Rondom het Leidse Galgewater: veranderingen sinds de 17e eeuw

Page 1

Rondom het Leidse Galgewater Veranderingen sinds de 17e eeuw

Jacquelien Cannoo Geschiedenis Scriptie TU Delft Januari 2015 Begeleider: E. Korthals Altes


2

figuur 0.1 Een kopie van De Bisschop’s tekening (Cornet, 1853)


3

INHOUDSOPGAVE 4

I. Introductie

6

II. 1649

14

III. 1786

18

IV. 1882

26

V. 1985

18

VI. Conclusie: 2015

30

Figurenlijst

32

Literatuurlijst

34

Bijlagen

A De Bisschop

B Bulthuis

C Van Gogh

D Holvast


4

figuur 1.1 Het standbeeld van Rembrandt voor zijn zelfportret (2014). figuur 1.2 Locatie waar Rembrandts geboortehuis heeft gestaan met de gedenksteen in de gevel (2014).

figuur 1.3 Een verhoging in de bestrating die de locatie van een historisch bouwwerk suggereert (2014).


5

I. INLEIDING Vlak voor het schrijven van deze scriptie kwam ik een ets tegen van Jacobus Ludovicus Cornet uit 1853 (figuur 0.1). Op deze ets was een molen te zien op de vesten aan de waterkant. Als onderschrift staat eronder:

“De vesten van Leyden te sien als men staet op de brugh van de morsch poort._ Dit is de molen; waar Rembrandt van Rijn is geboren (zie het Stedelijk archief), naar de Teekening van Bisschop Ao 1660, toebehoorende aan den Wel Edelgeb. Heere Mr. G. Kneppelhout van Sterkenburg te Leyden.” Ook in onze tijd is dit nog een interessante locatie. Men weet ondertussen waar het huis heeft gestaan waar Rembrandt is geboren. Om dit aan de voorbijganger duidelijk te maken is een gedenksteen geplaatst op de gevel aan de Weddesteeg. Op de steen is te lezen:

“hier werd geboren op den 15 den juli 1606 Rembrandt van Rijn” Een ergernis voor veel Leidenaars, waaronder ikzelf, is dat dit huis omstreeks 1980 geen enkele referentie naar Rembrandt of de 17e eeuw heeft (figuur 1.2). Ook het ‘Rembrandtpark’, een pleintje voor het huis heeft interessante elementen. In het midden staat een ronde verhoging met een standbeeld van een jonge schilderende Rembrandt (figuur 1.1). Even daarnaast lijkt er in de bestrating de omtrek gesuggereerd van een bouwwerk dat daar wellicht ooit heeft gestaan (figuur 1.3). Om de plek beter te kunnen begrijpen wil ik met deze scriptie uitzoeken hoe deze plek, en de omgeving ervan, eruit heeft gezien in de tijd van Rembrandt en hoe het er door de eeuwen heen is veranderd tot de plek die het nu, in de 21e eeuw, is. Het zal tevens laten zien wat historische afbeeldingen ons allemaal kunnen vertellen. Elk hoofdstuk zal een andere eeuw beschrijven aan de hand van een afbeelding uit die eeuw. Samen met plattegronden en andere afbeeldingen uit die tijd, zal dit een verbeelding moeten geven rondom het Galgewater in Leiden vanaf de Gouden 17e eeuw tot de 21e eeuw. Het eerstvolgende hoofdstuk zal een prent van Jan de Bisschop uit 1649 behandelen dat als voorbeeld diende voor de ets van Cornet. De 18e eeuw zal worden vertegenwoordigd door Jan Bulthuis met een tekening uit 1786. Vervolgens zal een schilderij worden gebruikt dat wordt toegeschreven aan Vincent van Gogh omstreeks 1880 waarbij de locatie nog niet vast staat, maar een mogelijke locatie is dit gebied in Leiden. Tot slot zal een zwart-wit foto van J. Holvast worden bekeken uit 1985. De scriptie zal worden afgesloten met een conclusie waar alles, inclusief de 21e eeuw, samen zal komen.


6

figuur 2.1 “De vesten van Leyden� (de Bisschop, 1649).

figuur 2.2 De vesten van Leiden in 2014 (2014).


7

II. 1649 In 1649 tekende Jan de Bisschop het Pelikaansbolwerk in Leiden vanaf de brug voor de Morspoort (figuur 2.1). Op de tekening, schijnbaar vanaf de Singel getekend, zijn de vestingwerken met vermoedelijk een bolwerk te zien. Hierop staat een molen en links ervan huizen. Rechts is een brug te zien met aan de landzijde een poort. Een bootje, net links van het midden, wekt de suggestie dat het water tussen de vestingwerken door gaat. In 1853 heeft Jacobus Ludovicus Cornet de tekening van De Bisschop nagetekend als ets. Het onderschrift dat hij erbij zette bevestigt de locatie:

“De vesten van Leyden te sien als men staet op de brugh van de morsch poort._ Dit is de molen; waar Rembrandt van Rijn is geboren (zie het Stedelijk archief), naar de Teekening van Bisschop Ao 1660, toebehoorende aan den Wel Edelgeb. Heere Mr. G. Kneppelhout van Sterkenburg te Leyden.” Als we nu, 365 jaar later, op dezelfde brug gaan staan en naar het zuiden kijken zien we dat er veel is veranderd (figuur 2.2). Ook nu is er een molen te zien, weliswaar iets meer naar links geplaatst. Iets anders dat opvalt is dat we geen brug meer zien, maar in plaats daarvan een stuk land met de voormalige Kweekschool voor de Zeevaart erop. Wat er nog meer veranderd is zal in de loop van de hoofdstukken duidelijker worden. Jan de Bisschop (c.1628-1671) was een Haags advocaat, ook wel bekend onder zijn verlatijnste naam Episcopius. Hij verdreef zijn vrije tijd als amateur-tekenaar. Tijdens zijn studietijd (1648-1652) trok De Bisschop er regelmatig op uit om het landschap uit de omgeving van Leiden te tekenen. De tekening vanaf de Morspoortbrug is dan ook in die periode getekend. Naast landschappen staat hij ook bekend om het naschilderen van kunstenaarsportretten en beroemde (Italiaanse) schilderijen (Bolten, 1985). De Bisschop stond dus op de brug voor de Morspoort en keek naar het zuiden richting de Witte Poort (figuur 2.3). Zowel de Morspoortsbrug als de Witte Poortsbrug gaan over de Singel die onderdeel was van de verdediging van de stad. Ook zien we op de tekening de Rijn langsstromen. Het afgebeelde bootje vaart over de Rijn die daar Leiden uitstroomt. Dit precieze punt van de Rijn staat bekend als het Galgewater. Dit is zo genoemd omdat het galgenveld aan dit water was gelegen. In het Leids Jaarboekje beschrijft Jelgersma (1964) hoe men de locatie heeft bepaald door naar vele historische kaarten te ‘turen’ door een loep. Op een aantal 17e-eeuwse kaarten vonden ze een galg aan de noordkant van het Galgewater, zo’n 750 meter buiten de Morspoort. Het is tot 1795 in gebruik geweest, waarna het terrein niet meer werd gebruikt. Totdat de roeivereniging Njord, van het Leidsch Studenten Corps, het terrein vanaf 1882 huurde en later heeft gekocht. De exacte locatie van het galgenveld is nu dus makkelijk te vinden door te zoeken naar de roeivereniging. Iets dat opvalt in de tekening van De Bisschop is de brug aan de rechterkant van de tekening. Dit was een van de toegangen tot Leiden. De toegangsbruggen in Leiden gingen altijd gepaard met een poort. Op dit punt is dat de Witte Poort. Een andere poort die een connectie heeft met deze tekening is de Morspoort. De Bisschop heeft op de brug voor deze poort gestaan. Helaas heeft


8

figuur 2.3 Detail rondom het Galgewater van Blaeu’s plattegrond van Leiden (Blaeu, 1649). figuur 2.4 De Witte Poort eind 18e eeuw (onbekend, z.d.).


9 alleen deze poort en de Zijlpoort aan de oostkant van de stad de 19e eeuw overleefd. De Witte Poort is in de 19e eeuw afgebroken. Wanneer we de tekening vergelijken met de Leidse kaart van Joan Blaeu uit 1649 zien we dat de bruggen niet overeen komen (figuur 2.3). De Bisschop suggereert een stenen boogbrug met minstens vier bogen op een rij aan de landzijde, terwijl Blaeu een houten brug met slechts twee doorgangen aan de landzijde en een ophaalbrug in het midden suggereert. De Bisschop’s tekening lijkt te kloppen als wordt gekeken naar recentere afbeeldingen van de Witte Poort zoals figuur 2.4. Omstreeks deze tijd werd de Witte Poort vervangen voor een stenen poort, waarbij ook de houten brug is vervangen voor een stenen. De Bisschop heeft dus de nieuwe situatie getekend. Iets anders dat opvalt op De Bisschop’s tekening is de ronde muur links van de brug. Mijn eerste gedachte was dat dit een bolwerk (onderdeel van een vestingwerk) zou zijn. Bij het bestuderen van Blaeu’s plattegrond is echter te zien dat het bolwerk erachter lag en dat dit een schijnbaar zinloze ronding in de vesting is. Als we nu naar deze plek lopen is er in de bestrating een soort verhoging gemaakt dat suggereert dat hier vroeger een bouwwerk stond (figuur 1.3). Hier blijkt de Pelikaanstoren te hebben gestaan. In 1984 zijn bij de sloop van een gebouw restanten van een historisch bouwwerk gevonden en is er nader onderzoek naar gedaan (Straalen, 1985). Met behulp van bewaard gebleven rekeningen hebben de onderzoekers gevonden dat er in 1462 met de bouw is begonnen van de toren. Het onderzoek vertelt ons verder weinig over de functie van de toren en tot wanneer de toren overeind stond. De toren zal onderdeel geweest zijn van de stadsmuur. Zoals we kunnen zien in de inventarisatiekaart van 1578 van Johannes Liefrinck (figuur 2.5) was de stad geheel ommuurd. Voor het beleg van 1573 is er begonnen met de kaart. De stad had al het voornemen om vestingwerken aan te leggen. Om deze reden heeft Liefrinck de geplande werken in kaart gebracht. Uiteindelijk zijn niet alle bolwerken uitgevoerd, vandaar dat dit onderdeel van de kaart niet klopt. De ravelijn (net als een bolwerk een onderdeel van een vestingwerk) voor de Witte Poort klopt wel, aangezien die rond 1570 is gebouwd. De rest van de kaart zal wel waarheidsgetrouw geweest zijn, aangezien deze nog lang is gebruikt door het stadsbestuur. Het is zo veel gebruikt dat in 1744 de kaart nog maar net leesbaar was en een kopie gemaakt moest worden (Oerle, 1975). In een volgende kaart van 1614 is de Pelikaanstoren nog steeds te zien. Het is dus niet afgebroken met de uitbreiding en modernisering van de verdedigingswerken. In de daarop volgende kaart uit 1619 is de toren echter niet meer te vinden, net als een aantal torens in het zuiden van de stad. Het verdwijnen hiervan is een direct gevolg van de modernisering van de stadsverdediging. Iets dat we in de tekening ook kunnen zien: de nieuwe vestingwerken. Aan het begin van de 16e eeuw werd in Verona in Italië ondervonden dat stenen stadsmuren niet meer functioneerden als verdediging, in verband met de uitvinding van het buskruit. Daarop bouwden zij de bastions naar het ontwerp van Francesco di Giorgio Martini (Gray, 1954). Volgens Lambrechtsen-van Essen (1994) was deze vernieuwing het voorbeeld voor de Nederlandse vestingwerken. Breda was de eerste Nederlandse stad die het moderne vestingstelsel toepaste tussen 1531 en 1547. Bolwerken en ravelijnen namen de verdedigende functie van de stadspoorten en -muren over. Stadsmuren werden vervangen door hoge aarden wallen. In Leiden liet deze kostbare verandering nog even op zich wachten (Lambrechtsen-van Essen, 1994). De Bisschop heeft de locatie getekend waar de verdediging het eerst werd vernieuwd. Nadat Spanje in 1573 een mislukte poging had gedaan Leiden terug te winnen van Willem van Oranje probeerden de


10

figuur 2.5 Kopie van Liefrinck’s kaart (Van Werven, 1744). figuur 2.6 Detail rondom het Galgewater van Bast’s plattegrond van Leiden (Bast, 1600)


de Juffer ?-1775 de Eendracht 1775-1862/7

11

Rintmolen 1616-1775 Spanjaarden de stad in 1574 de opnieuw terug te winnen, waarmee de Leidenaren S in

de Bul c1775-1862

gel

besloten “met spoed een ravelijn bij de Witte Poort aan te leggen en tevens het metselwerk van de stadsmuren en muurtorens te laten herstellen” (p.17). Een jaar later werd Leiden ontzet. Hierna werden de meeste verdedigingswerken toegepast wanneer daar

de Juffer ?-1775 de Eendracht 1775-1862/7

Morspoort

een stadsuitbreiding plaatsvond. Dit gebeurde drie keer in de eerste helft van de 17e eeuw na een sterke bevolkingsgroei (figuur 2.10). de Put 1619-1729

de Rintmolen 1616-1775 de Bul c1775-1862

S in

de Korenbloem 1729-1817 de Put >1987

gel

Een ander element dat in het oog springt bij

het kijken naar de tekening is de molen in het

Rijn

lgenwater) (Gade midden, dat als enige boven het midden van

Valkentoren tekening uitkomt. Slechts één molen. Terwijl er

drie molens zichtbaar zijn in de zichtlijn van Jan ijn

Morspoort

Pelicaen toren

R ater) de Bisschop enw in Blaeu’s kaart van 1649 (figuur 2.8a). (Galg

de Arck <1573 Architect en historicus van Oerle (1975) geeft in de Romeyn 1574-1675

zijn boek met Leidse kaarten aan dat Blaeu al

de Put 1619-1729 de Korenbloem 1729-1817 de Put >1987

rond 1632 begonnen was aan de kaart hij deen Rijndat 1574-1645 zijn werk een tijd heeft onderbroken zodat hij de nieuwe stadsontwikkelingenWitte konPoort opnemen.

Rijn

de Rijn 1645-1729is […] dat Ook geeft hij aan dat het “merkwaardig

(Galgenwater)

de Lely 1730-1864

Valkentoren

Bleau niet alle veranderingen heeft opgenomen” (p.49).

Sin

ge

l

Rijn ater) enw

(Galg

Pelicaen toren

de Arck <1573 de Romeyn 1574-1675

De molen heeft een belangrijke link met Rembrandt. In het onderschrift van de ets van Cornet uit 1852 is de molen waar Rembrandt

de Rijn 1574-1645

van Rijn is geboren afgebeeld in zowel zijn ets Witte Poort

als De Bisschops tekening. Rembrandt is echter

de Rijn 1645-1729 de Lely 1730-1864

niet geboren in de molen. Zijn ouders waren eigenaar van Molen de Rijn en woonden in een

molen

naastgelegen woning aan de Weddesteeg.

woning fam. van Rijn

Deze molen heeft Harmen Gerritsz. van Rijn

verdediginstoren

overgenomen van Rembrandts grootmoeder die de molen in 1574 kocht. In 1645 heeft

stadspoort

Sin

ge

l

figuur 2.7 Schematische weergave van de

molens rondom de Morspoort (2014) het stadsbestuur opgedragen de molen te verplaatsen naar de andere kant van de Witte Poort (Molen Database, 2013). Rembrandts vader was in 1630 overleden en zijn moeder in 1640. Tegen de tijd dat het moest worden verplaatst was de molen dus al niet meer in het bezit van Rembrandts ouders (Bicker Caarten, 1956). Dit betekent dat De Bisschop en Blaeu de situatie hebben getekend toen de molen al was verplaatst. Er staat inderdaad een molen afgebeeld op het bolwerk ten zuiden van de Witte Poort in Blaeu’s kaart. Volgens Van Oerle (1975) heeft Blaeu zijn plattegrond waarschijnlijk gebaseerd op de plattegrond van Pieter Bast uit 1600 (figuur 2.6). Blaeu heeft de molen situatie wel geüpdatet.

molen

woning fam. van

verdediginstore stadspoort


12

figuur 2.8a Zichtlijnen 1649, in rood de zichtlijn

2.8b Zichtlijnen 2014, in paars de zichtlijn in

in 1649, in lichtpaars de zichtlijn in 2014 (Blaeu,

2014, in rood de zichtlijn in 1649 (Google Earth

1649),

7.1, 2014),

figuur 2.9 Tekening richting de Morspoort (De Bisschop & Huygens (II), 1668-97),


13 Zo heeft Bast twee naast elkaar staande molens getekend, Molen de Romeyn en Molen. De eerst genoemde is ook nog kort in het bezit is geweest van Rembrandts grootmoeder. Bleau tekende de de Romeyn en de verplaatste Molen de Rijn. Beide kaarten laten zien dat er aan de noordkant van de Rijn ook een molen heeft gestaan. Dit is de molen die te zien is in het huidige stadsbeeld (figuur 2.2). Molen de Put was een zeldzame standerdmolen die in 1619 is gebouwd. In de 18e eeuw is de molen vervangen door een stenen molen en in de 19e eeuw pas afgebroken. Maar waarom heeft De Bisschop die molen dan niet afgebeeld? De molen brandde in oktober 1640 af, maar de molen zou snel weer herbouwd zijn (Molen Database, 2014, online). Het laatste zou een verklaring kunnen zijn dat de molen niet is afgebeeld. De Bisschop heeft de molen wel getekend in een andere tekening (figuur 2.9) uit 16681697 in samenwerking met Constantijn Huygens (II), met wie hij goed bevriend was (Bolten, 1985). Ondanks dat De Put in 1819 is afgebroken, is de molen toch weer te zien in het beeld van vandaag, doordat de 17e-eeuwse molen in 1987 is herbouwt. Het zal niet toevallig zijn dat De Bisschop de molen heeft getekend waar Rembrandt is geboren. Wat de precieze invloed is van Rembrandt op De Bisschop is niet bekend. Wel heeft hij naar Rembrandt gerefereerd als “de meest beroemde Amsterdamse artiesten van de afgelopen halve eeuw� (Sluijter, 2006, p. 198, eigen vertaling). Daarnaast was hij goed bevriend met de familie Huygens. De vader van de familie, secretaris van de Stadhouder en kunstkenner Constantijn Huygens, was onder de indruk van Rembrandt en hebben elkaar meermalen ontmoet.

2.10 a. 1611

Een mogelijkheid is dat De Bisschop de bewondering heeft meegekregen en overgenomen.

2.10 b. 1644

figuur 2.10 Uitbreidingsfasen (in een schematische huidige kaart van Leiden). (Duijn, Ergun, Moe Soe Let, n.d.). 2.10 c. 1658


14

figuur 3.1 Op het Galgewater waar de Rijn de stad uit stroomt. (Bendorp & Bulthuis, 1786). figuur 3.3 Zichtlijn van de tekening van Bulthuis (Honkoop & Kallewier, 1762).

figuur 3.2 Aquarel vanaf de Morspoortsbrug richting het zuiden (Ketweg, 1761).


15

III. 1786 In de 18e eeuw is er betrekkelijk weinig gebeurd in dit gebied. Sinds de rampperiode rond 1670 als gevolg van de malaria-epidemie in 1669-70 en een oorlog in 1672 ging de economie van de Hollandse steden achteruit. De 18e eeuw werd een eeuw van verval: “In plaats van nieuwbouw vond hergebruik en zelfs afbraak plaats” (van Maanen, 2003, p.40). Ook rondom het Galgewater lijkt weinig veranderd als we naar een aquarel uit 1761 kijken dat hetzelfde standpunt heeft als de tekening van De Bisschop (figuur 3.2). Er staat alleen een tweede molen op, maar zoals we in het vorige hoofdstuk hebben kunnen lezen stond deze er al wel in De Bisschops tijd. De beschrijving van dit hoofdstuk zal echter gaan aan de hand van een andere prent, afgebeeld in figuur 3.1. Het is een tekening van de hand van J. Bulthuis en “in het koper gebracht door K.F. Bendorp” (Dat Narrenschip, z.d., online). De tekening is onderdeel van een reeks tekeningen uitgebracht in “Vaderlandsche gezichten, of afbeeldingen van den tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden”. Voor dit boek maakte Jan Bulthuis (1750-1801) de tekeningen en bracht Carel Frederick Bendorp (1736-1814) ze in prent. Beide kunstenaars zijn tekenaar en schilder en beide zijn voornamelijk bekend van de publicatie van deze tekeningenreeks. Zowel De Bisschop’s tekening als deze tonen een bootje dat vaart op de Rijn in de richting van de stad. De Bisschop zal op de brug hebben gestaan, terwijl Bulthuis in een bootje moet hebben gezeten om dit te tekenen. We zien hoe de Rijn aan de westkant Leiden binnenkomt. Het Galgewater refereert nog steeds naar het galgeveld dat even verderop tot het eind van deze 18e eeuw in gebruik is. In het boek ‘Wonen aan het Galgewater’ wordt de functie van het galgeveld als volgt beschreven: “Om een ieder die de hoge heerlijkheid naderde duidelijk te maken dat hier de inwoners de zich misdragende vreemdelingen tot zelfs de doodstraf konden veroordelen en om de vreemdelingen voor ogen te houden dat zij zich maar beter niet schuldig konden maken aan zware misdaden zoals degenen waarvan zij de door de raven en kraaien aangepikte lijken zagen bungelen, werden de galgen liefst op verkeersknooppunten neergezet” (de Baar, 1988, p.14). De grootste veranderingen in het stadsbeeld in de 18e eeuw lijkt de molen te zijn. Zoals in het vorige hoofdstuk was te lezen, stond in de Bisschop’s tijd molen de Put er al. Maar het is niet dezelfde molen als een eeuw ervoor. In 1729 is de Put vervangen door de Korenbloem. Deze molen heeft tot 1830 bestaan (Molen Database, 2013). Zoals de meeste molens is de vervanging van steen en veel hoger, zodat het meer wind kan vangen. Met Bulthuis’ prent wordt een aantal nieuwe bouwwerken geïntroduceerd ten opzichte van het vorige hoofdstuk. Rechts in Bulthuis tekening is bebouwing te zien die er in de 17e eeuw nog niet leken te staan. Toen was het nog een hoge muur, onderdeel van de verdediging. Bijzonder, want de vestingwerken zouden niet verdwijnen vóór de 19e eeuw (Lambrechtsen-van Essen, 1994). De verandering kan worden verklaard doordat de tekening van De Bisschop waarschijnlijk nog een oude stadsmuur laat zien die in 1674-75 werd aangepast, een van de weinige grote aanpassingen die zijn uitgevoerd na de rampperiode (van Maanen, 2003). Links achter de brug is bebouwing te zien dat onderdeel was van de Stadstimmerwerf. Rond


16

figuur 3.4 Stadstimmerwerf 1n de 17e en 18e eeuw (Timmermans, 1787).

figuur 3.5 Stadstimmerwerf 21e eeuw (Onbekend, z.d.).


17 1605 moest het stadhuis uitbreiden, wat gerealiseerd werd door twee woonhuizen op

te

kopen.

De

stedelijke

dienst

Gemeentewerken vond huisvesting aan het Galgewater, aan de kant van het water dat in 1611 is toegevoegd aan de stad. Het complex staat

bekend

Onderdeel

van

als

de

het

stadstimmerwerf. complex

was

de

dienstwoning van de stadstimmerman dat nog steeds bestaat. Nu huisvest het gebouw bejaarden (figuur 3.4-5). Een van de eerste bewoners was stadsbouwmeester Arent van ’s-Gravesande. Een persoon die nog een link heeft met de tekening. Hij was namelijk de ontwerper van het bouwwerk dat zichtbaar is op de achtergrond rechts van het midden: de Marekerk (1639-49). Het is een achthoekige koepelkerk voor de Nederduitsgereformeerde gemeente (figuur 3.6). In de kerk zijn Italiaanse invloeden op Van ’s-Gravesande te vinden. Jacob van Campen figuur 3.6 Marekerk (Onbekend, 2013). heeft zijn leerling geholpen bij het ontwerp. Naast de Marekerk heeft Van ’s-Gravesande ook de bekende Lakenhal ontworpen en Bibliotheca Thysiana aan het Rapenburg. Ook de ophaalbrug over de Rijn, die in het midden van Bulthuis’ afbeelding (figuur 3.1) te zien is, was niet zichtbaar vanaf het standpunt van De Bisschop. De ophaalbrug staat sinds een aantal decennia bekend als de Rembrandtbrug. Maar zo zal die niet in de 18e eeuw genoemd zijn. De Leidenaren wisten in de 18e eeuw niet waar Rembrandt was geboren. Het was wel een onderwerp dat kunstkenners uit die tijd bezighielden. Zo koppelde de “Franse kunstkenner Roger de Piles in 1699 Rembrandts achternaam uit diens agrarische herkomst: ‘Zijn achternaam van Rein is afgeleid van zijn geboorteplaats, een dorp gelegen aan de Rijnarm die door Leiden stroomt.’” (Beliën, et al. P. 23). Een molen in Hazerswoude heeft door deze veronderstelling in de 19e eeuw de naam Rembrandtmolen gekregen (Molen Database, 2014). De brug die we op deze afbeelding zien is de Lange Houten Brug. Frits van der Mark (2004) beschrijft dat die is gebouwd bij de stadsuitbreiding naar het noorden uit 1611, zodat beide oevers met elkaar konden worden verbonden. 33 jaar na het maken van de tekening van Bulthuis was de brug aan vervanging toe. In verband met bezuinigingen werd ervoor gekozen de brug te verkopen en voortaan een pontje te laten varen. Tot 1983 heeft er geen brug gelegen. In dat jaar is een replica van de Lange Houten Brug aangelegd. Doordat de brug in het verlengde van de Weddesteeg ligt, waar Rembrandt is geboren, wordt de brug nu dus Rembrandtbrug genoemd. Rembrandts geboortewoning zou nog net zichtbaar kunnen zijn aan de rechter kant van de tekening. Het zou echter ook de naastgelegen woning kunnen zijn.


18

figuur 4.1 Schilderij dat wordt toegeschreven aan Vincent van Gogh (Van Gogh, c1880). figuur 4.2 Huidige situatie rondom Morspoort (2014).


19

IV. 1882 Net als in de vorige eeuw lijkt er in de 19e eeuw lange tijd weinig te gebeuren in Leiden. Zoals Van Maanen (2004), gespecialiseerd in de stadsgeschiedenis van met name Leiden, beschrijft: “Wanneer men de laat-negentiende-eeuwse stadsplattegrond oppervlakkig vergelijkt met die uit het begin van de eeuw, valt vooral de grote overeenkomst op. Het patroon van straten, stegen, singels en grachten was niet veranderd. De stad lag nog binnen haar vesten, met de toegangen op dezelfde plaats als voorheen.” (p.38). De stad is nog even groot als na de laatste stadsuitbreiding van 1659 en de structuur is nog steeds hetzelfde. Toch is er veel veranderd, bijvoorbeeld op economisch gebied: de 19e eeuw is de tijd van de industriële revolutie. In het begin van de 19e eeuw waren er hierdoor slechts kleinschalige veranderingen. Door uitbreiding naar bestaande buurpanden bijvoorbeeld. De eerste (grootschalige) nieuwbouw werd tussen 1839-42 een feit. Waar een fabriek aan de Garenmarkt werd gebouwd “die plaats bood aan de modernste stoom- en spinmachines” (van Maanen, 2004, p.25). In de tweede helft van de 19e eeuw werd de industriële revolutie steeds meer zichtbaar in het straatbeeld. Met name in het noorden van Leiden, rondom de Langegracht, werd veel opgekocht door fabrieksbedrijven. Een van de grootste was de Stedelijke Gasfabriek. Op en naast deze locatie kwam later, begin 20e eeuw, de elektriciteitsfabriek. Dat nu nog de enige werkende fabriek binnen de Leidse singels is. Andere veranderingen zullen worden beschreven aan de hand van een afbeelding uit deze 19e eeuw. Namelijk aan de hand van een schilderij dat wordt toegeschreven aan Vincent van Gogh (18531890), dat hij geschilderd zou hebben omstreeks 1880 (figuur 4.1). Het zou daarmee een werk zijn uit Van Gogh’s begintijd. “Een van de belangrijkste Van Gogh-experts ter wereld”, Sjraar Van Heugten (2005), beschrijft hoe Van Gogh is begonnen als kunsthandelaar, toen dat niet goed verliep is hij een aantal keer van carrièrerichting veranderd. Zijn jongere broer Theo suggereerde hem om kunstenaar te worden. Na enige twijfeling begon hij zichzelf het vak te leren met behulp

figuur 4.3 Mogelijke zichtlijn van schilderij van Van Gogh (Van Campen; De Breuk & Smits, 1884).

van leerboeken. Dit gebeurde allemaal voor 1880. Vanaf 1880 ging hij meer in de praktijk tekenen. Eind 1881 verhuisde hij naar Den Haag om een aantal weken in de leer te gaan bij zijn aangetrouwde neef Anton Mauve. Ook leerde hij in deze stad Sien Hoornik kennen. Sien was een zwangere prostituee en alleenstaande moeder met wie Van Gogh een relatie had en samenwoonde: “Ik heb dezen winter ontmoet eene zwangere vrouw, verlaten door den man wiens kind zij in t’lijf droeg.” (Van Gogh, 1882, p. 3). Dit schreef Vincent van Gogh aan zijn broer Theo op 7 mei 1882. Toen Sien een korte periode in het Academisch Ziekenhuis in Leiden lag, in verband met de zwangerschap bezocht hij haar regelmatig. “Ik ben met haar naar Leiden geweest alwaar een gesticht is voor kraamvrouwen waar zij haar kraam zal uitleggen. ’t was geen wonder zij ziekelijk was, ’t kind zat verkeerd en zij heeft eene operatie moeten ondergaan […] In Junij moet zij bevallen.” (p.3). Het Academisch Ziekenhuis was gelegen


20

figuur 4.4b Studie van Van Gogh (Van Gogh, 1880).

figuur 4.4a Origineel (Lievens, c1630).

figuur 4.5

Morspoort en Molens de Bul en

Eendracht vanaf de stadkant (Haan, 1861)

figuur 4.6 figuur 4.7 Oranjelust (Onbekend, c1865).

Straatnaambord (2014).


21 naast de Morspoort. In figuur 4.2 is het nog net achter de bomen en net boven de brug te zien. In het gebouw is nu het Museum Volkenkunde gehuisvest. Rond deze tijd schilderde hij ook het schilderij. Een mogelijke locatie voor het werk zou dan ook Leiden zijn. Een ander argument voor de locatie zou zijn dat Van Gogh een fascinatie had voor Rembrandts werk. Zoals hij zelf in 1888 aan zijn broer schreef (figuur 4.8): “Ik dacht meer aan Rembrandt dan zal blijken uit mijn studies” (Van Gogh, 1888). Ook in eerdere jaren komt de schilder regelmatig ter sprake in de brieven. Het was vooral de emotie en de echtheid die Van Gogh interesseerde in Rembrandts werk (Hecht, 2006). Figuur 4.4b laat een tekening zien van Van Gogh, naar het origineel van Jan Lievens, alhoewel deze in Van Gogh’s tijd nog werd toegeschreven aan Rembrandt (figuur 4.4a). Als het inderdaad deze locatie is, dan zou Van Gogh

figuur 4.8 Brief van Vincent aan Theo (Van Gogh, 1888)

de Morspoortsbrug geschilderd hebben waarop De Bisschop ruim 230 jaar eerder de molen van Rembrandts vader heeft getekend. Rechts zou dan de koepel van de Morspoort te zien zijn en op de achtergrond een molen. Het standpunt van Van Gogh is anders dan van De Bisschop. In plaats van naar het zuiden vanaf de Morspoortsbrug te kijken staan we nu voor de dezelfde brug naar het noorden te kijken. Het zijn dus twee andere molens dan de molens die in de vorige hoofdstukken zijn beschreven. Op het bolwerk ten noorden van de Morspoort, stonden molen de Eendracht en molen de Bul (zie ook figuur 2.7). De voorlopers van de twee molens, de Juffer en de Rintmolen zijn nog in een tekening van De Bisschop en Constantijn Huygens (II) getekend (figuur 2.9). Ze zijn in 1775 afgebrand en herbouwd als korenmolens. De Bul zou rond 1862 worden gesloopt, de Eendracht drie jaar later (Helbers, 1926). Frits van der Mark (2013) heeft vorig jaar een artikel geschreven voor de buurtkrant van deze buurt. Hierin heeft hij uitgezocht of een schilderij waarop de twee molens staan werkelijkheidsgetrouw is (figuur 4.5). Dit schilderij kijkt vanaf de stad naar de Morspoort met rechts de twee molens. Het


22

figuur 4.9 1896: Detail van de kaart met de

figuur 4.10 1884: Detail van de plattegrond van Leiden

voorgestelde grensverandering (Van Campen, 1896).

(Van Campen; De Breuk & Smits, 1884).

figuur 4.11 19e eeuw: detail van de ‘schetsteekening van den Lopsluispolder Gemeente Oegstgeest’ (Onbekend, 19e eeuw).

figuur 4.12 1850: Detail van de Leidse stadsplattegrond (van Campen, 1850).


23 laat de situatie zien kort voordat ze zijn afgebroken. Interessant is hoe landelijk het eruit ziet aan de andere kant van de poort, een groot contrast met de huidige situatie. De molens hebben plaats moeten maken voor het Academisch Ziekenhuis dat tussen 1867 en 1873 is gebouwd (van Maanen, 2004). De stadsmuren en –poorten hadden onderhand hun nut verloren, waren verwaarloosd, te duur, stonden in de weg en werden niet mooi gevonden: “Men wilde een vrij uitzicht op de stad, liefst op groen en geboomte.” (van Maanen, 2004, p18). Het eerste stuk muur is in 1816 afgebroken. Het ging hier om het stuk tussen de Witte Poort en het Grote Bolwerk, het Bolwerk ten zuiden van de Witte Poort. Met het afbreken van de poorten had men kennelijk minder haast, zij konden nog een aantal jaar dienst doen als accijnshuizen. De Witte Poort die De Bisschop twee eeuwen eerder nog heeft getekend is de eerste poort die in de jaren ‘60 van de 19e eeuw wordt gesloopt. Zeven andere volgen in de 15 jaar erna, twee poorten blijven bespaard: de Zijlpoort en de poort waarvoor De Bisschop ooit heeft gestaan om de Singel te overzien, de Morspoort . Iets anders dat opvalt op het schilderij zijn de huizen links. Op dezelfde plek staan nog steeds huizen (figuur 4.2). Toch kunnen dit niet de huizen zijn die Van Gogh heeft geschilderd. Ze staan buiten de Singels van Leiden, een gebied dat tot 1896 geen eigendom was van de stad. Alhoewel, Van Maanen (2004) beschrijft dat de gemeente wel wat grondgebied beheerde buiten de singels. Hij benoemt hierbij een aantal straatnamen en gebieden, maar die lijken niet te refereren naar de straat waar deze bebouwing stond. Als we nu naar deze locatie gaan, lopen we door een klein doodlopend straatje, genaamd de Van Der Tasstraat. Zoals het straatnaambord doet vermoeden is het straatje ongeveer in 1884 gebouwd (figuur 4.6). De arbeiderswoningen zijn gebouwd door Firma J. van der Tas en zn. In deze tijd werden dergelijke projecten vaker naar de opdrachtgever vernoemd, wel werden de meeste straatnamen later veranderd door de gemeente. De Van Der Tasstraat is een van de straten die nog de naam van zijn bouwer heeft behouden (Tagrijn, 2011). Tegen deze tijd was Van Gogh al niet meer woonachtig in Den Haag (Heugten, 2005). Dus zal het schilder niet na 1884 zijn gemaakt. Het zou dus interessant zijn om te weten wat er vlak voor deze tijd op deze locatie heeft gestaan. Hiervoor ben ik gaan kijken naar de stadsplattegronden van rond 1880. In de meest recente uit deze periode, de kaart van 1896 (figuur 4.9), zien we de Van Der Tasstraat al afgebeeld. De kaart van 1884 (figuur 4.10), hetzelfde jaar als wanneer de straat is gebouwd, laat een bouwblok zien dat afwijkt van de huidige vorm van de straat. Zou dit een voorloper van de Van Der Tasstraat laten zien of zou het een niet-uitgevoerd ontwerp zijn? Figuur 4.11 laat zien dat de locatie onbebouwd is, maar dat er vlak naast wel iets stond. De kaart uit 1850 lijkt een versimpelde versie daarvan. Even ten westen van het straatje is een vrijstaand bouwblok te zien. In figuur 4.12 kunnen we daar Oranjelust bij lezen. Bij het zoeken naar een afbeelding van Oranjelust stuitte ik op een foto uit 1865 (figuur 4.7) waarop het verblijf is te zien en “de bebouwing ter plaatse van de huidige van der Tasstraat” (Baar, 1988, p. 32). Deze situatie lijkt overeen te komen met de plattegronden in figuur 4.10 en 4.11. Op die plattegronden valt wel te zien dat deze bebouwing niet direct aan het water van de Singels lag. Dit kunnen dus niet de huizen zijn die Van Gogh heeft geschilderd. Of er rond 188082 bebouwing heeft gestaan vlak naast de Morspoortbrug kan ik dus niet met zekerheid zeggen. Op de plattegrond uit bijvoorbeeld 1884 (figuur 4.10) kunnen we nog een bouwwerk zien ten zuiden van de Morspoort. De poort en het bouwwerk staan zo dicht bij elkaar dat Van Gogh dit


24

figuur 4.13 Foto met zicht op twee kazernes, twee molens en de Kweekschool voor Zeevaart (Goedeljee, 1859).

figuur 4.14: Detail van 4.13 (Goedeljee, 1859)


25 getekend zou moeten hebben als dit werkelijk de locatie was waar hij heeft geschilderd. Bij het bestuderen van andere kaarten kunnen we zien dat het gaat om een kazerne. In de 19e eeuw was het gebruikelijk om een militaire kazerne in de stad te hebben. Deze Morspoortkazerne is vroeg in de eeuw gebouwd. De stad bouwde rond 1815 een gebouw waar militairen van de infanterie zich permanent konden huisvesten. Verschillende gebouwen vormden een carré rondom een pleintje (Oosterboer, 2011). De westkant werd niet afgesloten door een gebouw, maar door het water. In het jaarverslag van de Leidse bodemonderzoek uit 1985 (Suurmond-van Leeuwen 1986) is beschreven dat de kazerne in 1854 werd uitgebreid. Dit laatste kunnen we zien als we de plattegronden uit 1850 (figuur 4.12) en uit 1884 (figuur. 4.10) met elkaar vergelijken. In de kaart uit 1850 zien we de kazerne alleen nog als onderdeel van de stadstimmerwerf aan de oostkant van het grachtje. In 1884 reikt de kazerne tot de Singel. Naast de Morspoortkazerne waren er nog twee andere kazernes in Leiden: de Doelenkazerne van ongeveer dezelfde periode als de Morspoortkazerne, en de Witte Poort Kazerne, zo’n tien jaar later gebouwd. Alle drie kazernes waren gebouwd voor de infanterie. De kazerne naast de Morspoort is in 1981 afgebroken, de Doelenkazerne een jaar ervoor en de Witte Poort kazerne was al in 1964 afgebroken (Oosterboer, 2011). Een foto uit 1859 (figuur 4.13) laat de kazernes bij de twee poorten zien. Links van de Morspoortkazerne zijn de twee molens te zien die eerder dit hoofdstuk zijn beschreven: Molen de Bul en de Eendracht. In het midden is de Kweekschool voor Zeevaart afgebeeld. De Kweekschool voor de Zeevaart was een soort internaat voor “verwaarloosde vagebonderde jongeren in de Leidse achterbuurten” (van Maanen, 2004, p.202) waar hen discipline en kennis in de zeevaart werd geleerd. Op deze manier kregen zij een kans om zeeman te worden. De school begon in 1855 met 24 jongens, maar het jaar erna hadden zich al 100 jongens meer aangemeld. Toen werd er nog lesgegeven in “een bouwvallig huisje bij de Witte Poort aan het Galgewater” (p.202). In 1858 werd het nieuwe gebouw, ontworpen door J.W. Schaap, geopend. Dit gebouw is op de foto in figuur 4.13 vastgelegd. In 1878-79 is een nieuw gebouw neergezet, nadat de school onderdeel werd van de Koninklijke Marine. Het zou dan nog 35 jaar worden gebruikt als kweekschool. Daarna bleef het eigendom van de Koninklijke Marine. Het gebouw bestaat nog steeds, maar sinds 2003 is er een advocatenkantoor in gehuisvest (Stichting Open Monumentendagen Leiden, n.d.). Tot slot lijkt er in Van Gogh’s schilderij een haventje achter de brug te liggen. Wat we ook op de foto met de kazernes kunnen zien is dat er geen schepen liggen achter de brug, naast de molens (figuur 4.14). Samen met de andere vindingen denk ik dat dit niet de locatie is dat Van Gogh geschilderd heeft. Toch zou het nog wel interessant zijn om uit te vinden wat er precies heeft gestaan op de plek van de Van Der Tasstraat rond 1880-82. Op die manier zou het geheel uitgesloten kunnen worden, of het zou nieuwe vragen kunnen oproepen.


26

figuur 5.1 Foto van Molen de Put in aanbouw (Holvast, 1985) figuur 5.2 Reconstructie van Rembrandts

figuur 5.3 Spandoeken bij de onthulling van

geboortehuis (Onbekend, 1971)

de gedenksteen (Jansen, 1983)


27

V. 1985 De 20e eeuw is een eeuw van oorlog en wederopbouw. De twee wereldoorlogen hebben het gebied rondom het Galgewater geen schade aangebracht. Veranderingen rondom het Galgewater hebben vooral plaatsgevonden in de jaren ’80. Daarom wordt dit hoofdstuk geschreven aan de hand van een foto uit dat decennium. Met de kennis uit de voorgaande hoofdstukken kunnen we een aantal bouwwerken herkennen op de foto uit 1985 (figuur 5.1). We zien de kademuur dat rondom Molen de Put en de Korenbloem heeft gestaan. De Rembrandtbrug die twee jaar voor het maken van de foto is gebouwd als replica van de Lange Houten Brug. En iets wat we niet zien: de foto lijkt te zijn gemaakt vanaf een woning aan de Van Der Tasstraat. Aan deze kant van de woningen loopt namelijk geen straat of pad en het standpunt is hoger dan het straatniveau. Het is gefotografeerd door J. Holvast (1931). Een fotograaf die veel foto’s heeft gemaakt in en om Leiden. In zijn grofweg 40-jarig dienstverband als hoofdfotograaf van het Leidsch Dagblad heeft hij een groot fotoarchief bij het dagblad opgebouwd, bestaande uit 21 miljoen foto’s. Recentelijk zijn al die foto’s gearchiveerd door de Historische Vereniging Oud Leiden (Timmers, 2014). In het decennium dat de foto is gemaakt is er veel veranderd in deze buurt. De Morspoortkazerne is in 1981 afgebroken, de bouw van de brug vond plaats in 1983, de herbouw van Molen de Put in 1987 en er zijn nieuwe woningen gebouwd langs het water, rechts op de foto. Deze woningen gaan om de hoek door in de Weddesteeg, voorbij Rembrandts geboortehuis. Zijn originele huis bestaat niet meer. In het boek ‘Langs Rembrandts roem’ (Beliën and Knevel, 2006) is te lezen hoe de monumentenzorg nog niet erg belangrijk werd gevonden in het begin van de 20e eeuw. Er was wel een overzicht van oude gebouwen in de stad opgesteld, maar de woning waar ooit de familie Van Rijn heeft gewoond was hier niet in opgenomen. Wel was er ook al in het begin van de 20e eeuw een gedenksteen op de gevel van het huis geplaatst, vergelijkbaar met de huidige steen. De gedenksteen heeft niet voorkomen dat het huis in 1927 werd opgekocht door de Nederlandsche Rotogravure Maatschappij. Zij sloopten het huis waarmee “de belangrijkste Rembrandt-relikwie

figuur 5.4 Zichtlijn van Holvast’ s foto

in Leiden” verdween (Beliën, et al., p. 25). In de jaren

(Google, 2015)

’60 werd erfgoed een belangrijker onderwerp en werd de oorspronkelijke gevel van het huis gereconstrueerd (figuur 5.2). Toen de drukkerij in de jaren ’70 vertrok is de hele fabriek, inclusief de gereconstrueerde gevel, in 1980 gesloopt. Vijf jaar later is Holvast’s foto genomen met daarop het nieuwbouwproject. Het huis dat op de locatie van Rembrandts geboortehuis staat is in dezelfde stijl opgebouwd (te zien op figuur 1.2). Op foto’s is te zien dat niet iedereen blij was met de nieuwbouw op deze historische plek (figuur 5.3). Zo hing er tijdens de onthulling van de nieuwe gedenksteen een spandoek aan de gevel met de tekst “Hier werd het huis van Rembrand gesloopt”.


28

figuur 6.1 Leiden met op de voorgrond: de Morspoort (rechts an midden), Museum Volkenkunde (links). In de verte onder andere de Marekerk (midden op de horizon). (Van Der Nat, 2014).


29

VI. 2015: CONCLUSIE In deze scriptie is het gebied rondom het Galgewater beschreven aan de hand van tekeningen, schilderijen, foto’s en plattegronden. Met behulp van literatuur is het historische verhaal achter de afbeeldingen verteld. Het laat zien dat een afbeelding veel te vertellen heeft en als een interessant uitgangspunt gebruikt kan worden. Met behulp van de afbeeldingen en de literatuur is geprobeerd te laten zien dat het Galgewater in deze tijd nog veel historische waarde heeft. De Leidenaars zullen het snel koppelen aan Rembrandts geboortehuis. Helaas is het originele huis in de vorige eeuw gesloopt. In zijn 400e geboortejaar zijn een aantal kunstwerken op dit plein onthuld die verwijzen naar de schilder. De locatie is niet alleen bekend vanwege Rembrandt. Het is zelfs lange tijd onbekend geweest dat hij hier is geboren. Het Galgewater heeft ook andere waarden. Zo zijn er in elke eeuw bouwwerken gebouwd waarvan enkele of meerdere vandaag de dag nog steeds te bewonderen te zijn. De Morspoort bijvoorbeeld was een van de stadspoorten waar men de stad in en uit ging. Wanneer deze poort werd gebruikt zal men ook langs het Galgeveld zijn gekomen, de waarschuwing voor eventuele criminelen waaraan het Galgewater zijn naam dankt. Molen de Put is de enige molen in deze omgeving, maar in de 17e eeuw waren er wel vier molens te zien rond deze locatie. Een ervan was eigendom van de familie van Rijn. Een vraag waar ik geen antwoord op heb kunnen vinden is waarom Molen de Put is herbouwd en niet Molen de Rijn waar Rembrandt is opgegroeid. Ook de Pelikaantoren, onderdeel van de oude stadsmuur, is in het hedendaagse beeld te vinden. Toen de funderingen in de jaren ’80 van de 20e eeuw zijn gevonden is het zichtbaar gemaakt in de bestrating. De 17e-eeuwse stadstimmerwerf en de 19e-eeuwse Kweekschool voor de Zeevaart zijn ook nog te vinden op hun originele locatie, weliswaar met een andere functie. Sinds de 17e eeuw zijn er veel veranderingen geweest. Molens zijn vervangen, verplaatst en verdwenen. De stadsmuur en -torens zijn overbodig geworden en verdwenen, alhoewel er van de Pelikaanstoren nog restanten zijn teruggevonden. De stadsmuur werd vervangen door een nieuw verdedigingssysteem, vestingwerken. Maar ook daar is weinig van terug te vinden in het huidige beeld. Andere elementen zijn nog wel herkenbaar of gelijk gebleven. Het stratenpatroon is grofweg gelijk, de bolwerken zijn (min of meer) herkenbaar. Wellicht dat het meest onveranderde element sinds de 17e eeuw de Morspoort is. Het bouwwerk heeft wel een periode van verval gekend, maar het is behouden, gerestaureerd en onderdeel van het Leidse erfgoed. In elke periode zijn er veranderingen geweest Ook deze eeuw zijn en zullen er veranderingen komen. Veranderingen die ervoor zorgen dat het beeld uit deze eeuw verschilt met de eeuw ervoor.


30

FIGURENLIJST Figuur 0.1

Cornet, J.L. (1853) Gezicht op de vesten van Leiden [online] Van: https://www.rijksmuseum. nl/nl/collectie/RP-P-BI-6345X (Geraadpleegd op: 16 september 2014).

Figuur 1.1-3

Eigen foto (2014).

Figuur 2.1

Bisschop, J. de (1649) Gezicht op de molen van Rembrandt, de wallen bij de Morspoort en het Pelikaansbolwerk [online] Van: https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-T1894-A-3037 (Geraadpleegd op: 16 september 2014).

Figuur 2.2

Eigen foto (2014).

Figuur 2.3 Blaeu, J. (1649) Lugdunum Batavorum vulgo Leyden. (detail) [online] Van: https://www. erfgoedleiden.nl/c1c2b512-26bc-11e3-b0e6-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 19 september 2014). Figuur 2.4 Onbekend (z.d.) De Witte Poort te Leiden van den Haagweg af gezien [online] Van: https:// www.erfgoedleiden.nl/d1fd40f0-26bc-11e3-b49a-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 19 september 2014). Figuur 2.5

Werven, J. van (1744) Waarachtige Afcunterfeitinge der Stad en Universiteit Leiden in Holland. [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/a85d1b58-26bc-11e3-b0053cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 27 december 2014).

Figuur 2.6

Bast, P. (1600) Lugduni Batavor. Leyden in Hollant [online] Van: https://www.erfgoedleiden. nl/b5a7a922-26bc-11e3-b89b-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 2 oktober 2014).

Figuur 2.7

Eigen afbeelding (2014). Geraadpleegde bronnen: Helbers (1926); Molen Database (2013); Van Oerle (1975).

Figuur 2.8

a: zie fig. 2.3; b: Google Earth 7.1 (2014). Morspoort, Leiden 52 09’42.55”N, 42 85’39.2”O, ooghoogte 833m. http://code.google.com/apis/earth/

Figuur 2.9 Bisschop, J. de & Huygens (II), C. (1668-97) Molens op de wal aan weerszijden van de Morspoort te Leiden [online] Van: https://www.rijksmuseum.nl/nl/ search/objecten?q=morspoort&p=1&ps=12&ii=0#/RP-T-1884-A-366,0 (Geraadpleegd op: 19 september 2014). Figuur 2.10

Duijn, A; Ergün, E.; Moe Soe Let, A. (z.d.) Singelgracht [poster]. In bezit van: De auteuren en de TU Delft.

Figuur 3.1 Bendorp, K.F. & Bulthuis, J. (1786) Het Galgenwater te Leyden [online] Van: http://www.datnarrenschip.nl/product/3803http://collecties.allemolens.nl/AtlantisPubliek/ detail.aspx?view=lijst&source=detail&imgid=1592186&xmldescid=1592192&globaal=& mode=&uitgebreid_zoeken=&positie=1#media/1592192/1 (Geraadpleegd op: 3 oktober 2014). Figuur 3.2

Ketweg, J. (1761) Morssingel [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/c57b6596-26bc-11e395c8-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 3 oktober 2014).

Figuur 3.3

Honkoop, A. & Kallewier, A. (1762) Leyden [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/ c1d204f4-26bc-11e3-aa34-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 30 december 2014).

Figuur 3.4

Timmermans, J. (1787) Stadstimmerwerf [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/ c19ac1a6-26bc-11e3-9693-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 30 december 2014).

Figuur 3.5

Onbekend (z.d.) Nederland, Leiden: Stadstimmerwerf [online] Van: http://www.miriamad.nl/ Europa/Nederland/Leiden/Leiden_timmer.html (Geraadpleegd op: 30 december 2014).

Figuur 3.6

Onbekend (2013) Retrospectief en toekomst [online] Van: https://mirsaadami.files. wordpress.com/2013/05/marekerk-leiden.jpg (Geraadpleegd op: 30 december 2014).

Figuur 4.1

Gogh, V. van (c1880) Morspoort en omgeving in leiden vraagteken. Uit: pdf ontvangen van dhr. Korthals Altes 18 september 2014.

Figuur 4.2

Eigen foto (2014).

Figuur 4.3 Campen, W.J. van, de Breuk & Smits (1884) Plattegrond van Leiden [online] Van: https:// www.erfgoedleiden.nl/c1fb393c-26bc-11e3-ba2b-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 22 september 2014).

Figuur 4.4

a: Lievens, J. (c1630) b: Van Gogh, V. (1880). Beide: Oude vrouw op haar doodsbed. Uit: Hecht,


31

P. (2006) figuur 5 en 6.

Figuur 4.5

Haan, T.J. (1861) Gezicht op de Morspoort vanuit de Morsstraat, links de Morspoortkazerne, rechts de molens ‘De Bul’ en de ‘Eendragt’, te Leiden, 1861 Leiden [online] Van: https://rkd. nl/nl/explore/images/37740 (Geraadpleegd: 29 januari 2015)

Figuur 4.6

Eigen foto (2014).

Figuur 4.7

Onbekend (c1865) Oranjelust en de bebouwing ter plaatse van de huidige van der Tasstraat. Uit: Baar, P.J.M. (1988), p. 32.

Figuur 4.8

Gogh, V. van (1888) Scan van origineel manuscript. Van: Van Gogh, 1888. Zie literatuurlijst.

Figuur 4.9

Campen, H.L.A. van (1896) Situatie teekening van de voorgestelde grensverandering der gemeente Leiden [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/a86e3dfc-26bc-11e3-b8b23cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 22 september 2014).

Figuur 4.10

Zie figuur 4.3

Figuur 4.11 Onbekend (19e eeuw) Schetsteekening van den Lopsluispolder [online] Van: https://www. erfgoedleiden.nl/c479522a-26bc-11e3-937c-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 18 november 2014). Figuur 4.12

Campen, W.A. van (1850) De Stadskaart van Leiden A0 1850. Uit: Oerle, H.A. van (1975), p.55

Figuur 4.13-4.14 Goedeljee, J. (1859) Kweekschool voor Zeevaart [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/ c138f5fc-26bc-11e3-9515-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 19 september 2014). Figuur 5.1

Holvast, J. (1985) Galgewater [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/f1a7346a-26bc-11e38270-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 27 november 2014).

Figuur 5.2

Onbekend (1971) Weddesteeg [online] Van: https://www.erfgoedleiden.nl/33b75e10-ab7a11e3-bf18-732d64d206fe (Geraadpleegd op: 21 september 2014).

Figuur 5.3 Jansen, B.B.M. (1983) De onthulling van de gedenksteen, Weddesteeg [online] Van: https:// www.erfgoedleiden.nl/c7aa5de0-26bc-11e3-8c6b-3cd92befe4f8 (Geraadpleegd op: 21 september 2014). Figuur 5.4 Google (2015) Google Maps [online] Van: http://maps.google.nl/ (Geraadpleegd op: 29 januari 2015) Figuur 6.1

Nat, M. van der (2014) Rediscovering Leiden [online] Van: http://www.martijnvandernat.nl/ rediscovering-leiden/ (Geraadpleegd op: 29 januari 2015)


32

LITERATUURLIJST BAAR, P. J. M. D. 1988. Wonen aan het Galgewater, Utrecht, Matrijs. BELIËN, H. & KNEVEL, P. 2006. Langs Rembrandts roem, Amsterdam, Salomé - Amsterdam University Press. BICKER CAARTEN, A. 1956. Rembrandt als molenaarszoon. In: PELINCK, E., KOLFF, N., ROIJEN, R. V. & BICKER CAARTEN, A. (red.) Leids Jaarboekje 1956. Leiden: A.W. Sijthoff’s Uitg.mij. BOLTEN, J. 1985. Oude tekeningen van het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit te Leiden, Den Haag/Amsterdam, Rijksdienst Beeldende Kunst. DAT NARRENSCHIP. z.d. Het Galgenwater te Leyden. [Online]. Beschikbaar: http://www. datnarrenschip.nl/product/3803http://collecties.allemolens.nl/AtlantisPubliek/detail. aspx?view=lijst&source=detail&imgid=1592186&xmldescid=1592192&globaal=&mode=& uitgebreid_zoeken=&positie=1#media/1592192/1 [Geraadpleegd op 30 december 2014]. GOGH, V. van. 7 mei 1882. 224. Brief aan VAN GOGH, T. Beschikbaar: http://vangoghletters.org/vg/letters/ let224/letter.html [Geraadpleegd op 17 november 2014]. GOGH, V. van. 21 november 1888. 722. Brief aan VAN GOGH, T. Beschikbaar: http://vangoghletters.org/vg/ letters/let722/letter.html [Geraadpleegd op 29 dece,ber 2014]. GRAY, J. A. 1954. The Walls of Verona. INTERNATIONAL FUND FOR MONUMENTS, Inc. Venetië, Italië. HECHT, P. 2006. Van Gogh en Rembrandt, Amsterdam, Van Gogh Museum. HELBERS, G. C. 1926. De korenmolen ,,de Valk” en de andere Leidsche walmolens. In: BOEKENOOGEN, G. J., BIJLEVELD, W. J. J. C., KNAPPERT, L. & LE POOLE, S. J. (red.) Leidsch Jaarboekje 1926. Leiden: P.J. Mulder & Zoon. HEUGTEN, S. V. 2005. Van Gogh tekenaar, de meesterwerken, Amsterdam; Brussel, Van Gogh Museum; Mercatorfonds. JELGERSMA, H. C. 1964. De korenmolen ,,de Valk” en de andere Leidsche walmolens. In: VERSPRILLE, A. J., LEVERLAND, B. N., BOSCH, L. V. D. & BOEREN, P. C. (red.) Leidsch Jaarboekje 1964. Leiden: P.J. Mulder & Zoon. LAMBRECHTSEN-VAN ESSEN, I. W. 1994. De stadspoorten van Leiden en stadsbouwmeester Willem van der Helm (ca. 1628-1675), Utrecht, Matrijs. MAANEN, R. C. J. van (red.) 2003. Leiden: De geschiedenis van een Hollandse Stad. Deel 2 1574-1795, Leiden: Stichting Geschiedschrijving Leiden. MAANEN, R. C. J. van (red.) 2004. Leiden: De geschiedenis van een Hollandse Stad. Deel 3 1795-1896, Leiden: Stichting Geschiedschrijving Leiden. MARK, F. V. D. 2004. Rembrandtbrug. Buurtkrant De Put in de Oude Morsch, 8, 7-10. MARK, F. V. D. 2013. Een vreemd schilderij van de Oude Morsch. Buurtkrant De Put in de Oude Morsch, 17, 8-12.


33 MOLEN DATABASE. 2014. Molen Database verdwenen molens [Online]. Beschikbaar: http://www.molendatabase. org/molendb.php [Geraadpleegd op 1 oktober 2014]. OERLE, H. A. van. 1975. Leiden binnen en buiten de stadsvesten; atlas, Leiden, E.J. Brill. OOSTERBOER, F. 2011. 19e eeuwse kazernebouw in Nederland; Types, gebruikers en ontwikkelingen. http:// jeoudekazernenu.nl. SLUIJTER, E. J. 2006. Rembrandt and the Female Nude, Amsterdam, Amsterdam University Press. STICHTING OPEN MONUMENTENDAGEN LEIDEN. n.d. VM. Kweekschool voor Zeevaart [Online]. Beschikbaar: http://openmonumentendagenleiden.nl/nl/informatie-monumenten/vm-kweekschool-voor-zeevaart. [Geraadpleegd op 31 december 2014]. SUURMOND-VAN LEEUWEN, H. 1986. Verslag over het jaar 1985. In: BARENDREGT, L. I. & SUURMOND-VAN LEEUWEN, H. (red.) Bodem Onderzoek In Leiden: archeologisch jaarverslag 1985. Leiden: Gemeente Leiden, Directie Civiele Werken. TAGRIJN. 2011. Leids Detail 213. Tagrijn [Online] 21 oktober 2011. Beschikbaar: http://tagrijn.wordpress. com/2011/10/21/leids-detail-213/ [Geraadpleegd op 18 november 2014]. TIMMERS, W. 2014. Jan en Hermien Holvast - Van der Laan zestig jaar getrouwd. Oegstgeester Courant, 13 augustus 2014, p.7


34

BIJLAGE A Jan de Bisschop, 1649, Gezicht op de molen van Rembrandt, de wallen bij de Morspoort en het Pelikaansbolwerk


BIJLAGE B K.F. Bendorp & J. Bulthuis, 1786, Het Galgenwater te Leyden

35


36

BIJLAGE C Vincent van Gogh, c1880, titel onbekend


BIJLAGE D J. Holvast, 1985, Galgewater

37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.