maguza Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 76, Tijdschrift – kwartaalblad, apr – mei – jun 2009, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem
zorgmagazine van het Uza – april 2009 – #76 – www.magUza.be
CSI in Antwerpen In het spoor van de forensisch patholoog
Zorgeloos in de zon 7 keer zonnebrand voorkomen
Mecenaatsfonds Schenkingen redden levens
Hersen stimulatie Hoe maakbaar is de mens? + Dossier meDische genetica
advertentie
ORTHOPEDIST - BANDAG IST
O R T H O PED I E
O R T H O PED ISCH E SCH O EN EN
COM FO R T SCH O EN EN
BAN DAG IS T ER I E
I N VALI D E WAG ENS
T H U IS V ER ZO R G I N G
Bezoek onze ruime toonzaal Traditioneel maatwerk
Discrete pasruimte
Moderne technologieën en technieken
Studiedienst
Grote keuze artikelen van hoogstaande kwaliteit
Goed uitgeruste werkplaatsen
Comfort en mobiliteit
Met deskundig advies
Speciaalzaak leefcomfort RIZIV 1/6/10422/96/100 - 1/6/27017/88/200
Turnhoutsebaan 92-94 • 2100 Deurne • Tel. : 03/326 11 30 • fax: 03/326 06 79 • info @schaeps.be Week van 9 - 18 u, zaterdag van 9 - 13 u • Tram 10, bus 33, 410, 411 en 412 • GR ATIS PARKING O R T H O P E D I E • B A N DAG I S T E R I E • S C H O E N E N • I N VA L I D E N WAG E N S • H O M E C A R E • R E VA L I DAT I E
www.schaeps.be
FInAnCIële CrISIS, OOk In de geZOndHeIdSZOrg? A
ls de economie krimpt, slinken de beschikbare middelen voor de gezondheidszorg. In elk land volgt de curve van de middelen voor de gezondheidssector die van de economische groei. Maar de weerslag is directer en groter in een vrije markt. De Verenigde Staten zijn daarvan het typevoorbeeld. De private ziekenhuizen zijn er afhankelijk van geleend geld. Aangezien zij niet meer kunnen lenen, worden de investeringen er stopgezet. Amerikaanse ziekenhuizen geven ook massaal zelf obligaties uit om geld te krijgen. Het laatste kwartaal van 2008 was daarvoor het zwakste sinds 1989, waarbij ze minder dan 1 miljard dollar aan nieuwe obligaties uitgaven, tegenover 9 miljard dollar per maand een jaar eerder. Ziekenhuizen in de VS financieren onderzoek en innovatie meestal met giften. Maar ook de filantropische markt is in recessie. De terugval bedraagt ongeveer 10%. Optimisten besluiten dat dat beter is dan de beurzen. Ook België? In een markt die sterk door de overheid wordt gereguleerd, zoals de Belgische, lijken de gevolgen op het eerste gezicht minimaal. Schijn bedriegt, omdat de overheid hier als buffer optreedt. Naarmate de budgettaire mogelijkheden kleiner worden als gevolg van lagere ontvangsten, zullen ook hier de uitgaven voor gezondheidszorg dalen. De voorbije tien jaar lag het budgetrisico bij de federale overheid, die een groeinorm boven index kon toepassen voor de gezondheidssector. De depressie maakt dit nu onmogelijk. De overheid zal geen andere keuze hebben dan het budgetrisico te decentraliseren of met andere woorden: het door te schuiven naar de ziekenhuizen. We zullen dus meer moeten doen met minder geld. Gezondheidszorg zal minder toegevoegde waarde creëren voor een hogere kost voor de patiënt.
De beste ziekenhuizen herken je aan het aantal bouwkranen.
Bouwbudget Uitstel van investeringen gebeurt al omdat het bouwbudget voor ziekenhuizen de voorbije tien jaar veel te laag lag. De Vlaamse overheid wil in het kader van een relanceplan investeren in schoolgebouwen. Waarom niet in de ziekenhuizen? De impact op de tewerkstelling is er groter én het is een besparing. Verouderde gebouwen altijd terug aanpassen is op lange termijn duurder dan nieuwbouw. We moeten dan ook geen rankingsysteem meer uitvinden. De bouw beste ziekenhuizen herken je aan het aantal bouwkranen.
Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder
maguza 003
advertentie
P u b l i r e p o r t a g e
De bedgeheimen van gezond slapen volgens Fja-Oeyen Donsdekens
“Blijf in de keuze voor je slaapcomfort zo dicht mogelijk bij de natuur,” zegt Piet Oeyen uit Mol. Zijn grootvader verdiepte zich vijftig jaar geleden al in het geheim van dons en als derde generatie zet Piet, samen met zijn echtgenote, dat levenswerk verder. Een donsdeken koop je in vertrouwen, met de nodige garantiezekerheid. ”Fja-Oeyen is de enige in België die haar klanten een levenslange garantie durven te geven op de binnenvulling van al onze met “voldons” gevulde donsdekens. En dit doen we al bijna 50 jaar. Als dat geen garantie is!”
Allergie en dons? Een studie van de Duitse professor Jürgens toonde al in 1992 aan dat slechts één mens op de miljoen allergisch is voor dons en veren. De eigenlijke boosdoener van de meeste allergieën is de huisstofmijt, meer bepaalt de uitwerpselen (P1) ervan. Iedereen weet stilaan dat zij goed gedijt in een warme, vochtige omgeving en zich vooral voedt met dode huidschilfers. De slaapkamer heeft al die ingrediënten in huis. Matrassen zijn de ideale biotoop.
Wie 's morgens goed uitgeslapen uit bed stapt, heeft wellicht ook gezond geslapen. Gezond slapen is vooral comfortabel slapen en dat is voor iedereen verschillend. Goede dons bevat veel lucht en het is haar isolerende eigenschap die de warmte van je lichaam bijhoudt. Hoe meer lucht er in je donsdeken zit, hoe warmer je dus slaapt, maar de temperatuur is nooit hoger dan je eigen lichaamstemperatuur van 37°C. Omgekeerd werkt het ook. Diezelfde lucht vormt een buffer tussen je lichaam en de zwoele nachten. Bijkomend voordeel is dat dons vochtregulerend werkt. Een mens verliest per nacht gemakkelijk een halve liter vocht. Dons absorbeert dat en zelf blijf je lekker droog.Vooral artroselijders zijn zeker ook gebaat te kunnen slapen in een goede droge omgeving, onder een Fja-Oeyen donsdeken dus.
De professor onderzocht of huisstofmijten verlekkerd zijn op dons en veren. Hij stelde vast dat ten eerste, bij een kwaliteitsdonsdeken de bekleding zo dicht geweven is dat deze opruimer er niet door kan en dus ook niet zijn uitwerpselen. Ten tweede, staan dons en veertjes niet op hun menu! Het is er wel warm, maar de vochtregulerende eigenschap zorgt er voor droge lucht en veel luchtcirculatie. Zeker niet de optimale omgeving voor de huisstofmijt. En ten derde, het meest belangrijkste, is dat 1 kg kwaliteitsdons bij reiniging wordt gewassen met 20 liter water. Daarna een kwartier lang droogt op 120°C. Dit is de enige manier om een donsdeken zowel van binnen als van buiten echt hygiënisch zuiver te krijgen.
Waarom mag een donsdeken niet gewassen worden? “In principe moet dons om de 7 jaar gereinigd worden. Donsvulling en bekleding worden gescheiden en apart, per klant, gewassen met water en zeep. Een donsdeken is bij Fja-Oeyen per slot van rekening gemaakt om een leven lang mee te gaan. Tenminste, als je het goed onderhoudt! Allemaal veel voordeliger dan telkens nieuw en minder aangename dekens te moeten aanschaffen”.
FJA - Oeyen Donsdekens en bedden, Asstraat 2, 2400 Mol. Tel 014/31.13.92 - www.fja-oeyen.be
In dIt nuMMer
Medisch
010
BrAI2n
010
BRAI2N is een onderzoeks- en behandelcentrum voor neuromodulatie. Door hersenprocessen te beïnvloeden, kunnen artsen bepaalde ziekten behandelen. Maar hoe ver kun je gaan?
014
Ook kinderen met astma kunnen onbezorgd spelen en sporten. Educatie op maat staat centraal in de astmakliniek voor kinderen.
018
Op de crime scene met forensisch patholoog Werner Jacobs: bij nacht en ontij gaat hij op pad.
gezond
034
Slaapwel…
031
Zonnen zonder zorgen: de fabeltjes ontkracht
034
Slaapwel… maar goed slapen: hoe doe je dat?
Zorg
040
Spirituele begeleiding
036
Schenkingen aan het UZA redden levens
038
Low care dialyse: iets minder ziekenhuis
040
Spirituele begeleiding geeft steun in zware tijden
Een gezondere toekomst dankzij genetische informatie
021
Uw genen voorspellen welke ziekten op de loer liggen.
Medische genetica
021
Dossier MeDische genetica en verder
016
015
U zegt? Hepatitis
016
UZA 2020: revolutie in de reumatologie
033
Witjas: de audioloog
revolutie in de reumatologie maguza 005
doorgelicht
AMputAtIe verMeden, Been gered
Veel meer patiënten overleven botkanker dankzij de vooruitgang in de chemotherapie. Botkanker leidde vroeger meestal ook tot de amputatie van het aangetaste lidmaat. Vandaag is dat veel minder vaak het geval, voornamelijk dankzij de voortdurende verbetering van de technieken. Chirurgen en ingenieurs bundelen daarvoor hun kennis. ‘Vandaag kunnen we in 80% van de gevallen het lidmaat redden, bij 20% is amputatie nog nodig. Twintig jaar geleden was die verhouding nog omgekeerd,’ zegt prof. dr. Johan Somville, hoofd van de dienst orthopedie in het UZA, en naast orthopedisch chirurg ook burgerlijk ingenieur. Op de kleine foto hiernaast ziet u een kwaadaardig gezwel, meer bepaald een chondrosarcoom, dat het dijbeen van de patiënt heeft aangetast tot in het kniegewricht. Het aangetaste bot werd weggehaald en vervangen door een hoogtechnologische tumorprothese. De patiënt stapt en fietst vandaag bijna net zoals voorheen. In sommige gevallen wordt een prothese gecombineerd met een donorbot. Het grote voordeel van een donorbot is dat het vastgroeit aan het eigen bot en dat er pezen op zitten, waaraan de pezen en spieren van de patiënt kunnen worden vastgehecht. Nadeel is dat donorbot afsterft, zodat ongeveer om de tien jaar een nieuwe operatie nodig is. maguza 007
kOrt
23 MeI: FIetSen tegen kanker Op zaterdag 23 mei vindt voor de zesde keer Cycle for Life plaats, de grootse fietshappening ten voordele van kankeronderzoek. Het evenement wordt georganiseerd door BLOSO en vier Vlaamse universiteiten, waarbij de Universiteit Antwerpen de kar trekt. Vorig jaar verkenden 2000 fietsers de mooi uitgestippelde fietsroutes met
InFO
onderweg heel wat randanimatie en aandacht voor belangrijk kankeronderzoek. Aan elke deelnemer wordt vrijblijvend 5 euro gevraagd, die integraal naar het kankeronderzoek gaat. Vertrekplaats is de universitaire campus in Wilrijk. De actie wordt gekoppeld aan het evenement Vlaanderen Fietst.
www.vlaanderenfietst.be of bij prof. dr. Filip Lardon, oncologie, T 03 820 25 76 » filip.lardon@ua.ac.be
Minder pijn na
Dat na een operatie pijn kan optreden, ligt voor de hand. Patiënten die in het ziekenhuis verblijven, kunnen voor pijnbestrijding terecht bij het verzorgend personeel. Patiënten die naar huis gaan na een operatie in de dagkliniek kunnen dat niet. Nochtans kan onbehandelde postoperatieve pijn leiden tot chronische gezondheidsproblemen en langdurig gebruik van pijnstillers. Met een nieuw project willen de diensten anesthesiologie, multidisciplinair pijncentrum, apotheek en dagziekenhuis dan ook nagaan hoe pijnbestrijding bij die ambulante patiënten het best georganiseerd wordt. Er is een project op touw gezet waarbij die patiënten na bepaalde operaties een geïndividualiseerd pijnbehandelingsschema mee naar huis krijgen, rekening houdend met hun voorgeschiedenis, hun vroegere medicatiegebruik en het type operatie. Het onderzoek krijgt steun uit het fonds Gert Noël, dat initiatieven steunt voor betere informatieverlening en een menswaardige medische behandeling. Het project kadert in het Antwerp Personalized Pain Initiative (APPI), dat tot doel heeft om op termijn in het ganse UZA een individuele aanpak van pijn in te voeren.
DagkliniEk
harten De honderdste harttransplantatie in het UZA is een feit. Ze werd in december uitgevoerd door hartchirurg prof. dr. Inez Rodrigus. ‘2008 was hoe dan ook een uitzonderlijk jaar, met maar liefst veertien harttransplantaties.’ De eerste harttransplantatie in het UZA gebeurde in 1994. Van de 100 mensen die sindsdien een nieuw hart kregen, zijn er vandaag nog 78 in leven. De jongste patiënt die een donorhart kreeg, was 16 jaar, de oudste 71. Meestal gaat het om vijftigers en zestigers en in driekwart van de gevallen is de patiënt een man. ‘De patienten die intussen overleden zijn, zijn meestal gestorven aan ziekten die op termijn het gevolg zijn van de medicatie tegen afstoting die ze moeten nemen.’ 008
Zet je Bed De lessen samen met je klasgenoten volgen, terwijl je ziek bent? Het kan dankzij Bednet, dat zieke kinderen via het internet verbindt met hun klaslokaal. ‘Eén patiënt heeft het al uitgeprobeerd in het UZA, en wellicht volgen er nog,’ zegt prof. dr. Wilfried Schroyens, van de dienst hematologie. Daar verblijven vaak jongeren voor langere tijd, bijvoorbeeld wegens acute leukemie. ‘Kinderen en jongeren die lange
HAnS DE Block:
de nieuwe OMBudSMAn
BlOedStAlen op de lopende band In de loop van dit jaar ondergaat het klinisch labo van het UZA een gedaanteverwisseling. Het labo wordt stap voor stap verder geautomatiseerd. Dat zal ervoor zorgen dat de resultaten sneller beschikbaar zijn. Elke week komen in het labo stalen toe van zo’n 5000 patiënten, waarop telkens meerdere analyses worden uitgevoerd. Tegen het einde van dit jaar zal 80% van de stalen er automatisch worden geanalyseerd. ‘Dat gaat via een automatenstraat,’ vertelt Manou Martin, de apotheker-klinisch bioloog die het project leidt. ‘Je kunt het vergelijken met de lopende band in een fabriek: de bloedstalen passeren verschillende toestellen, die de barcode van de tubes scannen. Zo weet elk toestel welke tube het uit de rij moet halen om de aangevraagde parameters te bepalen.’ Er wordt een ruime waaier aan nieuwe toestellen geplaatst, zodat automatische analyses kunnen gebeuren voor biochemie, hematologie, stolling, proteïnechemie, hormonologie, geneesmiddelen, toxicologie en de serologie.
klAS
tijd ziek zijn, lopen achterstand op op school,’ vertelt Schroyens, ‘Maar door niet naar school te gaan, verliezen ze vaak ook het contact met hun vrienden. Eigenlijk worden ze zo dubbel gestraft.’ Met Bednet kunnen ze vanop afstand aanwezig zijn in de klas. Het klasgebeuren wordt via een webcam gefilmd en doorgestuurd naar hun laptop. En dankzij een headset kunnen ze zich ook laten horen in de klas.
InFO
www.bednet.be
nieuwe aanpak
voor lage rugpijn Acht op tien Belgen heeft ooit last van lage rugpijn. Meestal gaan de klachten vanzelf over, maar bij 15% wordt de rugpijn chronisch, zonder duidelijke medische oorzaak. Een nieuwe behandelingsaanpak toegepast in het UZA kwam op vrijdag 13 maart aan bod in het VTM-journaal. Omdat de klachten van patiënten met lage rugpijn erg variabel zijn, ging kinesitherapeute Nathalie Roussel, verbonden aan de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Universiteit Antwerpen, voor haar doctoraatsonderzoek op zoek naar een manier om een onderscheid te maken tussen de soorten lage rugklachten. Roussel ontdekte onder meer dat een foute ademhaling een rol kan spelen bij lage rugklachten, en dat patiënten met lage rugpijn bij het bewegen vaker onnodige, ongecontroleerde bewegingen maken. Ze toonde voorts aan dat bij gezonde jonge mensen die ongecontroleerde bewegingen zelfs (rug)klachten kunnen uitlokken. De onderzoeksgroep hoopt dat door die betere inzichten in het probleem, chronische klachten meer en meer vermeden kunnen worden.
InFO
uit de pers
in De
In januari ging Hans De Block als nieuwe ombudsman van het UZA aan de slag. Voor zijn komst naar het UZA was hij verbonden aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Antwerpen. Bij de ombudsman kunt u terecht met vragen en klachten over het zorgproces, de medischtechnische ingrepen, de verpleegkundige aspecten, de accommodatie in het ziekenhuis, de organisatorische, administratieve en financiële aspecten, uw medisch dossier en uw rechten als patiënt. Hans is bereikbaar op werkdagen van 10 tot 16 uur, op T 03 821 31 60 of via e-mail: ombudsdienst@ uza.be. Zijn kantoor vindt u in de centrale inkomhal, achter de trap.
Dienst fysische geneeskunde, T 03 821 31 96 maguza 009
MedISCH
neurO HerSenprOCeSSen De zenuwbanen van de hersenen beĂŻnvloeden: dat is in een notendop neuromodulatie, een techniek die zijn nut ruimschoots heeft bewezen in de behandeling van onder meer de ziekte van Parkinson, pijn en depressie. Maar de therapie roept ook ethische en maatschappelijke vragen op. Hoe maakbaar is de mens?
B
ij neuromodulatie (zie kaderstuk) worden de hersenen beĂŻnvloed door de activiteit van bepaalde zenuwbanen te manipuleren, al dan niet met behulp van ingeplante elektrodes. De techniek bestaat al lang, maar is pas de laatste jaren volop in opmars. Paradepaardje bij uitstek is de behandeling van patiĂŤnten met de ziekte van Parkinson, die dankzij neuromodulatie opnieuw controle over hun bewegingen krijgen. Succes werd ook geboekt in het domein van depressie, pijn en dwangstoornissen. Verder is er onderzoek naar het effect op obesitas, oorsuizen, epilepsie, agressie, verslaving en tal van andere ziekten. Het aantal toepassingen lijkt oneindig. Groot voordeel tegenover medicijnen is de 010
MOdulAtIe: Onder COntrOle lokale en meestal ook snellere werking. Het UZA opende in het najaar een eigen onderzoeks- en behandelcentrum voor neuromodulatie, BRAI²N genoemd (zie kaderstuk). Maar hoe veelbelovend ook, neuromodulatie roept ook ethische en maatschappelijke vragen op. Hoe ver kun je gaan als je weet dat je met neuromodulatie ook gezonde mensen kunt behandelen om bijvoorbeeld hun prestatievermogen te vergroten? Wij nodigden drie leden van de BRAI²N-adviesraad uit om hierover te debatteren: prof. dr. Dirk De Ridder, neurochirurg en hoofd van BRAI²N, prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie en hoofd van het ethisch comité van het UZA, en prof. Johan Braeckman, onderzoeker en docent filosofie aan de Universiteit Gent. de mogelijkheden van neuromodulatie zijn indrukwekkend, maar zijn er ook risico’s? De Ridder: ‘Als de elektrode verkeerd wordt geplaatst, riskeer je nevenwerkingen als epilepsie of depressie. Die
zijn weliswaar omkeerbaar: we kunnen de elektrode opnieuw plaatsen of gewoon de stimulator uitschakelen. Het grootste gevaar zijn infecties of een hersenbloeding. Het risico op een hersenbloeding bedraagt 1 à 2%.’ dat is een klein risico, maar een grote complicatie. De Ridder: ‘Net daarom is neuromodulatie altijd een laatste optie. Ook medicatie heeft trouwens nevenwerkingen. Neuromodulatie kan maar een standaardtherapie worden voor een ziekte als de risico’s van de medicamenteuze behandeling groter blijken dan die van hersenstimulatie.’ Braeckman: ‘Informed consent is vanuit dat opzicht cruciaal. De patient moet uitvoerig worden geïnformeerd over zijn ziekte, de ingreep, de verwachte resultaten, maar ook over mogelijke complicaties en nevenwerkingen. Zeker als je weet dat de ingreep zelden levensreddend is, maar vooral de levenskwaliteit bevordert.’ De Ridder: ‘Dat laatste is niet helemaal waar. Wij zien vaak patiënten die zo onder hun ziekte lijden dat ze zelf-
2
1. Prof. dr. Dirk De Ridder, neurochirurg en hoofd van BRAI²N, 2. Prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie en hoofd van het ethisch comité van het UZA
HOe werkt neurOMOdulAtIe? neuromodulatie betekent stimulatie of onderdrukking van de activiteit van welbepaalde zenuwen in de hersenen. Dat kan zowel invasief als niet-invasief. invasieve neuromodulatie. in de hersenen worden elektrodes ingeplant die aan bepaalde zenuwen een elektrische stroom toedienen. De elektrodes zijn verbonden met een soort van uitwendige pacemaker die je kunt aan- of uitschakelen. invasieve neuromodulatie wordt in principe maar toegepast nadat is gebleken dat de patiënt baat heeft bij de niet-invasieve vorm. Maar soms is dat niet mogelijk, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson. niet-invasieve neuromodulatie. De meest gebruikte niet-invasieve vorm is neurobiofeedback: daarbij wordt hersenactiviteit gemeten en krijgt de persoon een negatief of positief signaal naargelang de activiteit binnen een vooraf geprogrammeerde zone blijft. Zo worden de hersenen getraind om spontaan de juiste activiteit te vertonen. De techniek wordt nu al toegepast om aDhD en epilepsie te behandelen en om de prestaties van topsporters te verbeteren. Bij andere vormen van niet-invasieve neuromodulatie worden er uitwendig twee elektrodes geplaatst, waartussen een elektrische of magnetische stroom wordt gestuurd.
1 maguza 011
MedISCH
in principe kun je elk hersenproces beïnvloeden, iemand zelfzekerder of minder agressief maken. BRai2n behandelt natuurlijk alleen zieke patiënten. moordneigingen hebben. Die mensen proberen we wel altijd eerst uit hun depressie te krijgen, omdat ze dan meer beslissingsbekwaam zijn.’ Cras: ‘Essentieel bij informed consent is de relatie arts-patiënt. Een arts heeft normaal gezien het welzijn van zijn patiënt voor ogen. Maar wat als hij patiënten zoekt voor zijn onderzoek? Dan kan er een belangenconflict zijn.’ De Ridder: ‘Bij mij primeert altijd het belang van de patiënt. Neuromodulatie is alleen verantwoord als er zo meer kans op succes is dan met een andere therapie.’ Braeckman: ‘Toch zijn ethische commissies in dit kader nodig. Want mis-
bruik, hoe uitzonderlijk ook, is nooit helemaal uit te sluiten.’ welke nietmedische toepas singen zijn er zoal mogelijk? De Ridder: ‘In principe kun je elk hersenproces beïnvloeden. Je zou iemand kunnen behandelen opdat die zelfzekerder wordt of een beter geheugen krijgt. Plastische neuromodulatie, zeg maar. Nog een stap verder is het designer brain, waarbij de vraag om neuromodulatie van de maatschappij komt. Theoretisch zou je een moordenaar kunnen behandelen om zijn agressieve neigingen te onderdrukken, al dan niet als voorwaarde voor strafvermindering. Maar het is niet aan artsen om daarover te beslissen. Zoiets is voer voor ethici en politici.’ Cras: ‘De grens is niet altijd duidelijk. Wat is een ziekte, en wat is diversiteit? Moet je een kind dat hyperactief is, meteen behandelen?’ Braeckman: ‘Nu al zie je een duidelijke verschuiving naar geneeskunde op aanvraag, vooral binnen de plastische chirurgie. Wellicht komt er ooit ook een markt voor plastische neuromodulatie, zeker als de techniek verfijnder en goedkoper wordt.’ De Ridder: ‘Voor alle duidelijkheid: BRAI²N behandelt uitsluitend zieke patiënten.’
en het kostenplaatje? kan de maatschappij neuromodulatie wel betalen? Cras: ‘De kosten voor één patiënt kunnen gigantisch oplopen. Dan moet je afwegen: wat winnen we hier aan levenskwaliteit?’ Braeckman: ‘Je zou je ook kunnen afvragen in hoever het ethisch is om bijvoorbeeld obesitas te behandelen als die louter een gevolg is van een foute levensstijl.’ De Ridder: ‘Bedenk wel dat een ziekte zelf ook veel kost. Neem die patiënt met obesitas: die heeft een verhoogd risico op diabetes, hart- en vaatziekten enzovoort. Bovendien zullen de kosten van neuromodulatie dalen naarmate we gerichter kunnen behandelen.’ neuromodulatie is momenteel nog experimenteel. Zal de manier van behandelen nog sterk evolueren? De Ridder: ‘Ja, neuromodulatie staat op dit moment nog helemaal in de kinderschoenen. We spreken als het ware met de hersenen op een manier die ze niet verstaan. Naarmate onze kennis vergroot, zullen we op een andere manier stimuleren. We moeten vooral inzien dat er voor de meeste aandoeningen niet één maar verschillende behandelingsmogelijkheden zijn.’
CentruM vOOr OOrSuIZen Opent deuren op 22 april gaat in het UZa het tinnitus research institute (tri) officieel uit de startblokken. het instituut, een onderdeel van Brai²n, doet onderzoek naar de behandeling van tinnitus of oorsuizen via neuromodulatie. De opening gaat gepaard met een wetenschappelijke studiedag in het Kinsbergen auditorium in het UZa. Bedoeling is een overzicht te geven van het huidige onderzoek en behandelingsmogelijkheden. toegang gratis. InSCHrIjven en InFO via t 03 821 45 38
012
InFO
Dienst neurochirurgie, T 03 821 33 36
advertentie
Nirwana verwent u en uw rug. kennISMAken Met BrAI²n Vorig najaar werd binnen het UZa Brai²n opgericht, voluit Brain Research Centre Antwerp for Innovative and Interdisciplinary Neuromodulation. het centrum combineert onderzoek, praktijk en behandeling, waarbij er een nauwe samenwerking is tussen diverse diensten. Momenteel spitst het zich onder meer toe op de ziekte van Parkinson, pijnklachten, epilepsie, depressie, dwangstoornissen en verslaving. op 19 juni opent Brai²n officieel de deuren met een studiedag. Binnen- en buitenlandse wetenschappers leggen uit hoe de hersenen werken, wat neuromodulatie is en wat de mogelijkheden zijn. De studiedag vindt plaats van 9 tot 18 uur in het Kinsbergen auditorium in het UZa. toegang gratis.
DC090202 © Dimitri Cools / foto: © Getty Images
InSCHrIjven en InFO: t 03 821 45 38
Reeds meer dan twintig jaar selecteert en adviseert Nirwana op onafhanke lijke en transparante wijze oplossingen voor gezond liggen, zitten en gaan: van ergonomische slaapsystemen, stoelen, tafels en relaxzetels, tot en met kantoor- en kindermeubilair, babyproducten en schoenen. Nirwana verwent u en uw rug.
Open van dinsdag t.e.m. zaterdag van 10u00 tot 18u00. ONAFHANKELIJK ADVIES VAN ONZE KINESISTEN I DIENST NA VERKOOP
www.nirwana.be I De Bruynlaan 127 2610 Antwerpen I 03-820 98 30 maguza 0013
MedISCH ruBrIek
MAMA,
wAArOM Ik pu ‘Met die test zullen we wellicht een dreigende astma-aanval kunnen voorspellen. We onderzoeken nu in hoeverre de test een betere controle van de klachten oplevert’, licht Desager toe.
Astma komt wereldwijd steeds vaker voor, ook bij kinderen. Kinderen met astma kunnen even onbezorgd spelen en sporten als hun leeftijdgenootjes, op voorwaarde dat ze de juiste behandeling krijgen én volhouden. Educatie op maat staat dan ook centraal in de astmakliniek voor kinderen in het UZA.
A
stmapatiënten hebben overgevoelige luchtwegen. Onder invloed van allerlei factoren trekken de spiertjes in de luchtwegen samen en ontstaat er een chronische ontsteking. Uitlokkende factoren kunnen allergische prikkels zijn, bijvoorbeeld huisstofmijt of pollen, of niet-allergische prikkels, zoals sigarettenrook of chloordampen. Ook inspanning, emoties en infecties kunnen klachten uitlokken. Symptomen zijn kortademigheid,
014
InFO
benauwdheid, hoesten, hardnekkige slijmen op de borst en een piepende ademhaling. Als de ziekte niet onder controle is, kan het kind een astmaaanval krijgen. Het heeft het dan heel benauwd, hoest erg en heeft een moeilijke en piepende ademhaling. Aanval voorspellen De therapie bestaat uit twee soorten medicijnen: enerzijds ontstekingsremmers als onderhoudsbehandeling, anderzijds luchtwegverwijders die de patiënt in geval van klachten bijkomend kan nemen om de spiertjes rond de luchtwegen te ontspannen. ‘De medicatie is de laatste jaren weinig veranderd’, zegt prof. dr. Kristine Desager, hoofd van de astmakliniek voor kinderen. ‘Wel schrijven we de onderhoudsbehandeling vandaag flexibeler voor. Als het goed gaat, kunnen we de medicatie afbouwen of zelfs proberen te stoppen. Soms is dat seizoensgebonden. Er zijn bijvoorbeeld kinderen die in de zomer zonder medicatie kunnen.’ Nieuw binnen de astmakliniek is een longfunctietest die aan de hand van het stikstofoxidegehalte de ontstekingsgraad in de luchtwegen meet.
Astmakliniek voor kinderen, T 03 821 34 48 » www.astma-en-allergiekoepel.be
ken je ziekte Omdat de behandeling staat of valt met therapietrouw, staat educatie centraal in de astmakliniek. Het is cruciaal dat de patiënt en zijn ouders begrijpen hoe de medicatie werkt. ‘Aan de hand van demonstratiemateriaal leggen we uit hoe de ziekte in elkaar zit en waarom het zo belangrijk is de ontsteking tegen te gaan’, zegt Desager. ‘Voor ouders hebben we een overzichtelijke informatiebrochure gemaakt. Aan lagereschoolkinderen geven we het jeugdboek Lot-gevallen mee, op onze vraag geschreven door Saskia Reusens. Alle belangrijke boodschappen rond astma zitten erin verweven.’ een puffer, cool? Een moeilijke periode is de puberteit. Tieners vinden een puffer hoegenaamd niet cool en durven al eens spijbelen met hun medicatie. Desager: ‘Ik probeer daar zo open mogelijk over te praten. Als tieners gestopt zijn met hun medicijnen, blijkt dat al gauw uit hun longfunctietest. En dan kun je ze doorgaans wel overtuigen van het belang van hun therapie.’ Astma miskennen of verkeerd behandelen is ronduit gevaarlijk. Wie bijvoorbeeld blijvend een luchtwegverwijder
u Zegt?
Hepati tis
MOet FFen?
wat hebben hepatitis A, B en C gemeen? Het gaat telkens om een ontsteking van de lever
die wordt veroorzaakt door een virus. De belang-
rijkste symptomen zijn vermoeidheid en in sommige gevallen geelzucht. Veel patiënten zijn besmet zonder dat ze het weten.
Hoe raakt iemand besmet? Besmetting met hepatitis A gebeurt via besmet
voedsel, meestal in gebieden waar de hygiëne
gebruikt, onderdrukt alleen de symptomen en geeft de ontsteking van de luchtwegen intussen vrij spel. Vroeg of laat volgt er dan toch een astma-aanval. Die kan dan heel ernstig of in het slechtste geval zelfs fataal zijn. Gelukkig is zoiets erg zeldzaam. Met de juiste behandeling gaan astmapatiënten klachtenvrij door het leven en hoeven ze in principe geen enkele activiteit te laten.
minder goed is. De voorbije maanden waren er beperkte epidemieën in eigen land, meer bepaald in een aantal Limburgse scholen.
Hepatitis B en C worden bij ons voornamelijk
overgedragen via besmet bloed of – vooral in het geval van hepatitis B – seksueel contact. Risico-
groepen zijn dan ook mensen met wisselende sek-
suele contacten en druggebruikers. Maar ook het
aanbrengen van een tatoeage of piercing, of acupunctuur met niet-steriel materiaal, kan besmetting veroorzaken. Tot 1990 waren ook patiënten
die regelmatig bloedtransfusies kregen een belangrijke risicogroep voor hepatitis C. In die periode
bestond er namelijk geen test om het virus in het bloed op te sporen.
HeeFt MIjn kInd AStMA? › heeft uw kind ’s nachts vaak een droge hoest, zonder dat er sprake is van een verkoudheid of luchtweginfectie? › heeft uw kind regelmatig minstens vier weken na elkaar dagelijks slijmen op de borst? › heeft uw kind ooit vier weken na elkaar elke dag gehoest? › heeft uw kind regelmatig last van piepen of fluiten in de borst? › Wordt de slaap van uw kind vaak gestoord door piepen of fluiten in de borst? › heeft uw kind bij inspanning vaak last van piepen in de borst? antwoordt u op minstens één vraag ja? Dan is het mogelijk dat uw kind overgevoelige luchtwegen heeft. Vraag advies aan uw arts.
Hoe ernstig is hepatitis? Hepatitis A gaat meestal vanzelf voorbij. Hoe jonger de patiënt, hoe minder symptomen. Maar heel
uitzonderlijk escaleert de ziekte en is een levertransplantatie nodig. Ook hepatitis B gaat in 90 tot 95% van de gevallen vanzelf over. Bij hepatitis
C is die kans maar 20%. Als hepatitis B of C chronisch wordt, leidt dat tot leverbeschadiging en is
er een sterk verhoogd risico op levercirrose en
leverkanker. Er bestaat weliswaar medicatie die hepatitis B en C onderdrukt en hepatitis C zelfs
elimineert. Maar de behandeling slaat lang niet altijd aan, duurt lang en kan heel wat nevenwerkingen hebben.
Is er een vaccin? Ja, sinds 1999 worden baby’s en 11-jarigen systematisch ingeënt tegen hepatitis B. Ook risicogroepen krijgen de raad zich te laten vaccineren. Ook tegen hepatitis A is er een vaccin, dat vooral nuttig is als u naar een risicogebied reist. Tegen hepatitis C bestaat er geen vaccin.
InFO
Dienst gastro-enterologie hepatologie, T 03 821 33 23
maguza 015
uZA 2020
revolutie in de
tegen nen blokkeren. Daardoor zal er nog meer gerichte en effectieve medi-
catie op de markt komen, ook voor
Artrose, osteoporose en andere reumatische ziekten vormen soms een regelrechte aanslag op de levenskwaliteit. De ontdekking van de anti-TNF-therapie, een geheel nieuwe behandeling van artritis, lijkt een revolutie in te luiden. Hebben we reuma binnen dit en
patiënten die we nu niet kunnen helpen. Voorwaarde is wel een vroege
diagnose. Want aangerichte schade is definitief.’
en de behandeling van osteo porose? Zien we daar ook zo’n succesverhaal? Prof. Dr. Jan Van Offel: ‘Voor een
stuk speelt zich daar een gelijkaar-
dige evolutie af. Ook wij zien de opkomst van biologicals, en dan
vijftien jaar helemaal onder controle?
meer bepaald van geneesmiddelen die zich specifiek richten op de stof-
fen die de botafbraak regelen. In de toekomst zullen we waarschijnlijk
Dienst Immunologie
ook meer gebruik maken van mono-
w
clonale antistoffen. Dat zijn antistof-
Prof. dr. Luc De Clerck: ‘Reuma is
Zullen we dit soort aandoe ningen op termijn beter onder controle krijgen?
in feite geen ziekte, maar een verzamelnaam voor een waaier aan
De Clerck: ‘Dé nieuwe therapie die
dienen onder de vorm van een zes-
aandoeningen. De dienst immuno-
een revolutie in gang heeft gezet, is de anti-TNF-therapie, voluit anti-
at is reuma eigenlijk precies?
logie-reumatologie van het UZA is vooral gespecialiseerd in de behan-
deling van artritis en osteoporose.
Bij artritis heb je te maken met ontsteking van de gewrichten, ter-
Prof. dr. Luc De Clerck
wijl osteoporose gepaard gaat met
botontkalking. Twee andere grote
groepen zijn artrose, wat neerkomt
op slijtage van de gewrichten, en wekedelenreuma, een groep van mildere aandoeningen waarbij de pezen
rond de gewrichten ontsteken. Bij
artritis zetten cellen van het afweersysteem het ontstekingsmechanisme in gang. Daarom wordt reuma in het
UZA binnen de dienst immunologie-
Prof. dr. Jan Van Offel
reumatologie behandeld.’ 016
InFO
Tumor
Necrosis
Factor-therapie.
Het geneesmiddel behoort tot de
biologicals, medicijnen die veelal gemaakt zijn op basis van eiwitten of fragmenten van eiwitten. Dit medicijn richt zich op TNF, een van de belangrijkste ontstekingsstoffen. Lange tijd werd gedacht dat het geen zin had om één ontstekingsstof te blokkeren, aangezien er honderden zijn. Maar onderzoek bewees het tegendeel. Daardoor is de prognose van sommige patiënten met heel zware ontstekingsreuma de afgelopen vijf jaar spectaculair verbeterd. In de toekomst zullen we nog andere belangrijke ontstekingsstoffen kun-
fen die zich tegen één bepaald eiwit
richten. We zullen die kunnen toemaandelijkse injectie. De recentste resultaten geven aan dat die eenvou-
dige therapie het risico op breuken sterk vermindert en ook de bothoeveelheid ten goede komt.
In het algemeen gaan we meer naar behandelingen in injectievorm. Sinds kort is er zelfs een geneesmiddel
beschikbaar waarvoor één injectie per jaar volstaat. Dat heeft als groot voordeel dat de behandeling niet afhankelijk is van therapietrouw.’
Zullen door de veroudering almaar meer mensen aan osteoporose lijden? Van Offel: ‘We mogen inderdaad een
exponentiële groei van heupfrac-
turen en wervelindeukingsbreuken
Dienst immunologie, allergologie en reumatologie, T 03 821 32 99 » www.reumaliga.be, www.osteoporoseinfo.be
strijd
reuma verwachten. In dat opzicht wordt
het almaar belangrijker om patiënten vroegtijdig op te sporen. Ik denk
dan bijvoorbeeld aan osteoporoseverpleegkundigen, die bij patiënten met een breuk systematisch zouden
nagaan of osteoporose mogelijk de oorzaak kan zijn. Dan zouden ze die
persoon meteen kunnen doorverwij-
zen. Nu verschilt die aanpak nog te veel van dienst tot dienst en van arts tot arts.’
denken jullie dat reuma dank zij de verbeterde medicatie op termijn een minder grote impact zal hebben? De Clerck: ‘Als de diagnose vroeg
wordt gesteld wel, ja. Ver gevorderde vormen van reuma leiden dikwijls
tot opname, werkonbekwaamheid, invaliditeit of operaties. Maar als patiënten op tijd worden doorverwe-
zen, kun je het gewricht in een goede staat houden en hoeft het zo ver niet
te komen. Nu al zijn de ziekenhuisopnames als een gevolg van reuma
sterk teruggeschroefd. Dat komt ook door de sneller werkende medicatie.
Behandelingen die vroeger maanden duurden, kunnen nu op een paar weken. Sterker nog, bij sommige the-
rapieën met een infuus is er al na een dag resultaat.’
Helemaal mooi zou zijn dat je beschadigde gewrichten of botten weer kunt herstellen. Van Offel: ‘Dat is voorlopig niet mogelijk, maar we komen al vrij dicht in de buurt. Nu al is er medicatie die beginnende erosie voor een stuk kan omkeren.’
maguza 017
MedISCH
In Het vAn
w
We kennen ze allemaal van op tv, de pathologen uit Witse, CSI, Silent Witness. Maar hoe gaat het er in de praktijk aan toe? Prof. dr. Werner Jacobs, medisch coördinator van het Centrum voor Gerechtelijke Geneeskunde van het UZA, neemt ons op sleeptouw.
Prof. dr. Werner Jacobs, forensisch patholoog 018
e ontmoeten Werner Jacobs enkele dagen na het drama in een Dendermondse crèche. Hij heeft hectische dagen achter de rug. Hij onderzocht als wetsdokter alle veertien slachtoffers en de dader. ‘Als forensisch patholoog probeer je aan de politie materiaal te leveren voor hun onderzoek. Je helpt hen om de feiten te reconstrueren.’ 8.10 uur – Sporen van geweld Ook vanmorgen begint zijn dag met enkele levende slachtoffers. ‘De helft van ons werk bestaat uit het onderzoek van levende slachtoffers van fysiek geweld, vaak intrafamiliaal geweld. Mishandelde kinderen of volwassenen, maar bijvoorbeeld ook slachtoffers van steekpartijen of verkrachting.’ Jacobs en zijn collega’s gaan die slachtoffers ook opzoeken in de ziekenhuizen waar ze worden binnengebracht, liefst zo snel mogelijk. ‘Als de chirurg bijvoorbeeld al een drain in een steekwond heeft gestoken, dan kun je uit de wonde maar weinig meer afleiden over het mes.’ Ook de verwondingen van daders worden onderzocht, aangezien ook dat een licht kan werpen op de gebeurtenissen. 10.30 uur – Maagbloeding of moord? Na enkele consultaties en vele telefoontjes over lopende onderzoeken maakt Werner Jacobs zich klaar voor een autopsie. Gemiddeld duurt dat een uur of twee. ‘Per jaar doen we zo’n 250 lijkschouwingen. Het gaat dan om gewelddadige of verdachte overlijdens, zoals drugsdoden. Voorts doen
SpOOr
de wetSdOkter we ook lijkschouwingen in het kader van medische aansprakelijkheid.’ Jacobs wordt als wetsdokter ook ter plaatse geroepen. ‘Een typisch geval: de politie vindt een lijk in een grote plas bloed en roept ons erbij. Heel dikwijls gaat het dan echter om een maagbloeding. Ook klassiek, zeker in de grootstad, zijn lijken in staat van ontbinding. Mensen die wekenlang dood liggen in hun appartement, terwijl de conciërge briefjes uithangt dat iedereen zijn vuilzakken moet binnenhouden. Dan belt men ons op omdat niemand anders happig is om aan zo’n lijk te komen.’ wat aan de dood vooraf ging Bij een verdacht overlijden onderzoekt de patholoog ook het plaats-delict. ‘Wij zoeken niet naar vingerafdrukken en dergelijke, maar alle sporen die met het lijk te maken hebben – bloedspatten, speeksel, sperma – behandelen wij wel. Vaak tapen we slachtoffers op de plaats van het delict volledig in in kleeffolie. Sporen zoals vezels of verf blijven dan op de folie hangen.’ Lukt het altijd om een doodsoorzaak te vinden? ‘In 95% van de gevallen toch wel. Soms is de ontbinding echt te ver gevorderd of zijn er geen sporen, zoals bij hartritmestoornissen.’ Het gaat Jacobs echter ook om wat er zich vóór de dood heeft afgespeeld. ‘Soms kun je uit een wonde leren om wat voor wapen het gaat. Of iemand geslagen is met een baseballbat of een metalen staaf kan ik meestal niet zien. Maar als het een hamer was, gaat dat soms wel. Ook een steekwonde zegt soms iets over het lemmet.’ Een patholoog leest
een lichaam. Het verhaal van een verdachte kan daaraan worden getoetst. ‘Wij zijn ook aanwezig bij reconstructies van misdaden. Als een verdachte zegt dat de messteek een ongeval was, kunnen wij zeggen of dat mogelijk is of niet. Daarom zijn we soms ook aanwezig bij verhoren van verdachten.’ een anoniem lijk een naam geven De forensisch patholoog krijgt ook geregeld anonieme lijken op zijn tafel. Dan zoekt hij ook naar elementen die kunnen helpen bij de identificatie. ‘Via vingerafdrukken, of aanwijzingen zoals een ring met een inscriptie. Ook gebitsgegevens of DNA kan helpen, maar dan moet je al een idee hebben over wie het gaat.’ Op tv ligt de identificatie van een lijk soms in onverwachte details. ‘Dat gebeurt, ja. Ooit heb ik iemand kunnen identificeren doordat hij eerder een hersenbloeding had gehad en er toen een stuk schedel was verwijderd. Dat lukt soms ook via het serienummer van tandprotheses of orthopedische protheses, of zelfs borstprotheses.’ 13 uur – Speurtocht naar dnA Na een korte middagpauze neemt Jacobs ons mee naar het DNA-labo, waar op dat moment met man en macht bewijsmateriaal uit de zaak-Kim De Gelder wordt ontleed. ‘Ons labo is een van de negen labo’s in België die DNA-onderzoek mogen uitvoeren voor justitie.’ Elke dag komt er van alles binnen: wapens, matrassen, stukken tapijt, kledij, breekijzers tot fietsen en achterbanken van auto’s toe. In het
DNA-labo komen ook alle verkrachtingssets – een standaardset voor DNA-materiaal dat op het slachtoffer is gevonden – uit Antwerpen binnen, zo’n 100 à 150 per jaar. ‘Blikjes bier, sigarettenpeuken en dergelijke zijn natuurlijk een droom voor ons. Maar zolang het materiaal niet te lang nat is geweest, vinden we meestal nog DNA, zelfs jaren later. Vocht breekt DNA af. Zaken waarbij het
ik wou plastisch chirurg worden, maar blijkbaar boeit dit detectivewerk mij meer. slachtoffer in het water heeft gelegen, zijn voor ons de moeilijkste.’ Het UZAlabo bepaalt het DNA-profiel waarna er naar een match wordt gezocht in de nationale DNA-databanken van veroordeelden en van sporen die zijn aangetroffen bij delicten. ‘De wetgeving rond DNA is heel strikt en heel complex,’ zegt Jacobs. ‘Dat is goed voor de privacy, maar niet altijd even efficiënt voor een onderzoek.’ 14 uur – Het onzichtbare papierwerk Na onze tocht door het labo, wordt Werner Jacobs verwacht op een interne vergadering. En daarna wil hij aan zijn verslagen werken. Van alles wat hij doet, maakt de forensisch patholoog een verslag op. ‘Dat vertelmaguza 019
MedISCH
len ze er ook niet bij op tv.’ Er kruipt veel tijd in, maar het is cruciaal want op basis van die verslagen kan iemand worden veroordeeld of niet. Op assisenprocessen gaan de pathologen altijd persoonlijk getuigen. Jacobs doet dat zo’n twintig keer per jaar, zoals op het proces Hans Van Themsche en het proces rond buschauffeur Guido De Moor. Op het proces over de mishandeling en dood van de drie maanden11:45 oudePagina Lorenzo1 AdvertentieLT_09:Opmaak 1 25/02/09
Gils was het getuigenis van Jacobs cruciaal. De verwondingen van het jongetje stemden immers helemaal niet overeen met de val die hij volgens de vader had gemaakt. ‘De politie voert het onderzoek, maar wij leveren soms een belangrijke bijdrage. En een paar keer per jaar zorgen wij zelfs voor een doorbraak. In een assisenzaak die in februari voorkwam, beweerde men oorspronkelijk dat het slachtoffer zelfmoord had gepleegd door met een hamer zijn eigen hoofd in te slaan. Wij hebben vrij makkelijk kunnen aantonen dat dat niet kon.’ 20 uur – velen voelen zich geroepen… Rond 8 uur gaat Werner Jacobs meestal terug naar huis, om vaak weer opgeroepen te worden. ‘Ons werk speelt zich voor een derde ’s nachts en in het weekend af. Zeker tijdens verlengde weekends en feestdagen
doen mensen elkaar vaak iets aan.’ Dat schrikt heel wat kandidaat-forensisch pathologen af. ‘Velen voelen zich geroepen, maar weinigen kunnen het aan. Je werkt niet alleen bij nacht en ontij. Het is ook altijd vuil, altijd smerig en het stinkt.’ Is voortdurend geconfronteerd worden met het slechtste in de mens, niet zwaar? ‘Ik heb daar weinig last van. Voor mij is een dood slachtoffer een object waar ik informatie uithaal. Of dat nu een volwassene, een kind of een baby is, voor mij is dat een moord die moet worden onderzocht.’ Nochtans had Jacobs ooit het plan om plastisch chirurg te worden. ‘Dan kon ik er mijn hoofd over breken of het nu best een B- of een C-cup zou worden, terwijl ik me nu afvraag of ik de nacht ga doorkomen zonder opgeroepen te worden om een ontbindend lijk open te snijden. Maar blijkbaar boeit dit detectivewerk mij meer.’
Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helpt gezinnen en bejaarden thuis Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be
020
dOSSIer MedISCHe genetICA ruBrIek
Al van voor onze geboorte ligt in onze genen voor een groot deel vast wie we zullen worden. Ons uiterlijk, ons karakter, maar ook de ziekten die we in ons leven ontwikkelen, zijn immers grotendeels genetisch bepaald. De medische genetica helpt om die genetische geheimen te ontrafelen. Tegenhouden kan vaak niet, maar voorbereiden wel.
de glAZen BOl vAn de genetICA maguza 021 0021
dOSSIer MedISCHe genetICA
M
ensen kloppen om allerlei redenen aan bij het Centrum Medische Genetica (CMG). Er zit een erfelijke ziekte in de familie en iemand wil zich laten testen. Een koppel wil zijn ongeboren kind op genetische afwijkingen laten controleren, of vóór de zwangerschap bekijken of er erfelijke risico’s zijn. ‘We willen de drempel zo laag mogelijk houden,’ zegt prof. dr. Bettina Blaumeiser, die aan het hoofd staat van het CMG. ‘Patiënten mogen rechtstreeks contact opnemen met ons. Meestal doen ze dat natuurlijk niet zomaar. Mensen staan vandaag veel meer dan vroeger stil bij erfelijkheid. Je stelt je vragen als er suikerziekte in de familie zit of als je vader op zijn veertigste een hartaanval heeft gehad. In het algemeen proberen we meer en meer ziekten te voorkomen. Genetische tests passen in die trend.’ Stamboom erbij nemen Een mens heeft 30.000 genen, waarvan sommige erg groot. Enkele genen volledig controleren, kan al een paar maand duren. In het wilde weg labodiagnoses doen, heeft dus geen zin. ‘Om gericht te kunnen zoeken, maken we altijd eerst een risicoinschatting. We bekijken daarbij twee generaties: ouders, grootouders, maar ook tantes, nonkels, neven en nichten. Afhankelijk van de aandoeningen die voorkomen in de familie en de graad van verwantschap bepalen we of er een verhoogd risico is. Op basis daarvan doen we de tests.’ Privébedrijven bieden op het internet nochtans tests aan waarmee je je genetische profiel kunt laten bepalen? ‘Technisch kan dat door middel van SNP-analyse, waarbij echter alleen
In de labo’s van het Centrum Medische Genetica wordt gespeurd naar genetische afwijkingen. Prof. dr. Bettina Blaumeiser (foto rechts): ‘Medische genetica is echter veel meer dan een DNA-diagnose. We zijn een medische dienst met gespecialiseerde artsen, verpleegkundigen, een psychologe…‘ 022
stukjes van genen worden geanalyseerd. Na een aantal weken krijg je dan een rapport in de bus waarin je kunt lezen dat je tien keer meer dan gemiddeld kans hebt op diabetes of vijf keer meer kans op borstkanker of hart- en vaatziekten enzovoort. Maar wat ben je daarmee? Als je ’t mij vraagt niet veel.’ leven met een voorspelling Medische genetica zoals ze in het UZA wordt bedreven, is veel meer dan een DNA-diagnose alleen. Het is een medische dienst met gespecialiseerde artsen die niet alleen vooraf nadenken over welke test zinvol is, maar ook achteraf het resultaat grondig bespreken. Er wordt een heel team ingeschakeld, met artsen, een verpleegkundige en een psychologe. ‘Uiteindelijk geven
Patiënten krijgen ook psychologische begeleiding. wij de mensen een levensvoorspelling. Elke mutatie brengt een bepaalde verhoging van een risico mee, maar 40% is niet hetzelfde risico als 80%. Dat maakt een goeie interpretatie zo belangrijk. Als je tegen een vrouw van 20 zegt dat ze 80% kans heeft om binnen 20 à 30 jaar borstkanker te krijgen… dat is niet niks. Een raadpleging duurt dan ook makkelijk een uur of meer.’ Patiënten worden in het UZA op psychologisch vlak nauw gevolgd. ‘Vooraf bereiden we de mensen voor op slecht nieuws,’ zegt psychologe Saar Van Pottelberghe. ‘We schetsen het worst case scenario. Bij predictieve tests gaan we ook na of ze het echt zelf willen weten. Soms is er grote druk uit de omgeving, maar het is toch de patiënt die met de uitslag zal moeten leven.’ Informatie is een belangrijk aspect van de begeleiding. ‘Wat houdt de ziekte in? Wat zou dat betekenen in uw leven, of in dat
Op rAAdplegIng BIj de genetICuS Patiënten komen met heel veel verschillende vragen aankloppen bij het centrum Medische genetica. Drie veelvoorkomende voorbeelden: prenatale diagnose een koppel verwacht een kind. De triple-test toont een verhoogde kans op een genetische afwijking en dus wordt het koppel door zijn gynaecoloog doorgestuurd. op het cMg wordt samen met het koppel het risico bekeken, worden de mogelijke scenario’s besproken en meestal wordt dan een vruchtwaterpunctie gedaan. het vruchtwater zelf en genetisch materiaal uit de cellen van de baby worden onderzocht. Meestal is er niks aan de hand. als er wel een genetische afwijking wordt gevonden, wordt het koppel verder begeleid. Ze krijgen info over de verschillende mogelijkheden en ruimte om hun beslissing te nemen. predictieve tests in een familie komt de ziekte van huntington voor. iemand wil laten vaststellen of hij het afwijkende gen heeft geërfd. huntington is een ongeneeslijke ziekte waarbij zenuwcellen in de hersenen vroegtijdig beginnen af te sterven, met zware motorische en mentale gevolgen. Meestal begint de ziekte tussen 35 en 55 jaar. Kinderen van een ouder met de ziekte hebben 1 kans op 2 om het afwijkende gen te erven. De kans om vervolgens de ziekte te krijgen, is zo goed als 100%. omdat huntington zo’n zwaar verdict is, is er in het UZa een protocol, een vast parcours van begeleiding dat wordt gevolgd. Daarbij wordt onder meer vooraf goed onderzocht of de persoon in kwestie op dat moment voldoende draagkracht heeft om slecht nieuws te verwerken. ook op een hele reeks andere erfelijke ziektes kan predictief worden getest. Diagnostische test bij een ontwikkelingsachterstand een kind blijkt zich veel trager te ontwikkelen dan leeftijdsgenootjes. Dat kan het gevolg zijn van een genetisch syndroom. er zijn echter honderden syndromen, dus wordt eerst de achterstand van het kind bepaald. ook de bouw en het uitzicht van het kind worden bekeken. Kinderen met een genetisch syndroom hebben immers vaak ook een reeks uiterlijke kenmerken gemeen. Dat is zo bij het syndroom van Down, maar ook bij andere syndromen. Dan volgen de genetische tests. genezing is meestal niet mogelijk, maar met een diagnose kan de arts de ouders wel een prognose geven. hoe ziet de toekomst van hun kind eruit en hoe kunnen ze het helpen? en wat met een volgende zwangerschap, bij hen of bij de volgende generatie?’ maguza 023
dOSSIer MedISCHe genetICA
van uw ongeboren kind? Het is ook belangrijk om vooraf alle mogelijkheden door te nemen, want eens het slechte nieuws er is, heeft men soms het gevoel dat alles voorbij is. Het is een echt rouwproces. Als mensen er na verloop van tijd niet zelf uitgeraken dan geven wij ook individuele therapie.’
G A C
C T G
T A
G T
A
A
C
1
G
niet machteloos Vernemen dat je een erfelijke ziekte of aanleg hebt, is een zware klap. Langs de andere kant kan het ook een nieuw perspectief bieden. Blaumeiser: ‘Als je op je achttiende weet dat je een groot risico loopt op kanker of op een neurologische aandoening op vrij jonge leeftijd, dan kun je je daarop voorbereiden. Door een andere studie- of beroepskeuze te maken, door je kinderwens niet of juist wel uit te stellen enzovoort.’ De ene erfelijke ziekte is ook de andere niet. Huntington is een heel zwaar verdict omdat de drager de ziekte zo goed als zeker krijgt en op vrij jonge leeftijd kan aftakelen. Andere ziekten zijn echter multifactorieel: naast de genetische aanleg
We willen de mensen op weg zetten naar een gezondere toekomst. spelen ook omgevingsfactoren een rol. ‘Kanker is een goed voorbeeld: er is een verhoogde kans die genetisch is, maar de omgevingsfactoren heb je voor een deel zelf in de hand, door je levenswijze. Hetzelfde geldt voor suikerziekte, hart- en vaatziekten enzovoort. Die zaken maken 70% uit van de mensen die we in een ziekenhuis zien. En in die gevallen kunnen we altijd iets doen, op het vlak van preventie. Als medische genetici proberen wij mensen de mogelijkheid te geven om op een geïnformeerde manier hun levenskwaliteit te verhogen. We willen hen op weg zetten naar een gezondere toekomst.’ 024
InFO
2
3
4
1. Gen 2. DNA 3. Chromosoom 4. Cel met celkern
30.000 genen In 46 CHrOMOSOMen Dna (of Desoxyribonucleic acid) is een chemische stof die eruitziet als een slingerende wenteltrap met treden. genen liggen aaneengeschakeld op die strengen Dna. We hebben er zo’n 30.000 in totaal. elk gen bepaalt een eigenschap, zoals de kleur van je ogen, de lengte van je vingers, je vatbaarheid voor bepaalde ziekten enzovoort. een gen is een soort code en in die code kunnen foutjes voorkomen, die tot ziekten leiden. een chromosoom wordt gevormd door een streng Dna die zich helemaal heeft opgerold. alle cellen van ons lichaam bevatten in hun kern 46 van die chromosomen, boordevol genen. De chromosomen komen altijd in paren voor, 23 paren dus. De chromosomenparen 1 tot 22 zijn de lichaamsbepalende chromosomen. Paar 23 is bijzonder: het bestaat uit de geslachtschromosomen, XX bij een vrouw en XY bij een man. ook aan de chromosomen kunnen er defecten zijn: er kan iets mis zijn met de structuur, of met het aantal. Zo is er een chromosoom te veel bij het syndroom van Down.
erfelijk of aangeboren? eicellen en zaadcellen zijn anders dan de andere cellen: ze bevatten maar 23 chromosomen, van elk paar de helft. Via die 23 chromosomen geven ouders hun eigenschappen door aan hun kinderen. geen twee ei- of zaadcellen bevatten echter precies hetzelfde erfelijk materiaal. eens een eicel en een zaadcel samensmelten, verloopt de manier waarop de eigenschappen uitkomen wel volgens vaste regels, de regels van de erfelijkheid. ook ziekten kunnen tot die eigenschappen behoren en dus volgens bepaalde regels uitkomen. naast ziekten die via ons Dna worden doorgegeven, zijn er ook aangeboren aandoeningen die tijdens de zwangerschap ontstaan. De normale ontwikkeling van het kind kan verstoord worden door alcohol, roken, röntgenstralen, bepaalde medicijnen, infecties enzovoort, maar ook door factoren die we nog niet kennen.
Centrum Medische Genetica, T 03 820 25 70 » http://webhost.ua.ac.be/cmg/
grenZen
Streng BewAAkt BewAA ew kt ewAA O
Als het gaat over genetica, gaat het al snel ook over ethiek. De medische genetica biedt immers steeds meer mogelijkheden, maar hoe ver willen we gaan? En wie beslist daarover?
p het Centrum Medische Genetica worden elke dag ethische keuzes gemaakt. Prof. dr. Bettina Blaumeiser: ‘Sommige dingen liggen voor de hand. Helpen wij koppels die alleen een meisje of een jongen willen? Nee. Maar wat als een vrouw een erfelijke ziekte draagt die alleen aan zonen kan worden doorgegeven? Is dat dan geen reden om het wel te doen? Wij krijgen dagelijks vragen waarbij we ons afvragen: doen we dit of niet?’ Alle dossiers worden op een wekelijkse stafvergadering, in aanwezigheid van de verschillende disciplines, besproken, wat soms tot lange discussies leidt. Ook bestaat er overleg tussen de acht Belgische centra voor medische genetica. ‘We overleggen maandelijks in de Hoge Raad voor Antropogenetica, onder meer over ethische kwesties. De centralisatie voorkomt ook dat de centra als een kip zonder kop van alles willen doen. Integendeel, er is een grote kwaliteitscontrole.’
De ethische commissie heeft het laatste woord. Commissie beslist Screening van embryo’s (pre-implantatiediagnose) en zwangerschapsafbreking zijn wettelijk geregeld. ‘Embryo’s screenen mag alleen bij een ernstige aangeboren en onbehandelbare ziekte, zoals spierziekte van Duchenne, waarbij vaak vanaf 12 jaar een rolstoel noodzakelijk is en vanaf 25 jaar permanente beademing. Over
borstkanker kun je discussiëren. Die ziekte is behandelbaar, maar als ze in die familie al optreedt rond 20 jaar neem je die meisjes wel heel veel af.’ Zwangerschapsafbreking mag na 12 weken alleen bij een ernstige afwijking. ‘Maar waar trek je de grens? Sommige ouders vinden een gespleten lipje al reden genoeg. Daar gaan wij natuurlijk niet in mee. We nemen elke vraag wel au sérieux. En de uiteindelijke beslissing ligt bij onze ethische commissie, die een gefundeerd advies geeft. Dat is ook belangrijk voor de ouders. Ze krijgen dan bevestiging dat hun vraag gerechtvaardigd is. Of juist niet.’ Informatie die nooit verdwijnt Een laatste kwestie is de bescherming van de privacy. Moet je vertellen dat je een grote kans hebt op een zware ziekte als je solliciteert, of als je een hospitalisatie- of levensverzekering afsluit? ‘Discriminatie wegens genetische aanleg mag wettelijk niet,’ aldus Blaumeiser. ‘Verzekeraars en werkgevers mogen er ook geen vragen over stellen.’ De gegevens worden in de centra medische genetica onder strenge beveiliging bewaard. Langs de andere kant verdwijnt die informatie nooit. Ze blijft de rest van je leven beschikbaar. ‘Daarom raden wij de mensen, ondanks de huidige wettelijke garanties, toch altijd aan om eerst hun verzekeringen in orde te brengen voor ze zich laten testen.’ maguza 025
dOSSIer MedISCHe genetICA
BOrStkAnker In de FAMIlIe
we dACHten wel dAt Het erFelIjk wAS Hun moeder kreeg op haar 37e borstkanker. Hun grootmoeder was er indertijd op haar 36e aan gestorven. ‘We hadden dus wel een vermoeden dat het erfelijk was,’ zeggen An (35) en Els (31) Thijs. Een jaar geleden kregen ze zekerheid.
A
n, Els en hun zus Kim waren nog jong toen hun moeder ziek werd. Er werd in het gezin altijd open gepraat over de borstkanker die blijkbaar in de familie zat. ‘Onze ouders hebben ons ook van jongsaf gezegd dat we ons goed moesten laten opvolgen door de gynaecoloog,’ vertelt An.
026
Op zoek naar een gen Het waren ook de ouders van An en Els die tien jaar geleden aan het Centrum voor Medische Genetica vroegen om na te gaan of er een genetische oorzaak was voor de borstkanker. ‘Ze hebben heel lang moeten zoeken voor er iets uitkwam,’ vertelt Els. ‘Maar eind 2007 vroeg men of we eens langs wilden komen. Ze hadden bij ons moeke een foutje in het BRCA2-gen ontdekt.’ De moeder van An en Els maakte het zelf niet meer mee. Zij overleed vijf jaar geleden aan de gevolgen van de borstkanker die achttien jaar daarvoor was ontdekt. ‘Het nieuws over de erfelijke factor was geen schok,’ zegt An. ‘We dachten dat eigenlijk wel.’ De zussen lieten dan ook meteen bloed afnemen om te weten te komen of ze het gen hadden geërfd. Toen begon het wachten. ‘Die drie weken waren vreselijk,’ vertelt
Els, ‘Ik kon niet slapen. Ik werd er echt depressief van. Je denkt er voortdurend aan.’ Zware klap Toen viel het verdict. ‘Op 3 maart 2008 zijn we alledrie samen naar het UZA gegaan,’ vertelt Els. ‘Ook onze voke was erbij, en de man van Kim. Ze vertelden ons dat An en ik het gen hadden geërfd, en Kim niet. Natuurlijk was dat een zware klap. We hadden vooraf al beslist dat we in dat geval onze borsten zouden laten wegnemen. Maar we wisten niet dat ook onze eierstokken weg moesten, omdat er een verband is met eierstokkanker. Dat kwam eigenlijk het hardste aan. Onze kinderwens was al voldaan, maar zonder eierstokken kom je in een vervroegde menopauze…’ De zussen wilden echter niet afwachten. Els: ‘We hadden de ziekte van ons
Els en An Thijs: ‘Voke vond het zo erg dat twee van zijn drie dochters het gen hadden geërfd. Maar daardoor hebben we wel heel veel aan elkaar gehad.’
ren belasten. We hebben zes weken amper geslapen. En je bent voortdurend ongerust: zal het weefsel van mijn nieuwe borsten niet afsterven?’ Intussen zijn we een jaar verder. Hoe kijken ze er nu op terug? ‘Het was zwaar, maar we hebben geen seconde spijt,’ zegt An. ‘We weten waarom we het hebben gedaan, maar nu we in de laatste fase komen, worden we toch kritischer voor het eindresultaat,’ voegt Els er aan toe. ‘Je hebt opeens andere borsten, met een andere vorm en andere tepels. En een litteken op je buik. Ikzelf ga waarschijnlijk nog een operatie laten doen, omdat niet alles even mooi geheeld is.’
moeke van heel dichtbij meegemaakt. We wilden er zo snel mogelijk komaf mee maken.’ Twee weken later liet An haar eierstokken weghalen. Als oudste naderde zij immers al de leeftijd waarop het bij haar moeder en grootmoeder begonnen was. Els volgde enkele weken later. In april 2008 onderging An vervolgens preventieve mastectomie, opnieuw gevolgd door Els. An: ‘Het is een zware operatie, die vijftien uur duurt, doordat ze meteen ook de borsten reconstrueren.’ Eerst worden het borstweefsel en de tepel weggehaald, waarna de lege borst wordt opgevuld en gereconstrueerd met weefsel uit de buik. In de maanden nadien worden de borsten verder afgewerkt. geen seconde spijt ‘Voke vond het zo erg dat twee van zijn drie dochters het gen hadden geërfd,’ vertelt An. ‘Maar daardoor hebben we wel heel veel aan elkaar gehad. Als ik erdoor zat, hielp Els mij er weer bovenop, en omgekeerd. Je weet precies wat de ander doormaakt.’ De eerste zes weken na de operatie waren het zwaarst. Els: ‘Je kan bijna niks doen, want je mag noch je buikspieren, noch je borstspie-
nooit voorbij. Of toch? Ook het weghalen van de eierstokken is niet zonder gevolgen geweest. Els: ‘Ik was bang dat ik iemand anders ging worden, dat ik mijn spontaniteit, mijn levenslust ging verliezen. Dat is gelukkig niet het geval.’ Al heeft het wel andere gevolgen. ‘Ik raak bijvoorbeeld heel moeilijk in slaap,’ vertelt An. ‘Ik blijk nu ook al het begin van osteoporose te hebben. Het is nooit echt voorbij dus. Mijn buik is ook nog altijd gevoelloos.’ Els beaamt: ‘Het zal altijd een deel van ons leven blijven, ook al hebben we nu minder kans op borstkanker dan de gemiddelde vrouw.’ Els heeft twee dochtertjes, An een dochter en een zoon. Ook zij kunnen het defecte gen geërfd hebben. An: ‘Daar denken we nog niet te veel aan, want we kunnen er toch niks aan doen. We zijn er wel open over, net zoals onze ouders waren.’ Als de kinderen meerderjarig zijn, kunnen ze zich laten testen. An: ‘We hopen toch een beetje op het kankeronderzoek. Onze dochters zijn nog klein, wie weet komt er een therapie die dat gen kan herstellen. Of misschien komen er nieuwe, minder ingrijpende operaties.’ ‘Maar als ze het gen hebben, dan hebben ze alvast ons als steun,’ zegt Els. ‘En het kan ook stoppen bij onze kinderen. Zij zouden immers voor proefbuisbevruchting kunnen kiezen en hun embryo’s laten screenen voor ze worden ingeplant.’
twee BOrStkAnkergenen Bekend op dit moment zijn twee genen bekend waarin soms een verandering (mutatie) optreedt die erfelijke borstkanker (en eierstokkanker) kan veroorzaken. het eerste gen wordt Brca1 genoemd, het tweede Brca2, waarbij Brca staat voor Breast cancer. Bij een familielid dat borstkanker heeft ontwikkeld, wordt gezocht naar een mutatie in een van die twee genen. als er een wordt gevonden, kunnen ook de andere familieleden worden getest. Kinderen met een ouder die drager is van het gemuteerde gen hebben 50% kans om de mutatie te erven. Vrouwen die het gemuteerde gen hebben, hebben 60 tot 85% kans om borstkanker te ontwikkelen. Zij kunnen ervoor kiezen zich goed te laten opvolgen, aan de hand van regelmatige mammografieën en Mri’s, om de ziekte snel te ontdekken. Zij kunnen ook hun borsten en/of eierstokken preventief laten verwijderen. als bij het familielid dat borstkanker heeft (gehad) geen mutatie wordt gevonden, dan is er misschien geen sprake van erfelijke borstkanker, of gaat het om een erfelijke factor die de huidige wetenschap nog niet kent.
maguza 027
dOSSIer MedISCHe ISCHe genetICA
SpeurtOCHt nAAr
dOOFHeIdSgenen Wereldwijd doen onderzoekers nog dagelijks ontdekkingen in de medische genetica. Het onderzoek van het CMG focust op de erfelijkheid van botaandoeningen, obesitas, mentale retardatie en, zoals u hieronder leest, erfelijke doofheid en slechthorendheid.
H
et oudste luik van het onderzoek draait rond aangeboren doofheid bij kinderen. ‘1 op 650 kinderen wordt doof of slechthorend geboren en bij meer dan de helft is dat te wijten aan één enkel gen,’ vat prof. dr. Guy Van Camp samen. ‘We willen dan ook weten welke genen doofheid kunnen veroorzaken. Intussen zijn er 47 genen bekend, waarvan wij er een tiental hebben ontdekt. We schatten dat er in totaal zeker zo’n 100 doofheidsgenen zijn.’ Hele families onderzocht Het begon met een project begin jaren 90. Een neus-keel-oorarts had Van Camp gesproken over een grote familie waarin erfelijke doofheid voorkwam. Door hen te onderzoeken, kon Van Camp het tweede gen voor doofheid identificeren. Dat kreeg heel wat persaandacht en de
028
telefoon stond roodgloeiend met families die zich aanboden om de doofheid of slechthorendheid in hun familie te laten onderzoeken. Zo ging de bal aan het rollen. ‘Het gaat om families waar doofheid bij kinderen of vòòr de leeftijd van 20 jaar voorkomt. We maken een stamboom op en verzamelen van iedereen bloed. Dan voeren we een analyse uit met genetische merkers verspreid over de chromosomen. Die merkers zijn eigenlijk kleine verschilletjes tussen mensen. Als je ziet dat zo’n merker in de familie samen overerft met de doofheid, dan weet je dat je in de buurt van die merker het gen moet gaan zoeken. Rond die merker kunnen echter nog 100 genen liggen. Dan moet je elk gen in detail nakijken, op zoek naar een mutatie die samenhangt met het gehoor. Dat duurt makkelijk een paar jaar.’
Antwoord op prangende vragen Welke voordelen levert dergelijk onderzoek op voor de patiënt? ‘Als je weet welk gen verantwoordelijk is, kun je soms voorspellen welke behandeling zal aanslaan. Je kunt ook inschatten hoe ver de slechthorendheid zal vorderen. Voor ouders is het ook belangrijk om de oorzaak van de doofheid te kennen. Zeker moeders vragen zich vaak af of zij tijdens de zwangerschap iets verkeerd hebben gedaan. Als je weet dat de doofheid op zich staat en geen deel uitmaakt van een syndroom, hoef je ook niet bang te zijn voor bijkomende problemen. En wie weet, misschien wordt er in de toekomst wel een therapie gevonden.’ Ook ouderdomsslechthorendheid wordt onderzocht. ‘Dat is voor een deel slijtage, maar we zien dat het voor een deel ook erfelijk is, via verschillende genen die samen een effect hebben. Daardoor erft het niet zo zuiver over en is het ook veel moeilijker te onderzoeken. Tien Europese labo’s hebben samengewerkt en de eerste genen gevonden. Het was een groot onderzoek, met 7000 testpersonen, waaronder ook heel wat oudere inwoners van Edegem en Kontich.’
advertentie
de
Speelvogel kinderopvang
gratis professionele kinderopvang tot 12 jaar alle werkdagen open van 8.00 tot 17.30 uur
meer info aan het onthaal
advertentie
advertentie
SpeCtruMleZIngenreekS
Activiteiten voor jong en oud onder het motto wetenschap, onderwijs en cultuur hand in hand. do 16 april 2009
Waarom d/t-fouten zo hardnekkig zijn: de stoorzender in ons taalgeheugen Prof. dr. Dominiek Sandra, Faculteit letteren en wijsbegeerte, departement taalkunde
do 30 april 2009
De uitdagingen van de media in de 21ste eeuw Peter Vandermeersch, algemeen hoofdredacteur De Standaard / Het Nieuwsblad, Alumnus Universiteit Antwerpen
do 14 mei 2009
Wordt vervoer een (duur) luxeproduct? Prof. dr. Eddy van de Voorde – toegepaste economische wetenschappen – transport & ruimtelijke ordening – Universiteit Antwerpen
wo 20 mei 2009
Slapen, slapeloosheid, snurken, slaappillen & therapie Dr. Ilse De Volder, neurologe en dr. Ann Boudewijns, NKO, Universitair Ziekenhuis Antwerpen
Elke lezing loopt van 14.15 tot 16.45 uur op de Campus Drie Eiken (Wilrijk). Info en inschrijvingen? www.ua.ac.be/actua, tel. 03 265 34 22, fax 03 265 34 23.
geZOnd
ZOnnen
ZOnder ZOrgen
Niets zo zalig als na een ijskoude winter genieten van een weldoend zonnetje. Al blijft het altijd oppassen: ongebreideld zonnekloppen kan heel nare gevolgen hebben op korte en lange termijn. We zetten zeven vaak gehoorde opvattingen over de zon op een rijtje. Maar kloppen ze ook?
✓
de zon is goed voor je. Juist – Zonlicht stimuleert de aanmaak van vitamine D, nodig om kalk en mineralen uit onze voeding op te nemen. Dat is vooral belangrijk met het oog op een sterk beendergestel. Maar laat dat geen excuus zijn om te liggen bakken: een korte blootstelling aan de zon, zelfs van een beperkt deel van de huid, volstaat om dat effect te bereiken. De zon kan ook een positieve invloed hebben op psoriasis en eczeem. En ook ons gemoed vaart er wel bij. Wetenschappelijke studies hebben een verband aangetoond tussen het aantal dagen zon en het optreden van depressies. een beetje roodheid in ✗ het begin van je vakantie hoort erbij. dat rood verandert nadien in bruin. Niet juist – Bij blootstelling aan de
zon produceert onze huid bij wijze van bescherming melanine. Daardoor ontstaat na verloop van tijd een bruine tint. Blijft u echter te lang in de zon, dan raken de cellen van de opperhuid beschadigd. Daarbij komen stoffen vrij die de bloedvaten
hoe vaker je in je jeugd verbrand bent geweest, hoe groter je risico op huidkanker. in de onderliggende lederhuid doen uitzetten, met roodheid tot gevolg. Door het zonnebaden geleidelijk op te bouwen, bruint u zonder te verbranden. maguza 031
geZOnd
wie al een kleurtje heeft, ✗ hoeft zich niet meer in te smeren. Niet juist – Een bruine huidskleur beschermt maar in lichte mate tegen UV-stralen, vergelijkbaar met de bescherming van een zonneproduct met een heel lage factor. Bovendien voorkomt een gebronsde huid niet de schadelijke langetermijneffecten, zoals vroegtijdige veroudering, rimpels
en een verhoogd risico op huidkanker. Blijven smeren is dus de boodschap.
✓ Als een kind verbrandt
✓ gezond bruinen
door de zon, is dat extra schadelijk. Juist – Vooral zonnebrand opgelopen tijdens de kindertijd verhoogt sterk het risico op bepaalde vormen van huidkanker op latere leeftijd. Die gevoelige periode duurt tot de leeftijd van twintig jaar. Hoe vaker een kind tijdens zijn jeugd verbrand is geweest, hoe groter de kans dat het als volwassene huidkanker ontwikkelt.
bestaat niet. Juist – Een gebruinde huid heeft sowieso schade opgelopen. Die schade kan op lange termijn bijdragen tot de vorming van huidkanker, waaronder ook het maligne melanoom. Het maligne melanoom is een huidkanker die ontstaat uit de pigmentcellen, met andere woorden uit de bruine vlekjes op onze huid. Het is de gevaarlijkste vorm van huidkanker. Door de opkomst van de zuiderse vliegvakanties neemt het aantal gevallen jaarlijks toe. Dat neemt niet weg dat genieten van de zon moet kunnen. Wees gewoon voorzichtig: smeer u elke twee uur rijkelijk in met een zonneproduct met een hoge beschermingsfactor en ga niet zonnebaden op het heetst van de dag. Zoek tussen 12 uur en 16 uur de schaduw op of draag beschermende kleding en een pet. En vooral: voorkom zonnebrand.
Bij bewolkt weer kun je ✗ niet bruinen of verbranden. Niet juist – Wolken houden maar een deel van de zonnestralen tegen. Als het licht bewolkt is, bereikt nog altijd 95% van de UV-stralen de aarde. Dus
InFO
Als je een waterbesten ✗ dige zonnecrème gebruikt, hoef je je na het zwemmen niet opnieuw in te smeren. Niet juist – Een waterproof zonnecrème mag dan beter blijven zitten dan gewone zonnemelk, na het zwemmen blijft er van het product niet veel over. Zeker als u zich afdroogt, want dan wrijft u de crème er natuurlijk gewoon af. Het nut van waterproof zonnecrème is vooral dat u in het water en bij transpireren beter beschermd bent. Weer aan de kant moet u zich opnieuw insmeren.
Zoek tussen 12 en 16 uur de schaduw op of draag kledij en een pet.
032
ook dan moet u zich beschermen. Ook de temperatuur is op zich niet bepalend voor het risico op zonnebrand. Op een koele maar zonnige dag kunt u net zo goed verbranden als op een bloedhete dag. Een fris windje bij mooi weer kan dus bedrieglijk zijn.
Dienst dermatologie, T 03 821 32 72 » www.veiligindezon.be
wItjAS
je verandert een leven Anouk Hofkens is hoofdaudioloog op de afdeling neus-keeloorziekten. ‘Gehoorstoornissen
Anouk Hofkens audioloog
brengen mensen vaak in een maatschappelijk isolement. Het geeft veel voldoening om dat te kunnen doorbreken.’
I
edereen heeft ooit wel eens een
spraakprocessor vangt het geluid op
koppelen aan een bepaalde beteke-
telefoon en biepjes links en rechts.
stimuleert vervolgens rechtstreeks
dat het CI zo goed mogelijk wordt
gehoortest gehad – met een kop-
De audioloog is degene die die test
vervolgens interpreteert. ‘Audiologen
nemen een hele reeks tests en onder-
zoeken af en interpreteren die om een juiste diagnose te kunnen stellen bij gehoor- en evenwichtsproblemen. Maar we doen meer dan dat,’
zegt Anouk Hofkens. Audiologen geven in het Centrum voor commu-
nicatiestoornissen ook therapie aan volwassenen en kinderen met gehoorstoornissen. Daarnaast is er ook een
technische kant aan het beroep: een audioloog is een specialist op het vlak
van hoorapparaten en implantaten.
‘In het UZA moet je als audioloog niet kiezen: je kunt al die verschil-
en stuurt het naar de elektrode. Die
de gehoorzenuw. ‘Dat is natuurlijk anders dan geluid dat via het buiten-
oor, middenoor en binnenoor de
gehoorzenuw bereikt. Een CI zet het
geluid om in elektrische pulsen. Een
klassiek hoorapparaat bijvoorbeeld
nis.’ De audioloog zorgt er ook voor afgesteld. ‘We gaan na vanaf waar geluid niet meer hoorbaar is en
vanaf waar het te luid is. Zo kunnen
we het CI afstellen op een comfortabel niveau.’
versterkt het geluid gewoon.’
emotioneel moment
ten vaak letterlijk opnieuw leren
gehoor terug, soms zo goed als vol-
Patiënten die een CI krijgen, moe-
Met een CI krijgt een patiënt zijn
horen en daarbij helpt de audioloog. ‘Ze moeten leren betekenis koppelen aan geluiden. Als je nog nooit een kraan hebt horen lopen, dan kun je dat geluid niet koppelen aan die kraan. Hetzelfde geldt voor gesproken woorden. Ze moeten die leren
ledig, soms gedeeltelijk. ‘De eerste
keer dat een doofgeboren kindje iets hoort, is een heel emotioneel
moment voor alle betrokkenen. Ook
in het leven van volwassenen met een CI zie je echt resultaat. Het is een heel dankbaar beroep.’
lende aspecten van het beroep combineren. Bovendien krijg je alle kansen tot bijscholing en volg je de
nieuwste ontwikkelingen op de voet.’
leren horen met een cochleair implantaat De specialiteit van Anouk is de
begeleiding van kinderen en volwassenen die een cochleair implantaat
(CI) hebben gekregen. Bij de patiënt wordt een elektrode ingebracht in
het slakkenhuis, gekoppeld aan een
AudIOlOOg wOrden? audiologie is een paramedisch specialisme dat het gehoor in kaart brengt, nagaat of de gehoorfunctie nog goed werkt en hulp biedt waar nodig. audioloog word je door een opleiding Logopedie & audiologie te volgen, op bachelor- of masterniveau. anouk hofkens: ‘Voor mij is het de ideale combinatie van patiëntencontact en technische specialisatie.’
spraakprocessor achter het oor. De
InFO
Dienst neus-, keel- en oorziekten, T 03 821 33 85, nko@uza.be – Centrum voor Communicatiestoornissen, T 03 821 34 04, T 03 821 33 41
033
geZOnd
SlAAp wel! w
ie slecht slaapt, is overdag niet alleen moe en humeurig, maar misloopt ook belangrijke fysiologische processen die tijdens onze slaap plaatsvinden. Zo slaan we informatie die we overdag hebben opgedaan, al slapend op in ons geheugen. Ons afweersysteem maakt van onze slaap gebruik om bepaalde virussen en bacteriën op te ruimen en ook de groei voltrekt zich grotendeels terwijl we slapen. Die groeiprocessen zijn niet alleen essentieel voor kinderen, maar
bijvoorbeeld ook om onze huidcellen te hernieuwen. Dat verklaart wellicht waarom je huid er na een paar korte nachten niet bepaald op zijn best uitziet. Ook onze pijndrempel verlaagt na een nachtje slecht slapen. En zo mis je wel meer door slecht te slapen. Het maakt meteen duidelijk waarom pepmiddelen nooit een goede slaap kunnen vervangen. De meest voorkomende slaapproblemen zijn slecht inslapen, niet doorslapen en slaapapneu, een slaap-
lOpen OM te SlApen? Dr. ilse De Volder deed onderzoek naar het effect van recreatief lopen op de slaap. een 80-tal UZa-medewerkers die deelnamen aan UZA Loopt, trainingen georganiseerd door het ziekenhuis, vulden voor en na hun deelname een vragenlijst in. Daaruit bleek dat medewerkers die voordien al regelmatig liepen, hun slaap vaker als goed beoordelen dan mensen die dat niet deden. Dat de niet-sportievelingen na UZA Loopt beter sliepen, kon statistisch niet worden hard gemaakt.
034
gebonden ademhalingsstoornis die gepaard gaat met snurken. Maar wat veroorzaakt slaapproblemen? Soms is er een duidelijk lichamelijk probleem dat kan worden aangepakt, zoals bij slaapapneu. Maar ook rusteloze benen, rug- of nekpijn, een aanslepende hoest, reflux of een jeukende huidaandoening kunnen de slaap verstoren. Stress houdt wakker ‘Heel vaak spelen ook een slechte slaaphygiëne of een ongezonde levensstijl de patiënt parten’, zegt prof. dr. Johan Verbraecken, medisch coördinator van het slaapcentrum in het UZA. ‘Shiftwerk of een te hoge werkdruk bijvoorbeeld kunnen een goede slaap in de weg staan. Stress leidt tot een verhoogde productie van het hormoon cortisol. Dat geeft hartkloppingen, maar ook een verhoogde kans om ’s nachts wakker te worden.’ Wie een paar weken na elkaar slecht slaapt, stapt het best naar de huisarts. Raakt het probleem niet opgelost, dan is gespecialiseerde hulp aan te raden. In het slaapcentrum van het UZA
InFO
Slaapcentrum, T 03 821 38 00
Een op vier Vlamingen heeft geregeld last van slapeloosheid. Soms is er een lichamelijk probleem, maar vaker liggen de levensstijl en een slechte slaaphygiëne aan de basis van het nachtelijke wroeten. Goed slapen: hoe doe je dat? Twee UZA-specialisten geven raad.
tIpZ
SlAAp nIet? kunnen patiënten terecht voor slaapadvies en eventueel een slaaponderzoek. Afhankelijk van het probleem wordt er samengewerkt met diverse diensten. Sommige patiënten raken van hun probleem verlost met behulp van gedragstherapie. Het slaapcentrum biedt daarvoor groepssessies aan onder begeleiding van een psycholoog. Slaapmedicatie wordt zo weinig mogelijk voorgeschreven. ‘Slaappillen zijn alleen nuttig voor een korte periode’, zegt dr. Ilse De Volder, neuroloog binnen het UZA-slaapcentrum. ‘Gebruik je ze langer, dan treedt er gewenning op en gaan ze de kwaliteit van je slaap zelfs verminderen. Neem je echter al lang slaappillen, dan mag je daar maar geleidelijk mee stoppen. Zoniet riskeer je ontwenningsverschijnselen, tot waanvoorstellingen toe.’ tv uit de slaapkamer Goed slapen heeft voor een stuk te maken met conditionering. Je hersenen moeten de boodschap krijgen dat een bed er is om te slapen en niet om wakker te liggen. Om dat te bereiken
moet je het aantal wakkere uren in bed tot een minimum beperken: dus niet uren liggen wroeten als je de slaap niet kunt vatten, maar weer opstaan en iets ontspannends doen tot je weer slaperig wordt. Om dezelfde reden is een gsm, een stapel tijdschriften, een laptop of televisie in de slaapkamer geen goed idee. Ook indutten voor de televisie is voor slechte slapers uit den boze. Het geeft hun vermoeide hersenen alleen maar het verkeerde signaal. Hetzelfde geldt voor vroeger in bed kruipen of langer blijven liggen als dat toch maar betekent dat je wakker ligt. ‘Een tijdelijk slaapprobleem kan permanent worden als je de oorzaken niet aanpakt. Iemand die een te jachtig leven leidt en dan ook nog zijn slaapprobleem op een verkeerde manier probeert op te lossen – bijvoorbeeld door te sporten kort voor bedtijd – riskeert dat dat foute slaappatroon zich bestendigt. Dan kost het meer moeite om er weer vanaf te raken. Het komt er dus op aan slechte slaapgewoonten zo snel mogelijk te doorbreken’, besluit De Volder.
ZZ
Z Z ZZ
slechte slaper? Misschien helpen de volgende tips. › ga elke avond rond dezelfde tijd slapen en sta op hetzelfde uur op. › Maak uw hoofd schoon voor u naar bed gaat. Bent u een piekeraar, reserveer dan elke dag een piekermoment waarbij u problemen en mogelijke oplossingen opschrijft. hou dat piekermoment wel ruimschoots voor bedtijd. › Zorg dat u het laatste half uur voor u gaat slapen, tot rust kunt komen. › Vaste rituelen kunnen helpen om de slaap te vatten. Bijvoorbeeld een avondwandeling maken, een kop warme melk drinken of iets lezen. › Dek uw wekker af. het uur zien maakt u alleen maar zenuwachtiger. › alcohol doet gemakkelijker inslapen, maar vermindert de slaapkwaliteit. Vermijd het daarom de laatste vier uur voor u gaat slapen. › ook roken beïnvloedt de slaap negatief, onder meer doordat nicotine een stimulerend effect heeft. › Bent u een slechte slaper én een snurker? Dan lijdt u waarschijnlijk aan slaapapneu en zoekt u het best medische hulp. Mijd zeker overgewicht, alcohol vier uur voor bedtijd, slapen op de rug en slaapmiddelen. › schapen tellen of aftellen van 100 tot 1? het is het proberen waard. Zo wordt u afgeleid en kunt u niet piekeren.
maguza 035
ZOrg
SCHenkIngen d
Jaarlijks ontvangt het UZA via het mecenaatsfonds zo’n 500.000 euro aan giften. Die inkomsten zijn meer dan een welkom extraatje. ‘Zonder het mecenaatsfonds zouden we sommige levensreddende behandelingen niet kunnen aanbieden’, zegt Johnny Van der Straeten, gedelegeerd bestuurder van het UZA.
ankbaarheid omdat je na een lange ziekte genezen bent, erkentelijkheid omdat een overleden familielid tot op het laatst de allerbeste zorgen heeft gekregen… Om die en andere redenen besluiten mensen soms om een ziekenhuis financieel te steunen. Ook bedrijven sponsoren geregeld gezondheidsinstellingen. In het UZA komt elke schenking in het mecenaatsfonds terecht. Dat werd in 1998 in het leven geroepen voor
Een groot deel van het geld gaat naar langetermijn investeringen. het beheer van giften en legaten. ‘Het fonds is bedoeld ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek, vernieuwende patiëntenzorg en opleiding’, legt Van der Straeten uit. ‘Opleiding en wetenschappelijk onderzoek zijn voor ons een wezenlijke opdracht, maar de
036
overheid voorziet daarvoor geen bijkomende financiering. Er zijn wel beurzen, zoals die van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door wetenschap en technologie (IWT) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Maar die kanalen volstaan niet. Daarnaast zijn er nog de behandelingen waarvoor er nog geen terugbetaling is, maar die wel mensenlevens redden. Ook daarvoor zijn we van donaties afhankelijk.’ experimentele therapieën De medische raad bekijkt jaarlijks hoeveel geld er via het mecenaatsfonds beschikbaar is en zoekt uit welke projecten of activiteiten in aanmerking
naatsfonds worden gefinancierd. Een voorbeeld is het plaatsen van een percutane aortaklep. Bij die ingreep wordt de aortaklep binnengebracht via de lies, een levensreddend alternatief voor een aantal oudere patiënten die niet in aanmerking komen voor klassieke aortaklepchirurgie. De techniek wordt nog niet terugbetaald, maar wordt in het UZA al twee jaar met succes toegepast. Ook leverperfusie, een behandeling die soms wordt gegeven aan patiënten die wachten op een levertransplantatie, werd in het verleden betaald via het mecenaatsfonds. Hetzelfde geldt voor de Excor, een kunsthart dat onontbeerlijk is als
veel donaties voor oncologie en hematologie Particulieren die giften doen, kunnen die zonder meer overmaken aan het mecenaatsfonds of kiezen voor een specifieke bestemming. Dat kan een bepaalde dienst zijn, maar ook een specifiek domein of een bepaalde activiteit, bijvoorbeeld stamcelonderzoek of psychosociale ondersteuning van kinderen met aangeboren afwijkingen. ‘Specifieke toewijzing gebeurt het vaakst aan de diensten oncologie en hematologie’, vertelt Van der Straeten. ‘Op die diensten draaien behandelingen vaak om leven of dood. In die omstandigheden zijn patiënten en hun familie sneller geneigd een dankbaar gebaar
redden levenS komen voor financiële steun. Een groot deel van het geld wordt benut voor langetermijninvesteringen. Zo gaat momenteel zo’n tweederde naar het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG). ‘Binnen het CCRG wordt de basis gelegd voor therapieën die vandaag nog experimenteel zijn, maar die op termijn heel belangrijk kunnen worden. Het gaat om de behandeling van heel uiteenlopende ziekten, van oogproblemen en diabetes tot kanker en hartaandoeningen. In die zin vloeit het geld dat we voor het CCRG vrijmaken, terug naar meerdere diensten’, licht Van der Straeten toe. Daarnaast krijgen ook korter lopende projecten ondersteuning van het mecenaatsfonds. Zo stuurt het UZA regelmatig artsen voor opleiding naar het buitenland, bijvoorbeeld om een nieuwe operatietechniek onder de knie te krijgen. klassengeneeskunde voorkomen Meer zichtbaar voor de patiënt zijn de behandelingen die via het mece-
overbrugging voor sommige hartpatiënten die op de wachtlijst staan voor transplantatie. ‘In al die gevallen gaat het om vernieuwende, uiterst dure behandelingen die voor de patiënt vaak de enige kans op overleving betekenen. Omdat ze voor de gewone patiënt onbetaalbaar zijn, kiezen we ervoor om ze voorlopig uit eigen zak te betalen. We willen geen klassengeneeskunde’, aldus Van der Straeten.
te stellen.’ Mensen kunnen ook een deel van hun vermogen nalaten aan het ziekenhuis, al gebeurt dat nog maar zelden. Het beheer van het mecenaatsfonds is in handen van dr. Jan Proesmans, de eerste algemeen directeur van het UZA, en twee bankiers die gespecialiseerd zijn in private banking. De portefeuille wordt voorzichtig beheerd. Projecten worden uitsluitend gesponsord via de opbrengsten van het fonds, zodat het kapitaal zelf intact blijft.
Het MeCenAAtSFOndS Steunen? Bedrijven en particulieren die het UZa willen steunen via giften of legaten, kunnen dat doen via het mecenaatsfonds. U kunt uw donatie richten aan een specifieke dienst of onderzoeksdomein. De giften zijn fiscaal aftrekbaar en kunnen worden gestort op het UZa-rekeningnummer -rekeningnummer 001-0893155-55 met vermelding mecenaatsfonds. als ls u een specifieke dienst of project steunt, wordt u op de hoogte gehouden van wat er met uw gift gebeurt. Steun het mecenaatsfonds en stort op 001-0893155-55
maguza 037
Elke maandag-, woensdag- en vrijdagochtend om 7 uur is Magda Van den Bruel present voor haar dialysesessie.
ZOrg
therapie in eigen handen Verpleegkundigen Bruno Segers en Dirk Jonckheere begeleiden de patienten bij hun behandeling. ‘Wij zorgen voor het aan- en afsluiten van de patiënt aan het toestel en komen tussenbeide bij problemen, bijvoorbeeld een bloeddrukval of krampen. Als er echt iets misloopt, roepen we via een noodknop medische hulp in. Dat is het voordeel van een locatie binnen een ziekenhuis: de artsen zijn vlakbij, waardoor ook meer patiënten in aanmer-
l w wCAre dIAlyS
IetS et MInder ZIeken Het liefst hadden ze geen dialyse nodig, maar als het dan toch moet, dan graag in een aangename omgeving. Nierdialysepatiënten die geen acute medische zorg nodig hebben, kunnen in het UZA terecht in het nieuwe lowcare centrum. ‘Er wordt hier veel gebabbeld en gelachen’, zegt patiënte Magda.
M
agda Van den Bruel (60) is al zeven jaar dialysepatiënte. Door bijkomende medische problemen komt ze niet in aanmerking voor een niertransplantatie. ‘Toen ik voor het eerst een kijkje ging nemen in het lowcare centrum, toen nog in Hemiksem, was ik helemaal van slag. Ik zag het niet zitten om aan zo’n machine te liggen. Verpleegkundige Bruno heeft me 038
InFO
toen getroost’, vertelt ze. Intussen is ze het gewoon. Elke maandag-, woensdag- en vrijdagochtend om 7 uur is Magda present voor haar dialysesessie. Rond 7.30 uur wordt ze aan het toestel aangesloten en tegen 11.30 uur kan ze weer naar huis. Voor patiënten met een sterk verminderde nierwerking is zo’n niervervangende therapie levensnoodzakelijk. Hoewel almaar meer patiënten voor thuisbehandeling met buikdialyse kiezen, is hemodialyse de meest gebruikte techniek. Daarbij wordt het bloed via een pompsysteem over een kunstnier geleid die het bloed zuivert. Wie geen speciale zorgen nodig heeft, hoeft die hemodialyse na verloop van tijd niet meer onder voortdurende medische begeleiding te krijgen en kan terecht in een low-care centrum. Daar worden patiënten in een klein groepje opgevangen door een verpleegkundige. Jarenlang gingen UZA-patiënten naar het low-care centrum in Hemiksem, een gewoon huis waarvan de leefruimte tot dialysezaal was omgebouwd. Toen dat gebouw niet meer aan de normen voldeed, kwam er een eigen low-care centrum in het UZA. In september 2008 gingen de deuren open.
Dienst nefrologie, T 03 821 34 35 » www.nierpatient.be
king komen voor low-care dialyse’, legt Bruno uit. De patiënt moet ook een aantal handelingen zelf doen, zoals het toestel spoelen en eventueel zijn eigen bloeddruk en polsslag meten. Bedoeling is dat hij zijn therapie voor een stuk in eigen handen neemt. ‘Er kunnen acht personen tegelijk aan de dialyse’, vult hoofdverpleegkundige Klara Van den Ende aan. ‘Wekelijks behandelen we een zeventiental patiënten. Zij hebben toegang tot een aparte parking en komen met een eigen badge binnen via een achteringang. Zo zijn ze snel hier en hoeven ze niet telkens het hele ziekenhuis door.’ ‘Het centrum ligt wel in het ziekenhuis, maar de sfeer is toch helemaal anders. Patiënten die net te horen hebben gekregen dat ze aan de dialyse moeten, worden door ons diensthoofd altijd even naar hier gestuurd. Dan zien ze dat het hier allemaal wel meevalt’, vertelt Bruno. duitse shows Het nieuwe low-care centrum oogt gemoedelijker dan een gewoon ziekenhuislokaal. Speelse patronen fleuren de muren op en het daglicht valt royaal naar binnen door een glazen
COluMn
wand. Elke patiënt heeft een eigen televisietoestel, radio en draadloos internet. ‘Door die televisie is er nu wat minder sociaal contact, maar evengoed wordt er nog veel gebabbeld en gezwansd’, zegt Magda. ‘Het is hier best gezellig. Sommige medepatiënten ken ik al jaren, dat schept een band. Met de verjaardagen wordt er al eens getrakteerd. Zie je die planten bij het raam? Daarvoor hebben we met z’n allen bijgelegd.’ Als Bruno een praatje komt maken,
Se:
nHuIS lacht Magda meteen van oor tot oor. ‘Bruno en Dirk hebben hun hart op de juiste plaats’, vertrouwt ze me toe. ‘Ze zijn echt bezorgd om de patiënten. En ze durven al eens zot doen. Mijn buurman kijkt graag naar Duitse shows. Dan staan Bruno en Dirk soms mee te dansen.’
Bart Paepen is verpleegkundige op de dienst intensieve zorg. Elke nieuwe werkdag brengt hij de zorg voor patiënten in de praktijk. Een kijk van binnenuit op het reilen en zeilen in het UZA.
vertrOuwen, In HOge dOSIS Het aandeel miserie, als een hardnekkig lagedrukgebied, geconcentreerd boven menig ziekenhuis, in combinatie met de beruchte lange wachttijden binnen datzelfde microklimaat, verklaren mogelijks de epidemische groei aan hospitaal-gerelateerde roddels. Voorbeelden zijn legio. Moemoe, een immer braaf mens, wordt opgenomen voor een simpele heupoperatie. Aangekomen op de verkoeverkamer, wat uit haar lood geslagen na de ingreep, geeft ze iets te veel van jetje. ‘Volgepropt met kalmeerpillen dan maar. Geen compassie!’ Of dat verhaal gehoord van… het-ontsnapt-me-even-wie. ‘Een uit de hand gelopen valling.’ Door de huisarts verwezen naar spoed. ‘Nog geen twee dagen ter plaatse en volledig gekoloniseerd door zo’n vleesetende ziekenhuisbacterie. Vies hoor!’ Of laatst nog gelezen over een verwarde man, zich vergist van telefoon en – gelijk Rita uit Familie – perongeluk geëlektrocuteerd door rondslingerende defibrillatie-paddels. ‘Vijfdegraads brandwonden! Schande!’ In de wandelgangen van het ziekenhuis (en dat zijn er behoorlijk veel) loop je wel eens pijnlijke waarheden tegen het lijf, maar talrijker zijn de uit de context gerukte onwaarheden. Als een van de locals waan ik me welhaast figurant in een tweederangs klucht. Maar alles weglachende voel ik me wel eens in de defensie gedrukt, als ik bij de bakker probeer duidelijk te krijgen dat het ziekenhuis geen oord van verderf is, dat medisch blunderen geenszins een erkende discipline is, evenmin als dat kwakzalverij de wereld zal redden. Sensationele fabels wekken en cultiveren een ongegrond wantrouwen in de zorg, dat wel eens contraproductief kan zijn met het oog op genezen. Er bestaat immers iets als een placebo-effect; een intrigerend en onderkend verschijnsel dat bewezen heeft dat mensen beter kunnen worden zonder dat een effectieve behandeling wordt toegepast. Conditio sine qua non is wel dat de patiënt in de werkzaamheid ervan gelooft. Geen vrees, niet dat we vanaf nu bij het ontbijt naast elke plateau nog wat neppillen gaan serveren, om daarna hoopvol te gaan wachten op de wonderbaarlijke genezing. De kracht van de geest is immers (nog) niet in staat om ziekte te genezen, maar wél om het ziekteproces te vertragen of om mensen minder vatbaar te maken. Vertrouwen is bijgevolg mijn voorschrift, driemaal daags, in gezonde dosering, een medicijn dat mag wennen én werkt. Geloof me maar, deze is geen roddel. Bart Paepen, verpleegkundige intensieve zorg bart.paepen@uza.be maguza 039
ZOrg
Steun
heeft de patiënt gewoon nood aan een gesprek.’ Elke zondag is er een viering in de hal bij het auditorium. Patiënten worden indien nodig opgehaald door een vrijwilliger. Na afloop is er tijd voor een babbel en een drankje. Alle patiënten worden persoonlijk voor de viering uitgenodigd. Uit die eerste kennismaking vloeien regelmatig verdere ontmoetingen voort. ‘Zeker als mensen heel ziek zijn, plooien ze terug op de essentie. Wij vinden het een voorrecht daarin met hen op weg te gaan’, zegt Jan. ‘Soms kunnen we ook helpen met kleine dingen. Zo heb ik ooit voor een patiënt een familielid opgebeld met wie hij al jaren ruzie had. Uiteindelijk is die man toch op bezoek gekomen’, vertelt Peter.
In ZwAre tIjden
Tijdens een ziekenhuisverblijf gaan mensen vaak meer nadenken over zingeving en levensvragen. In het UZA kunnen patiënten een gesprek aanvragen met een levensbeschouwelijk begeleider. Dat kan een priester of pastoraal werker zijn, maar net zo goed een imam, rabbijn of andere spirituele begeleider.
d
e pastorale dienst van het UZA is oecumenisch en bestaat uit priester Peter Dierckx en pastorale werkers Ria Van Belzen en Jan De Cock. De drie vormen samen één ploeg. ‘We worden regelmatig gevraagd voor een ziekenzalving, stervenswijding, nooddoop of biecht’, zegt Peter. ‘Soms houden we ook een afscheidsviering voor een overleden kindje. Maar vaak
Ria Van Belzen, Peter Dierckx en Jan De Cock 040
InFO
Dienst patiëntenbegeleiding, T 03 821 37 00
Imam aan ziekbed Patiënten kunnen ook een beroep doen op een vertegenwoordiger van de Islamitische, Israëlische, orthodoxe of Anglicaanse eredienst of een vrijzinnige begeleider. Imam Ahmed Sarrouj begeleidt al meer dan twintig jaar patienten in het UZA. Er gaat geen week voorbij zonder dat hij aan iemands ziekbed wordt gevraagd. ‘Ik probeer mij eerst een beeld van de patiënt te vormen. Wat doet hij? Welke tradities zijn voor hem belangrijk? Pas in tweede instantie gaat het over meer diepgaande zaken. Een gesprek kan een half uur, maar ook twee uur of langer duren. Soms bezoek ik een patiënt meerdere keren’, vertelt hij. Meestal gaat het om heel zwakke en kwetsbare mensen, die vooral nood hebben aan morele ondersteuning. ‘Die patiënten zijn vaak neerslachtig of gespannen. Maar na zo’n gesprek zie je ze vaak openbloeien’, zegt de imam.
puZZel
puZZel & wIn! 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
13 biersoort – muzieknoot – voor (Lat.) – rondedans 14 nauw – inleiding – zwaardwalvis – radon 15 Japanse keizerstitel – acht musici – loflied 16 geneeskundige behandeling met x-stralen
1 2
9
3 4
8
2
5 6
1
7
10
5
8 9
6
10 11 12
3
4
13 14
11
7
15 16
12 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Horizontaal 1 allergische slijmvliesontsteking – ontbijtgerecht met granen, noten, enz. 2 Spaanse uitroep – hoekpilaster – over elkaar 3 boord – katachtig roofdier – moed 4 schaakstuk – ijshut – gauw – per uur 5 slapeloosheid – bezittelijk voornaamwoord – keurmerk 6 te koop – achterzijde – bekende Franse schilder – zware bijl
7
Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 1 juni 2009 naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op één van de vijf paar Crocs schoenen ter waarde van 40 euro.
12
bovenste halswervel – hevig – zeurderige vrouw 8 in orde – gezinslid – partner en kinderen – British Petroleum 9 kunsttaal – wederkerend voornaamwoord – beeldscherm 10 Zuid-Amerikaanse dans – godin van de dageraad – rente – Verenigde Naties 11 Amerikaans – Engelse graaf – wig – voorbij 12 peesontsteking – positieve elektrode 1
dOe Mee en wIn!
11
1
2
V A6 D E R
L A 4 V 5 E 6 M 7 E N 8 N A 5 9 T A 10 P 11 W E 12 E R 13 L 14 Z E 15 IJ L 16 N I 2 3
3
4
I T K S A T E G D R E R C S E P L O1 S G I E A E R
5
6
A M E L I I O A S I E S O L N10 O K V E T S K A A L T
7
8
9
10
11
I N E S T R A T O A S K A I R V T T H4 E V L O M I O P E P S I E L D E E A D N L N2 U S I O P C O N O E R I G M I R O P M E S T8 O S
12
O S7 T E R I A R A D K O T
13
14
15
O T P R E A T R U A P I D O O C B L E9 N E P I L N I T3 I M E N G O D E E R O
verticaal 1 ziekenhuisopname 2 oosterlengte – schrijfvloeistof – lady – netto 3 voorhistorisch rund – futloos – telwoord 4 warm kledingstuk – verzoek – Nieuwe Testament 5 kruik – zangvogeltje – gekweekte plant 6 prul – onmeetbaar getal – Royal Navy – arkbouwer 7 Oude Testament – Gibraltar – cosmetisch-chirurgische ingreep 8 publiciteit – holmium – kaartspel 9 geliefde van Zeus – zeewier – sneeuwlat – uitroep van smart 10 subsidie op vervoer – Frans telwoord – Eminentie – loofboom – overdreven 11 patiëntenzorg, gericht op persoonlijke aandacht – scheepsstuur 12 brandbare stof – gelaatskleur – hoofdslagader 13 bijbelse stad – kloostergewaad – eenkleurig – oneven 14 zout (Fr.) – huisdier – gezwel – onzes inziens 15 listig – tuin (Ind.) – rangtelwoord 16 baxter – eiwit
16
Z I E K E N H U I S K E U K E N
OplOSSIng MAguZA 75 ONTHAASTEN – Henri Hendrickx, Hanni Perck, Sophie Delalieux, Lauriane De Jonghe, Kris De Vlam, Leonia Vaarten, A. Vermeesch, Martha De Weerdt, Ilona Delen en Anna-Elisa Mertens winnen elk een paar Crocs schoenen ter waarde van 40 euro. De winnaars krijgen hun Crocswaardebon binnenkort in de bus!
maguza 041
COluMn
Annemie Peeters is radiojournaliste en columnist, maar ook mama, partner, dochter, vriendin. Met twee voeten stevig in het leven heeft ze het in haar column over gezondheid, ziekte, lief en leed.
de tel(ler) kwIjt
w
eet u nog wat u kreeg voor kerst? Dat is een interessante vraag, want het antwoord zegt veel over hoe fijn het was. Dus: weet u nog wat u kreeg? En zo ja, weet u ook waar dat cadeau zich nu bevindt? Om op vraag 1 te antwoorden: ja, ik weet nog wat ik kreeg, want ik kreeg het twee keer, op twee verschillende feestjes van mensen die blijkbaar echt vonden dat het mij gelukkig ging maken. Ik kreeg twéé keer een stappenteller! Nu is een stappenteller een leuk hebbeding: je maakt het aan je broekzak of broeksriem vast en dan telt het je stappen. Zo simpel. ‘Per dag is 10.000 het streven’, zei de bijsluiter, ‘wie elke dag 10.000 stappen zet, beweegt voldoende om gezond te zijn.’ Dat was fijn om weten: stappen tellen is eenvoudiger dan het tellen van sit-ups, zeker als zo’n ding het voor je doet en ik had er twee, ik kon dus vals spelen als ik wou. Dubbel tellen. De zin bekroop me. De teller tikte daarenboven lekker aan, zelfs als ik er maar één gebruikte: van de slaapkamer naar de badkamer (13 stappen), van de bad- naar de eetkamer (nog eens 15), voortdurend tussen aanrecht en tafel, al stofzuigend heel de woonkamer rond, van de koelkast naar het kookfornuis en dan had ik nog geen stof geveegd. Het was middag en de teller stond al op 3002. Te voet naar de bakker dan. Al was het voor taartjes. Die stapte ik er zo weer af. Plus 298. Nog 6700 stappen te gaan. Ik voelde wel wat voor een fikse wandeling. De kinderen wilden liever fietsen, maar een trap is geen stap en dan telt de stappenteller niet. Dus ondanks protest werd het wandelen. Het regende en het was niet echt gezellig, maar het loonde wel: met 8900 op de teller kwamen we thuis. De kinderen zeurden om een zwempartijtje. Dat was uitgesloten want een stappenteller kan niet tegen water. ‘Stomme dag’, gromde mijn jongste. Hij had (een beetje) gelijk. Gelukkig was er ’s avonds wel een leuke serie op tv. Het hele gezin gezellig in de zetel. Zonder mij, ik moest nog stappen: 1100 nog. Bloemen water geven (de dag daarvoor ook al gedaan). Buiten kijken naar de sterren (het was bewolkt). Was het zolderraam wel dicht…(dat staat nooit open). Overbodige dingen. Toen had mijn vriend er genoeg van: ‘En nu kom je naast ons in de zetel zitten, of ik gooi die hele stappenteller door het raam. Gezond zijn mag nog leuk zijn!’ Ik zat net aan 9957 maar hij had gelijk. Dankbaar ben ik naast ‘m gaan zitten. De stappenteller hebben we niet door het raam gegooid, maar toch iets van die orde. De tweede aan de rechtervoorpoot van de hond gebonden. Die stapt ook veel maar voelt niet zo de dwang om het voortdurend bij te houden. Twee dagen later was de hond de teller kwijtgespeeld. Op vraag 2 luidt het antwoord dus: neen. En nog eens neen. Maar ik ben, echt waar, véél gelukkiger zonder.
gezond zijn mag nog leuk zijn, en ik ging in de zetel zitten.
Annemie 042
InFO
COlOFOn Maguza – driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen – jaargang 21, april 2009 – Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be – Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten – Hoofdredacteur: Tom Meulenbergs – Redactiesecretariaat: Françoise Lippevelt – Redactieraad: Annick Deckers, Anneleen De Vos, Sofie Francque, Tom Meulenbergs, Bart Paepen, Inez Rodrigus, Ann Segers, Elke Smits, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele – Redactie & realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be – Fotografie: Eric De Mildt – Illustratie p. 17: Debora Lauwers – Illustratie p. 24: ANP – Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest – Reclameregie: Little Joe, www.littlejoe.be – De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. www.maguza.be
Steun Het uZAMeCenAAtSFOndS Klinisch wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van nieuwe behandelingsmethoden zijn een essentiële opdracht van het UZA. Om dat wetenschappelijk onderzoek en zijn klinische toepassingen te ondersteunen, werd het mecenaatsfonds opgericht. Zowel bedrijven als particulieren kunnen giften of legaten overmaken aan het fonds, hetzij op naam, hetzij toegewezen aan een specifiek onderzoeksdomein. De giften kunnen worden gestort op rekening 001-0893155-55 van het UZA met vermelding ‘mecenaatsfonds’.
tOt uw dIenSt nuttige telefoonnummers » algemeen nummer UZA: 03 821 30 00 » onthaal en opname: 03 821 31 01 » patiëntenbegeleiding: 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levenbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) » ombudsdienst: 03 821 31 60 » inlichtingen facturen: 03 821 31 28 » mobiele medische urgentiegroep: 03 828 15 15 » school in het UZA: 03 821 58 97, 03 821 58 86 kinderopvang de Speelvogel In de kinderopvang zijn kinderen van patiënten en bezoekers van harte welkom. U vindt De Speelvogel in de rechtervleugel op het gelijkvloers. Pijlen vanop de parking wijzen de weg. Meer info: T 03 821 38 87 gastenkamers ter weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: T 03 440 48 18 winkelgalerij In de inkomhal vindt u: » de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur en in het weekend van 12 tot 20 uur » een broodjeszaak, in de week open van 9.30 tot 14.30 uur » enkele shops (bloemen, geschenken, voeding, lectuur enz.) in de week open van 8 tot 20 uur, zaterdag van 10 tot 19 uur, zondag van 13.30 tot 19 uur » een bankautomaat restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke dag open van 12 tot 14 uur.
maguza 043
geHOlpen?
Contrabassist Maurice Aerts (80) kreeg eind 2007 een nieuwe aortaklep in het UZA. In het ziekenhuis lig je niet voor je plezier, maar toch is hij vol lof over zijn verblijf. Meer nog, het inspireerde hem zelfs tot een muziekstuk.
Opereren en inspireren I
k ben al jaren in behandeling in
van Brussel. Fred Brouwers noemde
de dokters van het Slaapcentrum die
ten. In het UZA heb ik met dr. Bram Amsel, die elke dag langskwam aan mijn bed, veel over muziek gepraat. Zo ben ik op het idee gekomen een concert te geven voor de ploeg van cardiochirurgie. Het is uiteindelijk een nieuwjaarsconcert geworden, op 6 januari, samen met een bevriende gitarist. Ik ben heel tevreden over mijn operatie, de verpleging, de kine… Je zou kunnen zeggen dat die mensen ook maar hun werk doen, maar toch… Toen ik op intensieve lag, ging er iets mis met de man naast mij. Zes, zeven mensen zijn die nacht bezig geweest met die man,
het UZA voor slaapapneu. Het zijn
een hartruis hebben ontdekt. Op hun aanraden ging ik naar de hartspeci-
alist en die stuurde mij de volgende dag al naar het UZA voor een katheterisatie. Toen bleek dat mijn aortak-
lep niet meer voldoende openging.
Een week later ging ik al onder het mes bij prof. Inez Rodrigus. Ik heb op voorhand nooit beseft dat ik een
hartprobleem had, maar na de operatie merkte ik wel een groot verschil.’
gedrevenheid en oneindig geduld Ik ben muzikant, contrabassist meer bepaald. Ik was onder meer solist in het Nationaal Orkest van België en in het orkest van de toenmalige BRT, tot Gerard Mortier mij daar weghaalde om leiding te geven aan de
mij ooit de vader der contrabassis-
vol gedrevenheid om het toch nog in orde te krijgen. Ook het onein-
dige geduld van de verpleging is mij
bijgebleven. In medium care lag er naast mij een man wiens bed ze op een nacht tijd zeker vier keer heb-
ben moeten verschonen. Dat vind
ik bewonderenswaardig. En als ze ’s nachts hun ronde doen, lopen ze met
een zaklamp rond om te proberen de
patiënten niet wakker te maken. Ze doen het toch maar, elke nacht. Het is ook opvallend hoe het personeel kan omgaan met al die verschillende
mensen, al die karakters. Er wordt ook geen verschil gemaakt tussen mensen.
Het uZA op contrabas Ik heb over mijn wedervaren in het UZA een muziekstuk geschreven, dat ik tijdens het concert heb uitgevoerd
op contrabas. De waarschuwingssig-
nalen en de geluiden van de machines waren voor mij muzieknoten die
in mijn hoofd bleven hangen en die tijdens die eerste onrustige nacht
kwam spoken. Daarom heet het
stuk Fantomen. Het vertelt het ver-
contrabassisten van de
haal van mijn verblijf in muziek: het
goed als alle Belgi-
je het scheren van de borstkas, dan
Munt in Brussel. Zo sche contrabassisten die vandaag bij grote orkesten
spelen
of
lesgeven in de con-
servatoria zijn oud-
studenten van mij van het
conservatorium
OprOep!
begint in de kamer, vervolgens hoor
de tocht naar de operatiekamer, de angst die je dan voelt, maar ook de schuifdeuren van de operatiezaal die opengaan, vervolgens de immense
kou in de operatiezaal en zo verder. De ploeg van cardiochirurgie begreep goed waarover het ging!
Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be