ECV Nieuwsbrief

Page 1

NIEUWSBRIEF driemaandelijks (juli-aug-sep) 2013 - jrg. 29 - nr. 1 www.ecvnet.be info@e-c-v.be

Preekje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Wat is onze Evangelische Identiteit? . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Interview Filip De Cavel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Attent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Uit het bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Waarom is de wereld toch niet vergaan? . . . . . . 9 LiturgieĂŤn doorheen de geschiedenis . . . . . . . . . . . 10 SOS Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Jezus, IsraĂŤl en de kerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Wat God in europa doet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het charismatisch pastoraat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 CMA still rides! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Brand in Rome . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Identiteit Zorg voor zorgenden

Aangesloten bij de eav


PREEKJE

G I L A Z

K E R P S

N E G N I

Stichtend artikel

De waarden van het koninkrijk

Levi Verstraeten

Wil je echt gelukkig zijn? Als die vraag gesteld wordt in de Dag Allemaal of in Voetbalmagazine, welke antwoorden verwachten we dan? Een doorsnee-Hollywoodfilm of -serie begint vaak met een knappe, goedgeklede man die een stralende, jonge vrouw heeft en samen met zijn coole kinderen op vakantie gaat naar een rustig strand om uit te rusten van zijn succesvolle job. Meestal gebeurt dan iets wat dit tijdelijke geluk verstoort, anders zou de film niet veel te bieden hebben.

ten elke nieuwe generatie van christenen beweegt. De rijkdom van deze karakters is onuitputtelijk. Zoals John Stott het treffend beschrijft: ‘We are near heaven here’. Laten we het even houden bij de eerste zaligspreking in Matteüs 5:3.

Welke geluksidealen streven wij, als volgelingen van Christus, na? Waarin zijn wij geheel anders? Welke waarden spannen de hoogste kroon in het Koninkrijk van God? Je kunt die vragen met een cliché beantwoorden en je er snel vanaf maken, terwijl je eigen levensstijl vooral gericht blijft op stabiliteit en welvaart, zoals voor vele West-Europeanen. Ikzelf werd diep bewogen en bepaald bij Jezus van Nazareth op de berg, wanneer Hij de zaligsprekingen onderwijst. De Here Jezus beschrijft hier mensen die een gevarieerd karakter uitdragen. Mensen die op hetzelfde moment zachtmoedig en barmhartig zijn, nederig en zuiver van hart, treurenden en hongerigen naar gerechtigheid, vredestichters en vervolgden. Deze mensen worden door de Here Jezus als ‘gelukkig’ beschreven omdat God de Vader hen zo ziet. Jezus belooft hen ware ‘zegeningen’. Ik geloof dat deze heldere woorden en diepgaande gedach-

De achtergrond van deze zaligspreking is te vinden in het Oude Testament bij de Wet, Psalmen en Profeten. David beschreef zichzelf toen hij zich bij Abimelek als een waanzinnige gedroeg, zodat deze hem wegjoeg, en hij heenging: ‘In mijn verdrukking riep ik tot de HEER, Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.’ Deze ellendige man kon zichzelf niet redden van zijn benauwdheid en keek daarom naar God voor zijn redding, terwijl hij besefte dat hij deze redding niet kon opeisen.

P

“Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.” Volgens Jezus is het karakter van een nederig hart (of een arme geest) een van de kostbaarste eigenschappen die een mens kan bezitten. In Gods gunst staan, gezegend en gelukkig zijn, dat ben je als je met lege handen voor Hem komt en beseft dat je het niet waard bent bij Hem te komen. Wie bij Gods koninkrijk hoort, heeft een nederig hart ten opzichte van Hem, van zichzelf en van de andere mensen.

Je maakt geen indruk op God met je rijkdom zoals een diploma, allerlei kwalificaties of zelfs wat je allemaal doet in je geloofsgemeenschap. Je kan bij Hem geen rechten doen gelden. Pas als je je plaats in het universum kent en weet dat je Hem eigenlijk niet veel kunt aanbieden, noemt Hij je gelukkig. Dat is de ware kwaliteit van een volgeling van Jezus.

2

Een Engelse hymne vat de taal van een arme van geest samen: ‘Nothing in my hand I bring; Simply to thy cross I cling; Naked, come to thee for dress; Helpless, look to thee for grace; Foul, I to the fountain fly; Wash me, Saviour, or I die; Een nederig hart hebben betekent niet alleen dat je je plaats kent als je voor God komt, maar heeft ook een grote invloed op je omgang met andere mensen. Ouderen mogen nederig zijn als jongeren een andere mening dan zij hebben. Man en vrouw mogen nederig zijn als zij in hun huwelijk elkaar leren liefhebben. Een nederig hart is misschien ook wel een van de vruchten par excellence die we proeven bij mensen die God waarlijk volgen. Met dit karakter spreekt Jezus in één adem een prachtige belofte uit: voor hen is het koninkrijk van de hemel. Als volgelingen van Christus is het goed om van tijd tot tijd stil te staan bij onze waarden. De zaligsprekingen geven weer hoe de burgers van Gods koninkrijk zich gedragen en wat hen drijft. Ze zijn een beschrijving. Tegelijkertijd vormen zij een uitdaging om waardig aan de roeping die je hebt ontvangen, te leven. Hoe tastbaar zijn de waarden van Gods koninkrijk dan in jouw leven? Goede God, nederig staan wij voor U. Wij zijn uw kinderen en horen bij uw koninkrijk. Geef ons de genade om uw waarden werkelijk in ons hart te dragen. Mag onze nederigheid U blij maken.


WAT IS ONZE EVANGELISCHE IDENTITEIT? Filip De Cavel, coördinator ECV

Informerend artik el

Onze identiteit in Christus, de opgestane Heer, ligt veilig. Waarom ons dan nog verder zorgen maken over een ‘evangelische’ identiteit? En wat betekent ‘evangelisch’ nu? Is het een te breed begrip geworden waar iedereen te pas en ten onpas zich onder kan verschuilen? Of een label die zijn houdbaarheidsdatum al lang heeft overschreden? De ECV nam deze vraag rond haar evangelische identiteit ter harte. In 2012 zou de ECV gericht meewerken om dit op de agenda te plaatsen. In 2013 hoopt het bestuur enkele gepreksmomenten met leden uit de ECV te organiseren. Dit artikel biedt een stand van zaken aan naar aanleiding van enkele conferenties waar we als ECV aan meewerkten.

E

Het zal u niet verbazen maar heel wat gelovigen waren ‘ooit evangelisch’. Dat ze het niet meer zijn, betekent niet dat ze ongelovig zijn geworden. Sommigen zijn teleurgesteld in een evangelische kerk, haar leiders of medegelovigen. Anderen in haar theologie of de manier waarop binnen sommige evangelische kringen met de Bijbel wordt omgegaan. Sommigen worden terug of voor het eerst rooms-katholiek, nog anderen bezoeken nu een VPKB-kerk.

Wat we niet zijn

“We zijn evangelisch, niet rooms. We zijn evangelisch, niet vrijzinnig. We zijn evangelisch, niet pinkster.” Wat kort door de bocht, maar werd niet een hele generatie evangelische gelovigen in Vlaanderen zo opgevoed? Met een anti-identiteit, met nadruk op wat we niet zijn. Op zich helemaal te begrijpen. Echter, een nieuwe generatie jongeren en jongvolwassenen is niet vertrouwd met de

achtergrond van de exodus van eerdere generaties bijbelgetrouwe gelovigen uit de traditonele kerk. Maar ze blijft wel vragende partij om haar identiteit scherp te stellen en daagt ons nu dus uit met de vraag: “Wie zijn we dan wel? Wat is ‘evangelisch’? Als we dan niet dit zijn, wat zijn we dan wel?” Bij uitbreiding stelt zich evenzeer de vraag wat de verschillen zijn tussen pakweg een VEG, een ECV- en een BEZ-gemeente. Deze en andere vragen gaven de aanleiding voor een werkgroep ‘Evangelische Identiteit’ om in samenwerking met de ETF na te denken over onze evangelische wortels, beweging, beleving en theologie. Twee conferenties volgden, in maart en april van vorig jaar.

Het evangelisch landschap Wat blijkt, is dat het kerkelijk landschap in Evangelisch Vlaanderen enorm gefragmenteerd lijkt. Op een relatief klein grondgebied werken en leven zes denominaties samen onder de evangelische vleugel van de Federale Synode. Die zes denominaties vertegenwoordigen samen 123 Nederlandstalige gemeenten. Daarin zijn niet de erkende anderstalige gemeenten verrekend die zich verwant weten met de evangelische beweging, noch de gemeenten die niet aangesloten zijn bij een denominatie (bvb. huisgemeenten, vergadering van gelovigen, 5-sola-baptisten, messiaanse gemeenten,… ed). Rekenen we daarbij nog eens alle organisaties in Vlaanderen die vanuit de evangelische geloofsbelijdenis deze gemeenten bijstaan, dan komen we algauw tot een kleurig palet van beleving en belijdenis want uiteraard bestaan heel wat onderlinge verschillen tussen deze gemeenten en organisaties.

De praktijk (het ECV-landschap) De 24 ECV-gemeenten richten zich voor hun evangelische invulling op het document ‘Identiteit en Werking’ dat op de ECV-website te lezen is. Dit is een vrij algemene tekst en lijkt in grote mate ook op wat andere de-

nominaties onderschrijven met hier en daar eigen theologische accenten. Dit document is echter geen garantie voor de manieren waarop we omgaan met ons evangelisch zijn: de ene vult dit heel strak in, de andere laat meer ruimte voor interpretatie. Hoe ga je in een lokale en autonome gemeente, waar verschil van mening bestaat over hoe genereus we moeten omgaan met de evangelische ‘andere’, om met deze veelkleurigheid? Een paar voorbeelden: de ene ECV-gemeente ziet geen graten in een samenwerkingsproject met een pinkstergemeente, moedigt zelfs leden aan om een pinksterconferentie bij te wonen. Een andere gemeente gaat hier behoedzamer mee om, zoniet afwijzender. Zo zijn er meerdere voorbeelden te vinden. Waar men bij de geboorte van een nieuwe beweging zoals de ECV nood had aan een duidelijke en uniforme uitwerking van haar identeit, is dit na 40 jaar minder evident. Neem hierbij de globalisering en de opkomst van het internet als belangrijke nieuwe elementen en de lezer weet dat elke gemeente zich zal moeten bezinnen over haar identiteit en het omgaan ermee in verhouding tot andere evangelische groeperingen. Dit brengt intern, dus ook binnen de ECV, soms spanningen aan de oppervlakte. Sommige gemeenteleden voelen zich enerzijds aangetrokken tot een meer charismatisch beleven van hun evangelisch zijn, anderen oriënteren zich dan weer op een behoudsgezinde manier en worden (terug) lid van een vergadering van gelovigen of een gemeente met puriteinse inslag en nog anderen….enfin, u begrijpt de nood aan een bezinning over ‘wat is nu evangelisch?’.

De vier kenmerken We vonden een aanknopingspunt in het boek ‘Four Views on the Spectrum of Evangelicalism’ (Vier benaderingen van het Evanvervolg op p. 5

3


INTERVIEW FILIP DE CAVEL Raymond R. Hausoul

November 2012 ontving Filip De Cavel zijn lang verwachte masterdiploma aan de Evangelische Theologische Faculteit. In een interview spreekt Raymond Hausoul met hem over zijn masterproef. Filip, allereerst van harte gefeliciteerd met het behalen van je diploma. Eindelijk is het werk volbracht. Je thesis draagt als titel: A Calibration of ‘Worldview-Talk’: A Critical Evaluation of James K.A. Smith’s use of ‘Social Imaginary’ as a Critique of Rationalistic Worldviews. Hoe kwam je op de gedachte om het in die richting te zoeken?

Inter view

De titel is een mondvol, maar de lezer merkt alvast één naam op: James K.A. Smith. Hij is een Canadese christen-filosoof die doceert aan Calvin College, een gereformeerde universiteit. Smith groeide op bij de Plymouth-Brethren (een broederachtergrond), specialiseerde zich in het postmodernisme en verricht nu baanbrekend werk op het domein van filosofie en pinkstertheologie. Op het eerste gezicht een vat vol tegenstrijdigheden? Juist dat sprak me aan in zijn leven en werk! In 2006 ontmoette ik Smith aan de Katholieke Universiteit Leuven. Als evangelicaal opende hij het symposium over ‘Augustinus en het postmodernisme’. Zijn werk kwam voor mij net op tijd. Ik voelde toen een onbehagen en onbestemd gevoel over de manier waarop evangelischen omgingen met kerk, discipelschap, cultuur en zending. Vooral in Desiring the Kingdom suggereert Smith dat de manier waarop wij vanuit onze evangelische achtergrond omgaan met deze thema’s niet altijd behulpzaam

is. Toen professor Ronald Michener me vroeg een thesis-onderzoeksvraag te formuleren die Smith kritisch bestudeerde, was ik gewonnen. Je thesis kadert in de systematische theologie en benadrukt sterk de filosofische benadering van je onderwerp. Was dat een bewuste keuze? Heel bewust. Sinds ik mijn studies in 1990 begon, koos ik voor een deeltijdse opleiding: met één voet in de klas en met de ander in het gemeenteleven. Theorie en praktijk moesten samengaan. Daar lag ook mijn focus. Praktische ervaringen lieten me theoretisch nadenken over hoe ik nog beter kon denken en dienen. Graag zoek ik voortdurend naar deze vertaalslag van praktijk naar theorie en andersom. De filosofisch-theologische aanpak hielp me in de praktijk de juiste vragen te stellen en denkkaders te bouwen. Het maken van zulke vertaalslagen blijkt niet altijd eenvoudig. Populariseren blijft een moeilijk ambacht. Hoe zou je reageren op de volgende uitspraak: ‘Christenen maken dikwijls onbekommerd gebruik van gangbare wijsgerige begrippen en denkpatronen. Tijden lang vergeleken theologen de filosofische scholen met de schatten die Israël mocht meenemen uit Egypte. Zelden besefte men hierbij dat deze filosofische werkelijkheidsvisies en ingeslepen denkschemata via onze westerse denkgewoonten een blokkerende rol speelden. Maar theoretische denkmethoden zijn niet te vergelijken met een fietspomp die men even bij de buurman kan lenen.’ Aurelius Augustinus (354-430) wees al vroeg op het nut van het Egyptische goud (De Doctrine Christiana II:60). Met een ge-

4

lijkaardige ingesteldheid wenst ook James Smith dit goud en zilver van de niet-christenen af te nemen en het correct te gebruiken voor Gods koninkrijk. Francis Schaeffer (1912-1984), één van de boeiendste en bekendste geloofsverdedigers, geldt als een evangelicale voorloper op dit terrein. Schaeffer ging in dialoog met het existentialisme, de filosofie van zijn tijd. Smith doet dat met het postmodernisme. Is dit postmodernisme een allesverslindend monster of een welkome gast aan de evangelische tafel? Smith pleit met de nodige voorzichtigheid voor het tweede. Hij nodigt de postmoderne denkers figuurlijk uit in de kerk. Zij maken ons immers bewust van denkschema’s die onze kerk inslopen en onze Godsrelatie vertroebelen. Zo zijn wij bijvoorbeeld kinderen van de hypermoderne tijd waar het ‘ik’ centraal staat. Het postmodernisme nuanceert dat en wijst op onze bescheiden plaats in de geschiedenis. De moderne mens denkt alles te kunnen verklaren, de postmoderne laat ruimte voor het mysterie. Deze tegenstelling biedt stof voor een boeiend gesprek waar wij ons voordeel mogen uit putten. Waarin kan jouw onderzoek een praktische bijdrage leveren aan de geloofswandel van de gemiddelde christen?

Ten eerste in de eredienst – Evangelischen benadrukken terecht Gods Woord maar lopen gevaar het onderscheid tussen Gods Woord en hun methode om dat Woord te verkondigen, niet te doorzien. Waar dat gebeurt, mondt de eredienst uit in een informatieve collage van boodschapjes via gebeden, mededelingen, teksten, preken en getuigenissen. De zorg voor de gemeenteleden moet echter breder gaan dan enkel verstandelijk georiënteerd onderwijs. Het gaat niet enkel om informatie over God,


maar om relatie met God. Niet alleen het verstand, ook de emoties, de wil, kortom het hele hart moet worden aangesproken in de eredienst. Je proeft dat verlangen vandaag doordat christenen enerzijds meer hongeren naar een aanbidding, zoals die bij Hillsong en charismatische groeperingen gebeurt, en anderzijds verlangen naar een liturgie die aandacht heeft voor hymnes, collectieve gebeden en het kerkelijk jaar. Laat een bepaalde allergie aan overdreven emoties niet betekenen dat ervaringsgerichte momenten van onderwijs worden geweerd uit de samenkomsten! Je hoeft het ervaringsgerichte kind niet weg te gooien met het overdreven emotionele badwater. Naast het verstandelijke, leeft ook het affectieve in ons. Juist dat laatste heeft meer impact op onze vorming als mens, dan louter informatie-overdracht. Liturgie die ruimte biedt aan verschillende elementen in verschillende vormen, toont de rijkdom aan manieren om Gods Woord te laten spreken. Samen rechtstaan is bijvoorbeeld een lichamelijke uitdrukking van het eren van God als gemeente. Een vrije keuze voor zitten of rechtstaan blijkt in realiteit te bewerken dat velen blijven zitten en de paar staanders lopen het gevaar de aanbidding slechts individualistisch te beleven.

Ten tweede op het vlak van de wereldgelijkgevormigheid versus de wereldmijding – Een vaak gehoorde bijbelse oproep is de vermaning niet wereldgelijkvormig te worden. Mijn bijdrage belicht de visie van James Smith en anderen hierop: onze vorming ligt al grotendeels achter de rug. We laten ons vormen door ‘liturgieën’ die deze wereld ons van jongsaf aanbiedt. Het voetbalstadion en shoppingcentrum zijn bijvoorbeeld twee ‘liturgieën’, waar ‘rituelen’ worden verricht die bepalen waar wij als mens voor leven. Zij proberen in hun ‘liturgie’ consumerende mensen te vormen en beseffen zeer degelijk hoe mensen te vormen zijn; namelijk op het niveau van de affectie. Met beelden, slogans, muziek en de dynamiek van een bepaalde groep, bouwen zij hun eigen koninkrijken. Wat stellen christenen daar tegenover? Wij verlaten deze wereld niet als we de kerk binnenstappen. Een consumptiepatroon gaat ook daar verder, in welke vorm dan ook. Praktisch betekent dit voor de kerk dat zij opnieuw moet nadenken over haar discipelschapscursussen. Terwijl vroeger vooral de nadruk lag op de kennisoverdracht, moet zij nu meer aandacht schenken aan rolmodellen die de kennis voorleven. Discipelschap ontstaat per definitie in de ontmoeting van twee gelovigen die vanuit Gods Woord leven en beleven.

Wat is onze Evangelische Identiteit? - vervolg gelicalisme). De vier auteurs beschrijven elk op hun manier wat belangrijk is aan het Evangelicalisme. Heel kort samengevat: de Bijbel, de bekering, de missie/actie en het kruis. Deze fundamentele kenmerken komen terug in alle benaderingen waarbij we vooral onthouden dat de meeste benaderingen interkerkelijk van nature zijn (transdenominationeel): we trachten over de kerkgrenzen heen met elkaar dit gestalte te geven, tenminste, met hen voor wie deze kenmerken belangrijk blijven. Ook onstaat er meer aandacht voor de juiste manier van geloven, niet alleen in de leer (orthodoxie) maar ook in wandel (orthopraxie) en beleven (orthopathie). In een tweede studiedag werd verder nagedacht over wat het bijbellezen betekent voor een nieuwe generatie gelovigen. En wat betekent ‘bekering’ voor zij die opgegroeid zijn in een evangelisch gezin?

De Vragen Zo werden we naar huis gestuurd met de volgende vragen: 1° Wat kan binnen de ‘evangelische beweging’? En wat kan niet? 2° Wat kan binnen ‘evangelisch Vlaanderen’? En wat kan niet? 3° Wat kan binnen één ‘evangelische gemeente’? En wat kan niet? Mag ik daar aan toevoegen: wat kan binnen een ‘evangelische christengemeente’? En wat kan niet? Deze vragen dienen vooral om zelf beter het onderscheid in kaart te brengen van onze evangelische identiteit en onze theologische accenten. We hopen u op deze manier geprikkeld te hebben zodat u kan meedenken over deze vragen in het licht van wat er op deze dagen werd verteld.

Hoe verder? Van de studiedag op 24 maart zijn de toespraken en de presentaties beschikbaar op de site van Indekerk.be (via media - studies - toespraken en materialen - zoek op ETF studiedagen). Enkele recent verschenen lezingen zijn terug te vinden op http://evadoc.be. Onder downloads vindt u er de volgende artikelen: Aaldert Prins - Een eerste inventaris van het erfgoed van de Evangelische Beweging Patrick Nullens - Het mondiale karakter van de evangelische beweging Pieter Boersema - Is de Evangelische Beweging fundamentalistisch? Aaldert Prins - Geschiedenis van de Evangelische Beweging in Vlaanderen in de 19e en 20e eeuw. Als u iets voelt om enkele van deze thema’s door te spreken in het licht van hoe de ECV verder kan omgaan met haar eigen theologische accenten, laat het gerust weten in een mail aan de redactie. We hopen in 2013 waar mogelijk en indien voldoende interesse, enkele gespreksmomenten op te starten rond deze thema’s. Tenslotte werken we in de schoot van de EAV mee aan een EAV-dag rond eenheid (1 juni) waar we samen met de andere denominaties een intentieverklaring willen uitspreken, een verlangen om, waar mogelijk, wenselijk en bijbels verantwoord, samen te werken met andere gelovigen uit de brede evangelicale beweging.

5


ATTENT EEN NIEUW PASTORAAL CENTRUM IN WEST-VLAANDEREN Bart Biesbrouck

Lucas 24 : 30-33 Toen Hij met hen aan tafel aanlag, nam Hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze Hem. Maar Hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’ Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem…’

Informerend artik el

Wat een hoop en enthousiasme brengt het in een mensenleven, wanneer men de levende Heer ontmoet en door zijn zegenende woorden diep in het hart geraakt wordt! Zijn aanwezigheid brengt een nieuw perspectief in het leven van wie zich naar Hem uitstrekt. Het overkwam de twee leerlingen die, na het sterven van Jezus aan het kruis, in wanhoop terug de draad van hun vroegere leven wilden opnemen. Maar wat een vreugde en herstel bracht die ontmoeting met zich mee! Het overkomt ook nu nog iedereen die, hoe wanhopig ook, zijn hart voor Hem opent en van Hem wil leren… Want de Heer is niet veranderd! Dit diepe besef ligt aan de basis van het ontstaan van ATTENT, een nieuw evangelisch Pastoraal Centrum in Waregem in WestVlaanderen. Verschillende christenen met een hart voor de mens in (geestelijke) nood, hebben elkaar gevonden in dit gemeenschappelijk verlangen: mensen tot herstel en persoonlijke groei brengen (zorg in geloof) en het ondersteunen van wie zorg draagt voor anderen (geloof in zorg).

Waar staat attent voor? In de eerste plaats dit: onze belangrijkste opdracht is CHRISTELIJKE HULPVERLENING. ATTENT staat open voor iedereen die advies of begeleiding wenst op persoonlijk of relationeel vlak. Het is ons ver-

langen en streven om mensen tot herstel en persoonlijke groei te brengen. Mensen in nood kunnen terecht bij de pastorale werkers van het centrum voor gesprek, voor gebed en voor pastorale ondersteuning.

Hoe gaan we te werk? De begeleidingen gebeuren via gesprekken in het pastoraal centrum, Spei 60, Waregem. Na een kennismakingsgesprek volgt een afspraak voor één of meerdere gesprekken. Als blijkt dat de hulp niet binnen het centrum kan geboden worden, wordt de hulpvrager doorverwezen naar instanties die beter hulp kunnen bieden. Belangrijk is dat we onze grenzen hierin kennen: we zijn een pastoraal en geen therapeutisch centrum. Een 2e taak die we voor onszelf zien: ZORG VOOR ZORGENDEN. Wie leiding geeft of een pastorale bediening heeft in een gemeente of kerk, staat vaak in een eenzame positie. Je kunt nergens terecht met je eigen vragen en worstelingen en je zit wel eens om raad verlegen over vastgelopen situaties in je gemeente. Vanuit Attent willen we je een platform bieden waar je met andere leidinggevende koppels of pastorale werkers in alle vertrouwen dit soort punten kunt voorleggen en bespreken. INTERVISIE is een methodiek die hier erg

6

behulpzaam bij kan zijn. Dit betekent dat we met leidinggevenden van verschillende gemeenten en denominaties vier keer per jaar samen komen om vragen en situaties binnen gemeenten voor te leggen en vanuit ieders ervaring en kennis naar een antwoord te zoeken. Het is ook een plaats waar we voor elkaar bidden en elkaar bemoedigen. Een rustpunt en bron van bemoediging en groeiende vriendschap! Er is op dit moment een intervisiegroep die reeds een tweetal jaar loopt. Als er belangstelling is, start wellicht een 2e groep. Daarnaast willen we in samenwerking met ABC-Ministries vanaf dit najaar de CURSUS GODWORKS aanbieden aan gemeenteleiders. Heel vaak zijn gemeenteleiders mensen die al langer in de bediening staan en doorheen de jaren terug verlangen naar meer geestelijke diepgang. We willen hen via deze cursus de uitdaging bieden om terug te groeien in christelijk discipelschap en naar meer diepte en echtheid in hun dagelijkse relatie met Christus. In de maand mei vindt in het centrum een avond plaats waar dit thema wordt aangebracht en toegelicht. Voor pastorale werkers en gemeenteleiders willen we af en toe VOORDRACHTEN ROND ACTUELE PASTORALE ONDERWERPEN ORGANISEREN. We hopen dat dit een vorm van toerusting kan zijn die ook in de eigen gemeente of kerk


tot nut kan zijn. Op vrijdagavond 15 maart 2013 vindt een eerste avond plaats over het thema vergeven zoals God ons vergeeft: “Tot zeventig maal zeven maal? Loslaten om vrij te worden”. U zult het aanbod van het centrum kunnen volgen op de website die in de loop van de maand maart helemaal online zal gaan. Maar u kunt ook inschrijven op een E-zine. Dit zal ten gepaste tijde doorgestuurd worden met het komende aanbod. Dan is de cirkel rond, of toch bijna… Er is nog een belangrijke pijler, misschien wel de belangrijkste: GEBED. Attent wordt ondersteund door een GEBEDSGROEP die dit project met voorbede ondersteunt. Er is een team van voorbidders die voortdurend, in alle anonimiteit, wil bidden voor Gods zegen, wijsheid en leiding. We zijn heel dankbaar dat deze mensen die gebedsstrijd willen aangaan. Hun gebed is onmisbaar in het welslagen van gesprekken.

Voorstelling team In de eerste plaats vormt de pastorale stuurgroep de draaischijf van ATTENT. Deze stuurgroep bestaat uit 7 mensen die allemaal geëngageerd zijn in evangelische kerken en gemeenten van verschillende denominaties. We kiezen er doelbewust voor om te werken in teamverband. De meesten hebben een diploma binnen de sociale sector (verpleegkundige, opvoed(st)er, leerkracht, maatschappelijk werk) of een theologische en pastorale opleiding , en hebben ervaring met vormingswerk, kwaliteitsbeleid, palliatief support, gezinsbegeleiding, bijzonder onderwijs, …. Er is ook de nodige ervaring met pastoraal werk, gedurende de voorbije jaren opgedaan in de verschillende verantwoordelijke functies in de kerken. Naast de voortrekkers Rik en Riet Desmet zijn vanuit ECV 5 gemeenteleden van de Evangelische Kerk Kuurne betrokken: Matthias Desmet , Anne Dryburgh, Grietje Westerman en Corine en Bart Biesbrouck. Nog dit : iedereen zet zich in op vrijwillige basis. We vragen wel, indien mogelijk, een vrijwillige bijdrage voor de onkosten die we maken bvb voor het gebouw, gas, elektriciteit enz…. TOT SLOT mag ik het als volgt samenvatten? Dit is het ‘hart’ van Attent, onze missie: ZORG in GELOOF Een gemeenschappelijk verlangen: mensen tot herstel en persoonlijke groei brengen. GELOOF in ZORG ondersteunen van wie zorg draagt voor anderen. Wilt u graag de elektronische nieuwsbrief ontvangen? Stuur een e-mail naar Bart Biesbrouck biesbrouck@belgacom.net www.attentpastoraal.be

7


UIT HET BESTUUR Filip De Cavel, coördinator ECV

Informerend artik el

Wat stond oa op de agenda van onze laatste raad van bestuur en algemene vergadering? Erkenning IBV, EVV, Attent, vernieuwing ECV-website, terugblik jubileum. Enkele van deze topics komen hieronder aan bod. Als u regelmatig op de hoogte wilt blijven van wat zich in en rondom de ECV afspeelt, stuur een mail naar filipdecavel@gmail en schrijf je in voor de digitale nieuwsbrief (4 x jaar).

Instituut voor Bijbelse Vorming

Jubileum

Het IBV is wat vroeger de ‘zaterdagbijbelschool’ was. Het IBV biedt een bijbelgetrouwe, driejarige, deeltijdse opleiding voor godsdienstleerkrachten en gemeentewerkers. Er zijn dus op dit moment twee differentiaties: godsdienstonderwijs en kerkelijk werk. Vanaf september 2013 komt daar allicht een derde bij: jeugdwerk. Deze richting is bedoeld voor de jeugdwerkers die zich willen bekwamen in verschillende domeinen van het jongerenwerk. De volgende vakken zullen aan bod komen: Kader, Context en Instrumenten. Wat ze inhouden, wordt later bekend gemaakt.

We mogen met veel dankbaarheid en tevredenheid terugblikken op het jubileumfeest van de ECV, VEG en Breeze. Respectievelijk 40, 50 en 10 jaar lang bestaan en werken deze organisaties in Vlaanderen. Samen zetten ze zich in voor de verspreiding van het evangelie en het ondersteunen van gemeenten of jongeren die zich hier achter kunnen scharen. De Capitole in Gent zat zo goed als vol. 1200 gelovigen, jong en oud, kwamen samen en waren getuige van de getuigenissen van hen die ons voorgingen. Zo kwam Richard Haverkamp, stichter van oa de eerste ECV-gemeente, aan het woord. Henk Gelling nam zijn woordje op in Canada en zo konden wij hier meegenieten. Maar ook broeders als George Winston, Johan Lukasse, Guido De Kegel en André Hofer kregen het woord. Na een aanbiddingsintermezzo van de band inU was het de beurt aan Breeze die via multimedia en getuigenissen haar ontstaan en groei uit de doeken deed. Wat een bemoediging om te zien dat de volgende generatie reeds met de fakkel aan het lopen is. Tenslotte mocht Kees Kraaeynoord en band de avond afsluiten met een tijd van aanbidding. De organisatie is uit de kosten gekomen en het bestuur wenst dan ook die gulle gevers en bidders, die meegeholpen hebben dit mogelijk te maken, te bedanken. Aan God de eer.

Wie afstudeert voor de richting godsdienstonderwijs, ontvangt het diploma Protestants-Evangelisch Godsdienstonderwijs in het basisonderwijs, dat een officieel bekwaamheidsbewijs is voor het godsdienstonderwijs. Wie afstudeert voor de richting kerkelijk werk, ontvangt een certificaat, erkend door de meeste evangelische denominaties in Vlaanderen. De opleiding biedt niet alleen onderwijs op hoger onderwijs-niveau, maar reikt ook praktische handvatten aan om te gebruiken in gemeentewerk of onderwijs. Daarnaast draagt ze bij aan je persoonlijke vorming. Het ECV-bestuur wil je deze opleiding dan ook graag aanbevelen en je aanmoedigen om deze op haar beurt aan te bevelen bij hen die baat zouden hebben bij deze opleiding.

8

Evangelische Volwassenwerking Vlaanderen Net voor kerst ontvingen we het minder goede nieuws dat het EVV niet erkend kon worden. De redenen lagen voor de hand maar het was evengoed jammer. Net zoals met het EJV indertijd, zal het allicht twee pogingen vragen om erkend te worden. Het EVV bestaat nog geen twee jaar, heeft nog niet genoeg afdelingen en onze werking moet nog groeien. We blijven werken aan de ontwikkeling van deze nieuwe organisatie en houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.

ECV-website 2012 was vooral het jaar van Indekerk. De nood aan een gecentraliseerde website waar vormingen, cursussen, materialen en een agenda kon worden aangeboden, bleek groot te zijn. Reeds meer dan 800 keer werden toespraken gedownload en het inschrijven voor de tientallen activiteiten verloopt vlot. Toch mogen we onze eigen website niet verwaarlozen. In het beleidsplan staat een vernieuwing van de huidige site gepland. Eind dit jaar zal ze ± 5 jaar bestaan, een eeuwigheid in internetland. Het bestuur gaf dan ook opdracht om een nieuwe site te ontwerpen. Deze moet gebruiksvriendelijker en functioneler worden voor zowel de bezoeker als voor de eigen gemeenten en hun leden. We mikken op de zomer om de nieuwe site te lanceren.


Waarom is de wereld toch niet vergaan op 21 december? Column Kris Vleugels, voorzitter C’axent, vice-president ECPM

TANDEM COLLECTOR’S ITEM!

EENMALIG MAGAZINE OVER HET JUBILEUM VAN VEG EN ECV

ONTSTAAN VAN VEG EN ECV

40 jaar

DE EVANGELISCHE BEWEGING IN DE SAMENLEVING

OOG VOOR ALLES WAT MOOI IS EEN HART VOOR JONGEREN

ONVERVALSTE MELK

Tandem-cover.indd 3

ECV

&

50 jaar VEG

12/10/12 09:43

Beleidsplan De ECV werkt ondertussen al jaren met een beleidsplan. Dit document is misschien niet wijd verspreid maar stelt het bestuur wel in staat om gericht te dienen en toe te werken naar de ontwikkeling van enkele kerntaken die de ECV behartigt: • 1 • Gemeenteopbouw en Evangelisatie, • 2 • Jongerenwerk, • 3 • Pastoraat, • 4 • Onderwijs en Informatie en • 5 • Identiteit en Belangenbehartiging. Op papier ziet het er mooi uit maar hoe in de praktijk? Als we oplijsten hoe en door wie deze kerntaken belichaamd worden, dan is het bemoedigend vast te stellen dat de ECV heel wat mag betekenen voor haar gemeenten, leiders en leden. Maar we willen het nog beter doen. Dit jaar willen we werken aan een plan dat deze kerntaken ontwikkelt en uitwerkt voor de periode 2014-17. Het luik ‘Jongerenwerk’ is ondertussen af en sluit aan bij het beleidsplan van het EJV die voor dezelfde periode haar plannen opmaakte. Maar we hopen het komende jaar u zeker de mogelijkheid te geven, betrokken te zijn. We willen van u weten hoe de ECV kan dienen.

Een vraag die sommigen zich ongetwijfeld stellen... Anderen halen opgelucht adem en nog anderen halen hun schouders op en gaan verder met hun leven. Even een momentum in de tijd - hop - en we gaan weer over tot de orde van de dag. Verwacht niet dat ik een theologisch of astronomisch antwoord ga geven op bovenstaande vraag. Ik wil liever stilstaan bij de wereldwijde aandacht voor deze aangekondigde doom day. Hoe is het toch mogelijk dat er een wereldwijde hype ontstaat over het einde der tijden wanneer er een voorspelling wordt afgeleid van een obscure kalender van de Maya’s, een volk dat de geschiedenis niet heeft overleefd. Ze hadden zelfs hun eigen ondergang niet zien aankomen, laat staan het einde van de wereld... Diezelfde wereldgemeenschap heeft geen interesse in de tekenen der tijden die in de Bijbel worden voorspeld. De bijbelse voorspellingen zijn tot op heden echter feilloos uitgekomen en er zijn er nog een heleboel over... Dat zou toch een reden moeten zijn om er rekening mee te houden? Allerlei ontwikkelingen van vandaag lijken ook te verwijzen naar de profetieën van Jezus (Mt24), Paulus (2Tm) en Johannes (Op), om er maar enkele te noemen. Wel, misschien zijn wij, gelovigen, daar deels verantwoordelijk voor. Ik heb de christelijke stem gemist tijdens de heisa in de tweede helft van 2012. Waarom hebben wij niets gezegd? Waarom heb ik geen massa’s aankondigingen gezien van lezingen door christen eschatolo-

9

gen (leer over de laatste dingen, de eindtijd) over 21 december 2012? En of er volk op af gekomen zou zijn! Wij vragen ons dikwijls af waarom buitenstaanders niet geïnteresseerd zijn in ons verhaal, maar als zo’n kans zich voordoet, laten we ze liggen. In plaats van te verwachten dat anderen onze agenda volgen, zouden we misschien best hun agenda bestuderen en erop inspelen: het ijzer smeden als het heet is... Als we dit hadden gedaan - en misschien is het hier en daar wel gebeurd: de frisse uitzonderingen - hadden we mensen enerzijds kunnen geruststellen over deze kwakkel en anderzijds een terechte ongerustheid kunnen meegeven, zodat ze tenminste hadden nagedacht over de belangrijkste keuze van hun leven. Waarom hebben we deze kans laten liggen? Misschien waren we niet zo zeker van ons stuk? Haalden we onze schouders op over de Maya’s, maar waren we er toch niet helemaal zeker van dat er niets zou gebeuren? Konden we anderen van harte geruststellen dat de informatiebron niet betrouwbaar was en dat er een bron bestaat die dat wel is? Of lieten we ons toch een (klein) beetje beïnvloeden, zo van “Stel dat er toch iets van waar is?”. Enkel wanneer we zelf sterk in onze christelijke schoenen staan, zijn we immers bruikbaar om anderen de weg te wijzen. Anders dreigen we te worden zoals Jezus zei: blinden die blinden leiden. De titel van deze column is misschien een idee voor een thema-avond. Er is nog tijd...


LITURGIEËN DOORHEEN DE GESCHIEDENIS Liturgie is een werkwoord Raymond R. Hausoul

Informerend artik el

De Byzantijnse traditie

De Byzantijnse orthodoxie ontwikkelde in de loop van de geschiedenis een rijke traditie op vlak van kerkmuziek. Sacrale muziek werd beschouwd als een bijna sacramentele zaak die een ‘venster tot de hemel’ vormde. In de vroege kerk drukte zingen verbondenheid met de engelen in de hemel uit. Volgens sommige bronnen hadden kerkvaders en monniken of nonnen hun gezang tijdens een visioen van engelen geleerd. Ook de Byzantijnse componisten geloofden dat de liederen die ze schreven, schaduwen waren van de liederen die de engelen voor God zongen. Deze liederen waren onhoorbaar voor de mensen, maar werden door God geopenbaard aan de Godgewijde componisten. De taak van de Byzantijnse componist bestond erin de onhoorbare, hemelse muziek hoorbaar te maken op aarde. Door de eeuwen heen beweerden tal van visionair begaafde christenen engelen hebben horen zingen. Sommigen van hen waren in staat om daarvan ook iets op papier te zetten, zoals Hildegard von Bingen. Zij zong dermate inspirerend dat haar muziek de ‘concerten in de Geest’ werden genoemd. Meerdere componisten gaven zelf aan op een ongewone manier melodieën ‘aangereikt’ te hebben gekregen. Vanaf de zevende eeuw kwamen twee Byzantijnse liturgieën, die algemeen binnen de oosters-orthodoxe kerken werden gebruikt, tot stand. De liturgie van St. Basilius werd gebruikt tijdens de kerstdagen, op driekoningendag, in de lente en op de dag van de heilige Basilius van Caesarea (330-379n.

Chr.). De liturgie van Chrysostomus (345407n.Chr.) werd in andere perioden van het kerkelijk jaar veelvuldig gebruikt. Tegenwoordig wordt de christelijke muziek binnen de Byzantijnse kloosters en kathedralen door twee koren gezongen. Deze koren bevinden zich tegenover elkaar op het priesterkoor vooraan in de kerk. Het koor aan de rechterkant wordt daarbij geleid door de protopsaltes (bet. ‘eerste koorleider’), terwijl het koor aan de linkerkant geleid wordt door de zogenaamde lampadarius (de tweede koorleider die vroeger de fakkel om de zaal te verlichten, droeg). Het rechterkoor zingt een meer complexe muziek waardoor een antifonaal ontstaat en de muziek van het ene naar het andere koor beweegt. Zeer getalenteerde zangers zingen hierbij de meest complexe gedeeltes van het lied als solo. In de orthodoxe kerk wordt nog steeds in het traditionele Grieks uit de tijd van de eerste christenen gezongen. Dit oud-Grieks verschilt met het moderne Grieks, maar wordt in het algemeen goed begrepen door de kerkleden.

De Ethiopische traditie De legende doet de ronde dat Ethiopië het christelijke geloof in zijn volheid aanvaardde nadat twee Koptische christenen, genaamd Frumentius en Aedesius, schipbreuk hadden geleden op de Ethiopische kust. Daardoor ontwikkelden zich vanaf het begin nauwe banden tussen de Koptische en de Ethiopische kerk. Eén punt binnen hun traditie wil ik nader belichten. In de Ethiopische kerk functioneert naast de priester, diaken en monnik ook de zogenaamde dabtara die verantwoordelijk is voor de artistieke traditie van de Ethiopische kerkmuziek. Na de basisschool ontvangt de dabtara een intensieve training in de traditionele muziek, dans, poëzie en soms ook de theologie en kerkgeschiedenis. Deze trai-

10

ning duurt in totaal twintig jaar! Binnen de opleiding muziek ontvangt de dabtara een harde studie van de honderden traditionele lof- en beurtzangen. Er wordt verwacht dat de dabtara al deze liederen van buiten leert. Om dit proces te bevorderen, moet hij van de oorspronkelijke liederen zijn eigen kopieën maken, op zelfgemaakt perkament met zelfgemaakte inkt. Hij dient zijn eigen boeken te binden en het leer dat hij gebruikt om de boeken te beschermen, zelf bewerken. Deze taak duurt ongeveer zeven jaar. Daarbij moet hij ook zichzelf dagelijks trainen in de koorzang.

De Afrikaanse traditie

In de algemene Afrikaanse traditie bestaat een enorme belangstelling voor muziek. Joseph Kwabena Nketia schrijft:1 ‘De Afrikaanse moeder zingt voor haar kind en introduceert het al vanaf de wieg in de verschillende aspecten van de muziek. Ze leert hem zich bewust te worden van het ritme en de compositie door het magnifiek te bewegen op de muziek en tot hem te zingen in klanken die het drumritme proberen te imiteren. Als hij oud genoeg is om te zingen, zingt hij samen met zijn moeder en leert hij zelf het drumritme te imiteren [...] Het meedoen met spelletjes en luisteren naar verhalen waarin liederen voorkomen, helpt hem om te zingen in de stijl van zijn eigen cultuur, zoals hij ook binnen die cultuur heeft leren spreken. Zijn ervaring, zelfs al op deze jonge leeftijd, is niet enkel beperkt tot de kinderliedjes; Afrikaanse moeders nemen hun kinderen vaak mee naar publieke ceremonies, riten en traditionele dansplaatsen [...] soms dansen de


SOS VLAANDEREN Gebedspunten Filip De Cavel

moeders zelfs met de kinderen op hun rug.’ In het verleden hebben zendelingen deze rijke muziekcultuur in Afrika vaak genegeerd en de bevolking hun eigen Europese christelijke liederen geleerd. De Afrikanen die tot geloof kwamen, moesten voortaan Westerse kleren dragen om tot God te kunnen spreken. Ze moesten de Westerse liederen zingen met Westerse ritmes om God te kunnen eren en God op een niet-emotionele manier, die ongebruikelijk was in hun eigen culturele achtergrond, aanbidden. Ze dienden te denken en spreken over God binnen de grenzen die de Westerse beschaving hen had opgelegd. Juist dit onbegrip voor de eigen cultuur zorgde ervoor dat de Afrikaanse aanbiddingsstijl decennia lang bedolven lag onder de Westerse. Vanaf het einde van de negentiende eeuw hebben de Afrikanen zich hier gelukkig van bevrijd, waardoor we tegenwoordig mogen meegenieten van heel bijzondere, Afrikaanse aanbidding. 1

J.H. Kwabena Nketia, The Music of Africa (Londen:Norton, 1982), 60.

COLOFON ECV NIEUWSBRIEF

Gemeenten behorende tot de ECV mogen al sinds hun ontstaan rekenen op de hulp van heel wat broeders en zusters die tijd apart kunnen zetten voor een gavengerichte bediening. Sommigen hebben Gods roeping ontvangen om als zendeling hier te werken, anderen werken in vrijwilligers- of dienstverband van de ECV. Nog anderen zijn bedienaar van de eredienst. We brengen ze graag voor het voetlicht zodat u gericht voor hen kunt blijven bidden. Hieronder een greep uit een aantal van deze werkers.

Kristof en Barbara “Met dankbaarheid en voldoening kijken we terug op de 2e editie van de Kerst-Sing-In die we in december mochten brengen in RVT-Zwijnaarde. Hierbij mochten we samen met zo’n 100 bejaarden kerstliederen zingen én hen het evangelie aanreiken. Ook dit jaar mogen we er met de gemeente weer een maandelijkse viering verzorgen. Bidt u mee dat de geopende deur die Hij ons gegeven heeft, open blijft en de groeiende interesse mag aanhouden? Bidt u ook mee voor de eerste stapjes die Kristof mag zetten in het werk als gevangenisaalmoezenier te Gent? Ook zijn Kristof en Barbara bijzonder dankbaar voor alle gebeden, gericht op de goede gezondheid van de 4 kleine kids, ma en pa” .

Henk en Beryl Naast de dagelijkse zorg voor de gemeente zijn Henk en Beryl begonnen met een evangelisatieaktie in Houthalen om zo heel `hun´ deel van Houthalen te doen (± 7000 huizen). Zo hopen ze ook binnenkort met een startstudie te beginnen in Houthalen. Henk was in drie gemeenten betrokken om de leiding te helpen versterken, inclusief in het pastoraat. Het is fijn om vanuit de kracht van de Heilige Geest mensen te mogen ondersteunen met het Woord en hen weer op de goede weg te richten. Bid aub om inspiratie om elke week weer een prediking of bijbelstudie(s) te verzorgen. Ook om op pensioenleeftijd toch wat meer aandacht aan elkaar en de familie te mogen geven. Bruce, de man van Beryl haar zus, heeft de ziekte van Alzheimer en woont nu in een home. Hij gaat zienderogen achteruit. In april hoopt Diane (Beryls zus) naar België te komen om wat uit te rusten.

Anne Wil je bidden voor het pastorale centrum Attent, dat de hulpzoekenden gezegend en door de Heer geholpen worden.

De Nieuwsbrief ­ver­schijnt rond de 3e - 6e - 9e en 12e maand van het jaar. REDACTIE

Fabiola Catrysse, Raymond Hausoul, Johan Leroy, Willy Maesen, Jacques Rommel, Koen Schelstraete.

Eindredactie Raymond Hausoul, Elverdingsestraat 31, Ieper DTP

Jehtron, info@jehtron.be www.jehtron.be

Website:

www.ecvnet.be

Abonnement op de ECV Nieuwsbrief, niet aangesloten bij een evangelische christengemeente: 10 euro incl. verzendkosten.

Raymond en Belinda Dank voor de zegeningen die Raymond en Belinda in de gemeentes in West-Vlaanderen mogen beleven. Dank voor onze kinderen die gezond en wel groeien en toenemen in kennis en wijsheid. Gebed om nog meer zegeningen van God te mogen zien in gelovigen rondom ons. Gebed voor de krachtige leiding van Gods Geest in de strijd-voorbereidingen.

Levi en Hanna Levi en Hanna zijn dankbaar voor hun gezin, voor Hanna’s werk als tolk, voor Thijs die gezond en vrolijk is en voor de openheid die er is om met jonge mensen in de kerk op te trekken. Levi predikt dit voorjaar vooral vanuit de bergrede. Bid dat dit zowel hem als de gemeente diep zal vormen. We voelen dat de noden van de jongere generatie anders zijn dan die van de ouderen. Bid voor ons als we beiden proberen te begrijpen, bruggen te bouwen en het christelijk geloof zo willen uitleven dat het voor hen geloofwaardig en inspirerend is.

11


JEZUS, ISRAËL EN DE KERK Overeenkomsten en verschillen in actueel perspectief

Gijs van den Brink Veenendaal: CvB, 2010. 143p., €14,95.

Raymond R. Hausoul

Informerend artik el

In zijn nieuwste pennenvrucht zoomt Gijs van den Brink in op de relatie tussen de christelijke toekomstverwachting en de wijze waarop de christelijke gemeente van Christus zich in deze wereld profileert. Welke consequenties heeft Gods plan met Israël en de volken voor jouw leven? Wat is de kerkgemeenschap die de Heer in de uitvoering van dat plan voor ogen heeft?

J

Diverse onderwerpen passeren in dit boekje de revue: profetische verwachting van de Messias, de verwerping van de Messias door Israël, de verkondiging van het Godsrijk dat zijn voorvervulling in het messiaanse vrederijk en uiteindelijk zijn voltooiing in de nieuwe schepping vindt. Hiermee schetst het boek in grote lijnen het heilsplan van God met deze wereld. Een aspect dat me aansprak was dat de schrijver in het spreken over de bijbelse toekomstverwachting deze keer niet Mt24 centraal uitwerkt, maar zich veeleer richt op het daarvoor liggende slot van Mt23. Hierin uit de Heer Jezus zijn weeklacht over Jeruzalem en krijgt de toekomstverwachting een veel diepere dimensie. Gijs van den Brink staat dan ook uitvoerig stil bij de vraag wat Christus’ weeklacht ons vanuit Daniëls profetische visioenen vertelt over de weg die God met het volk Israël gaat. Het onderscheid tussen Israël en de volken blijft bestaan in de heilsgeschiedenis. In de eindtijd verwacht Gijs van den Brink zelfs een grootschalige bekering te mogen zien bij het volk Israël voordat de wederkomst van Christus plaatsvindt. Ook na de wederkomst speelt het joodse volk samen met de

stad Jeruzalem een grote rol op het wereldtoneel en krijgt het zelfs een centrale rol. Zoals het tijdperk van de heidenen ontstond doordat het joodse volk Christus en zijn evangelie afwees, zal het tijdperk van de heidenen ten einde gaan als Israël zich bekeert. Vooral de heldere weergave die het boek van het zendingsbevel in Mt28 en Hd1 biedt, zal voor velen in evangelische kringen een grote openbaring zijn. Terecht wijst Gijs van den Brink er namelijk op dat de eerste christenen nooit de opdracht ontvingen om op zendingsreis te gaan naar andere volken - dat gebeurde pas veel later in de heilsgeschiedenis. Veeleer begrepen ze vanuit de voorafgaande openbaring dat alle volken naar Jeruzalem zouden komen om daar het evangelie te vernemen en het als dusdanig mee te nemen naar hun eigen land (vgl. Hd2). Dit en vele andere zaken die de schrijver uitwerkt, tonen hoe gemakkelijk wij ons eigen kerkmodel in het Nieuwe Testament teruglezen. Daardoor ontsnapt de betekenis van de tekst voor een groot deel aan ons inzicht. Erg boeiend vond ik verder van den Brinks poging om een onderscheid te maken tussen de nieuwtestamentische status van de oudsten en die van de opzieners. Oudsten zijn volgens hem gerespecteerde ouderen van waaruit opzieners voortkomen. Deze ouderen dragen verantwoordelijkheid voor de geestelijke inhoud van de meervoudige huisgemeenschappen, celgroepen of kringen die in elke woonplaats bestonden (105,109). De opzieners daarentegen, dragen eveneens geestelijke verantwoordelijkheid over deze huisgemeenschappen, maar dan meer in de zin

12

van het bestuur en de coördinatie. Het zijn bestuurders van de stads- of streekgemeente die vanuit de oudsten worden gekozen: ‘De door Titus benoemde oudsten [RRH: lees ‘ouderen’] krijgen nu de titel “opziener”, omdat ze nu niet alleen meer gezag hebben vanwege hun leeftijd, maar een functie hebben gekregen en de daarbij horende arbeid doen’ (106). Paulus zou dan eerst tot Titus spreken over het aanstellen van ‘oudsten’ per stad (1:5) en vervolgens vloeiend overgaan in het geven van aanwijzingen tot het aanstellen van ‘opzieners’ uit deze groep van oudsten (1:7). Daardoor lijken beide benamingen erg nauw bij elkaar te staan. Het boek stimuleert dan ook ten volste om hierover verder na te denken. Qua leesbaarheid is het boek van harte aan te bevelen voor iedereen die geïnteresseerd is in de vraag naar de plaats van de gemeente in Gods heilsplan. Hoe moeten wij ons op aarde in de fase tussen Pinksteren en Parousia (Christus’ komst) verhouden? Enig aandachtspunt voor een herdruk (die zover mij bekend al in de running is), is de keuze van een wat dunnere papiersoort. Door het dikkere papier, is het moeilijk bladeren doorheen het boek. Dat is echter geen verwijt aan de schrijver, maar aan de drukker. De lezer moet er zich dan ook niet laten door afhouden om de rijke inhoud van dit boek tot zich te nemen.


WAT GOD IN EUROPA DOET Zweden Johan Lukasse, voorzitter van www.ecmi.org

Een van de mooiste en het grootste van de Scandinavische landen met veel ongerepte natuur. Een bevolking van 9,25 miljoen, 97 % allochtonen. Tot het jaar 2000 was de Lutherse kerk de expressie van de officiële staatsgodsdienst. Nu is dit land met zijn voorbeeldige sociale zorg en welvaart in een geestelijke vrije val. Het secularisatieproces heeft hard toegeslagen: nog maar 23 % van de bevolking gelooft in een persoonlijke God, alle geloofsgemeenschappen nemen af in leden- en bezoekersaantallen. Een “modern zendingsveld” zou een goede aanduiding zijn.

Z

Stichtend artikel

Een rijk verleden maar geestelijk verarmd Zweden heeft een geweldige christelijke erfenis, in het bijzonder in de 19de eeuw met opwekkingsbewegingen en nieuwe moedige zendingsinitiatieven. Toen was Gustavus Adolphus één van die voortrekkers die zich inzette om de nog prille maar groeiende evangelische/protestantse beweging uit de startblokken te trekken, in de eerste plaats in Zweden maar ook daarbuiten, vooral in het noordelijke deel van Europa. Er was veel geestelijk leven, zowel binnen de Lutherse kerk als in de diverse vrije gemeenten en bewegingen. Vandaag is dat enorm verarmd. Het actieve christelijk jongeren- en zendingswerk vanuit Zweden is de laatste 30 jaar zeer sterk afgenomen. De samenleving, maar vooral de jeugd, is zo geseculariseerd dat om tot een zinvol gesprek over het evangelie te komen er eerst een enorme inspanning in voor-evangelisatie gedaan moet worden. Materialisme, hedonisme en individualisme zijn o. a. de meest geliefde waarden, terwijl het geloof in absolute waarden beschouwd

Gerard speelt op een Sami-instrument (fluit)

wordt als intolerant. Samengevat: de seculiere postmoderne levensbeschouwing is overheersend in de samenleving. Er is dus grote nood aan moedige christelijk leiders, die goed opgeleid zijn en antwoorden kunnen en durven geven aan deze uitdaging.

Opmerkelijke initiatieven Zoals dat vaak gebeurt in dergelijke samenlevingen, is er ook het “antidotum”, de tegenstroom die goede impulsen geeft om dit tij te keren. Er is een goede positieve samenwerking ontstaan tussen de verschillende bijbelgetrouwe gemeenschappen van diverse denominaties en vrije groepen. Vanuit deze beweging zijn sociale programma’s, die de aandacht trekken en voorbeeldig werk doen onder de marginalen in de bevolking, ontwikkeld. Dit dwingt respect af. Daarnaast is er een verenigd zendingsinitiatief geboren om in binnen- en buitenland het goede nieuws bekend te maken. Er zijn ook enkele levende kerken ontstaan; oa de Vrije Evangelisch Gemeenten (E.F.K.) in Stockholm, die ook weer andere gemeenten sticht. Het is een relatief nieuwe ontwikkeling en de samenkomsten zijn heel levendig, de bezoekers vertegenwoordigen een internationaal publiek maar de diensten zijn in het Zweeds. Naast de zondagdiensten zijn er ook allerlei initiatieven waarin en waarmee men elkaar dient. Het is de moeite om eens naar deze link te gaan en via het internet kennis te maken met wat ze doen : http:// www.newlife.nu

Een moedig Nederlands echtpaar Gerard en Gerdien Willemsen werken al sinds 1991 in het kader van ECM (Europese Christelijke Zending) in Kiruna, de

13

meest noordelijke plaats in Zweden. Hun aandacht was en is voor de Sami, één van de ‘onbereikte bevolkingsgroepen’: dit is een missionaire term om aan te duiden dat een bepaalde bevolkingsgroep het evangelie nog niet gehoord heeft in hun eigen taal en cultuur. Deze nomadenstam leeft in Lapland: dat is het gebied in het verre Noorden van Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland. Gerard en zijn gezin brengen het evangelie aan deze mensen op een toegankelijke manier. Ze vertalen de Bijbel in de locale taal. Het Nieuwe Testament is klaar. Sinds kort zijn ze verhuisd naar Stockholm, omdat Gerard nu verantwoordelijk is voor zending in Europa en Azië voor de Mission Covenant Church van Zweden. Gerdien heeft een opleiding om als geestelijke werker in de verschillende geloofsgemeenschappen op een aanvaarbare manier te kunnen dienen. Hun levensinstelling is: “Wij hopen als evangelische gemeenschappen nieuwe wegen te vinden om het christelijke geloof weer relevant over te brengen aan de Zweden van vandaag”. Dat kan mogelijk een stimulans zijn voor ons in Vlaanderen terwijl we voor hen bidden.

Sarah Zaugg (ECV Berchem) is met YWAM werkzaam in Zweden. Haar blog: https://sariehzauggie.wordpress.com. Nieuwsbrief: inschrijven via: Sarieh_zaugg@hotmail.com


HET CHARISMATISCH PASTORAAT Pastorale modellen Gerrit Houtman, www.bethesda.be

In de vorige artikels hebben we samen naar het Emma端smodel gekeken. Nu wil ik graag stilstaan bij een ander concept en dat kaderen in de context van de Heilige Schrift, maar ook vergelijken met het Emma端smodel.

Actueel Was het charismatisch model in het verleden vooral iets binnen de pinkstergemeenten en de charismatische beweging, vandaag zien we dat de charismatische benadering toeneemt binnen onze eigen evangelische gemeenten. Je ziet gebedsgroepen spontaan ontstaan. Er wordt specifiek voor genezing gebeden en de leden staan open voor de gaven van openbaring en geloof. Ook merk je dat heel wat van onze gemeenteleden bezoekers zijn van bevrijdingsweekends en aanverwante evenementen. Hoe moeten we hierin onze houding bepalen?

Stichtend artikel

Wat is charismatisch pastoraat? Charismatisch pastoraat leunt sterk aan bij het verkondigende pastoraat zoals we dat goed in onze gemeenten kennen. Gods verhaal over de mens neemt de centrale plaats in en de beloften vanuit Gods woord worden geciteerd. Toch is de context ruimer. De mens is hier niet alleen schuldig en heeft verlossing nodig. Nee, de mens is ook gewond en heeft genezing nodig. Jezus is niet alleen Degene die onze zonden vergeeft, maar Die ons ook bevrijdt en geneest. Niet alleen het geestelijke deel, ook de emotionele en lichamelijke noden krijgen alle aandacht. De kerk of de gebedsgroep is een plaats waar ook nu nog wonderen kunnen gebeuren. Niet alleen

door de pastor, want alle gemeenteleden hebben gaven ontvangen die hiertoe kunnen leiden.

Positief Wat is hieraan positief? Allereerst toont dit aan dat God in alle levensaspecten op ons betrokken is en in het heden aanwezig is met kracht en liefde (Jezus is gisteren en heden dezelfde tot in eeuwigheid - Hb13:8). Het breder mensbeeld, de hoopvolle sfeer en verwachting zijn niet alleen aangenaam maar doen ook recht aan wat de Bijbel zegt. Daarnaast neemt men ook het gebruik van de gaven serieus. Die waren niet alleen voor de begintijd van het christendom, maar ook voor nu. Met de aandacht voor de gaven wordt de betrokkenheid van alle leden gevraagd. Iedereen kan meedoen en is gelijkwaardig (het priesterschap van alle gelovigen IPe2:5). De Geest is immers op iedereen uitgestort?

Integratie Maar er is nog een interessant element. Daarin onderscheidt het charismatisch model zich van de klassieke pinksterbeweging: men staat ook open voor therapeutische inzichten. Zoals men lichamelijke en innerlijke genezing evenwaardig naast mekaar beschouwt, zo worden het gebruik van de geestesgaven en psychologie gelijkwaardig in de behandeling ge誰ntegreerd. Leanne Payne nam hierin het voortouw; je merkt ook hoe contextuele therapie in het pastoraat opgenomen wordt.

Moe Waarom is er vandaag zoveel aandacht voor het charismatisch pastoraat binnen onze evangelische gemeenten? Ik denk dat de voornaamste reden op een ander terrein ligt, namelijk dat van de heiliging.

14

Vele gelovigen zijn moe geworden van het hard je best te moeten doen, discipline te krijgen in bijbellezen en gebed en vooral in het meer heilig willen leven. In de charismatische boodschap klinkt een veel positiever verhaal: niet jij moet je best doen, maar God komt naar jou toe. Je hebt geen discipline nodig, maar een wonder. De nadruk op wat God doet en op Zijn mogelijkheden helpen de gelovigen om niet langer de focus op zichzelf en de eigen beperkingen te leggen maar op God en Zijn oneindige mogelijkheden.

Vragen: Hoewel we dankbaar mogen zijn voor het enthousiasme en het hoopvolle dat hiermee onze gemeenten binnenstroomt, mogen we ook een aantal vragen stellen. Niet vanuit een kritische houding, wel om waakzaam te zijn en samen alles te toetsen. Bestaat niet het gevaar dat we zo hoopvol willen zijn dat we geen plaats meer aan het lijden geven? Bijvoorbeeld: wanneer mogen we stoppen met bidden voor genezing en aandacht geven aan stervensbegeleiding en zowel de zieke als de omgeving voorbereiden op het einde? Juist vanuit het hoopvolle bidden bestaat het risico dat we bij teleurstelling een verband leggen tussen persoonlijke zonde of ongeloof. Lopen we daarbij niet in de val van het huidig individualisme? Er is toch ook zo iets als gezamenlijke schuld en onmacht? We leven toch in een door de zonde gebroken wereld? De pastor (niet als ambt, maar als uitvoerder van de geestesgaven) kan een enorme macht uitoefenen. Want God heeft iets gezegd of laten zien. Dat cre谷ert een enorm grote ongelijkheid. Zeg maar eens dat de


CMA STILL RIDES! Heilige Geest zich vergist. Ik zie dit gevaar minder in de plaatselijke gemeente, als wel op grote conferenties waarbij de uitspraken en beelden van leiders een groot gezag krijgen toegeschreven.

In de jaren 90 was CMA (Christian Motorcyclists Association) prominent aanwezig in evangelisch Vlaanderen en er waren uitstekende initiatieven ontwikkeld.

Het is niet altijd gemakkelijk om de grenzen te trekken tussen het natuurlijke en bovennatuurlijke, tussen onze talenten en geestelijke gaven. Beelden die God kan geven en beelden die in de therapie worden gebruikt, lijken veel op elkaar. Ik denk niet dat we daar bang voor moeten zijn, als we ze beiden maar mogen toetsen aan de Schrift en binnen de totale context van het christelijk leven.

Heel wat motorrijders en andere burgers kwamen zo op een sympathieke manier in aanraking met het evangelie. Daarna was het lange tijd stiller rond deze club, zonder dat de bediening echt gestopt is. De afgelopen jaren kon een kleine groep christelijke motorrijders toch weer een paar mooie dingen neerzetten. CMA-leden zijn christenen met een passie voor motorrijden en ‘the way of life’ die daaraan gekoppeld is. Uit dankbaarheid voor wat God in hun leven gedaan heeft, willen ze het evangelie verkondigen aan motorrijders, zowel de recreatieve rijders als zij die hun hobby in clubverband uitoefenen.

Als we dit vergelijken met het Emmausmodel zien we een vorm van pastoraat dat enorm recht doet aan de eerste stap (aandacht geven) en vooral aan stap 4 (de persoonlijke ervaring met God) maar is het niet wat zwak in stap 2 (de juiste vragen stellen) en 3 (het Woord in alle aspecten aan de orde stellen)?

Literatuur: Ganzevoort R.R. en Visser J. Zorg voor het verhaal blz.76-80. Zoetermeer, 2007 Kraan K.J. Genezing en bevrijding (drie delen). Kampen, 1983 Lloyd-Jones, D. M. Onuitsprekelijke vreugde, over het werk van de Heilige Geest. Utrecht, 1995

CMA is een wereldwijde organisatie, in het ene land al groter dan in het andere. In België zijn er momenteel 10 Full-members (waaronder 2 vrouwen), 1 Prospect, 2 steunleden, 1 CMA Kids-lid en 2 CMAYouth-leden. Ze wonen verspreid over Vlaanderen. (Waalse gemeentes zijn ook aangeschreven en één van de doelstellingen voor 2013 is om enige bekendheid te krijgen in Wallonië.) Om wat meer duidelijkheid te hebben over de lidmaatschappen of de omvang van buitenlandse CMA afdelingen, verwijzen wij graag naar de site (www.cmabelgium.org) Daar zijn ook getuigenissen te vinden. CMA is een vzw en lid van de Evangelische Alliantie. Een veelvoorkomende vraag is “Waarom nu een christelijke motorvereniging?” Wel, de vraag zou eerder moeten zijn “Waarom

15

niet?” Jezus gaf de opdracht om het evangelie te verkondigen aan alle mensen, dus ook aan motorrijders, en wie is beter geplaatst om dit te doen dan motorrijders? Er zouden veel meer christelijke verenigingen moeten zijn, die het evangelie verkondigen aan gelijkgestemden bij de uitoefening van hun hobby. Denk daarbij bijvoorbeeld aan christelijke wielertoeristen, christelijke wandelverenigingen, enz. Wat zijn de normale activiteiten van ‘onze’ CMA?

Samen de Bijbel bestuderen, elkaar steunen, proberen relaties op te bouwen met bikers en steeds bereid zijn hen over het Evangelie te vertellen, zonder op te dringen. We nemen deel aan allerhande motorfietsactiviteiten, waar mogelijk, ook voor goede doelen. We zijn ook bereid om gemeenten en kerken te ondersteunen of te helpen bij evangelisatie. De werking van CMA is gebaseerd op de volgende 4 pijlers: Gebed, Vriendschap, Evangelisatie en Discipelschap. In 2012 mochten we deelnemen aan acht motortreffens en een evangelisatiestand op een kerstmarkt ‘bemannen’. We verkochten hamburgers op een festival, werkten mee aan een jeugdkamp en aan een evangelisatieactie onder blinden. We legden contacten met andere motorclubs, reden mee in het legendarische Elefantentreffen in Duitsland, hadden twee bezinningsweekends en een openlucht ‘Biker Church’. We bezochten vijf gemeenten en waren blij met één bekering en twee dopen. Misschien willen lezers/motorrijders of gemeenten meer weten over onze werking en activiteiten. Neem gerust contact op. Het kan ook via CMA Belgium op Facebook!


verantwoordelijke uitgever: Raymond Hausoul, Ieper

stripverhaal


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.