INN010 #2 zomer 2014

Page 1

losse verkoop â‚Ź 6,95

zomer 2014

#02

Inspiratie uit innovatie



pagina 3

Voor woord fotograaf: Roy Borghouts

Foreword Inn010 I’m proud of Rotterdam and all of the innovative projects and trajectories that take place in our global harbour. We’ve achieved a lot in the last few years, as a port as well as an industry. Maasvlakte 2, the expansion of the global harbour, literally and figuratively gives us more space. Because of this expansion, the activities of the port and handling of goods increasingly take place out of view of the city. But the harbour and city need each other. We need to ensure that neither loses sight of the other. The rate of expansion must be maintained. Education plays a leading role in this, and The Broekman Group is tackling this challenge with dedication and conviction. A lot of young people are

Ik ben trots op Rotterdam en alle innovatieve projecten en trajecten die plaatsvinden in onze wereldhaven. De laatste jaren hebben we als haven en industriegebied veel stappen gezet. De Tweede Maasvlakte geeft ons als wereldhaven letterlijk en figuurlijk meer ruimte. De havenactiviteiten en overslag van goederen verplaatsen zich door schaalvergroting meer buiten het zichtveld van de stad. We moeten er wel voor waken dat we elkaar niet uit het oog verliezen. Haven en stad hebben elkaar nodig. De expansie moeten we vasthouden. Educatie speelt daarin een toonaangevende rol. Daarin participeert de Broekman Group met overgave en overtuiging. Veel jongeren hebben onvoldoende weet van al het bijzondere werk dat in het havengebied wordt geboden. Wij zijn een logistiek bedrijf dat wereldwijd actief is. Alles wat vervoerd moet worden, krijgen wij via land en water op de gewenste bestemming. Om veilig op de plaats van bestemming te komen, is veel specialistische kennis en innovatie nodig.

unaware that the harbour area offers some extraordinary work opportunities. We are a logistics company that operates worldwide; we successfully deliver, via land and sea, anything and everything that needs to be transported. A lot of specialized knowledge and innovation is employed to get things safely to their destination. Our logistics services are split into several divisions. The automotive division is the logistic link where many cars from overseas enter Europe. The shipping division acts as an agent in The Netherlands and Belgium for a number of large companies. Our logistics division is where all forms of transport (road, rail,

We hebben onze logistieke dienstverlening opgesplitst in verschillende divisies. Automotive vormt de logistieke schakel waar veel auto’s van overzee Europa binnenkomen. Shipping fungeert als agent in Nederland en België voor een aantal grote rederijen. Logistics is de plek waar alle vormen van transport (weg, spoor, water, lucht) samenkomen. Met betrekking tot de lading die in containers zit, verzorgen wij de opslag in loodsen en maken de producten klantspecifiek voor de Europese markt. Special Products vormt de logistieke draaischijf voor de staalindustrie in Europa. Daarbinnen valt ook projectlading: het vervoer van zware objecten zoals motoren of generatoren van 200 tot 600 ton.

water, air) come together. We also arrange for the storage of container contents in warehouses and make customer-specific products for the European market. Our special products division is the logistical hub for the steel industry in Europe. This includes cargo for large projects and the transport of heavy objects such as motors or generators weighing 200 to 600 metric tons. Due to its growth, the harbour needs employees in all areas, on all levels, and we’re finding that educational and knowledge-based

Door de groei is de haven op alle functieniveaus op zoek naar personeel. We zien dat onderwijs- en kennisinstellingen gelukkig weer aansluiten. De STC-Group bijvoorbeeld heeft fors meer leerlingen aangetrokken. Ook hogescholen en universiteiten investeren. Op het gebied van logistiek, innovatie en duurzaamheid is Rotterdam op de goede weg. Niet voor niets zijn we uitgeroepen tot een van de Smart Cities wereldwijd. Daarvan getuigen de verhalen in dit tweede nummer van INN010.

institutions are happy to act as a link. For example, the STC-Group has attracted significantly more students, and colleges and universities are also investing. Rotterdam is on the right track in the realm of logistics, innovation and sustainability. It’s not for nothing that we were named one of the world’s Smart Cities.

Raymond Riemen

The stories in this second issue of INN010 bear witness to that.

CEO van de Broekman Group en Havenman van het jaar


pagina 4

#02 INHOUD Het B2B-magazine INN010 geeft een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o. Iedere uitgave is gekoppeld aan een netwerkbijeenkomst. Vaste partners zijn: Deloitte, RDM Campus, Stadshavens Rotterdam, gemeente Rotterdam, Van Lanschot Bankiers en R. Smaal B.V. In dit nummer speciale aandacht voor de maritieme en logistieke sector. Namens Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business) en het redactieteam: Yvette van Dael en Ellen Lengkeek.

Maritieme en logistieke innovaties in groot Rotterdam Rotterdam bouwt in en om de Stadshavens aan een sterke maritieme en logistieke sector. Het hoofdthema van deze uitgave van INN010 is de innovatie in bovengenoemde sectoren. Op een zonovergoten namiddag komt een aantal vertegenwoordigers van de maritieme sector ...

6

Geodis Logistics; logistieke wereldspeler De naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen de stellingen in de enorme opslagruimte van Geodis ...

14

Rotterdam springplank voor innovatie Rotterdam zit in de lift. Met de financiĂŤn op orde, verbeterde dienstverlening en betere economische ...

22


pagina 5

Ampelmann-systeem offshore verovert woeste wereldzeeën Maritiem personeel ophalen en afzetten van en op offshorefaciliteiten zoals boorplatforms of windturbines is zowel een riskante als ...

30

47 20 Delta Clean Tech Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie schoon wordt opgewekt, het water helder blijft, transport zonder vervuiling plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden geproduceerd? Zo’n wereld komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever, ...

97% van de testrijders komt met een glimlach de auto uit

Experimenteren in Aqua Dock

50

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht?

Stel je eens voor: een dobberend bos, een drijvend hotel, een drijvende weg …

In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Het grootste ... De aanblik van de enorme showroom met blinkende BMW-modellen en een aparte ...

Sociale innovatie heeft meerwaarde

62

52 Samen kanker kansloos maken

32

Het Erasmus MC is het grootste universitaire medisch centrum van Nederland. In de nieuwbouw in Rotterdam Centrum wil het Erasmus ...

Elk jaar kunnen er leerlingen, soms met een achterstandspositie, stage lopen bij stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. ...

En meer 20 >>Cross-over

56

28>>Start-ups

42 >>010 in de versnelling

44 >>De FAV010 spots van...

60 >>Made INN010

65 >>INN010 ambassadeur


pagina 6

Rotterdam bouwt in en om de Stadshavens aan een sterke maritieme en logistieke sector. Het hoofdthema van deze uitgave van INN010 is de innovatie in bovengenoemde sectoren. Op een zonovergoten namiddag komt een aantal vertegenwoordigers van de maritieme sector bijeen in de Maastoren van Deloitte.

Gasten aan de discussietafel

1

2

3

4 1) Arnout Damen COO van Damen shipyards group

2) Kees Pieters lector haveninformatie Hogeschool Rotterdam, Kenniscentrum RDM

3) Bas Kuper sales director van Siemens industry software

4) Felix Moonen director Jules Dock, NL industry shipbuilding Rotterdam

Gespreksleiders

5

6

7

5) Cees Jorissen international tax partner Deloitte en leader manufacturing industries

6) Peter Sanders director strategy en operations marine sector bij Deloitte

7) Joep Arends director innovations bij Deloitte

Maritieme en logistieke innovaties in groot Rotterdam


Maritiem & logistiek

pagina 7

Intelligent software solutions bij de bouw van een schip

Met een prachtig uitzicht over het Stadshavensgebied spreken de gesprekspartners over de rol van intelligente software in de scheepsbouw en logistiek en over andere innovaties die in de maritieme sector gebruikt en ontwikkeld worden, zoals bijvoorbeeld additive manufacturing, beheersing van big data, en de invloed van 3-D design, 3-D printing en augmented reality. Wat zijn de structurele trends binnen de maritieme sector, waar staat de sector ten opzichte van de rest van de wereld, waar gaat hij heen en wat betekent dit voor de ontwikkelingen in en rond de Rotterdamse haven? tekst: Deloitte/redactie INN010 fotografie: Freek van Arkel

Van scheepsbouwer naar product-lifecylemanager Arnout Damen: ‘Wij maken niet alleen schepen voor de private sector, maar ook voor overheidsinstanties. We zitten in de jachtbouw, de offshore, havensleepdiensten, bergingswerk en public transport. Daarnaast bouwen we voor binnenlandse en buitenlandse marines, politie, kustbewaking, loodswezen en voor havenbedrijven. In de laatste jaren hebben wij een grote verschuiving bewerkstelligd, van pure bouwer naar totaaloplosser. Wij zien scheepsbouw als lifecycle solution. Dat ligt ook in de lijn van ons aanbod: R&D, ontwerp, bouw, onderhoud en een breed pakket gerelateerde diensten voor de eindgebruiker. Damen werkt hard om op dit gebied de marktleider te worden; de innovator die de weg wijst. Onze R&D-budgetten zijn daarom fors en structureel gericht op het behalen van nieuwe eindresultaten. Daarin betrekken we ook steeds vaker de klant van onze klant – wat verwacht die eindklant in de toekomst van zijn leverancier en wat moet Damen vervolgens doen om de leverancier van het juiste schip te voorzien? We concentreren ons daarbij op vergroening van schepen, hun CO2-footprint, op de veiligheid op en rond het schip en op het recyclen van een schip aan het eind van zijn leven. Onze mindset is veranderd van een meer aanbodgerichte benadering naar het creëren van partnerships. Dat is een beetje een modewoord, maar we zijn bij diverse klanten al betrokken bij de gehele levenscyclus van hun schepen.’ Bas Kuper: ’Siemens heeft in de afgelopen jaren afscheid genomen van zijn consumentenelektronica en heeft een radicale verandering gemaakt naar het aanbieden van integrated business solutions in verschillende onderdelen van de industrie, waaronder ook de scheepvaart en de logistieke sector. Wij doen dit vanuit onze IT-consultancyvaardigheden en houden de ontwikkelingen in deze sector strak in de gaten. Wij voorzien een exponentiële groei voor ons bedrijf door de opdrachten die we zullen verwerven in Rotterdam. Hierbij zijn we steeds geïnteresseerd in het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen die kunnen bestaan uit partnerships met de klant, met zijn subcontractors >


pagina 8

en de onze. Ook samenwerking met medetoeleveranciers is mogelijk. Zeker als we daardoor de opdrachtgever een langer lopende relatie kunnen bieden.’ Invloed uitoefenen door samenwerkingsverbanden ICT-oplossingen in de scheepsbouw zijn groots. Deze sector gaat zich nu heruitvinden door 3-D ontwerpen en vooral ook door digitaal design. Het is bijzonder om te zien hoe de hele tekening en daarna ook het hele bouwproces te volgen zijn in driedimensionale beelden. Die nieuwste technieken brengen een nieuw businessmodel tot leven. Zoals eerder al aangehaald door Damen, verandert daarmee een scheepsbouwer-pur-sang in totaaloplosser. Bas Kuper: ‘Verschillende Rotterdamse maritieme iconen investeren op dit moment in hun ICT-achterhuis om die totaaloplossingen aan te bieden. Je wilt een lifecycleprogramma aan kunnen bieden. Van aanbouw tot afbouw eigenlijk. Iedereen die vooraan in de klas zit, die het voor elkaar krijgt om de nieuwste technieken en inzichten aan te wenden, is een gamechanger. Je probeert dit als scheepsbouwer voor jezelf voor elkaar te krijgen, maar ook voor de keten waarin je zit en waarvan je je bedient. Als dat lukt, heb je ook effect op het verdere ecosysteem. Als je leider kunt zijn in de huidige innovaties, dan zal je in je industrie een absolute winnaar zijn. Het mooie is dat dit dan tegelijkertijd ook geldt voor de mondiaal opererende klanten van zo’n scheepsbouwbedrijf, degenen die het vaartuig hebben besteld en ermee zullen werken. Als het schip eenmaal in de vaart is, wordt het gevolgd door het ICT-systeem van de bouwer, die dagelijks monitort wat de toestand van het schip is. Met de nieuwste systemen worden dus ook maintenance en repair in de gaten gehouden en georganiseerd. Dat is economisch zeer wetenswaardig voor de besteller en gebruiker van het schip.’ Arnout Damen beaamt dit: ‘Dit zal voor lifecycle-innovaties in de scheepvaart heel goed werken en we zijn er al volop mee bezig. Als je

een schip bouwt, doe je dat met verschillende onderaannemers. En die zitten over de hele wereld. Simpele zaken als de omvang van de gaten voor het doorvoeren van kabels moeten bekend zijn. Dit soort informatie moet je met alle partijen die meedoen kunnen delen. Vergist een partner zich, dan is de schade vaak niet te overzien. Het is daarom belangrijk dat je je subcontractors goed kent. Je wilt weten met welke ICT ze gewend zijn te werken en of zij kunnen aankoppelen bij wat jij hebt. In onze wereld moet iedereen in het proces geïntegreerd met ons kunnen werken, dus ook een toeleverancier die in Zuidoost-Azië of China zit. Bij het kopen van een schip gaat het om de totale kosten van het operationeel hebben en houden van je schip. En die zijn afhankelijk geworden van andere factoren dan de bouwprijs alleen.’ Felix Moonen die veel aan open innovaties doet, stelt: ‘De conventionele scheepvaartindustrie zal waarschijnlijk toch de trekker zijn van de innovaties in de sector. Zij zal aangeven waar we naartoe groeien. Ik denk zelf dat het daarbij verstandig is om contact te houden met die kleinere innovatieve bedrijfjes die we in de binnenstad aan het opzetten zijn. Zij zijn uiteindelijk wel de grootste gamechangers in dit verhaal. En we moeten ons realiseren dat de technische innovatie vaak een logisch vervolg is op de stappen die al zijn gezet. Bedenk daarbij dat de sociale innovatie misschien nog wel belangrijker is dan de technische. De sociale gevolgen zijn groot. Denk eraan dat we schepen volkomen zelfsturend kunnen maken. Wat heb je dan nog aan een kapitein op de brug? De regelgever moet dan de verplichting van een kapitein en een loods wel af willen schaffen.’ Cees Jorissen: ‘Niet alleen toeleveranciers maar werkelijk alle leden van de supply chain moeten volledig op elkaar zijn ingespeeld. Wij zien nog vaak grote muren tussen wat werkelijkheid is en wat je zou willen bereiken. Het blijft gek dat je in deze wereld met elkaar communiceert over een belangrijke fase in de bouw van een schip via e-mail. Je kunt niet naar een totaaloplossing

>> We doen het goed, maar kunnen niet achterover leunen <<

toewerken als je nieuwe partners uit China of Vietnam niet dezelfde ‘maatvoering’ hebben. En een gelijke maatvoering bij diegenen die de industrie reguleren is dan natuurlijk ook handig. Gelukkig doen de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam vol mee aan de innovatiedrift, dus als we die op tijd inseinen komen we een heel eind.’ Big data van een schip Van ICT-oplossingen komen we op het onderwerp van big data die in en rond het schip aanwezig zijn. Kees Pieters die op dit onderwerp zijn studenten op de Hogeschool Rotterdam bijpraat, heeft een heldere blik op de big data in het maritieme terrein: ‘De studenten van onze hogeschool hebben de haven als speerpunt in de ontwikkeling van hun vaardigheden. Ikzelf ben aangetrokken als een van de lectoren in het kenniscentrum Mainport Innovations. Wij proberen van alles in de maritieme sector. Ik heb een ICT-achtergrond en begrijp dus heel goed wat de volgende stappen in de onderhavige sector moeten zijn. Wij hebben vanuit de samenwerking met RDM Campus ook al projecten met het Havenbedrijf Rotterdam opgezet. We hebben daarbij met studenten die niets met de sector te maken hebben (qua opleiding) goede ideeën, waarvan de gevestigde orde zegt dat die gamechangers kunnen zijn. En zo willen wij ons vanuit dit kennisinstituut ook opstellen. Wij vinden conventionele houdingen en verhoudingen in de grote industriële bedrijven soms hinderlijk voor verdere en noodzakelijke ontwikkelingen. De R&D-afdelingen van een grote industriële onderneming zijn vaak zo dichtgetimmerd dat je daar echt eens de bezem doorheen zou willen halen. Wij proberen bij onze jonge innovators zoveel mogelijk de opensource-innovatie te promoten en daarbij zetten wij inderdaad de klassieke verdienmodellen op hun kop. Dus ook aan de kennisinstituten in Rotterdam zal het niet liggen. Wij willen vooruit met dit onderwerp.’

Intelligent software solutions bij gebruik van een schip Digitalisering van de branche Volgens de meesten is de auto van de toekomst een computer op wielen. Denk aan de Tesla en


Maritiem & logistiek

pagina 9

>> De conventionele scheepvaartindustrie zal waarschijnlijk toch de trekker zijn van de innovaties in de sector << hoe verstorend de introductie daarvan was voor de automotive industrie. Ondanks alles (lobby’s en regels die tegen de ontwikkeling indruisen) gaat deze computer op wieltjes een grote invloed hebben op die industrie. Denk dan vervolgens aan Google in de scheepvaart. Cees Jorissen: ‘Een schip dat zelf kan varen, inparkeren. Zo’n schip heeft geen kapitein of loods nodig en kan alle gevaren die op het schip afkomen zelfstandig verwerken. Op dit moment is de digitalisering uit de automotive industrie aan het overwaaien naar de scheepvaart en de logistieke sector.’ Arnout Damen: ‘Die ontwikkeling zien we inderdaad aankomen. Vooral in de pleziervaart kunnen schepen eigenlijk al heel lang vrij zelfstandig varen – maar dat is toch iets anders dan autonoom varen. Ik geloof dat het in de beroepsvaart technisch mogelijk wordt om een schip van

A naar B te laten varen. Veel systemen aan boord zijn nu al onbemand, maar manoeuvreren in een drukke haven lijkt mij nog ver weg.’ Een paar ontwikkelingen zijn hierop van invloed. Er zijn nu al onbemande vaartuigen voor ‘dull, dirty en dangerous’ werk, maar voor veel andere doeleinden nog niet. Tegelijkertijd worden systemen complexer, niet in het minst door regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Verder worden wereldwijd breedbandverbindingen steeds beter beschikbaar, waardoor deskundigheid van mensen op de wal makkelijker op een schip kan worden ingezet, denk aan de reeds bestaande ‘shore-support’ initiatieven. Toch heb je nog lange tijd handen én hersens nodig aan boord, denk ik. Je hebt in veel gevallen een robuust en zelfvoorzienend systeem nodig en daar spelen juist mensen een belangrijke rol in. Het is dus denkbaar dat een schip in de toekomst op zijn eigen systemen de wereld overvaart. Dat kan alleen als al die systemen altijd perfect werken, als alle relevante gegevens >


pagina 10

op elk moment beschikbaar zijn en als de systemen op elke onverwachte situatie adequaat kunnen reageren. Dat zie ik op korte termijn nog niet gebeuren. Wel de experimenten, niet de dagelijkse, wereldwijde praktijk. In die praktijk is er altijd wat te doen aan boord, denk aan een onverwachte reparatie in de machinekamer. Veel structureel onderhoud gebeurt tijdens langere zeereizen, zodat het geen tijd kost wanneer het schip in de haven ligt. Een bemanning is ook nodig om in te kunnen grijpen wanneer de techniek het laat afweten en om specialistisch werk te verrichten. Een voorbeeld is ‘even’ een 26-meter lang schip veilig tegen een windturbine aanzetten in golven van 2.5 meter hoogte, zodat monteurs of inspecteurs rustig kunnen overstappen. Of denk eens aan het extra stevig aan het dek vastsjorren van stukken zware lading van elk 500-600 ton ter voorbereiding op een storm…’ Toepassing van innovaties als additive manufacturing en 3-D printing Hoe zullen de nieuwste productieprocessen eruit zien? Met name 3-D printing kan productieprocessen verstoren. Zonder twijfel zal 3-D printing ook in de scheepvaart worden toegepast. Deze innovatie gaat hand in hand met de ontwikkeling van nieuwe materialen. Er kunnen nu al materialen worden geprint die veel sterker zijn dan het sterkste staal. Een schip printen gaat in de eerste 20 jaar waarschijnlijk nog niet plaatsvinden. Daar wordt wel naar toegewerkt. Men werkt op allerlei terreinen samen en gaat eerst in de productie van de spareparts verder. Het is namelijk heel aantrekkelijk om onderdelen van motoren en andere bewegende apparaten erg arbeidsintensief zijn om te repareren, in een 3-D print te gaan maken/ontvangen. Dit gaat voor een aantal makers die verder in de klassieke keten staan zeer verstorend werken. Sensoren Kees Pieters: ‘Nog radicaler wordt het als je nadenkt over schepen met flexibele en communicerende rompen. Nee echt, alle nieuwe ontwikkelingen komen in de scheepvaart samen. En de Rotterdamse regio is daarin World Class! We richten ons vanaf de ontwerpfase op het totale leven van het schip.

Dus kijken we ook naar het onderhoud. Een romp voorzien van een verflaag die zelf aangeeft wanneer het tijd wordt voor vervanging is er al. En gewoon van Akzo!’

Intelligent software solutions bij de vergroening van de sector

het gaat erom een optimaal productieproces in te richten. Alleen dan krijg je het perfecte eindproduct en kun je je klant optimaal van dienst zijn. Het is steeds meer de vraag wat een eindproduct eigenlijk is. Tegenwoordig gaat het erom dat een groot schip niet alleen netjes wordt gebouwd en gevolgd, maar ook op een goede manier weer wordt afgebroken en gerecycled.

Cradle-to-cradle en de CO2 footprint Welke technieken we ook gebruiken, additieve manufacturing, 3-D printing, digital designs,

Arnout Damen: ‘Maersk is een grote voorloper in deze cradle-to-cradle-gedachte in de scheepsbouw. Bij de bestelling hebben zij de terugname


Maritiem & logistiek

>> Ik heb de ambitie om in Rotterdam het groenste schip van de wereld te bouwen <<

van het schip aan het eind van het operationele gebruik al in gedachten. En dat is ook wat zij de markt vertellen, waardoor zij steeds aantrekkelijker worden als transporteur voor grote consumerbusinesspartijen. Zij hebben een heldere kijk op het lifecyclemanagement van hun vloot. Het is vanwege dit soort afnemers dat wij ons in Nederland richten op de cradle-to-cradlegedachte. Men wil volledig groen van begin tot eind.’ Praat je over CO2-footprints in transport en logistiek dan kom je ook bij Maersk uit. Zij verstouwen miljarden containers over deze wereld en willen naast een duurzame productiewijze ook nog een zo groen mogelijk vervoer. Dan komt ook de keuze voor de motoraandrijving aan de orde. Arnout Damen: ‘Als Maersk duurder is met zijn prijs per mijl, maar wel groener en daarmee gewilder, dan zal de markt misschien toch die kant op willen. Dus moeten die schepen groen gebouwd worden, groen varen en groen afgebouwd worden. En moeten de sleepboten en de vrachtauto’s die de containers wegbrengen uiteindelijk ook groen zijn. Dan heb je het weer over een compleet serviceconcept. Van bouw tot transport tot afvoer. Bij onze cliënten in de binnenvaart zien we gelukkig nu ook partijen die het aantrekkelijk vinden om een groen schip te hebben. Als deze sector groen omarmt, kan die het nieuwe businessmodel mee pakken. Banken gaan daar vooralsnog nog niet genoeg in mee. En dat zijn wel belangrijke spelers in het ecosysteem. Dus moet je de terugverdientijd op zo’n schip korter maken. Daarin hebben de binnenvaartschippers zelf een grote rol - zij zullen een ander businessmodel gaan omarmen, vermoed ik, om op die manier weer financiers aan te trekken. Enkele grote logistieke ondernemingen geven daarbij al het juiste voorbeeld.’ Bas Kuper: ‘Open innovatie is heel erg belangrijk op dit terrein, je moet zorgen voor een zo kort mogelijke infrastructuur bij

de ontwikkeling van een schip en je wilt de nieuwste navigatieapparatuur. Daarbij wil je als afnemer dat je bouwer en toeleverancier geïntegreerd werken op een toegankelijk ICT-platform.’ Arnout Damen: ‘Inderdaad, intelligente software moet op alle fronten oplossingen bieden voor een winstgevende ontwikkeling van de logistieke sector. We gaan onze schepen volgen in alles wat ze doen. En dan zitten we in Rotterdam goed hoor. We hebben de juiste infrastructuur en ook het juiste ecosysteem.’ Scheepsbouwer Damen neemt zelf de leiding in deze ontwikkelingen om zodoende de rol als leider in de wereld vast te houden en uit te vinden wat de next steps zijn in de markt. Daarbij is het ook zaak om de juiste talenten aan te kunnen trekken. En er zijn samenwerkingsmogelijkheden met TU Delft maar ook met de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam, met Siemens en Deloitte. ‘Ik heb de ambitie om ooit, hier in Rotterdam, het groenste schip van de wereld te bouwen! Dat moeten we doen met de juiste partijen, ook om zo de hele sector weer op de kaart te zetten. Een innovatie kost enorm veel tijd en geld en precies daarom moet je het doen. Ik noem dit het Kapstokproject, waarin veel partijen, ook concurrenten, zouden moeten aanhaken en samenwerken - de Hogeschool Rotterdam, Janzen, ICON centre, IHC, Damen, Boskalis, Huisman, noem maar op. Dat zou nog eens mooi zijn.’ Cees Jorissen: ‘En als je dit doet als partners in een partnership kom je voor je open innovatie in aanraking met subsidies uit de Europese Unie. Daar zijn grote fondsen opgericht met een meerwaarde voor de sector. Er is in totaal 500 miljard om de open innovaties te ondersteunen. Laten we daar met de sector in Rotterdam eens lekker doorheen varen.’ >

pagina 11


pagina 12

>> Alle nieuwe ontwikkelingen komen in de scheepvaart samen <<

Rotterdam rules the waves

data to be able to provide life cycle solutions to the owner and end user of a vessel’.

In and around the Stadshavens, Rotterdam is building a strong maritime and logistic industry. On a sunny afternoon at Deloitte’s Maastoren, with the Stadshaven as back-

Felix Moonen, Jules Dock.NL points out that huge developments in the way

ground, representatives of the industry, together with a lector of the Hogeschool

shipbuilders see their products have equally huge social consequences. “For instance,

Rotterdam and three Deloitte specialists discuss how intelligent software solutions

the ship will need less personnel, the regulator has to be informed so he can facilitate

can help the industry to grow.

and help the industry by adapting the rules, the banks will have to adapt the way they

The participants all agree that ICT solutions have become increasingly important in

finance big shipbuilding projects’.

the maritime industry. Innovations such as additive manufacturing, 3-D designing and

Various Rotterdam based ship building icons invest in their ICT environment at

printing, control over big data and augmented reality are influencing the sector, the

this moment in time, just to be able to provide the total solution that the end user

ecosystems around the sector and the regulators. In and around the vessels that are

is requesting for. They do want to be able to provide a life cycle program from the

being built today big data rule. They nowadays even indicate when a ship needs to be

design and building of the ship all the way up to its desintanglement.

repainted, when it needs to come on shore. This and the augmented reality designing lead to the conclusion that strategic alliances need to be formed. Of course these

Kuper: ‘Everybody in the front row who is able to integrate the newest techniques,

alliances have to be closely monitored and have to collaborate on ICT developments.

insights and business models is a game changer. You try to arrange this for yourself as

There is no reason to question the worldwide leadership of the Rotterdam maritime

shipbuilder but also for the eco-chain in which you operate and from which you use the

sector in this respect, which does not mean the sector can be in a relax mode, on the

subcontactors. If you succeed in that you will also be an influencer in the subsequent eco

contrary, the sector needs to be ultra-alert !

systems in the industry and this will make you the absolute winner and leader’.

Arnout Damen, COO Damen Shipyards Group, states that his company has made a

Cees Jorissen, Deloitte Industry Leader: ‘Not only the first tier subcontractors but really all

big shift in the last couple of years: ‘We have changed from a pure ship builder to a total

subsequent members of the supply chain must be able to collaborate with each other. You

solutions provider. We look at ship building as a total life cycle solution. You can read

can still see huge walls between what is at place right now and what needs to be reached

that in the way we conduct our business: we are in R&D, in design, in construction and

over time. It still is odd that subcontractors in the chain, helping to build a vessel,

maintenance and a broad range of services related to a ships’ life cycle’.

communicate about crucial phases through e-mail! You can never reach an integrated solution in case if your new partner in China or Vietnam does not have the same

Bas Kuper, Sales Director Siemens Industry Software, states that his company

level of maturity or connectedness. The same goes for those whose task it is to regulate

foresees that 3-D designing will play a leading role in shipbuilding. ‘Not only in digital

the industry. In that latter area we are blessed with authorities such as the Rotterdam

design we are making big shifts. Intelligent software solutions in maintenance and repair

Municipality or the Rotterdam Port Authority. They are completely involved in our

are of major economic importance as well. It is all about the ownership of the big

innovations and steer and guide wherever they can’.


pagina 13

Veel ondernemers staan nog altijd onvoldoende stil bij de beveiliging van hun bedrijfsinformatie. De voordeur van het bedrijfspand wordt steevast afgeschermd, maar intussen zijn de computers binnen de onderneming één grote openstaande deur tot belangrijke info en noviteiten. ‘Letterlijk iedereen kan meekijken als IT niet goed is afgeschermd,’ benadrukt Henk van der Heijden.

Silican Wadi Israël steunt nieuwe noviteit Rotterdam

TecHarbor: een brug naar veilige IT binnen Europa tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

Met Hans Wetsteijn en Jürgen Schulze heeft Van der Heijden het bedrijf TecHarbor opgericht. Het heeft kantoren in Rotterdam en München. Ze zijn alle drie ervaringsdeskundig en brengen veelbelovende en bewezen technologie op de Europese markt. Van der Heijden was voorheen verantwoordelijk voor de securitystrategie van CA Technologies in EMEA. Daarvoor leidde hij de Europese activiteiten van het Israëlische beveiligingsbedrijf Comsec en de wereldwijde securitydivisie van EDS. Schulze komt eveneens van de securityafdeling van CA Technologies en werkte daarvoor bij TechData, Symantec en Mindjet. Wetsteijn is de oprichter en managing director van hostingbedrijf BlueDome en maakte deel uit van de board van EuroNet Internet/France Telecom. Het wereldwijd toonaangevende Silican Wadi in Israël, waar zich een hoge concentratie bevindt van hightechbedrijven vergelijkbaar met Sillicon Valley in Californie, innoveert mee met TecHarbor.

De focus van het bedrijf ligt op Risk Management, Identity Access Management (IAM), Compliancy en Data Protection. Deze kennis brengt TecHarbor naar bedrijven en organisaties in Europa. Van der Heijden: ‘Zie ons als een haven op IT-gebied waar innovatieve software-oplossingen binnenkomen. TecHarbor als gateway naar beschermde informatietechnologie. We bieden geavanceerde security software-oplossingen die zijn opgewassen tegen de hedendaagse digitale risico’s en uitdagingen. We stellen mensen in staat informatietechnologie te gebruiken om hun werk beter te doen, terwijl de risico’s voor het bedrijf en de medewerkers worden beperkt. Daarnaast zorgen we ervoor dat een organisatie complete controle houdt over gevoelige bestanden, zelfs als die bestanden buiten de organisatie worden gebruikt.’ De belangstelling voor TecHarbor is groot. Zowel internationale als Nederlandse bedrijven doen al zaken met het bedrijf. <

Kanaalweg 25-37 - 2903 LR Capelle aan den IJssel / t: +31 (0) 10 82 00 852 / www.techarbor.com


pagina 14

‘Nieuwe distributiepatronen vanuit hubs met 3-D printers’

Geodis Logistics; logistieke wereldspeler De naderende Blue Spots zijn niet te missen tussen de stellingen in de enorme opslagruimte van Geodis Logistics in Pernis. Als een geoliede machine rijden heftrucks door de gangen en kondigen hun aankomst aan door middel van een blauw licht op de vloer. Wel zo veilig. En dat is wat Geodis Logistics heel bewust voorstaat in al zijn opslagruimten (drie miljoen vierkante meter) verdeeld over 170 locaties in Europa. tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar


pagina 15

De inzet van het Blue Spot System is tekenend voor de bedrijfsziel van deze wereldspeler op logistiek gebied. Geodis Logistics opereert niet alleen met volledig respect voor het milieu met de geldende wetten als basis, maar staat ook borg voor sociale duurzaamheid. ‘Onze klanten staan even centraal als onze werknemers, aandeelhouders en de maatschappij. We werken volgens de STS-methodiek (Stakeholders Total Satisfaction: volledige tevredenheid voor alle belanghebbers) en hanteren zeven Gouden Regels om hen tevreden te stellen. Het uitdragen, toepassen en meten van hoe we scoren op elk van deze regels helpt ons hiermee,’ legt Evert van Bree, manager bij Geodis Logistics ter plekke uit. Geodis Logistics helpt klanten succesvol te zijn door hun logistieke processen te optimaliseren en ze een hoge kwaliteit van dienstverlening te bieden. ‘We streven een langetermijnontwikkeling na en we willen graag een groeipartner voor onze klanten zijn. Toewijding, innovatie, vertrouwen, solidariteit en passie zijn de waarden die we met alle medewerkers binnen Geodis Logistics delen. Zo stimuleren we de doorstroming en ontwikkeling van onze medewerkers en veiligheid in onze warehouses vinden we heel belangrijk.’ Om die reden heeft Geodis Logistics gekozen voor de inzet van het Blue Spot System op de werkvloer. Een gepatenteerd visueel waarschuwingssignaal ontwikkeld door Motrac Linde Material Handling. Het bestaat uit twee energie efficiënte, zeer heldere en duurzame ledlampen die aan de daklijst van de beschermkooi zijn gemonteerd. ‘Het visuele waarschuwingssignaal is ontwikkeld om ongelukken met heftrucks en voetgangers in magazijnen of productieruimtes te voorkomen. Het leverde het bedrijf een nominatie op voor de landelijke Gezondheidsaward. Bijkomend voordeel is dat de Blue Spot geruisloos is. Heftruckchauffeurs schakelen akoestische waarschuwingssignalen vaak uit, omdat de schrille tonen ervan als zeer storend worden ervaren. Hierdoor komt de veiligheid in het geding. Met BlueSpot is dit verleden tijd. ’

Laagste uitstoot Geodis Logistics streeft duurzaamheid na in verschillende vormen. Bij de realisatie van de nieuwe opslagloods aan de Seatlleweg is rekening gehouden met een flinke reductie van het energieverbruik door goede isolatie en door de deuren zo te positioneren dat de wind er geen vrij spel op heeft. Ook is overgestapt op ledverlichting in alle kantoorruimten en delen van het magazijn. De reikwijdte van Geodis Logistics is enorm. Vandaag de dag beschikt Geodis Logistics alleen al in de Benelux over 6400 klanten, 1000 medewerkers en 285.000 m2 opslagruimte, verspreid over dertien locaties in onder meer Rotterdam, Amsterdam, Venlo, Venray, Enschede, Antwerpen, Almere en Zaventem. Het bedrijf heeft wereldwijd een grondige kennis van de hightech, retail, FMCG, healthcare en chemische sector. Speciaal voor deze sectoren ontwikkelt Geodis Logistics

>> De supply chain zal in de toekomst korter worden <<

innovatieve oplossingen. In Nederland (zes vestigingen) zijn alle activiteiten gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001, ISO 14001 en OHSAS 18001. Van Bree: ‘Voor Geodis Logistics is vooral de vertaling van wet- en regelgeving naar de dagelijkse praktijk essentieel. Hiervoor is een specifieke checklist opgesteld. Iedere vestiging kan zo periodiek op praktische wijze beoordelen of zij de voor haar geldende wet- en regelgeving naleeft. Uiteraard is het systeem zodanig opgezet dat deze beoordeling aantoonbaar wordt uitgevoerd.’ Aansluitend op het rondetafelgesprek bij Deloitte volgt vanzelfsprekend ook Geodis Logistics de laatste noviteiten binnen de logistieke keten op de voet. Door de introductie van nanotechnologie, robotisering en 3-D printing zullen handelsstromen veranderen in de toekomst, zo voorspellen economen. Evert van Bree: ‘Ik kan mij voorstellen dat er in de toekomst bepaalde schakels binnen de logistieke keten zullen vervallen en voorraadvorming meer wordt voorkomen. De schakels worden directer. Het opkomende 3-D printing zal voor specifieke doeleinden leiden tot een kortere supplychain. Grondstoffen moeten uiteraard nog wel worden geleverd. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat voor productie van reserve onderdelen er 3-D printers op centrale hubs worden ingezet van waaruit nieuwe distributiepatronen zouden kunnen ontstaan. Heel snel zie ik dat overigens nog niet gebeuren. Wij zijn hier voorlopig niet weg.’ <

Geodis Logistic Logistics; logistics world player The approaching Blue Spots LED visual warning on the fork-lift trucks cannot be missed between the racks in the enormous warehouse of Geodis Logistic in Rotterdam. They are used to prevent accidents with fork-lift trucks and pedestrians. This sense of safety is what Geodis Logistic stands for in all its warehouses across 170 locations around Europe. “Our clients, but also our employees and stakeholders and the environment around us are the central focus points for us. We work according to the Stakeholders Total Satisfaction method (seven golden rules to satisfy all interested parties). Propagating, applying and measuring our scores on each of these rules help us to achieve our goals”, says Evert van Bree, manager of the Geodis Logistic location. Dedication, innovation, trust, solidarity and passion are the values that we share with all employees within Geodis Logistic. This attention for the wellbeing of the employees resulted in a nomination for the Dutch Health Award for companies. The environment is also a topic with Geodis Logistic. The new location in Rotterdam is twice the size of the old one, but uses half the amount of energy. Geodis Logistic also follows the latest developments in the logistic world such as 3-D printing that may shorten the supply chain, according to Evert van Bree, raw material still has to be supplied, but spare parts could be printed in central hubs. This can result in new distribution patterns. This will not happen today or tomorrow, so no doubt Geodis Logistic will still be here for quit some time.

Seattleweg 5, 3195 ND Pernis / t: +31 (010) 494 56 66 / www.benelux.geodis.com


pagina 16

‘Kijk,’ wijst hij onder de bureaus waar kartonnen dozen staan alleen bestemd voor papier, ‘het begint allemaal bij gescheiden afval. Ik ben daar erg op gebrand, zelf spuug ik nog geen kauwgommetje uit.’ Managing Director Ruud Maaskant zit behoorlijk strak in de People, Planet, Profit-leer. “Ik lees veel kranten en tijdschriften en de publicaties over bijvoorbeeld het milieu zijn niet om echt vrolijk van te worden. Ik heb drie kinderen en ik wil graag dat hun toekomst net zo rooskleurig is als mijn leven tot nu toe. Daar wil ik met alle liefde mijn steentje aan bijdragen.’ tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar

Jordex kleurt groen Ruud Maaskant: ‘Ons product is onze uitstraling’

Jordex Shipping & Forwarding in Rhoon is een ervaren expediteur met 50 medewerkers die zijn sporen ruimschoots heeft verdiend. De Global Transport Management-specialist biedt logistieke diensten en oplossingen van en naar iedere bestemming wereldwijd. Voor alle soorten ladingen en modaliteiten, over land, ter zee en in de lucht. Jordex opereert in een uiterst competitieve markt. ‘Om te kunnen concurreren, lopen wij niet in het gelid. We moet onszelf continu verbeteren door onder meer te innoveren, met name in automatisering. Minstens zo belangrijk -ons product is onze uitstraling- is dat wij veel energie steken in het selecteren van de juiste mensen’, vertelt Maaskant. Het levert een schare trouwe klanten op: ‘Ze vinden Jordex toegankelijk en veel plezier uitstralen.’ Het personeel is ook trouw, het verloop is volgens Maaskant verwaarloosbaar. Volgens de website van Jordex streeft de vervoerder naar

‘fitte, gezonde, maar ook gelukkige werknemers’. Geen holle frase, zo blijkt tijdens de rondleiding. Het geluk zit ‘m onder meer in een echt bruin café met goed gevulde bar en gedecoreerd met Feyenoord-memorabilia. Maaskant deelt zijn liefde voor de club en voor voetbal in het algemeen met zijn medewerkers en zakenrelaties: ‘We hebben twee boxen, bij Feyenoord en bij Sparta. Buiten dat sponsoren wij ook lokale voetbalclubs.’ Wegens blessures kan de sportieve directeur helaas zelf geen balletje meer trappen: ‘Ik doe nu samen met vrienden aan wielrennen. Jordex ondersteunt bovendien de Alpe d’HuZes (redactie: deelnemers brengen geld bijeen en leveren zo een bijdrage aan de strijd tegen kanker) en draagt Stichting Ambulance Wens een zeer warm hart toe.’

Geen kroketten Achter een volgende deur gaat een fitnessruimte schuil, inclusief een kleedruimte met douches. In een grote zaal staat een veelvoud aan

>> Wij steken veel energie in het selecteren van de juiste mensen <<

crosstrainers, krachtstations, loopbanden, steppers en spinningfietsen. Een groot deel van de apparaten is duurzaam, omdat ze energie opwekken. Het adagium ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ wordt ook doorgevoerd in de kantine: de brasserie. Aan de steigerhouten meubels -ook het overige kantoormeubilair is grotendeels gemaakt van duurzame, gerecyclede materialen- doen de medewerkers zich tegoed aan de vers klaargemaakte lunch. Verantwoord


pagina 17

voedsel, dat spreekt vanzelf. ‘Kroketten en frikadellen staan niet op het menu,’ zegt Maaskant, ‘alhoewel ik daar wel een pot mayonaise zie staan, maar ja.’ Het nieuwe kantoorgedeelte is een eveneens met smaak ingerichte ruimte met hoge plafonds, een steigerhouten leestafel en grote industriële lampen. De dynamiek is er voelbaar, een van de pluspunten van het voornamelijk jonge medewerkersbestand. Maaskant: ‘Natuurlijk moet je een goede balans hebben tussen jong en oud, maar ik ben geïnteresseerd in jonge mensen. Jonge mensen zorgen voor een gezellige sfeer en het is erg motiverend om te zien hoe ze zich ontwikkelen, ze krijgen hier de kans om het beste uit zichzelf te halen.’

Laagste uitstoot De rondleiding eindigt bij het parkeerterrein waar het wagenpark van Jordex de groene parel aan de kroon is. ‘Als onze medewerkers een jaar of twee, drie in dienst zijn en goed presteren, krijgen ze een auto van de zaak. We bieden ook een fietsplan plus wat financiële compensatie, maar daar heeft tot nu toe niemand voor gekozen.’

Twee elektrische BMW i3’s, waaronder die van Maaskant, en diverse VW Golfjes en Renault Clio’s, alle modellen met de laagste CO2-uitstoot, staan te blinken in het zonnetje. De directeur laat er een goedkeurende blik over glijden: ‘Omdat de afspraak is dat we zo nodig in elkaars auto moeten kunnen rijden, moeten ze altijd gewassen zijn en vrij van kinderzitjes en kratten bier.’ <

Jordex: People, Planet, Profit Ruud Maaskant, Managing Director of Jordex Shipping & Forwarding, a global transport management company for every kind of delivery via land, sea and air, puts a lot of energy into finding the right people. He believes in the ‘People, Planet, Profit’ mantra, and that shows in Jordex’s workplace, which is complete with a sustainable fitness room, office furniture made from recycled materials, and a canteen that serves only healthy food. Of his predominantly young workforce Maaskant says: ‘It’s very motivating to see how they evolve. Jordex gives them the chance to get the best out of themselves.’ And that, in turn, results in a multitude of loyal customers that find Jordex approachable and a lot of fun to deal with.

Postbus 55640, 3008 DC Rotterdam / t: +31 (0)10 283 62 22 / www.jordex.nl


pagina 18

Hans van Driel, Nsecure:

‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op’ Het pand van Nsecure is een architectonisch hoogstandje dat opvalt in het verder eenvormige bedrijventerrein in Barendrecht. Ook het design interieur is het toonbeeld van goede smaak. Behalve de hoofdkleur magenta springt een grote collectie moderne kunst in het oog. tekst: Karen Auer fotografie: Nsecure

CEO Hans van Driel bevestigt desgevraagd dat innovatiedrang en het zich willen onderscheiden bij Nsecure tot in de kleinste details worden doorgevoerd. Hij windt geen doekjes om het resultaat: ‘Wij zijn toonaangevend in de markt op het gebied van hoogstaande, vernieuwende beveiligingsoplossingen.’ Nsecure is opgericht in 1995 en is in bijna twintig jaar uitgegroeid tot een organisatie met 95 medewerkers. De klanten behoren tot de Top 500 van het Nederlandse bedrijfsleven. Zo is het bedrijf een van de grote leveranciers voor de petrochemische industrie in Europoort. Over een recente opdracht in deze sector vertelt Van Driel: ‘Een van onze relaties stond aan de vooravond van een turnaround, een ingrijpende bedrijfsonderhoudsbeurt. Met duizenden, tijdelijke contractors op de plant was een toegangscontrolesysteem dat veiligheid en efficiëntie optimaliseert, een must. Nsecure ontwikkelde een innovatief, kosten- en tijdsbesparend Security Management Platform, inclusief veiligheidstrainingen in diverse talen.’

Rebel Als zelfbenoemde rebel zegt Van Driel: ‘Ik heb helemaal niéts met traditionele beveiliging. Anders zijn is een doel op zich bij

Nsecure.’ Security heeft volgens hem meer impact dan mensen denken: ‘Beveiliging werpt vaak en ten onrechte barrières op. Het maakt bedrijven slecht toegankelijk, minder gastvrij en dus minder efficiënt. In plaats van letterlijk en figuurlijk deuren dicht te doen, willen wij ze openzetten voor de mensen die binnen willen komen.’ Zijn collega general manager Fred van Els knikt instemmend: ‘Wij spelen niet in op angst en gevaar, maar juist op vrijheid.’ Van Driel vult aan: ‘Om optimaal tot hun recht te kunnen komen, moeten mensen zich veilig voelen in hun omgeving. Alleen dan voelen ze de vrijheid die nodig is voor goede prestaties.’

Fietsenrek met sensor De meest recente innovatie uit het lab van Nsecure is BikeParkControl, vernuftige hard- en software ontwikkeld voor ProRail. De gratis, ondergrondse fietsenstalling voor 3754 fietsen op station Rotterdam Centraal maakt onderdeel uit van dit project. Van Els: ‘Op de meeste stations met gratis stallingen is het een chaos aan (wees)fietsen. Rondom Rotterdam Centraal mogen er nu geen fietsen meer bovengronds worden gestald. Wij hebben ieder fietsenrek uitgerust met een draadloze sensor.

Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl


pagina 19

Door middel van een automatische e-mail informeren wij dagelijks de stallingsbeheerder over de bezetting van de fietsenstalling en over de fietsen die er langer staan dan de gemeentelijke verordening toestaat. De beheerder zet die fietsen vervolgens apart waardoor er weer ruimte ontstaat. De reizigers zien op een matrixbord waar er plekken vrij zijn.’ Behalve uiterst efficiënt, is het systeem ook duurzaam: ‘De sensortechnologie die wij toepassen, verbruikt weinig stroom. Bovendien draagt BikeParkControl bij aan de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.’

Leukste bedrijf Hans van Driel is naar eigen zeggen een tevreden mens die met Nsecure al vele dromen heeft verwezenlijkt. Echter bovenaan zijn prioriteitenlijst staat onverminderd het welbevinden van zijn medewerkers. ‘Onze mensen móéten plezier hebben in hun werk.’ Zonder blikken of blozen besluit hij: ‘Wij zijn het leukste bedrijf van Rotterdam en omstreken. Het voelt als familie en iedereen is hier gelijk.’ <

Hans van Driel, CEO of Nsecure, admits: ‘I’m not interested in conventional security.’ It raises too many unjustified barriers.’ Nsecure’s motive is to think differently and to play on freedom, not fear and danger. Nsecure’s most recent innovation is BikeParkControl. Rotterdam Central train station’s underground bike parking was a chaos of abandoned bikes. To solve the problem, Nsecure has equipped each bike rack with a wireless sensor. Via a matrix board, customers can see where there’s room to park their bikes, and a daily email alerts the attendant to bikes that have been parked there longer than the municipal ordinance allows, so that they can be removed. In this way and others, BikeParkControl adds to the accessibility of the public transportation system.


pagina 20

INN010 is meer dan een magazine voor innoverend Rotterdam. De getoonde cross-overs tussen de sectoren maritiem & logistiek, bouw & gebiedsontwikkeling, vervoer & logistiek, chemie & biobased, medisch & food zetten zich ook buiten het magazine voort. Inn010 platform verbindt. Een korte impressie.

3

1

1 www.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45

3

4 2

2 5

1

2

Uitgevers Annet Spijkerman en Annemarie Teeken van A&A Business. 1

‘Niet alleen voor producten en diensten zijn we steeds afhankelijker van alles om ons heen, zowel nationaal als internationaal. Maar ook om de beste mensen aan ons te binden zijn we daarvan afhankelijk. Daarom hebben bedrijven en instellingen als Deloitte, RDM Campus, Stadshavens, Van Lanschot Bankiers en de gemeente Rotterdam de handen ineen geslagen om het innoverend vermogen van Rotterdam letterlijk van tekst en beeldmateriaal te voorzien: INN010. Voor vernieuwingen zijn twee zaken belangrijk: nieuwe verbindingen tussen bestaande elementen en mensen die dwars denken en doen. Behoort u ook tot de grote vernieuwers in de stad en wilt u zich verbinden met anderen, meldt u zich dan bij de redactie van INN010, info@aenabusiness.nl. Zodat in de volgende nummers nog veel meer succesverhalen de ronde kunnen doen, goed voor u, Rotterdam en de rest van de wereld.’ Uit het blog van Korrie Louwes, tot juni 2014 onder meer wethouder innovatie van Rotterdam.

3

4

De man die de partners bij elkaar heeft gebracht.

...en een bruggenbouwer is voor het bedrijfsleven.

5

‘Zie ons als een haven op IT-gebied waar innovatieve softwareoplossingen binnenkomen.’


pagina 21

cross overs

HÉT PLATFORM VOOR KENNIS EN BUSINESS

12

10

9

6

9

6 8

13

11 13

7

6

‘We moeten ons realiseren dat de technische innovatie vaak een logisch vervolg is op de stappen die al zijn gezet.’

12 7

Met de snelle boot gaan duizenden leerlingen naar de RDM Campus waar innovatie en duurzaamheid centraal staan.

14

8

11

SkylineDX vormt de schakel tussen onderzoek en praktijk en is als spin-off van het Erasmus MC ontstaan.

Rotterdam faciliteert innovatieve ondernemers, investeerders en beleggers om hier mogelijk te maken wat elders niet kan.

9

10

Praktijkgericht onderzoek voor duurzame innovatie in stad en haven, samen met onderwijs en bedrijven.

‘Rotterdam loopt voorop als het gaat om duurzame gebiedsontwikkeling en innoveren.’ 14

8

Aqua Dock is dé innovatieve test-, demonstreer-, en productielocatie voor innovaties op het water.

12

www.sparkdesign.nl

13

‘Dat zoek je, mensen die ergens helemaal voor gaan’

De INN010-er van de toekomst.


pagina 22

Rotterdam springplank voor innovatie Rotterdam zit in de lift. Met de financiën op orde, verbeterde dienstverlening en betere economische randvoorwaarden voor ondernemers staat de stad aan de vooravond van een nieuwe periode van economische groei. Rotterdam nodigt aanpakkers uit om samen de versnelling te maken in een groeiregio met de beste kaarten voor de toekomst. Wie durft?

tekst: Yvette van Dael fotografie: Rotterdam Marketing, Claire Droppert / CNCservices.eu Rotterdam

In het visiestuk Rotterdam maakt het zet Rotterdam zichzelf neer als brandpunt van de nieuwe economie. Voor het aantrekken en behouden van talent, business en werkgelegenheid is het cruciaal om een ecosysteem te creëren waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheid elkaar weten te vinden. De haven functioneert hierin als logistieke draaischijf voor de invoer en uitvoer van grondstoffen en voor de recycling en upcycling van afvalmaterialen.

Rotterdam faciliteert innovatieve ondernemers, investeerders en beleggers om hier mogelijk te maken wat elders niet kan. Wie in de stad en de omliggende regio investeert, krijgt daarvoor de ruimte. ‘Wereldwijd is een geleidelijke beweging gaande naar de nieuwe economie’, vertelt Hans Scheepmaker, procesmanager business development & nieuwe markten bij Stadsontwikkeling Rotterdam. Die beweging is ontstaan onder druk van klimaatverandering, energietekorten, vergrijzing en onbeheersbare financiële dienstverlening. Dichtbevolkte gebieden zoeken naar oplossingen om hun economie toekomstbestendig te maken. Tel daarbij op de steeds groter wordende schaarste aan grondstoffen en fossiele brandstoffen, dan is het duidelijk dat een economische versnelling nodig is. De nieuwe economie is onder meer gebaseerd op kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken van producenten en consumenten, en biedt ruimte aan technologische innovaties. Scheepmaker: ‘En dan denk ik met name aan disruptive technology: door bijvoorbeeld robotics en 3-D printing bestaande economische sectoren omgooien en nieuwe sectoren mogelijk maken.’ Scheepmaker vergelijkt disruptive technology, ook wel ontwrichtende innovatietechnologie genoemd, met de internetrevolutie die een kanteling in de communicatie teweegbracht. Hij verwacht dezelfde revolutie, maar dan in het maken van dingen. En daar zijn mensen voor nodig.

Rotterdam maakt keuzes ‘Rotterdam maakt het is ons pitchverhaal. Hiermee geven we aan dat Rotterdam klaar is voor de versnelling naar de nieuwe economie. Van marktpartijen krijgen we terug dat we én in keuzes én in besef op de troepen vooruitlopen. Wij kiezen bewust voor een versnelling van de drie clusters waarin de stad internationaal een sleutelpositie heeft.’ Cleantech met deltatechnologie op het gebied van energievoorziening, klimaatadaptie en watermanagement. Medical met het Erasmus MC als vliegwiel voor technologie en gezondheid. En food met Greenport Westland voor innovatieve glastuinbouw en voedselproductie. ‘Het zijn drie kansrijke clusters, waarbinnen we in de driehoek kennisinstituten, bedrijven en overheid de slagkracht proberen te versterken.’ Deze clusters zijn niet toevallig gekozen. In de nieuwe economie ontwikkelen grootstedelijke gebieden zich tot centra voor dienstverlening en productie van goederen, met een eigen energie- en voedselvoorziening. ‘De gekozen clusters zie ik als domeinen die elkaar kunnen versterken. Onderling vinden al allerlei cross-overs plaats en die proberen we nog extra te stimuleren. Een prachtig voorbeeld is het 3-D printen van voedsel, gewrichten en hightech-producten. Nieuwe (digitale) technieken zorgen er ook voor dat we producten weer lokaal


Stadshavens

gaan maken in plaats van tegen hoge milieubelasting uit China laten komen.’ Voordeel van disruptive technologies: als die eenmaal in gang zijn gezet, worden ze in gebruik steeds sneller en goedkoper. Rotterdam heeft de kans hier maximaal van te profiteren, zeker met de haven in de achtertuin. ‘Daar zie je straks geen containers meer met speelgoed uit China, maar met grondstoffen voor 3-D printing, zodat we het speelgoed hier zelf kunnen maken.’ En volgens Scheepmaker wordt het pas écht lucratief als je lokale productie combineert met recycling. ‘Hergebruik is een dominante factor in de nieuwe (circulaire) economie. Je kunt beter goud uit mobiele telefoons halen dan ertsen ontginnen.’

Rotterdam maakt kennis en markt Er zit een enorme potentie in de regio. Meer dan duizend MKB-bedrijven zijn in de maakindustrie werkzaam en bezig met de transitie naar de nieuwe economie. ‘Onder invloed van de technologische ontwikkelingen hebben wij dus een goede voedingsbodem voor het benutten van nieuwe kansen in de maakindustrie, zeker in combinatie met de haven. Wij doen ons best het MKB te linken aan de grote

www.rotterdam.nl

multinationals en kennisinstituten in de regio. Unilever, DSM, TNO Research, TU Delft, EMC… Start-ups, multinationals én techneuten moeten het gevoel krijgen dat Rotterdam de stad is waar het allemaal gebeurt. Natuurlijk roept elke stad dat. Maar Rotterdam concurreert door een aantrekkelijk vestigingsklimaat, door het bieden van mentale en fysieke ruimte voor bedrijven om zich hier te vestigen, en door de keten van start-ups naar MKB en grote bedrijven optimaal te organiseren. Ik denk dat we in bijvoorbeeld het Merwe-Vierhavensgebied, in samenhang met de RDM Campus, een goed ecosysteem kunnen neerzetten waar bedrijven, kennisinstellingen en overheid zich met elkaar verbinden.’ Rotterdam draagt ook bij aan de versnelling door publiek/

private innovatie- en ontwikkelfondsen op te zetten en geldstromen te bundelen.

Waarde maken Tot slot mogen investeerders en ondernemers rekenen op echt commitment van de stad. Ook hier geen loze woorden. ‘Wij blijven zichtbaar investeren. In goed onderwijs, een klantgerichte organisatie, snelle procedures en een goede bereikbaarheid van de regio. Het recent geopende Centraal Station is een internationale hub.’ En in iconen. ‘De Rotterdam, de Markthal, de Tweede Maasvlakte… dat soort iconen maken visueel waar je als stad naartoe wilt.’ Buitenlandse kranten als de New York Times hebben het al opgepikt: ‘Rotterdam is the place to be.’ Meer info: www.rotterdam.nl <

Springboard for innovation Rotterdam wants to smooth the way for innovative entrepreneurs and investors in a way that isn’t possible anywhere else. To attract and keep talents, businesses and jobs, it’s crucial to create an ecosystem in which companies, research institutions and government know how to find each other. There is currently a gradual, worldwide movement towards a new economy, created by the pressures of climate change, increasing scarcity of raw materials and fossil fuels, aging populations and unpredictable financial markets. Densely populated areas are searching for ways to “future-proof” their economies. Rotterdam encourages go-getters to join together in this new economy to boost an already-growing region, in part, by embracing small-scale, locally organized networks of producers and consumers, and technological innovations.

pagina 23


pagina 24

SOFIE zoekt ondernemers met toekomstvisie

Gunstige financieringen voor kansrijke projecten In de zomer van 2013 is SOFIE opgericht, het Stadshavens Ontwikkelingsfonds voor Innovatie en Economie. Het fonds stelt onder bepaalde voorwaarden geld beschikbaar voor andere bedrijvigheid in het stadshavensgebied: het gebied tussen de Erasmusbrug en de Beneluxtunnel in. Onder meer door verhuizingen van grote bedrijven naar de Tweede Maasvlakte zijn in dit deel van Rotterdam grote veranderingen te verwachten. De gemeente wil het gebied daarom aantrekkelijker maken voor nieuw ondernemerschap, met innovatie en duurzaamheid als speerpunten. tekst: Yvette van Dael fotografie: : Stadshavens Rotterdam, Hai Dong Liu

>> SOFIE biedt kansen voor ondernemers met toekomstvisie, ook in deze tijd van crisis <<

Met SOFIE gaat Rotterdam door op de ingeslagen weg van revitalisering van de stadshavens. Denk daarbij aan medische innovatie en nieuwe vormen van wonen en werken op het water. Of aan uitbreiding van recreatieve mogelijkheden. Lowtech en hightech komen bij elkaar met de focus op de clusters cleantech, medical, food, en maritieme zakelijke dienstverlening. Het is de verwachting dat de werkgelegenheid in stad en regio hierdoor een flinke impuls krijgt. Initiatieven en uitdagende projecten die aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van het stadshavensgebied mogen bij SOFIE aankloppen voor (co)financiering. Maar let op: in de kas zit een bedrag van e 6,5 miljoen voor de aanvragen in 2014 en 2015. Daarvan komt e 4,25 miljoen van het Rijk en EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Rotterdam zelf draagt e 2,5 miljoen bij. Dit lijkt een groot bedrag, maar bij grote projecten kan het snel op zijn. Het is dus n煤 het moment om plannen in te dienen. Overigens: SOFIE is geen subsidiepot. Het is een revolverend fonds waaruit leningen worden verstrekt. Het geleende bedrag wordt maandelijks met rente afgelost. De gemiddelde looptijd van een lening is vijftien jaar; het rentepercentage is afhankelijk van het project. De aflossingen komen terug in het fonds en op die manier weer beschikbaar voor nieuwe projecten. Hierdoor kunnen nu en in de toekomst sociaal en economisch belangrijke projecten t贸ch doorgaan. SOFIE biedt kansen voor ondernemers met toekomstvisie, ook in deze tijd van crisis en banken met de hand op de knip.


Stadshavens

Voorwaarden. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit SOFIE, moet een project tenminste aan een aantal voorwaarden voldoen: + De effecten zijn zichtbaar in het stadshavensgebied + De aanvrager moet aantonen dat hij redelijke inspanningen heeft gedaan om maximale financiering tegen marktvoorwaarden te verkrijgen en dat dit niet gelukt is (marktfalen) + Er is sprake van maatschappelijke meerwaarde, zoals nieuwe werkgelegenheid of vermindering van CO2-uitstoot + Het project heeft aantoonbaar financieel rendement en opbrengstpotentieel en de aanvrager moet aantonen dat hij de lening kan terugbetalen In een SOFIE-project wordt maximaal 20% risicodragend geparticipeerd. Garanties worden verstrekt tot maximaal 75% van de investering en leningen tot maximaal 50%. Info. Het beheer van SOFIE is in handen van stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Komt uw project moeilijk tot stand? Kijk op www.svn.nl voor meer informatie. Of neem voor het aanvragen van een lening contact op met Richard Luigjes, +31 (0)33 253 95 84 of +31 (0) 6 512 137 24, r.luigjes@svn.nl. <

In Europa is steeds meer discussie over het verstrekken van EFRO-gelden in de vorm van subsidie. Daarom is binnen EFRO het JESSICA-programma opgestart, ofwel Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas. JESSICA heeft als doel in de stedelijke gebieden duurzame investeringen en werkgelegenheid te stimuleren in de vorm van revolving funds. Steden kunnen via JESSICA ontwikkelingsfondsen opzetten, zoals SOFIE.

SOFIE heeft onlangs de aanvraag gehonoreerd voor de herontwikkeling van de leegstaande, monumentale RET-remise aan de Waalhaven Oostzijde. De herontwikkeling gebeurt in een bijzondere alliantie tussen gemeente, bedrijfsleven en mbo-studenten. De alliantie ziet het project als een win-winsituatie voor alle partijen. Ondernemers hebben belang bij technisch geschoold personeel. Studenten doen in het project praktijkervaring op en vergroten daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt. En het project past uitstekend in de innovatieve, duurzame transformatie van Stadshavens Rotterdam.

Nóg een investeringsfonds Ondernemers uit de regio kunnen ook terecht bij InnovationQuarter. Dit investeringsfonds is bedoeld voor bedrijven die behoefte hebben aan investeringen om hun producten of diensten naar de markt te brengen. Het fonds investeert met kapitaal (in de vorm van participaties en/of achtergestelde leningen), netwerken en kennis. Doelgroep: bedrijven uit Zuid-Holland, met een gedegen busininessplan en bij voorkeur actief binnen de sectoren cleantech, life sciences & health en safety & security. Meer info: www.innovationquarter.nl.

SOFIE seeks entrepreneurs with vision SOFIE, a development fund for innovation and economy in Rotterdam’s city harbours, was founded in the summer of 2013. Big changes are anticipated in this part of Rotterdam, in part because of the relocation of large companies from this area to the newly expanded international harbour, located outside the city. Rotterdam wants to make its former inner harbours more attractive to new entrepreneurs, with innovation and sustainability as priorities. SOFIE is Rotterdam’s path to revitalization, providing financing for projects such as medical innovation, new forms of living and working on water, or expanding recreational opportunities, while at the same time boosting employment in the city and surrounding areas.

Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl

pagina 25


pagina 26

Martine Hafkamp. De naam zal honderdduizenden doen denken aan de femme fatale destijds in de soap GTST. De échte Martine Hafkamp heeft zich er eerder wel aan gestoord, maar vindt het nu wel handig. ‘Goed voor de naamsbekendheid.’ tekst: Karen Auer fotografie: archief Fintessa

De vermogensbeheerder draagt zelf ook opvallend actief bij aan haar naamsbekendheid. Uiteraard ter meerdere eer en glorie van haar bedrijf Fintessa, een speelse samenvoeging van ‘financieel’ en het Italiaanse woord voor betrouwbaar: ‘certezza’. Zo is Hafkamp regelmatig in beeld bij het programma Business Class van Harry Mens die zichtbaar onder de indruk is van haar kennis. Ook is ze te beluisteren bij BNR’s Zakendoen Met, schrijft ze columns over haar vakgebied, houdt ze een blog bij en is ze actief op Twitter en op Facebook; Martine Hafkamp is inmiddels een sterk merk. ‘We doen dit heel bewust, juist omdat vermogensbeheer iets heel persoonlijks is en we op deze manier onze visie goed uit kunnen dragen.’ Hafkamp, die haar sporen al had verdiend als vermogensbeheerder, begon met Fintessa in januari 2008. Ondanks de ogenschijnlijk beroerde timing wisten de klanten het bedrijf te vinden. Fintessa is zes jaar later uitgegroeid tot een kantoor met veertien medewerkers die vanuit een monumentale Baarnse kantoorvilla de vermogens beheren van particulieren, instituten, stichtingen en ondernemers. Als kers op de taart is Fintessa door de lezers van het blad CASH voor het derde jaar op rij uitgeroepen tot de Beste Vermogensbeheerder van Nederland.


pagina 27

Martine Hafkamp, vermogensbeheerder Fintessa:

‘Innovatie zorgt voor meer rendement’ Uw geheim? De algemeen directeur sleepte ook persoonlijke, prestigieuze trofeeën in de wacht: tweemaal de Gouden Stier voor Beste Beursvrouw en voor Beste Beleggingsexpert, de Oscar van de financiële wereld. Het geheim? Hafkamp: ‘Fintessa levert echt maatwerk en hanteert geen modelportefeuilles. Wij hebben geen eigen producten en beleggen niet in beleggingsfondsen. Bij de grootbanken bijvoorbeeld zie je steeds meer standaardisatie in vermogensbeheer. Ze hijsen hun cliënten het liefst in allerlei door henzelf in elkaar geknutselde huisfondsen. Dat is waar Fintessa het verschil maakt; maatwerk staat nooit stil, maar groeit met een cliënt mee.’

Kan een bepaalde manier van beheren de innovatiekracht van een bedrijf versterken? ‘Vaak is het zo dat in een stijgende beurs (bullmarket) de aandacht voor groeifondsen toeneemt, en dus ook voor aandelen van bedrijven die bijvoorbeeld actief zijn in alternatieve energie. Wanneer meer beleggers deze aandelen kopen stroomt er meer geld naar deze innovatieve bedrijven en kunnen deze meer investeren. Ook wij doen er als vermogensbeheerder goed aan om innovatieve bedrijven op te sporen en daarin te beleggen. Immers, innovatie zorgt ervoor dat er rendement gemaakt kan worden. Goede voorbeelden zijn Tesla en Apple met de iPhone en de iPad.’

Op het gebied van cleantech gebeurt er erg veel. Fintessa belegt vrij vaak in nieuwe energie. Zie hiervoor bijvoorbeeld de tracker (ETF) Market Vectors Global Alternative Energy. Voor deze tracker wordt belegd in semiconductor-bedrijven, autoproducenten, windmolenparken, et cetera. Dit biedt beleggers niet alleen kansen, maar door hun investeringen in dit soort ondernemingen bevorderen ze ook de innovatie.

Welke rol kan vermogensbeheer spelen in de ‘circle economy’? ‘Duurzaamheid levert rendement op, dus is het onder bepaalde voorwaarden verstandig om te beleggen in duurzame bedrijven. Door bewust duurzame overwegingen mee te nemen in je beleggingsbeslissingen, draag je bovendien als vermogensbeheerder of belegger je steentje bij aan een betere wereld. ‘

Heeft Fintessa raakvlakken met Rotterdam? ‘Qua mentaliteit zeker: niet lullen, maar poetsen. Bovendien is Rotterdam een echte ondernemersstad en mag Fintessa veel van deze entrepreneurs tot zijn trouwe cliënten rekenen. Persoonlijk vind ik Rotterdam er alleen maar leuker op worden. De stad is volop in beweging en heeft steeds meer leuke en verrassende locaties en buurten.’<

En wat zijn in het kader van dit themanummer de raakvlakken met vervoer, maritiem en cleantech? ‘Innovatie is overal. In transport bijvoorbeeld valt goed te beleggen. AP Moller Maersk, ’s werelds grootste containervervoerder en een belangrijke partner in Rotterdam, brengt nieuwe, zuinigere, boten op de markt. Royal Dutch Shell is op technologisch gebied zeer innovatief in diepzeeboren. Maar kijk ook verder. Een goed voorbeeld is HAL Trust. Deze aandelen zijn op de beurs te koop. Hiermee heb je in één keer niet alleen indirect aandelen Boskalis en Vopak in portefeuille, maar investeer je ook in opticienketens.’

Postbus 418, 3740 AK Baarn / t: +31 (0)35 543 14 50 / www.fintessa.nl


pagina 28

start ups

Felix Moonen 2009 www.julesdock.nl

Naam eigenaar Gestart website

aangeboden door RDM Campus / Centre of Expertise Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl

Jules Dock: ‘Hard en zacht in innovaties’ Jules Dock is een organisatie waar maritieme innovatie, duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid hand in hand gaan. Het bestaat uit vier bedrijfsonderdelen: consultancy, research, development en prototyping. Felix Moonen is de oprichter: ‘Technische en sociale innovatie dragen bij aan de verduurzaming van de maritieme sector. Jules Dock integreert deze harde en zachte kant van innovatie in zijn producten en diensten.’

onder meer afstudeerders, innovatieteams en zelfs hele klassen begeleid. Daarnaast hebben meer dan 1600 studenten deelgenomen aan onze innovatiesessies. Tijdens deze sessies worden innovatievragen van bedrijven uit de maritieme sector samen met multidisciplinaire studententeams uitgewerkt. Wij brengen onderwijs naar de bedrijven en de inhoudelijke vraagstukken van de bedrijven weer naar het onderwijs.’

Jules Dock heeft een kavel in het Rotterdamse Innovation Dock waar het machinepark staat. Ook is een van de kantoren van de organisatie hier gevestigd. ‘De bouw van prototypen en het onderzoek vinden vooral plaats op het RDM-terrein. Jules Dock doet samen met de studenten op RDM Campus onder meer onderzoek naar antifouling coatings en biofouling’, licht Felix Moonen toe. Ofwel: ‘Vaartuigen of objecten onder water krijgen te maken met ongewenste aangroei van organismen. Deze vervuiling van het oppervlak is afhankelijk van de toepassing, watercondities en andere omgevingsfactoren. Bepaalde coatings kunnen die aangroei van organismen tegengaan. Dit testen we via de proefopstellingen die in het water voor de campus liggen.’

Composietlab

Jules Dock is sterk betrokken bij RDM Campus. Het bedrijf levert een bijdrage aan het creëren van opleidings- en werkplekken. Er zijn activiteiten met studenten van het mbo, hbo en wo. ‘De afgelopen jaren zijn er zo’n 400 studenten bij ons bedrijf binnen geweest. We hebben tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar

Felix Moonen vervolgt: ‘Het maritieme cluster is een van sterkste clusters binnen RDM Campus, maar staat nog in de kinderschoenen. Er zijn veel kansen, zeker als meer studenten met diverse achtergronden hun weg naar de campus weten te vinden. Voor de regio is het interessant als dit cluster zich richt op innovatiethema’s voor de komende 30 jaar. RDM Campus is dé plek om theoretische concepten in de praktijk te brengen.’ Voor Jules Dock ziet Moonen een grote rol weggelegd bij de transitie naar meer composiet in de maritieme sector. De materiaaleigenschappen van composiet bieden tal van mogelijkheden die bijdragen aan verduurzaming en kostenbesparing in deze sector. ‘Dit valt onder innovatief materiaalgebruik. Om dit te bewerkstellingen is Jules Dock een composietlab op RDM Campus gestart. Via onderzoek en prototypebouw willen we het gebruik van innovatieve materialen in de maritieme sector versnellen.’


pagina 29

The Archimedes Iedereen heeft recht op goedkope stroom. Dat is de persoonlijke visie van Marinus Mieremet, uitvinder en oprichter van the Archimedes. Mieremet blies de theorie van de Griekse geleerde Archimedes nieuw leven in door zijn eigen nieuwe aerodynamische methode hieraan te koppelen. ‘Ontwikkeld voor vloeistoffen gebaseerd op bio mimicry, dat is technologie geïnspireerd op de natuur. Mijn inspiratie komt voort uit de theorieën van wiskundige toepassingen, zoals de spiraalvorm van de nautilus schelp.’ De turbines die ontwikkeld worden door the Archimedes zijn gebaseerd op deze nieuwe vorm. Mieremet vervolgt: ‘Een vorm uit een plat vlak die toch volumefiguur wordt. Wiskundig gezien is dat nog onbekend en interessant.’ The Archimedes is een Research & Development bedrijf. Ze zijn onder meer betrokken bij de ontwikkeling van klimaatneutrale steden in het buitenland, energiehubs en waterturbines. Het zusterbedrijf bevindt zich in Zuid-Korea, waar Mieremet het R&D-team aanstuurt. Zijn compagnon en medeoprichter van het bedrijf Richard Ruijtenbeek stuurt de Nederlandse tak aan, gevestigd op de RDM Campus. The Archimedes bestaat als bedrijf al geruime tijd, maar gaat nu voor het eerst met een product de markt op en wel met een stedelijke mini windturbine, de Liam F1.

Marinus Mieremet, Richard Ruijtenbeek 2006 www.thearchimedes.com

Naam eigenaar Gestart website

Ruijtenbeek vertelt: ‘Tot voor kort werden mini windturbines onderverdeeld in horizontale as-turbines en verticale as-turbines. Door de komst van de Liam, de Urban Wind Turbine, bestaat er nu ook de spiraal as-turbine. Een mini windturbine is een windmolen die gebruikt wordt voor kleinschalige opwekking van elektriciteit voor bijvoorbeeld huishoudens, VVE’s en bedrijfsgebouwen. Mini windturbines maken het mogelijk om vrijwel overal windenergie op te wekken, zowel in de bebouwde omgeving als in landelijke gebieden. Koppel je dit aan zonnepanelen, dan kun je elektrisch neutraal worden.’ ‘Deze windturbine is in de afgelopen tien jaar ontwikkeld en is niet vergelijkbaar met andere windturbines,’ vervolgt Ruijtenbeek. ‘Door de ongekend grote instromingshoek en een afwijkend weerstandsprofiel, gaat er bijna geen energie verloren. Dit heeft het voordeel dat hij niet hoorbaar is en veel meer energie kan opwekken dan conventionele molens. Hij kan circa 90% van de theoretisch haalbare energie uit de lucht halen en is gemaakt van licht materiaal waardoor hij op vrijwel elk dak past.’ De Liam F1 wordt officieel gelanceerd op RDM Campus en is vanaf juli 2014 te bestellen. Met voldoende wind verdient hij zich net als zonnepanelen terug. Na de lancering van de Liam F1 zal the Archimedes zich onder meer gaan richten op de ontwikkeling van een waterturbine. Mieremet: ‘Een waterturbine met deze nieuwe vorm levert circa 800 keer zoveel energie op. We verheugen ons erop om ook daarmee aan de slag te gaan.’


pagina 30

+ Vloot uitgebreid naar 30 systemen + Nu ook kantoor in Singapore

Ampelmann-systeem offshore verovert woeste wereldzeeĂŤn


pagina 31

Maritiem personeel ophalen en afzetten van en op offshore-faciliteiten zoals boorplatforms of windturbines is zowel een riskante als een kostbare aangelegenheid. Het Ampelmann-systeem, bedacht door Jan van der Tempel en onderzoekers van de TU Delft, zorgde voor een doorbraak. Zij ontwikkelden namelijk een zesbenig hydraulisch platform met bewegingscompensatie dat de toegang tot offshorefaciliteiten aanzienlijk vergemakkelijkt en versnelt.
 Inmiddels zijn er 30 Ampelmann-systemen op de markt en breidt de Ampelmann Operations B.V. uit naar Singapore.

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Ampelmann/Van der Tempel

Een omgekeerde vliegtuigsimulator en het figuurtje op de Berlijnse voetgangerslichten. Beiden zijn onlosmakelijk verbonden met het Ampelmann-systeem, ofwel een gangway die de natuurlijke beweging van de zee kan compenseren. Het bedrijf van Jan van der Tempel dat de afgelopen jaren heeft zorggedragen voor een revolutie in de toegankelijkheid van offshore-structuren, heeft een hoofdkantoor in de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek in Delft en een productielijn in een van de loodsen bij de RDM Campus in Rotterdam. Van der Tempel kwam op het idee van zijn vinding tijdens een offshore-windconferentie in Berlijn in 2002. Daar ontstond het principe van een gangway, die zo werd ontworpen dat de natuurlijke beweging van de zee kan worden gecompenseerd. De vinding is vernoemd naar het figuurtje op de Berlijnse verkeerslichten, met de gedachte om het overstappen naar offshore-werkstructuren net zo makkelijk te maken als het oversteken van een straat. Van der Tempel ontwikkelde voorts

een schaalmodel en prototype op ware grootte. Inmiddels is het Ampelmann-systeem een van de succesvolste innovaties van de TU Delft. Van der Tempel: ‘De onafgebroken beweging van de zee maakt de toegang vanaf een schip moeilijk en gevaarlijk. Het personeel moet dan vanaf een bewegend vaartuig overstappen op een nietbewegend platform of vice versa. Samen met onderzoekers van de TU Delft hebben we het Ampelmann-systeem ontwikkeld. Het Ampelmann-platform is gebaseerd op dezelfde technologie die voor de vluchtsimulatoren in de luchtvaart- en ruimtevaartindustrie wordt gebruikt. Vluchtsimulatoren zijn uitgerust met zes hydraulische benen die zes verschillende soorten bewegingen kunnen maken: voorwaarts-achterwaarts, omhoog-omlaag en links-rechts, gecombineerd met rotatie over drie onafhankelijk van elkaar werkende loodrechte assen. Voor de verdere ontwikkeling is nauw samengewerkt met partners uit de industrie, zoals Shell en andere afdelingen binnen de

Kluyverweg 1, 2629 HS Delft / t: +31 (0) 20 240 01 21 / www.ampelmann.nl

TU Delft, zoals het International Research Institute for Simulation, Motion and Navigation (SIMONA) en het Delft Center for Systems and Control.

Intelligente besturing In de Ampelmann is deze techniek uitgebreid met nauwkeurige bewegingssensoren en een intelligente besturing die de kleinste bewegingen van het schip door de golven meet om deze in het platform te kunnen compenseren. ‘Het resultaat is een platform op een schip dat op open zee volmaakt stabiel blijft. Vanaf het bewegingloze bovendek en een telescopische loopbrug kan het personeel veilig overstappen naar een offshore-structuur. Het overstapplatform hoeft noch aan de offshore-structuur noch aan het schip te worden aangepast. Ook op kleine vaartuigen is het een kwestie van ‘plug & play’. Daarmee is de vinding niet alleen een werkbaar, maar ook een aantrekkelijk alternatief voor de bestaande manieren van offshore-toegang.’ <


pagina 32

Duurzaam bouwen op water is een van de prioriteiten in de herontwikkeling van de Rotterdamse stadshavens. Driekwart van alle grote steden is gebouwd in deltagebieden, kampt met ruimtegebrek en staat voor de opgave om duurzame oplossingen te vinden voor de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en energieschaarste. Bouwen op water is een van de oplossingen en biedt ook internationaal marktkansen. Rotterdam investeert in de verdere ontwikkeling van kennis over bouwen op water. Uiteindelijk doel: een drijvende stad realiseren. Om vanuit idee tot realisatie van een drijvende stad te komen, is een extra schakel in de keten nodig. Die schakel is Aqua Dock. Deze testfaciliteit in de Dokhaven van RDM Campus is een coproductie van gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, Hogeschool Rotterdam en Clean Tech Delta. Stadsontwikkeling Rotterdam is de opdrachtgever. Niet zonder reden heeft Rotterdam grote ambities om de stadshavens in de nabije toekomst te herontwikkelen. Ruim 40% van het in totaal ruim 1600 hectare stadshavensgebied bestaat uit water. Het spreekt voor zich dat (toekomstige) ontwikkelingen op het water voor dit gebied van groot belang zijn. Aqua Dock is dé aanjager om deze ambities waar te maken. ‘Uit de ervaring die we hiermee opdoen kan Stadshavens Rotterdam lering trekken voor de grootschalige ontwikkelingen in de Rijnhaven’, zegt Joep van Leeuwen, senior adviseur bij de gemeente. ‘Het woord is nu aan het winnende consortium dat de Rijnhaven mag ontwikkelen; Aqua Dock kan de plannen faciliteren.’ De innovaties uit Aqua Dock vinden straks niet alleen hun weg naar de stadshavens van Rotterdam, maar ook naar andere deltasteden. Zo wordt Aqua Dock dé versneller op het gebied van innovaties op het water.


Bouw- en gebiedsontwikkeling

Experimenteren in Aqua Dock Proeftuin voor bouwen op water

Stel je eens voor: een dobberend bos, een drijvend hotel, een drijvende weg… sciencefiction? Nee. Sinds maart 2014 zijn de bedrijven hierachter de pioniers van Aqua Dock, een test-, demonstreer-, en productielocatie voor innovaties op het water bij de Rotterdamse RDM Campus. Ook andere ondernemers tonen interesse in het huren van een waterkavel. De inschrijving is officieel geopend.

tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel

Jaren van voorbereiding gingen eraan vooraf. Gabrielle Muris, directeur RDM Campus, vertelt. ‘De eerste plannen dateren al van 2007; het duurde tot 2011 voordat de ontwikkeling écht gestalte kreeg. Een aantal zaken kwam toen namelijk samen: de gemeente Rotterdam was bezig met drijvend bouwen voor de Rijnhaven, het Havenbedrijf kon voor de planvorming water beschikbaar stellen en de Hogeschool wilde kennis delen. Ik heb de partijen aangejaagd om de realisatie van Aqua Dock mogelijk te maken en tegelijk ook het bedrijfsleven opgezocht. Het bedrijf Bayards Aluminium had bijvoorbeeld samen met

Rijkswaterstaat een prototype voor een drijvende weg ontwikkeld: nu de backbone waar de kavels aan liggen. Dit bracht de ontwikkeling in een stroomversnelling. Aqua Dock is dus ontstaan vanuit de driehoek kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid. Zonder deze samenwerking was de faciliteit nooit tot stand gekomen. De gemeente financiert de aanleg van de drijvende weg en de voorzieningen eromheen, wat ze overigens weer terugverdient met de verhuur van de kavels. De overige voorfinanciering proberen we in SOFIE onder te brengen, een investeringsfonds voor de stadshavens (zie pagina 24-25).’ >

pagina 33


pagina 34

Aqua Dock biedt ruimte voor experimenten op water, brengt onderzoek en productie samen en opent deuren tot kennis, onderzoek en een netwerk van toppartners. De faciliteit bestaat uit een drijvende bouwsteiger, voorzien van water en elektra, waaraan waterkavels worden uitgegeven. Studenten en bedrijven mogen er binnen een omgeving van Research, Design & Manufacturing (lees: RDM Campus) volop experimenteren met innovaties op het water, zoals drijvende wegen, kassen, waterkeringen en woon- en werkplaatsen. Dobberend Bos Kunstenaar Jorge Bakker en kunstproducent Mothership kregen de handen op elkaar voor het eerste experiment van Aqua Dock: een prototype voor het Dobberend Bos in de Rijnhaven. Een wereldprimeur: een drijvende iep, in een boei verankerd aan de bodem van de Maas. Iepen zijn het beste bestand tegen een leven op golven. Het bladgroen kan tegen de weerkaatsing van zonlicht op het water én tegen opspattend brak water. Als de proef slaagt en de iep inderdaad bestand blijkt tegen wind, golven en zout, komt er een vervolg. Dan krijgt die ene iep straks niet alleen gezelschap van vogels, maar ligt er in 2015 een drijvend bos van twintig boomboeien in de Rijnhaven. De komende maanden wordt de iep dan ook intensief gemonitord door de studenten en bedrijven die bij het experiment betrokken zijn.

Cross-overs met andere sectoren Door de link naar RDM Campus krijgen huurders van de waterkavels toegang tot de Community of Practice Drijvend Bouwen en tot studenten en onderzoekers van het Albeda College en de Hogeschool Rotterdam. Zij beschikken bovendien over de overige faciliteiten van de Campus: een hoogwaardig machinepark voor prototyping, startersfaciliteiten via RDM Makerspace en congresruimte met vergaderfaciliteiten.

Meer weten? Vragen over Aqua Dock of interesse in een kavel? aquadock@rdmcampus.nl

Experimenting at Aqua Dock Building sustainably on water is one of the priorities in the redevelopment of the Rotterdam city harbour area. Three quarters of all large cities are built in delta regions, each struggling with lack of space and facing the challenge of finding solutions for the effects of climate change, sea level rise and energy shortages. Building on water is one of the solutions, and also offers international market opportunities. Approximately 40% of the 1600-hectare Rotterdam city harbour area is water. It goes without saying that (future) development on water in this locale is of great importance. Imagine a floating forest, hotel and road... It may sound like science fiction, but it’s not. Aqua Dock - a test, demo and production site for innovations on water, located at Rotterdam RDM Campus - is the driving force that can make those ambitions happen. It is already experimenting with building floating roads, greenhouses, flood protection and live-work spaces. Aqua Dock’s innovations will make their way not only to Rotterdam’s city harbours, but also to other delta cities. Aqua Dock was formed out of circumstance: the municipality was interested in floating buildings for the Rijnhaven; the Port Authority freed up water in its development plan, and the university wanted to share its intellectual resources – a collaborative triumvirate of research, business and government. Floating Forest Artist Jorge Bakker is experimenting with creating the world’s first buoyant forest: a floating elm in a buoy anchored to the bottom of the Maas River. If the tree survives the test of wind, waves and salt, the project will be expanded by 2015 the floating elm will have not only the company of birds, but a floating forest of twenty “treebuoys” in the Rijnhaven.

Community of Practice Drijvende kracht achter Aqua Dock is de Community of Practice Drijvend Bouwen. Joep van Leeuwen: ‘De community is door RDM Campus in het leven geroepen, met het idee om binnen de driehoek onderwijs, bedrijfsleven en overheid ideeën te ontwikkelen, infrastructuur te delen en kennis te delen en te vergroten. Partners van de community trekken studenten van de Hogeschool en het Albeda aan om ideeën uit te werken. De meest bruikbare ideeën moeten leiden tot prototypes die in Aqua Dock gebouwd en getest gaan worden. Als dat goed gaat, kunnen bedrijven met de prototypes de markt op, voor gebruik in de Rijnhaven of andere plekken in Rotterdam en daarbuiten.’ De partners van dit moment zijn het ingenieursbureau van Stadsontwikkeling, Hogeschool Rotterdam, stichting Platform Drijvend Bouwen, Flexbase, Hogeschool Inholland Rotterdam, Stichting Stad op het water en RDM Campus. Andere vernieuwers zijn van harte uitgenodigd: www.copdrijvendbouwen.nl.


Bouw- en gebiedsontwikkeling

pagina 35

Kamer met uitzicht Rotterdam krijgt de primeur van het eerste drijvende hotel. Bij RDM Campus, met spectaculair uitzicht op de Maas, de havens en de rook van havendorp Heijplaat. Aanjager is Peter van Wingerden van Beladon, ontwikkelaar van drijvende projecten. ‘Het hotel is voor mij de uitkomst van het drijvend dorp dat we vijf jaar geleden bedachten.’ Een hotel als dorp, waar iedereen elkaar op het plein ontmoet. Van Wingerden: ‘Wij willen interactie creëren tussen de hotelgasten en hen inspireren door de omgeving en het gebouw zelf. En dat allemaal óp het water.’ Water biedt steden ruimte om te groeien. ‘De wereldbevolking neemt dagelijks met 200.000 mensen toe, maar we moeten niet alles in beton omzetten. Het ligt dan meer voor de hand om naar water uit te wijken. Beladon ontwikkelde al drijvende gebouwen waarvoor diverse componenten van duurzaamheid zijn gebruikt. In het hotel kunnen we die componenten samenbrengen.’ De plannen voor een drijvend hotel in de haven van Rotterdam kwamen op het juiste moment. ‘Onze plannen bleken samen te vallen met de ontwikkeling van Aqua Dock.’ Het hotel wordt vrijwel geheel zelfvoorzienend. In energie-, water en voedselproductie. Om te beginnen door het energieverbruik terug te dringen. ‘We moeten slim zien om te gaan met de grote vraag, via toepassing van een laagspanningsnetwerk in het gebouw. Vervolgens gaan we energie opwekken via zon, wind,

getij en vergisting van de afvalresten uit het hele gebouw. Door vergisting produceren we weer gas en kunnen we stoken. Dan is er de isolatie. We willen geen energie verliezen, maar het is een drijvend gebouw en daardoor kunnen we geen zware materialen gebruiken. Leem is een prachtig natuurlijk materiaal, maar te zwaar. We zijn dus op zoek naar evenwicht in materiaalgebruik.’ Letterlijk en figuurlijk. Watervoorziening is ook niet vanzelfsprekend. In Nederland valt onvoldoende regenwater voor de hoeveelheid die een hotel nodig heeft. ‘We gaan daarom ook voor hergebruik van water. Met TNO zijn we in gesprek om dit spannende proces te engineeren.’ Blijft over: voedsel. ‘Er komt een groenvoorziening in de vorm van een kas, hierover zijn we met studenten van de Agrarische Hogeschool in gesprek. Het idee is nog niet helemaal uitgekristalliseerd, maar ik wil meer doen met voedsel. Ik denk bijvoorbeeld aan sculpturen van voedsel.’ Nog dit jaar start de bouw. Onder de voorwaarde dat alle vergunningen in juni 2014 rond zijn. Samenwerking met onderzoek- en kennisinstellingen is voor ons essentieel.
 Kennisopbouw en -overdracht aan studenten is een belangrijk principe op RDM Campus. De studenten zijn nu bezig om de toepassing van materialen en logistiek te onderzoeken, want dat laatste wordt met bouwen op water nog een hele klus.’ Zes maanden later opent het hotel. Het krijgt veertig kamers en wordt opgebouwd uit containers die refereren aan het industriële karakter van de havens. Van Wingerden verwacht dat vooral zakelijk publiek van het hotel gebruik gaat maken. ‘Of mensen die het concept leuk vinden. We creëren natuurlijk wel een havenbeleving!’ Hij vertelt dat hij momenteel met Microsoft in gesprek is om een digitaal reisconcept te bedenken. ‘Het zou dan kunnen gebeuren dat je van een andere hotelgast via je tablet een uitnodiging krijgt om een borrel te drinken.’ Zijn ultieme wens is dat mensen naar huis gaan en rondvertellen dat je duurzaam en gezond kunt bouwen zonder saai te worden. Waarvan akte. <

Room with a View In addition, Rotterdam will be home to the first floating hotel, with forty rooms made from shipping containers, referencing the industrial character of the harbour. The hotel will be almost entirely self-sufficient in energy, water, and food production.


pagina 36

2nd Skin

Energieneutraal renoveren

Met 2 nd Skin worden woningen vanaf de buitenkant gerenoveerd. Ook nieuwe duurzame installaties voor verwarming, ventilatie en warmtapwater worden aan de buitenkant geplaatst. Voordelen: bewoners hoeven niet te verhuizen, er gaat geen ruimte verloren binnenin de woning en ook op kosten voor onderhoud wordt bespaard omdat bewoners er niet voor thuis hoeven te blijven. 2 nd Skin is op grote schaal toepasbaar. tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

‘Het doel is het eerste prototype van 2nd Skin in 2014 in of nabij het Concept House Village in Rotterdam Heijplaat te realiseren. Aan de hand van dit prototype wordt de renovatiemethode 2nd Skin verder ontwikkeld, uitgetest en geëvalueerd. Kennis delen, productontwikkeling en opschaling van de methode staan centraal binnen het project.’ vertelt Freek den Dulk, lector sustainable energy aan de Hogeschool Rotterdam. ‘In vervolg op de bouw en evaluatie van het prototype wordt de 2nd Skin-renovatiemethode toegepast in een woonblok van 20 tot 40 woningen op Rotterdam-Zuid. De kennis en ervaring die we daarmee opdoen bieden een schat aan informatie en leveren een aanpak op waar we vervolgens weer op kunnen voortbouwen.’ De tweede-huid-

renovatiemethode is ontwikkeld voor portiekwoningen gebouwd vóór 1970 en is ook geschikt voor andere woningtypes. Alleen al in Rotterdam zijn 53.100 portiekwoningen, en landelijk vallen 520.000 woningen binnen deze categorie. Wat is er eigenlijk innovatief aan 2nd Skin? Den Dulk: ‘Innovatief is dat de renovatie volledig van buitenaf plaatsvindt, met modulaire technieken. De installatie wordt geïntegreerd in de gevel. De nieuwe gevel is licht van gewicht en kan daardoor zonder aanpassing van de bestaande constructie van de gevel of fundering worden toegepast.’ In principe hoeft de bestaande woning binnen de schil niet te worden aangepast. Daardoor kunnen de bewoners er blijven wonen. ‘De hypothese is dat met de aanpak van 2nd Skin kosten worden bespaard, de bouwsnelheid verhoogd en de hinder voor bewoners tijdens de bouw wordt geminimaliseerd. Er wordt ingezet op energieneutraal, kwaliteit, comfort, veiligheid, bedieningsgemak en flexibiliteit in de installatiekeuze.’ De infrastructuur van de leidingen en de duurzame energieinstallatie voor verwarming en ventilatie worden buiten de bestaande woning geplaatst en in de nieuwe schil geïntegreerd. ‘In dit type woningen is daar binnen meestal geen ruimte voor. Voordeel is dat de duurzame installaties van buitenaf zijn te onderhouden en te vervangen. Daarmee is de woning toekomstbestendig. Denk daarbij aan veranderingen in de energievoorziening en bijvoorbeeld omschakeling naar


Bouw- en gebiedsontwikkeling

pagina 37

In 2ndSkin vinden de renovatie en installatie geheel van buitenaf plaats. In bijgaande illustratie is dit principe weergegeven. Een belangrijk punt in het onderzoek is de installatie op architectonisch verantwoorde wijze in de gevel te integreren en tegelijk aan de energievoorziening te voldoen met het oog op bewonersacceptatie (bron: Hogeschool Rotterdam i.s.m. BAM Woningbouw 2014) Huidige situatie

Impressie nieuwe situatie

nieuwe energietechnieken. Deze aanpak biedt ook nieuwe mogelijkheden voor het exploiteren van de installatie buiten de huur- of stichtingskosten om. De bewoner neemt dan alleen warmte af en heeft geen zorg voor het onderhoud van de installatie. Dit heeft ook voordelen voor de woningcorporatie, want die is niet meer verantwoordelijk voor de installaties.’

Dat we vooral ook al kijken hoe we de tussenstappen efficiënt kunnen vormgeven. En als je nú ingrepen doet, welke stappen zijn er dan nog nodig voordat je volledig energieneutraal bent? Gek genoeg wordt daar nog te weinig over nagedacht.’

De bedoeling is dat de woning na de renovatie energieneutraal is. Maar energieneutraal renoveren is niet eens iets van de verre toekomst. Den Dulk: ‘Volgens de overheid moet iedere nieuwbouwwoning in 2020 energieneutraal zijn. Dat is al over zeven jaar! Maar er zijn ook al ambities gesteld voor 2050 waarbij de hele gebouwde omgeving energieneutraal moet zijn. We hebben het dan wel over de transitie van 7,2 miljoen woningen, dat zijn 200.000 woningen per jaar.’ Vanuit die gedachte ontwikkelt Hogeschool Rotterdam een master Opschalen van de renovatieopgave. ‘Het is hoogst noodzakelijk dat we nadenken hoe we die ambities kunnen bereiken.

Genoeg werk aan de winkel dus. Studenten van de Hogeschool Rotterdam doen in samenwerking met studenten en postdocs van de TU Delft onderzoek naar thema’s als bouwmethodiek, bouwfysica, bewonersgedrag en -acceptatie, energiebesparing, kosten en financierings-, exploitatie- en beheermodellen van de 2nd Skin renovatietechniek. Ook de vraag of 2nd Skin biobased uitgevoerd kan worden is onderwerp van onderzoek. Dat betekent dat onderzocht wordt in hoeverre materialen en producten kunnen worden toegepast die duurzaam zijn en deel uitmaken van de circulaire economie ofwel kringloopeconomie. Dit economische systeem is bedoeld om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.’

2nd Skin, Energy neutral renovation With 2nd Skin, houses will be renovated from their exterior to include sustainable heating, ventilation and warm tap water features, making them energy neutral. After the building and evaluation of the first prototype of 2nd Skin in the Rotterdam city harbour this year, the 2nd Skin method of renovation will be applied to a block of 20 to 40 residences in southern Rotterdam. This method was developed for portico houses built before the 1970s, but is also suitable for other types of housing, and is easily applied on a large scale. In theory, the inside of the existing residences do not need to be altered, and no interior living space would be lost in the renovation. In addition, residents does not need to move while the renovation is taking place. The renovation is integrated into a new, exterior shell, future-proofing the residences for changes in energy sources or in transitioning to new energy technologies.

Het consortium 2nd Skin is een samenwerkingsverband tussen TU Delft, Hogeschool Rotterdam, Eneco en BAM Woningbouw.


pagina 38

Kwaliteit toevoegen aan de stad Een gesprek over de mooie, monumentale panden van Rotterdam en wat je daar als ontwikkelaar aan kunt bijdragen. Bob Vreugdenhil is eigenaar van IWB Vastgoed. Een ontwikkelaar en bouwer die graag ‘iets’ toevoegt aan een pand en dat vooral met gevoel doet. Compagnon Jos van Essen is eigenaar van Accresco Vastgoed. Als financieel specialist zorgt hij voor de structuren en de belegging van het vastgoed. Kwaliteiten die elkaar in gezamenlijke projecten goed aanvullen.

tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar


pagina 39

>> Duurzaamheid gaat over het creëren van emotionele meerwaarde’ << In projecten die niet voor de hand liggen en waar je wel wat lef voor moet hebben, zoeken Vreugdenhil en Van Essen elkaar graag op. Hun gezamenlijke drijfveer? Emotionele meerwaarde creëren. En dan vooral bij mooie, oude panden of panden waar de hele grote ontwikkelaars niets in zien. Waar, als je verder durft te kijken dan puur het financiële rendement op korte termijn, wel degelijk meerwaarde te creëren is.

Drievriendenstraat Zo was de Drievriendenstaat achter het Centraal Station jarenlang een doorn in het oog van vele Rotterdammers. Er werd geen onderhoud meer gepleegd, de verloedering nam toe en de 19e-eeuwse panden werden gekraakt. Kernvraag was: renoveren of afbreken? Toen de panden tot historisch erfgoed werden uitgeroepen was de tijd rijp om erin te springen. Maar dan wel volgens de principes van Vreugdenhil: ‘De gevels wilde ik optimaal terugbrengen in de oorspronkelijke stijl. Dan heb ik het bijvoorbeeld over houten kozijnen en over kleine gebrandschilderde raampjes bovenin die kozijnen. Alles hebben we met de grootste zorg uitgevoerd. Van binnen ondergingen de woningen een metamorfose en de fundering werd grondig gerepareerd.’ Die fundering was de reden dat ontwikkelaars en financiers eerder waren afgehaakt. ‘Funderingsherstel wordt al snel gezien als een te groot risico en te arbeidsintensief’, vertelt Van Essen. Hij vervolgt: ‘Wij doen eigenlijk alles zelf. Daarom zijn onze overheadskosten laag. Bovendien durven wij meer dan gemiddeld risico te nemen. Als we er iets in zien natuurlijk, wij noemen dat gevoelsprojecten.’

Meerwaarde Lichte materialen, duurzame producten van deze tijd, energielabel A en B, goeie isolatie, het klinkt allemaal duurzaam. Toch zien beide heren zichzelf op dat gebied niet als hoogvliegers. Vreugdenhil: ‘Qua duurzaamheid zie ik onze meerwaarde in de kwaliteit die wij toevoegen aan de panden.’ Van Essen vult aan: ’Ons project aan de Calandstraat in Rotterdam, waar vroeger de SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam) in zat, is hiervan een goed voorbeeld. Dat gebouw, voor veel Rotterdammers een herinnering aan een culturele broedplaats, is een rijksmonument waar we nieuw leven in blazen. Met onze werkwijze gaan we tot het uiterste. De oude, bijzondere details laten we weer volledig tot hun recht komen. We laten het glas van die bijzondere gebogen ramen in dat pand bijvoorbeeld speciaal slijpen.’ Vreugenhil en Van Essen zijn eensgezind: ‘Bijzondere huizen en gebouwen krijgen door onze aanpak een tweede leven. Daarmee creëren we meerwaarde voor een gebied en voor de stad. Dat noemen wij duurzaamheid.’ <

Kortekade 63a, 3062 GN Rotterdam / t: (+31) 010 892 84 10 / www.accresco.nl IWB Vastgoed / Hoge Limiet 61 – 3053 KT Rotterdam / t: +31 (0)6 513 411 38


pagina 40

Kantoortransformatie Erik van Erk startte als projectontwikkelaar in de tijd dat de woningbouw veranderde en de kantorenmarkt door leegstand onder druk stond. Juist dat gegeven maakt zijn aanpak zo succesvol, vertelt hij: ‘De balans tussen kosten en de beleving van het eindproduct is belangrijker dan ooit. Kwantiteit maakt plaats voor kwaliteit en een betere afstemming op de vraag. Dat zie je ook duidelijk in de markt.’

tekst: Marjolijn Bergmann-van Leeuwen fotografie: archief Erik van Erk

Naar schatting bedraagt de leegstand in Nederland op dit moment 7,8 miljoen m2, zo’n 17% van de totale kantorenvoorraad. Dat is volgens Van Erk niet alleen zonde van de ruimte, maar het komt ook de uitstraling van de omgeving niet ten goede. ‘Wij hebben alle expertise in huis voor de oplossing: transformatie. Door het onverhuurbare kantoorpand een andere bestemming te geven, kan het worden omgebouwd: studentenkamers, kleine units voor zzp’ers of appartementen voor starters of senioren – net waar op dat moment vraag naar is. Zo wordt het vastgoed weer rendabel.’ Van Erk noemt als voorbeeld een project in Nieuwegein, waar aan de Erfstede in het centrum al lange tijd een leeg kantoorpand de omgeving ontsierde. ‘Er is in Nieuwegein grote vraag naar starterswoningen voor jongeren. Daar hebben we met deze ontwikkeling op ingespeeld. Er komen nu 21 mooie startersappartementen – een enorme verbetering voor de buurt.’

Revitalisatieprojecten Met revitalisatie van kantoorpanden heeft Van Erk eveneens goede ervaring: ‘Veel leegstaande

kantoorpanden zijn niet meer van deze tijd. Met een forse facelift wordt zo’n pand weer het visitekaartje voor een bedrijf. Onlangs hebben we een prachtige revitalisatie gedaan in Reeuwijk en momenteel geven we in Den Bosch een nieuwe bedrijfshal van 6500 m2 weer een eigentijdse uitstraling.’ Ook het revitaliseren van bedrijfsterreinen biedt mogelijkheden. Van Erk: ‘Je kunt verwaarloosde terreinen een andere bestemming geven. In Hardinxveld zijn we nu aan het onderzoeken of we een vervallen industrieterrein kunnen omvormen tot een wijk met zeventien woningen. Als dat lukt, creëer je een echte win-winsituatie.’ Erik van Erk ervaart hoe belangrijk het is om als ontwikkelaar direct betrokken te zijn bij de koper: ‘Goed luisteren naar de klant en dan samen met architect, aannemer, makelaar en gebruiker werken aan het ideale eindproduct. En daarbij uiteraard voldoen aan de eisen van milieu, wetgeving en duurzaamheid. Zo wordt het ontwikkelen van een woning of bedrijfspand echt een langetermijninvestering.’ <

Amberhof 7, 3162RA Rhoon / t: 06 57 32 55 45 / www.erikvanerk.nl www.erikvanerk.nl • 06 - 57 32 55 45


pagina 41

>> Wij creĂŤren innovatieve oplossingen voor leegstand <<

Leeg kantoorpand omgezet naar starterswoningen

Oude en nieuwe situatie na revitalisatie bedrijfsterreinen Hardinxveld


pagina 42

Minister Blok - Wonen en Rijksdienst - toont interesse in de Rotterdamse aanpak om tienduizend woningen versneld te verduurzamen. Diverse Rotterdamse partijen werken samen aan een integraal product. De uitdaging: hoe krijgen zij de markt in beweging? tekst: Madelon Stoele fotografie: Roel Dijkstra

010 in de versnelling Verduurzaming van tienduizend Rotterdamse woningen

De gemeente Rotterdam geeft de aanzet om voor eind 2018 tienduizend bestaande woningen te verduurzamen. Betrouwbare, grote lokale partijen zoals woningcorporaties, bouwers, banken en energieleveranciers werken hierin samen met bewoners. Deze publiek-private samenwerking is uniek. Een kruisbestuiving waarbij de partijen elkaar versterken en versnellen. Het gaat om tenminste zevenduizend corporatiewoningen en drieduizend particuliere woningen, bij elkaar een investering van ruim 67 miljoen euro. De investeringen leiden tevens tot extra werkgelegenheid en leerwerktrajecten. Rotterdam neemt hiermee een voorschot op de uitwerking van het nationale energieakkoord. In het akkoord zijn maatregelen aangekondigd om landelijk meer huishoudens tot energiebesparing aan te zetten.

Rotterdam stimuleert woningbezitters om hun woning energiezuiniger te maken. De gemeente informeert bewoners allereerst via de website SlimWoneninRotterdam.nl. Naast informatie over de voordelen en kosten van dubbel glas of vloerisolatie staan op deze website ook ervaringen en beoordelingen van Rotterdammers die al investeerden. Hiernaast bezoeken onafhankelijke deskundigen wekelijks met een bouwkeet een aantal Rotterdamse straten. Gekoppeld hieraan is een informatieavond waarbij de partijen aanwezig zijn om hun producten te tonen. De samenwerkende marktpartijen ontwikkelden pakketten op maat waarbij bewoners snel kunnen inschatten wat de investeringskosten zijn en welke besparingen het oplevert. Vervolgens is het aan de huiseigenaren zelf om de laatste stap te zetten en gezamenlijk te investeren.

Huiseigenaren over de streep

>> Minister Blok: ‘Bijzonder aan de Rotterdamse aanpak is de samenwerking van zoveel partijen voor grootschalige verduurzaming van woningen.’ <<

Hans van de Krogt, directeur Smits Vastgoedzorg: ‘Door het delen van kennis en expertise heeft het consortium aantrekkelijke pakketten voor verduurzaming samengesteld. Dat betekent: de beste oplossing voor de laagste prijs. De opgave ligt nu in de vraag: hoe krijg je


pagina 43

particuliere huiseigenaren zover? De financiering vormde een van de belemmeringen. Daarin is nu meer mogelijk in de vorm van aantrekkelijke leningen.’ Arjen van Klink van Rabobank Rotterdam vult aan: ‘We hebben lokaal een scherp en flexibel product ontwikkeld. Niet alleen aan particulieren, maar ook bijvoorbeeld aan VVE’s bieden we pakketten op maat.’

De beweging Toch is de markt moeilijk in beweging te krijgen. Huiseigenaren blijken onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden. Daarnaast lijkt investeren in de eigen woning niet erg populair en hebben mensen geen zin in het bijbehorende ‘gedoe’. Arjen van Klink: ‘De uiteindelijke beweging ontstaat als de partijen echt de wijk in gaan om hun pakketten en offertes te presenteren aan de consumenten. Kortom: doen! Beweging ontstaat door vraag. En daar ligt nu juist de uitdaging. De particuliere huiseigenaren zullen bereikt moeten worden.’ Er is al voorzichtig positief nieuws te melden. Het aantal bewoners dat zich laat informeren via de bouwkeet en de modelwoning overtreft de verwachtingen.

Marktkansen Hoe meer vraag, hoe meer kansen. De gemeente doet daarom een oproep aan Rotterdamse ondernemers om de businesskansen op te pakken. Groot of klein, een producent voor zonnepanelen of een zzp’er gericht op verbinding; het is nú de tijd om te handelen. Van Klink: ‘Niet alleen de financieringsmogelijkheden, maar het hele project is schaalbaar en daarom interessant voor veel ondernemers.’ Jasper Sluimer van BAM Woningbouw vervolgt: ‘De beweging van de markt ontstaat juist ook door verdere opschaling. We maken als bouwers de stap naar landelijke initiatieven om kennis verder te delen. Kennis delen is vermenigvuldigen. De aanpak zal verder worden uitgerold. Het is een grote en interessante markt, zeker in de toekomst. Landelijk hebben we het over drie miljoen woningen. Het gaat om een nieuwe manier van denken waarin de vraag van de consument centraal staat.’ <

Pilot Molièrebuurt In de Molièrebuurt vindt een van de pilots plaats. Minister Blok bezocht deze pilot. Hij toonde bijzondere interesse in het consortium: ‘Bijzonder aan de Rotterdamse aanpak is de samenwerking van zoveel partijen voor grootschalige verduurzaming van woningen. Verduurzaming is in eerste instantie vooral goed voor de bewoner. Men wint aan comfort in de woning en de energielasten worden lager. Tegelijkertijd is het goed nieuws voor werkgelegenheid in de bouw. En ik wil iedereen erop wijzen dat je tot 31 december 2014 nog kunt profiteren van het lage btw-tarief voor renovatie. Dat is mooi meegenomen.’ Jasper Sluimer, BAM Woningbouw vervolgt: ‘Samen proberen we zoveel mogelijk bewoners te bereiken via ambassadeurs en sleutelfiguren in de wijk. Goed voorbeeld doet volgen. Want als de buurman het doet… De modelwoning werkt ook heel goed. Zo hebben de bewoners uit het blok ertegenover al aangegeven dat ze gezamenlijk vloerisolatie willen. Uiteindelijk zijn het de bewoners die bepalen.’ Partners in het project zijn: BAM Woningbouw Rotterdam, Dura Vermeer Heyma, Eneco, Era Contour, gemeente Rotterdam, Havensteder, Nuon, Rabobank Rotterdam, Smits Vastgoedzorg, Stedin, Vestia, VVE010, Waifer, Woningbouwvereniging Hoek van Holland, Woonbron, Woonstad Rotterdam

www.rotterdamclimateinitiative.nl


pagina 44

Huib Sneep is tuin- en landschapsarchitect en staat landelijk te boek als bomenexpert. De Schiedammer is een geboren natuurmens met bijzondere aandacht voor techniek en innovatie. Die combinatie zorgt al decennia voor een niet te stuiten nieuwsgierigheid naar optimalisering van groeiomstandigheden van allerlei stadsgroen en in het bijzonder van bomen. Daarnaast verdiept Sneep zich in tal van vraagstukken over duurzaamheid, in lokale decentrale energieopwekking en is hij bijzonder gecharmeerd van ons havengebied en van wereldwijde expansie.

1

2

de favo1o spots van Huib Sneep, Greenwave systems

tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar

1 Het bedrijventerrein Vijfsluizen tussen Vlaardingen en Schiedam is een inspirerend gebied. Het ligt ten noorden van de Beneluxtunnel langs de A4. Het terrein ontleent zijn naam aan de poldervaart gegraven rond 1280 en de vijf getijdensluizen van destijds om de afwatering van Midden-Delfland te verbeteren. Het is ook de plek waar de roemruchte Dok- en Werf Maatschappij Wilton Feijenoord was gevestigd. Met 9000 medewerkers tussen 1950 en 1970 de grootste werkgever in de omtrek. Na de teloorgang kon niemand zich bedenken dat deze zelfde plek ooit weer aan drie keer zoveel mensen werk zou bieden. Mammoet Salvage heeft er zijn hoofdkantoor, wereldspelers als Damen en Huisman vind je er vlakbij en er zijn tal van nieuwe innovatieve bedrijven gehuisvest. Rijkswaterstaat ontwikkelt op het nog braakliggend terrein binnenkort een interessant getijdengebied waarin een 100 meter hoge windturbine komt te staan. Schiedamse particulieren kunnen een ‘deeltje’ van de windmolen kopen voor hun eigen energie. Lokale energieopwekking gebaseerd op de historie van Schiedam, waar ooit 60 molens draaiden. Dat is mooi.’


pagina 45

4

3

2

3

4

Het Rotterdamse havengebied is indrukwekkend. Kijk bijvoorbeeld naar de enorme grote en zware kranen die worden gebouwd bij Huisman Equipment aan de Wilhelminahaven bij de Admiraal Trompstraat. Een prachtig voorbeeld van hoe we hier grootspeler zijn binnen de staalbouwsector, wat ooit kansloos leek. Het bedrijf produceert onder meer zware pijplegsystemen voor on- en offshorebedrijven. Als ware het ‘ijzerdraad’ worden de pijpen opgerold op kranen rond een ‘haspel’, terwijl het om hele dikke stalen buizen gaat. Prachtig om te zien.’

‘In het oudste park van Nederland (1767) De Plantage aan de Tuinlaan in Schiedam hebben we met 200 bewoners een Wereldboom (platanus orientalis) geadopteerd. De groeiplaats van de boom is zo ingericht dat deze ongehinderd door bouwactiviteiten heel oud kan worden. Er is een grote hangmat bij geplaatst van waaruit je heerlijk naar de boomtop kan turen. Kinderen en volwassenen doen dat. De Stichting Wereldboom stimuleert groepen mensen een boom op te nemen als het groene hart van hun gemeenschap. Het is zo een levend groen monument waaraan we ons hebben gecommitteerd. Een bijzondere plek.’

‘Aan de gevel van mijn woning heb ik een kleurrijke tuin ontworpen, die ook in de winter groen blijft. Tegen 2025 zal maar liefst 60% van de wereldbevolking in stedelijke of verstedelijkte gebieden leven. Wetenschap toont aan dat mensen in een groene omgeving beter werken, gelukkiger zijn en minder geplaagd worden door stress en angst. Verticale tuinen tegen gebouwen en gevels zijn een oplossing. Ik heb het Greenwavesysteem ontwikkeld waarin bakken van duurzaam polyethyleen geschakeld kunnen worden tegen een muur tot de gewenste grootte.‘

Aangeboden door Van Lanschot: Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl


pagina 46


Chemie & biobased

pagina 47

De schone toekomst van Rotterdam

Clean Tech Delta Hoe zou het zijn om te leven in een schone wereld? Een wereld waar energie schoon wordt opgewekt, het water helder blijft, transport zonder vervuiling plaatsvindt en alle producten recyclebaar worden geproduceerd? Zo’n wereld komt er. Met cleantech kunnen we de wereld gezonder, rijker, innovatiever, productiever en veiliger maken. Een nieuwe industriële revolutie is daarmee onafwendbaar. Het platform Clean Tech Delta bundelt de krachten en draagt bij aan de transitie. tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

In onze samenleving gebruiken we veel technologieën die niet duurzaam zijn. Wereldwijd worden we geconfronteerd met grote problemen. Het klimaat verandert, lucht, water en bodem raken ernstig vervuild en onze grondstoffen, fossiele brandstoffen en schoon water worden schaars of raken op. ‘Een herordening van ons economisch systeem lijkt onvermijdelijk. De impact van deze veranderingen op de concurrentiepositie van de economie in het algemeen en van regio Delft-Rotterdam-Drechtsteden in het bijzonder wordt breed onderkend’, zegt Gerrit van

Tongeren, lid van de raad van bestuur en trekker van de sector biobased economy en duurzame energie van Clean Tech Delta. Hij vervolgt: ‘De urgentie om oplossingen te vinden wordt in onze regio sterk gevoeld. Voor een toekomstbestendige en concurrerende economie zijn bereidheid en ruimte nodig om te investeren in schone technologie.’

Energieopgave gemeente Het Rotterdam Climate Initiative (RCI) is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en de DCMR Milieudienst Rijnmond.

Hun gezamenlijke doel is om in 2025 zowel in de stad als in de haven de helft minder CO2 uit te stoten, met behoud van de economische groei. Van Tongeren: ‘Enerzijds richten de doelstellingen zich op CO2-reductie, anderzijds gaat het om energie-efficiency. Met de leden van Clean Tech Delta werken we aan business om ook de werkgelegenheid te verhogen door innovatieve cleantech-initiatieven op te pakken. Dat zijn ook echt kenmerken van Clean Tech Delta. De gemeente wil de doelen in samenhang brengen met het bedrijfsleven. Het zijn de bedrijven die het uiteindelijk moeten doen. Clean Tech Delta helpt mee om de projecten ook daadwerkelijk bij de bedrijven van de grond te krijgen. >


pagina 48

>> De biobased economy is gebaseerd op het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en biomassa <<

De gemeente Rotterdam maakt onderscheid tussen stad en haven als twee aparte clusters, maar haven en stad zijn ook onverwachte bondgenoten als je cleantech ‘denkt’. Frans van Kleef, businessdeveloper bij Clean Tech Delta: ‘Als het gaat om de energieopgave is het interessant om juist de verbinding tussen stad en haven te benoemen. Door het gebruik van fossiele brandstoffen en energie komen in het havengebied elk jaar grote hoeveelheden CO2 en warmte vrij. Hoe kunnen we deze CO2 en warmtestromen bijvoorbeeld koppelen aan glastuinbouw die juist behoefte heeft aan warmte en CO2? Dat zijn interessante opgaven waar we voor staan en met elkaar naar kijken.’

Biobased economy De afgelopen jaren is de aandacht voor een economie die gebruikmaakt van natuurlijke hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele brandstoffen sterk gegroeid: de bio-economie of biobased economy. Van Tongeren: ‘De biobased economy is gebaseerd op het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van gewassen en biomassa voor onder meer voeding, veevoer, materialen, chemicaliën en brandstof. Het gaat hierbij om een grotere inzet van natuurlijke materialen en het vernieuwen en optimaliseren van raffinageprocessen.’ Binnen de biobased economy zijn er drie

sectoren waar Clean Tech Delta zich op richt: biofuels, bio-energie en biochemie.

Bioforce Bioforce is een voorbeeld van een biomassa/ bio-energieproject waarvoor een businessplan is uitgewerkt. Van Kleef: ‘Het doel van Bioforce is het realiseren van de logistiek voor grootschalige verwerking van houtchips in de Rotterdamse haven. Voor zowel het opwekken van energie als het op termijn maken van bouwstenen voor de chemische industrie. Rotterdam kan zeer grote schepen met hout - zoals chips en pellets - en andere biomassa ontvangen. Ook kan de haven de biomassa op grote schaal verwerken tot biocoal en dit afleveren bij energiecentrales in de directe omgeving voor bijstook, en aan de chemische industrie als grondstof. Deze activiteiten gaan een plek krijgen in de Rotterdamse delta.’ Van Tongeren vult aan: ‘De transitie naar een biobased economy vereist een integrale ketenaanpak. De rol van Clean Tech Delta is om ontwikkelingen en innovaties binnen de keten op elkaar af te stemmen. Zo ontstaan er soms nieuwe, soms onverwachte vormen van samenwerking. Denk hierbij aan de koppeling tussen biomassa en afval of tussen afval en elektriciteit. Er ontstaat een interessante businesscase als de grote stromen aan elkaar worden gekoppeld.’

ISO-Butanol Het tweede voorbeeld, genoemd door Van Kleef, ligt op het vlak van de biochemie. ’Heel eenvoudig gezegd kun je grondstoffen zoals hout direct verwerken, zoals bij Bioforce gebeurt, maar je kunt er ook eerst de waardevolle elementen uit halen. Dat laatste doen we bij het ISO-Butanol project. ISO-Butanol kan ook verkregen worden uit suiker, reststromen, zeewieren en algen. De stof is veelzijdig en is daardoor breed toepasbaar. Het vormt de basis voor veel producten uit de chemische industrie, zoals paraxyleen voor PET-flessen, vliegtuigbrandstoffen, diesel, kunstrubber en fijnstof-onderdrukkers (GTBE). Er is veel ruimte nodig voor de opslag van


Chemie & biobased

biomassa, maar Rotterdam is een geschikte locatie voor de zogenaamde biohub, ook omdat de biomassa er verwerkt kan worden. Het ISOButanol project loopt al een tijdje. Eerder vormden de reststoffen van suiker de basis, nu gaat het om hout. We zitten met de diverse partijen om tafel.’

Van idee tot werkelijkheid Het maken van biokerosine, plastic terug transformeren naar olie: het zijn allemaal mooie voorbeelden van projecten waar Clean Tech Delta bij betrokken is. Het liefst zou Frans van Kleef ze allemaal beschrijven. Nog één voorbeeld dan. ‘Een aansprekend voorbeeld is het Photanol project. De start-up Photanol ontwikkelde een baanbrekende technologie om met CO2 en zonlicht algen om te zetten in waardevolle organische verbindingen. Deze toepassing van technologie kan onder meer gebruikt worden voor hoogwaardige chemicaliën en biobrandstoffen en kan de basis vormen voor geur- en smaakstoffen en productiematerialen zoals plastic. Clean Tech Delta stimuleert consortiumvorming van grote partijen zoals DSM en AkzoNobel met relatief kleine bedrijven zoals Photanol om dit idee samen te gaan concretiseren. Er wordt nu gewerkt aan de overgang van de lab-fase naar de fase waarin in een nieuw te bouwen pilotfabriek industrieel kan worden geproduceerd. Onze regio is daarvoor zeer geschikt vanwege de ruime beschikbaarheid van CO2.’

Businesscases ‘Van Tongeren sluit af: ‘Om het gebruik van dit soort innovatieve projecten van de grond te krijgen en duurzaam op te schalen is een ketenbenadering van groot belang. De ontwikkelingen in elk deel van de keten zijn essentieel om het doel te bereiken. Dat betekent dat allerlei partijen erbij moeten worden betrokken: de uitvinders, de industrie, subsidiegevers, noem maar op. Clean Tech Delta is wat dat betreft een uniek samenwerkingsverband. Uniek qua samenstelling en uniek in zijn missie: economische groei in de regio door de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve cleantech businesscases.’ <

pagina 49

Cleantech wat is het? Cleantech is de verzamelnaam voor technologieën die het gebruik van natuurlijke hulpbronnen optimaliseren en de negatieve milieu-impact minimaliseren. Cleantech is ook economisch van toegevoegde waarde, denk aan werkgelegenheid en milieuwinst. Verwacht wordt dat cleantech in 2020 een van grootste industrieën ter wereld zal zijn. Er wordt een mondiale omzetgroei van negen procent per jaar verwacht. Clean Tech Delta Clean Tech Delta is een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Het samenwerkingsverband stimuleert innovatie in schone technologie en brengt dit in de praktijk. De concurrentiepositie van de bedrijven en de regio wordt hiermee vergroot. De missie van Clean Tech Delta is het creëren van een sterk cleantech cluster met 50.000 banen, 4000 bedrijven en een top 3-positie als kennis- en innovatieregio. Clean Tech Delta verbindt vier sterke sectoren die het DNA van de regio vormen: de biobased- en energiesector, de water-, delta- en maritieme sector, infrastructuur en mobiliteit, en ten slotte duurzaam bouwen en duurzame gebiedsontwikkeling.

A healthier world What would it be like to live in an unpolluted world - a world where clean energy is produced, the water is crystal clear, transportation is pollution-free and all products are made recyclable? That world is coming. With cleantech we can make the world healthier, richer, more innovative, productive and safer. A new industrial revolution is inevitable. Rotterdam’s goal is to cut CO2 emissions in both the city and harbour in half by 2025, while maintaining economic growth. Clean Tech Delta, a consortium of businesses, educational institutions and government, brings developments and innovations within that chain together, linking four strong sectors that form the DNA of the region: the biobased energy sector; the water, delta and maritime sector; infrastructure and mobility; and sustainable construction and development. In recent years, the focus on a biobased economy - an economy that uses natural renewable resources instead of fossil fuels - has grown. Cleantech is the generic term for technologies that optimize the use of those natural resources and minimize the negative environmental impact, while adding economic value. Frans van Kleef, a business developer at Clean Tech Delta, says: ‘In terms of energy, it’s interesting to look at the connection between the city and its harbours, where a great deal of CO2 is released because of the use of fossil fuels and energy. How could we couple that CO2 and heat flows to greenhouses that need heat and CO2? These are interesting challenges that we face, and which we’re examining together.’ Gerrit van Tongeren, board member and leader of Clean Tech Delta’s Biobased Economy and Sustainable Energy sector says: ‘The biobased economy is based on the most efficient use of crops and biomass, including food, feed, materials, chemicals and fuels as well as renewing and optimizing refining processes.’ Clean Tech Delta focuses on biofuels, bioenergy and biochemistry, including developing Photanol, woodchip and pellet energy and technologies. Its mission is to create a strong cleantech cluster with 50 000 jobs, 4000 companies and a top-three position for the region in knowledge and innovation.


pagina 50

De aanblik van de enorme showroom met blinkende BMW-modellen en een aparte vleugel voor klassiekers ontlokt een fysieke reactie; het water loopt ons letterlijk in de mond. Een ‘belevingscentrum’, volgens Aart Jan Witvliet, directeur Breeman Rotterdam Zuid. De ‘mooiste BMW-dealer van Nederland’, tevens MINI-dealer, blijkt ook nog eens de oudste te zijn. Het ruim een eeuw oude familiebedrijf werd in 1908 opgericht door Willem Breeman die begon met een bescheiden loods in Kralingen. Daarna tilden twee opvolgende generaties diverse vestigingen in Rotterdam en Gouda van de grond. Witvliet: ‘Er zit nog steeds een Breeman in het dagelijks bestuur.’ tekst: Karen Auer fotografie: archief Breeman


pagina 51

Jouke Baarda van F. Breeman

97% van de testrijders komt met een glimlach de auto uit Sales advisor Jouke Baarda heeft de nieuwste, hoogst innovatieve aanwinst als specialisme. Hij praat enthousiast over BMW i3, waar hij zelf ook in rijdt: ‘Het is de ultieme manier van rijden, zeg maar gerust mobiliteit 3.0.’ Het groene wonder uit Beieren, sinds eind 2013 op de markt, is het eerste, volledig elektrisch model van BMW i, waarmee de fabrikant volgens kenners baanbrekend tegemoetkomt aan duurzame mobiliteit.

Snelladen

Baarda: ‘Al vanaf de eerste schetsen is de i3 van a tot z op duurzaamheid gericht. Dat begint bij de productie: BMW heeft in Amerika een waterkrachtcentrale gemaakt speciaal voor de carrosserie van carbon fiber. De auto wordt compleet gefabriceerd in Leipzig en de fabriek daar draait op windenergie.’ Zijn collega Witvliet vult aan: ‘Een deel van de innovaties gaat BMW straks toepassen op alle modellen, bijvoorbeeld de ‘Carbon fiber technology’.’ Bovendien is 98% van de auto recyclebaar.

Op vakantie naar het buitenland of andere lange tochten: ook daar heeft BMW aan gedacht. Met de service ‘Add-on mobility’ leen je tijdelijk een andere BMW of MINI met verbrandingsmotor. Baarda verzekert: ‘Sowieso voor minder geld dan een huurauto en je i3 wordt netjes door ons gestald op een afgesloten terrein.’ Het opladen van de accu gebeurt vooralsnog via een laadpaal, gewoon een stopcontact of via een ‘snelle’ wallbox op eigen terrein. ‘Er komen in Nederland steeds meer laadpalen,’ weet Baarda. ‘En deze zijn zichtbaar op de ingebouwde navigatie.’ Zelf heeft hij een laadpaal voor zijn appartement staan. De stadregio Rotterdam maakt het groene rijders extra makkelijk: ‘Inwoners en bedrijven kunnen gratis een laadpaal aanvragen.’ Baarda is ervan overtuigd dat een groeiend aantal snellaadnetwerken de laatste twijfelaars over de elektrische streep zullen trekken: ‘Nu duurt het laden ongeveer zes uur, met een snellaadpaal heb je binnen 20 minuten 80% van je accu gevuld.’

Spaart de portemonnee

Alles klopt

Dat de BMW i3 behalve het milieu ook de portemonnee spaart, blijkt al direct bij de pomp. ‘Vergeleken met een auto op benzine scheelt het tweederde in brandstofkosten. Normaal betaal je rond de €75 voor een volle tank, terwijl ik maar €25 afreken waarmee ik hetzelfde aantal kilometers kan rijden. Bijkomend voordeel is dat je tot 2016 geen wegenbelasting betaalt,’ aldus Baarda. Dat er met een opgeladen accu circa 150 kilometer kan worden gereden, blijkt voor de potentiële kopers geen struikelblok. Het verbaast de sales advisor niet: ‘Het gros van de rijders legt gemiddeld niet meer dan 50 kilometer per dag af. Bovendien is de i3 ook verkrijgbaar met een ‘range extender’.

Tijdens het proefritje in de futuristisch gelijnde i3 gaat Jouke Baarda enthousiast verder: ‘Die stilte, dat is toch superrelaxed rijden? De banden zijn het enige wat je hoort. 97% van de testrijders komt met een glimlach de auto uit, logisch, hij is leuk, licht, heeft veel ruimte, een kleine draaicirkel, gewoon alles klopt. Plus natuurlijk dat je het merk BMW erin terugziet.’ Op een stil stukje weg trapt hij het gaspedaal diep in. De trekkracht is indrukwekkend, we lijken over de weg te vliegen. De i3-liefhebber van het eerste uur hoort de loftuitingen met zichtbaar genoegen aan: ‘Ik zei het toch? Freude am Fahren, Sheer Driving Pleasure, je kent de BMW-slogans wel.’ <

98% recyclebaar

Driemanssteeweg 130, 3084 CB Rotterdam / t: +31 (0)10 485 44 73 / www.fbreeman.nl


pagina 52

Samen kanker kansloos maken Van moleculaire biologie tot medicijnen op maat


Medisch

pagina 53

Het Erasmus MC is het grootste universitaire medisch centrum van Nederland. In de nieuwbouw in Rotterdam Centrum wil het Erasmus MC in co-creatie met technische instellingen en collega-UMC’s doorbraken realiseren, nieuwe technologieën ontwikkelen en gerelateerde economische kansen stimuleren. In gesprek met professor dr. Pieter Sonneveld, hoofd van het Erasmus MC Kankerinstituut, een van de topinstellingen binnen het centrum. tekst: Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel, archief Erasmus MC

Alle oncologieonderzoek, -onderwijs en -patiëntenzorg zijn sinds september 2013 in het Erasmus MC Kankerinstituut samengebracht en worden volgens een geïntegreerde aanpak verder uitgewerkt. Sonneveld kopt meteen maar in: ‘Amsterdam denkt altijd dat ze de grootste zijn, maar dat is niet zo. Op het gebied van oncologie zijn wij veruit de grootste in Nederland, een van de koplopers in Europa en eigenlijk ook wel wereldwijd.’ In de oncologie volgen de ontwikkelingen elkaar razendsnel op. ‘Momenteel speelt de overgang naar een nieuwe basis voor de geneeskunde, de moleculaire biologie: genetica, DNA-onderzoek. Hiermee trekken we wetenschappers uit de hele wereld aan, mits we het goed doen. Om de goede

mensen, ook internationaal, voor het Erasmus MC aan te trekken en te behouden, proberen we via een geldinzamelingsactie écht vernieuwende apparatuur te verkrijgen. Hiermee maken we onderzoek mogelijk, dat we weer naar de zorg verplaatsen. En van daaruit innoveren we de zorg.’

Co-creatie met bedrijfsleven Sonneveld vertelt over de spin-offs die uit het onderzoek ontstaan, met onder meer Rotterdam Science Tower aan de Marconistraat. ‘Wij beoefenen wetenschap en dat moet vaak worden omgezet in praktische initiatieven of naar zorg. Daar heb je bedrijven voor nodig, want wetenschappers gaan altijd verder met hun onderzoek. Onderzoek valt dus

niet te stoppen, maar het is wel belangrijk dat onze bevindingen goed worden gebruikt.’ Bedrijven kunnen het onderzoek weer in praktijk brengen en op bredere schaal introduceren. ‘Op mijn afdeling, de afdeling Hematologie, onderzoeken we met moleculaire testen of aan een tumor te zien is of een patiënt een goede of slechte prognose heeft. Op een gegeven moment waren we toe aan toepassing in de praktijk.’ Hieruit is de spin-off SkylineDX voortgekomen. SkylineDX vormt de schakel tussen onderzoek en praktijk. ‘Zij bepalen aan de hand van een stukje weefsel of een patiënt een hoog risico heeft om snel te overlijden of juist niet. Je kunt je voorstellen dat daar therapiebeslissingen van afhangen.’ >


pagina 54

>> Andere ziekenhuizen moeten ons niet als concurrent zien, maar als een kans om méér te doen <<

Medical City number one Nieuwe economie vraagt om een actieve gemeente die blijft inzetten op kennis en innovatie. Rotterdam heeft de ambitie om hét medisch knooppunt van Europa te worden. Maar daar is volgens Sonneveld meer voor nodig dan het faciliteren van nieuwe medische bedrijvigheid. Hij hamert op prioriteiten stellen, durven investeren en niet alles overlaten aan de markt. ‘Het faciliteren van de nieuwbouw van het Erasmus MC ligt voor de hand, maar ook investeren in toptalent, bijvoorbeeld door beurzen beschikbaar te stellen. En het aantrekken van vernieuwende bedrijven, met name op het gebied van biotechnologie.’ Hij denkt aan een bio sciencepark zoals in Leiden, bijvoorbeeld in het Merwe-Vierhavensgebied rondom de Rotterdam Science Tower. Dit zou prima passen in de plannen van de gemeente, want Rotterdam beoogt een cluster voor innovatieve bedrijvigheid tussen het Erasmus MC en het Merwe-Vierhavensgebied. Met de Rotterdam Science Tower als hotspot voor internationale life sciences, medische innovaties en spin-offs van het Erasmus MC. De Rotterdam Science Tower biedt een unieke mix van laboratoriumruimte, kantoorruimte en faciliteiten voor medische educatie, te midden van een academische omgeving. De diverse bedrijven en instellingen uit het medische cluster kunnen er over en weer van elkaars knowhow profiteren en verder groeien in de medische wereld. SkylineDX is er ooit klein begonnen en is nu een speler van wereldformaat.

Een ander voorbeeld. De afdeling Genetica van professor dr. Hoeijmakers doet onderzoek naar veroudering en kanker. ‘Waarom ontstaat kanker vaak bij oudere mensen? Bij iedereen ontstaan voortdurend afwijkingen in lichaamscellen die mogelijk tot kanker leiden, maar als je jong en gezond bent worden die cellen vaak herkend en voortijdig afgebroken. Bij oudere mensen is die machinerie niet meer zo geweldig. Dan gaat het mis en groeien de cellen wél uit tot kanker. In hun kankercellen gebeuren er andere dingen, waardoor de kanker het hele lichaam doorgaat. Veroudering en kanker hebben dus met elkaar te maken.’ Hoeijmakers heeft nu een bedrijf opgericht om zijn onderzoek in de vorm van testen voor de gezondheidszorg beschikbaar te stellen. Zo bestaan er tientallen initiatieven op Hoboken.

Samenwerking met andere ziekenhuizen Samenwerking is een andere rode draad in zijn verhaal. Het afgelopen half jaar heeft het Erasmus MC een aantal Centers of Excellence gedefinieerd, met elk een eigen superspecialisme. ‘In april 2014 is bijvoorbeeld het Academisch Borstkankercentrum geopend, een samenwerking tussen Erasmus MC en het Havenziekenhuis. Het is de bedoeling dat alle patiënten met borstkanker daar worden beoordeeld en dat bloed en operatiemateriaal worden gebruikt voor onderzoek.’ Op grond daarvan volgt een beoordeling. Heeft de patiënt een ongecompliceerde vorm van borstkanker die makkelijk in het Havenziekenhuis te behandelen is? Of is er iets complex aan de hand waardoor de patiënt beter naar het Erasmus MC kan? Hoog-complexe zorg gaat naar het Erasmus MC, niet-complexe zorg hoort thuis in de andere ziekenhuizen. ‘Deze verdeling gebeurt op basis van een gezamenlijke beoordeling door de artsen van beide ziekenhuizen. Zo voorkomen we dat een dokter die er eigenlijk niet voor geschikt is, de keuze maakt om een patiënt níet naar het Erasmus MC door te sturen.’

Regiovisie BeterKeten Een volgende stap in de geïntegreerde aanpak is de regiovisie BeterKeten: verdere samenwerking met andere regionale ziekenhuizen op het gebied van patiëntenzorg, opleiding en wetenschap. ‘We zijn begonnen met de oncologie, maar andere vakgebieden volgen. Het Erasmus MC neemt hierin duidelijk de regie. Wij zorgen voor een goede afstemming in de regio over portfoliokeuzes: wie doet wat, en iedere patiënt op de juiste plek.’ Dat moet wel, want elk ziekenhuis heeft een andere expertise. ‘Wij zijn een kenniscentrum. Bij ons trek je een deur open en dan zit er een geleerde achter. Andere ziekenhuizen zijn gericht op productie; er komen weliswaar veel patiënten, maar de tijd ontbreekt voor ingewikkelde kwesties. Met de ziekenhuizen die zich bij BeterKeten aansluiten, willen wij graag kennis en expertise delen en die portfoliokeuzes samen maken.’ Geld is daarin steeds een spanningsveld, want de zorg is in het


Medisch

Erasmus MC duurder. ‘Verzekeraars zijn voor ons enorm belangrijk, we proberen ook in afstemming met hen tot dit soort portfoliokeuzes te komen. Wanneer we op deze manier weer materiaal van veel patiënten toegankelijk maken voor onderzoek, dan komt het geld ook terug. We hebben een sterke onderzoekspositie en niet alleen in tumormateriaal. We zijn onze positie aan het uitbreiden met population based registries: registraties die inzicht geven in de kwaliteit en doelmatigheid van de oncologische zorg. Je kijkt hoe het met patiënten gaat ná hun behandeling. Zijn er complicaties, is het effect van de behandeling goed, worden de juiste keuzes gemaakt wanneer de tumor terugkomt? Dat soort vragen willen we beter in kaart brengen, zodat je ook naar de toekomst toe andere keuzes kunt maken.’ Sonneveld geeft een voorbeeld. ‘Bij Hematologie is een centrum opgezet voor sikkelcelziekte. Deze erfelijke ziekte van het bloed komt veel voor bij immigrantengroepen in Rotterdam. De ziekte is een recessieve bloedziekte, waardoor mensen een sterk verminderde levensverwachting hebben. De ziekte is echter nooit systematisch bekeken of gevolgd. Binnen het centrum proberen we dus zoveel mogelijk patiënten en dragers van de afwijking in kaart te brengen en te volgen. We weten gelukkig steeds beter wat we eraan kunnen doen. Maar ook dan is het van belang dat iemand het overzicht en de regie van de zorg heeft, en dat er niet een plukje hier behandeld wordt en een plukje daar.’

Toekomstige ontwikkelingen Op technologisch gebied zijn grote veranderingen gaande. Sonneveld noemt er vier. Om te beginnen de ontwikkelingen binnen de moleculaire genetica, onderzoek naar afwijkingen in DNA. ‘Je kijkt dan niet alleen naar de buitenkant waar het fout is gegaan, maar ook naar de binnenkant en probeert de fout te identificeren. Is het een eiwit, een gen of een afwijking in de kankercel die verantwoordelijk is voor het probleem? We willen medicijnen ontwikkelen die het specifieke probleem aanpakken en de gezonde cellen niet aantasten. Dat noemen

we personalized medicine. Met onze actie Maak kanker Kansloos maken we ons hier hard voor. Doel van deze actie is apparatuur verkrijgen waarmee we fouten identificeren.’ Ten tweede kan met imaging steeds beter worden afgebeeld wat er aan de hand is. ‘De stap van een gewone röntgenfoto naar een CT-scan was al een hele grote, maar dit gaat verder. Je kijkt nu niet alleen naar de tumor, maar je laat ook zien dat de tumor actief is, door een stofje in te spuiten dat zich aan de tumor bindt. Voor ons is dit een belangrijke innovatie om het effect van een therapie te volgen en de therapie daarop aan te passen.’ Ten derde komen er steeds nieuwere operatietechnieken beschikbaar door robotchirurgie. Als laatste noemt hij de nieuwe bestralingstechnieken, met veel minder schade dan voorheen en een doelgericht effect. In dat licht vindt hij het protonencentrum Nederland een belangrijke stap. ‘Hier gaan we volgens een nieuwe bestralingstechniek met protonen werken. Daarvoor worden units gebouwd in Delft, in samenwerking met de TU Delft en LUMC uit Leiden. Het centrum zelf komt

ook in Delft, naast de TU. Het Erasmus MC is de penvoerder.’

Buitenlandse investeerders De focus op een geïntegreerde aanpak werpt zijn vruchten af. ‘Maar ook daarvoor waren we al een grote speler. We doen klinische trials met medicijnen die onder meer in de Verenigde Staten ontwikkeld worden. Omdat we goed georganiseerd zijn en in het Erasmus MC veel experts zitten, zoeken internationale bedrijven ons op.’ Sonneveld stapt regelmatig in het vliegtuig naar Boston, waar een conglomeraat van internationale farmaceutische bedrijven zit. ‘Na een rondje onderhandelen halen we dan nieuwe middelen naar Rotterdam die nog lang niet beschikbaar zijn voor trials. Hier is veel innovatie mee gemoeid, én geld. Als die farmaceutische industrie nou om de hoek zou zitten, zou je nóg intensiever kunnen samenwerken, dat zou echt versnelling brengen in onze innovaties. De gemeente zou hier een faciliterende rol in kunnen spelen.’ <

Beating cancer together Erasmus MC is the largest university medical centre in The Netherlands, with a new building in central Rotterdam. In co-creation with technical institutes, it is developing new technologies and stimulating related economic opportunities. Since September 2013, all oncology research, education and patient care at the Erasmus MC Cancer Institute has been consolidated and an integrated approach has been inititated. ‘We’re easily the largest oncology institution in The Netherlands, and one of the leaders in Europe, if not the world,’ says professor and doctor Pieter Sonneveld, head of the Erasmus MC Cancer Institute. ‘At the moment, the transition is toward a new base for medicine: molecular biology, including genetics, and DNA research. This attracts scientists from all over the world, and to keep the best of them here we try, via fundraising, to get the most innovative equipment. That makes our research possible, the results of which we feed back into our care. And from there we innovate healthcare.’ Co-creating with businesses, where companies can put research into practice on a larger scale, also plays a role. For example: ‘In the Department of Hematology, we used molecular tests of the tumour to determine whether the patient’s prognosis is good or bad,’ says Sonneveld. ‘After a certain amount of time, we were ready to put it into practice.’ This link between research and practice resulted in the spin-off SkylineDX, a once-small company that is now a world player in diagnostics. ‘They decide on the basis of a piece of tissue if a patient has a high risk of dying soon. You can imagine that therapeutic decisions depend on that.’ One of the next steps in the integrated approach is BeterKeten, in which local hospitals work together in the areas of patient care, education and science. Every hospital has its own focus of expertise; other institutions shouldn’t be regarded as competitors, but as an opportunity to do more. By continually exchanging knowhow, the various companies and institutions in the medical cluster can benefit and grow in the medical world.

pagina 55


pagina 56

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht? Techniek achter Aquatic Drones is breed inzetbaar

In onze oceanen en zeeën drijft steeds meer plastic afval. Het grootste deel hiervan bestaat uit kleine stukjes en vormt een soep van microplastics, ofwel plastic soep. Twee studententeams ontwikkelen onder leiding van Imtech Marine, een bedrijf dat technische systemen integreert, de technologie voor een zeewaardige drone die de plastic soep kan opruimen. tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel

‘De boot moet Maaswaardig zijn. Hij moet waterdicht zijn, wendbaar, licht en hij moet autonoom kunnen varen. Het belangrijkste is dat hij als eerste de overkant haalt. Er komt dus nogal wat bij kijken.’ Aan het woord zijn Jorgen Groeneveld en Michael Verdoold, studenten scheepsbouwkunde. Ze vertellen enthousiast over hún wedstrijdboot. De studenten werken toe naar de wedstrijd Zeeslag, waarbij twee teams de strijd met elkaar aangaan. De boten of drones zullen tijdens de Wereldhavendagen 3.5 kilometer afleggen vanaf het RDM-terrein naar de overkant. Maarten Ruyssenaers, programmamanager Community of Practice Maritiem & Offshore op de RDM Campus vertelt hoe diverse ideeën in het project Aquatic Drones samenkwamen: ‘Imtech Marine, een bedrijf dat systemen integreert, wilde een aantal nieuwe technieken

verder ontwikkelen. Wij van de Hogeschool Rotterdam kwamen met het idee van een botenwedstrijd. Op de achtergrond speelde mee dat we een project zochten om ‘techniek is leuk’ onder de aandacht te brengen. De context van de plastic soep ontstond op hetzelfde moment.’ Mart Hurkmans, coördinator R&D-projecten, Imtech Marine: ‘Wij wilden studenten een boot laten ontwikkelen die onbemand en emissievrij kon varen. Als het principe op een schaalmodel werkt, dan is het op een groot schip ook toepasbaar. In vliegtuigen wordt die technologie al gebruikt en voor de marinesector is dat over vijf of tien jaar ook de realiteit. Die ontwikkelingen gaan heel snel.’

Autonoom varen In 2010 werden de eerste drones op schaal door studenten ontworpen, ontwikkeld en gebouwd. >


Plastic soep

pagina 57

Project Aquatic Drones Samenwerking Het project Aquatic Drones is onderdeel van de Community of Practice Maritiem binnen het Centre of Expertise Sustainable Mainport Innovation van de Hogeschool Rotterdam. Hierbinnen werken onderwijs, ondernemers en onderzoekers met elkaar samen aan complexe en innovatieve uitdagingen. Daarnaast wordt ook de samenwerking gezocht met overheden om de juiste voorwaarden te scheppen rond regelgeving en beleid. Technologie Het project combineert diverse disciplines: elektrotechniek, werktuigbouwkunde, maritieme techniek en scheepsbouwkunde. Technisch gezien worden er een aantal cross-overs gemaakt naar terreinen als sensoren, autonomie, big data, 3-D printen en scannen. Betrokken bedrijven Imtech Marine, IHC Merwede Dredging, MTI Holland, Jules Dock, Dobots, Twnkls en specialistische MKB-ers. Betrokken opleidingen Hogeschool Rotterdam: Werktuigbouw, Elektrotechniek, Technische Informatica. Rotterdam Mainport University: Scheepsbouw en Marine Officier. Albeda College: Werktuigbouw en Elektrotechniek.


pagina 58

Sindsdien voegen elk jaar nieuwe groepen studenten componenten toe en wordt de techniek verder geoptimaliseerd. Dit keer is de romp aan de beurt. Eerder waren dat onder meer de grijparmen en de aandrijving van de boten. Voor het eerst zullen de boten dit jaar autonoom varen. Ook dynamic positioning wordt toegepast, een systeem dat automatisch de positie en koers van een schip constant houdt door gebruikmaking van de eigen schroeven. De technologie achter de Aquatic Drones is breed toepasbaar. De drones kunnen ingezet worden om de plastic soep op te ruimen. Maar denk ook aan drones die kade-inspecties onder water uitvoeren of die vervuiling opsporen op zee.

Samenwerking bedrijfsleven De teams bestaan uit twaalf studenten: mbo- en hbo-studenten scheepsbouw en werktuigbouw, en een serviceteam met studenten Electrotechniek en Technische Informatica. Beide teams bedachten een eigen plan met bijbehorende tactiek en techniek. Zo heeft de ene boot een vaste schroef met een roer erachter, de andere boot gebruikt een roerpropeller als aandrijving. Verdoold: ’In tien weken tijd hebben wij met ons hele team een ontwerpdocument en de planning rond gekregen. Het plan wordt door Imtech Marine beoordeeld, onze opdrachtgever, waarna de fase van het bouwen kan beginnen. Ook die fase duurt tien weken, dat betekent flink aanpoten dus.’ Waarom werken bedrijven zoals Imtech Marine eigenlijk samen met het onderwijs en de kennisinstellingen? Hurkmans: ‘Studenten komen vaak met frisse ideeën en creatieve oplossingen en dat

houdt ons scherp. Daarnaast is het een goeie manier om met getalenteerde studenten in contact te komen en blijven we op de hoogte van innovatieve vraagstukken en ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van 3-D printing. Bovendien lopen studenten in dit soort multidisciplinaire projecten tegen dezelfde dingen aan als waar wij in het bedrijfsleven ook tegenaan lopen. De werkzame principes achter integrale samenwerking zijn voor ons interessant.’

Communicatie Een grote uitdaging van het project ligt op het gebied van communicatie. Want: hoe krijg je informatie gestroomlijnd tussen zoveel partijen en studenten onderling? De tijdsdruk speelt daarbij een rol. Groeneveld: ‘Je moet een superteam hebben en in heel korte tijd een boot in elkaar zetten, daar ligt best een uitdaging.’ Verdoold: ‘In het begin wilden sommige studenten bijvoorbeeld niet naar de RDM Campus komen. Dat werkte niet.’ Ruyssenaers vult aan: ’Belangrijk zijn de regelmatige afstemming en herijking in het project. Juist omdat er steeds nieuwe studenten aan het project werken is het belangrijk om de doelen en werkzaamheden continu af te stemmen en veranderingen door te voeren. Het voortbouwen op kennis en ervaring en het zoeken naar de verbinding van ieders werkterrein blijft daarbij een uitdaging.’ IT zou daar wellicht faciliterend in kunnen zijn. Voor de toekomst wordt gedacht aan een digitale community waar zoekfuncties aan de informatie gekoppeld kunnen worden.

Grote teams, veel deeltijdstudenten. Het zijn uitdagende omstandigheden om aan een multidisciplinair project te werken. Ruyssenaers: ‘De werkwijze en manier van samenwerking zijn uniek en vernieuwend. Bedrijven, studenten, onderzoekers en overheden vullen elkaar aan vanuit ieders achtergrond en expertise. Deelnemers en in het bijzonder de bedrijven stellen zich open op. Iedereen zoekt de ruimte om samen te werken. Tegelijkertijd is het ook een uitdaging om een modus operandi te vinden. Wat werkt er voor al die partijen die allemaal ook nog eens een andere taal spreken?’ Het voordeel van de RDM Campus is wel dat je op een laagdrempelige manier met studenten en andere bedrijven en disciplines in contact komt.’

Ambachtelijkheid 2.0 Aan Kees Pieters, lector haveninformatie, Kenniscentrum RDM Campus de vraag of deze werkwijze zich in de toekomst zal voortzetten en hoe we ons daar op kunnen voorbereiden. ’Als lector ben ik vooral bezig met de vraag wat de studenten over vijf of tien jaar moeten leren. Allereerst is dat de ambachtelijkheid 2.0. Dat betekent dat een student abstract moet kunnen denken en tegelijk ook fysiek iets moet kunnen maken. Tegenwoordig zijn hier veel middelen voor, denk aan het Stadslab Rotterdam en de 3-D printer op de RDM Campus. Wat daarop aansluit is dat we technologie echt tastbaar willen maken voor hbo-studenten. Het project Aquatic Drones is een goed voorbeeld, het heeft een enorme


Plastic soep

meerwaarde voor studenten. Een onderzoek alleen op papier uitvoeren is binnenkort echt verleden tijd. Tenslotte: de wereld verandert snel. Daarom is het belangrijk dat studenten leren om flexibel te zijn en zelf de verantwoording nemen om zich dingen eigen te maken. Voor ons betekent dat het aanbieden van een klein curriculum, maar met een grote schil erom heen.’

Probleem van iedereen Als je niet samenwerkt gaan de ontwikkelingen aan je voorbij. Alleen om die reden al zullen we volgens Pieters over tien jaar meer interdisciplinair samenwerken bij ingewikkelde vraagstukken. Deze manier van werken spreekt de studenten van het project Aquatic Drones erg aan. Verdoold: ‘Het is een project op schaal en lijkt op projecten waar we later ook mee te maken krijgen. Het is een samenspel tussen studenten van verschillende disciplines waarbij iedereen zijn eigen expertise en ideeën inbrengt. Op deze manier leer je veel meer. Groeneveld valt bij: ‘Je leert samenwerken met andere disciplines, dat is in de professionele wereld ook zo.’ Ruyssenaers: ‘Plastic soep is een probleem van ons allemaal en daarom ook weer van niemand. Binnen dit project bindt de context van de plastic soep mensen aan elkaar. Bovendien geeft het de techneuten een drive omdat ze contact hebben met een toepassingsgebied.’

pagina 59

Is there an end in sight for the Pacific Garbage Patch? Our oceans are filled with more and more plastic garbage. Most of it comes in the form of small pieces that form a soup of microplastics, or plastic soup. Under the direction of Imtech Marine, a company that integrates technical systems, two student teams are developing a seaworthy drone that could clean up the plastic soup. The Aquatic Drones project is a part of the Maritime Community of Practice at the Hogeschool Rotterdam’s Centre of Expertise Sustainable Mainport Innovation, where educators, students, entrepreneurs, government and researchers work together on complex and innovative challenges. The project combines several diverse disciplines: electrical engineering, mechanical engineering, marine engineering and naval architecture. A number of crossovers has also been made in areas such as sensors, autonomy, big data, 3-D printing and scanning. The technology behind the Aquatic Drones has many applications. The drones can be used to clean up the plastic soup, but also perform underwater dock inspections or detect pollution at sea. Maarten Ruyssenaers, program manager of Maritime & Offshore innovation teams on RDM Campus, says the diverse ideas in the Aquatic Drones project came together serendipitously when Imtech Marine wanted to further develop some new techniques. Mart Hurkmans, coördinator of R&D projects at Imtech Marine says: ‘We asked students to create an unmanned, zero-emission boat. If the principle works on a scale model, then it’s applicable to a large ship. Things develop fast. This technology is already used in airplanes, and will be a reality in the marine sector in five to ten years. Plus, the students come with fresh ideas and creative solutions, and that keeps us on our toes.’ If you don’t work together, developments can pass you by. This collaborative working manner speaks to the students of the Aquatic Drones project. ‘Plastic soup is everyone’s problem, and no one’s,’ says Ruyssenaers. ‘This project brings people together in the context of plastic soup. Moreover, it motivates the technicians because they’re working with an application in a concrete way.’


pagina 60

Hufterproef De award winnende SecuBike fietskluis combineert innovatief design met gebruiksgemak en veiligheid. Door de ronde vorm van het dak blijven vuil, bladeren en water niet liggen. De kluis is met sleutel of eigen OV-chipkaart te openen en ongevoelig voor inbraak en vandalisme. www.sparkdesign.nl

made inno1 o

Zwevend beeld Afbeeldingen ophangen zonder lijst? Dat kan. Het Xpozer systeem geeft een ongekend mooi en professioneel effect, alsof de afbeelding voor de muur zweeft. Maximaal effect met minimaal materiaalgebruik! Onder meer te koop bij de HEMA. www.sparkdesign.nl

tekst en samenstelling: Yvette van Dael

In vliegende vaart Een baanbrekende verbinding tussen technologie, ontwerp en experiment maakt het onmogelijke mogelijk. Dit unieke voertuig rijdt als een auto en vliegt als een gyrocopter. Is vanaf 2016 op de markt. www.sparkdesign.nl


pagina 61

Draagcomfort voorop Spark ontwierp voor Etto een nieuw fietshelm-verstelsyteem. Dit lichtgewicht systeem sluit goed aan op het hoofd, geeft de fietser meer comfort en draagt bij aan een betere performance. www.sparkdesign.nl

Een tweede leven Reclamevlaggen die nog prima te gebruiken zijn. Dat bracht Janine Sikkink op het idee van Funnyflags. Zij recyclet vlaggen en banners tot duurzame en unieke producten. www.funnyflags.nl

Meer kans op overleven

Solid as a rock

Het Rescue Tip-Board is een ingenieus opblaasbaar reddingsvlot waarmee hulpverleners sneller en veiliger reddingen in het water en op ijs kunnen uitvoeren. www.sparkdesign.nl

Om een aantal unieke eigenschappen van solid surface materiaal (met name gekend onder de merknaam CorianÂŽ) te laten zien heeft Shaped Solids een vogelhuisje vervaardigd. De mezen wisten dit stukje vakwerk snel te vinden. www.shapedsolids.com

Oranje voor ING Achter de knaloranje fronten van de ING-pinautomaten zit een goed doordacht concept met als uitgangspunten: herkenbaarheid door vormgeving, duurzaamheid door de intelligente dimmers voor ledverlichting ĂŠn installatiegemak. www.sparkdesign.nl


pagina 62

Sociale innovatie heeft meerwaarde Elk jaar kunnen er leerlingen, soms met een achterstandspositie, stage lopen bij stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. uit Portugaal. Het 76 jaar oude familiebedrijf is dit jaar uit ruim 2000 bedrijven verkozen tot beste leerbedrijf in de afbouwsector in Nederland. Directeur Rob Smaal: ‘Daar ben ik best trots op. Het is een bekroning op onze visie, onze inzet en de aandacht die wij besteden aan onze medewerkers.’ tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar


pagina 63

>> Uiteindelijk ligt het altijd aan de mensen die je treft en of zij bereid zijn je iets te leren <<

‘Jongeren die je een kans geeft zijn vaak goeie werknemers, loyaal en betrokken’, zegt Rob Smaal die het belangrijk vindt om te investeren in de relatie met zijn personeel. ‘Ik heb een enorme passie voor dit beroep en die breng ik over op mijn medewerkers. Ik betrek hen bij alles wat we doen. Dat motiveert en creëert betrokkenheid. Zij groeien dan ook mee met het bedrijf. Sommige jongens zijn al bijna dertig jaar bij ons in dienst. Ook hun gezinnen horen er helemaal bij. Wij hebben veel expertise in huis en die willen we graag doorgeven aan volgende generaties. Daarom bieden we elk jaar een paar jongens die zich willen bekwamen in het stukadoorsvak een leerplek aan.’

Sociaal innoveren Sociale innovatie begint bij personen en organisaties die een maatschappelijk probleem zien en het plan opvatten er iets aan te doen. Smaal staat voor sociale innovatie binnen zijn eigen bedrijf maar kijkt ook verder en pleit daarom voor ondersteuning en beloning voor andere erkende leerbedrijven. Hoe meer

bedrijven zich richten op sociale innovatie, hoe aantrekkelijker het imago van de hele sector wordt. Technische beroepen krijgen op die manier ook meer aanzien. ‘Om erkende leerbedrijven in de toekomst in staat te stellen leerlingen te laten deelnemen aan het arbeidsproces, moet er meer steun komen vanuit de overheid door deze bedrijven een voorkeursbehandeling te geven bij aanbestedingen. De hoofdaannemer moet verplicht worden met deze bedrijven in zee te gaan.’ Smaal vervolgt: ‘Alleen dan zal er weer meer interesse komen vanuit de bedrijven om leerlingen op te leiden en zal de concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven die werken met goedkope arbeidskrachten verbeteren. Scholen kunnen hun leerlingen weer een stageplaats garanderen en de werkloosheid onder vaak laag opgeleide jongeren zal afnemen. De bedrijven kunnen dan als tegenprestatie een carrière startgarantie geven.’ Ten slotte: ‘Als je weet dat er alleen al op Rotterdam-Zuid voor 300 miljoen euro gebouwd gaat worden en de overheid zou deze bedrijven belonen, dan wordt werken in de afbouwsector weer aantrekkelijk!’ >


pagina 64

Jermaine Wallé ‘Drie dagen in de week loop ik stage bij R. Smaal B.V. De rest van de week zit ik op school waar ik de basisopleiding tot stukadoor volg. Via school kwam ik in dit bedrijf terecht. Rob Smaal kwam naar school om te bepalen of ik in het team zou passen. Op school leer je een basis die je in de praktijk verder uitbouwt. Het afgelopen jaar heb ik vooral veel geleerd op het gebied van discipline en verantwoordelijkheid. Inmiddels heb ik mijn praktijkdiploma gehaald. Ik word heel goed begeleid door het hele team. In het begin moest ik wel wennen aan het ritme en kwam ik steeds te laat. Rob gaf toen een hele grote wekker cadeau. Vanaf dat moment ben ik elke dag op tijd gekomen. In een ander bedrijf zou ik er misschien wel uitgezet zijn. Uiteindelijk ligt het altijd aan de mensen die je treft en of zij bereid zijn je iets te leren. Je eigen instelling en motivatie zijn belangrijk. Hier kijken ze niet alleen naar mij als werknemer, maar ook als mens.’ Ben van der Meer ‘Via het UWV kwam ik bij R. Smaal B.V terecht. Toevallig was ik hen ook zelf via het internet op het spoor gekomen. De laatste jaren ging het niet zo goed met mij, en bij dit bedrijf heb ik een kans gekregen. Als het goed blijft gaan, krijg ik misschien wel een halfjaarcontract aangeboden. ’s Avonds ben ik heel moe maar dat hoort bij het harde werken. In het begin keken ze naar de kwaliteit van mijn werk, mijn tempo, dat soort dingen. Ik snap wel dat ze zijn uitgekozen als beste leerbedrijf. Je wordt hier namelijk heel goed begeleid, daar is echt ruimte voor. Als leerling krijg je een mentor. Die laat mij van mijn fouten leren. Laatst was ik de kuip vergeten, dat liet hij gebeuren. Maar in de pauze kwam hij er even op terug en zei: ‘Je komt er vanzelf achter, daar leer je van.’ Dat vind ik ook. Het gaat nu prima en mijn werk is goed. Dat zal zo blijven.’

>> Als het goed blijft gaan, krijg ik misschien wel een halfjaarcontract aangeboden <<

Beste leerbedrijf Stukadoors- en spuitbedrijf R. Smaal B.V. is onlangs verkozen tot beste leerbedrijf in de afbouwsector in Nederland. Het familiebedrijf heeft volgens de jury het juiste oog voor vakmanschap, mensen worden er langdurig opgeleid en het bedrijf biedt mogelijkheden voor een vast dienstverband. Ook zorgen contacten met aanpalende bedrijfstakken voor een positieve invloed op de ontwikkeling van medewerkers. Het bedrijf heeft een goede balans tussen particuliere en zakelijke klanten, grote en kleine opdrachtgevers. Naast vaste medewerkers werkt het bedrijf met een pool flexkrachten.

Waddingswaard 1 – 3176 XD Poortugaal / t: +31 (0)10 202 85 55 / www.rsmaalbv.nl


INN010 ambassadeur

pagina 65

Bert Hooijer is directeur van RDM Campus / Centre of Expertise en één van de initiatiefnemers van INN010 De Rotterdamse haven heeft een enorme ambitie: de duurzaamste haven worden van de wereld. Rotterdam wil tegelijk ook de meest attractieve stad zijn. Voor de bewoners om in te leven, wonen en werken en voor het bedrijfsleven om zich in te vestigen. Platform INN010 ondersteunt deze ambitie en draagt bij aan de verbinding tussen stad en haven. Een toekomstbestendige en cleantech regio.

de diverse sectoren komen we terecht bij nieuwe oplossingen. Een voorbeeld: we kunnen investeren in steeds grotere vervoersmiddelen, maar we kunnen ook de aansluitingen in het netwerk beter regisseren. Denk ook aan de rol van ICT en 3-D printen voor de maritieme sector. We hebben het over ontwikkelingen die enorm bepalend zullen zijn.

Dit magazine informeert bedrijven over ontwikkelingen en innovatie. Maar INN010 is meer dan een magazine. Tijdens de releases van elk nummer zullen er discussies en lezingen worden georganiseerd over innovatie waarbij tussen diverse sectoren cross-overs gemaakt worden. Dit samenkomen en met elkaar uitwisselen van informatie leveren ons inspiratie, uitbreiding van netwerken en nieuwe bedrijvigheid. Heel belangrijk is dat we de social media nu verder gaan vormgeven; een e-platform, website en nieuwe manieren voor informatie-uitwisseling.

Persoonlijk heb ik ook echt een passie voor innovatie. En dat is precies wat we eigenlijk op RDM Campus doen. Studenten die eerst in de laidbackmodus zijn zie ik vervolgens bevlogen werken aan een opdracht uit het bedrijfsleven. Ik geloof ook echt in de gouden driehoek: onderzoek - onderwijs - bedrijfsleven. RDM Campus / Centre of Expertise fungeert hierin als de kennismotor. Door gezamenlijk te werken aan innovatie ontstaat onderlinge betrokkenheid en dat raakt nu juist de kern. Wij denken dat de innovatie op het grensgebied ligt tussen de sectoren. En daar wil ik als ambassadeur verder op voortbouwen. <

Platform INN010 brengt sectoren met elkaar in contact en laat mensen nadenken over oplossingen van vraagstukken waar we gezamenlijk tegenaan lopen. Nieuwe manieren van denken en werken zijn nodig. Door de cross-overs tussen

In de volgende INN010 geeft Bert Hooijer het stokje door aan Luuk Prevaes. Hij is programmadirecteur van de organisatie Stadshavens Rotterdam.

‘De duurzaamste haven van de wereld’


Inspiratie uit innovatie

INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.

inn010.com


pagina 67

colofon Juni 2014 / nummer 2 Uitgever: A&A business, Partner in duurzaam ondernemen Postbus 24113 3007 DC Rotterdam info@aenabusiness.nl Losse verkoop: € 6,95

Partners:

Redactieteam en bladmanagement: Yvette van Dael, Ellen Lengkeek Freelancers: Karen Aue, Madelon Stoele Engelse vertaling: Anik See, Deloitte Redactie denktank: Deloitte: Anna-Carlijn van der Wal, Cees Jorissen, Klaas Winters Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam: Jillian Sant-Barendregt, Léon la Rivière RDM Campus / Centre of Expertise: Bert Hooijer Van Lanschot Bankiers: Raymond van Wijnen R. Smaal BV: Rob Smaal

Informatie: Inn010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000) wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences & health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt INN010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio. Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen, advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met A&A business, info@aenabusiness.nl, Annemarie Teeken 06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596. Copyright: Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico.

Fotografie: Redactionele pagina’s en cover: Freek van Arkel Bedrijfsreportages: Sjors Massar en archief bedrijven, tenzij anders vermeld

Aansprakelijkheid: Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden.

Vormgeving: Advice reclame adviesbureau

Druk: Zalsman Zwolle

Art-direction: Jasper Hofman Advertenties: Rob Smaal Annet Spijkerman Annemarie Teeken

Verdieping

Scan de QR-code en kom meer te weten over één van onderstaande INN010 artikelen.

Gunstige financieringen voor kansrijke projecten.

Samen kanker kansloos maken. Van moleculaire biologie tot medicijnen op maat.

Is het einde van de ‘plastic soep’ in zicht?


HĂŠt kennis- en businessplatform voor innoverend Rotterdam inn010.com

ďŒŠ twitter.com/inn010 ďŒ™ linkedin.com/inn010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.