Maguza 82 - oktober 2010

Page 1

maguza ZORGMAGAZINE VAN HET UZA – OKTOBER 2010 – #82

Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 81, Tijdschrift – kwartaalblad, okt – nov – dec 2010, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

dOssier pediatrie

verstandig sporten Laat je screenen

burn-out Waar rook is, is vuur

facturatie Tureluur van de factuur?

Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen

samen vechten tegen kanker WWW.MAGUZA.BE


advertentie

ORTHOPEDIST - BANDAGIST

Bij aankoop van 1 paar diabetische schoenen

Bezoek onze ruime toonzaal Discrete pasruimte

GRATIS

1 paar diabetische kousen (tot eind september)

Studiedienst Goed uitgeruste werkplaatsen Traditioneel maatwerk Moderne technologieën en technieken Grote keuze artikelen van hoogstaande kwaliteit

Met deskundig advies

Speciaalzaak leefcomfort RIZIV 1/6/10422/96/100 - 1/6/27017/88/200

Turnhoutsebaan 92-94 • 2100 Deurne • Tel: 03/326 11 30 • fax: 03/326 06 79 • info@schaeps.be • www.schaeps.be Maandag 10 -18 u, dinsdag tot vrijdag 9-18 u, zaterdag 9 -13 u • Tram 10, bus 33, 410, 411 en 412 • GRATIS PARKING O R T H O P E D I E • B A N DAG I S T E R I E • S C H O E N E N • I N VA L I D E N WAG E N S • H O M E C A R E • R E VA L I DAT I E

www.schaeps.be


geld maaKt niet gelUKKig O

p het eerste gezicht lijken ziekenhuizen onaantrekkelijke onderne­ mingen. De sector is overgereguleerd en de overheid is zelf een actieve ondernemer. Artsenassociaties hebben veel macht, want zij bepa­ len de activiteit. Patiënten hebben hoge verwachtingen en toenemende eisen. De snelle vooruitgang in medische technologie doet de kosten steeds sneller stijgen.

Investeerders zien de gezondheidszorg als een internationale groeimarkt

Wie wil in die sector investeren? Wereldwijd wordt er nochtans hard geboden voor ziekenhuizen. Dit jaar zijn er door holdingmaatschappijen in de Verenigde Staten, Australië, Singapore, Nieuw­Zeeland en andere landen honderden ziekenhuizen opgekocht om ze te reorganiseren tot winstgevende bedrijven voor de aandeelhouders. De reden is dat inves­ teerders de gezondheidszorg zien als een internationale groeimarkt. In de Verenigde Staten speelt ook de nieuwe ziekteverzekeringswet van Obama: ziekenhuizen moeten investeren in dure informaticatoepassin­ gen die kleinere non­profitziekenhuizen zich niet kunnen permitteren. Dus worden ze opgekocht door grote ketens, zoals HCA. Die ziekenhuis­ groep haalde in mei 4,5 miljard dollar op door naar Wall Street te trekken voor een kapitaalsverhoging. Vier jaar geleden werd HCA gekocht door een investeringsmaatschappij voor 33 miljard dollar. De aandeelhouders kregen over 2009 een dividend uitbetaald van 1,75 miljard dollar. De keerzijde: slecht verzekerde patiënten worden geweigerd, bij te late betaling wordt aan de patiënten 18% interest aangerekend, bij wanbeta­ lers wordt onmiddellijk overgegaan tot inbeslagname, dure zorg wordt niet verleend. De reden? Ziekenhuisketens die te zacht omgaan met hun patiënten, maken te weinig winst en halen geen vers geld op op de beurs. Patiënten zijn er toch genoeg, door de ver­ oudering van de bevolking komen er altijd nieuwe patiën­ ten bij. De Amerikaanse manier om met gezondheidszorg om te gaan blijft onbegrijpelijk voor een Europeaan. Ondertussen in België: van alle Europeanen zijn de Belgen het meest tevreden over de kwaliteit van hun gezond­ heidszorg. Volgens de Eurobarometer vindt 97% van de Belgen de kwaliteit van de zorg goed tot zeer goed, ook al klagen de mutualiteiten in de komkommertijd dat de zie­ kenhuisfacturen niet steeds correct zijn.

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder

maguza 003


advertentie

advertentie

Nirwana verwent u en uw rug.

Er is geen betere plek als thuis. U voelt zich er veilig en goed, omringd door uw familie en de dingen waarvan u houdt. Zelfs al gaat het nu wat minder, waarom zou u niet uw vertrouwde plek een beetje naar uw hand zetten. Voor kortere of voor langere tijd.

CAIR verhuurt: -

Electrisch verstelbare hoog-laag bedden Bijhorende nachttafels op hoogte Relax-zetels met sta-op functie Allerhande accessoires

DC090202 Š Dimitri Cools / foto: Š Getty Images

Mooi, comfortabel en functioneel zorgmeubilair huren Reeds meer dan twintig jaar selecteert en adviseert Nirwana op onafhanke lijke en transparante wijze oplossingen voor gezond liggen, zitten en gaan: van ergonomische slaapsystemen, stoelen, tafels en relaxzetels, tot en met kantoor- en kindermeubilair, babyproducten en schoenen. Nirwana verwent u en uw rug.

Open van dinsdag t.e.m. zaterdag van 10u00 tot 18u00. ONAFHANKELIJK ADVIES VAN ONZE KINESISTEN I DIENST NA VERKOOP

Uw voordelen: -

U verblijft thuis Goedkoper dan kopen Geen opslagproblemen Flexibel Volledige dienstverlening

Voor meer informatie, bezoek onze website www.cair.be of maak een afspraak. CAIR, een divisie van INTERIOR RENT NV Tel.: +32 3 860 77 03 - Fax: +32 3 860 77 01 info@cair.be - www.cair.be Bedrijvenpark De Veert 3 - 2830 Willebroek

www.nirwana.be I De Bruynlaan 127 2610 Antwerpen I 03-820 98 30


in dit nUmmer

medisch

010

multidisciplinair Oncologisch centrum

010

Het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA) brengt alle kankerexperts bij elkaar. Het verhaal van Kim, die al zes jaar vecht tegen borstkanker.

013

Mondprothese tegen slaapapneu: een multidisciplinair klinisch pad

014

S.P.O.R.T.S. Een sportmedisch onderzoek kan blessures en ander leed voorkomen

gezond

028

Koorts!

028

Koorts in tien vragen

031

Burn­out: waar rook is, is vuur

zorg

036

034

De ziekenhuisfactuur: tureluur van de factuur?

036

Een klinisch pad voor de knieprothese

038

Een tweede mening: taboe of hulpmiddel?

Knieprothese

Kinderen zijn VIP’s in het UZA: Very Important Patients Prof. dr. José Ramet

022

Van kinderkwaaltjes tot ingrijpende ziekten die soms al heel vroeg toeslaan.

pediatrie

019

DOSSIER PEDIATRIE en verder

016

de grenzen van de vruchtbaarheid

015

U zegt? Spataders

016

UZA 2020. De grenzen van de vruchtbaarheid

037

Onvergetelijk

039

Witjas De borstverpleegkundige maguza 005


dOOrgelicht

006


Mensen met aan beide kanten een heel ernstig gehoorverlies door schade aan het binnenoor, kunnen op een bepaald moment niet meer worden geholpen met gewone hoortoestellen. Een cochleair implantaat (CI) kan dan een oplossing zijn. Een CI is een elektronische prothese die via een operatie wordt inge­ plant in het binnenoor. Achter het oor wordt een spraakprocessor gedragen. Een CI zet het geluid om in elektrische pulsen die rechtstreeks de gehoorzenuw stimuleren. Het CI vervangt het binnen­ oor waardoor de patiënt opnieuw klanken, geluiden en spraak kan horen. Kinderen die doof geboren worden, kunnen zo een nor­ male spraak en taal ontwikkelen. Op de foto ziet u in het slakkenhuis de elektrode met de ver­ schillende elektrodecontacten. Bovenaan in de schedel zit de refe­ rentie­elektrode. Het plaatje eronder is het implantaat. De geluidsoverdracht van de spraakprocessor naar het implantaat gebeurt via een spoel die met een magneet op het hoofd wordt bevestigd. De dienst neus­, keel­ en oorziekten van het UZA heeft met zijn CI­ team onder leiding van prof. dr. Paul Van de Heyning een jarenlange expertise opgebouwd en al zo’n 650 patiën­ ten geholpen met een CI. De dienst is internationaal vooraanstaand en is wereldwijd betrokken bij verschillende CI­projecten.

Weer hOren danKzij implantaat

maguza 007


KOrt

EX-PATIËNTEN SCHENKEN

MAGUZA in

uw mailbox Wilt u op de hoogte blijven van wat er verschijnt in MagUZA? Abonneer u dan op onze elektronische nieuwsbrief. Bij het verschijnen van een nieuwe edi­ tie van MagUZA, krijgt u telkens een overzicht van de voornaamste artikels. Zo hoeft u niets te missen!

Patiënten die chemotherapie ondergaan, kunnen last krijgen van een pijn­ lijke ontsteking van de slijmvliezen in hun mond en keel. Een onco­laser kan daar komaf mee maken. De patiëntenvereniging De stamcellen van Sanguine schonk onlangs zo’n onco­laser aan de dienst hematologie. De stamcellen van Sanguine is opgericht door enkele ex­leukemiepatiënten. De vereniging zamelt geld in om de dienst hematologie van het UZA finan­ cieel te ondersteunen, met als ultieme doel het comfort van de leukemiepa­ tiënten te vergroten. De onco­laser kan de levenskwaliteit van de patiënten die chemotherapie ondergaan aanzienlijk verbeteren. Door de ontstoken slijmvliezen hebben patiënten immers niet alleen pijn, maar ook moeite met spreken, slikken en eten. De onco­laser kan de ontsteking genezen, en zelfs voorkomen. De dienst hematologie werkt daarvoor samen met de afdeling tandheelkunde. www.destamcellenvansanguine.be

Schrijf u in via www.maguza.be in de rubriek Nieuwsbrief

Uza op kop in Antwerpen In een grote ziekenhuisenquête bij 1500 Vlamingen heeft het UZA opmerkelijk goed gescoord. In de top 10 van Vlaamse ziekenhuizen staan we op de vierde plaats, en in de provincie Antwerpen zelfs op de eerste stek. De deelnemers hielden bij hun beoordeling rekening met de kostprijs van de behandelingen, de communi­ catie daarover en de vriendelijkheid van het personeel.

rugoperatie: NA 1 In augustus zorgde UZA­neurochi­ rurg dr. Ricky Rasschaert voor een primeur. Als eerste arts in België verving hij bij twee patiënten een deel van de ruggenwervel door een kunstimplantaat: de Hydrolift. Het grote voordeel is dat de patiënt de dag na de operatie alweer op de been is. Bij de klassieke operatie kan dat twaalf weken duren. Bij ernstige rugproblemen moet soms een deel van ruggenwervel worden weggenomen. Bij bepaalde

tumoren is dat het geval, of bij heel complexe breuken van de wervelko­ lom. Tot nu werd in de plaats donor­ bot of elders weggenomen bot van de patiënt geïmplanteerd, maar het resultaat was nooit optimaal. De Hydrolift is een implantaat dat tus­ sen de wervels wordt geplaatst en perfect aanpasbaar is aan de wer­ velkolom van de patiënt. Dr. Ricky Rasschaert gebruikte het al bij twee patiënten met een ernstige breuk in de rug. Doordat de patiënt

agenda activiteiten in het UZA Het UZA organiseert geregeld activiteiten voor patiënten en hun familie. Surf naar www.uza.be/agenda om op de hoogte te blijven. Een greep uit de activiteiten van de komende weken: » Infoavonden voor partners van kankerpatiënten: dinsdag 12-10, dinsdag 26-10,

008

dinsdag 9-11, dinsdag 23-11, dinsdag 7-12 » Infoavonden over borstkanker: chemo brain: dinsdag 26-10 seksualiteit na borstkanker: dinsdag 7-12 » Prenatale infoavonden: maandag 8-11, maandag 15-11 » Vermoeidheid bij kankerpatiënten:

dinsdag 23-11 » Schoonheidsverzorging voor kankerpatiënten: donderdag 16-12 infO www.uza.be/agenda Informatiesessies oncorevalidatie: Het multidisciplinair oncologisch team ontwikkelde


Innas El Naggar

onco-laser

Rio Weberman

Laura Servranckx

TEKENWEDSTRIJD:

de winnaars!

DAG AL OP DE BEEN heel snel weer mobiel is, verzwak­ ken zijn spieren veel minder, wat de revalidatie veel korter maakt. Vooral jongere patiënten die een ernstige breuk opliepen bij een arbeidsonge­ val of een verkeersongeval zullen er baat bij hebben.

samen met de dienst fysische geneeskunde een revalidatieprogramma om kankerpatiënten te begeleiden en te ondersteunen. Enerzijds is er de fysieke revalidatie, anderzijds zijn er gespreksgroepen en infoavonden rond verschillende thema’s. Voor meer informatie, neem contact op via T 03 821 50 72.

Maar liefst 38 kinderen namen deel aan de tekenwedstrijd die we aankondigden in MagUZA 81. De tekeningen die we kregen toegestuurd, waren echte kunstwerkjes en bovendien heel persoonlijke impressies van het thema Kinderen in het ziekenhuis. In het dossier, van p. 19 tot p. 26 ziet u enkele mooie voorbeelden. De jury – bestaande uit de MagUZA­vormgeefster, de MagUZA­hoofdredacteur en Ingrid Maervoet en Kim Heps van de dienst pedia­ trie – beoordeelde de inzendingen. De winnaars van de wedstrijd zijn, van jong naar oud: Laura Servranckx (5), Rio Weberman (8) en Innas El Naggar (10). Zij krijgen elk 2 tickets voor Plopsaland toegestuurd. We wensen hen veel plezier! En aan alle jonge tekenaars hartelijk dank voor hun inzending!

Voor ons vaccin gebruiken we afweercellen van de leukemiepatiënt zelf. Onderzoekers van het UZA en de UA hebben, in wereldprimeur, een vaccin ontwikkeld om acute myeloïde leukemie bij volwassenen te behandelen. Patiënten kunnen er drie tot vier jaar langer mee leven. Het volledige artikel leest u in de rubriek Nieuws op www.maguza.be maguza 009


medisch

Kanker

010


behandelen: het verhaal van Kim

Kankerpatiënten in het UZA worden sinds dit jaar behandeld in het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA). Een van hen is borstkankerpatiënte Kim Van de Voorde (33), die al twee keer een harde

Slecht nieuws  Zes jaar geleden gaat Kim – op dat moment 27 – voor een routinecontrole langs bij haar gynaecologe in het UZA, dr. Inge Beckstedde. De arts voelt een bolletje in haar linkerborst. Ze verwijst Kim door naar de dienst radiologie voor een echografie, gevolgd door een punctie en een mammografie. Kim: ‘De uitslag was niet goed, ik moest meteen terug naar het UZA komen. Daar kreeg ik te horen dat ik borstkanker had. Gelukkig werd ik goed opgevangen.’ ‘Als we bij een patiënt kanker ver­ moeden of vaststellen, doen we eerst bijkomende onderzoeken’, zegt prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en coördinator van het MOCA. ‘Daarop stippelt het multidisciplinaire team de behandelingsstrategie uit. Afhankelijk van de therapie wordt de patiënt naar een specifieke arts doorverwezen.’  De eerste operatie  Dr. Beckstedde en prof. dr. Yves Jacque­ myn, diensthoofd gynaecologie, vertel­ len Kim dat ze in aanmerking komt voor een borstsparende operatie, gevolgd door chemotherapie. Diezelfde dag gaat ze langs bij oncologe dr. Manon Huizing. ‘Kanker wordt nooit door één arts behandeld’, licht Peeters toe. ‘Een multidisciplinaire aanpak is cruciaal. De patiënt moet een volledig aanbod krijgen: niet alleen op het vlak van behandeling, maar ook wat psycho­ logische en sociaal-maatschappelijke ondersteuning betreft. Daarom bren­ gen we patiënten kort na de diagnose

in contact met een maatschappelijk werker en een psychologe. In de toe­ komst gaan we ook werken met onco­ logische verpleegkundigen. Zij zijn de brug tussen de patiënt en de rest van het team en begeleiden hem door­ heen de behandeling. Nu al vervult de borstverpleegkundige die taak voor de borstkankerpatiënten.’ Voor Kim is het bang afwachten tot de operatie. Van de ingreep hangt immers veel af. Peeters: ‘De bevindingen tij­ dens de operatie en de weefselanalyse achteraf op de dienst pathologische anatomie zijn doorslaggevend voor de diagnose en de verdere behandeling. Op basis daarvan wordt opnieuw met het multidisciplinaire team besproken wat er verder moet gebeuren. Dat blijft zo tijdens de rest van de behandeling. Elke koerswijziging of nieuwe stap in de therapie wordt in teamverband bekeken.’ Vijf dagen na de diagnose wordt Kim geopereerd door prof. dr. Jacquemyn. De tumor blijkt vlak naast een lymfe­ klier te liggen. Onderzoek op nucleaire geneeskunde lijkt aanvankelijk gerust­ stellend: de klieren in Kims oksel zijn niet aangetast. Analyse van de lymfe­ klier toont echter aan dat die wel kan­ kercellen bevat. Dat verandert de zaak.  De tweede operatie  Ongeveer een maand later moet Kim een tweede keer onder het mes, deze keer voor een volledige amputatie van haar linkerborst. Ook de lymfeklieren uit haar linkeroksel worden verwijderd.

strijd tegen haar ziekte moest leveren. Een verhaal van vallen en opstaan. Omdat haar tumor heel hormoongevoe­ lig is, geeft dr. Huizing Kim de optie om bij die tweede operatie meteen ook haar eierstokken te laten verwijderen. Daar­ mee zouden haar genezingskansen licht stijgen. Maar Kim vindt die ingreep te drastisch. Als alternatief krijgt ze medi­ catie die de hormoonproductie stillegt. Na de operatie wordt Kim wakker met een pijnlijke arm. De kinesitherapeute komt langs voor lymfedrainage. De dagen erna ziet ze nog een aantal andere

Onderzoek met menselijk gezicht Als universitair centrum hecht het MOCA veel belang aan wetenschappelijk onderzoek. Om behandeling en diagnostiek in de toekomst nog verder te verfijnen, worden patiëntengegevens en weefselstalen regelmatig benut voor research. De klinische studies worden gecoördineerd en begeleid door verschillende studieverpleegkundigen. ‘Tussen de patiënten en de studieverpleegkundigen is er een nauw contact’, zegt prof. dr. Marc Peeters. ‘Zij zien de patiënt om een studie voor te stellen of onderzoeken te doen, maken afspraken voor hem en zijn het aanspreekpunt als er klachten zijn. Op die manier krijgt de studie voor de patiënt een menselijk gezicht en is de stap om deel te nemen kleiner.’

maguza 011


medisch

Dr. Manon Huizing en verpleegkundige Isabelle Ratinckx van het oncologisch en hematologisch dagcentrum met Kim

mUltidisciplinair OncOlOgisch centrUm antWerpen Sinds 2003 moeten ziekenhuizen die kanker behandelen dat doen via een oncologisch zorgprogramma. Dat stelt specifieke eisen aan de geboden zorg. Tegelijk werden via het Nationaal Kankerplan de middelen verhoogd, zowel voor ondersteunende zorg als onderzoek. ‘In het UZA hebben we ervoor gekozen een stap verder te gaan dan de wettelijke vereisten’, zegt prof. dr. Marc Peeters. ‘Dat heeft geleid tot de oprichting van het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), een overkoepelende structuur voor iedereen die in dit ziekenhuis aan kankerbehandeling doet. De verschillende soorten kanker worden gegroepeerd in tien tumorclusters. Zo is er de cluster van de borsttumoren, die alle specialisten ter zake samenbrengt, zoals gynaecologen-chirurgen, radiologen, oncologen, radiotherapeuten, anatoom-pathologen en artsen van de nucleaire geneeskunde. Samen stippelen ze voor elke patiënt de beste behandelingsstrategie uit. Ook op het vlak van onderzoek biedt de nieuwe structuur extra armslag.’

Prof. dr. Marc Peeters

infO 012

mensen, onder wie maatschappelijk wer­ ker Lies Van Gaelen en Anita van de zelf­ hulpgroep Naboram. Ze gaat naar huis met een voorlopige borstprothese. Vier weken later start Kim met che­ motherapie. Daarvoor komt ze telkens naar het dagziekenhuis. ‘Voor één sessie was ik al gauw een hele dag in het ziekenhuis’, vertelt ze. ‘Gelukkig zorgden de verpleegkundigen van het daghospitaal heel goed voor me. Die bemoederen echt hun patiënten. Ook met de vrijwilligster maakte ik regelma­ tig een praatje.’ de draad weer oppikken Na de chemotherapie wordt Kim verder behandeld met medicatie. Vanaf dan gaat ze nog driemaandelijks op con­ trole. Jaarlijks is er ook een uitgebreid onderzoek, met onder meer een bots­ can, MRI en CT­scan. Gaandeweg groeit het vertrouwen. Kim besluit met volle teugen van het leven te genieten. Ze gaat weer aan de slag, maakt werk van haar plannen om avondschool te volgen en slaat geen feestje of activiteit over. Zo’n drie jaar na haar amputatie laat ze een borstreconstructie uitvoeren. hervallen Alles gaat goed tot een noodlottige dag in januari, iets meer dan drie jaar na haar tweede operatie. Tijdens een ver­ gadering op het werk voelt Kim opeens een bolletje in haar hals. Wat eerst lijkt op een onschuldige zwelling van een lymfeklier, blijkt later een uitzaaiing te zijn. Verder onderzoek wijst uit dat meerdere lymfeklieren rondom de lin­ kerborststreek zijn aangetast. Na nieuw

MOCA (Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen), T 03 821 53 28

multidisciplinair overleg wordt als behandeling chemotherapie en radio­ therapie voorgesteld. Ook wordt gestart met Herceptine, een relatief nieuw medicijn dat goede resultaten geeft bij zogenaamde Her2/neu­positieve kankers. Patiënten die daaraan lijden, hebben een teveel aan het Her2­gen. Gelukkig slaat de chemotherapie goed aan. Voor de bestraling gaat Kim naar de Middelheimcampus van de Univer­ sitaire Radiotherapie Antwerpen, de gezamenlijke radiotherapiedienst van het UZA en ZNA Middelheim. Nu ze hervallen is, moet Kim haar kinderwens definitief opbergen. Hor­ monale schommelingen zouden haar gezondheid te zeer in gevaar brengen. Om de prognose te verbeteren, worden dat najaar haar eierstokken verwijderd. Kim heeft het daar heel moeilijk mee. Op aanraden van de oncoloog gaat ze met de psychologe praten. intussen … Vandaag gaat het goed met Kim. De weg terug was zowel fysiek als mentaal heel zwaar, maar ze kwam er bovenop en is weer halftijds aan het werk. Om de drie weken komt ze naar het dag­ hospitaal voor een infuus met Hercep­ tine en om de negen weken gaat ze op controle bij dr. Huizing. Met haar heeft ze door de jaren heen een goede band gekregen. ’Na mijn herval zag het er even slecht uit, maar ze hebben de kanker weer uit mijn lichaam gekregen. Vandaag lacht het leven me opnieuw toe en geniet ik elke dag van al het moois dat het leven te bieden heeft’, besluit Kim.


medisch

Bij de behandeling van snurken en obstructief slaapapneu met een mondprothese (MRA) zijn maar liefst vijf verschillende UZA-afdelingen betrokken. Om de patiënt zo vlot en efficiënt mogelijk te helpen, is er een klinisch pad uitgewerkt, dat door een 200-tal patiënten per jaar doorlopen wordt.

mUltidisciplinair Klinisch pad

mOndprOthese tegen

slaapapneU z

o’n 3% van de Belgen kampt met obstructief slaapapneu syndroom (OSAS), een aandoening waarbij de keel­ holte geheel of gedeeltelijk dichtklapt tijdens de slaap, waardoor zuurstoftekor­ ten ontstaan. De belangrijkste klachten zijn luid snurken, slaperigheid overdag en concentratiestoornissen. Op lange termijn lopen OSAS­patiënten een groter risico op hart­ en vaatziekten. Behande­ len kan met een bepaald type beade­ mingsmasker (CPAP), een mondprothese of via chirurgie. Ook maatregelen zoals gewichtscontrole en een aanpassing van de levenswijze horen erbij. Een mandibulair repositieapparaat (MRA) wordt vastgeklikt op de tanden en brengt de onderkaak tijdens het

Prof. dr. Marc Braem

Dr. Olivier Vanderveken

infO

slapen naar voren, zodat de luchtweg beter vrij blijft. Het kan aangewezen zijn bij snurken en bij lichte tot ern­ stige vormen van OSAS. Vaak gaat het om patiënten die de CPAP­behandeling niet kunnen verdragen. gestroomlijnd proces Vooraleer de patiënt het UZA buiten­ stapt met zijn MRA, legt hij een heel parcours af. Dat proces is nu gestroom­ lijnd en elke stap is vastgelegd in een multidisciplinair klinisch pad. Eerst gaan de neus­, keel­ en oorartsen na wat er precies aan de hand is, onder meer via een slaapendoscopie. Ter­ wijl de patiënt slaapt, wordt met een cameraatje de keelholte bestudeerd. De patiënt ondergaat ook een slaaponder­ zoek om de ernst van de ademhalings­ stoornis te bepalen. Vervolgens gaan tandartsen na of er geen tand­ of kaak­ problemen zijn. De volgende stap is een simulatie­ prothese, die net als de uiteindelijke prothese de onderkaak naar voren brengt. Om na te gaan welk effect dat heeft, worden er CT­scans gemaakt en wordt er opnieuw een slaapendoscopie gedaan, met en zonder simulatie­pro­ these. Vervolgens beslist het multidis­

ciplinaire team of een MRA een goede oplossing zou zijn. Dan worden afdruk­ ken genomen van de tandenbogen en wordt het MRA gemaakt in het tand­ technisch labo. Ook na de plaatsing van het MRA wordt de patiënt verder opgevolgd. Bij ongeveer 70% van de geselecteerde patiënten levert een behandeling met een MRA goede resul­ taten op. alleen maar voordelen Tandheelkundige prof. dr. Marc Braem en NKO­arts Olivier Vanderveken zien in de nieuwe aanpak alleen maar voor voordelen. Braem: ‘De patiënt wordt strikter begeleid en de tijd van het behandeltraject is korter: tus­ sen het eerste telefonisch contact en de plaatsing van het MRA verlopen nu gemiddeld 90 dagen.’ Dankzij het zorgpad kunnen verschillende onder­ zoeken nu ook worden gebundeld op één en dezelfde dag. ‘De patiënt moet dus minder vaak naar het ziekenhuis komen. We kunnen nu op voorhand ook beter schetsen wat de patiënt kan verwachten. Een klinisch pad is een intern instrument om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren, en dat is hier zeker het geval,’ besluit Vanderveken.

Dienst tandheelkunde: T 03 821 33 89; Dienst neus­, keel­ en oorziekten: T 03 821 33 85 maguza 013


medisch

Sportmedisch onderzoek Wie in het wilde weg begint te sporten, zonder te weten hoe zijn lichaam eraan toe is, kan voor onaangename verrassingen komen te staan. ‘Een preventief sportmedisch onderzoek kan blessures en ander leed voorkomen, op elke leeftijd’, zegt sportarts dr. Guy De Schutter.

I

n het Multidisciplinair centrum voor Screening, Preventie, Onderzoek en onderwijs, Revalidatie, Training en Sportgeneeskunde (S.P.O.R.T.S.) van het UZA kunt u terecht voor preventieve sportmedische onderzoeken of keurin­ gen, voor behandeling van sportletsels en trainingsadvies op maat. ‘Eigenlijk zou iedereen die wil beginnen sporten, zich eerst moeten laten onderzoeken,’ zegt dr. Guy De Schutter. ‘Dat geldt voor

014

info

Sporten met kinderen en jongeren die intensief beginnen sporten even goed als voor volwassenen. Als je ouder bent dan 35, geen al te goede leefgewoonten hebt en al jarenlang geen sport hebt gedaan, is zomaar beginnen sporten zelfs rond­ uit onverantwoord.’  Hart en gewrichten  Tijdens een preventief sportmedisch onderzoek wordt zowel naar de con­ ditie van hart- en bloedvaten gekeken als naar het bewegingsstelsel. Cardio­ vasculair onderzoek is belangrijk om onderliggende hartproblemen op te sporen. Het gebeurt immers regelmatig dat sporters – ook jongeren – bezwij­ ken op het sportveld. ‘Tot ongeveer 35 jaar vormen vooral aangeboren hartaf­ wijkingen het grootste risico. Boven de 35 jaar gaat het meer om aandoenin­ gen die met aderverkalking of athero­ sclerose te maken hebben.’ Daarnaast wordt nagegaan of er geen verhoogd risico is op sportletsels, als gevolg van bijvoorbeeld platvoeten, O-benen, X-benen, rugafwijkingen …

S.P.O.R.T.S. T 03 821 42 02, sports@uza.be, www.uza.be/sports

Het onderzoek verloopt altijd volgens hetzelfde stramien: » De sporter vult een vragenlijst in, over zijn levenswijze, familiale ziek­ tegeschiedenis, eventuele alarm­ signalen die kunnen wijzen op cardiovasculaire problemen, eerdere sporten, eerdere letsels enzovoort. » Dan volgt een klinisch onderzoek, onder meer van hart en longen, bloeddruk, lengte en gewicht. » De volgende stap is een orthope­ disch onderzoek. De arts bekijkt de beweeglijkheid van de gewrichten en kijkt de lichaamsbouw na op onevenwichten of afwijkingen. » Tot slot volgen een elektrocardio­ gram (EKG) van het hart in rust en een longfunctiemeting.  Niet iedereen kan lopen  Als uit dat eerste onderzoek blijkt dat er mogelijk een probleem is, worden nog extra onderzoeken gedaan, zoals een inspannings-EKG, een uitgebreid hartonderzoek, een loopbandanalyse, of wordt de sporter in kwestie door­


U ZEGT?

verstand

Spat Hoe krijg je spataders?

Spataders in de benen ontstaan doordat de klepjes

in de aders lekken. Daardoor zakt een gedeelte van

het naar boven gestuwde bloed weer naar bene­

den. Vervolgens zetten de aders uit en vormen zich spataders. De aanleg ervoor is gedeeltelijk erfelijk.

aders

verwezen naar een andere dienst, bij­ voorbeeld pneumologie als er sprake is van astma. ‘Eerst wordt het probleem behandeld; daarna kan men sporten. Als het gaat om iets dat niet te behan­ delen is, wordt een passende sport gezocht, die bijvoorbeeld bepaalde gewrichten niet belast. Zo is lang niet iedereen gemaakt om te lopen.’ Door je te laten onderzoeken voor­ aleer je begint te sporten, kun je heel wat leed voorkomen. ‘Wij zien hier vaak mensen met sportletsels die ze hadden kunnen vermijden. Zelfs kleine afwijkingen aan voeten of knieën kun­ nen problemen opleveren als je begint te lopen of te fietsen. Ook moet je bepaalde basiseigenschappen bezitten om te sporten: een basisconditie, de nodige kracht en de nodige stabiliteit in bekken en rug.’ De sportarts kan u ook adviseren over hoe u het sporten

Bent u vatbaar voor spataders, vermijd dan grote

hitte en langdurig rechtstaan. Dus liefst geen sauna, uitgebreid zonnekloppen of zonnebank.

Welke soorten zijn er?

De mildste vorm zijn blauwe of paarse lijntjes zonder verdikking, de zogenaamde spinnenweb­

ben. Dat is een louter esthetisch probleem, al is het behandelbaar. Meer opvallend zijn de koord­

vormige spataders die bovenop het been liggen en knobbels of zakjes vormen. Daarnaast zijn er ook

uitgebreide vormen die gepaard gaan met bijvoor­ beeld zwelling, dikke benen of voeten, een huidaan­

doening of pigmentvlekken. In het meest ernstige stadium vormt er zich zelfs een open beenwonde.

het best aanpakt. Zo overbelast u uw lichaam niet en daardoor blijft u boven­ dien ook langer gemotiveerd.  Sterfgevallen voorkomen  Sportmedische screening kan ook een groot deel van de gevallen van plotse dood tijdens het sporten voorkomen. ‘In Italië, waar een dergelijke screening ver­ plicht is voor competitiesporters, heeft men een opmerkelijke evolutie gezien. Normaal gezien komen bij sporters meer gevallen van plotse dood voor dan bij niet-sporters. Na 15 jaar screening van competitiesporters blijkt nu het omgekeerde: bij sporters komt plotse dood minder vaak dan bij niet-sporters. Een heel opmerkelijk resultaat.’ In het UZA worden jaarlijks ongeveer 500 preventieve sportmedische onder­ zoeken uitgevoerd. Omdat het gaat om een preventief onderzoek, wordt het niet terugbetaald.

Wanneer moet u naar de dokter?

Spataders die gepaard gaan met veranderingen op

de benen of met klachten zoals pijn of krampen, moet u altijd laten nakijken. Het probleem kan

namelijk verergeren, en huidcomplicaties door spataders zijn meestal onomkeerbaar.

Hoe behandelen?

Naast klassieke chirurgie worden spataders van­ daag ook meer en meer niet-invasief behandeld. In het UZA wordt vaak gekozen voor radiofrequentie-

ablatie (RFA), wat betekent dat de spataders wor­ den dichtgemaakt met behulp van geluidsgolven.

Die techniek wordt sinds kort ook gebruikt om

heel kleine spataders te behandelen. Een andere mogelijkheid is Foam Echo Sclerotherapy, waarbij er schuim in de aangetaste aders wordt gespoten.

Voordeel van die nieuwe behandelingen is dat ze

nagenoeg pijnloos zijn. Nadeel is dat het enige tijd kan duren tot de behandelde aders verschrompeld

zijn en dus onzichtbaar worden. Laserbehandeling

wordt in het UZA niet meer toegepast omdat ze vrij pijnlijk is en wordt nu vervangen door RFA. Klassieke chirurgie, waarbij de aders operatief worden verwijderd, is nog maar zelden nodig.

info

Dienst thorax- en vaatheelkunde, T 03 821 37 85 maguza 015


Uza 2020

Nu al krijgen vrouwen ouder dan zestig een kind, worden zaadcellen rechtstreeks uit de teelbal geoogst en laten vrouwen hun eicellen preventief invriezen voor later. Staat op de duur niets een kinderwens nog in de weg?

de grenzen van de

Wordt het ooit mogelijk om eicellen en zaadcellen te creëren?

embryonale stamcellen tot zaad­ en

mannen en vrouwen die chemotherapie moeten ondergaan, laten soms preventief sperma of een stuk eierstok invriezen. zal die laatste therapie nog verbeteren?

grammeerd, maar bij de mens is

eierstokweefsel

Delbeke: ‘Op dat vlak staat de stamceltechnologie

al

heel

ver.

Het is bewezen bij proefdieren dat

Prof. dr. Luc Delbeke, afdelingshoofd Centrum voor Reproductieve Geneeskunde

eicellen kunnen worden geherpro­

Delbeke: ‘Momenteel moeten we het

dat heel verre toekomstmuziek. De

maar op die manier zijn er nog maar

voortplantingscellen bevatten onze

veel koppels met vruchtbaarheidsproblemen worden geholpen met in-vitrofertilisatie (ivf), maar dat blijft een zware behandeling. Komt daar verandering in?

volledige genetische code. Het is

Prof. dr. Luc Delbeke: ‘Op termijn

cellen in de teelbal aanwezig zijn, de

zullen we heel waarschijnlijk meer terugkeren

naar

de

natuurlijke

cyclus. Nu wordt de vrouw hor­

monaal gestimuleerd om meerdere

eicellen te laten rijpen, zodat we op

Dr. Benny Verheyden, uroloog en androloog

het einde minstens één goed embryo kunnen terugplaatsen. Als we onze technieken nog verder kunnen ver­

fijnen en de kwaliteit van een eicel

dus absoluut cruciaal dat er bij het

maken van die cellen geen transcrip­ tiefouten gebeuren.’

Dr. Benny Verheyden: ‘Een aparte

groep zijn mannen bij wie er kiem­ voorlopers van zaadcellen, maar bij

wie er iets misloopt met de rijping.

opnieuw

inplanten,

een paar kinderen geboren. In de verre toekomst wordt wellicht in­vitro­

maturisatie (IVM) mogelijk. De eicel­

len worden dan niet in het lichaam, maar in een proefbuis tot ontwikke­

ling gebracht. De vrouw moet dan veel minder medicatie nemen, de pro­ cedure wordt minder omslachtig en de kans op succes groter.’

Verheyden: ‘Ook voor jongens die

Het is mogelijk dat we die kiemcel­

chemotherapie moeten ondergaan,

pen in een laboratoriumomgeving.

laten invriezen, komt er in de toe­

len in de toekomst kunnen laten rij­ Momenteel staat de overheid ech­

ter niet open voor die technieken, omdat ze die associeert met klonen.

maar te jong zijn om sperma te

komst waarschijnlijk een oplossing.

Bij hen kunnen we een stukje teel­

balweefsel afnemen en invriezen.

Later kun je daar de kiemcellen

vooraf beter kunnen beoordelen, kunnen we wellicht met één natuur­

hoe ver staat de wetenschap met baarmoedertransplantatie?

uithalen en die weer in de teelbal

lijk gerijpte eicel werken, althans bij bepaalde patiëntengroepen. Zo zou­

Delbeke: ‘Bij dieren wordt daarmee

techniek staat echter nog niet op

den we de zware hormonale behan­

geëxperimenteerd,

succes. Wellicht kan zoiets in de toe­

delingen kunnen terugschroeven.’

infO 016

vrUcht

met

komst ook bij vrouwen.’

Centrum voor Reproductieve Geneeskunde, T 03 821 36 84

wisselend

inbrengen. De veiligheid van die

punt. Wat als er in dat teelbalweef­ sel microscopisch onzichtbare kan­ kercellen achterblijven?’


baarheid en wat brengt de genetica? Delbeke: ‘Veelbelovend is de tech­

niek met de zogenaamde micro­ assay­diagnose. Door een druppel

Verheyden: ‘Grenzen en regels

sperma, op een chip aan te brengen,

strikt die moeten zijn. Twintig jaar

lichaamsvocht, bijvoorbeeld bloed of kun je te weten komen welke genen op dat moment geactiveerd zijn. Dat

is cruciaal omdat bepaalde lichaams­ processen, bijvoorbeeld de inneste­

ling van een embryo, in gang worden gezet door specifieke genen. Die

techniek zou heel belangrijk kunnen

worden binnen IVF. Een voorbeeld:

door wat baarmoederslijmvlies te analyseren op zo’n chip kun je bepa­

len of de tijd al dan niet rijp is om een embryo in te planten. Nu meten

we daarvoor de dikte van het baar­ moederslijmvlies, maar dat is maar een heel ruwe aanduiding.’

zijn nodig, maar de vraag is hoe geleden was er wettelijk veel meer mogelijk dan nu. Neem nu ICSI, de

IVF­techniek waarbij één zaadcel in een eicel wordt geïnjec­ teerd. Het succes van die behandeling is te danken aan een toevallige ontdek­ king. In een mum van tijd

raakte

die

techniek wereld­ wijd

Zoiets

verspreid. is

van­

daag ondenkbaar,

omdat alles bijzon­

der streng geregle­

menteerd is. Het is

vrouwen krijgen almaar later kinderen, soms zelfs op 70 jaar. zal die tendens zich doorzetten?

best mogelijk dat we

Delbeke: Als we ooit van elke stamcel

ben.

een eicel kunnen maken, is er theore­

tisch geen leeftijdsgrens meer. Maar

is dat ethisch verantwoord? Het is aan de maatschappij om daarin gren­

over 15 jaar nieuwe interessante

tech­

nieken zullen heb­ Maar

zullen

we ze ook mogen

toepassen? Dat is de vraag.’

zen te trekken. Dat geldt voor alle vruchtbaarheidsbehandelingen.’

maguza 017


advertentie

DE ULTIEME RELAXATIE

In het heelal houden alle astronouten hun knieën in een hoek van 128º wanneer ze zich ontspannen of slapen. Dit is de zero-gravity positie. In deze houding ontspannen alle been-, buik- en rugspieren maximaal. Hierdoor verdwijnt de spanning op de rugwervels en kunnen tussenwervelschijven maximaal recupereren. Dit is belangrijk voor topsporters en voor mensen met een intensief beroep. Maar bovenal, het is gewoon zalig voor iedereen.

ANDERS ZITTEN

UITVERKOOP MASSAGEZETELS OLYMPIC

ZEGRAMAX

e 3995 NU e 2750

e 2395 NU e 1500

Perfecte zero-gravity positie en de meest geavanceerde massage in 1 prachtige relaxzetel verwerkt. De verstelbare kopsteun, ergonomisch meebewegende armleuningen, rugverwarming en een massage van het zitvlak zijn extra pluspunten. Beter of sneller recupereren is onmogelijk, zaliger relaxen kan niet.

De Olympic biedt rol-, klop-, duw-, kneed- en een unieke stretchmassage. Er is keuze tussen verschillende programma’s en snelheden. Een draaibare voetsteun en een lighoek van 170° zijn andere pluspunten van deze lederen massagezetel.

LANCERING NIEUWE MODELLEN ERGORELAX:

-10%

tot einde november

Op vertoon van deze advertentie ***

(*** niet cumuleerbaar met andere advertenties)

OUDERE MODELLEN TOT UITPUTTING VOORRAAD e 1595 e 995 AAN STERK NU e 1345 NU e 695 VERMINDERDE PRIJZEN

Slaapcomfort – Relaxzetels

De Bedstee - Ergorelax

Open: ma-di-do-vr: 10 - 12.30 en 13.30 - 18.00u. Zaterdag: 10 - 12.30 en 13.30 - 17u. Gesloten op woensdag, zon- en feestdagen

Dorp 78 - 2230 Herselt - Tel.: 014 54 55 11 info@debedstee.be - www.debedstee.be - www.ergorelax.be


rUbrieK

dOssier pediatrie

vp erY

i

atients mpOrtant Kinderen zijn in het UZA geen gewone patiënten. Ze verdienen extra aandacht en een kindvriendelijke aanpak. De kinderartsen van de dienst pediatrie hebben elk hun specialisatie. Ze zien nierpatiëntjes, hartpatiëntjes, kinderen met mucoviscidose of diabetes … Want naast de normale kinderkwaaltjes slaan ingrijpende ziekten soms al heel vroeg toe.

maguza

ZORGMAGAZINE VAN HET UZA – OKTOBER 2010 – #82 maguza 0019


dOssier pediatrie

haast

is

Meer dan bij volwassenen kan de gezondheidstoestand van een kind razendsnel evolueren. Bij sommige symptomen mag je dan ook niet aarzelen om medische hulp in te roepen. Prof. dr. José Ramet, diensthoofd pediatrie, zet de voornaamste alarmsignalen op een rijtje.

p

aarsrode vlekjes op de huid die niet wegdrukbaar zijn, kunnen wij­ zen op een ernstige infectie of bloed­ vergiftiging, vooral als het kind een erg zieke indruk maakt. Soms zijn de vlek­ jes een symptoom van hersenvliesont­ steking of meningitis. In dat geval is er vaak sprake van hoge koorts, braken, sufheid en nekstijfheid. Bij baby’s zie je soms ook een uitpuilende fontanel. Hoge koorts is meestal het gevolg van een bacteriële of virale infectie. Koorts,

zelfs als die hoger is dan 39°C, is op zich niet ernstig. Als de koorts echter blijft aanhouden en niet zakt met een koortswerend middel, dan gaat het misschien om een ziekte die om een andere behandeling vraagt, bijvoor­ beeld met antibiotica.

meer plassen, diepliggende oogbollen, gewichtsverlies, droge slijmvliezen en bij baby’s een ingevallen fontanel. Ernstige uitdroging moet zeker wor­ den behandeld. In extreme gevallen kunnen de nieren of hersenen worden beschadigd.

Uitdroging. Als er geen evenwicht is tussen vochtverlies en vochtinname, meestal door braken en/of diarree, kunnen baby’s en peuters snel uitdro­ gen. Symptomen zijn minder of niet

Ademhalingsproblemen kunnen te wijten zijn aan een banale verkoud­ heid, maar ook aan een ernstige vorm van longontsteking of astma. Let vooral op bijkomende klachten zoals vermin­

zal het pijn dOen, mama? Uw kind moet binnenkort naar het ziekenhuis voor een opname of operatie. Wat kunt u doen om het zo goed mogelijk voor te bereiden? » Geef uw kind vooraf zo veel mogelijk informatie en moedig het aan om vragen

infO 020

te stellen. U kunt eventueel een lijst met vragen opstellen voor de arts. » Wees eerlijk. Maak uw kind bijvoorbeeld niet wijs dat het helemaal geen pijn zal hebben, als dat misschien wel het geval is. Stel het gerust door uit te leggen

Dienst pediatrie T 03 821 32 51

dat de dokter veel middelen heeft om die pijn te bestrijden. » Maak uw kind niet onnodig angstig. Beklemtoon de positieve aspecten, bijvoorbeeld dat het zich na de operatie beter zal voelen. Maak duidelijk dat

u vertrouwen hebt in het ziekenhuis en de artsen. » De dienst pediatrie heeft een brochure voor jonge kinderen waarin wordt uitgelegd wat een ziekenhuisopname inhoudt. Vraag ernaar op de raadpleging.


en spOed

sOms Wel gOed intensieve zOrg Op Kindermaat derd bewustzijn, een ongezonde kleur of blauw verkleurde lippen.

Voor kinderen kan een verblijf op intensieve zorg heel beangstigend zijn. Een kindvrien­ delijke aanpak maakt veel goed. Maar wat kan, en wat niet?

Braken is meestal onschuldig, maar soms ook niet. Vooral na een flinke val kan het wijzen op een hersenschudding of hersenbloeding. Projectielbraken, waarbij het braaksel als een projectiel wegschiet, kan bij een kind van jonger dan zes weken worden veroorzaakt door een verdikking van de sluitspier van de maag. Zoek zeker hulp als het probleem meermaals voorvalt en erger wordt. Als braken gepaard gaat met diarree, heeft het kind wellicht een maag­darmontsteking.

mogen ouders altijd bij hun kind? Dr. Jozef De Dooy, UZA­kinderintensivist: ‘Bij ons zijn ouders altijd welkom van 10 tot 20 uur. Daarbuiten hebben we liever geen bezoek, zodat er tijd is voor rust en verzor­ ging. Uitzonderingen zijn mogelijk, bijvoor­ beeld als een kind heel ernstig ziek is. Op onze eenheid intensieve zorg ligt elk kind in een aparte box. Ouders kunnen niet blijven slapen op de afdeling, maar kunnen soms een bed krijgen op de kinderafdeling. Voor andere familieleden gelden beperkte bezoekuren.’

U vertrouwt het niet. Neem bij twijfel het zekere voor het onzekere en contac­ teer een arts. Wees niet bang om overbezorgd over te komen. Liever een telefoontje te veel dan eentje te weinig.

» U mag vooraf altijd even met uw kind op de afdeling langskomen. » Laat uw kind favoriete spulletjes of speelgoed uitkiezen om mee te nemen. » Op de dienst pediatrie kunt u mee op de kamer overnachten.

zijn persoonlijke spulletjes toegelaten? De Dooy: ‘Zeker, we moedigen aan speelgoed en knuffels mee te brengen en eventueel de box op te fleuren, bijvoorbeeld met tekeningen van vriendjes. Als de verzorging het toelaat, mogen kinderen hun eigen pyjama dragen.’

» In april organiseerde het UZA samen met de faculteit geneeskunde het Teddy Bear Hospital. Kleuters tussen vijf en zeven mochten met hun knuffel langsgaan in een voor de gelegenheid ingericht miniziekenhuis. Artsen en stu-

denten lieten de kinderen zo op een ludieke manier kennismaken met een aantal medische en verpleegkundige procedures in het ziekenhuis. Er komt zeker een tweede editie. Hou de agenda in de gaten op www.uza.be.

is er extra aandacht voor pijnbestrijding? De Dooy: ‘Het UZA heeft een verpleegkun­ dige die gespecialiseerd is in pijnbestrijding bij kinderen. Zo kunnen we voor een prik de huid verdoven met pijnstillende zalf.’ zijn de kinderen zich bewust van hun verblijf? ze zijn toch vaak verdoofd? De Dooy: ‘Dat is waar, maar meestal wordt die verdoving geleidelijk afgebouwd. Zelfs een kind dat schijnbaar slaapt, krijgt vaak nog prikkels door. De aanwezigheid van de ouders is ook dan geruststellend. Dat merken we onder meer aan de hartslag en de bloeddruk.’ maguza 021


dOssier pediatrie

diarree: Elk kind heeft wel eens buikpijn of diarree. Meestal is dat onschuldig, maar soms is er meer aan de hand. Vooral als kinderen niet meer normaal groeien of bijkomen, of als er bloed bij de ontlasting zit, moet er een alarmbelletje gaan rinkelen.

p

vervelend OnderzOeK vermijden Een juiste diagnose stellen bij maag- en darmklachten is zeker geen eenvoudige klus. De klachten zijn vaak zo vaag of veelvoorkomend dat artsen terecht niet meteen voor een vervelend onderzoek kiezen. Bovendien is er in de beginfase van een ziekte vaak niet veel te zien in de maag of darmen. Dr. Els Van de Vijver: ‘Sinds kort kunnen we in de ontlasting een eiwit meten dat ons vertelt of er al dan niet ontsteking is in de darm. Als dat het geval is, zijn we sneller geneigd om tot een kijkonderzoek over te gaan. Zo kunnen we meestal vermijden dat een kind voor niets een ingrijpend onderzoek moet ondergaan.’

euters en kleuters hebben een snelle darmpassage. ‘Twee tot drie keer per dag ontlasting is perfect nor­ maal’, zegt dr. Els Van de Vijver, kinder­ arts maag­, darm­ en leverziekten. ‘Van diarree wordt pas gesproken als het kind veel vaker dan anders dunne ontlasting heeft. Meestal is een maag­darminfec­ tie de oorzaak. Uitdroging voorkomen is dan het belangrijkste. Normaal moet het probleem na maximaal twee tot drie weken achter de rug zijn.’ Een andere onschuldige vorm van diarree is peuterdiarree. De oorzaak ligt dan bij de voeding. Het kind krijgt meestal te weinig vetstoffen en te veel fruitsappen. Tot een jaar of vijf hebben kinderen immers nog volle melkpro­ ducten en voldoende gezonde vetten nodig. ‘Wat we tegenwoordig ook vaker zien, vooral bij lagereschoolkinderen, is buikpijn als een gevolg van stress’, ver­ volgt Van de Vijver. ‘Sommige kinderen ervaren te veel druk vanuit hun omge­ ving, bijvoorbeeld omdat ze na school van de ene hobby naar de andere hol­ len. Er is dan geen medisch probleem, maar er moet wel iets veranderen aan de levensstijl binnen dat gezin.’ Hardnekkige diarree kan ook worden

infO 022

Dienst pediatrie T 03 821 32 51, www.crohnsite.be


niet altijd zo onschuldig veroorzaakt door een parasitaire infectie. Als kinderen besmet voedsel of slecht doorbakken vlees hebben gegeten, kun­ nen zich wormen of parasieten in de darm nestelen. Om dat uit te sluiten bren­ gen ouders een of meer stoelgangstalen binnen. Zo’n infectie is gemakkelijk te behandelen met medicatie.  Coeliakie:  ziek van brood en koekjes  Een enkele keer is aanslepende diarree het gevolg van een chronische ziekte. ‘Vooral als het gewicht niet goed evo­ lueert, moet je verder kijken. Alarme­ rend is ook bloed bij de ontlasting of ’s nachts wakker worden van de diarree of buikpijn’, legt Van de Vijver uit. Soms blijkt dat een kind aan coeliakie of glutenovergevoeligheid lijdt. Die kin­ deren zijn allergisch voor de eiwitten in tarwe- of graanproducten. Door het contact met gluten raakt de darmwand vanbinnen beschadigd, waardoor veel minder voedingsstoffen worden opge­ nomen. Op de duur ontstaat er groei­ vertraging, ijzertekort, bloedarmoede en soms een vitaminetekort. De behan­ deling bestaat uit een glutenvrij dieet. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld geen gewone pasta, brood of koekjes kun­ nen eten.  Chronische darmontsteking  Zeldzamer zijn colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn, beide vormen van chronische darmonsteking. Die aan­ doeningen komen maar af en toe bij kinderen voor. Bij tieners valt de diag­ nose vaker. Van de Vijver: ‘De patiënten belanden hier omdat ze last hebben van aanhoudende diarree, buikpijn, vermoeidheid en soms bloed bij de

ontlasting. Als het probleem al lang aansleept, is er ook groeiachterstand en gewichtsverlies. We stellen de diagnose op basis van een gastro- en coloscopie, dat wil zeggen een kijkonderzoek van de maag en de darmen.’ Bij chronische darmontsteking wis­ selen rustige perioden zich vaak af met opflakkeringen. De patiënten nemen meestal levenslang onderhoudsmedi­ catie, aangevuld met aanvalsmedicatie om opstoten te onderdrukken. Tijdens onrustige perioden kampen ze vaak met aanvallen van diarree die ze moeilijk kunnen ophouden. Ook vermoeidheid is wel eens een probleem. ‘Het ziekte­ verloop is onvoorspelbaar. De ene dag kan het prima gaan, en de dag daarna loopt het opeens mis voor een paar weken. Dat maakt zo’n ziekte moeilijk om dragen’, aldus Van de Vijver.

‘Ik heb een kroon in mijn buik’ Sandra’s dochtertje Amber (7) heeft de ziekte van Crohn. Op een avond in mei werd het meisje opeens heel ziek. ‘Keer op keer had ze diarree met enorm veel bloedverlies. We reden naar de spoed en twee dagen later werden we naar het UZA doorverwezen. Uit een onderzoek van de maag en de darm bleek dat Amber de ziekte van Crohn had, een chronische ontsteking van de darmen. De eerste weken waren zwaar. Amber bleef maar bloed verliezen en vermagerde sterk, want door de pijn wilde ze niet meer eten. Op de duur kwam ze nog amper de zetel uit. Met medicatie is ze

er stilaan weer bovenop gekomen en intussen gaat het veel beter. Ze heeft veel minder pijn en weer gewone stoelgang. Een tweetal keer per dag moet ze wel heel dringend naar het toilet. We hebben daarom een plaspas aangevraagd, die we kunnen voorleggen als ze bijvoorbeeld in een winkel dringend moet gaan. Verder eet ze nog altijd te weinig en is ze vrij snel moe. Maar dat zou nog moeten beteren. Gelukkig worden we prima opgevangen door onze kinderarts en dr. Van de Vijver, die heel goed samenwerken. Amber zelf neemt het goed op. Ik heb een kroon in mijn buik, zegt ze zelf.’

maguza 023


dOssier pediatrie

OpgrOeien met Diabetes bij jonge kinderen en zelfs kleuters: wat vroeger zo goed als nooit voorkwam, is vandaag niet meer uitzonderlijk. Genezen kan voorlopig niet. ‘Maar dat zal over vijf of tien jaar wellicht anders zijn’, zegt pediater prof. dr. Raoul Rooman van het kinderdiabetesteam.

t

ype 2­diabetes, de zogenaamde ouderdomsdiabetes, komt in het algemeen veel vaker voor dan type 1­ diabetes. Kinderen worden echter bijna uitsluitend getroffen door de laatste vorm. In dat geval is er sprake van een stofwisselingsstoornis. Door­ dat de alvleesklier geen insuline meer aanmaakt, worden de suikers uit de voeding niet meer omgezet in energie. In de plaats daarvan stapelen ze zich op in het bloed, wat nefaste gevolgen kan hebben. Patiënten moeten daarom meermaals per dag hun bloedsuiker meten en insuline spuiten, afhankelijk van hun waarden en van wat ze gaan eten of hebben gegeten. verontrustende evolutie De laatste jaren is er bij type 1­diabetes een verontrustende verschuiving aan de gang: de diagnose wordt almaar jon­ ger gesteld. ‘Het aantal type 1­diabetici in de leeftijdscategorie van nul tot zes jaar is in tien jaar tijd verdubbeld’, zegt Rooman. ‘Een verklaring is er voorlopig

infO 024

Dienst pediatrie T 03 821 32 51

niet. Kinderen van twee of drie jaar oud behandelen, is een hele uitdaging. Niet alleen kunnen ze nog niets zelf doen, hun insulinebehandeling moet ook heel fijn worden afgesteld.’ In het UZA is er al jaren een kinder­ diabetesteam, bestaande uit twee art­ sen, drie verpleegkundigen­educatoren, één educator, twee diëtisten, een psy­ chologe en een maatschappelijk werker. ‘Na de diagnose worden de kinderen meestal een kleine week opgenomen’, vertelt Rooman. ‘Dat is nodig om hun bloedwaarden onder controle te krij­ gen, maar ook om hun ouders te leren hoe ze met de ziekte moeten omgaan. Er komt immers enorm veel bij kijken: bloedsuiker meten, insuline spuiten, een lage bloedsuikerspiegel herkennen, voeding … Eens de ziekte onder controle is, komt het kind meestal nog drie keer per jaar op consultatie.’ pizza op de weegschaal Diabetescontrole staat of valt met goede educatie en zelfzorg. Gaandeweg


leert het kind zelf verantwoordelijkheid dragen. Rooman: ‘Een driejarige laten we al zelf kiezen in welke vinger hij wordt geprikt. Zelf prikken lukt soms al op zeven jaar.’ Het team heeft een heel arsenaal aan educatieve midde­ len: poppen, boekjes, mappen, dvd’s … ‘Handig is ook onze zelfgeschreven voedingsatlas. Daarin wordt aan de hand van foto’s getoond hoeveel suiker er in diverse voedingsmiddelen zit. Zo ziet een kind meteen hoeveel suikers er zitten in bijvoorbeeld pizza of frietjes’, zegt Rooman. Diabeteseducatie is nooit af. Een kind

goed mee om gaan. Een echtscheiding of problemen met de ouders kunnen een aanleiding zijn om het touw te laten vieren. Op moeilijke momenten kan een gesprek met onze psychologe nuttig zijn.’ Hoewel diabetes een grote impact op het dagelijks leven heeft, kunnen de meeste patiënten een normaal leven leiden. ‘De meeste kinderen doen alles wat een ander kind doet. Al is dat lang niet altijd gemakkelijk. Sommige ouders moeten leren hun opgroeiend kind los te laten.’ Diabetes genezen is er op dit moment

heeft mijn Kind diabetes? Als u merkt dat uw kind • heel veel drinkt • vaak moet plassen • gewicht verliest • abnormaal vermoeid is, is het mogelijk dat het diabetes heeft. Ga dan zo snel mogelijk naar de huisarts. Een eenvoudige bloedtest volstaat meestal om uitsluitsel te geven.

diabetes van tien begrijpt veel meer dan een kleuter. Een patiëntje dat voor het eerst op kamp gaat, moet opeens meer ver­ antwoordelijkheid dragen. En ook een tiener die aan zijn eerste pint toe is, heeft wat extra uitleg nodig. Adolescenten vormen een groep apart. ‘In hen moeten we minstens even veel energie steken als in de kleine kinderen’, glimlacht Rooman. ‘Ze rebel­ leren vaak tegen hun ziekte, proberen uit in welke mate ze hun behande­ ling kunnen verwaarlozen. Dat ze hun bloedwaarden nu moeten controleren om latere complicaties te vermijden, is voor velen een ver­van­hun­bedshow.’ Het kinderdiabetesteam beperkt zijn activiteiten niet tot het UZA. Het team gaat ook in andere ziekenhuizen educa­ tie geven, net als in scholen en zelfs in crèches en sportverenigingen.

nog niet bij, maar dat zou op korte ter­ mijn kunnen veranderen. ‘Bij type 1­dia­ betes worden de cellen die insuline produceren, de zogenaamde betacel­ len, afgebroken door het eigen afweer­ systeem. In de beginfase is echter nog 10 tot 20% van die cellen aanwezig. We proberen nu de verdere afbraak te stop­ pen door het afweersysteem gedeelte­ lijk lam te leggen. Een volgende stap is om via onder meer stamceltherapie extra betacellen aan te maken. Met wat geluk zijn we binnen vijf of tien jaar meer bezig met het genezen van dia­ betes dan met de behandeling ervan’, hoopt Rooman.

lelijke ziekte Diabetes is een lelijke ziekte, vervolgt Rooman. ‘De ziekte is er elke dag, maar patiënten kunnen er niet elke dag even

Prof. dr. Raoul Rooman

slimme insUlinepOmp Jonge kinderen met diabetes krijgen bijna altijd een insulinepomp. Dat is een uitwendig pompje, verbonden met een naald die onderhuids voortdurend insuline afgeeft. Voor of na het eten kan extra insuline worden bijgegeven. ‘Tegenwoordig bestaan er ook pompjes met een tweede naald die voortdurend de suikerconcentratie in het vetweefsel meet, waardoor het kind minder moet prikken. Op termijn komt er misschien een toestel dat op basis van de gemeten waarden automatisch de juiste dosis insuline vrijgeeft’, legt prof. dr. Raoul Rooman uit. Kort op de bal spelen is belangrijk, want diabetes kan snel evolueren. Patiënten kunnen dan ook 24 uur op 24 met het diabetesteam bellen. Ook de computer doet zijn intrede: patiënten of ouders kunnen de resultaten van de bloedsuikermeter of insulinepomp naar een website sturen, waarna de arts advies geeft.

maguza 025


dOssier pediatrie

Kinderen met het syndroom van Down vertonen vaak een ingewikkelde problematiek. ‘Door hen te volgen met een gespecialiseerd multidisciplinair team, proberen we hen alle kansen te geven om zich net als andere kinderen optimaal te ontwikkelen’, zegt pediater dr. Marek Wojciechowski.

dOWnKinderen alle Kansen geven

h

et syndroom van Down, een genetische afwijking die bij onge­ veer 1 op 800 kinderen voorkomt, gaat gepaard met mentale achterstand. ‘Dat is echter niet alles’, zegt Wojciechowski. ‘Meer dan de helft lijdt aan een hart­ kwaal en er is een verhoogd risico op tal van andere aandoeningen, waaron­ der oog­, oor­ en schildklierproblemen. Door die problemen actief op te sporen en een geschikte behandeling voor te stellen, verbetert hun levenskwaliteit.’ Daarnaast zijn er ook tal van niet­ medische problemen. Wojciechowski: ‘Wegens die ingewikkelde problema­ tiek is een multidisciplinaire aanpak heel nuttig. Het UZA heeft sinds een paar jaar een Downteam voor kinderen en volwassenen, dat alle specialisten ter zake bij elkaar brengt. Het team

infO 026

Dienst pediatrie T 03 821 32 51

vergadert maandelijks, staat in voor diagnoses en advies en is ook weten­ schappelijk actief.’ vanaf de geboorte De opvolging begint vaak bij de geboorte. ‘Op dat moment weet je niet hoe het kind zal evolueren’, vervolgt Wojciechowski. ‘We proberen dan vooral de boodschap mee te geven dat een kind met Downsyndroom in de eerste plaats een gewoon kind is, dat je moet verzorgen en opvoeden. Omdat gezondheidsproblemen niet gemakkelijk worden herkend, is het belangrijk de kinderen regelmatig terug te zien. Zo kunnen we kort op de bal spelen.’ De kinderen worden eerst zesmaan­ delijks en later jaarlijks op controle

verwacht, waarbij ze meerdere specia­ listen zien. Nadien bespreekt het team de onderzoeksresultaten en gaat er een verslag naar de ouders en de behande­ lende arts. Daarbij worden aanbevelin­ gen gegeven, bijvoorbeeld in verband met onderwijs, logopedie of specifieke gezondheidsproblemen. ‘Rekening houdend met het kind streven we naar vroege stimulatie, opvoeding in het gezin en integratie in het gewone onderwijs. Dat biedt de beste ontwikkelingskansen’, aldus Wojciechowski. In Vlaanderen zijn Downteams een relatief recent fenomeen. ‘Kinderen met het syndroom van Down werden vroeger ongewild onrecht aangedaan. Dat moeten we in de toekomst vermij­ den’, besluit Wojciechowski.


advertentie

de

Speelvogel kinderopvang

gratis professionele kinderopvang tot 12 jaar alle werkdagen open van 8.00 tot 17.30 uur

meer info aan het onthaal


gezond

10 Koorts is een veelvoorkomend symptoom met veel gezichten. Meestal banaal, soms alarmerend. Vaak voorbijgaand, een enkele keer chronisch. Maar wat is koorts precies en waarom krijgen we het? En moeten we koorts altijd bestrijden? Tien koortsachtige vragen.

1

Wat is koorts?  Koorts kunt u zien als een ontre­ geling van de thermostaat in de herse­ nen. Het lichaam krijgt een onterechte indruk van koude. Daarom start het allerlei processen om de lichaamstem­ peratuur naar boven te krijgen: spier­ trekkingen, rillingen … Dat alles doet de temperatuur stijgen, maar kost ook veel energie. Een koortsstillend mid­ del zet de thermostaat weer lager. Met als gevolg dat het lichaam de warmte weer kwijt wil. U begint te transpireren en u zorgt ook bewust voor afkoeling, bijvoorbeeld door het raam open te zet­ ten. Als de oorzaak van de koorts aan­ houdt, begint het hele proces opnieuw.

2

Vanaf wanneer is er   sprake van koorts?  Officieel is er sprake van koorts bij een lichaamstemperatuur van minstens 38,3°C. Maar de grens is niet zo strikt. Een aanhoudende lichaamstempera­ tuur van bijvoorbeeld 37,7°C is evenmin normaal en moet ook verder worden onderzocht.

info 028

3

Waarom krijgen we  koorts? Mogelijke oorzaken van koorts zijn onder meer een infectie, een niet-infec­ tueuze ontsteking of een tumor. Koorts fungeert daarbij als alarmsignaal. Door­ dat we koorts hebben, gaan we naar de dokter of doen we het rustig aan. Of koorts nodig is om ziektekiemen te bestrijden, is niet bewezen.

4

Hoe meet u koorts   het best?  Met een eenvoudige digitale thermo­ meter. Andere systemen, zoals oor- of voorhoofdsthermometers, zijn niet altijd betrouwbaar. Rectaal gemeten is de temperatuur iets hoger dan wan­

Meet de koorts met een eenvoudige digitale thermometer

Dienst algemeen inwendige geneeskunde, T 03 821 34 66, dienst tropische geneeskunde,


koortsachtige

vragen neer u in de mond of oksel meet. Meet meermaals per dag, want de lichaams­ temperatuur schommelt.

5

Moet u koorts   altijd bestrijden?  Eigenlijk niet, want koorts is op zich onschuldig. Koortswerende medicatie is er vooral voor ons comfort. Uitzon­ dering zijn patiënten met een hartkwaal of longproblemen, omdat koorts hen te veel energie kost. Ook aan kinde­ ren wordt meestal medicatie gege­ ven omdat zij sneller hoge koorts of koortsstuipen ontwikkelen. Dat koorts onschuldig is, betekent overigens niet dat de onderliggende oorzaak dat ook is. Zo ook met koorts boven de 40°C: op zich is dat niet zo gevaarlijk, maar vermoedelijk is er ergens wel een intens ziekteproces aan de gang. Zeker als de koorts niet zakt, moet u naar de dokter.

6

Hoe koorts bestrijden?  Met een koortswerend middel. Een koud bad nemen is minder zinvol. Het lichaam koelt dan af, maar de inwendige thermostaat blijft even hoog staan. Hou wel de omgeving fris en draag lichte kle­ ding, zodat de warmte weg kan. In geval van een ernstige bacteriële infectie is meestal antibiotica nodig. Eerst moet echter de aard van infectie worden ach­ terhaald. Eens er antibiotica is genomen, lukt dat nog moeilijk. Daarom moeten er bij een ziekenhuisopname eerst de nodige tests worden gedaan voor er antibiotica wordt gegeven.

7

Wanneer moet u met   koorts naar de dokter?  Als het vermoedelijk gaat om een banale infectie – er is bijvoorbeeld ook sprake

van diarree of braken –, dan moet u niet meteen naar de dokter. Dat geldt ook voor kleine kinderen. Als ze nor­ maal eten en spelen, is er wellicht niet veel aan de hand. Is er geen logische verklaring voor de koorts – het griepsei­ zoen is ver weg en er zijn geen andere symptomen –, dan gaat u het best naar de huisarts. Daarnaast zijn er een aantal specifieke situaties waarin altijd medi­ sche hulp vereist is (zie kader).

10

Wijst elke stijging van   de lichaams-   temperatuur op koorts?  Nee, er bestaat ook hyperthermie, waar­ bij de lichaamstemperatuur ongecontro­ leerd stijgt. De oorzaak is dan niet een tijdelijke ontregeling in de hersenen, maar bijvoorbeeld een zonneslag of een nevenwerking van bepaalde medica­ tie. Zorg dan snel voor verkoeling, want hyperthermie kan levensbedreigend zijn.

8

Welke dienst behandelt   koorts?  Dat hangt af van de andere sympto­ men en omstandigheden. Ga bij voor­ keur eerst naar de huisarts. Die kan het probleem zelf behandelen of u naar de juiste specialist verwijzen. In het UZA wordt reis- of infectiegebonden koorts meestal behandeld door de dienst tro­ pische geneeskunde. De dienst reu­ matologie houdt zich bezig met koorts die gepaard gaat met gewrichtsklach­ ten. Als de oorzaak nog onduidelijk is, komt de patiënt op de dienst algemeen inwendige geneeskunde terecht. In ernstige en dringende gevallen komt de patiënt binnen via de spoed.

9

Wat is chronische koorts?  Officieel spreek je van chroni­ sche koorts of koorts van onbekende oorsprong als iemand langer dan drie weken onverklaarde koorts heeft of bepaalde afwijkingen in het bloed ver­ toont. Maar elke verhoging die drie weken of langer aanhoudt, verdient aandacht. Mogelijke oorzaken van chro­ nische koorts zijn een infectie, een ontsteking, een tumor of een zeldzame aandoening. Bij zo’n 25% van de patiën­ ten is er geen oorzaak te vinden.

Meteen naar de dokter! Met koorts gaat u onmiddellijk naar de dokter als » ze gepaard gaat met hevige hoofdpijn en/of lichtschuwheid. In dat geval moet hersenvliesontsteking worden uitgesloten. » u minder dan drie maanden geleden een reis hebt gemaakt naar een gebied waar malaria voorkomt. » u net uit het ziekenhuis komt of een operatie achter de rug hebt. Er kan altijd sprake zijn van een ziekenhuisgebonden infectie of een late complicatie van de ingreep. » er sprake is van een ander ongewoon symptoom, bijvoorbeeld hevige pijn in de benen. » u kankerpatiënt bent. Ook hoogbejaarden en chronisch zieken nemen het best het zekere voor het onzekere. » de milt werd verwijderd. Voor mensen zonder milt is een mogelijke infectie een spoedgeval. » de koorts na een aantal dagen niet spontaan verdwijnt.

T 03 821 51 59, dienst reumatologie, T 03 821 51 44 maguza 029


advertentie

­Spectrum-lezingenreeks Deze lezingenreeks wordt georganiseerd door ActUA vzw (Actie Universiteit Antwerpen). Het uitgebreid programma vindt u ook op www.ua.ac.be/ActUA  Do 21/10/10  Het andere Oostenrijk – maatschappelijke evoluties van de 20ste en 21ste eeuw door een literaire bril bekeken. Mevrouw Eva Steindorfer (master), UA, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, dept. Taal- en Letterkunde  Do 28/10/10  Justitie: de spiegel van onze maatschappij. De heer Herman Dams, UA Alumnus, Procureur Antwerpen  Woe 10/11/10  Erasmus, meer dan lof der zotheid – de gesprekken van Erasmus: van didactische dialoog tot politieke satire. Prof. dr. Jeanine De Landtsheer, KUL, Letteren en literatuurwetenschap, Latijnse Literatuurstudie  Do 18/11/10  Wiskunde tussen Renaissance en Barok in de handelsmetropool Antwerpen. Docent Ad Meskens, Artesis Hogeschool Antwerpen  Do 25/11/10  Computertaalkunde: rekenen met taal – je bent hoe je schrijft: kwantitatieve analyse van schrijfstijl. Prof. dr. Walter Daelemans, UA, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, dept. Computerlinguistiek en artificiële intelligentie AdvertentieLT 200_132,5_08

13-08-2008

15:29

Pagina 1

Do 02/12/10  Onze aarde vanaf het prille begin tot nu: een samenspel van ­ bio-geo-evolutie en klimaatveranderingen. Prof. dr. Philippe Claeys, VUB, dept. Geologie, Vakgroep Geologie en Bodemkunde  Do 07/12/10  SPECTRUM EXTRA – De Toren van Babel, spelenderwijs ontrafeld. LINGUAPOLIS in de kijker, door Christine Engelen, directeur Linguapolis, m.m.v. Pol Cuvelier, Voorzitter RvB Linguapolis, en prof. dr. Jozef Colpaert, UA, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte.  Do 09/12/10  1-2-3 … en slapen! Anesthesie doorgelicht. Prof. Dr. Marcel Vercauteren, UZA, Dienst Anesthesiologie  Do 16/12/10  Darwins schrijfstrategieën: de vroegste versie van On the Origin of Species. Prof. dr. Dirk Van Hulle, UA, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, dept. Letteren, Centre for Manuscript Genetics (CMG – centrum voor tekstgenetica)  Do 22/12/10  Euro’s, E-Government en Sociale Zekerheid : een uitdaging De heer Koen Snyders, UA Alumnus, Administrateur Generaal Rijksdienst Sociale zekerheid (RSZ) Inschrijven kan voor alle lezingen en activiteiten via secretariaat ActUA, Tel. 03 265 34 22, e-mail: actua@ua.ac.be of via www.ua.ac.be/ActUA

advertentie

Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helpt gezinnen en bejaarden thuis Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be


gezOnd

bUrn-OUt: Waar rOOK is, is vUUr

Opgebr nd ‘Hij heeft een burn-out.’ We horen het woord steeds vaker vallen, in een maatschappij waarin de werkdruk hand over hand toeneemt. Maar wat is een burn-out precies? En hoe kunnen we een burn-out voorkomen? Eén ding staat vast: alert zijn is de boodschap.

bUrn-OUt bij verpleegKUndigen Verpleegkundige Peter Van Bogaert doctoreerde vorig jaar als eerste Vlaamse verpleegkundige in de Master Verpleegkunde en Vroedkunde. Een primeur! Voor zijn doctoraatsthesis deed Van Bogaert onderzoek naar de kwaliteit van de verpleegkundige werkomgeving. Aan de hand van een vragenlijst peilde hij bij collega’s naar hun tevredenheid over de werkomgeving. Van Bogaert kwam tot de vaststelling dat het risico op een burn-out samenhangt met een aantal factoren zoals bijvoorbeeld de relatie tussen verpleegkundigen en artsen, het verpleegkundig management enzovoort.

Wat is een burn-out? ‘Voor burn-out bestaat geen officiële psychiatrische diagnose,’ zegt prof. dr. Filip Van Den Eede, waarnemend medisch coördinator van de dienst psychiatrie van het UZA. ‘Het woord wordt in brede zin gebruikt voor een toestand van fysieke en emotionele uitputting die samenhangt met een stresserende werksituatie. Naast uitputting zijn de voornaamste symptomen vervreemding tegenover zichzelf en de arbeid, twijfelen aan de eigen bekwaamheid en een hoge mate van zelfkritiek. Het probleem is dat die symptomen ook in andere ziektebeelden voorkomen, zoals in angst- of aanpassingsstoornissen, zware depressie of chronische vermoeidheid. Dat maakt het moeilijk om een burn-out te herkennen.’ maguza 031


gezOnd

hoe ontstaat een burn-out? In de eerste plaats zijn er aan aantal externe oorzaken die in ‘stressmodellen’ kunnen worden gegoten. Zo kan er een onevenwicht zijn tussen de hoge psy­ chologische eisen zoals werktempo en tijdsdruk, en de mogelijkheid om die fac­ toren te controleren (demand-controlmo­ del). Ook kan iemand het gevoel hebben dat de geleverde inspanning onvol­ doende financieel of emotioneel wordt beloond (effort-reward-imbalancemodel). Daarnaast spelen ook persoonlijk­ heidskenmerken mee. ‘Sommige men­ sen zijn kwetsbaarder voor burn­out dan andere’, bevestigt Van Den Eede. ‘Mensen die gevoelig zijn voor angst­ neurosen en perfectionisten hebben sowieso al het gevoel dat ze het niet

Van Den Eede: ‘Psychologische begelei­ ding is essentieel om te voorkomen dat je telkens in hetzelfde straatje terecht­ komt. Je kunt het vergelijken met iemand die z’n been breekt – eerst zorg je dat het been aan elkaar groeit, maar daarna moet je je afvragen hoe het komt dat je bent gevallen.’ Last but not least is het zinvol om bij de werkgever de werksituatie aan te kaarten. Dat kan rechtstreeks of via bemiddeling: ook de

Stap op tijd naar de huisarts of psycholoog. goed doen.’ Zijn er ook beroepsca­ tegorieën met een verhoogd risico? ‘Absoluut. Dat is zeker het geval in de zorgsector: huisartsen, verplegend per­ soneel … Ook in het onderwijs zien we veel gevallen van burn­out.’ hoe wordt een burn-out behandeld? De eerste stap bestaat er meestal in om de patiënt tijdelijk uit zijn werkom­ geving te halen. Een goede slaaphy­ giëne, gezonde voeding en voldoende lichaamsbeweging zijn de basis. Op psychologisch vlak biedt de cognitieve gedragstherapie uitkomst. Daarin leert de patiënt om negatieve gedachte­ patronen over zichzelf en zijn werk te doorbreken. Dat proces is langdurig maar fundamenteel, benadrukt prof. dr. Prof. dr. Filip Van Den Eede 032

infO

Dienst psychiatrie T 03 821 39 38, psychiatrie@uza.be

arbeidsgeneesheer kan het signaal uit­ sturen dat de werkdruk te hoog is.’ Kan een burn-out voorkomen worden? Vooral snelle detectie is belangrijk. ‘Als je de symptomen tijdig onderkent, kan je het tij keren. Stap op tijd naar een huisarts of psycholoog. Eenmaal in een toestand van uitputting is er een grotere kans dat het probleem chronisch wordt.’

help, mama is Opgebrand Bij burn-out deelt ook de directe omgeving van de patiënt in de klappen. Hoe omgaan met een gezinslid met een burn-out? » Informatie. Het is belangrijk dat alle leden van het gezin begrijpen wat er aan de hand is. Correcte informatie haalt u bij de huisarts. » Geduld. Een burn-out verdwijnt niet zomaar. Bereid uzelf en de andere gezinsleden voor op een langere periode van zorg. » Acceptatie. Reken de patiënt niet af op zijn ziekte. Kritiek bevestigt het negatieve zelfbeeld dat de patiënt al heeft. » Steun. Verminder de druk thuis door bijvoorbeeld huishoudelijke taken te verdelen. » Plezier. Bied mogelijkheden tot ontspanning. Maak tijd voor leuke activiteiten.


advertentie

ThyssenKrupp Monolift

tentOOnstelling

Comfort voor nu en later Trapliften

Platformliften

Dries Magits (°1984) studeerde Grafische Vorming in Antwerpen, toen er in 2005 bij hem leukemie werd vastgesteld. In de drie jaar dat hij in het UZA werd behandeld, maakte hij heel intense kunstwerken. Die zijn in oktober opnieuw te zien. Een aanrader.

Huisliften

© www.marcscheepers.be

O

Meer info?

BEL 0800 94 365 GRATIS www.thyssenkruppmonolift.be Wij adviseren u de ideale oplossing, geheel vrijblijvend!

p de dienst hematologie heeft Dries een diepe indruk nagela­ ten. Tijdens de chemokuren door nam hij deel aan de tentoonstelling ‘Confronting Mortality with Art and Science’, waar zijn werk erg goed werd onthaald. Jan Fabre noemde hem een echte Warrior of Beauty. Dries ontwierp ook een logo voor het Sanguinfonds en de dienst hematolo­ gie. Op 20 februari 2008 overleed hij. ‘Dries’ werken konden ons hard raken,’ zegt dr. Ann Van de Velde. ‘Hij deed dat liefdevol, maar wel­ bewust en met een zachte wreed­ heid. We mochten ons niet afkeren van de verminkingen en het bloed dat hij toonde. Hij dwong ons om te kijken naar de onderliggende schoonheid. Je moet gewoon voe­ len wat hij in zijn kunst laat zien. Spijt, droefheid, pijn, maar ook

infO

liefde, blijdschap en hoop.’ Zelf verwoordde Dries het zo: Sinds mijn kindertijd verwonderde mij de schoonheid die lag in pijn en ongemak. Het is een dunne lijn om te begaan, om te proberen de tekening iets anders te laten ‘zien’ dan het schokkende van het ánders zijn. Men is immers te snel geneigd om zich te verstoppen achter een muur, zodat men niet emotioneel geraakt zou worden. Men mist zo de kans om de sublieme, onderliggende schoonheid van de bijhorende droefheid te ondergaan.’ Het werk van Dries wordt ten­ toongesteld in dialoog met kli­ nische foto’s van handchirurg Frederik Verstreken van 15 tot en met 17 oktober in de tentoonstel­ ling ‘Art Researches Science ­ ARS’ in de oude Studio Herman Teirlinck.

Art Researches Science, van 15 tot en met 17 oktober in De Studio, Maarschalk Gerardstraat 4, 2000 Antwerpen. maguza 033


? ¡

zorg

∫ ! * #

*

^

^ Tureluur ¤ # Een ziekenhuisfactuur is niet het

meest transparante document. Hoe ze er moet uitzien en wat het ziekenhuis

mag aanrekenen, is wettelijk bepaald. Een woordje uitleg bij de factuur van gehospitaliseerde patiënten en patiënten die zijn opgenomen in het dagziekenhuis.

Vijf soorten kosten  1. Verblijfskosten Dat zijn de kosten voor verblijf, verzor­ ging, loonkosten, maaltijden, verple­ gingsmateriaal. » Per opname wordt een vast bedrag aan­ gerekend ten laste van het ziekenfonds. » Per verblijfsdag worden ook een aan­ tal bedragen aangerekend: - Persoonlijk aandeel: dat bedrag is wettelijk vastgelegd en hangt af van uw verzekeringsstatuut en de duur van de opname. - Kamersupplement: alleen als u voor een eenpersoonskamer kiest. - Geneesmiddelenforfait per dag voor terugbetaalbare geneesmid­ delen: een vast bedrag dat wettelijk bepaald is. - Forfaitaire honoraria: een vast bedrag voor klinische biologie (laboonderzoeken), volledig ten laste van het ziekenfonds.

Ambulante patiënten Ook ambulante patiënten, die dus niet worden opgenomen maar voor een raadpleging of onderzoek komen, ontvangen nadien een factuur. De betaling dient binnen 15 dagen na de verzenddatum te gebeuren. Vaak is er bij de factuur een ‘getuigschrift voor verstrekte hulp’ (groen attest) gevoegd waarmee u bij uw ziekenfonds terugbetaling kunt bekomen.

2. Apotheek, farmaceutische en parafarmaceutische kosten » Vergoedbare producten: sommige geneesmiddelen worden volledig terugbetaald door het ziekenfonds; ze staan niet in detail op de factuur ver­ meld. Geneesmiddelen die het zieken­ fonds gedeeltelijk terugbetaalt, staan wel in detail vermeld.

info 034

Debiteurenadministratie, T 03 821 31 28 of


van uw factuur? » Niet-vergoedbare producten zijn de geneesmiddelen die het ziekenfonds niet terugbetaalt, zoals ontsmettingsmiddel. » Parafarmaceutische producten: bij­ voorbeeld zalf om de huid te hydrate­ ren, loopvoet voor gips … » Implantaten, prothesen en hulp­ middelen: het gaat onder meer om heup- of knieprothesen, hartkleppen, plaatjes en vijzen bij botbreuken, pacemaker, katheters … 3. Medische en paramedische honoraria » Forfaitaire honoraria: per opname wordt een wettelijk bepaald bedrag aangerekend voor klinische biologie, medische beeldvorming en medische wachtdienst. » Honoraria (=erelonen) van de artsen en paramedici (kinesisten, vroedvrouwen). » Persoonlijke tussenkomst voor medisch-technische verstrekkingen: per opname betaalt u een wettelijk bepaald bedrag; personen met een verhoogde terug­betaling betalen dit bedrag niet. 4. Andere leveringen In deze rubriek gaat het om bloed, plasma, gips … Op sommige betaalt u een remgeld. 5. Diverse kosten Dat zijn niet-medische kosten zoals flessen drinkwater of telefoonkosten, die ten laste van de patiënt vallen. Gebruik van het internet is gratis.  Wie betaalt wat?  De bedragen die op de factuur vermeld staan, zijn niet allemaal voor uw eigen rekening. » De bedragen in de eerste kolom wor­ den rechtstreeks door het ziekenfonds aan het ziekenhuis betaald. » De bedragen in kolom 2 en 3 zijn voor

uw rekening. Als u een hospitalisatie­ verzekering hebt, kunnen ze door de verzekering betaald worden. » De bedragen in kolom 2 zijn de zo­genaamde remgelden. Welk bedrag u moet betalen, is afhankelijk van uw verzekeringsstatuut bij uw ziekenfonds. Bepaalde categorieën, zoals wezen of mensen met een leefloon, betalen min­ der dan bijvoorbeeld loontrekkenden. » De bedragen in kolom 3 zijn de sup­ plementen. Die worden in het UZA alleen aangerekend aan patiënten die voor een eenpersoonskamer heb­ ben gekozen. Het kamersupplement per dag voor een eenpersoonskamer bedraagt in het UZA momenteel 62 euro. Wanneer u kiest voor een een­ persoonskamer kan uw arts een sup­ plement aanrekenen van maximum 150% bovenop het wettelijk vastge­ stelde honorarium.

Wanneer ontvangt u   de factuur?  Ongeveer 6 weken na het einde van de maand waarin u het ziekenhuis verliet. Werd u bijvoorbeeld begin juni ontsla­ gen dan mag u de factuur (‘Uittreksel van de verpleegnota’) midden augustus verwachten.  Wanneer betalen?  U dient te betalen binnen de 30 dagen na de verzenddatum.  Problemen?  Als u problemen hebt om uw factuur te betalen, zoeken we samen met u naar een oplossing. Niet reageren maakt de problemen en de kosten alleen maar groter. Neem zo snel mogelijk contact op met de dienst debiteurenadminis­ tratie, via T 03 821 31 28, op werkdagen van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur, of via post-debiteuren@uza.be.

Belangrijk! » Denk goed na of u al dan niet een eenpersoonskamer neemt. De supplementen bij een eenpersoonskamer kunnen immers hoog oplopen. Een voorbeeld: een patiënt ondergaat een hartklepoperatie, verblijft tien dagen in het ziekenhuis en kiest voor een eenpersoonskamer. Hij (of zijn hospitalisatieverzekering) ontvangt een factuur van ruim 9000 euro. Kiest die patiënt voor een meerpersoonskamer, dan is de kostprijs veel lager: zo’n 740 euro. In de opnameverklaring die u ondertekent bij uw inschrijving vindt u informatie over de financiële voorwaarden en bevestigt u uw kamerkeuze. » Zorg dat u in orde bent met het ziekenfonds. Voor heel wat mensen, zoals werknemers of gepensioneerden, is dat automatisch geregeld. Zelfstandigen moeten echter zelf voor de betaling van hun sociale bijdragen zorgen. Als dat niet is gebeurd, kom het ziekenfonds niet tussen en zijn de kosten van de opname volledig ten laste van de patiënt. Voor het bovenstaande voorbeeld van de hartklepoperatie ontvangt de patiënt dan een factuur van meer dan 23.000 euro. » Als u een hospitalisatieverzekering hebt, lees dan goed uw polis na zodat u weet wat wel en niet verzekerd is. Zo komt u niet voor verrassingen te staan.

post-debiteuren@uza.be maguza 035


zOrg

Een goede planning is goud waard. Die regel geldt als geen ander in ziekenhuizen, waar almaar meer behandelingen en ingrepen in een vaste structuur – een klinisch pad – worden gegoten. Door alle zorgaspecten precies op elkaar af te stemmen, verloopt de opname zo efficiënt mogelijk.

Klinisch pad: Wie dOet i Op tijd denKen aan revalidatie Slechts een minderheid van de patiënten die een knie-operatie heeft ondergaan, kan nadien niet meteen naar huis, bijvoorbeeld omdat ze alleen wonen of bijkomende gezondheidsproblemen hebben. Die patiënten verhuizen na hun opname naar een revalidatiecentrum. Maar opgenomen worden in het centrum van voorkeur is niet altijd evident. Het UZA sloot daarom een overeenkomst met revalidatiecentrum Hof ter Schelde. Knieprothesepatiënten die zich tijdig opgeven om daar te revalideren, kunnen in principe binnen de week na hun operatie in het centrum terecht. Zo kunnen ze zo snel mogelijk met gerichte revalidatie beginnen. ‘We regelen het ontslag nog voor de opname’, zegt Nicole Delmotte. ‘Al zodra er beslist wordt om te opereren, bespreekt een verpleegkundige het hele pre- en postoperatieve verloop en wordt ook gevraagd hoe de patiënt zijn revalidatie ziet. Wie niet naar huis kan, krijgt de mogelijkheid om een bed in Hof ter Schelde of een ander centrum te reserveren. Door tijdig te plannen worden veel problemen vermeden.’

036

n mei kreeg Gerard Nahon (59) ern­ stige problemen met z’n linkerknie. Hij had op de duur zo veel pijn dat hij niet meer kon stappen. ‘Ik kwam terecht bij dr. Lieven Dossche, die een knieprothese aangewezen vond. De ingreep kon al twee weken later plaatsvinden’, vertelt hij. Diezelfde dag al werden de nodige voorbereidingen getroffen. Gerard: ‘Er werd mij uitge­ legd wat er ging gebeuren en er wer­ den concrete afspraken gemaakt. Zo’n week voor de operatie ging ik op raad­ pleging bij de anesthesist en onderging ik nog een aantal onderzoeken. Alles was perfect georganiseerd.’ Bij een knieprothese­operatie komt veel kijken: niet alleen de ingreep zelf, maar ook verpleegkundige zorg, kinesitherapie, anesthesie, radiologie, sociaal­maatschappelijke begeleiding … Orthopedist dr. Lieven Dossche: ‘Door­ dat het een routine­ingreep is, kun je

infO

Dienst orthopedie, T 03 821 32 48


« Gerard Nahon met dr. Lieven Dossche

onvergetelijk

UZA-medewerkers over een patiënt of moment om nooit te ­vergeten.

de diverse stappen binnen de behande­ ling standaardiseren: kinesitherapie op de kamer op dag 2, naar de revalidatieafdeling vanaf dag 3, foto van de knie op dag 5 … In feite werkten wij al jaren volgens een vaste routine. Maar zowat een jaar geleden hebben we een werk­ groep opgericht om die manier van werken vast te leggen in een klinisch pad. Zo hebben ook andere afdelingen en nieuwe medewerkers een duidelijke houvast.’  Wat gebeurt er op dag 5?  Met een klinisch pad worden alle aspecten van een behandeling zo effi­ ciënt mogelijk gestructureerd: wie doet wat op welke dag? ‘De grote meer­ waarde schuilt erin dat er ook tussen de diensten onderling duidelijke afspra­ ken worden gemaakt’, zegt kwaliteits­ coördinator Nicole Delmotte. ‘Als je bijvoorbeeld weet dat elke knieprothe­ sepatiënt vijf dagen na de ingreep een

Marc Willemen is niet-medisch coördinator van het Centrum voor Slaap- en Waakon-

derzoek. Hij herinnert zich nog heel goed

een vracht­wagenchauffeur die zich afvroeg waarom hij zo slaperig was overdag.

In slaap op de Antwerpse ring ‘Het was echt een doorsnee vrachtwa­ genchauffeur. Hij was naar ons doorver­

wezen omdat hij overdag zo slaperig was en ook last had van verminderde con­

centratie, wat in zijn beroep natuurlijk een groot risico is. Ik vergeet nooit de

anekdotes die hij vertelde om zijn slape­

wat wanneer?

righeid te illustreren. Zo moest hij eens van Breda richting Brussel rijden. Pas

in Gent besefte hij dat hij verkeerd zat.

Op automatische piloot door de Kenne­ dytunnel … Maar dat was nog niet alles.

röntgenfoto moet krijgen, kun je daar­ over afspraken maken met de dienst radiologie.’ Bij de dienst orthopedie werd het klinisch pad aangegrepen om de ver­ trouwde methodes grondig te evalue­ ren. Hoe konden ze sneller toewerken naar het ontslag? Waren er nergens hia­ ten, overlappingen of knelpunten? ‘Zo werd een routinematig urine-onder­ zoek na de ingreep geschrapt, omdat het nut daarvan achterhaald bleek’, haalt Dossche aan. Uiteraard wordt er nog rekening gehouden met verschillen tussen patiënten. Dossche: ‘Er zullen altijd patiënten zijn die trager of sneller herstellen dan gemiddeld. Dat moet je incalculeren in je klinisch pad.’ Gerards ingreep is intussen achter de rug. Hij kijkt al uit naar zijn ontslag. ‘Mijn been plooien doet nog pijn, maar ik boek snel vooruitgang. Een kwestie van geduld en oefenen.’

Op een keer reed hij op de Antwerpse

ring. Hij moet in een lichte slaap zijn gesukkeld, want hij hallucineerde dat er

voor hem plots een groot schip stilstond midden op de autostrade. Dan moet hij

wakker geworden zijn, want als reactie gooide hij de remmen dicht, tot hij stil­ stond. Geen schip te zien natuurlijk.

‘De man bleek na onderzoek in ons

centrum te lijden aan slaapapneu, een veel voorkomende aandoening waarbij de ademhaling stopt tijdens de slaap. We

hebben hem kunnen helpen. Hij was uit­ eindelijk heel blij dat hij de stap naar het

slaapcentrum had gezet. Wij ook, want door die chauffeur te helpen, hebben we

mogelijk een ernstig ongeval voorkomen.

Heel wat mensen lijden aan een slaap­

aandoening zonder het zelf te weten.

Een goeie raad: zoek hulp bij overmatige slaperigheid en verminderde concentra­

tie, want de impact en mogelijke gevol­ gen zijn niet te onderschatten.’

info

Slaapcentrum, T 03 821 38 00 maguza 037


zorg

Een tweede

mening? Een tweede mening of second opinion is tussen arts en patiënt niet altijd makkelijk bespreekbaar, omdat het raadplegen van een andere arts soms aanvoelt als een teken van wantrouwen. Dat hoeft nochtans niet. Er zijn verschillende situaties waarin een tweede mening nuttig kan zijn, zowel voor de arts als voor de patiënt.

E

en tweede mening houdt in dat een patiënt de diagnose of voor­ gestelde behandeling van zijn arts ter beoordeling voorlegt aan een tweede, onafhankelijke arts uit hetzelfde speci­ alisme. ‘Ik vind dat je daar als behande­ lende arts voor moet open staan,’ zegt neuroloog prof. dr. Patrick Cras. ‘Soms gebeurt het dat je zelf twijfelt en dat je wil dat een collega zijn mening geeft. Dat kan geruststellend werken voor arts en patiënt. Zo krijgen wij zelf heel wat patiënten uit andere ziekenhuizen over de vloer voor een tweede mening.’ Ook dr. Manon Huizing van de dienst oncologie vindt de tweede mening soms zinvol. ‘Als oncologen brengen we

038

de mensen heel slecht nieuws. Som­ migen kunnen dat niet zomaar aan­ vaarden. Voor de gemoedsrust van de patiënt kan een tweede mening dan zinvol zijn. Nadien vertrouwt hij erop dat hij goed wordt behandeld. Bij zeld­ zame kankers kan het ook voorkomen dat een collega in een ander ziekenhuis bijvoorbeeld een studie heeft lopen met nieuwe medicatie. Ook dan heeft een tweede mening zin.’  Herken de expert  Een tweede mening vragen bij een andere arts mag in principe altijd. In België ben je immers vrij je arts te kie­ zen. Patiënten die zelf op zoek gaan naar een tweede arts komen echter niet noodzakelijk goed terecht en verliezen zo soms kostbare tijd. Patrick Cras: ‘Ik vind het de plicht van de eerste arts om de patiënt daarin te adviseren. Als arts weet je welke andere artsen gespecia­ liseerd zijn in een bepaald domein. Je wilt toch dat je patiënt goed terecht­ komt. Bovendien aanvaard je ook mak­ kelijker de mening van een arts die je zelf respecteert.’ Als een patiënt toch zijn eigen koers wil varen, kan hij op Pubmed

(www.pubmed.gov) wel nagaan welke artsen over een bepaald ziektebeeld al gepubliceerd hebben in de medische vaktijdschriften en dus echte experten zijn. Commerciële initiatieven en web­ sites die specialisten aanraden, doen dat niet altijd op basis van verdienste.  Nood aan openheid  Als er open over een tweede mening kan worden gepraat, kan er ook een goed dossier worden voorbereid. Patrick Cras: ‘De tweede arts kan maar beter meteen beschikken over de scans, foto’s, labo-uitslagen enzovoort. Zo haal je het grootst mogelijke rende­ ment uit die tweede mening.’ Natuur­ lijk is het niet de bedoeling dat de tweede arts de behandeling vervolgens overneemt. Als patiënten opener worden over de eventuele nood aan een tweede mening en artsen zelf beter met het fenomeen leren omgaan, kan het stelsel van de tweede mening heel wat bijbrengen. Bij een tweede, of eventueel een derde mening, houdt het echter op. Het mag niet tot medisch shoppen leiden. Daar is de patiënt niet mee gediend en de ziek­ teverzekering nog minder.


Witjas

Lut en Marianne zijn borstverpleegkundigen. Ze begeleiden en steunen

ianne Lut en Mar egkundigen borstverple

borstkankerpatiënten doorheen het hele traject van diagnose en behandeling.

vertrouwd gezicht in bange dagen s

inds 2008 heeft het UZA een

Tijdens de behandeling en follow­

maatschappelijk werker.

kader werden twee borstverpleeg­

regelmatig terug: niet alleen op de

hun enthousiasme is groot. ‘Het is

na een operatie. In de loop van de

Maar vooral: je kunt iets betekenen

erkende borstkliniek. In dat

kundigen aangesteld: Lut Berodes en Marianne Diederen. ‘Wij zijn de

brug tussen de patiënten en de rest van het team. We volgen hen vanaf de eerste raadpleging en zijn hun vaste aanspreekpunt’, legt Lut uit.

Op het moment dat de arts de diag­

nose meedeelt, is Lut of Marianne er meestal bij. Nadien zijn zij er voor de

eerste opvang. Om vragen te beant­

up zien Lut en Marianne de patiënt

raadpleging, maar bijvoorbeeld ook

radio­ of chemotherapie bellen ze om te horen hoe het gaat. ‘Patiënten

mogen ons ook altijd zelf opbellen,

en doen dat vaak. En ook collega’s weten ons te vinden, bijvoorbeeld als een patiënt het opeens moeilijk heeft’, zegt Marianne.

Hun dagen zijn altijd te kort, maar

een afwisselende en boeiende job.

voor mensen die een heel zware periode doormaken’, vindt Mari­ anne. De twee zijn zich terdege

bewust van de impact van borst­ kanker. Veel patiënten kampen met angst en een aangetast zelfbeeld.

Of al die trieste verhalen geen last

op hun schouders leg­

woorden, informatie te geven, afspra­ ken te maken, maar ook om een

‘het kruipt niet in je koude kleren’

gen? Lut: ‘Wij zijn ook

luisterend oor te bieden. Gaandeweg maken ze de patiënt ook wegwijs in

Behalve patiënten begeleiden heb­

Het kruipt zeker niet

het grote aanbod van initiatieven en

ben Lut en Marianne nog tal van andere

activiteiten

voor

borstkankerpati­

enten: van infoavonden en schoon­ heidsverzorgingen tot psychologische ondersteuning

en

zelfhulpgroepen.

Lut: ‘We geven die informatie gedo­

seerd, zodat de patiënt niet over­ donderd wordt. Iedereen krijgt een informatiekit mee, waarin ook een dagboekje zit. We moedigen patiënten aan daarin hun vragen te noteren.’

infO

taken:

administratie

verslagen

beredderen,

maken,

afspra­

ken en onderzoeken plannen, info­ avonden organiseren, bijscholingen volgen … Ook zijn er de wekelijkse stafvergaderingen.

Lut

en

Mari­

anne maken deel uit van een groot

multidisciplinair team van onder

meer gynaecologen, oncologen, een radiotherapeute, een hoofdverpleeg­ kundige, een psychologe en een

maar mensen natuurlijk. in onze koude kleren.’ ‘Door de jaren leer je daar wel professioneel mee

omgaan’,

zegt

Marianne. ‘De patiënt moet op ons kunnen bouwen. Dat kan niet

als

je

je laat mee­ drijven door emoties.’

Dienst gynaecologie, T 03 821 33 50, borstverpleegkundigen T 03 821 43 21 maguza 039


advertentie

D www.amcogroup.be

DE BESTE K WALITEIT Infr ArooDcABInES - vAn 1 ToT 5 pErSonEn

“ Mijn natuurlijke pijnstiller” Getuigenis van Marc Herremans (35) uit Wuustwezel Marc ‘Ironman’ Herremans voorstellen, hoeft wellicht niet meer. Als kleine jongen al droomde Marc ervan ‘ooit’ de beste te worden in een bepaalde sport. Hij werd 2-voudig

te zetten. Marc bleef trainen en won in 2006, ondanks zijn handicap, de Ironman van Hawaï in de handcycledivisie. “Door mijn verlamming heb ik vaak

Belgisch kampioen olympische afstand triathlon, 4de in de Ironman

last van mijn rug en heb ik veel spierspasmen en spierpijn. Zonder

van Australië, 6de in de Ironman van Hawaï en werd in 2002 door de Belgische sportpers uitgeroepen tot sportpersoonlijkheid van het jaar. Door een fietsongeval raakte hij verlamd, maar dat tragisch ongeval gaf hem tegelijk de ‘drive’ om door

de Health Mate infraroodcabine zou ik wellicht pijnstillers nodig hebben en veel meer kine, maar dat hoeft nu niet. Een dagelijkse Health Mate infraroodsessie houdt mijn spieren soepel en laat me toe mijn training op te drijven. Vooral in de aanloop

Meer info? Surf naar www.healthmate.be of bel je dichtstbijzijnde dealer voor een gratis brochure.

van een wedstrijd is mijn Health Mate cabine onmisbaar voor mij. Het is mijn natuurlijke pijnstiller!”

30

Worldleader in the Infrared Sauna Industry since 1979

ANTWERPEN: Arak Wellness NIjleN 03 295 50 25 | Schrauwen BRASSCHAAT 03 645 24 79 | Abisco ANTWeRpeN 03 201 25 40 | van den Berg HoogSTRATeN 03 315 75 31 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WelleN 012 74 53 60 | Schrauwen geNK 089 30 86 20 | WEST-VLAANDEREN: Aquatropic MAldegeM 050 71 93 92 | Spa-Wellness ZWeVegeM 0477 59 58 13 | ovalco ooSTKAMp 050 82 75 86 | Spysschaert KNoKKe-HeIST 050 62 80 44 | delaere IZegeM 051 30 11 82 | ’t Rozenrijk gISTel 059 27 61 84 | Florisan VeURNe 058 31 53 15 | Vanderhaeghe IepeR 057 21 37 23 | Vermeersch HANdZAMe 051 57 52 08 | OOST-VLAANDEREN: Aquazure NINoVe 054 50 01 69 | Het Buitenhuis deNdeRMoNde 052 25 61 16 | Tuindecor KRUISHoUTeM 09 383 70 83 | esento BRAKel 055 42 76 08 | esento geNT 055 42 76 08 | Van poucke ZoTTegeM 09 360 16 91 | Vepa ZelZATe 09 345 56 25 | Wellness King HAMMe 052 85 99 57 | BRABANT: Van poucke leNNIK 02 582 35 03 | l’air et l’eau BegIjNeNdIjK 016 41 42 66

R

UMME EN


Heilzaam relaxen bij je thuis met een Health Mate® infraroodcabine Een Health Mate® infraroodsessie kan bijzonder heilzaam zijn bij tal van ongemakken: verbetert je algemene conditie verzacht spier- en gewrichtspijnen verlicht nek- en rugklachten vermindert hoofdpijn en verjaagt stress verdrijft afvalstoffen uit je lichaam verlicht astma en bronchitis verbrandt calorieën vermindert cellulitis Een klassieke sauna kan deugd doen, maar is lang niet zo efficiënt als een infraroodcabine van Health Mate®. De temperatuur in een Health Mate® infraroodcabine is comfortabel en het effect is groter omdat de infraroodstralen direct op je lichaam

inwerken. Je verliest niet alleen gifstoffen maar je verbrandt ook calorieën. Je lichaam komt tot rust, je spieren ontspannen en al na één beurt voel je je herboren. Geen wonder dat ook topsporters er graag gebruik van maken.

verbetert de bloeddoorstroming verhelpt diverse huidproblemen verbetert je algemene weerstand vergroot je immuniteit opgelet: raadpleeg steeds je (huis)arts als je een infraroodcabine om medische redenen wilt gebruiken.

“Zeg nooit gewoon ‘sauna’ tegen een Health Mate®!” Dat een regelmatige infraroodbeurt heilzaam is, wist je al. Maar dat er een hemelsbreed verschil is tussen merken en types, wist je misschien niet. Daarom, àls je voor een infraroodcabine gaat, kies dan voor de enige, echte Health Mate®. • Uniek aan een Health Mate® is het gepatenteerd M-type incoloy stralingselement, met een veilige golflengte van precies 7.080 nm. Een bereik dat veel hoger ligt dan dat van andere stralingselementen. • De Health Mate® cabines zijn gemaakt van Western red Cedar.

Een mooi, geurig hout met een natuurlijk oliegehalte waardoor het perfect weerstaat aan zweet. Bovendien weerkaatst dit hout de infraroodstraling. Het blijft ook vormvast bij grote vocht- en temperatuurverschillen. • Health Mate® heeft meer dan 30 jaar ervaring en biedt levenslange garantie (behalve op de radio/cdspeler). • De nieuwste cabines hebben extra stralingselementen ter hoogte van de lage rug én vloerverwarming, voor nog meer comfort.

Meer info? Surf naar www.healthmate.be of bel ons voor een brochure: 03 295 50 25

• Health Mate® is het enige merk dat in haar gamma een cabine met zitbanken op twee niveaus heeft en een cabine voor mindervaliden. • Elke cabine heeft standaard een Blaupunkt radio/cd-speler en een sterrenhemel voor kleurentherapie. • Health Mate® is het enige merk dat het FSC-certificaat kan voorleggen.

Worldleader in the Infrared Sauna Industry since 1979


pUzzel

pUzzel & Win! 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

1 2

6

3 4 5 6

5

7 8 9

7

10

2

12 13 14 15 16

4

11

3

12 13

1

14 15

8

16 1

2

3

4

5

6

7

8

horizontaal 1 leer van de Heilige Geest 2 afstammeling – halmtop – miserie 3 geliefde van Zeus – Afrikaanse vrouw – slede – oosterlengte 4 griezel – voltooid – psalm – boerenplaats 5 wier – als gast – Oud­Latijn – bloedkanaal 6 eerste vrouw – moeilijke stoelgang 7 Romeinse keizer – voedsel – compagnon – wiel 8 ferrum – vleesstokje – race – Universitair Ziekenhuis 9 bezittelijk voornaamw. – valschermspringer – binnen – muziekinstrument 10 schaaldier – bijbelse stad – bundel vruchten 11 telwoord – links/rechts – oogaandoening 1

dOe mee en Win! Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 10 november 2010 naar maguza@uza.be of stuur een brief­ kaart naar Maguza, UZA – afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op één van de vijf Vivaboxes­cadeaubonnen.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

0042 042

b i O r i t m e h e r n i a

2

3

4

a c t d O m1 a a a K m s n t e i d s K i b e l s4 O n O K e r b e p g6 e n O p a

5

6

7

e r i c e d U v e a m O l t i s d O n a p U t i d d e r r e a s e a l f d a g a

8

9

10

11

e s p r O8 l v a a m e b a r t s a2 n e n a z m a i g e r e a m K s3 t e e t s n a g a a e11 U l e U t s t r O

12

13

14

15

selenium – omvang – ego – lingerie kracht – slobkous – aanwijzend voornaamw. wreedaard – torenkraai – rond voorwerp – tantalium overdosis – gelijkerwijs – in het nauw gebracht infuus – vrije tijd

verticaal 1 instelling voor patiëntenzorg – iemand die niet drinkt tijdens het uitgaan 2 zeevis – turfgrond – sierheester 3 ongaarne – genoeg gekookt – sneeuwschaats – Trade Union 4 gewricht – rund – liniaal 5 bijgevolg – Afrikaans hout – Rolls Royce – van een 6 korf – geneesmiddel voor bloeddrukverlaging en regulering van het hartritme 7 streling – bloem – Spaans riet 8 langzaamheid – uitroep van pijn – overdreven – Zeeuws­Vlaanderen 9 sciencefiction – fuikingang – regiment – wurgslang 10 watering – doodmoe – onzes inziens – bouwspeelgoed 11 openbare leeszaal – nageboorte – Italiaans eiland 12 drinkgerei – kever – vensterglas – plus 13 Europeaan – luiaard – voorraad van goederen – springstof 14 voegwoord – Duitse rivier – wisselgebruik – dobbelsteen 15 aardappelsoort – alstublieft – Japanse gordel – muzieknoot 16 het vermogen om te kunnen leven zonder hulpverlening

16

a s m e K r i n g t s t r e s r i i10 d e e K r O e p O e n v l9 s p a K t e c s t U c K a l i O n a n e l b a5 r O O t e K e i n O m i e

OplOssing magUza 81 Massageolie – I. Debrandere, D. Geeraerts, M. Persoons, H. Van Hellemond, G. De Bruyn winnen elk een Vivabox­ cadeaubon. De winnaars krijgen hun Vivabox­cadeaubon binnenkort in de bus!


column

info

tot uw dienst Nuttige Telefoonnummers » algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 » onthaal en opname: T 03 821 31 01 » patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, ­vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfer­coördinator, ­levenbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) » ombudsdienst: T 03 821 31 60 » inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 » mobiele medische urgentiegroep: T 03 821 38 06 » school in het UZA: T 03 821 58 86 Kinderopvang De Speelvogel In de kinderopvang zijn kinderen van patiënten en bezoekers van harte welkom. U vindt De Speelvogel in de rechtervleugel op het gelijkvloers. Pijlen vanop de parking wijzen de weg. Meer info: T 03 821 38 87 Gastenkamers Ter Weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: T 03 440 48 18. Let op: Ter Weyde zal gesloten zijn tussen 01/09/2010 en 06/12/2010 wegens verbouwingen. Winkelgalerij In de inkomhal vindt u: » de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur en in het week­ end van 12 tot 20 uur » een broodjeszaak, in de week open van 9.30 tot 14.30 uur » enkele shops (bloemen, ­geschenken, voeding, lectuur enz.) in de week open van 8 tot 20 uur, zaterdag van 10 tot 19 uur, zondag van 13.30 tot 19 uur » een bankautomaat Restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke dag open van 12 tot 14 uur.

colofon Maguza – driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen – jaargang 22, oktober 2010 – Redactieadres: UZA, afde­ ling Commu­nicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communi­catie@ uza.be – Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der ­Straeten – Hoofdredacteur: Ann Segers – Redactiesecretariaat: Françoise Lip­ pevelt – Redactieraad: Patrick Cras, Annick Deckers, Glen De Cock, Anneleen De Vos, Marc Peeters, Geert Roeyen, Ann Segers, Elke Smits, Kris Thieren, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele – Redac­ tie & realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be – Fotografie: Eric De Mildt, iStockphoto – Illustratie p. 16-17: Debora Lauwers – Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest – Reclameregie: Little Joe, www.littlejoe.be – De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA  www.maguza.be

Jongens van zestien

T

egen de tijd dat u dit leest, is alles vast wel weer in orde thuis. Maar ik schrijf deze column begin

september en dat is altijd hectisch: het begin van mijn radioseizoen én het begin van het schooljaar, en dat laatste is thuis in de grootste verwarring verlopen.

Dat lag aan mijn oudste zoon. De jongste, 13, ging

(vrij) vrolijk weer naar school. Maar de oudste, van

16, had een B-attest. Dat betekent bissen, of overstap­ pen naar een andere richting. Eigenlijk had zoon twéé B-attesten: het eerste in juni, maar toen mocht hij nog herkansen. Maar ook het herexamen viel zwaar tegen. Het betrof dan ook het rotvak wiskunde.

Op zich heb ik geen probleem met een B-attest. Kin­

deren kunnen niet alles kunnen. En oudste zoon kan

Annemie Peeters is radiojour­naliste en columnist, maar ook mama, ­partner, ­dochter, vriendin. Met twee voeten stevig in het leven heeft ze het in haar column over gezondheid, ziekte, lief en leed.

iets anders al goed: koersen. Het problematische van de situatie zat ’m in de timing. De uitslag van het her­

examen was bekend op de laatste dag van augustus;

dat was één dag voor de eerste schooldag. Zoon wou

niet bissen, en kon dus niet meer terug naar zijn ver­ trouwde school.

Dat was vervelend. Want op de dag dat jong Vlaan­

deren massaal ‘terug naar school’ trok, bleef zoon

thuis. Ook de dag daarna. En de dag dààrna. Dat leek me niet gezond. Ik had gezegd dat hij moest zoeken,

terwijl ik op het werk zat, naar een andere richting in een andere school. Waarbij ik stilletjes hoopte dat hij

toch weer bij de oude uit zou komen, wegens gebrek aan beter.

Maar zo werkt het natuurlijk niet. Die jonge gasten

denken niet in termen van beter of niet. Die volgen hun hart. En zoon heeft een sporthart. Na een paar

dagen had hij zijn keuze gemaakt; hij wou naar de sportschool met afdeling wielrennen. Dat soort scho­

len is niet dik gezaaid. De dichtste was Tessenderlo. Dat is in Limburg, dus maakte ik bezwaar. Maar hij mocht wel een keer gaan kijken.

Terwijl ik op mijn werk zat, fietste zoon van Antwer­

pen naar het verre Tessenderlo. ’s Namiddags mailde hij. Hij was weer thuis en overenthousiast. Dit stond in de mail:

‘Mama, je weet niet hoe graag ik naar die sportschool zou gaan. Toe. Please. Geen lusten zonder lasten. Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag. Naar rijpe kersen klimt men hoog.’ Dat schreef mijn zoon echt allemaal. En toen besefte ik dat jongens van 16 géén kinderen meer zijn. Dat ze goed weten wat hen wel en niet gelukkig maakt. Daar moet een ander niet over beslissen. Zelfs geen mama.

Annemie maguza 043


gehOlpen?

robin won zijn oorlog Zes jaar moest hij wachten op een geschikte donornier. Naar het einde toe regen de ziekenhuisbezoeken zich aan elkaar. Maar nu kan Robin Thoen (17) eindelijk weer een normaal leven leiden. Zo is hij dolblij dat hij weer naar school mag.

e

lf was Robin toen een zeldzaam

syndroom zijn nieren aantastte.

Nierdialyse

was

onvermijdelijk.

Robin: ‘Ik deed ’s nachts thuis aan buikdialyse. Zo kon ik vrij normaal leven. Ik mocht alleen niet zwem­ men. Ook stond ik op een streng

dieet en mocht ik maar 800 milliliter per dag drinken.’

een enorme desillusie ‘Mijn man en ik kwamen niet in aan­ merking als nierdonor’, zegt mama Vera Lamoen. ‘Dus werd Robin op de transplantatiewachtlijst gezet. Na twee

jaar was het zover. Maar die nier is hij na een week verloren. Een enorme

onderdoor. Op een zeker moment

hoefde het niet meer voor hem. De

kindernefroloog, prof. dr. Koen Van

Hoeck, heeft hem toen moed inge­ sproken. Zes jaar heeft hij Robin bij wijze van spreken mee op zijn schou­

ders gedragen. Hij en verpleegkun­ dige Sofie Eerens zijn onze helden.

Uiteindelijk kon ik in een kruisdo­

natieprogramma stappen. Ik zou een nier afstaan en Robin zou er een

andere voor in de plaats krijgen. Maar een week voor de geplande

operatie was er opeens toch een anonieme donornier.’

desillusie. De transplantatiechirurg zei

goud!

ren, maar niet de hele oorlog.

getransplanteerd. Ik was best zenuw­

toen: we hebben deze veldslag verlo­

Robin: ‘Op 14 januari 2010 ben ik

Anderhalf jaar geleden moest Robin

achtig.’ Vera: ‘Een week heeft het

door complicaties overstappen naar

gewone dialyse. Dat betekende drie keer per week in het UZA vier uur aan een toestel liggen. Heel zwaar

was dat. De andere patiënten, meestal oudere mensen, leefden zo met hem

geduurd voor de urineproductie op gang kwam. Andere patiënten zet­

ten die fles onder hun bed, wij op de vensterbank. Die urine, dat was goud voor ons.’

Robin: ‘Ik keek er vooral naar uit

mee. Als Robin huilde, huilden er

om weer te zwemmen. En om te

problemen met mijn aders was het

ken.’ Vera: ‘Intussen gaat het heel

steevast anderen mee.’ Robin: ‘Door aankoppelen vaak een lijdensweg. En nadien was ik altijd heel moe. Met school ben ik moeten stoppen.’

Vera: ‘Op de duur duwden we Robin

in de rolstoel van de ene behandeling

OprOep!

naar de andere. Hij ging er totaal

eten wat ik wilde, en cola te drin­ goed met Robin. Hij volgt nu kine­ sitherapie om weer sterker te wor­

den. En hij is waarschijnlijk een van de weinige tieners die blij is dat hij weer naar school mag (lacht).’

Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.