen tot ik vastliep. Ik grasduinde er wat in, maar had toch te weinig intrinsieke motivatie om door te zetten en er hulp bij te zoeken. Bidden deed ik wel, op mijn manier dan. Het was voornamelijk wat het nu nog steeds voor me is: mijn dankbaarheid uiten. Allergisch Het zaad van het evangelie is ontkiemd toen vrienden in een straat verderop me uitnodigden voor een Alphacursus. Een directe aanleiding was er niet; ik was er aan toe om een nieuwe stap te zetten op de weg van het geloof. De gesprekken betekenden veel voor me, al bleef en blijf ik moeite hebben met elke gedachte aan ‘exclusiviteit’. Ik ken héél véél mensen die niet geloven, maar een levensstijl hebben waar sommige christenen een voorbeeld aan zouden kunnen nemen. Zodra


Honderden cateschisanten doen dit jaar belijdenis. De meesten zijn van jongs af aan vertrouwd met het christelijk geloof, anderen zijn het in de loop van hun leven op het spoor gekomen. We geven hier twee van hen het woord; Marijke van der Struik en Sharona Braakman; ze deden afgelopen zondag belijdenis in ‘De Ontmoeting’, in Almelo, waar ds. Catherinus Elsinga, missionair predikant is. de krijtlijnen tussen christenen en niet-christenen te scherp worden getrokken, begin ik te steigeren. Zoals ik ook allergisch ben voor mensen die me voorschrijven wat ik wel en niet moet geloven. Schotjes Ik besloot me over mijn koudwatervrees heen te zetten en ging naar de Alphacursus. Eén teen in het water… Daarna sloot ik me aan bij een ‘groeigroep’ van ‘De Ontmoeting’ in Almelo. Het is een open kring, waarin je vragen kunt stellen, zonder dat je meteen het gevoel hebt verkeerd begrepen te worden. Datzelfde ervaar ik tijdens belijdeniscatechisatie, in gesprek met ds. Catherinus Elsinga. Laatst kwam ik thuis na een catechisatie en heb gebeden, misschien wel een uur lang. Het was intens, ik sprak vanuit mijn diepste innerlijk over mijn misvattingen, m’n onwetendheid en weerstanden. Tijdens dat uur kwam de heilige Geest over me – ik kan het niet anders uitleggen – en ik werd overstelpt door zo’n diepe vreugde, dat hield ik niet voor mogelijk…. Nooit eerder had ik zoiets gevoeld. Tegelijk was ik zó dankbaar dat het mij overkwam. Ik wás al gelovig, maar het leek wel alsof er plotseling een paar schotjes doorbraken. Een doorbraak, dat was het. Geroepen Begin vorig jaar is mijn moeder overleden. Ze was opgenomen in het verpleeghuis. Samen met een geestelijk verzorger heb ik haar tot het einde toe begeleid. Mijn moeder vond het goed dat er met haar werd gebeden. Na afloop stonden mijn ogen vol tranen. Ik ervoer de aanwezigheid van de heilige Geest. Vlak voordat ze heenging, zei ze: ‘Ik hoor mijn naam…. Ik word geroepen….’ Wonderlijk hè. Het zijn van die bijzondere dingen die ik meemaak, sinds ik tot geloof gekomen ben. Het overkomt me, terwijl ik er helemaal niet op uit ben. Alpha Zodra de overheidsmaatregelen het toelaten word ik in een kerkdienst gedoopt. Ik ben blij dat ik op de uitnodiging van vrienden ben ingegaan om me te verdiepen in de Bijbel, en dat ik gesprekspartners heb ontmoet die me de ruimte gaven om in mijn eigen tempo te groeien, zonder enige dwang. Nu ik op dit punt bent beland, zou ik best graag een Alphacursus willen geven. Samen op weg gaan, met vragenstellers, om hun verhalen te horen. En om dan tegelijk iets te delen van mijn ‘ontdekkersvreugde’ – dat lijkt me prachtig werk.’

‘Een totaal ander leven’ ‘Een turbulente jeugd’, zo zou Sharona de eerste twintig jaar van haar leven samenvattend typeren. ‘Van God los’, zegt ze in een gesprek. Een paar jaar geleden kwam ze in contact met een christelijke gemeente. Afgelopen zondag is ze gedoopt. ‘Ik heb nu een totaal ander leven.’ De scheiding van haar ouders, een jeugdtrauma, pestgedrag op school, een late diagnose ‘autisme’ - al die gebeurtenissen droegen er aan bij dat het leven van Sharona in de puberteit uit de rails liep. Ze werd uit huis geplaatst en ging deel uitmaken van de scene hangjongeren. En werken aan een schoolcarrière en dagelijks blowen, dat gaat slecht samen. Dankzij tussenkomst van hulpverleners zou ze een nieuwe start hebben kunnen maken, met een opleiding Sociaal Pedagogisch Werk, ware het niet dat de depressies steeds opspeelden. Het lukte niet een diploma te halen; ze switcht naar de beveiligingsbranche, volgt een opleiding en vindt werk. Maar de depressies keren terug. Met een gedeeltelijke Wajong-uitkering werkt Sharona nog een blauwe maandag als taxichauffeur, tot een burnout haar uitschakelt. Sinds de kennismaking met Erik, haar huidige man, komt er enige stabiliteit in het dagelijks leven. Ze krijgen een dochter en een zoon, Romy (4) en Stef (2). Zorgeloos is het bestaan nog allerminst, want Stef heeft een vorm van autisme; zonder steun van gespecialiseerde hulpverleners zou de opvoeding een zware dobber worden. Dagboek Sharona: ‘Laatst vond ik een dagboek van me, uit 1996 - ik was toen zes jaar en kon nog maar net schrijven. “Ik hoef niet bang te zijn. God en Jezus zullen mij beschermen” stond er. Kon me het niet meer herinneren. Dat moet ik van school hebben opgepikt, want ik ben niet gelovig opgevoed. Wel heb ik al heel jong het besef gehad dat God bestaat. Ergens in mijn jeugd is dat sprankje geloof gedoofd. Toen ik diep in de problemen zat, heb ik vaak gebeden zonder merkbaar resultaat. Zie je wel, als je Hem nodig hebt, is Hij er niet, concludeerde ik dan. Al wist ik diep van binnen dat dát bluf was.’ Erik was wél met het geloof opgevoed. Toen er op zekere dag Jehova’s Getuigen aan de deur stonden, wilde hij ze wel

5


vrijblijvend te woord staan. Dat werd wel iets meer dan één ontmoeting: gedurende drie jaar, kwam het echtpaar wekelijks bij hen over de vloer. ‘We bestudeerden de Bijbel – althans, zij lazen hun boek en ik checkte alles wat ze zeiden in de Groot Nieuws Bijbel die ik bij het afscheid van de lagere school had gekregen. Op een gegeven moment was Erik er klaar mee en heeft hij het contact met het stel abrupt afgekapt. Sharona: ‘Ik had niet eens kans gehad ‘aju’ te zeggen. En omdat ik zo gewend was geraakt aan wekelijkse bijbelstudies ging ik uitzendingen van Cor Weeda volgen, op Trans World Radio.’

‘Daarnaast lees ik veel in de Bijbel, soms wel 3 tot 4 uur per dag. Het helpt me enorm tegen depressieve gedachten, het geeft me rust en het houdt me op de been. De Psalmen vooral, sommige daarvan zeggen precies wat ik denk of voel; alsof ik ze zelf geschreven heb. Ook Prediker, met zijn depressieve kijk op het leven, kan ik zo meevoelen. Van ds. Catherinus Elsinga heb ik adressen van ouderen in de gemeente gekregen. Ik ontwerp namelijk ‘Artist Trading Cards’; kleine kaartjes met bijbelteksten en afbeeldingen die ik nu in de coronatijd rondstuur om om mensen te bemoedigen. Een opkikkertje in hun eenzaamheid. Het Bijbellezen en bidden heeft mijn leven veranderd; dat zeggen mensen in mijn omgeving ook. Ik bid zelfs voor mensen die ik niet ken. Het is ook nogal een omslag: eerst zoveel jaren ‘van God los’, nu al een tijd met God, een totaal ander leven.’

6

Interviews: Koos van Noppen

Groeigroep Een vrijwilligster van Humanitas, die als ‘maatje’ met me optrok, hielp me om niet alleen thuis te blijven zitten, maar ook contacten buiten de deur te leggen. ‘Wat heeft je interesse?’ vroeg ze. ‘Bijbelstudie en geloof’, zei ik. We struinden op internet en selecteerden een paar kerken in de stad, maar bij de eerste, ‘De Ontmoeting’, voelde ik me meteen thuis. De vrouw van Humanitas ging mee naar de ‘groeigroep’, waar ik me meteen thuis voelde. Ik bleef en begon ook aan de belijdeniscatechisatie; de ene week groeigroep, de andere catechisatie – nu dan online, in verband met de coronatijd.


Jan-Maarten Goedhart en Martijn van den Boogaart over IZB-Focus:

‘Missionair werk terug in hart van gemeente’ Binnen afzienbare tijd moet de IZB afscheid nemen van twee gewaardeerde medewerkers: Jan-Maarten Goedhart, ‘founding father’ en hoofd van IZB-Focus, en Martijn van den Boogaart, trajectbegeleider uit hetzelfde Focusteam. ‘Een samenloop van omstandigheden’, haasten ze zich te zeggen, ‘want we werken met hart en ziel samen aan de missionaire ondersteuning van gemeenten.’ Het vertrek van de teamleden markeert de afronding van de pioniersfase van IZB-Focus, die vijf jaar geleden begon als nieuwe vorm van missionaire toerusting van gemeenten. Jan-Maarten: ‘Ik kwam op een spannend moment bij de IZB in dienst. Uit een rondgang langs 25 kerkenraden was gebleken dat de missionaire toerusting op andere leest zou moeten worden geschoeid. Hoe precies was onduidelijk, al tekenden de contouren zich wel af: een hernieuwde concentratie op Christus, met veel aandacht voor navolging/discipelschap. . De toerusting zou ook anders vormgegeven moeten worden. Niet meer met ‘losse’ gemeenteavonden, of korte cursussen, maar structureler, in een langduriger traject, met betrokkenheid van zo mogelijk de hele gemeente. Een belangrijke keuze die we maakten bij de ontwikkeling van Focus is dat we niet inzetten op de missionaire commissie als eerste gesprekspartner, maar de kerkenraad en de predikant; in het hart van de gemeente, daar waar het beleid wordt gemaakt. Daarmee brachten we een nieuwe dynamiek op gang. Dat was overigens niet zonder risico’s, want mogelijk raak je daarbij aan potentiële spanningshaarden: de relatie tussen predikant en kerkenraad, kerkenraad en gemeente, de rol van kringen, de positie van jeugdwerk, etc. Het grote voordeel was dat we aan de tafel zaten waar alle lijntjes samenkomen. Op die manier hebben we missionair werk weten weg te halen uit de sfeer van ‘bijzondere activiteiten van een clubje bijzondere gemeenteleden.’ Wachten Tien gemeente meldden zich voor het pilot-project. ‘Dat was best bijzonder, want er stond feitelijk nog geen letter van het toerustingsmateriaal op papier. Het was dus een blijk van groot vertrouwen. Voor ons was het ook spannend. Gemeenten

Ds. Jan-Maarten Goedhart (50) begon zijn loopbaan in 1996 bij de IZB, waar hij aan de wieg stond van de Alpha-cursus in ons land. Na zijn theologische studie diende hij de gemeenten Kudelstaart en Spijkenisse. Van 2010 tot 2015 was hij kerkplanter, toeruster en docent in Lima (Peru). Sinds 2016 is hij voorzitter van New Wine en sinds het begin van de Bijbelpodcast ‘Eerst Dit’ is hij lid van het medewerkersteam. Hij maakt nu de overstap naar de Protestantse Kerk in Nederland, waar hij projectleider wordt. Hij gaat zich daarbij richten op van nieuwe, intensievere vormen van dienstverlening aan lokale gemeenten. Een belangrijk doel daarbij is om langer met gemeenten op te trekken en ook ingewikkelde vraagstukken als vitaliteit en toekomstbestendigheid bespreekbaar te maken. ‘Toen ik 5 jaar geleden terugkwam uit Peru kwam ik op een tweesprong terecht: weer gemeentepredikant worden – er waren contacten met verschillende gemeenten – of de IZB. Tijdens een lange boswandeling door de Kaapse Bossen (bij Doorn) had ik alle tijd om zaken te overdenken en af te wegen. Boven op de uitkijktoren in het bos had ik het zicht op allerlei kerktorens in de omgeving en het was alsof God me duidelijk maakte dat ik ook vanuit een landelijke functie lokale gemeenten kan dienen. Mijn hart ligt echt in de plaatselijke gemeenten. In dat licht zie ik ook deze nieuwe stap.’

7


Ir. Martijn van den Boogaart (46) studeerde elektrotechniek aan de Technische Universiteit in Delft. Hij was project-manager bij KPNQwest en werkte zes jaar in de consultancy. Vóór zijn komst naar de IZB, werkte hij voor de GZB in Malawi, van 2008-2016. Als organisatieadviseur was hij daar betrokken bij de opzet en coördinatie van een programma voor gemeenteopbouw, de ontwikkeling van nieuwe vormen van bijbelstudie en de training van ambtsdragers. Hij wordt nu per 1 september directeur van de GZB. Bij zijn komst naar de IZB gaf hij al aan dat we veel kunnen leren van de wereldkerk. ‘De coronacrisis geeft een enorme impuls aan digitale communicatie, ook binnen de kerk. Met een muisklik heb je contact met zendingswerkers en gemeenten in het buitenland. Ik zie daarin allerlei mogelijk-heden om de verbindingen met de wereldkerk verder uit te bouwen. De ervaringen die we binnen Focus daarmee hebben opgedaan, neem ik natuurlijk mee.’

meldden zich al aan, toen de werving van begeleiders nog niet was afgrond. Ik herinner me dat ik met enkele IZB’ers voor overleg met LICC in Londen waren. We woonden een kerkdienst bij, waarin het lied ‘Sovereign over us’ klonk. In dat lied zingt Michael W. Smith de zin: ‘You are working in our waiting’. Dat raakte me. We moesten wachten op de juiste mensen, op het juiste moment. Dat heeft heel wat geduld en gebed gevergd. Maar we zijn gezegend met een hecht team, met brede ervaring en uitstekende expertise. Ik draag het werk met een gerust hart aan hen over.’ Leren Martijn van den Boogaart trad in oktober 2016 toe tot het Focusteam, als trajectbegeleider van gemeenten. ‘Je moest meteen de hand aan de ploeg slaan. Er lag geen blauwdruk, het was niet alleen voor gemeenten een proefproject, maar ook voor ons. Al doende leerden we zelf ook veel. Dat is trouwens een belangrijke doorgaande lijn geweest in de ontwikkeling van Focus: leren van wat er in de gemeenten gebeurt en daar ook telkens flexibel onze aanpak op aanpassen. We zochten ook bewust de input en creativiteit van andere organisaties om daarvan te leren. Daarom werken we nauw samen met HGJB en GZB, maar ook met de Protestantse Theologische Uuniversiteit, de Erasmus universiteit en natuurlijk het LICC in Londen.’

Horen en doen Een van de kenmerkende aspecten van het Focusmateriaal is de persoonlijke, praktijkgerichte wijze van bijbelstudie. Martijn: ‘In onze traditie zijn we gewend geraakt aan een analytische manier van bijbellezen. De vraag ‘Wat staat er?’ is daarbij belangrijker dan: ‘Wat betekent dat voor mijn leven, morgen en overmorgen? Dat is één van de speerpunten van Focus, dat we de woorden horen en ze doen.’ Jan-Maarten: ‘Iemand zei: “Voorheen spraken we vooral over de bijbeltekst, nu spreken we meer over ons leven in het licht van de Bijbel.” Dat is een fundamenteel verschil. Voorheen kon je een fijne avond hebben met een mooi gesprek en vervolgens een afspraak maken voor weer een fijne avond. Bij Focus kom je daar niet mee weg. De insteek is minder vrijblijvend, we vragen door naar de relevantie voor het dagelijks leven, onder ander via het onderdeel ‘in beweging komen’. In het begin is dat wennen voor de deelnemers. ‘Wat ik hoopte, Gaandeweg ontdek je er de mooie kanten van: je raakt betrokken bij elkaars is gebeurd: er is wel en wee. Je neemt je dingen voor, een beweging op je bidt voor elkaar en bevraagt elkaar: Is gang gekomen’ het gelukt? Zo maak je samen een proces door, waardoor geloven ook minder een eenzaam avontuur is.’ Naar buiten In een traject van twee jaar trekken Focus-begeleiders samen met een gemeente op. Inmiddels is er in veel plaatsen ervaring opgedaan. Welke hobbels kwamen ze tegen? Martijn: ‘Het is goed om je te realiseren dat je een cultuur-

8


Beweging Jan-Maarten: ‘We spreken in het Focusteam over ‘“slow change”; kleine, betekenisvolle stapjes. Als je de koers van een tanker een graad verlegt, en je weet dat vol te houden, dan kom je uiteindelijk ergens anders uit. De kracht van Focus ligt hierin dat missionair werk vanuit het hoekje van de gemeente naar het centrum is gehaald. Het eenvoudige beeld van de samengekomen gemeente (gathered church), die doordeweeks

verspreid (‘scattered’) leeft en werkt, heeft velen geholpen om het geloof meer te verbinden met het gewone leven, in de alledaagse contacten met buren, vrienden, collega’s bij de koffieautomaat, ouders bij het schoolhek. Mensen vertellen dat ze door Focus op hun werk vaker over het geloof spreken. Of dat ze nu bidden voor collega’s of buren. Wat ik vooraf hoopte, is gebeurd: er is in veel gemeenten een beweging op gang gekomen, waar grote groepen aan deelnemen. Ook trekken groepen gemeenten in dit proces samen op. Daar ben ik dankbaar voor. De impact is groot. Maar er is nog veel meer mogelijk. We zien nu dat andere kerkverbanden aanhaken: Christelijke Gereformeerde kerken, evangeliegemeenten. Ik blijf met belangstelling volgen hoe het zich verder gaat ontwikkelen.’

Samen preken in coronatijd Zo’n 250 predikanten maken tijdens de coronacrisis gebruik van de wekelijkse dienstverlening van Areopagus. Op maandagmorgen ontvangen zij in de mailbox voorbereidingsmateriaal voor de preek van de daaropvolgende zondag. ‘Prediking ontstaat door goed te luisteren: naar teksten, naar traditie, naar de tijd, naar dat ‘wat de Geest tot de gemeenten zegt’. Prediking vraagt daarom concentratie, ontvankelijkheid én gezamenlijkheid: Sommige thematieken en tijden zijn immers te groot voor het individu en overstijgen het lokale’, zegt Areopagus-cursusleider Kees van Ekris. ‘Dit is een verwarrende tijd. Er wordt veel gepraat. Concentratie is een ding; het duizelt je soms. Tegelijkertijd is dit een periode om geestelijk leiderschap te betonen, juist ook door prediking. Mensen hopen op een woord waardoor ze begrepen worden. Maar vreemd genoeg is het ook een tijd waarin de diepte van de onderliggende crises gemeden wordt. We merken op allerlei manieren dat samen theologiseren met het oog op de prediking ontzettend vruchtbaar kan zijn.’ Areopagus ontvangt veel positieve respons op het initiatief. Een predikant mailde: ‘Ik was in tranen omdat ik voor het eerst in al deze weken ‘eenzaam geploeter op de rots’, nu ervaar wat een collega kan betekenen. Wat een mooi project, dit, wat ben ik dankbaar dat dit nu op mijn weg is gekomen. Samen een dienst voorbereiden, in alle kwetsbaarheid, en

daarin leiding ervaren. Een bron van rijkdom.’ Een ander schreef: ‘Wat een geweldig initiatief, samen preken in coronatijd. Naast de tips en gedachten vind ik het vooral bemoedigend. Dat jullie de tijd nemen om de teksten te lezen juist tegen de achtergrond van de crisis waarin we nu verkeren. Het helpt mij in ieder geval enorm.’

9

Tekst: Koos van Noppen

omslag niet in twee jaar kunt voltooien; zo’n proces vraagt minstens zeven jaar. Wij kunnen wel een beweging op gang helpen, maar daarna moet de gemeente zelf manieren vinden om te zorgen dat de ingezette beweging doorgaat. Daar worstelen ze mee en wij ook: hoe we dat goed ondersteunen. Een ander punt is dat uit onze evaluaties blijkt dat voor gemeenteleden ‘de stap naar buiten’ de grootste bottleneck is. Je kunt groeien in relatie met God, je kunt meer oog krijgen voor de betekenis van het geloof voor het dagelijks leven, maar je leven delen met mensen die nog niet geloven is toch weer wat anders. Relaties opbouwen kost tijd.’


Onderzoek naar geloof en missie bij jongeren

‘Je hoeft niet overal een antwoord op te hebben’ Zieltjes (proberen te) winnen is niet iets wat jongeren uit de achterban van (o.a.) de IZB hoog op hun prioriteitenlijstje hebben staan. Maar ze beschikken wel degelijk over missionair elan. ‘Respect hebben voor elkaar’ en ‘anderen iets van mijn geloof laten zien door mijn manier van leven’ zijn daarbij belangrijke waarden. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Geloof en missie in het leven van jongeren’, dat IZB, GZB en HGJB lieten uitvoeren onder ruim 1500 jongeren tussen 16 en 25 jaar. Aan de hand van de resultaten wil de IZB beter kunnen aansluiten bij de belevingswereld van jongeren uit de achterban. ‘Het is goed om kritisch naar eigen activiteiten te blijven kijken’, aldus Agnes van Haaften, hoofd IZB Dabar. ‘Wat werkt wel en wat niet? Waar haken jongeren bij aan of waar lopen ze bij weg?’ Welke uitkomsten sprongen er voor jou uit? ‘Het mooie is dat jongeren zich bewust zijn van hun houding als christen en dat ze dit ook als ‘missionair gedrag’ zien. Aan de andere kant is er veel onzekerheid over hoe je het geloof ter sprake kunt brengen. Ze missen hierin identificatiefiguren. Daarnaast willen jongeren best missionair actief zijn, maar het moet wel passen in hun agenda en aansluiten bij hun beleving. Het is niet gemakkelijk om jongeren te motiveren en vast te houden.’

10


Jongeren blijken nauwelijks met medestudenten en collega’s over hun geloof te spreken. Hoe verklaar je dat? ‘Veel jongeren geven ook aan dat ze nog onzeker zijn over het geloof. Wat geloof ik nu zelf en hoe verwoord ik dat? In gesprek gaan met medestudenten en collega’s die niet geloven is best eng. Ik denk dat er meer aandacht moet komen in de kerken voor de vraag hoe je een geloofsgesprek kan voeren met anders- of niet-gelovigen. Dabar is in die zin ook een oefenschool. Jongeren leren meer over de vraag: wie is Jezus voor mij? Dabaristen ervaren dat het best spannend is om uit hun christelijke bubbel te stappen, maar dat dat niet erg is. Je hoeft ook niet overal een antwoord op te hebben.’

‘Present-zijn’ is nu vooral waardevol Dabar, voor generaties jongeren dé gelegenheid om missionair actief te zijn, zal er dit jaar anders uitzien dan andere jaren. Agnes van Haaften over de komende zomer – onder voorbehoud (we schrijven eind mei).

Tekst: Anneke Verhoeven

“Jongeren voelen haarfijn aan of missionaire activiteiten ‘Van de 21 campings gaan er 16 door, 2 campings aanslaan”, werd opgemerkt tijdens het symposium waarop de hebben het nog in beraad en van 3 plekken onderzoeksresultaten werden gepresenteerd. Met andere weten we dat ze definitief niet doorgaan vanwege woorden: zet niet iets op touw zonder jongeren te raadplegen. corona. Eén daarvan is De Witte Tent bij Schoorl, Betrekt de IZB de jongeren ook zelf bij missionaire activiteiten? op een weiland tussen campings in. Voor het ‘Ja, wij rusten de jongeren toe, maar ze gaan zelf aan de slag opzetten van de tent en de slaapplekken wordt met de invulling tijdens hun Dabarwerk. We stimuleren hen geen vergunning afgegeven, omdat dit valt onder om goed naar de context van de camping te kijken. de regel “Evenementen tot 1 september”. We investeren in goede teamleiders door middel van trainingen en hebben regelmatig contact met Met 16 (en hopelijk 18) campings hen. Maar het kan natuurlijk altijd beter. We zijn we blij! Natuurlijk weten we willen ook graag in contact komen met dat, als het virus weer oplaait, jongeren die nog nooit Dabar hebben Wordt er zonder het er zo weer anders uit kan gedaan, en die hier kritisch tegenaan oordeel naar zien. Dabar is altijd gericht op kijken. Op welke manier zouden zij jongeren activiteiten, maar dit jaar missionair willen zijn? Of vinden ze dat redeneren we: het aanwezig/ helemaal geen interessante vraag? Er is geluisterd? beschikaar zijn is al waardevol op nog werk aan de winkel.’ zichzelf. We nadenken hierover met teams, campingpastors en Waar zou je, met de onderzoeksuitkomsten in plaatselijke commissies levert ook weer de hand, het liefste zo snel mogelijk mee aan de nieuwe inzichten op: waarom doen we slag willen? eigenlijk Dabar? ‘Ik wil graag jongeren helpen om te groeien in geloof en hoe je je geloof dan verwoordt. Dan kom je toch ook uit op Lege plekken de voorbeeldfiguren. Wie inspireert hen? Welke bijdrage Alles wat we offline zouden doen, gebeurt nu kunnen wij hieraan leveren? zoveel mogelijk online. Zo zijn workshops opgenomen en is de teamleidersdag deels met En ik zou met kerken in gesprek willen gaan over hoe jongeren filmpjes, deels d.m.v. een webinar ingevuld. en gemeenten meer van elkaar kunnen leren. Jongeren die We missen het fysiek samenzijn, maar zien dat Dabar hebben gedaan, kunnen dit ook vruchtbaar laten zijn in iedereen zeer gemotiveerd is. de eigen gemeente. Ze geven aan dat zij vooral zonder oordeel willen luisteren naar anderen. Wordt er naar hen ook zonder Dit jaar zijn de teams kleiner dan vorige jaren oordeel geluisterd binnen de kerkelijke gemeenten?’ vanwege de anderhalve-meter-regel. We zijn nu druk bezig om te kijken wie er uit een team naar een andere camping wil gaan om de nog lege plekken op te vullen. Beslist een uitdaging!’

11


Hoopvol en open leven Aan de brede waaier introductiecursussen in het christelijk geloof heeft theoloog Gert Jan Roest een variant toegevoegd, die bestaat uit twee delen: Hoopvol leven over de inhoud van het geloof en Open leven over hoe het leven als christen geleefd kan worden. Hoe bruikbaar is deze cursus en wat is het verschil met de meest gebruikte introductie, de Alphacursus? De boekjes van Roest zijn voor niet-gelovige mensen zeer toegankelijk, zeker voor HBO+ lezers. Hij gebruikt weinig jargon en de thema’s die besproken worden zijn ook voor niet-christenen relevant. In kort bestek wordt veel besproken, op een heldere manier. Vergeleken met de Alphacursus, zijn de boekjes van Gert Jan Roest theologisch evenwichtiger en vele malen diepgravender. Niet-gelovige lezers zullen aangenaam verrast worden door de uitnodigende toon. Gelovigen blijken toch niet altijd mensen te zijn die beter weten hoe het zit. De toon is meer ‘open’ dan die van de Alphacursus. Mooi is dat de auteur verschillende keren de bespreking van controversiële thema’s niet besluiten met ‘zo zit het,’ maar met de vraag naar de lezer: wat denk jij zelf? (Bijv. ‘Geweld in de Bijbel’, Hoopvol leven, p. 53). Mysterie In zijn poging om al te christelijke taal te vermijden, is de auteur terughoudend met het woord ‘God’. Dat is mijns inziens een sterke zet. Nu doet de auteur dit door God vaak aan te duiden als ‘het mysterie van de liefde’. Enerzijds lijkt ‘mysterie’ mij een aansprekende aanduiding voor niet gelovige mensen. Als God bestaat, dan moet God wel een mysterie zijn. Maar ‘mysterie van de liefde’ klinkt ook wel weer een beetje soft en plat, ook voor seculiere oren. Liefde ís natuurlijk in de Bijbel wel één van Gods belangrijkste eigenschappen maar gaat vaak samen met trouw. De aanduiding ‘mysterie van trouwe liefde’ of ‘mysterie van loyale liefde’ is wellicht minder plat. God is in de Bijbel ook rechtvaardig en komt nadrukkelijk op voor recht. Zou je niet beter kunnen spreken over God als ‘het mysterie van liefde en recht’? Of ‘het mysterie van rechtvaardige liefde’? Dat past goed bij de bijbelse notie van Gods oordeel en Gods diepe woede over het kwaad. Kwaad Over het kwaad gesproken, als de auteur in deel 1 schrijft over het kwaad, dan gaat het bijna uitsluitend over moreel kwaad, dat als een virus huist in mensenharten. Maar hoe zit

12

het met alle kwaad, dat niet afhankelijk is van morele actoren: kanker, een aardbeving, de dood? In de Bijbel is het kwaad niet alleen een virus in mensenharten, van af het begin zijn er ook de oerwateren, die Gods schepping bedreigen. Bij de chaos van de oerwateren hoort ook het natuurlijk kwaad. Niet gelovige mensen die beginnen over God en het kwaad, hebben het altijd óók over natuurlijk kwaad. Op dit punt brengt Roest de lezer niet zo veel verder. (Ook in deel 2 is kwaad vrijwel uitsluitend moreel kwaad, zie bijv. Open leven hoofdstuk 7). Verbeelding De opzet van deel 1 is een gouden greep. De uiteenzetting van de inhoud van het christelijk geloof is niet in de eerste plaats thematisch opgezet maar narratief, verhalend. De thema’s zijn enerzijds ontleend aan de volgorde van het grote verhaal van schepping naar voleinding (in een vijfluik, zoals je bijvoorbeeld terugvindt bij Samuël Wells). De vertellende insteek spreekt niet alleen de ratio aan, maar ook de verbeelding. Verbeelding is een belangrijke ingang voor geloof. Anderzijds staan de besproken thema’s ook elke keer in het kader van het kerkelijk jaar, dat gevolgd wordt van Gewone tijd, Advent en verder naar Pinksteren. Telkens wordt daarbij toegelicht welke spiritualiteit daarbij hoort. Deze aansluiting bij het geleefde leven van de christelijke spiritualiteit, maakt dat de uitleg van het geloof niet theoretisch blijft.


Stel je voor… Deze insteek bij spiritualiteit is leidend in deel 2 Open leven, waarin wordt uitgewerkt hoe het leven als christen er uit kan zien. Het is interessant dat er niet alleen uitleg is, maar dat je als (niet-gelovige) lezer ook telkens wordt uitgenodigd om deze manier van leven zelf uit te proberen. Stel je voor dat je als mens een spiritueel hart hebt (een ziel) en dat gebed een manier van ademen is waardoor zuurstof je spirituele hart bereikt. Je spirituele hart heeft zeven kamers. Die zeven kamers corresponderen met zeven facetten van God (‘het mysterie van liefde’), zeven manieren waarop Gods liefde je manier van leven beïnvloedt. Dat aantal ontleent de auteur aan het ‘Onze Vader’. In de afzonderlijke hoofdstukken van deel 2 worden de facetten van de zeven kamers (vertrouwen vreugde, hoop, commitment, vrijgevigheid, verzoening, alertheid) uitgewerkt door telkens het onderwijs van Jezus weer te geven. Maar ook door te laten zien wat en hoe je kunt bidden als het gaat om vertrouwen of om

alertheid (t.o.v. het kwaad) en hoe je in het dagelijks leven deze facetten kunt uitleven. Het geloof wordt op deze manier onder woorden gebracht als uitnodiging om een manier van leven uit te proberen. Absoluut een aanrader, deze twee boekjes van Gert-Jan Roest. Ik schat in dat deel 1 het meest aansprekend is voor cognitief ingestelde mensen en deel 2 voor meer spirituele mensen. Online zijn werkvormen en een handleiding te vinden om de cursus vorm te geven met maaltijden en bespreking van het materiaal: www.lerenindekerk.nl. Dr. Arjan Markus, predikant Pelgrimvaderskerk, Rotterdam-Delfshaven Gert-Jan Roest, Hoopvol leven. Ontdek de weg die Jezus wijst (Amsterdam, 2019); Gert-Jan Roest, Open leven. Ervaar de weg dei Jezus wijst (Amsterdam, 2019).

13


Kerk-zijn zoals kerk hóórt te zijn

Net als elke ‘geweune Katteker’ is hij van jongs af aan vertrouwd met kerk en geloof. ‘Maar dat is nog iets heel anders dan een relatie met God hebben. Dat ontdekte ik pas een jaar of 8 geleden.’ Hij groeide op in de rechterflank van de Nederlandse Hervormde Kerk, in de sfeer van ‘Het Gekrookte Riet’. Dick: ‘De genade van God werd zogezegd ‘achter de etalageruit’ voor je uitgestald. Mooi om te zien, maar je kon er nooit bij.’ Toch bleef hij gaan, ook na zijn trouwdag. ‘Omdat het hoorde; je wilde je ouders niet teleurstellen. Maar, eerlijk: het deed me niets.’ Tot hij op uitnodiging van een zwager meeging naar een conferentie waar hij een bijbelstudie hoorde over koning Josia, die al het vuil uit de tempel liet verbranden in het Kidrondal. ‘Hetzelfde dal waar Jezus doorheen ging, van Gethsemané naar Golgotha. Hij ging dwars door al ons vuil heen, om ons te verlossen.’ Tijdens die bijbelstudie ‘viel alle vrome schroom van me af. Gods genade is ook voor mij.’ De geestelijke doorbraak veranderde de betrokkenheid bij de kerk. Hij werd ouderling. ‘Veel generatiegenoten heb ik zien

14

afhaken. De terugloop van de kerkgang baart me zorgen. We hebben in Katwijk de traditie van grote gemeenten die elke zondag rouleren over kerkgebouwen; dat systeem is belemmerend voor gemeenteopbouw.’ Hij wil positief-kritisch zijn, als hij vragen stelt bij gewoonten en gebruiken, ook met het oog op zijn opgroeiende tieners. Maar: ‘Trouw vind ik een heel belangrijke waarde. God werkt op zijn manier en zijn tijd. Hij heeft zijn plan, ook met Katwijk. Bid en vertrouw dat Hij je de weg zal wijzen. Zo zit ik erin. Je kunt voor de kick wel afzwaaien naar een evangelische gemeente, maar daarmee bouw je alleen jezelf op.’ Met zijn vrouw Pia zet hij zich in voor het werk onder vluchtelingen in een nabijgelegen asielzoekerscentrum. Indertijd waren ze nauw betrokken bij de familie Tamrazyan die maanden kerkasiel kreeg in Den Haag. Ze organiseren bijbelstudiebijeenkomsten en laagdrempelige ontmoetingen in de regio. ‘Bij één van die bijeenkomsten ontmoette ik een zwerver, die zei: “Ik kom voor een bak koffie. Ze zeggen: kom binnen, ga zitten, hoe gaat het? Daar word ik warm van.” Dick: ‘Dat ervaar ik als kerk-zijn zoals een kerk hóórt te zijn. Gastvrij-zijn, omzien naar elkaar, liefde delen.’ De animo van bezoekers aan de losse initiatieven heeft ertoe geleid dat nu in de naoorlogse wijk Hoornes (Katwijk-Noord) een ‘buurtsoep’ wordt georganiseerd. Zodra de corona-maatregelen het maar enigszins toelaten wordt de maandelijkse ontmoeting hervat. ‘Met kerst waren er 150 mensen en er zijn zoveel kansen om het evangelie te delen. We hopen dat het zal uitgroeien tot een volwaardige pioniersplek. Pia zegt altijd: je moet een stip op de horizon hebben en daarvoor bidden, in het vertrouwen dat God je weg leidt.’

Tekst: Koos van Noppen

Aan het eind van een doodlopend straatje net buiten de bebouwde kom van Katwijk bevindt zich Schaddé van Dooren, afvalverwerking. De man in de shovel weet wel raad met de inhoud van de aanhangwagentjes die af- en aanrijden. Een foto in de kantine herinnert aan de grondleggers van het bedrijf. Schelpenvissers met paard en wagen op het strand. Een voorbije wereld. In de loop van het ruim 100-jarig bestaan is de zaak uitgebreid met nieuwe werktakken: afvalinzameling, het onderhoud van speeltuinen, het bouwrijp maken van grond, containerverhuur. Op het strand komen ze ook nog steeds – om het schoon te houden. ‘We zijn van origine een familiebedrijf, we werken hoofdzakelijk in de bollenstreek en zijn geworteld in de Katwijkse samenleving’, zegt Dick van Belen (43), die er sinds vijf jaar samen met een compagnon leiding aan geeft. Dick maakt deel uit van het ondernemersnetwerk van de IZB.


GAST COLUMN

Judge a book by its cover? Of: hoe Apple en Maarten Luther mij dezelfde les leren Iedereen kent het merk Apple. Sterker nog: grote kans dat u een iPhone in uw broekzak heeft zitten of een Macbook op uw bureau heeft staan. Vijftig jaar geleden had nog niemand ervan gehoord. Logisch, toen bestonden ze nog niet. Maar dat veranderde na de oprichting in 1976 snel. Door de opkomst van de computer uiteraard, maar ook door de unieke manier waarop Apple marketing bedrijft. Ze hebben een strategie die is gebaseerd op een aantal principes. Het derde principe wil ik uitlichten omdat christenen daar wat van kunnen leren. Dat principe heet ‘toeschrijven’ en het wordt als volgt uitgelegd: People DO judge a book by it’s cover! Als je een fantastisch product hebt gemaakt, met de soepelste werking en de beste software, maar je presenteert het op een slordige manier dan zal iedereen dat op je product projecteren. Als je het daarentegen op een creatieve manier professioneel presenteert zullen ze dát aan je toeschrijven! De kwaliteit van hun producten wordt dus gereflecteerd door de kwaliteit van hun communicatie. Een tweeslag die zeer succesvol is gebleken. Dat brengt me bij Maarten Luther. Die spijkerde in 1517 zijn beroemde stellingen op een kerkdeur en startte daarmee de Reformatie. Dat verhaal kennen we allemaal. Maar heeft u zich weleens afgevraagd hoe het eigenlijk kon dat een onbeduidende professor uit Wittenberg - bepaald niet het centrum van de wereld - een beweging kon starten die een continent veranderde? Een deel van het antwoord is: hij maakte op een enorm slimme manier gebruik van een nieuwe technologie. Namelijk die van de boekdrukkunst. In het boek Brand Luther legt journalist Andrew Pedigree uit hoe Luther naast zijn vernieuwende theologische inzichten ook ideeën had over de verspreiding van zijn boeken. Weinig mensen weten dat Luthers oog voor kwaliteit in de presentatie van zijn werk in hoge mate bijdroeg aan de razendsnelle verspreiding van de Reformatie. Hij toverde het plaatsje Wittenberg om tot een centrum van de boekdrukkunst waar een derde van alle boeken die in die tijd in het Duitse rijk verkocht werden vandaan kwam. Net als Luther leven we in een tijd van ongekende technologische vernieuwing. De onwaarschijnlijke combinatie van Apple en Luther leert mij dezelfde les: we moeten er ons meer van bewust zijn dat de manier waarop we communiceren als christenen zijn weerslag heeft op de boodschap die wij verkondigen. De inhoud van het christelijke boek is al 2000 jaar levensreddend, hoe zit het met de cover?

Henrik Wienen werkt met een team professionele app-ontwikkelaars aan een kwalitatief hoogstaande en gebruiksvriendelijke kerk-app: Donkey Mobile. www.donkeymobile.app.

COLOFON

81e jaargang nr. 6 – juni 2020 Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB – vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is € 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Raad van Toezicht Kernleden Ds. Martin van Dam, IJsselmuiden, voorzitter Mr. Jelly Posthumus, Amersfoort, secretaris Drs. Inez Jansen-Smit, Geldrop Drs. Bram van der Kooy, Den Hoorn Dr, Bert de Leede, Amersfoort Bart van Lunteren, Houten Voice-leden Gert van den Bos, Assen, Nienke Freije, Nijmegen Ds. Anthon van Lingen, Nieuw-Lekkerland Alexander Pleizier, Nijkerk Ds. Giel Schormans, Voorburg Netty Toes-Groenendijk, Leek Ds. Hans van Walsum, Alblasserdam Directeur Dr. Sjaak van den Berg, Amersfoort IZB Breestraat 59-61 3811 BH Amersfoort Tel.: (033) 461 19 49 E-mail: info@izb.nl Internet: www.izb.nl IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91 BIC: RABONL2U Uw steun Steun de zending in Nederland door uw gebed, door uw IZB-lidmaatschap of door een gift. U kunt de IZB ook op laten nemen in uw testament. Graag willen we u helpen om dat te regelen. U kunt hiervoor vrijblijvend een afspraak maken via tel. (033) 461 19 49 of info@izb.nl. Redactie Afd. Communicatie IZB Fotoverantwoording Kaj en Rianne ten Voorde: pag. 1 en 3; Koos van Noppen: 4, 6, 7, 8, 9, 14 en 16; Unsplash: 13. Overname artikelen Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding.

15


Yess – de pop-up coronastore BoTu Op de foto’s zijn net de stellingkasten in elkaar gezet, die afkomstig zijn uit de tijdelijke nood-ziekenhuizen, die door de afvlakkende coronacrisis overbodig werden. Inmiddels is de inrichting afgerond van Yess, in goed Nederlands de ‘pop-up coronastore’ aan de Rosenveldtstraat, ofte wel een tijdelijke winkel als wapen in de strijd tegen armoede door corona, in Rotterdam-West. Missionair-diaconaal werk, opgezet vanuit het noodhulp-initiatief ‘Delfshaven helpt’. Buurtpastor Nico van Splunter, pionier in Spangen en de stadswijken Bospolder en Tussendijken (BoTu) is één van de drijvende krachten. De organisatie verspreidde 750 voedselpakketten om de nood van wijkbewoners enigszins te lenigen. ‘We hebben stellig de indruk dat we nog maar een topje van de ijsberg zien’, zegt Nico, ‘maar dat maakt wát we doen niet zonder betekenis. Na de voedselhulp kreeg ik een telefoontje van de woningbouwcorporatie met het aanbod om zolang de coronacrisis voortduurt, gratis over deze winkelruimte te beschikken. We maken er een soort buurtsuper, waar mensen uit de wijk boodschappen kunnen doen. De spullen krijgen we van diverse partners, bedrijven, supermarkten, groothandels. Ook de Jumbo, hier even verderop. Nee, ze ervaren ons niet als concurrent. “De enige concurrent die we op dit moment hebben, heet corona”, zei de bedrijfsleider.’ Is Yess dan misschien concurrent van de voedselbank? Er is hier een islamitische en een seculiere voedselbank. Met beide hebben we goed contact. Wij bedienen een andere doelgroep. Bij hen moet je allerlei paperassen overleggen, over je financiële situatie. Wij zijn een tijdelijke noodvoorziening. Komt, koopt, zonder prijs….’

De pop-up-store is strategisch gelegen, net achter een drukke winkelstraat. Het gaat om een paar verdiepingen. ‘Hier komt een grote keuken, waar we dagelijks gezond ontbijt klaarmaken. Werkervaringsplaatsen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Dit wordt tevens de oefenruimte voor onze muziekband. Op de bovenverdieping organiseren we zondagsschool, en we kunnen hiervandaan ook live-streams verzorgen van vieringen. Multifunctioneler kunnen we het niet maken.’

‘Het Pakhuis op de schop Het Pakhuis’, het kantoor van de IZB in de binnenstad van Amersfoort, is sinds begin juni gedurende twee maanden gesloten. Vanwege de gevolgen van de coronacrisis werken alle medewerkers thuis. We maken van die nood meteen een deugd, want bij een bouwkundig onderzoek is vorig jaar asbest ontdekt in enkele plafonds en vloeren van het pand. Die zal

nu worden verwijderd. Bij die gelegenheid worden meteen geluidsisolerende vloeren teruggeplaatst. Tevens zullen de toiletblokken op de begane grond en de eerste verdieping worden vervangen. De operatie duurt tot begin augustus. Tot die tijd gebruiken we in voorkomende gevallen enkele werkplekken in een kantoorpand aan Bergstraat 33 in Amersfoort. We blijven per mail en telefonisch gewoon bereikbaar.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.