Tijding dec14

Page 1

tijding Ledenblad van de IZB, jaargang 76, nr. 4

‘Veranderen schijnt niet te mogen’

• Martijn Weststrate aan de slag bij ‘Licht op Zuid’ • Vertrekkende Louis Wüllschleger over ‘discipelschap’ • ‘Vreemdeling’ is bijnaam van christen; geen eigennaam


Het onaantastbare fundament COLUMN

M ‘

ijn doop slopen ze nooit’, zei de man. ‘Al breken ze alle kerken af, mijn doop slopen ze nooit’. Hij huilde. Ongeveer tachtig jaar was hij. Samen stonden we op de hoek van

de Fahrenheitstraat in Den Haag. Het was 1990, bijna 25 jaar geleden. Tegenover ons rees de Westduinkerk op. Een grote kerk uit het begin van de twintigste eeuw, met meer dan 1000 zitplaatsen. In de loop van de tijd hadden er coryfeeën gestaan; grote namen als dr. K. Dijk en dr. B. Wentsel. Ooit ging de kerk een half uur voor het begin van de dienst open en dan moest je al een half uur in de rij gestaan hebben, als je een zitplaats wilde hebben. De ontkerkelijking had ook hier toegeslagen. Eind jaren tachtig

was besloten om de kerk te sluiten, het gebouw te slopen en de grond te verkopen. Er staat nu een filiaal van een nationale supermarktketen. Elke zondag open, je kunt er altijd terecht voor je boodschappen, maar niets herinnert nog aan de boodschap die ooit gratis werd aangeboden. Samen stonden we erbij, de oude man en ik. Een zware gietijzeren bal aan de sloperskraan begon heen en weer te zwaaien. Eerst werd het kruis van de toren

Louis Wüllschleger, directeur

geslagen. Daarna werd de toren zelf in elkaar gebeukt. Ik vergeet het moment nooit. De oude man huilde. ‘Meneer’, zei hij tegen me, ‘hier ben ik gedoopt, hier ben ik later getrouwd, m’n kinderen zijn hier gedoopt, ze zijn hier ook getrouwd, m’n vrouw is hier uitgedragen… Hier ligt mijn leven en het voelt of er een stuk van mijn leven afgebroken wordt. Maar’, zei hij, ‘al breken ze alle kerken af, mijn doop slopen ze nooit.’ Daarmee liet hij merken dat zijn doop voor hem bij de belangrijkste dingen van zijn leven hoorde. En dat niet alleen. De doop is het onaantastbare fundament van alles. Niemand is bij machte om die te ruïneren. ‘Baptizatus sum’, riep Luther tegen de aanvechting in; ik ben gedoopt! Dat fundamentele besef moeten we nooit kwijtraken. De doop is het ‘bad van de wedergeboorte’, schrijft een van de apostelen. Je gaat in het water van de doop onder en je komt er herboren uit: nieuw leven! Dat gaat

‘Al breken ze alle kerken af, mijn doop slopen ze nooit.’

trouwens niet alleen over de wending in jouw leven. De doop verwijst naar de belangrijkste wending in de geschiedenis: Christus is gestorven en opgestaan. Het kan daarna nooit meer zijn zoals daarvoor. En niemand zal kruis en opstanding ooit ongedaan maken. Als er ergens houvast ligt voor dit leven en het toekomende, dan is het daar. Bij Christus zelf.

Verlegenheid en verlangen Vrijdag 14 november jl. verzorgde de IZB een presentatie tijdens de vergadering van de Generale Synode, over twee woorden, die de laatste tijd vaak terugkeren in gesprekken met kerkenraden en gemeenteleden: verlegenheid en verlangen. Er is verlegenheid over de innerlijke secularisatie, over de moeite om mensen buiten de kerk, maar ook de opgroeiende generatie binnen de eigen gemeente te bereiken met het evangelie. Tegelijk is er een diep verlangen naar een werkelijke ontmoeting met God. De woorden verle-

02

Tijding • december 2014

genheid en verlangen zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met twee andere, zei IZB-directielid Jurjen de Groot: afhankelijkheid en ontvankelijkheid. ‘Verlegenheid’ betekent beslist niet dat wij er niet voor gáán, hield ds. Louis Wüllschleger de synodeleden voor. ‘Integendeel, het is onze passie: Christus present onder de mensen. Daar gaat het ons om. Samen met u, samen met heel de kerk. In alle diversiteit die wij in de kerk hebben, is dit ons gemeenschappelijke verlangen, als de grootste zegen die een mens ten deel kan vallen.’


Martijn Weststrate, verbonden aan het missionaire project ‘Licht op Zuid’

Een geduldige

herder ‘Als de missionaire werker wordt benoemd, dan…’ Martijn Weststrate had als gemeentelid van de Rotterdamse Maranathakerk dat zinnetje al vaak met veel verwachting horen uitspreken. Niet zo snel had hij daarbij gedacht dat hij zelf op deze plek terecht zou komen. Vijf maanden geleden werd hij verbonden aan het missionaire project ‘Licht op Zuid’.

We kuieren onder een paraplu over de markt aan het Afrikaanderplein. Het miezert een klein beetje, maar dat lijkt niet nadelig voor de klandizie. Vis, groente, kleding, sieraden, vrijwel elke kraam van de grote markt heeft klanten. Alleen de skyline verraadt dat we in RotterdamZuid zijn; in de verte zien we de kantoortorens van de binnenstad. Afrikaanderwijk, Bloemhof, Hillesluis, dit is het werkterrein van ‘Licht op Zuid’. Ruim 30.000 inwoners, van wie 80% van allochtone komaf is: Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen. Het opleidingsniveau is laag, velen verlaten de school zonder diploma. Een derde van de bevolking is jonger dan 19 jaar. Zeven op de tien wijkbewoners moeten zien rond te komen van een

minimuminkomen, ruim een kwart heeft zelfs minder. ‘Er is veel armoede en eenzaamheid. Veel mensen wonen alleen.’ Het project ‘Licht op Zuid’ kende vier jaar geleden een explosieve start. Een grote groep vrijwilligers uit de Maranathakerk meldde zich na een bezinning op het thema ‘kerk voor de buurt’ nadat Theo Visser in samenwerking met de kerkenraad tijdens opening winterwerk een oproep deed voor het missionaire werk in de wijk. In korte tijd kwamen er een paar Alpha-cursussen, en op verzoek van de enthousiaste deelnemers werden zondagse samenkomsten georganiseerd. Eerst maandelijks, maar al gauw tweewekelijks, in een zaal naast de kerk. ‘Afgelopen zondag waren er zestig mensen; dat was een

december 2014  • Tijding

03


representatieve opkomst. Soms zit de zaal ook helemaal

Via zijn vriendin Jorien – inmiddels zijn vrouw – maakte

vol’, zegt Martijn. ‘In een wijk met zoveel eenzaamheid werkt een gastvrije gemeenschap al gauw als een

theologiestudent Martijn kennis met het project. ‘Zij was betrokken bij de oprichting; ik kwam er als toeschouwer,

magneet. Zeker als er ook een gratis maaltijd te krijgen is. Je zult maar de hele dag alleen thuis voor de tv zitten en

later als medewerker. Ik hielp af en toe bij de organisatie en leidde een keer een bijbelstudie. In die periode hoorde

’s avonds in je uppie een magnetronmaaltijd eten. “Het

ik nogal eens mensen zeggen: “Als de missionaire werker

lijkt wel één grote familie”, zei een vrouw, die met haar zoontje spontaan langs was gekomen. ”Yes!” denk ik

wordt benoemd, dan….” Ik had dan altijd de neiging om de zin af te maken met “…dan moet je vooral doorgaan

dan. Prachtig, als mensen zeggen: “Kijk hoe lief ze elkaar

met wat je nu doet”. Er werd na al die jaren uitgekeken

hebben”. Dat is een antwoord op de eenzaamheid. Betekenisvol. Maar hét antwoord is dat ze ontdekken dat

naar een missionair werker.’

God van hen houdt. Hopelijk draagt onze gemeenschap daaraan bij.’

Martijn: ‘Na mijn studie werkte ik in de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam-Delfshaven. In de hectische weken vlak vóór

Vliegende start

onze trouwerij verscheen de vacature voor Licht op Zuid. We gingen wonen in de wijk Bloemhof. Ik solliciteerde, maar had teveel aan m’n hoofd om me er goed op te

Naast de zondagse activiteiten is de wekelijkse bijbelstudie een pijler in het werk van Licht op Zuid. De groep telt intussen zo’n 20 mensen. Splitsing is noodzakelijk. Daarnaast is er ook bloeiend kinderwerk - elke dinsdag en op de zondagen dat er vieringen zijn. De vliegende start heeft wel eens een wissel getrokken op de mensen van het eerste uur. ‘Veel vrijwilligers doen het werk voor ‘Licht op Zuid’ naast hun volledige baan. Als je met wekelijkse bijbelstudies begint, inclusief maaltijden, dan is dat best zwaar.’

04

Tijding • december 2014

concentreren. Tijdens het gesprek kreeg ik te horen dat ik nog te weinig ervaring had. De eerste vacatureronde eindigde zonder benoeming. Toen de advertentie opnieuw werd geplaatst, besloten mijn vrouw en ik samen te solliciteren. We hebben er veel voor gebeden. In de aanloop naar de gesprekken las ik in mijn stille tijd over Samuël die David zalft tot koning. ‘De mens ziet aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan.’ Iemand in de gemeente zei me: ‘Niemand schatte u gering om uw


jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen…’, mijn belijdenistekst, 1 Timotheüs 4:12. In juni werd Martijn bevestigd als missionair werker, in een dienst in de Maranathakerk. ‘Ik ervoer het als een grote zegen, dat het geen exclusief ‘Licht-op-Zuid-feestje’,

Lange weg Geduld is een term die vaker valt in het gesprek. ‘In het missionaire werk kun je soms zo gericht zijn op zichtbaar resultaat, dat je vergeet dat het proces van tot-geloof-

maar een zaak van de hele gemeente was. De gemeente

komen tijd kost. Dan denk ik: hoe lang heeft het wel niet bij mijzelf geduurd? Pas op mijn 19e deed ik belijdenis.

draagt het project.’

Negentien jaar, terwijl ik op tal van punten zo’n voorsprong had ten opzichte van de mensen hier in de wijk.

Geen taboe Preken, kinderwerk, kringen, bezoekwerk, Alpha-cursussen – het risico is groot dat je je verliest in uitvoerend werk, realiseerde Martijn zich. ‘Ik ben geen zeepkist-type, meer een herder.’ Op advies van een collega maakte hij in de eerste weken na zijn aanstelling afspraken met mensen die de wijk kennen: de huisarts, de wijkagent, de wijkverpleegkundige en de stadsmarinier. ‘De kerk heeft veel goodwill; ze waren graag bereid om met me te praten. In deze multiculturele setting is een gesprek over geloof geen taboe. De keerzijde is dat je ook veel bijgeloof tegenkomt, ook bij degenen die in God geloven. Dat vraagt tact en geduld. Trouwens, ook bij onszelf is er vaak nog genoeg op te ruimen.’

Ik groeide op in een christelijke omgeving, met ouders die het geloof voorleefden. Ik ging naar een christelijke school en mijn sociale netwerk bestond uit christenen. Het duurde toch nog negentien jaar, voordat ik bewust tot geloof kwam. En dan betrap ik mezelf erop dat ik tijdens een bijbelstudie met buurtbewoners denk: ‘hoe vaak heb ik dit al niet uitgelegd en ze pakken het nog niet…’ Ik leer uit mijn eigen levensloop om geduld te hebben om een lange weg met mensen te gaan. Tegelijk doet dat niets af aan het appèl, om vandaag je leven aan Jezus toe te vertrouwen. Want alleen in Hem is het behoud.’ Na een paar maanden oriënteren en intensief overleg met de medewerkers heeft Martijn een jaarwerkplan opgesteld. Daarin wordt stevig ingezet op het ‘bouwen aan gemeenschap’. De activiteiten zijn er op gericht dat deelnemers van ‘Licht op Zuid’ groeien naar een hechte

december 2014  • Tijding

05


‘We willen maximaal mensen proberen te activeren mee te werken, te verbinden en laten participeren.’

blanke voorganger, want dan gaat er toch iets mis. Ook bij de keuze van liederen en de bijbelvertaling wordt gelet op de doelgroep. Zelfs de Nieuwe Bijbelvertaling is voor velen al te ingewikkeld, laat staan de psalmberijmingen. Niet dat de Bijbel in gewone taal een oplossing is; de meeste bezoekers zijn tv-kijkers, ze zijn totaal niet gewend

gemeenschap, van mensen die samen Jezus leren

te lezen. Liederen moeten eenvoudig zijn, met veel

volgen. Medewerkers uit de Maranathakerk krijgen

herhaling. Ik herinner dat we onlangs ‘Ja God is goed’ zongen; ieder in zijn eigen taal. Dat vinden ze prachtig.

de vraag voorgelegd zich voor een langere periode te committeren aan het werk van Licht op Zuid, als ‘steun­ pilaren op geestelijk, organisatorisch en materieel vlak’. Ook wijkbewoners worden gestimuleerd om de

Diep in mijn hart vind ik eigenlijk dat ‘Licht op Zuid’ zou moeten integreren in de gemeente van de Maranatha-

schouders onder het werk te zetten. ‘Het is niet de

daar nu al rijp voor is. Ik hoop in elk geval dat beide gemeenschappen steeds meer naar elkaar toegroeien

bedoeling dat Licht op Zuid een servicepunt wordt voor de wijk’, staat in de nota. ‘We willen maximaal mensen proberen te activeren mee te werken, te verbinden en laten participeren.’

kerk. Dat zou het ideaal zijn, maar ik weet niet of de tijd

en over en weer veel van elkaar leren. Als je gepokt en gemazeld bent in de kerk, is het niet vanzelfsprekend dat je bereid bent te leren van niet-gelovigen. Ik kom regelmatig bij een buurtbewoner die zoveel problemen heeft,

Achtergrond Martijn: ‘We willen in de samenkomsten zo veel mogelijk rekening houden met de achtergrond van de bezoekers. Dat betekent dat we niet in elke dienst kiezen voor een

dat ik, als ik in zijn schoenen zou staan, geen nacht meer goed zou slapen. Maar elke keer als ik bij hem kom, verbaas ik me over de gastvrijheid waarmee hij me ontvangt. Daar leer ik van.’

Als u weleens een gift overmaakt aan de IZB… De IZB is voor haar werk in grote mate afhankelijk van giften van particulieren. Als u zo nu en dan een geldbedrag overmaakt voor ons missionaire werk, dan is het volgende voor u van belang. Als u geld schenkt aan goede doelen, heeft u bij het invullen van uw belastingformulieren recht op een aftrekpost. Althans, alleen als u meer schenkt dan 1% van uw inkomen (tot een max. van 10 %). Die drempels maken dat u achter het net kunt vissen. In bepaalde gevallen mag u uw gift wel volledig aftrekken vanaf de eerste tot de laatste euro, maar dan dient u een overeenkomst aan te gaan met de IZB, waarin u vastlegt dat u minimaal vijf jaar op rij hetzelfde bedrag zult overmaken (of indien eerder, bij overlijden). In dat geval is elke euro die u geeft aftrekbaar. Voorheen moest zo’n overeenkomst worden vast­ gelegd bij de notaris, maar die eis is per 1 januari 2014 vervallen. U kunt dus rechtstreeks met de IZB een overeenkomst sluiten. Een formulier daarvoor vindt u op onze site, www.izb.nl (We kunnen u ook een exemplaar toezenden, als u even contact opneemt via 033-4611949). Het ingevulde en ondertekende

06

Tijding • december 2014

formulier kunt u naar de IZB sturen, wij ondertekenen dan op onze beurt en daarmee is de regeling van kracht. Voordeel Een rekenvoorbeeld kan snel duidelijk maken wat het voordeel van zo’n overeenkomst is. Stel, u verdient € 60.000 en schenkt € 1.000,- aan de IZB. Daarvan is dan € 600, namelijk 1% van uw inkomen, niet aftrek­ baar. Omdat u 52% belasting betaalt, betaalt u dankzij de gift € 208 minder belasting (52% van € 400). Zou u de gift uitsmeren over vijf jaar (jaarlijks € 200) en u legt dat vast in een overeenkomst, dn krijgt u in totaal € 520 belasting terug. De periodieke schenking levert u dan dus € 312 extra belastingvoordeel op, ten opzichte van de schenking ineens. Misschien dat u aarzelt om een verplichting voor vijf jaar aan te gaan. Want wat nu als er onverwachte wijzigingen optreden? Je zult maar arbeidsongeschikt of werkloos worden… Om te voorkomen dat u in de problemen komt, kunt u een clausule opnemen, waarin wordt overeengekomen dat in die situaties de aangegane verplichting vervalt.


‘Discipelschap is door en door

missionair’

Kort na de zomer meldde ds. Louis Wüllschleger tot ieders verrassing dat hij met ingang van 1 januari 2015 vertrekt. Bijna vijf jaar heeft hij dan leiding gegeven aan de organisatie. In een terugblik op die periode concentreren we ons op de ‘herontdekking’ van het thema discipelschap. ‘Het gaat om een levenshouding waarin Christus gestalte krijgt.’

december 2014   • Tijding

07


De IZB heeft vooral op jouw initiatief ‘discipelschap’

een missionaire levenshouding. De levenswandel van

omarmd als focus voor het meerjarenbeleid. En dat terwijl je toch behoorlijk bent beïnvloed door Kohlbrugge.

christenen wordt volgens Petrus gekenmerkt door ‘weldoen’, ‘goed doen’ en daarin krijgt Christus zelf

Het kan verkeren. ‘Dat ervaar ik niet als een tegenstelling. Ik ben afkomstig

gestalte. Op die manier verkondigden de lezers van de Petrusbrief dat ze een God dienden die deugt.

uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Het geestelijke klimaat thuis was beslist niet wettisch,

Bij de hernieuwde kennismaking met het missionaire werk in ons eigen land, raakte ik er opnieuw van door-

maar de bevindelijke vroomheid loopt toch altijd het gevaar ‘mens-middelpuntig’ te worden, met als gevolg

drongen hoe fundamenteel het is dat wij niet alleen

dat je teruggeworpen wordt op jezelf. Tegen die achtergrond was de kennismaking met Kohlbrugge in mijn

gestempeld door Christus zelf. Bevindelijke vroomheid, gekoppeld aan betrokkenheid op de werkelijkheid van

studietijd een grote bevrijding. Via zijn werk ontdekte ik dat het heil echt buiten onszelf ligt; niet alleen als het gaat

alledag, ook op de samenleving, daar draait het om. Je merkt nogal eens dat die twee uit elkaar worden

om de rechtvaardiging, maar ook wat betreft de heiliging. Dankzij die doorbraak voel ik me tot op de dag van

gehaald, maar het gaat juist om de integratie van beide. Dat vind je terug in het begrip discipelschap. Ik heb deze

vandaag diep verbonden met Kohlbrugge.

jaren trouwens ook heel veel geleerd van mensen die werken in de internationale zending. Het is heel leerzaam

In latere jaren, toen ik predikant was in Den Haag, kwam Calvijn terug en achter hem de Vroege Kerk. De situatie van de gemeente in de grote stad had allerlei parallellen met de eerste christelijke gemeenten, die hun weg moesten zoeken in een heidense wereld en geroepen waren om daarin gestalte te geven aan het getuigenis van Christus.

‘Bevindelijke vroomheid, gekoppeld aan betrokkenheid op de werkelijkheid van alledag, ook op de samenleving, daar draait het om.’ In het werk voor de IZB kwamen voor mijn gevoel al die lijnen bij elkaar. De Kohlbruggiaanse inslag ben ik nooit kwijtgeraakt, al ga ik nu veel minder schematisch om met de vragen van rechtvaardiging en heiliging. Onbevangener. Het is net of je op een gegeven moment die dilemma’s wat voorbij raakt. Ze worden gerelativeerd, door de vragen van deze tijd? ‘Ik weet niet of ik de term ‘gerelativeerd’ zou gebruiken. Misschien meer ‘geïntegreerd’. Ik geloof dat ook in onze tijd het accent op de pure genade enorm bevrijdend is. Ook voor mensen die nog niet zoveel zicht op het evangelie hebben, is het van grote betekenis om te zien wat het inhoudt, dat je heil buiten jezelf ligt, dat je waarde als mens niet afhankelijk is van je prestaties.’ Hoe is het thema discipelschap op je pad gekomen? ‘Tijdens mijn predikantschap in Den Haag was ik er eigenlijk al mee bezig, al benoemden we het toen niet zo. Indertijd ben ik intensief bezig geweest met de eerste Petrusbrief en ik herinner me dat het een openbaring voor me was dat de apostel daarin zozeer de nadruk legt op de levenswandel, de dagelijkse navolging, als kern van

08

Tijding • december 2014

woorden spreken, maar dat onze hele levenshouding is

om met de ogen van christenen van elders in de wereld te kijken naar onze situatie.’ De keuze voor discipelschap is niet door iedereen met gejuich begroet. Waarom heeft de IZB hier opeens behoefte aan? vroegen sommigen achterdochtig. De term is eeuwenlang niet gebezigd en nu loopt men er massaal achteraan. ‘Iedere tijd krijgt zijn eigen woorden. Ik sta er wat dat betreft tamelijk onbevangen in. Persoonlijk ervaar ik dit woord als een geschenk. Het is door en door bijbels en het helpt ons om vandaag te zeggen waar het op aankomt. Ik vergelijk het vaak met andere momenten uit de kerkgeschiedenis, de opkomst van de Moderne Devotie of de Reformatie en de Nadere Reformatie. Je kunt een aantal factoren noemen die verklaren waarom de tijd er destijds ‘rijp’ voor was. Per saldo was het toch een geschenk aan de kerk. Zoiets ervaar ik ook vandaag rond ‘discipelschap’. Het is meer iets wat je ontdekt, dan iets dat je verzint. Eerder iets wat je ontvangt, dan iets wat je verovert.’ Andere critici vroegen zich af waarom uitgerekend een missionaire organisatie discipelschap hoog op de agenda zou moeten zetten. Loop je niet het risico dat je met de nadruk op de toerusting van gemeenteleden als discipelen op de weg van de navolging, de blik naar binnen richt? ‘Discipelschap is naar mijn diepste overtuiging een door en door missionair woord, dus ik snap die kritiek niet. Het woord is ontleend aan Matteüs 28, waar Jezus zegt: ‘Maakt de volken tot mijn discipelen’. Er is in de grond-

‘Leven met de verwachting van de wederkomst van Christus is geen vlucht uit het heden, integendeel.’


tekst verwantschap tussen het ‘discipelen maken’ en het werkwoord ‘leren’. In allerlei beschouwingen over discipelschap wordt vaak verwezen naar de tekst uit Matteüs 11: ’Leert van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart’. Ga eens na: staan christenen erom bekend dat ze zachtmoedig zijn en nederig van hart? Het gangbare imago van kerkmensen is helaas eerder het tegendeel, namelijk dat we het altijd beter weten, dat we iemand al veroordeeld hebben, nog voordat er een woord is gezegd. De eerste les voor discipelschap is: nederig-

‘Verrassend veel gemeenten doen een beroep op de IZB, omdat ze juist vanwege de missionaire roeping van de gemeente bij de vragen van het hart terecht willen komen.’

heid, zachtmoedigheid.

komt het ook in de hoofdstukken 9 en 24 voor. In hoofdstuk 9 staat een formulering die bijna letterlijk gelijk is

Die tekst uit Matteüs 11 staat niet op zichzelf. Toen ik

aan het zendingsbevel. Na de roeping van Levi zegt Jezus tegen de morrende Schriftgeleerden: ‘Maar ga heen en

vanuit Matteüs 28 (het ‘zendingsbevel’) op zoek ging, merkte ik dat er in het Matteüs-evangelie drie teksten zijn

leer wat het zeggen wil: Ik wil barmhartigheid en geen offer’. Als ik het heel vrij vertaal, zegt Hij eigenlijk: ‘Jullie

waarin het werkwoord ‘leren’ voorkomt. Naast Matteüs 11

zijn nu wel heel binnenkerkelijk bezig met je cultus en

Afscheid in dankbaarheid Louis Wüllschleger is oud-bestuurslid, oud-voorzitter en binnenkort ook oud-directeur van de IZB. Hij begon zijn ambtelijke loopbaan in 1977, in de Hervormde gemeente te Tholen. Van 1982 tot 1992 was hij predikant te ’s-Gravenhage, daarna diende hij de Hervormde gemeente te Middelburg. Vanaf 2001 was hij secretaris van de provinciale synode in Zeeland, totdat deze functie, bij de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004 werd omgevormd tot regionaal adviseur van de classicale vergaderingen in dezelfde provincie. Daarnaast was hij parttime werkzaam in de Protestantse gemeente te Middelburg (wijkgemeente De Ontmoeting). Sinds 1 februari 2010 was hij directeur van de IZB. Afgelopen zomer nam hij het besluit om per 1 januari 2015 terug te treden. In het gesprek ter gelegenheid van zijn afscheid concentreren we ons op het thema dat mede dankzij Louis hoog op de agenda van de IZB staat, discipelschap. De verleiding is anders groot om allerlei momenten uit zijn IZB-periode langs te lopen: De benoeming van bijzonder hoogleraar Herman Paul (‘en zijn Davidische moed om de Goliath van de secularisatie te lijf te gaan’), de sluiting van de IZB-Ark-boekhandel (‘zonder twijfel hét dieptepunt van de afgelopen jaren. Het ontslag van personeelsleden ging me aan het hart’), de promotie van Wim Dekker en het verschijnen van diens

boek ‘Marginaal en missionair’ (‘Hij betekent veel voor de IZB’). Vrijwillig vertrekken bij een organisatie waar je verknocht aan bent - het besluit heeft vragen opgeroepen. Louis: ‘Dat snap ik. Toch vertrek ik in dankbaarheid en zonder negatieve overwegingen. Dankbaar ben ik voor al die mensen die zich inzetten voor de missionaire roeping van de gemeente en die dat doen met de passie van Christus zelf. Voor de ontwikkelingen in de missionaire oefenplaatsen: de inzet van de missionaire werkers, de betrokkenheid van gemeenten, partnerschap, de vele sponsors van de projecten. Dankbaar ben ik ook voor de missionaire trajecten die we met kerkenraden in veel gemeenten ontwikkelen. Ik vond mijn besluit om terug te treden in eerste instantie ook een vervreemdende ervaring, want ik ben erg vergroeid met de organisatie en het werk. Maar de overtuiging groeide dat mijn taak bij de IZB erop zit.’

december 2014  • Tijding

09


‘Over de kerk denk ik niet in termen van pessimisme en optimisme.’ alles wat erop en eraan zit, maar intussen verwaarlozen jullie de barmhartigheid, want Levi zie je niet staan’. ‘Ga heen en leert’, zegt Jezus. ‘Wees hierin een discipel dat de barmhartigheid van God in je levenshouding zichtbaar wordt’. Ik kan geen situatie bedenken die meer

Daarbij moeten we ook kritisch naar onszelf durven kijken. Zijn wij er niet mede debet aan dat niet de hele gemeente in het vizier kwam? Als we te gast waren voor een cursus of een gemeenteavond, zagen we vaak dezelfde groep mensen, een fractie van de totale gemeente, en we hebben ons er lang bij neergelegd dat we niet verder kwamen. Dat stelt indringende vragen aan onszelf. We zijn lang in de activiteitenmodus blijven

meet aan in.

hangen. Misschien is dat er mede oorzaak van dat we vaak maar een klein deel van de gemeente bereikten.

Het derde bijbelgedeelte waar het werkwoord ‘leren’ in

Mensen zijn moe van al die activiteiten. Er is nu een beweging op gang gekomen waarin je dat in snel tempo

missionair is dan deze. Dat missionair-zijn zit er van

het Matteüsevangelie voorkomt, is in de rede over de laatste dingen, Matteüs 24. Daar zegt Jezus: ‘Leer van de

ziet veranderen. Verrassend veel gemeenten doen een

vijgenboom deze gelijkenis’ (vers 32). Dan gaat het over

beroep op de IZB, omdat ze juist vanwege de missionaire roeping van de gemeente bij de vragen van het hart

de verwachting van de wederkomst. Dit is misschien wel de meest wezenlijke les die wij vandaag als kerk hebben

terecht willen komen. Ik ben daar ontzettend dankbaar voor. Dat opent meteen ook weer de weg voor het

te leren. Wij zijn onze gerichtheid op het eschaton kwijt-

onloochenbare feit dat de missionaire roeping een zaak is

geraakt. Een discipel is iemand die het koninkrijk ver-

van de gehele gemeente, of misschien beter: de gemeente als geheel. ’

wacht en wiens levenswandel door die verwachting wordt gestempeld. John Stott heeft in de laatste decennia van zijn leven benadrukt dat hier het grote manco van de christenheid ligt: de verwaarlozing van de verwachting van de wederkomst van Christus. Leven met die verwachting is geen vlucht uit het heden, integendeel. Het betekent juist dat de toekomst gestalte krijgt in het heden, door de manier waarop we omgaan met ons bezit, onderlinge verhoudingen, met het milieu, etc. Alleen al de drie kernteksten over ‘leren’ uit het Matteüs­evangelie maken dat ik discipelschap eenvoudig niet los kan zien van het missionaire. Het is in geen geval zo dat we de blik naar binnen richten. Nog afgezien van het feit dat ‘binnen’ en ‘buiten’ verhullende begrippen zijn. Wij staan allemaal dagelijks volop ‘buiten’. En omgekeerd is de buitenwereld volop binnen­ gedrongen in onze binnenwereld.’ Discipelschap staat nu in het beleidsplan. Is het überhaupt denkbaar dat er een dag komt dat het er wel weer uit geschrapt kan worden? ‘Vast niet. Misschien wel als term, maar zeker niet qua inhoud. Het is de bedoeling dat het geïntegreerd raakt. We hopen zo in ieder geval een steentje te mogen bijdragen aan de opbouw van de gemeente en aan haar missionaire roeping.’ Daarmee zijn we bij een ander kritiekpunt: We richten ons op de hele gemeente. Is dat concept niet achterhaald? Een paar decennia geleden spraken we over de gezonde(n) gemeente. Daarmee ligt de lat wel erg hoog. In de praktijk blijkt het missionaire werk altijd iets van voortrekkers. ‘Dat is zo. Maar dat ontslaat ons niet van de opdracht om

10

ons toch op het geheel van de gemeente te richten.

Tijding • december 2014

Ben je optimistisch over de kerk? ‘Over de kerk denk ik niet in termen van pessimisme en optimisme. Wim Dekker raadt ons in zijn publicaties aan om scherp te letten op ontwikkelingen die de kerk in de westerse wereld doormaakt. Daarbij stelt hij de indringende vraag welke les God ons daarin aan het leren is. Ook als we het antwoord daarop niet meteen kunnen formuleren, is het zinnig om ons met die vraag bezig te houden. Het besef dat ons iets wordt geléérd en dat we daar open voor hebben te zijn, is al heel fundamenteel. Er is weinig reden om te veronderstellen dat we binnenkort een trendbreuk zullen zien in de kerkelijke statistieken. Ik hoop het wel, maar ik zie er niets van. Ik zie wél dat er nieuwe plekken van hoop ontstaan, onder andere in de missionaire oefenplaatsen. Daar moeten we zuinig op zijn, omdat daar zichtbaar wordt waar het om draait. Als het gaat over de toekomst van de kerk, heb ik veel gehad aan het ‘restmodel’. In de tijd na de ballingschap is er een rest van het volk die terugkeert. Dat woord ‘rest’ betekent niet wat wij er al snel in horen - ‘een laatste restje’ -, maar het is een belofte van een nieuw begin. God gaat verder met een geheiligde rest. Daar kun je hoop en moed aan ontlenen om er voluit voor te gaan. God kan het vuur in die rest weer aanblazen. ‘Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen.’ Dat is de belofte waar ik uit leef. Dat zit niet in de sfeer van optimisme en pessimisme, maar van vertrouwen en verwachting.’


‘Vreemdeling’

is een bijnaam Net als ‘discipelschap’ is ‘vreemdelingschap’ een woord dat in onze tijd een snaar raakt in de spiritualiteit van de gemeente, en vooral van het meelevende deel. Dat verbaast ons niet, want de twee begrippen horen ook bij elkaar.

Discipelschap’ staat voor een bewust geloofsleven als leerling van Jezus. De doop in Christus geeft toegang tot de gemeente, en discipelschap is de gestalte van het christelijke leven. Een christen leeft als een leerling aan de voeten van Jezus. ‘Blijf in Mij en Ik in u. Als u mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven.’ De consequentie van deze woorden is ‘vreemdeling-

schap’. Psalm 119 zegt het al met zoveel woorden: wie leeft in de weg van Gods geboden en beloften wordt deel van een nieuwe gemeenschap. Hij is ‘een metgezel van allen die God vrezen’. Maar hij is aan de andere kant niet meer deel van de gemeenschap van deze wereld: spotters, zondaars, degenen die kwaad beramen. Hij is ‘gast en vreemdeling op de aarde’. Dat beeld keert in het

december 2014  • Tijding

11


Nieuwe Testament terug, met name in de eerste Petrusbrief en in Hebreeën 11. Vreemdelingschap is enerzijds de consequentie van het ‘bij Christus horen’. De discipelen zijn ontheemden, bijwoners, soms letterlijk vreemdelingen, vluchtelingen, outcasts. Anderzijds typeert vreemdelingschap de identiteit van de pelgrim, die onderweg is naar zijn bestemming, het Vaderland, de verwachte Stad Gods, waar hij eigenlijk thuishoort. De pelgrim is altijd onderweg, en zet de tentpinnen daarom niet al te diep in de grond van de wereld van werk en gezin, huis en haard.

Wassenaar is goed op de hoogte, ook van het debat dat tot op vandaag doorgaat. Bijnaam We bevelen het boek dus aan bij wie theologisch en historisch geïnteresseerd is. Ik miste bij de lezing wel een duidelijke focus. Het zou het boek wat spannender hebben gemaakt om te lezen, wanneer van meet aan duidelijk was wat er nu op het spel staat voor Wassenaar, vooral de gemeente van vandaag. Welke kant moet het

Worsteling

vandaag op? Het boek heeft iets opsommends: we gaan van theoloog naar theoloog, naar volgende fase van de

Beide aspecten van vreemdelingschap hebben vanaf de

kerk. Ik zou tegen de irenische collega Wassenaar willen

vroegste tijd een rol gespeeld in de geschiedenis van de kerk. En dat laat dr. Wassenaar zien, met kennis van zaken

zeggen: maak ons maar onrustiger, over onze verhouding tot de wereld en de huidige cultuur. Natuurlijk voel ik het

en bewonderenswaardige belezenheid. Wat de titel van zijn onlangs verschenen boek belooft, maakt hij waar: wie

engagement van de auteur bij zijn thema. Maar ik voel niet dat de auteur mij ergens hebben wil, of dat de kerk

het boek leest, raakt thuis in de worsteling van de kerk

gewaarschuwd wordt dat zij te weinig vreemdeling is, of

om in deze wereld gemeente van Christus te zijn. Wassenaar laat zien dat christenen altijd in een spanningsveld leven: tussen verwereldlijking en wereldmijding, tussen het theocratisch ideaal of het afzien van alle politieke

iets dergelijks. Misschien is dat ook wel lastig bij dit kernwoord ‘vreem-

aspiraties, tussen de levenssfeer van beroep, familie, bezit en bestuur of het leven in afzondering en

deling’. Het is namelijk geen ‘eigen-naam’ van de gelovigen, maar een bijnaam, een verwoording van een consequentie van je eigen-naam: christen, discipel.

onthouding.

Onderscheid

Aan de hand van het kernwoord ‘Vreemdelingschap’

Dat is mijn hoofdvraag aan Wassenaar: Heb je voldoende onderscheid gemaakt tussen vreemdelingschap als een consequentie van christen-zijn en vreemdelingschap als

komt alles in het boek van Wassenaar langs, zowel de exegese van bijbelteksten als de verwerking ervan in het leven van christenen in de geschiedenis – variërend van de Vroege kerk met zijn machteloze gestalte in de wereld tot de glorietijd van de kerk in het gekerstende Europa. Uitvoerig schrijft hij uiteraard ook over de Reformatie en de spanningen met de doperse radicalen. Wie veel wil leren, kan met Wassenaar inzicht krijgen in de weg van de kerk en haar spiritualiteit en haar theologische doordenking van vreemdelingschap.

een andere benaming van christen-zijn. Het eerste heeft iets incidenteels: Goddank zijn christenen niet altijd op de vlucht of een verdrukte minderheid. Het tweede is de gelovige altijd: pelgrim, nooit ergens thuis, maar onderweg naar het doel, de bestemming. Dan is het een positief begrip, waaraan het christen-zijn en gemeentezijn getoetst kan worden. Leven wij de voorlopigheid van de Stad Gods in deze wereld wel voldoende? Wassenaar levert in zijn boek een schat aan stof om met die vraag aan de slag te gaan. Bert de Leede N.a.v. Vreemdelingschap; historische en hedendaagse stemmen uit kerk en theologie, door dr. Jan Dirk Wassenaar, Boekencentrum, 2014

12

Tijding • december 2014


Het schijnt niet te mogen

COLUMN

V

eranderen schijnt niet te mogen.’ Nee, dit is niet een uitspraak van een jongere ten aanzien van zijn gemeente die graag alles bij hetzelfde wil houden. En het is ook niet de verzuchting van een ouderling die weer een idee ziet afgeschoten

worden in de kerkenraad. Het zit anders. Deze uitspraak komt uit een gesprek tussen een aantal mensen die nog maar korte tijd tot de kerk behoren. Ze hebben het hier over hun seculiere omgeving. Tijdens de doop&belijdeniscursus in onze gemeente Noorderlicht, met hoofdzakelijk mensen zonder christelijke achtergrond, vertelde iemand over de moeite die haar omgeving had met haar omkeer naar het christelijk geloof. Wat ze daarover vertelde werd breed herkend in de groep. Ik kon het ook in mijn eigen leven herkennen – zij het dan omgekeerd. Als ik ergens nieuw ben en het komt ter sprake dat ik christen ben (de meeste van mijn gesprekspartners vermoeden zoiets nadat ik mijn beroep heb genoemd), is een van de eerste vragen die ik krijg: ´Ben je er ook mee opgevoed?´ Als ik die vraag bevestigend beantwoord, merk ik dat dit voor mensen een geruststellend idee is. Want dan is het eenvoudig te verklaren: als je vanaf je jeugd met het christelijk geloof bent geïndoctrineerd, tja, dan is het ook niet anders. Zij die zich bekeren tot het christelijk geloof, kunnen niet zo´n geruststellend antwoord geven. En dat kan mensen irriteren. Of zoals iemand in bovengenoemd gesprek opmerkte: ´Mijn zus was helemaal ontdaan. Boos zelfs´. Anderen in de groep stemden er mee in dat het hierdoor ook lastig was om in je familie of op je werkkring te vertellen dat je christen bent geworden. Je hebt geen trek in onbegrip en vervelende vragen – dus heb je de neiging om er mee te wachten tot je er mee op de proppen komt. Ook als je helemaal uit vrije wil christen bent geworden en je daar nog blij mee zegt te zijn – dan krijg je zulke reacties. Gek toch? Of misschien toch niet. Want als iemand verandert, dan doet dat een appèl op de omgeving. ´Zou jij ook niet moeten veranderen?´ En dan blijken mensen – ook heel seculiere, progressieve Nederlanders - het toch maar al te graag bij het oude te houden. Hoe zit het met christenen? Mag verandering bij hen wel? Tja, ze hebben niet de naam zo veranderingsgezind te zijn. En dat is wel gek eigenlijk. Want verandering (in klassieke termen: bekering, reformatie, vernieuwing van het denken, etc.) is heel diep verankerd in het christelijk geloof. Als het goed is zouden christenen verandering juist moeten toejuichen. Sterker nog, we moedigen elkaar in de kerk aan om onszelf te veranderen, om meer en meer gevormd te worden naar het beeld van Jezus Christus. En als het goed is, bidden we ook om verandering bij onszelf. En bidden we nog harder om steeds meer veranderde mensen.

Niels de Jong is missionair predikant te Rotterdam-Centrum www.uitonverwachtehoek.nl www.noorderlichtrotterdam.nl december 2014  • Tijding

13


Dabar zoekt campingpastors

Vakantie met een plus Stel: je hebt ervaring in pastoraat en hart voor missionair werk en je wilt je dienstbaar maken tijdens de zomervakantie. Dan schakelt Dabar je graag in als campingpastor. Voor een ‘vakantie met een plus’.

Op diverse campings in Nederland is tijdens de zomervakantie een pastor aanwezig. Deze campingpastor (m/v) bivakkeert met zijn gezin twee weken op de camping en

En doordat we weten dat we hier ‘geen blijvende stad hebben’ kunnen we de mensen uitdagen om na te denken over de zin van het leven, over het leven na de

maakt zo deel uit van het dagelijks leven van de campinggasten. Campingpastors zijn actieve betrokken gemeenteleden. Sommigen zijn werkzaam in het onderwijs of in het bedrijfsleven. Weer anderen hebben theologie gestudeerd. Van belang is dat ze zich geroepen weten hun geloof in Jezus Christus voor te leven. De pastor is beschikbaar voor mede-campinggasten. Hij/zij heeft een open houding, is bereid te luisteren naar hun verhalen, hun problemen, en wil met hen meedenken in geloofs- en levensvragen. Evenals het Dabarteam werkt de pastor onder verantwoordelijkheid van een plaatselijke commissie, met vertegenwoordigers van lokale kerken.

dood.’ Arjan omschrijft het werk als ‘iets uitdelen van wat je zelf uit genade ontvangen hebt’. ‘Het is mooi om te zien hoe bezoekers aandachtig luisteren tijdens een campingdienst. Of tijdens een Alpha-cursus de tijd vergeten. Het campingpastoraat is een gouden kans om het evangelie van Jezus Christus bekend te maken aan mensen die vaak behoorlijk in de knoei zitten.’

Arjan Noorland heeft al een paar jaar als campingpastor gewerkt. ‘Het is een vakantie-met-een-plus’, zegt hij. ‘Door het campingleven te combineren met pastoraat kun je én genieten én voor anderen van betekenis zijn. Als mensen op vakantie gaan, nemen ze ook hun ballast mee. Niet alleen hun kampeer­ uitrusting, maar ook hun problemen en zorgen. Een luisterend oor en een bemoediging kunnen al veel betekenen.

14

Tijding • december 2014

Ben je 25 jaar of ouder en deel je deze passie? Neem dan contact op, via dabar@izb.nl. Na je aanmelding volgt een gesprek met een ‘sollicitatiecommissie’.


COLUMN

De (koop)zondagse kerkgang Sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen is D66 de grootste partij van Groningen. Het CDA heeft geen wethouder meer in het nieuwe college. Een van de grote wensen van D66 wordt werkelijkheid: elke zondag koopzondag. Dit plan wordt komend jaar van kracht. Winkeliers mogen er dan voor kiezen om alle zondagen open te zijn. Een bijkomend verschijnsel is dat gratis parkeren op zondag zal worden afgeschaft. Er zijn allerlei problemen rondom het plan. Principiële en praktische. Kleine winkeliers hebben nooit meer rust en verliezen de concurrentie­ slag met de grootwinkelbedrijven. Voor onze wijkgemeente Martinikerk

Ds. Sjaak van den Berg, missionair predikant wijkgemeente Martinikerk in Groningen www.javandenberg.nl

is het ook best lastig. Gemeenteleden wonen verspreid over de stad en komen voor een groot gedeelte met de auto. Ze moeten betaald parkeren, terwijl de maximale parkeertijd in het centrum korter is dan de duur van een gemiddelde dienst. Hoe gaan we dat oplossen? Mijn eerste reflex was: we moeten protesteren tegen dit beleid! Het is slecht voor mensen, want het is in strijd met het heilzame gebod om te rusten. Ook moeten we het stadsbestuur ervan proberen te overtuigen dat wij als kerk een uitzonderingsregel moeten krijgen. En als dat allemaal niet lukt, en het blijkt echt lastig voor de kerkgangers,

Colofon 76e jaargang nr. 4 – december 2014 Tijding is een gratis kwartaaluitgave van de IZB – vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Bestuur ds. M.J. Tekelenburg, voorzitter ds. R.F. de Wit, secretaris A.P. van der Kooy, penningmeester dr. J. van den Born ds. M. van Dam mw. drs. Z.A. Jansen-Smit dr. H. de Leede ds. A. van Lingen mw. J.E. van Velzen-Vermaas ds. J. van Walsum Directie ds. L. Wüllschleger

moeten we maar een andere plek gaan opzoeken. Maar is protesteren en het behartigen van onze eigen belangen het eerste wat er op de agenda moet staan? Levert zo’n krampachtig achterhoedegevecht eigenlijk iets op? Is de enige oplossing om je dan terug te trekken wanneer het niet lukt om iets gedaan te krijgen? Een betere eerste vraag is: wie zijn wij voor onze shoppende stadgenoten? Wat kunnen we betekenen voor de winkelier die nooit meer rust krijgt? Dat is nu onze roeping op de plaats die ons is gegeven.

Wat kunnen we betekenen voor de winkelier die nooit meer rust krijgt?

Er komen mogelijkheden die er eerst niet waren. Niet eerder waren er op zondag zoveel mensen zo dicht bij het kerkgebouw in het centrum als nu. Wie weet welke behoefte er achter hun shoppen op zondag zit. Laten we maar eens de kerk openzetten op zondagmiddag en in gesprek gaan.

IZB Johan van Oldenbarneveltlaan 10 3818 HB Amersfoort tel.: 033-4611949 e-mail: info@izb.nl internet: www.izb.nl IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91 BIC: RABONL2U Uw steun Steun de zending in Nederland door uw gebed, door uw IZBlidmaatschap of door een gift. U kunt de IZB ook op laten nemen in uw testament. Graag willen we u helpen om dat te regelen. U kunt hiervoor vrijblijvend een afspraak maken via tel. 033-4611949 of info@izb.nl Redactie Sjaak van den Berg Koos van Noppen Foto’s Pag. 7 en 15: Sjaak Boot; Pag 9: Jaco Klamer; Pag 13/14: Shutterstock. Overname artikelen Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding.

december 2014  • Tijding

15


Afscheid Afscheid nemen is meestal niet zo leuk. Je kunt er soms zelfs een beetje verdrietig van worden! Misschien heb je dat ook wel eens gehad. Een meisje bij je in de klas, dat gaat verhuizen of een goede vriend die naar een andere school vertrekt. Of misschien heb je zelf wel­ eens afscheid van je vrienden genomen, omdat je vader ander werk kreeg, waardoor jullie ergens anders gingen wonen. Bij de IZB nemen we ook af en toe afscheid van collega’s. Binnenkort doen we dat weer. Weet jij van wie? Als je de puzzel goed maakt, krijg je in de oplossing te lezen wie er bij ons vertrekt. Je ziet hier allemaal woorden (die uit een stukje in deze Tijding komen), waaraan één letter ontbreekt. Vul het woord aan met de juiste letter en zet die letter vervolgens bij het juiste cijfer in de oplossingsbalk. Het goede antwoord heb je zó gevonden! Stuur dat vervolgens naar de IZB, Johan van Oldenbarneveltlaan 10,

V OO R

29 3

O R G A F S C H E E V V E R T B E L D P R

A I A R O O E

11 26 25 13 2 6 14 23

3818 HB Amersfoort of mail het naar j.anker@izb.nl

M I D D E L B K E R K G E S C

Succes!

21 5 19

R O E P J P E J

De oplossing: 1

2

3

4

5

6

7

8

14

15

16

17

18

19

20

21

9

10

11

23

24

12

13

7 1 16 24 4

22

25

26

27

O P T I M 28

29

15 8

30

B I J D I S B I J O V E R T N E D L OO P B ON TW I K K D A N K B A A R H B E S T UU R S L

I T T E R T U D I E T I J D I S A T I E

30 18 12 9 22 17 10 20 27 28

G E L I K T E G I K A N E RWA R G I E D E O E K O NG MM E R I O D E NU A R H R I S SME I R E C E L G E I P E L R A G E E R T U O UWE R I G H A N L I NG I D D

E

T C H T I NG N I S MS T

I T E N T D S N I N E

Het evangelie op de camping

Marij Naberman, Goedereede

t zijn En di aars... nn de wi

Willard van Brussel, Rijssen Jurrian ten Bolscher, Rijssen Hanneke de Visser, Tollebeek Suzanne Hiltjesdam, Rijssen Van harte gefeliciteerd!

G I N G I D

E N

Tessa Bikker, Sliedrecht

We kregen veel brieven en mailtjes met oplossing van de vorige puzzel. Dit was de zin die we zochten:

E U R E E L T E C H A P


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.