Praktisch Creatief Denken

Page 1

PRAKTISCH CREATIEF DENKEN

Introductie tot de technieken van

Creatief Denken zoals gesystematiseerd door Edward de Bono


PRAKTISCH CREATIEF DENKEN Introductie tot het praktisch creatief denken, ter bevordering van het gebruik van creatieve denkstructuren zoals vooral gesystematiseerd door Edward de Bono INLEIDING

Doelstellingen - Definities - Methodologie

I.G.V.

Idee-gevoelige-voordeelgebieden Situatie- of probleembenadering:

PONI

Positieve, negatieve & interessante aspecten Mogelijkheden en alternatieven zoeken:

GEVIMIT

Gewoon? Veranderen! – Impact? Idee! - Toepassen

BAF

Bekijk alle facetten!

VAGINA

Voordelen? Alternatieven? Gevolgen? Interessante aspecten?

PO

Provocaties Attitudes: Speculeer en gis Hoge emoties – lage emoties: Wat bepaalt onze actie? ... Wat nog?

ZASOVIVIO

Werk systematisch in geval van meningsverschil (debat, onderhandeling) Technieken:

WOVOW

Gewone provocatietechniek: weglaten, omkeren, vertekenen, overdrijven, wijzigen

TOVERVOGEL Willekeurige stimulatie: toeval, verband, voordelen, gebied Zeventraps denktechniek: 1. waarom? 2. doel & IGV? 3. hoe? 4. documenteren 5. provoceren 6. beslissen 7.handelen Beslissingsmethodes 10 methodes: dobbelsteenmethode, easy-way, poni, ezel & hooi, ideal solution, best impact, Wat als?, matrix-methode, full-matrix, Cove of Vencap FAHLIKAFT

In 10 stappen naar een “Aha-Erlebnis" Formuleren probleem, aanvaarden opdracht, herformuleren, logische pogingen tot uitputting, frustratie, incubatie, katalysator, aha-Erlebnis, formuleren inzicht, toepassen


Cliché doorbrekend denken welke prikkels weerhouden wij? Gestalttheorie: figuren, continuïteit, associatiewetten, dominanties en, associatiepatronen Bisociaties Stop – Ander Gebruik Alternatieve methodes Stroomschema’s voor creatief denken (contradictie in terminis?) i. Standaard associatiepatroon beïnvloeden ii. Voorbij de fout gaan iii. Eindpunten overschrijden iv. Frustratie en incubatie benutten v. Bewust, stelselmatig en provocatief alternatieven zoeken vi. Bewust,stelselmatig en provocatief barrières zoeken en overschrijden vii. Bewust,stelselmatig en provocatief barrières overschrijden zonder ze eerst op te spore, viii. Meditatie ix. Denken met geactiveerde zintuiglijke voorstellingen x. Invallen activeren xi. Brainstormen xii. Synectics


INLEIDING DOELSTELLINGEN: 1.

Gebieden of concepten ontdekken die vatbaar zijn voor verbetering

2.

De beoogde verbetering realiseren door een creatieve benadering

3.

Eenvoudige werktuigen aanreiken om creatief te kunnen reageren wanneer geconfronteerd met de drie basisvragen: a. WAT DENK JE VAN ...? b. WAT IS DE OPLOSSING VOOR ...? c. HOE KUNNEN WIJ ... VERBETEREN?

Definities: Creatief denken is : probleemnuttige benaderingen of oplossingen genereren door gebruik te maken van denktechnieken gericht op het ontsnappen aan bestaande concepten, conventies, structuren en weerstanden. Methodologie: Door eenvoudige DOE-CODES de technieken van creatief denken aanleren Idee-gevoelige voordeelgebieden (IGV’s): Het is nuttig een voorraad IGV’s aan te leggen om stof te hebben om je creativiteit op uit te leven! 1. Hiertoe bakenen we eerst een algemeen gebied af, waar wij door na te denken iets kunnen aan verbeteren. Bijvoorbeeld: “Het hotelwezen” 2. Vervolgens bepalen we een specifieke IGV binnen dit gebied. Bijvoorbeeld: hoe hotelgasten meer geld in het hotel laten uitgeven? I.G.V.'s vind je door terug te denken van een specifiek idee of een provocatie "Po, we zetten er een casino in" kan leiden tot: - manieren om mensen door speciale attracties te lokken - manieren om geld te verdienen aan fundamentele menselijke behoeften - manieren om geld te verdienen aan niet-hotelgasten I


SITUATIE- OF PROBLEEMBENADERING: PONI

Positieve, negatieve & interessante aspecten

Een bestaande situatie benaderen we door positieve, negatieve en interessante aspecten te noteren. Interessante aspecten zijn aspecten met “bewegingswaarde”: elementen die kunnen veranderd of vervangen worden of gebruikt worden om mee te fantaseren. MOGELIJKHEDEN EN ALTERNATIEVEN ZOEKEN: Vervolgens zoeken wij mogelijkheden en alternatieven: GEVIMIT

Gewoon? Veranderen! – Impact? Idee! - Toepassen

VAGI NA

Voordelen? Alternatieven? Gevolgen? Interessante aspecten?

BAF

Bekijk alle facetten!

PO

Provocaties

GEVIMIT 1. We vinden mogelijkheden en alternatieven door ons af te vragen: “Wat vind ik gewoon aan deze situatie?” 2. Vervolgens een onderdeel wijzigen of laten vallen. De wijziging is krachtig wanneer gericht op een INTRINSIEK of BELANGRIJK onderdeel van het concept. Wijzigen of vervangen zijn minder krachtig dan laten vallen, maar leveren meer bruikbare ideeën op. 3. Dan stellen wij ons vragen over de impact van de veranderingen: (vagina): a. Voordelen? b. Alternatieven?

Als X niet voldoet, wat wel? Waar? Wanneer? Waarmee?

c. Gevolgen?

Nu, op korte -, middellange en lange termijn?

d. Interessante Aspecten? Stel dat ik eens …, wat dan? Het zou interessant zijn om te zien of …? 4. Daarna de bevindingen consolideren: wat we hebben gieten in een nuttig-idee vorm 5. En betere toepassingsvormen zoeken voor ons concept of idee. BAF PO De Bono ontwikkelde het systeem van "PO"-zinnen: elke zin ingeleid door "PO" is een provocatie, een techniek om uit de klassieke kanalen van ons denken te ontsnappen. Nadat wij de hoofdlijn van ons denken bepaald hebben (“wat vinden wij gewoon?”), gaan wij welbewust onlogische (absurde) hypotheses maken om te zien waartoe die leiden. (= onderdelen van de situatie wijzigen.)


ATTITUDES: Speculeer en gis Hoge emoties – lage emoties: Wat bepaalt onze actie? ... Wat nog? ZASOVIVIO

Werk systematisch in geval van meningsverschil (debat, onderhandeling)

SPEKULEER EN GIS, WEES ALERT VOOR HOGE EN LAGE EMOTI ES Als dat hier staat, kan dat impliceren dat …? Het ZOU KUNNEN DAT ....

/

MISSCHIEN ….

"Hoge emoties" bepalen onze akties. Wij beroepen er ons vaak op. "Lage emoties" zijn dikwijls even belangrijk, maar ze worden verdoezeld ZASOVIVIO Werk systematisch in geval van meningsverschil (debat, onderhandelen) 1. Bekijk de zaak vanuit het andere standpunt 2. Zoek de punten van overeenstemming 3. Zoek de irrelevante punten 4. Zoek de punten waarover een verschil van opvatting bestaat 5. Isoleer deze en onderzoek hoe fundamenteel de verschillen zijn.

TECHNIEKEN: WOVOW

Gewone provocatietechniek: weglaten, omkeren, vertekenen, overdrijven, wijzigen

TOVERVOGEL Willekeurige stimulatie: toeval, verband, voordelen, gebied 7-TRAPS

Zeventraps denktechniek: 1. waarom? 2. doel & IGV? 3. hoe? 4. documenteren 5. provoceren 6. beslissen 7.handelen

WOVOW Bij gewoon prooceren gaan we één of meerdere elementen weglaten, omkeren, vertekenen, overdrijven of wijzigen. TOVERVOGEL Door willekeurige stimulatie ontsnappen wij aan de beperkingen van het gewoon provoceren: 1. Neem een lijvig boek of woordenboek, 1e zelfstandig naamwoord op een toevallig bepaalde of willekeurig opengeslagen bladzijde, vanaf regel X. 2. Betrek dit op het werkgebied of probleem. Noteer alle ideeën. Mogelijke verbanden kunnen zijn: materiaal, vorm, functie, toepassingen …. Ideeën zijn manieren om iets te bereiken, vaak in antwoord op de vraag: “HOE?” 3. Zoek voor elk idee de voordelen en catalogeer ze per IGV (idee-gevoelig voordeelgebied) 4. Pik uw IGV en evalueer het grondig - zijn de ideeen rechtstreeks bruikbaar? - is het concept dat erachter zit bruikbaar? 5. Bewaar de andere ideeën voor later gebruik


Voorbeeld: Algemeen gebied:

Fast Food Sector

Gevonden zelfstandig naamwoord: hamer Productie van ideeën 1/ hamer = “doe het zelf gerief” -> zelf maaltijd produceren op beschikbare kookplaat 2/ hamer = “werkt door herhaaldelijk kloppen” -> element “resultaat door herhaling” -> herhaalde bezoeken stimuleren -> bv door voordeelkaart 3/ hamer = “instrument om tent te bevestigen” -> campeerders -> “camping pakket” lanceren: voedingspakket voor gans weekend 4/ hamer = “bestaat uit steel en kop – gemakkelijk vast te houden” -> speciale vorm van tussendoortjes voor chauffeurs, eetbaar met één hand. Voordelen zoeken voor elk idee en catalogeren per IGV : 1/ de kookplaat:

promotie, kostenreductie, margeverbreding

2/ de voordeelkaart: omzetvergroting, cliëntenbinding 3/ camping pakket:

promotie, omzetvergroting

DE ZEVENTRAPS DENKTECHNIEK: 1. Waarom doe ik het? Wat zijn mijn strevingen? (hoge – lage emoties) 2. Wat is mijn doel? Wat wil ik bereiken? : IGV bepalen (je gaat manieren zoeken om WAT te bereiken?) 3. Hoe ga ik mijn doel bereiken, in welke stappen daar geraken? Stappen = controlepunten waar proces kan gestopt of herzien worden. Zij laten een terugtocht toe als onze beslissing achteraf tegenvalt. 4. Documenteren: informatie verzamelen en analyseren (PONI – BAF) 5. Provoceren, veranderen van elementen (GEVIMIT – BAF – VAGINA – WOVOW – TOVERVOGEL) 6. Beslissen: maak een keuze uit de aangedragen alternatieven (zie hierna: “10 beslissingsmehodes”) 7. Handelen: Breng beslissing in praktijk


TIEN BESLISSINGSMETHODES 1. De dobbelsteenmethode

Laat het toeval beslissen. Bevalt de beslissing je? doe het dan!

2. Easy Way

Kies de gemakkelijkste, natuurlijkste weg

3. PONI

Doe een poni een beslis op basis van de aanwezige positieve, negatieve & interessante aspecten.

4. Advokaat des duivels

Welk alternatief lijkt het minst slechte?

5. Ideal Solution

Schrijf de ideale oplossing op. Check welk realistisch alternatief dichtst in de buurt komt?

6. Best External Impact

Als je niet agressief en gespierd bent, opteer je best niet voor doorslaggevende oplossingen ...

7. Wat Als - Methode

Als er een wat-als vraag is die de keuze onaantrekkelijk maakt, heb je het hoofdmotief voor je beslissing gevonden.

8. Welke oplossing overleeft de cruciale eisen? vb: dure reparatie aan auto oplossingen/eisen 1.

repareren

2.

nieuwe auto kopen

3.

occasie kopen

4.

leasing

prijs

vaste kosten betrouwbaarheid

comfort

X X

X X

X

(X = punten waarop de oplossing NIET voldoet) 9. Full Matrix methode

Alle oplossingen worden in een matrix beschouwd

10. Cove of Vencap-methode Alternatieven worden geĂŤvalueerd in functie van de (belangrijkste) strevingen. Cove = comfort, vrees, economie Vencap = veiligheid, economie, nieuwigheid, comfort, affectie, prestige. Voorbeeld: grootmoeder is ziek Oplossingen

comfort

vrees

economie

1.

in huis nemen

zorgen!

Problemen?

Goedkoopst

2.

verzorgster

ok

ok

ok

3.

bejaardentehuis

ok!

Wat zeggen zeer duur fam & buren?


FAHLIKAFT: IN TIEN STAPEN NAAR EEN AHA-BELEVENIS Formuleer het concrete probleem Aanvaard het probleem als opdracht Herformuleer het probleem vb:

Het kwaliteitsprobleem: “is de kroon van goud?” wordt een kwantitatief probleem (volume meten)

Logische analyse en pogingen om tot een oplossing te komen gebruiken tot uitputting, zodat een frustratiegevoel ontstaat omdat er geen oplossing gevonden wordt. Incubatie: probleem uit het hoofd zetten Onder impuls van de blijvende frustratie wordt het probleem onderbewust verder behandeld -> in het onderbewust kan het overvloeien in andere referentiekaders en associatiecontexten dan deze opgelegd door het logisch denken. Katalysator kan hierbij helpen: toeval, provocatie, willekeurige stimulatie, (zie voorbeeld hieronder) Aha-erlebnis: over een denkbarrière heen wordt een probleemnuttige verbinding gerealiseerd tussen twee tot dan toe niet associabele associatiecontexten. (noteer direct!) Formuleer het ontstane inzicht Toepassing van het inzicht op probleemoplossing en eventueel andere toepassingsmogelijkheden uitwerken VOORBEELD VAN EEN TOEPASSING VAN DE FAHLIKAFT: DROOMASSOCIATIE 1. FORMULERING Patiënt is geënerveerd: kan zich vanuit zijn authentieke dieptestructuur niet aanpassen aan zijn omgeving. Als gevolg van de lichamelijke en psychische spanningen die hierdoor optreden, kan hij niet normaal meer functioneren. 2. & 3. AANVAARDING PROBLEEM EN HERFORMULERING Levenssituatie patiënt dient veranderd of hij dient zich aan te passen, maar dit laatste kan slechts als hij inzicht krijgt in zijn eigen dieptestructuur. Dit inzicht kan onder meer via droomanalyse verkregen worden. 4. LOGISCHE AANPAK TOT UITPUTTING MIDDEl.EN A/ Patiënt vertelt droom B/ Psycholoog tast at: “Waar doet element X van droom U aan denken? (buiten droomcontext) C/ Patiënt antwoordt met voor de hand liggende associatie. Aangespoord door psycholoog zoekt hij binnen het aldus gevormde logische denkdomein naar andere associaties. D/ Als psycholoog denkdomein gedefinieerd heeft, zet hij patiënt, wanneer deze geen associaties meer vindt, aan om in een ander denkdomein verder te zoeken: "al wat U opnoemt is Y of Z, maar waar doet X U nog meer aan denken?") E/ Uiteindelijk vindt de patiënt geen associaties meer -> uitputting logische middelen. 5. FRUSTRATIE WORDT OPGEWEKT "Jammer, maar het ziet er naar uit dat al onze inspanning voor niets is" (stel je voor: patiënt heeft lang moeten wachten op een droom die hij kon vertellen, heeft zich vrij gehouden voor visite, betaald, hoop op oplossing gekoesterd, .... )


6. HET PROBLEEM WORDT IN INCUBATIE GENOMEN Psycholoog vervolgt (met blik op uurwerk, tijd is nog niet om): “vertel maar eens wat er deze week zoal gebeurd is." Hij probeert tijdens het relaas van de patiënt door zijn houding (verveeld, door venster kijken, geeuwen, ... ) diens frustratie nog te verhogen. 8. AHA-ERLEBNIS Als de patiënt een inval heeft, pikt psycholoog daar direct op in: “Waarom glimlach je? wat is daar grappig aan?" Hij suggereert nooit antwoorden, vestigt enkel de aandacht en gebruikt de nieuwe denkbedding die de patiënt aanbracht: 9 & 10 FORMULERING ONTSTANE INZICHT & TOEPASSING OP PROBLEEMOPLOSSING Element X heeft een symbolische betekenis. Eens die duidelijk is, kan men zich ook afvragen wat de symbolische betekenis is van de andere elementen uit de droom.


CLICHÉ DOORBREKEND DENKEN Welke prikkels wij weerhouden hangt af van: 1. Toeval 2. Struktuur van aandachtsmechanisme: we zeven aangeboden informatie, dit om overbelasting te voorkomen. 3. Belangstelling: we kunnen onze aandacht richten. 4. Prikkel intensiteit: de voetklapper die naast ons ontploft, merken we altijd op! 5. Reeds aanwezige informatie: Herinnerings- en herkenningselementen. In gesprek bv blijven we gemakkelijker stilstaan bij nieuwe aspecten bij een gekend thema. 6. Vermoeidheidsfactor: we geraken rap iets beu en zoeken dan wat anders om onze aandacht op te richten. 7. Beschikbare energie: wat in focus aandacht staat, wordt steeds ter verwerking doorgelaten. Bij lagere aandachtsgraad, vermindert de verwerkingsbereidheid. Gestalttheorie: 1. We zien "losse” prikkels als een figuur tegenover een achtergrond. 2. Continuïteitsprincipe: een eenmaal waargenomen figuur wordt dominant en blijft behouden tijdens de informatieverwerking. 3. Associatiewetten: waaraan doet een woord ons denken? 1) WET VAN NABIJHEID

in tijd, ruimte, betekenis, vorm, functie ...

2) WET VAN TEGENGESTELDEN

wit/zwart – groot/klein …

3) WET VAN COMLEMENTARITEIT deel/geheel – vb: veter/schoen 4) WET VAN CAUSAL I TE I T

oorzaak/gevolg – vb: pijn/wonde

5) WET VAN ANALOGI E

nabijheid, verban - vb: berk/eik rook/pook

4. Dominanties: wie meer dan gemiddeld in tegenstellingen denkt, zal dit ook op andere vlakken doen argument/tegenargument - aanval/verweer 5. Associatiepatronen: a) Enkelvoudig bloemenpatroon: vertrekt steeds vanuit zelfde punt voorbeeld: lucifer

sigaret

as

BLOEMPATRONEN LEIDEN TOT UITPUTTING – DE ANDERE PATRONEN IN PRINCIPE NIET

rond

glas

ongezond


b) Samengesteld bloemenpatroon

BISOCIATIE = probleemnuttige associatie tussen 2 termen die behoren tot 2 tussentijds onderling onverenigbare referentiekaders. Waarom onverenigbaar? logische en/of emotionele (culturele, ... ) barrière Tussentijds? Het kan jaren, een gans (individueel) leven, eeuwen (maatschappelijk) duren tot plots een idee of gebeurtenis de tussentijdse barrière sloopt. Dit proces bespoedigen is precies één van de doelen van creatief denken. c) Kettingpatroon: men keert niet terug naar vertrekpunt voorbeeld: asbak -> lucifer -> hout -> boom -> ... Een kettingpatroon kan opgebouwd zijn uit een combinatie van andere patronen, voorbeeld: een bloem-ketting-combinatie d) Ringpatroon: wanneer het vertrekpunt plots opnieuw opduikt in ketting voorbeeld: asbak -> lucifer -> hout -> boom -> houthakker -> papier -> vuur -> sigaret -> asbak -> … WAT IS NU HET VERBAND MET CREATIEF DENKEN? Kennis van de informatie uit dit hoofdstuk biedt mogelijkheden tot bewust CLICHE-DOORBREKEND DENKEN: 1) Wij kunnen bisociaties zoeken door middel van verbanden tussen verschillende patroondelen. 2) Wanneer het moeilijker wordt associaties te vinden kan een bewust STOP! ANDER GEBRUIK I ANDERE VOORSTELLING I ANDERE BEGRIPSINHOUD… telkens weer nieuwe associatiecontexten opleveren die ontstaan vanuit de centrale visie en dan telkens weer op hun beurt aanleiding geven tot het genereren van onvermoede nieuwe associatietermen. 3) Bij-opdrachten (vb: de suggestie te denken volgens een kettingpatroon), leveren een verandering van de associatieve werking op. Andere bij-opdrachten kunnen zijn: denk alleen aan concrete dingen, abstracte dingen, afwisselend een c en een a ding, klankassociaties eigennamen, zelfstandig naamwoord, werkwoord, ..., werk naar een bepaalde eindterm toe, vorm 2 of 3 alternatieve kettingen van X naar Y, al dan niet met lukrake tussenterm ingelast, maak ook ketting van Y naar X , bouw bepaalde volgorde in (vb elk woord moet groter zijn dan voorgaande - inzake aantal letters of materieel groter. Wordt een minimum aantal associaties bepaald, dan kunnen we ons verplicht zien bepaalde grenzen te overschrijden. vb: groot-groter-grootst-…God-??? Snel werken verhoogt de kans dat associatiesprongen ontstaan.


Door deze technieken gaan wij (tijdelijk) via andere patronen denken en treden andere vormen van kritische reactie en evaluatie op. De techniek van het creatief denken berust immers op de generatie van alternatieve waarneming door het doorbreken van dominante patronen. De techniek van het creatief denken berust immers op de generatie van alternatieve waarnemingen door het doorbreken van dominante patronen. Hoe kunnen we nog alternatieve waarnemingen genereren? 1. Door veranderde emotionele instelling. Vaak onbewust: vb: boom wordt man bij angst. 2. Door vermoeidheidsfactor te benutten. Als we iets lang blijven bekijken, zien we soms in een flits de dingen anders) 3. Door bewust hiertoe vershafte aandachtrichtende info. (cfr psycholoog) 4. Door onze informatie te confronteren met andere informatie van buiten (de verandering van het waterpeil in het bad van Archimedes. ) 5. Door trial & error 6. Door bewust en oordeelkundig te zoeken naar andere patronen, gebruik makend van de volgende technieken van het creatief denken: TECHNIEKEN VAN CREATIEF DENKEN Stroomschema’s voor creatief denken (contradictie in terminis?) 1. Standaard associatiepatroon beïnvloeden 2. Voorbij de fout gaan 3. Eindpunten overschrijden 4. Frustratie en incubatie benutten 5. Bewust, stelselmatig en provocatief alternatieven zoeken 6. Bewust,stelselmatig en provocatief barrières zoeken en overschrijden 7. Bewust,stelselmatig en provocatief barrières overschrijden zonder ze eerst op te spore, 8. Meditatie 9. Denken met geactiveerde zintuiglijke voorstellingen 10. Invallen activeren 11. Brainstormen 12. Synectics 1. ONS EIGEN STANDAARD ASSOCIATIEF PATROON BEINVLOEDEN zie bespreking associatiepatronen hiervoor 2. VOORBIJ DE FOUT GAAN Het domein van zekerheden, de comfortzone, durven overschrijden op zoek naar probleemnuttige visie-veranderingen. Bijvoorbeeld: om een beroeste nagel uit eiken balk te kunnen trekken, moet men hem er eerst wat dieper durven inkloppen om zo de roesthechting los te maken. 3. EINDPUNTEN OVERSCHRIJDEN Overschakelen op ander denkpatroon - vb: wat is groter dan God? Godin! 2 letters groter! 4. FRUSTRATIE EN INCUBATIE BENUTTEN Na uitputting der logische middelen ook de onlogische overwegen. Helpt ook dat niet: andere prikkels zoeken, werkstuk laten liggen. Bij hardnekkig probleem: periodes van geconcentreerde aanpak afwisselen met incubatieperiodes.


5. BEWUST, STELSELMATIG EN PROVOCATIEF ALTERNATIEVEN ZOEKEN. Ook als het probleem opgelost is. Doel stellen: ik wil 3 oplossingen! Denk aan de klassieke valkuil bij ontwikkeling nieuwe producten: de concurrent neemt uw oplossing als vertrekpunt en komt met nog iets beters voor de dag. 6. BEWUST, STELSELMATIG EN PROVOCATIEF BARRIERES ZOEKEN EN OVERSCHRIJDEN. A/ DE PROBLEEM-FORMULERING KAN BARRIERES INHOUDEN. Herformulering kan horizon-verbredend werken. vb: in plaats van: “hoe krijg ik volk in winkel?”, vertrekken van: “Hoe krijg in volk in onze straat?” Soms volstaat het de volgorde der termen te wijzigen om tot nieuwe denkpatronen te komen. B/ VOOR-ONDERSTELLINGEN KUNNEN BARRIERES VORMEN. Ik, mijn familie, bedrijf, groep, beschaving '" hanteren eigen "denkramen". Sommige nemen de vorm aan van vooronderstellingen. Sommige à-priori's werken soms hinderend voor probleemoplossing. -> noteer de vooronderstellingen besloten in de probleemformulering -> zoek wat mislukte pogingen tot oplossing gemeen hebben. Deze gemeenschappelijke kenmerken wijzen op een gevestigd patroon. Doorbreek dit om alternatieve oplossing te zoeken. DE WONDERFORMULE IS: "STEL DAT PATROON/BARRIERE/VOORONDERSTELLING X NIET VAN TOEPASSING IS, HOE KAN IK HET PROBLEEM DAN OPLOSSEN? " -> stel dat een punt wel een oppervlakte heeft - dan kan er meer dan 1 rechte door twee punten -> stel dat ik niet enkel 2-dimensioneel denk - . .. dan is de som van de hoeken van een driehoek meer dan180° (cfr wereldbol: meridianen staan loodrecht op evenaar, maar komen toch samen aan de polen) C/ GRAFISCHE VOORSTELLING VAN PROBLEMEN EN/OF OPLOSSINGEN KAN GEMEENSCHAPPELIJKE PATRONEN AAN HET LICHT BRENGEN. D/ INHOUD VAN ABSTRAKTE BEGRIPPEN IN VRAAG STELLEN: Eigen definitie opschrijven en vervolgens onderdelen wijzigen of weglaten. 7. BEWUST, STELSELMATIG EN PROVOCATIEF BARRIERES OVERSCHRIJDEN ZONDER ZE EERST OP TE SPOREN. A/ DE FOUTGRENS OVERSCHRIJDEN: Van meet af aan tegen de logica in werken en vanuit "foute" positie nieuwe invalshoeken op het probleem ontdekken. -> vb: door provocatief opdelen Neem een (belangrijk) element van de formulering en splits het op in twee gelijke delen. Noteer de ideeën die elk der delen bij Je wakker roepen en splits opnleuw. Na enkele opdellngen hee!t men een aantal Ideeën bereikt die totaal vreemd zijn aan het oorspronkelijke probleem. Slaagt men erin deze toch binnen de algemene probleemcontext terug te brengen, - iets waarvoor een visie verandering vereist is -, en laat deze visieverandering toe een Oplossing te genereren, dan is er bisociatie opgetreden. B/ AANWENDEN VAN DE "STOP-ANDER-GEBRUIK"-TECHNIEK Met voorkeur voor de onmogelijk geachte gebruiksalternatieven. C/ TECHNIEK VAN HET KNETTERGEK FORMULEREN Vb: probleem: buizen diam 2 m verschepen = duur -> knettergek: we verschepen die buizen niet -> hoe dan wel? doodlopende vraag -> wat dan wel? goten nemen veel minder plaats in


D/ PROVOCATIEF AANWENDEN VAN ANALOGIEEN "analoog" = deels gelijk, deels verschillend, maar elementen van gelijkheid domineren. vb: stoel & bank: analoog, want allebei om op te zitten. De 1e term noemen we “onderwerp”, de tweede “analogon”. De analogiebasis kan groot (Grammy Smith / Golden) of klein (appel / hazelnoot) zijn. In het kader van het creatief denken, speelt dit geen rol: we zoeken ORIGINELE verbindingen vb: mis en ei hebben allebei wat met schaal te maken. Soorten analogieën: zie infokader hieronder E/ PROVOCATIEF GEBRUIKEN VAN TOEVALLIGE PROBLEEM-VREEMDE INFORMATIE Nadat we vruchteloos ons probleem probeerden op te lassen, houden we het probleem (of een deel ervan) vrijblijvend in ons aandachtsveld, zonder nog direct naar een oplossing te zoeken. Tevens nemen we willekeurige probleem-vreemde informatie binnen ons aandachtsveld. ~Let wel goed op dat deze informatie echt willekeurig is. vb: boek blz ... of winkel X, rij Y, schap Z) vb: Foto met betrekking tot ons probleem en willekeurige foto uit magazine naast elkaar leggen en samen bekijken. Na enige tijd begint onze aandacht over te springen tussen belde toto's, deel en geheel .. Het kan gebeuren dat we na een tijd een betekenisloze waarneming voor ogen krijgen, gevolgd door versmelting van beide informatie-elementen. Lukt het niet direct? Af en toe herhalen!

SOORTEN ANALOGIEEN 1. DE METAFOOR

Humaniseren van planten, dingen, dieren & omgekeerd: een man als een boom, een zoutloze tekst, een kerselaar in trouwgewaad

2. DE PERSOONLIJKE ANALOGIE probleem-

Hoe zou ik me voelen als ik een element uit de stelling was?

3. DE BOEKTITEL ANALOGIE:

Het cruciaal punt van het probleem wordt uitgedrukt in twee woorden die in een paradoxale relatie met elkaar

staan (een adjectief en een abstract zelfstandig naamwoord. vb: gesloten openheid, beperkte beweging, gevaarlijke veiligheid i. Iemand anders ziet het probleem misschien totaal anders, wat kan tot uiting komen door de gekozen boektitel en als een flits van inzicht kan werken. ii. Hoe lost de natuur de paradox van mijn boektitel OP, Vervolgens link leggen met ons probleem en een probleemnuttige koppeling trachten te realiseren. 4. DE FANTASTISCHE ANALOGlE: We denken de dingen in een universum waarvan we zelf de wetten creëren en veranderen.


8. VIA MEDITATIE WAT? Emotionele onthechtinng, die toelaat onze problemen sereen tegemoet te treden. THEORIE: 1. Minimale auditieve of visuele prikkel in de aandacht nemen (vb: OUM) 2. Telkens interne of externe prikkel optreedt, deze uitschakelen door de volledige aandachtscapaciteit aan de minimale prikkel te besteden 3. Door constant de gekozen prikkel in volle aandacht te houden, krijgen andere prikkels geen toegang tot onze aandacht. 4. Al gauw\v treedt aandachtsvermoeidheid op t. o. v. "onze prikkel" Toch wordt hij telkens weer aangediend. Mettertijd gaat aandacht voor onze prikkel over in een ijl bewustzijn van bewustzijns-aanwezigheid. 5. Het denksysteem komt zo in toestand van volledige receptiviteit, zonder dat er enige prikkel wordt verwerkt (transcendentie). 6. Bij terugkeer uit deze toestand, blijft de receptieve attitude nog even behouden en worden de prikkels “anders” waargenomen: zonder invloed van al onze conditionering en vooroordelen. Vanuit deze deze nieuwe waarneming kunnen totaal nieuwe visies ontstaan. PRAKTIJK:

(2x/dag te herhalen)

1. Ga in comfortabele houding zitten, de ogen gesioten 2. Ontspan alle spieren, van voet tot hoofd: 1st spannen, dan ontspannen. (niet te veel aandacht aan techniek besteden) 3. Rustig adem halen aan neus en daar aandacht aan besteden. 4. Aan eind van iedere ademhaling "0UM" herhalen 5. 20-tal minuten volhouden 6. Daarna nog een tijd rustig blijven zitten, met de ogen gesloten 9. DENKEN MET GEACTIVEERDE ZINTUIGLIJKE VOORSTELLINGEN 1. We ontspannen ons volledig, met ogen gesloten. Klemtoon ligt op ontspannen en behaaglijk voelen. 2. Language picture in rustige, beeldsuggestieve taal beschrijven we gedetailleerd een waarneming van opvallende schoonheld. (ui t onze herinnering of verbeelding.) 3. Naarmate de beschrijving vordert, laten wij onze gevoelsmatige betrokkenheid bij de schoonheidsevarlng groeien. We proberen zo volledig mogelijk onze totaalervaring over te brengen, maar steeds via visuele voorstellingsbeschrijving. 4.

Soms krijgt men een markant duidelijker beeld van een of ander detail voor ogen. Dit is een verhoogd-zintuiglijke waarnemlng. (kan ook met geluid bereikt worden.) Wij "zoomen" hier direct op in. De kans bestaat dat bepaalde fijne details ons nog sterker voor ogen komen.

5. Na voltooiing language-pIcture ogen openen en noteren op welke momenten de beelden plots intenser werden. 6. Regelmatlg oetenen: Gaandeweg treden "flashes" vaker op als gevolg van positieve feedback. Oetenen mag zowel steeds met dezefde ervaring of thema, ofwel met andere "aangrijpende" herinneringen of fantasieën. Gaandeweg bestrijken de flashes een groter gezichtsveld (niet alleen details) en duren ze Langer -> dagdroomfenomeen


TOEPASSING VAN DENKEN MET GEACTIVEERDE ZINTUIGLIJKE VOORSTELLINGEN IN VISIECREATIEVE CONTEXT: Vorm- of functieanalgon zoeken Vorm een "beeldenketting" vertrekkend van een bepaalde voorstelling en zonder te verbaliseren. Noteer wanneer een vorm-analgon opduikt (d.i.: een beeld dat naar vorm gelijkt op de vertrekvoorstelling.) of een functie-analgon (andere functie voor het getoonde beeld of een ander beeld met dezelfde of een gelijkaardige functieJ) Hoe een beeldenketting maken? 1.

AANDACHTSVERVAGING, MEDITATIE

2.

VERTREKBEELD IN GEDACHTEN NEMEN MET GESLOTEN OGEN: beeld oproepen, scherpstellen, laten vervagen

3.

NIEUW VOORSTELLINGSBEELD LATEN OPDOEMEN laten duidelijke worden, scherp stellen, vervaging

4.

GEWOON WACHTEN TOT EEN NI EUW BEELD OPDOEMT ...

10. INVALLEN ACTIVEREN Situaties die ontevredenheid opwekken zijn een bron van energie: we wíllen die veranderen. Maar, als we niet ontevreden zijn, waar halen we dan de energie vandaan om te proberen de situatie anders te zien, te veranderen? Zoek bij voorkeur een lievelingsdomein of thema ... en oefen stel je elke dag enkele vragen en bedenk een vooraf bepaald aantal oplossingen. Wat zou er gebeuren indien ... ; stel dat ... , En indien ik nu eens ... in plaats van .... Werk bij voorkeur gestruktureerd: OPDRACHT -> PROBLEEM -> POGINGEN TOT ANALYSE EN OPLOSlNG -> INCUBATIE -> KATALYSERENDE TECHNIEKEN -> BISOCIATIE ->~ UITWERKING PROBLEEMNUTTIGE OPLOSSINGEN Waar liggen de opportuniteiten? Uitsparen van tijd, geld, inspanning, ... Verhogen van rendement, productie, motivering, human contacts, … Verminderen van spanningen, verplaatsingen, hinder, geluid, … Atspraken: Concentreer U telkens op één heel precies probleem. Is het té algemeen, verdeel het dan in subproblemen. LIEGEN MAG - * - DENKEN MOET

INCONSEQUENTIES MOGEN

ENGAGEMENT IS EEN VEREISTE

"OPEN" HOUDING

UITSTEL VAN OORDEEL: KRITISCHE EVALUATIE VAN DE IDEEEN IS VOOR LATER


11. BRAINSTORMEN 1. PROBLEEMSTELLING 1. Briefing met tijd voor vragen en bijkomende verduidelijking 2. Herformulering van het probleem in één zin: Iedereen doet dit voor zich, dan worden alle zinnen besproken tot er uiteindelijk één overblijft, waar iedereen zich in vindt 3. Alle reacties worden genoteerd, met oog voor verschillende invalshoeken bij formulering, nuances in aandachtvestiging, Ie kiemen van oplossing, suggesties voor extra informatie, invallen. 4. Ernstige concentratie op het probleem: wat zijn de denkrichtingen? 5. Einde bijeenkomst -> incubatieperiode van een paar dagen tot een paar weken. 2. EIGENLIJKE BRAINSTORM 1. Verzamelen van de resultaten van de incubatieperiode. Dit gebeurt snel, zonder ruimte voor kritische opmerkingen. Na herhaling van het probleem worden de verzamelde resultaten aan iedereen bezorgd. 2. Tussenbrainstorm: Een Iudiek en aan de opdracht totaal vreemd probleem wordt aangebracht en in de stijl van een brainstorm behandeld: 1. Ideeën genereren zonder kritiek of in detail uit te werken. Iedereen moet actief meedoen (quantity breeds quality). 2. Door te knippen met de vingeren geeft men aan dat men wil inpikken op een eerder vernoemd ldee. -> Krijgt voorrang wegens cross-fertilizatlon. 3. Freewheeling: komen ideeën in bepaalde bedding terecht, zal animator een "lukrake" bedenking binnenbrengen in de context om daar rond nieuwe associaties te laten ontstaan. 3. De grote ldeeënronselling (max 1~ a 20 minuten): Na de tussenbrainstorm wordt de aandacht terug op het eigenlijke probleem gebracht, zo mogelijk via een of andere associatie met de ludieke brainstorm. Valt de ldeeënstorm stll -.> aanmoedigen door •

Creativiteitstimulerende vragen

Suggesties tot koppeling van reeds genoemde ideeën

Lukrake term binnen brengen

Vooronderstellingen, beddingen aanduiden analogieën zoeken

Wordt alles te "direct aanvaardbaar": met een paar gekke suggesties een vrijere aanpak stimuleren. 4. Structureren van de resultaten. Alle ideeën worden genummerd, over lopen & voorgelezen. Ziet iemand een verband tussen 2 ideeën (eender welke soort), meldt hij dat: na het idee worden dan ook de volgnummers van deze ideeën


3. NA-GENEREREN VAN IDEEEN 1. Gebeurt individueel of in informele samenwerking. 2. Iedereen "stapt" regelmatig ''In'' en "uit" het probleem. 3. Het probleem wordt op diverse manieren benaderd (creatief denken.) 4. Tussendoor wordt literatuur over het onderwerp doorgenomen. 5. Regelmatig laat men het probleem met de nodige emotionele energie (frustratie) over aan het onderbewuste. 6. Plots opkomende ideeën, hoe dwaas en irrelevant ook, NOTEREN. 7. De bestaande oogst aan ideeën dient als platform voor nieuwe combinaties of generatie van totaal nieuwe ideeën Mits echt engagement levert deze periode van AFWISSELENDE INCUBATIE / CONCENTRATIE tot 3 x meer probleemnuttige ideeën op dan beide voorgaande fases samen. 4. CRITISCHE EVALUATIE VAN ALLE IDEEEN 1. Alle in fase 3 gevonden ideeën worden aan iedereen bezorgd. 2. En worden in groep scherpkritisch geëvalueerd en ingedeeld in 4 groupen: 1. Waardeloos 2. Waardevol als uit te werken suggestie 3. Waardevol als invalshoek 4. Waardevol, maar niet ter zake dienend 3. Tussen de deelnemers gebeurt een evaluatie met klemtoon op: werden de spelregels gevolgd? Werden denkbeddingen doorbroken? welke barrières werden niet overschreden? 4. Er wordt een rapport opgesteld voor de opdrachtgever. Enkel de ideeen van groepen::2 en 3 worden hierin vermeld. Voor groep 3 wordt aanbevolen de ideeën verder te laten ontwikkelen in nieuwe brainstorm, in labo, in studiedienst, in ... BEDENKING: Brainstormen levert vaak veel ideeën op, maar zelden ideeën die buiten de gangbare logica liggen. Andere technieken hebben niet tot doel veel ideeën te genereren, maar wel een zo groot mogelijke sprong buiten de gevestigde denkbeddingen mogelijk te maken op zoek naar een originele en probleemnuttige invalshoek van voorbij de logische en/of emotionele barrières, Bv: Synectics


12. SYNECTICS Inleiding Synectics wordt vooral gebruikt om zeer gesloten en taaie problemen uit de solutie-belemmerende denkbeddingen te helpen lichten . Men stelt zich met een minimale opstelling tevreden, namelijk reeds van zodra er een nieuwe en belovende invalshoek werd gegenereerd. Wordt tevens een oplossing denkbaar, zoveel te beter -> technici zullen de concrete vormrealisaties op basis van het probleem + de nieuwe, belovende invalshoek + de eventuele visie op oplossing proberen te realiseren. Deelnemers oefenen zich voorat grondig in het gebruik van metatoren en van alle soorten analogieën. Iedereen studeert ook vooraf het verloopschema grondig in. Fase 1 1. 2. 3. 4.

Aanbrengen van het probleem Analyse en uitleg door expert. Waarom is probleem zo gesloten? Vragen - antwoorden, spontane reacties door deelnemers en antwoord hierop door expert. 1edereen formuleert het probleem zoals hij het zou willen aanpakken.

Fase 2 De aandacht van de deelnemers wordt trapsgewijs uit de concrete probleemcontext verwijderd. Toch blijft er steeds een subconsciente binding, omdat men steeds bezig blijft met metaforen en andere analogieën die oorspronkelijk met de probleemformulering verband houden. VAN BELANG IS: BEELDENDE, EMOTIONEEL-SUGGESTIEVE EN MATAFORISCHE TAAL. 1. WENSFORMULERING van het probleem met aanwenden van metaforen. (humaniseer technische, "techniseer” menselijke problemen) vb: ik zoek middel om bosbranden te bestrijden. wens = hoe kan ik bosbrand doen zelfmoord plegen? 2. ANALGON IN DE NATUUR zoeken waarin iets uit de wensformulering wordt aangewend. Bij voorkeur analgon met bevreemdend karakter. 3. BOEKTITEL-ANALGON zoeken: paradoxaal lijkende combinatie van een adjectief en een (abstract) substantief, waarin U een analogie onderkent met een der gegenereerde beelden of situaties. vb: blussende brand, dappere angst, welwillende tegenkanting 4. ANALGON IN DE NATUUR zoeken waarin de gestelde paradox als het ware opgelost wordt. 5. OPWAARDERING: verrijk gevonden voorbeeld met metaforen en verduidelijkingen. FASE 3 1. Forceer, vertrekkend van het analgon, een belovende nieuwe invalshoek op het probleem. Forceer koppelingen vanuit al wat ge over het analgon weet naar het cruciale punt in het probleem toe. 2. Herhaal eventueel de demarche vanaf fase 2, punt I, of: a. Kies lukrake termen en visualiseer ze goed. b. Maak open associatie-kettingen, steeds verdergaand vanaf de laatste associatie. Weerhoud enkel goed te visualiseren termen. Vergaar zo +- 100 termen. c. Kies twee termen die geen uitstaans hebben met het probleem en ook onderling associatief ver uit elkaar liggen. d. Maak geforceerde analogieën tussen de gekozen termen: noteer al wat ze gemeen hebben. “Gekke" en vergezochte metaforen mogen. e. Leg nieuwe relaties tussen de elementen van het probleem en elk der twee gekozen termen of tussen het probleem en de reeds gevonden analogieën.


Nuttige Links: http://www.flandersdc.be/nl/diensten/tools/cursus-creatief-denken (met gratis cursus) http://www.inspiration-company.nl/event-opleiding_creatief_denktrainer.htm (betalende cursus) http://www.lulu.com/spotlight/Jaimelavie?searchTerms=personal+life+coaching (gratis downloadbare cursus personal (life) coaching


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.