En daar sta je dan!
Presenteren doe je (niet) zo E-Book Drs Ilse Schrijver Drs Mariska Wessel
Š 2012 – Instituut Kleynenborgh Dit e-book mag in de huidige vorm gratis en zonder overleg doorgestuurd worden, op voorwaarde dat het e-book niet wordt aangepast en er niets voor in rekening wordt gebracht. Het is niet toegestaan om dit e-book op een weblog of website te publiceren zonder overleg met Instituut Kleynenborgh. Mocht je dat toch willen: neem dan even contact op. De teksten en inhoud mogen niet in een andere vorm dan in dit e-book worden gedupliceerd of gepubliceerd. Alle rechten van de teksten in dit e-book behoren toe aan Instituut Kleynenborgh. Bottomline: Stuur dit e-book toe aan iedereen toe waarvan jij denkt dat die er iets aan heeft. Met dank aan Bart van den Belt voor deze copyright. Het gebruikte beeldmateriaal is afkomstig van http://www.sxc.hu/ en het copyright ligt dientengevolge bij HAAP Media Ltd.
2
Inhoudsopgave – En daar sta je dan 1. Inleiding........................................................................................................................... 5 2. Voorbereiden presentatie...................................................................................................6 2.1. Doelgroep presentatie................................................................................................ 6 2.2. Doelen presentatie..................................................................................................... 7 2.3. De gelegenheid.......................................................................................................... 7 2.4. De randvoorwaarden.................................................................................................. 7 2.5. De inhoud..................................................................................................................8 2.5.1. De inleiding: .......................................................................................................8 2.5.2. De kern...............................................................................................................8 2.5.3. De afsluiting........................................................................................................9 2.5.4. Tips ................................................................................................................... 9 3. De presentatie................................................................................................................ 10 3.1. Tijd......................................................................................................................... 10 3.2 Het spreken.............................................................................................................. 10 3.1.1. Schrijftaal is geen spreektaal ............................................................................ 10 3.1.2. Je toehoorders zijn de maat .............................................................................. 11 3.1.3. Rust zorgt voor rust ......................................................................................... 11 3.1.4. Adem even in ................................................................................................... 11 3.1.5. Spreek op toon .................................................................................................11 3.1.6. Vertel je eigen verhaal....................................................................................... 11 3.3 Non verbale communicatie......................................................................................... 12 3.1.7. Nog een paar tips.............................................................................................. 12 4. Gebruik je stem om te spreken........................................................................................ 13 5. Presentatie tools............................................................................................................. 15 5.1. Ontwerpen sheets.................................................................................................... 16 5.2. Tijdens de presentatie.............................................................................................. 17 6. En tot slot.......................................................................................................................18 Literatuurlijst...................................................................................................................... 18
3
4
1. Inleiding Presenteren is voor veel mensen niet iets waar ze naar uitkijken. Je staat in het middelpunt van de belangstelling, en je beseft vaak maar al te goed dat je kritisch wordt bekeken en beluisterd. Tijdens je werk zul je regelmatig moeten presenteren. Zowel voor cliënten, als voor collega’s. In deze hand out staan een aantal tips die je kunnen helpen. Een goede voorbereiding geeft zelfvertrouwen en houvast tijdens de presentatie. Voor deze hand-out is het boek van Steehouder e.a. (2006) ‘leren communiceren’ als leidraad genomen. Hier vind je ook een uitgebreidere uitleg en meer tips over presenteren. Succes en veel plezier met de presentatie Ilse Schrijver Mariska Wessel
5
2. Voorbereiden presentatie Trap niet in de valkuil ‘dat doe ik wel even’. Presentaties en voordrachten die niet zijn voorbereid zijn zelden boeiend. Ze zijn saai, langdradig, bevatten teveel informatie en/of missen richting. Een goede voorbereiding betekent: doelstelling formuleren; doelgroep identificeren en daar de boodschap en wijze van presenteren op aanpassen. En jawel: uitgebreid voor de spiegel staan oefenen, oefenen, oefenen.Met een goede voorbereiding kun je gemakkelijk scoren. In de voorbereiding van een presentatie zijn er een aantal punten waar je aandacht aan dient te besteden. Deze zijn: De doelgroep De doelen De gelegenheid De randvoorwaarden De inhoud
2.1. Doelgroep presentatie Voordat je de presentatie geeft is het zinvol na te denken over je doelgroep. Wat weten ze al van het onderwerp en hoe luisteren ze normaal gesproken naar een presentatie? Laat je presentatie aansluiten bij de voorkennis van de luisteraars. Leg begrippen die de luisteraars waarschijnlijk niet kennen helder uit. De aandacht vasthouden tijdens een presentatie is lastig. Bedenk van tevoren hoe je de luisteraars wil motiveren de aandacht vast te houden. De doelen die je wilt bereiken met de presentatie kunnen je hier houvast bij geven. Wat je gaat vertellen en hoe je dit gaat vertellen hangt dus af van je publiek.
6
2.2. Doelen presentatie Bedenk tijdens de voorbereiding welke doelen je wilt bereiken met de presentatie: wat moeten de luisteraars na afloop weten, denken, kunnen of doen? Presentaties zijn bij uitstek geschikt voor doelen als: Inspireren oftewel belangstelling wekken voor een bepaald onderwerp. Zo kun je ondernemers motiveren om eens na te denken over bedrijfsopvolging. De mening van de luisteraars over het onderwerp te beïnvloeden. Zo kun je luisteraars overtuigen van de (on)zin van horizontaal toezicht bij gemeenten en nutsbedrijven. Gedragsintenties van het publiek beïnvloeden. Zo kun je proberen de cliënten dusdanig beïnvloeden dat ze niet meer zwart werken. Discussie over een bepaald onderwerp bevorderen. Door een presentatie kun je de discussie aanwakkeren over de rol van ethiek in het vakgebied. Andere doelen die wat meer losstaan van de inhoud zijn bijvoorbeeld: toehoorders inschakelen voor feedback toestemming krijgen voor de uitvoering van een plan …. Presentaties zijn niet geschikt als je veel en gedetailleerde informatie wil overbrengen, of de informatie die je wilt overbrengen zeer complex is.
2.3. De gelegenheid De gelegenheid die de aanleiding is tot de presentatie is van invloed op de vorm waarin je de presentatie giet. Net als je zelf doelen hebt die je wilt bereiken met de presentatie, hebben de luisteraars ook doelen die ze willen bereiken met het luisteren naar de presentatie. Door van tevoren na te denken over de doelen die de toehoorders hebben, kun je de presentatie dusdanig vormgeven dat zowel je eigen doelen, als die van de toehoorders gerealiseerd worden. Enkele mogelijke doelen zijn: Algemene interesse in het onderwerp Oplossen concreet probleem …
2.4. De randvoorwaarden Voorbereiden betekent ook ervoor zorgen dat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Vorm je vooraf een beeld van de ruimte, en de beschikbare techniek.
7
Indien de ruimte onbekend is voor je, kun je van tevoren contact opnemen met de locatie en de volgende vragen stellen: Hoe groot is de ruimte en hoe is de indeling? Welke voorzieningen zijn er? Hoe werkt de apparatuur? Zorg dat je ruim voor aanvang van de presentatie aanwezig bent, en bekijk de opstelling. Je hebt de gelegenheid deze aan te passen. Test of de apparatuur werkt. Nu is er nog gelegenheid om technische problemen op te lossen. Indien iemand jou aankondigt, maak even een praatje met hem/haar: hoe gaat de inleider je aankondigen en/of bedanken? Je kunt je presentatie hier eventueel nog iets op aanpassen. Voorbereiden betekent dus : geen geklungel met draden, sheets en niet-werkende beamers. Als je hulpmiddelen gebruikt, zorg dat je alles van tevoren heeft getest!
2.5. De inhoud Inmiddels zijn we aangeland bij de grootste klus van de voorbereiding: de inhoud en de structuur waarin je de inhoud vorm gaat geven. De inhoud van een presentatie bestaat net als een geschreven tekst uit een inleiding, de kern en het slot.
2.5.1. De inleiding: In de inleiding geef je een motiverende opening, geef je aan wat het doel is en een vooruitblik wat je gaat behandelen. Een ezelsbruggetje is: INTRO. • • •
• •
Interesse wekken Noodzaak aangeven waarom het interessant is om naar je te luisteren (wat hebben ze eraan?) Tijd die je van je toehoorders vraagt (en de structuur en belangrijkste items die je gaat bespreken) Of en wanneer mensen mogen Reageren Oogmerk (hier had Doel moeten staan, maar dan klopt het ezelsbruggetje niet meer).
Er is overigens geen dwingende volgorde voor het benoemen van de verschillende ingrediënten.
2.5.2. De kern De kern biedt ruimte voor de inhoudelijke boodschap. Zorg voor een heldere opbouw, stel vragen aan je 8
publiek en herhaal informatie. In elke presentatie verstrek je informatie. Hou er rekening mee dat de informatie nieuw is voor de toehoorder. En dat zij veel nieuwe informatie tegelijk niet kunnen onthouden. Selecteer de informatie dus. Geef weer wat belangrijk en aantrekkelijk is en doe aan “informatieverdunning”. Dit weergeven kun je zowel mondeling, als visueel met bijvoorbeeld een power point presentatie doen. Enkele hulpmiddelen voor informatieverdunning: geef “tussenkopjes”; sluit delen duidelijk af met een samenvatting of (tussen)conclusie; wijs op wat gaat volgen; vermeld wat de verbanden tussen je stukjes zijn; herhaal informatie en gebruik daarbij andere woorden; geef duidelijk herkenbare voorbeelden; laat met hulpmiddelen zaken zien; wat mensen zien, onthouden ze vaak beter dan wat ze horen! Gebruik afbeeldingen, diagrammen, etc
2.5.3. De afsluiting De afsluiting bestaat uit een samenvatting, conclusie en een uitsmijter
2.5.4. Tips Neem niet alleen inhoudelijk belangrijke informatie op, maak de presentatie ook boeiend. Dit kan door (steehouder, e.a. 2006) Concretisering: voorbeelden, anekdote’s, vergelijking met iets wat bekend is bij uw publiek Verrassingen: een draai, een grap, een plaatje of film Persoonlijke informatie: veel mensen zijn nieuwsgierig en vinden het leuk om iets persoonlijks te horen over de spreker
9
3. De presentatie En dan is het zo ver. Na alle voorbereiding is het moment van presenteren aangebroken. Dit is het moment waar je naar toe hebt geleefd. Hieronder volgen een aantal tips waar je tijdens de presentatie rekening mee dient te houden.
3.1. Tijd De algemene tip is hou je presentatie kort. De meeste mensen kunnen zich 10 tot 20 minuten concentreren. Daarna dwalen hun gedachten af. Breng je boodschap dus kort en bondig om te voorkomen dat je publiek zich gaat vervelen. Mocht je meer spreektijd krijgen, deel dan je presentatie op in blokken en zorg voor korte “breaks”. Je kunt bijvoorbeeld een vraag stellen, een korte discussie houden of misschien een verrassend filmpje tonen. Het komt vaak voor dat je je vergist in de tijd. In vrijwel alle gevallen kom je tijd te kort. Thuis voor de spiegel was je toch in een kwartier klaar maar nu voor de zaal ben je na 5 minuten nog niet eens door de inleiding heen. Mocht je in tijdnood komen, benadruk dat dan niet door dit te zeggen, of te gaan klagen dat je te weinig tijd hebt gekregen van de organisatie. Vraag ook niet of je meer tijd mag krijgen. En hou ook niet midden in het verhaal op. Wat dan wel? Hou tijdens de presentatie de tijd in de gaten. Mocht je in tijdnood gaan komen, dan weet je dit ruim voor het eind van de presentatie. Je kunt er dan voor kiezen minder belangrijke onderdelen van je presentatie weg te laten. Minder belangrijke zaken zijn bijv. een uitgebreid voorbeeld of anekdote. Hou in ieder geval voldoende tijd voor de afsluiting. Een goede afsluiting is essentieel om je boodschap helder over te brengen.
3.2 Het spreken Om je toehoorders te boeien is het belangrijk om aandacht te besteden aan de wijze waarop je tijdens de presentatie spreekt. Ook hier zijn weer een aantal tips voor (www.fidato.nl, 12-102010). Lees ook het volgende hoofdstuk specifiek over je stem.
3.1.1. Schrijftaal is geen spreektaal Door te oefenen merk je al dat woorden als ‘gaarne, niettegenstaande, etc’ het op papier beter doen, dan als je ze uitspreekt. Pas zinnen en woorden waarbij je blijft steken, of waar je moeite hebt met de juiste intonatie aan.
10
3.1.2. Je toehoorders zijn de maat Duidelijke taal is alleen duidelijk als de toehoorders het begrijpen. Sluit met je woordgebruik en zinsbouw aan bij je toehoorders. In het algemeen geldt: spreek ABN en vermijd zoveel mogelijk vaktermen en ingewikkelde taalconstructies.
3.1.3. Rust zorgt voor rust Beginnende sprekers hebben nog wel eens de neiging om sneller te praten dan het publiek kan luisteren. Als je te snel praat, verlies je op een gegeven moment onherroepelijk de aandacht. Spreek langzaam en gun het publiek de tijd om je woorden op zich in te laten werken. Las rustpauzes in en vul deze niet op met uh's en ennuh's. Wees niet bang voor de stilte. Die zorgt juist voor het noodzakelijke spanningsniveau bij het publiek.
3.1.4. Adem even in Voor stem en intonatie is de ademhaling zeer belangrijk. Hoe belangrijk het is om door de neus adem te halen, merk je vooral als je spreekt door een microfoon. Adem je dan namelijk door de mond, dan kan het publiek elke ademhaling perfect volgen. Dat leidt af en het is bovendien vermoeiend. Voor zowel jezelf, als je toehoorders.
3.1.5. Spreek op toon Met toonhoogte- en volumewisselingen maak je de presentatie dynamisch en spannend voor de toehoorders. Maak het ook weer niet te gek. Teveel theater doet de inhoud niet beter overkomen.
3.1.6. Vertel je eigen verhaal Lees niet de presentatie voor. Zorg dat je de presentatie zo goed kent, dat je hem zonder sheets zou kunnen geven. Op deze manier voorkom je te veel gebruik van zinnen als ‘het volgende punt..’
11
3.3 Non verbale communicatie Bij een presentatie sta je voor een groep toehoorders. Naast de inhoud van je presentatie, zien ze ook je houding, gebaren en de wijze waarop je ze al dan niet aankijkt. Of anders gezegd: je toehoorders zijn zich bewust van je non-verbale communicatie. Hoe je overkomt wordt hoofdzakelijk bepaald door je lichaamstaal. Niet je woorden, maar de manier waarop je ze uitspreekt, je houding, je mimiek, je oogopslag en je bewegingen vestigen de belangrijkste indruk. De vuistregel is: pas je lichaamstaal en intonatie aan aan de emotie die je wilt overbrengen. Als je iets ernstigs wilt benadrukken, zet dan de tijd even stil om indruk te maken. Sta stil, laat een stilte vallen, kijk je toehoorders indringend aan en spreek met veel klemtonen. “…Drie… miljoen… Euro… Verlies’. Zodra je in de oplossingensfeer komt, verander je je lichaamstaal en intonatie volledig: je beweegt, maakt gebaren en spreekt vlot, zelfverzekerd en met enthousiasme. Blijf tijdens de presentatie niet stokstijf op één plek staan maar hou het plaatje levendig. Loop af en toe heen en weer, op die manier hou je de aandacht beter vast. Ook gebaren verbeteren je presentatie. Probeer gebaren te maken die je informatie ondersteunen. Bij het gebruik van gebaren mag je overigens best wat overdrijven. Maar maak het niet te gek, tenzij dit bij je past. Vergeet ook je kleding niet: Je bent natuurlijk wie je bent, maar als je een presentatie houdt heb je doorgaans te maken met mensen die je niet of onvoldoende kennen. Anders had je wel face-to-face met ze aan tafel gezeten. Kleed je daarom onberispelijk.
3.1.7. Nog een paar tips Zoek regelmatig oogcontact met je toehoorders Sta rechtop en toch ontspannen Stop nooit je handen in je zakken Varieer in stemgeluid en volume Wiebel niet heen en weer Tik niet met een pen 12
4. Gebruik je stem om te spreken De meeste sprekers beschouwen hun stem als iets vanzelfsprekends… de focus ligt vaak op de inhoud. Jammer want de manier waarop je klinkt en spreekt bepaalt voor een groot deel of je verhaal blijft hangen, je je publiek raakt en overtuigt. Je stem is natuurlijk ten eerste “drager” van je woorden, transportmiddel van je boodschap. Als je slecht verstaanbaar bent, monotoon of weinig energiek spreekt, zal ook een interessant verhaal aan de aandacht ontsnappen. Ga zelf maar eens na hoe een stem en spreekstijl van een spreker uitnodigen om te blijven luisteren of niet.
Naast drager van je woorden is je stem een krachtig expressiemiddel om je publiek echt mee te nemen in jouw verhaal. Door te variëren in toon, volume, intonatie, dynamiek, volume en stilte creëer je een natuurlijke spanningsboog en kun je je verhaal tot de verbeelding laten spreken! Je stem verklankt de lading van de woorden, benadrukt de structuur, de importantie van je boodschap Maar ook voor jou als spreker biedt je stem een mooi instrument om met meer rust en ontspanning te spreken en met vertrouwen voor je publiek te staan. Door je stem bewust in te zetten, voel je dat het spreken verbonden is met lijf en je ademhaling. De stem klinkt het beste als stem, adem en lichaam optimaal samenwerken. Als je dit principe ervaart, vergroot het je présence, je verbinding in het moment. Spreken in de flow, met je adem als kompas om vrij en kleurrijk te spreken geeft je vertrouwen en plezier in het presenteren! Tenslotte …als je met meer vertrouwen, plezier en flair durft te spreken geeft dit je ook meer vrijheid in je verhaal, in woordkeuze en vorm. Je bemerkt dat er misschien maar een aantal slides zijn die echt VISUEEL wat toevoegen, en dat bullet points vervangen kunnen worden door beeldende spreektaal of een anekdote. Als je wat wil lezen koop je maar een boek. 13
Spreken is creatief uitademen, je stem is een prachtige krachtbron om je verhaal kleur en kracht te geven.. De respons van je publiek is het grootste meetbare succes! Als je eenmaal het zenden van informatie durft los te laten, en vol afstemt op je zelf en je publiek, klinkt er jouw verhaal, word jij je verhaal! TIPS om je goed gestemd je presentatie voor te bereiden: Train je adem -en lichaamsbewustzijn. Dit kan door vijf minuten per dag bewust adem te halen of bijvoorbeeld te mediteren. Train je stem, doe een cursus theatersport, neem zangles en ontdek je stem. Neem jezelf regelmatig op en luister jezelf terug. Gebruik hiervoor een gedicht, krantenartikel of je presentatie: Klink jij zoals je wilt overkomen en is je spreekstijl duidelijk, boeiend en inspirerend om naar te blijven luisteren? Luister en observeer en leer van goede sprekers. Genoeg inspiratie op TED (x) Houd een logboek bij van anekdotes, persoonlijke gebeurtenissen en train jezelf in het vertellen! Een persoonlijke noot maakt jouw presentatie tot jouw verhaal! Maak veel vlieguren in het “bewust” spreken: just practice, practice, practice…. Het bewust trainen van je stem geeft je naast een krachtige en expressieve stem, ontspanning en meer vrijheid in het spreken.
14
5. Presentatie tools Tijdens presentaties wordt vaak gebruik gemaakt van visuele weergave. Power Point presentaties komen relatief veel voor, net als Keynote van Apple. Een bijzonder alternatief voor powerpoint is Prezi maar voor velen minder bekend. Wanneer Prezi? Prezi heeft twee belangrijke kenmerken die het onderscheiden van Powerpoint. De ʻeffectenʼ in Prezi zijn anders (het in- en uitzoomen en het draaien) en Prezi kun je op een makkelijkere manier flexibel inzetten. Beide opties zitten ook in Powerpoint, maar kenmerken deze tool veel minder dan dat ze Prezi kenmerken. Deze twee kenmerken maken Prezi dan ook extra geschikt voor: • het presenteren van modellen, het gedetailleerd inzoomen op grafieken, data en locaties (uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat modellen zelfs beter onthouden worden bij het gebruik van Prezi in vergelijking met Powerpoint); • het presenteren van tegenstellingen of argumenten voor en tegen; • publieksgerichte presentaties; waarbij het publiek bepaalt welke onderwerpen er behandeld worden; • een publiek dat verrast wil worden. Voor al deze zaken geldt dat je Prezi extra goed in kunt zetten door je taalgebruik ʻcongruentʼ te maken. Dat houdt in dat je woorden ondersteunen wat je op je scherm ziet gebeuren. Bijvoorbeeld het ʻinzoomenʼ op iets, of het ʻhaaks staan opʼ. Wanneer Powerpoint? Maar, ook Powerpoint is een prima tool om je presentatie mee te ondersteunen. Mits je deze uiteraard op de juiste manier inricht (dat geldt overigens ook voor Prezi). Powerpoint is extra geschikt voor: • • • •
presentaties die een duidelijke kop, romp en staart hebben; rechtlijnige presentaties, zonder poespas; het presenteren van meerdere argumenten met sub-argumenten; een ʻtraditionelerʼ publiek. (bron: www.presenterenmetprezi.nl)
15
Hoewel er ook andere middelen zijn, bijv. geen hulpmiddelen, flip over, schoolbord en overheadprojector, gaat dit hoofdstuk enkel in op het gebruik van sheets zoals bijvoorbeeld in het programma powerpoint. Voordelen van vooraf gemaakte sheets is dat je snel wat kunt laten zien, het materiaal kan bewaren, opnieuw kunt gebruiken en (digitaal) kan uitdelen. Nadelen zijn dat sheets vaak verkeerd worden gebruikt, de aandacht van de toehoorder met name uitgaat naar de sheet en ze niet altijd even leesbaar zijn.
5.1. Ontwerpen sheets Bij het ontwerpen van de sheets de volgende tips (www.2reflect.nl, 12-10-2010): Gebruik het standaardsjabloon van je organisatie. Maak gebruik van de standaardlettergroottes, verklein ze dus niet te veel. Niet te veel tekst op de sheet. Gebruik enkel trefwoorden Maak de structuur van je presentatie duidelijk d.m.v. layout en/of cijfers. Liever te weinig sheets dan te veel Liever veel beelden waar je het verhaal bij vertelt, dan tekst die je later opleest. Speciale en steeds wisselende overgangseffecten (met geluid...) van de ene sheet naar de andere zijn ergernis nummer één bij toehoorders. Gebruik alleen een vloeiende overgang. Laat opsompunten alleen één voor één verschijnen (animaties) wanneer je bij elk punt langer wilt blijven stilstaan (maar alleen dan). Gebruik bij voorkeur maar één niveau van opsommingen. Houd het sober. Geen spetterende beelden, animaties, kleuren en geluiden door elkaar. Bij gebruik illustraties: zorg voor professionele plaatjes, dwz met hoge resolutie. Denk ook aan de eventuele auteursrechten. Oefen met vooruit en achteruit bladeren. 16
Ga altijd na hoe je diavoorstelling er geprojecteerd uitziet (is het breedbeeld of niet) Maak vooraf afdrukken voor het publiek, het liefst met meerdere dia's per pagina en ruimte voor het maken van aantekeningen. Sommige dia’s kun je ook weglaten op de afdruk (zoals het antwoord op een vraag die je gaat stellen).
5.2. Tijdens de presentatie Ook tijdens de presentatie zijn er een aantal tips: (www.2reflect.nl, 12-10-2010): Deel de vooraf gemaakte afdrukken voor de presentatie uit. Kijk naar het publiek, niet naar het projectiescherm. Zorg dat je zicht hebt op een beeldscherm dat voor je staat, richting het publiek. Laat het licht (deels) aan, zodat je zelf zichtbaar blijft. Lees de sheets niet voor. Klik niet zo snel door van de ene sheet naar de andere dat het niet meer te volgen is. Probeer het eens zonder sheets. Bij het programma powerpoint is er de specifieke “presentatie weergave”. In deze weergave werk je met een apart scherm voor je zelf. De zaal ziet enkel de “echte” sheets terwijl jij een overzichtelijk scherm hebt met de tijd, de tijd van deze sheet, teksten, mogelijkheid tot notities, maar bijvoorbeeld ook de volgende sheet alvast in beeld. Zeker voor de gevorderde spreker is dit een erg handig gereedschap.
17
6. En tot slot Oefen, oefen, oefen! Gallo, presentatiecoach, geeft als tip: oefen 10 uur voor elk uur dat je presentatie moet duren. De meest bekende sprekers schudden hun tekst niet zo uit hun mouw (www.computerworld.nl, 12-10-2010). De beste presentaties zijn het resultaat van eindeloos voor de spiegel staan en uitproberen voor een kleine kring.
Literatuurlijst Steehouder, e.a. (2006), Leren communiceren, hoofdstuk 9, Groningen/Houten: WoltersNoordhoff http://computerworld.nl/article/294/succesvol-presenteren-5-slimme-tips/2.html datum raadpleging: 12-10-2010 http://www.managementsite.nl/390/persoonlijke-effectiviteit/presenteren-zonderplaatjes-deel-2.html datum raadpleging 12-10-2010 http://www.managementsite.nl/390/persoonlijke-effectiviteit/presenteren-zonderplaatjes-deel-2.html datum raadpleging 12-10-2010 http://www.ripuls.nl/uploads/8F/tF/8FtFZ56OIWpS6mJE5WGUsQ/Hoe-maak-je-eengoede-start-van-je-presentatie.pdf datum raadpleging 12-10-2010 http://www.edu-actief.nl/zcn/Container%20bestanden/20%20Presenteren/PRES %2004%20Groepspresentatie.html datum raadpleging 12-10-2010 http://www.2reflect.nl/powerpoint.htm datum raadpleging 12-10-2010 Meer weten: http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/presentatie/ Inspiratie: http://www.ted.com
18
Over de auteurs Ilse Schrijver is afgestudeerd bedrijfswetenschapper aan de Radboud Universiteit Nijmegen . Na ruim zeven jaar als docent te hebben gewerkt bij de Faculteit der Managementwetenschappen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, is Ilse in 2008 verder gegaan als zelfstandig coach en trainer. Als zelfstandig trainer heeft zij diverse bedrijfskundige lesprogramma's opgezet en is als docent betrokken bij Open Universiteit, Radboud Universiteit Nijmegen, Leidse Onderwijs Instelling en het NTI. Ilse is tevens tevens docent Strategie bij het centrum van ondernemerschap van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. In 2012 was Ilse mede oprichter van Instituut Kleynenborgh. Mariska Wessel heeft naast haar studie cultuurmanagement (U.v.A) een opleiding als klassiek zangeres afgerond (ArtEZ). In 2008 begon ze als stemcoach onder de vlag ” Voice matters” . Ze gebruikt haar expertise in ‘stemzaken’ en podiumervaring om mensen met meer plezier, ontspanning en overtuiging te laten spreken. Mariska heeft ruime ervaring met trainingen voor professionals in zeer gevarieerde vakgebieden, o.a. leidinggevenden, consultants, docenten, huisartsen, advocaten en congressprekers. Ze geeft regelmatig trainingen bij Wageningen University, VHL en andere opleidingen. Ook is ze als stemcoach verbonden aan de school voor presentatiecoaching en aan instituut Kleynenborgh.
19
“En daar sta je dan, presenteren doe je (niet) zo” is een praktisch E-Book over hoe je het beste je boodschap overbrengt in een presentatie. Dat jij weet alles weet van jouw onderwerp is geen garantie voor een goede presentatie. In dit E-Book wordt in heldere taal uitgelegd hoe je een presentatie opbouwt en waar je zoals op moet letten.
Over Instituut Kleyenborgh, instituut voor management en ondernemerschap: Elke ontwikkelingsfase van een bedrijf vraagt andere kennis en vaardigheden van de ondernemer en manager. Instituut Kleynenborgh zorgt voor de juiste opleiding op het juiste moment. De bedrijfskundige opleidingen kunnen als losse trainingen of in abonnementsvorm gevolgd worden. Er kan teruggevallen worden op coaching en advisering door docenten van Kleynenborgh die allen, naast universitair geschoold, ook ondernemer zijn. Met het Kleynenborgh Management Development Program kan iedere ondernemer zijn werknemers een professioneel opleidingstraject aanbieden en daarmee de “high potentials” aan zich binden.
www.kleynenborgh.com @kleynenborgh www.facebook.com/kleynenborgh
20