I nl e i di ng
2
1 .DeMe di a c ode 1. 1I ns t e l l i ngv a ndeMe di a c ode 1. 2 Ce ns uur ? 2.Dege he i mz i nni gena oor l ogs ej a r e n:ge nt l e me n’ sa gr e e me nt se ndek uns t
5 6 10
v a nhe twe gl a t e n 2. 1Al l e e nf e e s t e l i j k he de n 2. 2Gr e e tHof ma ns a f f a i r e 3.Det a boe door br e k e ndej a r e nz e s t i g:k r i t i s c hej onge r e ne nge z a gs ge t r ouweoude r e n 3. 1Cl a usv onAms be r g 3. 2Te l e v i s i e 4.Dewa a k honde nv a ndej a r e nz e v e nt i g:j our na l i s t e nv a ndea nt i s c hi j n 4. 1‘ Nooi tme e rdeonde r da ni ghe i dv a n1956’ 4. 2Comme r c i ë l ej our na l i s t i e k 5 .Dej our na l i s t i e kv a na fdej a r e nt a c ht i g:c omme r c i a l i s e r i nge nme di a hy pe s 5. 1DouweEgbe r t sRoodme r k 5. 2Pa r i ngs da nse npr i me ur j a c ht 5. 3“ Del e uge nr e ge e r t ” 6.Fot o’ se nder odde l pe r si ne e nni e uw me di a l a nds c ha p 6. 1Fot ogr a f i ee npr i v a c y 6. 2I nv e nt i onoft r a di t i on 6. 3Fr ont -ofba c k s t a ge ? 6. 4Ri j k s v e r z wi j gi ngs di e ns t 6. 5Pa r i ngs da ns ,r odde l pe r se nk wa l i t e i t s me di a 6. 6Te r ugna a rdej a r e nv i j f t i g
15 16 17 19 20 21 24 24 25 28 29 30 31 33 33 34 35 36 37 38
Conc l us i e
41
Bi j l a ge
43
Li t e r a t uur l i j s t
45
“Ik vind die mensen van de pers toch zo onhebbelijk! Wat doe je toch, je zit boven op mijn neus,” aldus een geïrriteerde koningin Beatrix tijdens een bezoek aan Groningen vanwege de grote wateroverlast in oktober 1998.1 Over een gebrek aan belangstelling heeft het Nederlandse koningshuis nooit te klagen gehad. De leden van het koningshuis zijn misschien wel de meest gefotografeerde personen van ons land. De geboorte van de troonopvolgster, prinses Beatrix, in 1938 was groot nieuws en al kort na haar geboorte prijkte de eerste foto van de toekomstige koningin op de voorpagina’s. Van alle grote en minder grote gebeurtenissen in het leven van de Oranjes werden plaatjes geschoten die vervolgens in de kranten verschenen: de prille liefde tussen Beatrix en Claus, de geboortes van haar drie zonen Willem-Alexander, Friso en Constantijn en de traan van Máxima tijdens de huwelijksvoltrekking met de kroonprins in 2002. In februari van dit jaar kwam de koninklijke familie minder vreugdevol op de gevoelige plaat, toen ze prins Friso bezochten na zijn skiongeval in het Oostenrijkse Lech. De grote interesse vanuit de samenleving voor het privéleven van de Oranjes zorgt voor frictie tussen enerzijds een vrije pers en anderzijds privacybescherming. Dit maakt de relatie tussen het koningshuis en de pers gespannen. Tot ongenoegen van veel journalisten lijkt het koningshuis met de komst van de Mediacode in 2005 haar privacy terug te hebben verworven. Journalisten en fotojournalisten die zich bezighouden met het doen en laten van leden van het koninklijk huis, dienen zich voortaan te houden aan een gedragslijn. Sinds de instelling van de Mediacode mag niet meer zomaar privacygevoelig materiaal over de leden van de koninklijke familie gepubliceerd worden. Veelal gaat dit om foto’s van de familie en hun kinderen, tijdens activiteiten buiten de officiële plechtigheden en in een meer persoonlijke en gemoedelijke sfeer. De relatie tussen pers en koningshuis is de laatste decennia ingrijpend van karakter veranderd. Weinig herinnert nog aan de verhoudingen ten tijde van de Greet Hofmansaffaire in de jaren vijftig, toen de Nederlandse journalistiek zich liet muilkorven door de autoriteiten. In de buitenlandse pers werd de huwelijkscrisis tussen koningin Juliana en prins Bernhard breed uitgemeten, maar de Nederlandse hoofdredacteuren zorgden ervoor dat de
1 www.nos.nl ‘Beatrix en de pers, Beatrix valt uit tegen de pers’ (NOS) 1 juli 2012. http://nos.nl/koningshuis/video/5041koningin-beatrix-valt-uit-tegen-de-pers.html
2
affaire uit de publiciteit bleef en de eigen journalisten de buitenlandse publicaties niet te zien kregen.2 Met de opkomst van de kritische cultuur in de jaren zestig en zeventig veranderde deze houding drastisch. Sindsdien werd het koningshuis ook steeds vaker in een negatief daglicht geplaatst. Vooral de ‘roddelpers’, die ontstond in de jaren zeventig, had hier een belangrijk aandeel in. De roddelbladen gingen vaak in op geruchten en speculaties omtrent de Oranjes. Tijdens haar hoogtijdagen in de jaren zeventig en tachtig hadden de bladen een gezamenlijke oplage van 1,7 miljoen, cijfers die vandaag de dag niet snel meer zullen worden geëvenaard.3 In die periode ontwikkelde Joop van Tellingen zich tot Nederlands bekendste paparazzifotograaf. Hij zat soms dagen in zijn auto met drankjes en eten te wachten tot de nieuwe vriend van prinses Irene naar buiten kwam, of verstopte zich in een vuilnisbak om net dat ene speciale moment vast te leggen. Vooral de kroonprins krijgt het in zijn leven zwaar te verduren met Van Tellingen: Ik heb Willem-Alexander als jongetje flink op de hielen gezeten, dus ik snap wel dat hij een hekel aan mij heeft. Hij heeft zoveel last van mij gehad. Ik achtervolgde hem al toen hij zijn eerste stapjes zette, toen hij op zijn eerste fietsje reed, toen hij wegscheurde op zijn eerste brommer en toen hij zijn eerste sigaretje rookte.
Voor hem is het overduidelijk waarom de Mediacode werd ingevoerd: “Die is er gekomen door types als ik.”4 De leden van de koninklijke familie ondernamen al vroeg juridische stappen tegen de roddelpers. Ze vonden sommige geruchten zo storend dat prins Claus al in 1985 een kort geding aanspande tegen het weekblad Privé.5 Ondanks de enorme populariteit van de roddelpers in de jaren zeventig en tachtig liet de invoering van de Mediacode, die de privacy van het koningshuis moest herstellen, nog geruime tijd op zich wachten. Waarom werd de Mediacode pas zo laat ingevoerd? Dit vraagstuk is van belang omdat de Mediacode sinds haar invoering zeer gevoelig ligt. Vanuit de journalistieke hoek wordt vaak geroepen dat de code een vorm van censuur is. In februari van dit jaar kwam zelfs naar buiten dat de Mediacode in strijd is met de Europese
2 Huub Wijfjes, ‘Van de Greet Hofmans-affaire tot Margarita-gate: de mediaconstructie van schandalen rond het koningshuis’, Tijdschrift voor mediageschiedenis 10 (2007) 111-131, 117-118. 3 www.geschiedenis24.nl ‘Geschiedenis van de roddelbladen’ in: Andere Tijden (2003-2004) 1 juli 2012. http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2003-2004/Geschiedenis-van-de-roddelbladen.html 4 www.geschiedenis24.nl ‘Persmuskieten en het Koningshuis (Geschiedenis 24) 1 juli 2012. http://www.geschiedenis24.nl/nieuws/2009/oktober/Persmuskieten-en-het-Koningshuis.html 5 Peter Rehwinkel, ‘Oranjes zijn meer gebaat bij mediacode’, de Volkskrant, 6 augustus 2003, 6.
3
rechtspraak.6 Vanuit ethisch oogpunt lijkt de Mediacode echter een logisch antwoord op de fysieke indringing van de privacysfeer van de Oranjes door de paparazzi. Op juridisch vlak is reeds enige aandacht besteed aan de verhouding tussen het recht op vrijheid van informatie en het recht op privacy. In andere vakgebieden is vooralsnog weinig gepubliceerd over de Mediacode. De gevoeligheid van de kwestie zou hierin een belangrijke factor kunnen zijn. Deze bachelorscriptie heeft daarom als doel meer inzicht te bieden in de factoren die hebben bijgedragen aan de invoering van de Mediacode en zo meer licht te werpen op de complexe relatie tussen de pers en het koningshuis. Welke invloed had het ontstaan van de roddelpers op deze relatie? Eerder onderzoek naar de band tussen het koningshuis en de pers berust voornamelijk op publicaties van mediahistoricus Huub Wijfjes en historica Irène Diependaal.7 Deze publicaties worden in deze bachelorscriptie gebruikt om de relatie tussen de pers en het koningshuis na de Tweede Wereldoorlog te schetsen, om een omschrijving van het journalistiek klimaat dat voorafging aan de Mediacode te geven. Voordat de veranderingen die er de laatste decennia in de journalistieke cultuur hebben plaatsgevonden benoemd worden, zal eerst de Mediacode zelf uitvoerig aan bod komen. Daarbij wordt uitgelegd welke directe aanleidingen er waren voor de code, wat de deze precies inhoudt en welke reacties er op volgden. In het laatste hoofdstuk komen de rol van de roddeljournalistiek en de impact van foto’s in een veranderend medialandschap aan bod. Hierin wordt behandeld waarom de Mediacode zo sterk is gefocust op fotografie en wat de functie is van de roddelpers. Als laatst zullen de meest recente veranderingen in het journalistieke veld besproken worden. In deze context zal een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag: Waarom werd de Mediacode juist in 2005 ingevoerd en welke reacties
riep dit op?
6 www.villamedia.nl ‘Mediacode in strijd met Europees recht’ (Villamedia) 1 juli 2012. http://www.villamedia.nl/nieuws/bericht/mediacode-in-strijd-met-europees-recht/ 7 Zie hiervoor bijvoorbeeld Irène Diependaal, ‘Koninklijke mediathon: de opmars van royalty in dagbladen’ in: Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam 2002) 169-190. Irène Diependaal, ‘De familie op de troon : het beeld van Oranje in populaire tijdschriften’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 78-84. Huub Wijfjes, ‘Van de Greet Hofmans-affaire tot Margarita-gate: de mediaconstructie van schandalen rond het koningshuis’, Tijdschrift voor mediageschiedenis 10 (2007) 111-131. Huub Wijfjes, ‘De afstand tot de vorst. Media en monarchie in historisch perspectief’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 2-9.
4
In de zomer van 2004 herstelden kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima een oude traditie in ere. Op verzoek van het koninklijk paar werd een eenmalige fotosessie bij hun vakantiehuis in Toscane gehouden, zodat zij het resterende deel van de vakantie rustig en ongestoord konden genieten. Fotografen die meewilden, moesten beloven de familie de rest van de vakantie met rust te laten. Als ze dit niet deden, werden ze uitgesloten van deelname aan de toekomstige fotosessies. Het koninklijk paar wil dat hun dochters zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn als ze opgroeien. Zij zijn van mening dat het niet goed is voor hun toekomstig functioneren als de pers constant achter hun aanzit. Een perscode zou daarbij kunnen helpen, al zit de Nederlandse pers daar zelf niet bepaald op te wachten. “We zullen nooit een code onderschrijven waardoor ons journalistieke werk wordt belemmerd. Het nieuws is vrij en dat zullen we ook altijd zo houden. De serieuze pers heeft altijd respect gehad voor de privésfeer van de koninklijk familie, en dat blijft zo”, aldus Pieter Broertjes, journalist en voormalig hoofdredacteur van de Volkskrant.8 Desondanks bleek het fotomoment in Toscane de opmaat naar de Mediacode van 2005. Dat de Oranjes de roddelpers verafschuwen, is algemeen bekend. Zowel Wilhelmina, Juliana als Beatrix hadden een hekel aan de pers. Koningin Juliana leerde zelfs in zeer veel talen de twee woorden ‘geen foto’s’ te zeggen, zelfs in het Pools en Hongaars.9 Prins Claus was de eerste die juridische stappen tegen de media ondernam en hij had meerdere malen succes in zijn strijd tegen de roddelbladen. Al in 1985 spande hij een kort geding aan tegen
Privé, omdat het blad had geschreven dat prins Willem-Alexander de nacht had doorgebracht met een blondine in een Amsterdams hotel en de volgende ochtend vrijend in een koffieshop was gezien. Het blad moest de zaak rechtzetten.10 Tien jaar later bond Claus wederom de strijd aan met het blad Story, omdat deze ten onrechte had gepubliceerd dat zijn vader zelfmoord had gepleegd. De prins won opnieuw.11
8 www.nos.nl ‘Fotomoment in Toscane aanzet tot Mediacode’ (NOS) 1 juli 2012. http://nos.nl/koningshuis/video/5196fotomoment-in-toscane--aanzet-tot-mediacode.html 9 J.G. Kikkert, ‘Oranje en het journaille: de historische relatie tussen monarch en journalist’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 57-68, 63. 10 Rehwinkel, ‘Oranjes zijn meer gebaat bij mediacode’, 6. 11 www.nu.nl ‘Alexander en Maxima slepen Privé voor de rechter’ (NU.nl) 1 juli 2012. http://www.nu.nl/algemeen/170853/alexander-en-maxima-slepen-prive-voor-de-rechter.html
5
Vanaf 2003 begonnen leden van het Nederlands koninklijk huis steeds assertiever te reageren op allerlei publicaties over hun privéaangelegenheden. In juli 2003 dagvaardden prins Willem-Alexander en prinses Máxima het weekblad Privé, nadat vertrekken van hun nieuwe villa ‘de Eikenhorst’ waren gefotografeerd. Een prominente hofdignitaris zou naar aanleiding van de onwelgevallige publicaties hebben gezegd dat er nieuwe grenzen moesten worden gesteld.12 Na jaren waarin weinig actie werd ondernomen, werd in de koninklijke familiekring geconstateerd dat de grenzen door de roddelpers verder werden opgerekt en dat het moment daar was om actie te ondernemen. Aan het overleg waarin de beslissing viel, nam behalve Beatrix ook kroonprins Willem-Alexander deel. Een uitvloeisel van deze bepleite hardere lijn was het fotografie- en filmverbod rond het ‘Landgoed de Horsten’ bij Wassenaar, waar de villa van de kroonprins en zijn echtgenote is gelegen. Op voorstel van Willem-Alexander en Máxima is fotograferen en filmen op die plaats strafbaar gesteld.
13
1.1 Instelling van de Mediacode Op 21 juli 2005 maakte de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) de Mediacode openbaar.14 De Mediacode is gebaseerd op de spanning tussen twee grondrechten, namelijk het recht van vrijheid van meningsuiting en het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het is een grondrecht van ieder mens om zonder belemmeringen, ongehinderd, een sociaal leven te ontwikkelen waarin het mogelijk is om over straat te lopen en de dagelijkse dingen te doen, zonder vrees dat die bezigheden in een krant worden uitvergroot. Echter, in een democratie moet er ook onbelemmerd informatie kunnen worden verzameld en doorgegeven, en dat kan nog wel eens botsen met de rechtmatige wens van een persoon om niet door fotografen te worden achtervolgd. In de tweede bepaling van de Mediacode wordt erkend dat “de schrijvende en niet-schrijvende pers (...) een wezenlijke functie in een democratische samenleving vervult, hetgeen onder andere tot uitdrukking komt in het eveneens in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens vastgelegde recht op de vrijheid van meningsuiting.”15 Daarnaast stelt de RVD ook dat “het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het daarmee verwante recht op respect voor zijn of haar
12 13 14 15
Rehwinkel, ‘Oranjes zijn meer gebaat bij mediacode’, 6. Jan Hoedeman en Remco Meijer, ‘Oranje in de aanval tegen roddelpers’, de Volkskrant, 5 juli 2003, 3. Zie voor de inhoud van Mediacode de bijlage. Mediacode, punt 2.
6
privé-, familie- en gezinsleven voor een ieder geldt en derhalve eveneens voor de leden van het Koninklijk Huis” en dat “tussen beide rechten geen rangorde geldt en de uitoefening van het ene grondrecht (...) op zichzelf geen rechtvaardiging vormt voor de inbreuk op een ander grondrecht.”16 De RVD stelt voorts dat op grond van rechtspraak van de Nederlandse en Europese rechter moet worden aangenomen, dat het recht om vrijelijk foto’s en artikelen van en over bekende personen te publiceren dient te wijken ten gunste van het recht om met rust te worden gelaten, indien de informatiegaring, resp. publicatie, betrekking heeft op handelingen en gedragingen die louter in de privé-sfeer liggen, de publicatie geen bijdrage levert aan het publieke debat, of de informatie verkregen is op een wijze die als hinderlijk moet worden ervaren.17
Kortom, de Mediacode houdt in dat leden van het koninklijk huis niet door verslaggevers of fotografen mogen worden gevolgd op de momenten dat zij niet op grond van hun officiële functies naar buiten treden. Wie zich aan de code houdt wordt beloond met uitnodigingen voor “mediamomenten rondom het Koninklijk Huis die tot de persoonlijke levenssfeer behoren.”18 Dat kunnen bijvoorbeeld fotosessies tijdens of vlak voor vakanties zijn. Die momenten zijn er volgens de RVD voldoende. Als journalisten de Mediacode schenden, worden ze door de RVD uitgesloten van deze mediamomenten. Ook kunnen juridische stappen worden ondernomen. Daarnaast beoogt de code de veiligheid van de leden van het koninklijk huis te waarborgen. Zo mogen kentekens van auto’s niet leesbaar zijn op beeldmateriaal. Ook mogen vrienden en kennissen van het koningshuis niet herkenbaar in beeld komen om hun privacy te beschermen.19 In de praktijk wordt de Mediacode vooral aangewend in zaken die te maken hebben met het indringen van de privacysfeer door middel van fotografie. In het vierde artikel van de Mediacode stelt de RVD dat ‘met rust laten’ met name inhoudt dat leden van het koninklijk huis gevrijwaard moeten zijn van achtervolgende of bespiedende fotografen die het maken van foto’s of het uitlokken van reacties als doel hebben.20
16 Ibidem, punt 1 en 4. 17 Mediacode, punt 6. 18 Ibidem, punt 11. 19 Ibidem, artikel 5 ‘RVD geeft Mediacode voor koninklijk huis’, NRC Handelsblad, 22 juni 2005, 2. 20 Mediacode, artikel 4.
7
De Mediacode van de RVD is gebaseerd op rechtspraak van het Europese Hof. Het gaat hierbij om een uitspraak over de strijd die prinses Caroline von Hannover ruim tien jaar geleden voerde tegen de haar achtervolgende paparazzi. Dit leidde tot de belangrijkste portretrechtzaak in Europa. Prinses Caroline klaagde daarin de Duitse staat aan omdat die volgens haar te weinig deed om haar privacy te beschermen. Er verschenen voortdurend onbeduidende foto’s in Duitse bladen waarop zij bij privéaangelegenheden werd afgebeeld. Volgens de prinses werd zij vanaf het moment dat ze haar huis verliet constant achtervolgd door paparazzi. Zij klaagde erover dat het Duitse recht te weinig bescherming bood omdat ze alleen kon optreden tegen foto’s die gemaakt waren in een afgesloten ruimte en dus niet tegen foto’s gemaakt in de openbare ruimtes. In 2004 stapte prinses Caroline naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om de publicatie van foto’s van haar skivakantie te verbieden. Zij werd gefotografeerd met een telelens terwijl zij aanwezig was in de niet voor publiek toegankelijke Monte Carlo Beach Club. In de uitspraak op 24 juni 2004 heeft het EHRM een onderscheid gemaakt tussen berichtgeving die bijdraagt aan publiek of politiek debat in het algemeen belang en berichtgeving over details van het privéleven van een individu die geen officiële functies uitoefent. Omdat Caroline von Hannover geen officiële functie bekleedde tijdens haar uitstapje, verbood het Hof de publicatie van de foto’s.21 Ook prins Willem-Alexander schuwt het juridische pad niet. Hij stapte meerdere malen naar de rechter om de publicatie van privéfoto’s te bestraffen. Zo klaagde hij het weekblad Privé aan nadat deze foto’s publiceerde van een bezoekje van de Prins van Oranje met zijn gezin aan een kinderboerderij en van hen in zwemkledij op vakantie. De rechter stelde de Oranjes in het gelijk en er werden torenhoge boetes opgelegd bij eventuele toekomstige overtredingen. Privé werd niet meer uitgenodigd bij familieaangelegenheden van het Koninklijk Huis waarbij media aanwezig mochten zijn. Daarnaast besloot de RVD geen privéfoto’s van de koninklijke familie meer aan Privé te leveren.22 Ook weekblad Party werd veroordeeld voor het publiceren van strandfoto’s van een familie-uitje van het prinselijk paar en hun dochters.23 Een vakantie in augustus 2009 leidde wederom tot een rechtszaak
21 www.kvdl.nl ‘Europees Hof komt met Von Hannover II arrest - meer lucht voor entertainment pers’ (KVDL) 1 juli 2012. http://www.kvdl.nl/nieuws/europees-hof-komt-met-von-hannover-ii-arrest-meer-lucht-voor-entertainment-pers/ 22 ‘Weekblad Prive voorlopig niet welkom bij koninklijk huis’, Algemeen Nederlands Persbureau, 13 september 2005. ‘Persbureau AP weigert foto's Oranjes te wissen uit database’, Almere Vandaag, 15 augustus 2009. 23 www.royalblog.nl ‘Party moet dokken voor strandfoto’s’ (Royalblog.nl) 1 juli 2012. http://gpdhome.typepad.com/nieuwsberichten/2008/02/party-moet-do-1.html
8
die voor veel ophef zorgde. “Ik ga u niet zeggen waar ik op vakantie ga, omdat wij tijdens onze vakantie geen last willen hebben van fotografen. We willen met rust worden gelaten”, laat prins Willem-Alexander weten aan de vooravond van hun vakantie. In Nederland is het dan hartje zomer. Al snel komen fotografen van het persbureau Associated Press (AP) er toch achter waar het prinselijk paar zich bevindt. Ze zijn aan het skiën in Argentinië. De fotografen maken foto’s van hen op de skipiste, waarop deze de hele wereld overgaan. Willem-Alexander spant een rechtszaak aan omdat hij vindt dat zijn privacy is geschonden. Hij beroept zich daarbij op de Mediacode en wint de rechtszaak. De vakantiekiekjes mogen niet meer verspreid worden. In februari van 2013 was er wederom een incident tussen prins Willem-Alexander en het persbureau AP. Op 17 februari raakte prins Friso betrokken bij een skiongeval. In het Oostenrijkse Lech, waar de koninklijke familie al sinds jaar en dag op wintersport gaat, werd hij bedolven onder een lawine. Hij raakte in coma en later werd bekend dat hij door het ongeval een ernstige hersenbeschadiging had opgelopen.24 De koninklijke familie, die Friso opzocht in Lech, had het moeilijk met het grote aantal journalisten dat hen bleef volgen. Veel journalisten bivakkeerden voor het hotel waar de koninklijke familie verbleef. Kroonprins Willem-Alexander zou zijn uitgevallen tegen een verslaggever van persbureau AP. “Heb je dan geen enkel respect?” riep de prins naar de journalist. De kroonprins bereikte met zijn opmerking juist een tegengesteld effect. Na het incident stortte een horde journalisten zich op de prins.25 Normaal gesproken wordt de familie met rust gelaten vanwege de Mediacode, maar door het ongeluk van prins Friso golden andere regels. Het betrof ditmaal een nieuwswaardig onderwerp waardoor de Mediacode niet van kracht was. Juridisch gezien mochten er zodoende gewoon foto’s van de koninklijke familie gemaakt worden.26
24 Maud Effting en Wil Thijssen, ‘Wat staat de koninklijke familie te wachten?’ de Volkskrant, 25 februari 2012, 4. 25 www.elsevier.nl ‘Prins Willem-Alexander haalt uit naar AP journalist’ (Elsevier) 1 juli 2012. http://www.elsevier.nl/Cultuur--Televisie/nieuws/2012/2/Prins-Willem-Alexander-haalt-uit-naar-AP-journalistELSEVIER331194W/ 26 www.elsevier.nl ‘Media geven gehoor aan oproep Mark Rutte’ (Elsevier) 1 juli 2012. http://www.elsevier.nl/Cultuur-Televisie/nieuws/2012/2/Media-geven-gehoor-aan-oproep-premier-Mark-Rutte-ELSEVIER331749W/
9
1.2 Censuur?
De Mediacode is omstreden en er is sinds haar invoering veel kritiek op geweest. De discussie is vooral gebaseerd op de spanning tussen de eerdergenoemde grondrechten, het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. ANP-fotograaf Cor Mulder zegt hierover: Die Mediacode is lastig. Het leidt tot een spagaat: het moet geen eredictaat worden, niet te streng, want dan gaat de persvrijheid eraan. Aan de andere kant is het ook een uitdaging als je allemaal op dezelfde plek een foto moet maken, om dan te zoeken naar het afwijkende. Het blijft altijd lastig met de RVD, je wilt best aan de regels voldoen, maar ons werk moet wel prevaleren boven te strenge regels. We moeten wel goed foto’s kunnen maken.27
De hoogleraar informatierecht Egbert Dommering noemde in een commentaar de beslissing van de rechter omtrent de vakantiefoto’s in augustus 2009 “een zwarte dag” voor de nieuwsgaring rond het koninklijk huis en “toch een vorm van censuur.” Hij adviseerde de pers de Mediacode “terzijde te schuiven” en per geval een eigen afweging te maken.28 De affaire choqueerde ook journalistenorganisatie ‘Reporters Without Borders’: “Hoe kunnen wij Europeanen nog kritiek leveren op het gebrek aan persvrijheid in landen buiten de EU als in Nederland een wet bestaat die het journalisten belet om foto’s te publiceren van leden van het Koninklijk Huis die zich in de publieke ruimte begeven,” aldus de woordvoerder.29 Binnen de Nederlandse journalistiek wordt de Mediacode nogal eens een vorm van censuur genoemd. “Het grootste bezwaar is dat de foto’s gemaakt worden zoals WillemAlexander dat wil. Dat kan niet. Dat is censuur.” aldus Friso Endt, oud-voorzitter van de Buitenlandse Persvereniging.30 Ook de journalistenvakbond Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) reageerde verontwaardigd nadat de prins de rechtszaak omtrent de vakantiefoto’s in 2009 won: “Het is voor nieuwsmedia bijna onmogelijk om op een normale, onafhankelijke wijze verslag te kunnen doen van relevante nieuwsfeiten rondom leden van 27 www.geschiedenis24.nl: ‘Het Koningshuis op de gevoelige plaat’ in: Andere Tijden (2009-2010) 1 juli 2012. http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2009-2010/Het-Koninklijk-Huis-op-de-gevoelige-plaat.html 28 www.hpdetijd.nl ‘Koetsfoto’s Beatrix & Branson zijn duidelijk nieuwswaardig’ (HP/De Tijd) 1 juli 2012. http://www.hpdetijd.nl/2011-05-11/nvj-koetsfotos-beatrix-branson-zijn-duidelijk-nieuwswaardig/ 29 www.geschiedenis24.nl ‘Het Koningshuis op de gevoelige plaat’. 30www.novatv.nl ‘Mediacode voor koninklijke familie: oplossing of onding? (NOVA) 1 juli 2012. http://www.novatv.nl/page/detail/uitzendingen/7173/Mediacode%20voor%20koninklijke%20familie:%20oplossing%20of %20onding
10
het Koninklijk Huis,” verklaarde algemeen secretaris Thomas Bruning.31 In 2011 prees hij opinieblad HP/De Tijd voor het publiceren van foto’s die de Rijksvoorlichtingsdienst liever had achtergehouden. Een ritje van koningin Beatrix en enkele internationale prominenten in drie open koetsen door de Apeldoornse bossen, werd gefotografeerd door fotograaf Arthur Batenburg. Batenburg kon de foto’s vervolgens niet slijten aan media, vanwege bezwaren van de RVD tegen publicatie. HP/De Tijd publiceerde er wel enkele en greep het moment aan om de Mediacode opnieuw ter discussie te stellen. Volgens HP/De Tijd wordt de code namelijk steeds vaker gebruikt voor censuur. Bruning van de NVJ noemt de foto’s nieuwswaardig. Bovendien werden de foto’s gemaakt op openbaar terrein. “Goed dat jullie die foto’s hebben geplaatst,” zegt hij in een reactie aan HP/De Tijd.32 Bruning noemt de Mediacode een bedenksel van de RVD zonder enige juridische status. Volgens hem moeten de media bepalen wat nieuwswaardig is en niet de RVD. “De rechter moet een afweging maken tussen maatschappelijk belang en privacy. Het selecteren van nieuws is het werk van de journalist,” stelt Bruning.33 Toch werden de foto’s later weer van de website gehaald. Volgens journaliste en historica Daniela Hooghiemstra is de Mediacode een inbreuk op de persvrijheid. Bovendien vindt ze de code helemaal niet nodig, want de privacy van prinsen en prinsessen wordt gewoon door de rechter gegarandeerd. Volgens haar is ook zonder de Mediacode de pers niet vogelvrij; de afweging tussen publiek belang en privacy is er altijd. De Mediacode suggereert dat je die afweging al kunt maken voordat de foto er überhaupt is. Het is denkbaar dat een foto die op een privémoment gemaakt is achteraf wel degelijk een groot publiek belang blijkt te hebben. Bijvoorbeeld op het moment dat WillemAlexander een ijsje staat te eten, en dat dan achteraf blijkt dat hij die ochtend gehoord heeft dat hij koning wordt op een bepaalde datum. Dan is op dat moment dat een historische foto. De kans moet er natuurlijk wel blijven dat dit soort foto’s gemaakt worden.
Hooghiemstra zou zich als krant of omroep dan ook niet aan de Mediacode verbinden.34
31 Albrand Leeuwe, ‘Censuur stelt media teleur - Prins wint rechtszaak privéfoto's’, Algemeen Dagblad, 29 augustus 2009, 7. 32 www.hpdetijd.nl ‘Koetsfoto’s Beatrix & Branson’. 33 Ibidem. 34 www.novatv.nl ‘Mediacode voor koninklijke familie: oplossing of onding?’.
11
Huub Wijfjes, mediahistoricus, hoogleraar en journalist, is van mening dat het nodig was voor de Oranjes om hun privéleven af te schermen, met name voor de kinderen. Op deze manier kon er een duidelijke scheiding worden getrokken tussen de openbare sfeer en de privésfeer. De bewering dat de Mediacode een vorm van censuur zou zijn, verwerpt Wijfjes: Censuur is een te heftig woord en is on-Nederlands. Het is niet zo dat er nu niets meer kan worden geschreven, er zijn geen wezenlijke inhoudelijke consequenties. Bijvoorbeeld de kwestie rondom Mozambique voltrok zich in volle aandacht van de pers. Het Koninklijk Huis blijft een instituut dat altijd nauwlettend wordt gevolgd.35
Wel kwalijk vindt Wijfjes het feit royaltyverslaggever Peter van der Vorst uit de Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis (VVKH) werd gezet en dat ook zijn collega Marc van der Linden toegang werd ontzegd. Hij noemt deze vorm van journalistiek niet “my cup of tea” maar geeft aan dat de ontzegging van het lidmaatschap door de VVKH uit journalistiek oogpunt onaanvaardbaar is: De wet maakt geen onderscheid tussen journalisten en zij doen dit op deze wijze wel. De leden van de VVKH worden op deze manier gezien als ‘betere journalisten.’ De RVD maakt gebruik van deze polarisatie en bevoordelen de journalisten die als het minst schadelijk worden ervaren voor de berichtgeving over het Koninklijk Huis en benadelen de journalisten waarvan zij vinden dat ze schadelijk zijn voor de reputatie.
Het toekennen van informatie en faciliteiten aan een selecte groep is bezwaarlijk, vindt Wijfjes. Volgens hem is in- en uitsluiten onaanvaardbaar vanuit een journalistiek perspectief.36 Vanuit de hoek van de royaltywatchers klinken ook felle tegengeluiden. Yvonne Hoebe, verslaggever voor het weekblad Privé, vindt de Mediacode ook een vorm van censuur: “Privéfoto’s mogen wij niet publiceren en ook niet omschrijven. We moeten altijd nagaan of een foto nieuwswaarde heeft. Maar wat is nieuwswaarde? Wat voor Privé nieuws is, is voor de RVD geen nieuws.” Bij twijfel of een artikel en foto nieuwswaarde heeft wordt
35 Met toestemming gebruikt uit een interview met Huub Wijfjes gehouden door medestudent Rixt Zuidema op donderdag 26 mei 2011 ten behoeve van haar essay. Rixt Zuidema, Monarchie en media: over koningin Beatrix en haar relatie met de pers (Essay Geschiedenis Politieke Cultuur RUG, Groningen 2011). 36 Rixt Zuidema, Monarchie en media (Essay Geschiedenis Politieke Cultuur RUG, Groningen 2011).
12
altijd de RVD geraadpleegd. “Het hangt er soms vanaf hoe de geesten zijn gestemd. Laatst had ik een gelukje en had ik de mogelijkheid om een stuk te publiceren van Bernhard jr. met zijn vrouw en kinderen op het circuit van Zandvoort.”37 Ook voor van Joop van Tellingen, fotograaf voor De Telegraaf en diverse roddelbladen, lijkt de lol er af: “ik kan net zo goed gaan werken voor de Donald Duck als ik van de RVD alleen nog foto’s mag maken van Máxima op een oranje fiets.”38 De Mediacode raakte in februari van 2013 nog meer omstreden, na een nieuwe uitspraak van het Europese Hof. De prinses van Monaco had weer van haar laten horen, nadat de paparazzi haar maar bleven achtervolgen. Echter, deze keer stelde het Hof de prinses maar gedeeltelijk in het gelijk. Uit het arrest bleek dat er volgens het Hof aanleiding was een meer systematische afweging te maken tussen de uitingsvrijheid van media en de privacy van bekende personen. Voor de prinses betekende dit dat foto’s behorende bij een artikel over haar skivakantie wel haar privacy schenden, maar foto’s om te illustreren hoe zij met de ziekte van haar vader prins Rainier de Derde van Monaco omgaat dat niet doen. In het laatste geval is er namelijk sprake van een onderwerp dat in de publieke belangstelling staat. Het Hof deed onder meer de volgende uitspraak: Even entertaining contributions concerning prominent persons, for instance, are covered by the protection of freedom of the press. [...] Prominent persons can also offer orientation in shaping one’s own lifestyle, as well as fulfilling the function of role model or showing what one does not wish to imitate [...] The circle of legitimate general public interest would be prescribed too narrowly if one were to restrict this to behavior that is scandalous, or morally or legally questionable. Even the normality of everyday life, as well as conduct of celebrities that is in no way objectionable, may be brought to the attention of the public if this serves to form public opinion on questions of general interest [...] In recent times the significance of visual portrayals for press reporting has in fact increased.39 Irrespective of the question whether and to what extent [princess Caroline] assumes official functions on behalf of the Principality of Monaco, it cannot be claimed that the applicants,
37 Rixt Zuidema, Monarchie en media. 38 www.geschiedenis24.nl: ‘Het Koningshuis op de gevoelige plaat’. 39 www.kvdl.nl ‘Europees Hof komt met Von Hannover II arrest’.
13
who are undeniably very well known, are ordinary private individuals. They must, on the contrary, be regarded as public figures.40
In deze uitspraak wordt een brede interpretatie gegeven van wat bijdraagt aan een debat dat in de publieke belangstelling staat, terwijl benadrukt wordt dat het al dan niet uitoefenen van officiële functies niet bepalend hoeft te zijn voor de vraag of een publicatie door de beugel kan. Al met al heeft het Europese Hof in dit arrest de entertainmentpers wat meer ruimte gegeven. Daarnaast: ook al oefenen de Von Hannovers geen officiële functies uit, zij zijn zonder enige twijfel zeer bekende figuren, die daarom volgens het Hof meer moeten dulden. De vraag of een lid van het koningshuis op een foto wel of geen officiële functie uitoefent, is zodoende niet beslissend voor de vraag of de publicatie ervan rechtmatig is. De Mediacode van de RVD gaat echter verder dan de uitspraak van het Europese Hof. De code schrijft voor dat privéfoto’s sowieso niet mogen. Volgens rechtsgeleerden bevestigt deze rechtszaak daarom dat de Mediacode van de Nederlandse koninklijke familie niet in lijn is met de Europese rechtspraak.41 De RVD stelt in een verklaring op de website van het Koninklijk Huis echter dat de uitspraak in deze zaak geen gevolgen heeft voor de Mediacode. “Aangezien het EHRM geen nieuwe afwegingscriteria heeft geformuleerd maar dezelfde afwegingscriteria heeft gehanteerd als bij het eerste arrest van Prinses Caroline von Hannover van 24 juni 2004 is er geen aanleiding om de Mediacode te herzien,” aldus de RVD.42 Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat de RVD heeft besloten tot een code die in strijd is met de Europese wetgeving?
40 www.mediareport.nl ‘Von Hannover ii arrest bevestigt dat Mediacode koninklijke familie in strijd is met Europees recht’ (Media Report) 1 juli 2012. http://www.mediareport.nl/persrecht/07022012/von-hannover-ii-arrest-bevestigt-datmediacode-koninklijke-familie-in-strijd-is-met-europees-recht/ 41 www.mediareport.nl ‘Von Hannover ii arrest bevestigt’. 42 www.koninklijkhuis.nl ‘Voor de media, Veelgestelde vragen’ (RVD) 1 juli 2012. https://www.koninklijkhuis.nl/voorde-media/veelgestelde-vragen/
14
Na de Tweede Wereldoorlog brak in de journalistiek een periode aan die Huub Wijfjes omschrijft als een ‘overgangstijd’. Aan de ene kant was er continuïteit met de periode voor de oorlog, die gekenmerkt werd door verzuiling, weinig politieke vernieuwing en een mentaliteit van tucht en ordelijkheid. De media voelden de plicht de bevolking te informeren, op te voeden en te beschaven. Aan de andere kant borrelde er stilletjes de culture revolutie die in de decennia daarna tot uiting zou komen, met ontzuiling, opstandige jeugd, de doorbraak van een massacultuur en politieke vernieuwing als hoofdrolspelers.43 Na de oorlog schakelden de kranten over op het snellere en prikkelendere Angelsaksische journalistieke model. Waren de Nederlandse journalisten voor de oorlog nog bang geweest dat al die fraaie technieken en organisatievormen van hun buren tot sensatieen boulevardjournalistiek zouden leiden, viel na de oorlog deze schroom weg. Ze moesten echter wel ‘verantwoord sensationeel’ gebruikt worden, geenszins mochten emotionele reacties het verstandelijke overwegen bij de lezers overschaduwen. De begrippen ‘objectiviteit’ en ‘feitelijkheid’ stonden hierbij hoog in het vaandel. Daarnaast moesten elementaire regels van fatsoen nagestreefd worden. Een individu met al zijn bezigheden bleef buiten de krant, tenzij hij een publieke functie vervulde of in verband met het nieuws werd gebracht. Nieuwsgierigheid was geen geldige reden voor vermelding, het nieuwsbericht moest een algemeen belang dienen. De kranten vermeden dan ook geruchten, onsmakelijkheden en speculaties.44 De bovenstaande houding kwam voort uit de grote afstand tussen de gezaghebbers en het volk en andere journalistieke normen en waarden. Een goede journalist moest een gehoorzame bediende zijn van het volk. Hij moest de wereld beschrijven zoals zijn lezers dat van hem verwachtten. Dit was belangrijker dan het uitspitten van de waarheid achter de verborgen zaken.45 Hoofdredacteur Robert Peereboom zei hierover in 1948: “Voor een hoofdredacteur is het niet de grootste kunst wat hij in de krant moet zetten, maar wat hij
43 Huub Wijfjes, Journalistiek in Nederland 1850-2000. Beroep, cultuur en organisatie (Amsterdam 2004) 256. 44 Huub Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 261-262. 45 Irène Diependaal, ‘Koninklijke mediathon: de opmars van royalty in dagbladen’ in: Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam 2002) 169-190, 170.
15
eruit moet laten.”46 In de sfeer van de politiek ontstond een serie gentlemen’s agreements waarbij de parlementaire pers bij formaties de formateur beloofde hem niet meer hinderlijk te volgen, in ruil voor een grotere kennisgeving van het formatieproces.47 Het parlementaire stelsel werkte direct na de oorlog nog niet zoals het moest. Er was nog geen gekozen volksvertegenwoordiging, die namens het volk met de regering kon debatteren. Papier was schaars, zodat de naoorlogse vrije pers slechts mondjesmaat de bevolking kon informeren. In die geest stelde minister-president Schermerhorn de instelling van een ‘Regeringsvoorlichtingsdienst’ voor. Een dienst die meer moest zijn dan een persdienst, maar het ‘oog en oor van de regering’. In juli 1945 besloot de ministerraad tot instelling van de Regeringsvoorlichtingsdienst. De dienst functioneerde eerste jaren na de oorlog
gebrekkig.
Er
was
grote
kritiek
op
de
instelling,
omdat
de
Regeringsvoorlichtingsdienst de grenzen van haar bevoegdheid zou overschrijden. Vanuit de Kamer klonk bezwaar tegen de overdadige voorlichting door de regering, omdat het teveel op propaganda zou lijken. Daarop richtte Minister President Drees een ambtelijke commissie op, die regelde dat de werkzaamheden van de Regeringsvoorlichtingsdienst gesplitst werden. Vanaf 1953 droeg de instelling de naam ‘Rijksvoorlichtingsdienst’. Erg druk had de RVD het de eerste jaren niet. De filmdienst van de RVD gaf wel opdrachten aan het Polygoon om films te maken van de koninklijke familie in het buitenland. 48
2.1 Alleen feestelijkheden Nieuwtjes omtrent het koningshuis trokken altijd al de aandacht van het grote publiek. Kranten en tijdschriften besteedden dan ook al vroeg aandacht aan de Oranjes. Dit betrof vaak ‘gelegenheidsjournalistiek’: er werd volop aandacht besteed aan feestelijke taferelen als verjaardagen, geboortes en huwelijken. De berichtgeving was immer positief van toon; zelden of nooit waren er wanklanken te bespeuren. Een negatief artikel zou de nationale feestvreugde alleen maar bederven en de verkoopcijfers naar beneden halen. Geruchten over het slechte huwelijk tussen koningin Wilhelmina en Hendrik bereikten de openbaarheid daarom ook niet.49 Over de feestelijke aangelegenheden werden altijd van tevoren afspraken
46 47 48 49
Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 261-262. Marja Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst. Geheimhouden, toedekken, openbaren (Den Haag 1997) 113. Marja Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst, 55-132. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 294.
16
gemaakt tussen de journalistiek en het hof, om de pers op tijd feitelijke informatie te kunnen geven en de privacy van de leden van het koningshuis te kunnen waarborgen. Concrete afspraken gingen vaak over de verstrekking van foto’s of de locaties voor fotomomenten en communiqués.50 In juli 1949, na de vakantie van koningin Juliana in het Zwitserse Sankt Anton, was de secretaris van het hof namens de koningin hevig verontwaardigd over het opdringerige gedrag van enkele fotografen. In een bijeenkomst met twintig hoofdredacteuren werd daarom afgesproken dat voortaan elk verzoek om foto’s, films en radioreportages via de RVD zou lopen. De hoofdredacteuren vonden de wensen van de koningin een ‘normale eis van journalistiek fatsoen’ en gingen akkoord met het voorstel.
51
Alle zaken over het
privéleven van de leden van het koningshuis die niet van de RVD afkomstig waren, werden voortaan getoetst op juistheid door het kabinet. In journalistieke kringen in het buitenland kwam Nederland bekend te staan als een land waar beperkte persvrijheid zou gelden. In Engeland en Duitsland was het de gewoonste zaak van de wereld verslag te doen over het privéleven van bekende personen. In januari 1956 verscheen zelfs een rapport over de persvrijheid in Nederland van het International Press Institute in Zürich, waarin Nederland werd beschreven als een land waar de overheid via beroepsorganisaties inbreuk maakte op de persvrijheid.52 2.2 Greet Hofmans-affaire
Dat de Nederlandse overheid wel erg ver ging in het beperken van de persvrijheid, kwam duidelijk naar voren in de geheimzinnigheid van officiële zijde en de zelfcensuur van de Nederlandse pers in de Greet Hofmans-affaire. Gebedsgenezeres Greet Hofmans werd in 1948 ingeschakeld door koningin Juliana om de oogziekte van prinses Marijke te behandelen. De aanwezigheid van Hofmans aan het hof werd bedenkelijk geacht door haar aanhang van het occultisme en haar pacifistische denkbeelden die in goede aarde vielen bij de koningin. De koningin droeg deze gedachten uit tijdens een staatsbezoek aan de Verenigde Staten in 1952. Ze hield in totaal zeventien redevoeringen waarin ze te kennen gaf dat de menselijke wilskracht, mits religieus of bovenzinnelijk geïnspireerd, weerstand 50 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 299. 51 Ibidem, 299. 52 Ibidem.
17
kon bieden tegen de grote oorlogsdreigingen van de tijd. De Nederlandse regering moest zich in allerlei bochten wringen om de verantwoordelijkheid voor deze redevoeringen op zich te nemen en ze goed te praten bij de Amerikanen, die op dat moment volop verwikkeld waren in de Koude Oorlog. Achter de schermen kwam men tot de conclusie dat Hofmans de drijfveer achter de toespraken moest zijn geweest. De toespraken vielen ook niet in goede aarde bij prins Bernhard. Er was zelfs sprake van een heuse huwelijkscrisis wanneer de twee elk in een aparte vleugel van Paleis Soestdijk gingen wonen. Dit zorgde voor zoveel onrust dat Juliana afstand dreigde te doen van de troon, waarop Nederland in een regelrechte constitutionele crisis zou belanden.53 In deze situatie, waarin niet alleen sprake was van een persoonlijke crisis van het koninklijk paar, maar ook een politieke crisis die ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben voor het land, zou men verwachten dat de kranten vol zouden staan met nieuws hierover. Opvallend genoeg werd er helemaal niets over geschreven in de media. RVD-voorzitter Lammers schreef in mei 1956 dat “mij uit gesprekken met hoofdredacteuren gebleken is dat de achtergronden algemeen bekend zijn,” maar dat alle kranten zichzelf vrijwillig onthielden van verslaggeving hierover.54 Dit was ook niet zo moeilijk, want over het hof was voor kranten niet veel meer te vermelden dan zaken waaromheen een zweem van sensatie hing. Het meeste was immers gebaseerd op geruchten, roddels en uiterst subjectieve waarnemingen en betrof zaken die tot het privéleven van de koningin werden gerekend. Dat vond men gewoonlijk geen groot nieuws, hooguit amusant. Bovendien had de pers groot begrip voor de bezwaren die de koningin had op de inbreuk van haar privacy. Daarnaast voelden de journalisten zich verantwoordelijk voor de stabiliteit van het land en daarom trachtten zij zoveel mogelijk het publieke debat te mijden.55 Zelfs de tijdschriftendistributeurs zagen vrijwillig af van verspreiding van buitenlandse bladen die wél uitgebreid over de problemen op Soestdijk schreven.56
53 Huub Wijfjes, ‘Van de Greet Hofmans-affaire tot Margarita-gate: de mediaconstructie van schandalen rond het koningshuis’, Tijdschrift voor mediageschiedenis 10 (2007) 111-131, 115-116. 54 Hans Daalder, Drees en Soestdijk (Amsterdam 2006) 19. 55 Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 116, 117. 56 Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst, 287.
18
De jaren zestig zijn de geschiedenis ingegaan als een taboedoorbrekend decennium dat zich bevrijdde van de beperkingen van de jaren vijftig. De samenleving veranderde ingrijpend. De protestgeneratie was in opkomst en er vonden verbeteringen plaats in het schoolsysteem. Daarnaast zette de verzuiling zich door. De socialistische, katholieke, protestantse en neutrale zuilen brokkelden langzaam maar zeker verder af in dit decennium.57 De mondige burger kwam in de jaren zestig steeds meer centraal te staan. De jongeren die uit de babyboomgeneratie van vlak na de Tweede Wereldoorlog waren geboren, hadden langer doorgeleerd, meer geld door de toenemende welvaart en waren ten gevolge hiervan maatschappijkritisch geworden. “Het leek alsof al die individuen zich plotsklaps, massaal en tegelijkertijd bewust werden van de onzichtbare machten die hun levens trachtten te beheersen,” aldus Wijfjes.58 De kritiek die zij hierover naar voren brachten wordt ook wel aangeduid als de ‘kritische cultuur’. Deze kritiek uitte zich in een verval van het publieke vertrouwen in gevestigde instituties en veranderende normen en waarden. Dit betekende ook dat de houding van de media ten opzichte van de politiek en cultuur veranderde: polarisatie, provocatie, kritiek en actie moesten openbaarheid creëren.59 Dit bracht nieuwe soorten van journalistiek voort; de onderzoeksjournalistiek, de participerende- of gezindheidsjournalistiek
en
de
non-conformistische
journalistiek.
Ze
hadden
als
gemeenschappelijk kenmerk dat ze kritiek leverden op het bestaande en het conventionele.60 Bepaalde genres zoals het interview en de sfeerreportage werden erg geliefd ten tijde van de jaren zestig. Het Nederlandse volk verlangde naar luchtige human interest-verhalen. Het nieuws kreeg een steeds meer menselijk gezicht, met achtergronden, interviews en andere genres waarmee een krant zich kon onderscheiden. Vooral de perikelen rond de koninklijke familie trokken veel lezers. De monarchie, voorheen ver verwijderd van het volk en rustend op de vier zuilen van de samenleving, kwam zo steeds meer in de schijnwerpers van de media te staan.61 Toch bleef de belangstelling voor de controversiële kanten van het
57 58 59 60 61
Hans Righart, De eindeloze jaren zestig: Geschiedenis van een generatieconflict (Amsterdam 1995) 101-103. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 335-336. Ibidem, 336. Ibidem, 341. Ibidem, 334.
19
privéleven van de Oranjes gering. Het graven naar controverses bleef beperkt tot zaken die de politiek en samenleving in zijn geheel bezighielden. Het huwelijk tussen Claus von Amsberg en Beatrix was daar één van.62 3.1 Claus von Amsberg
Prinses Beatrix en Claus von Amsberg hadden elkaar in februari 1965 ontmoet tijdens een wintersportvakantie in het Zwitserse Gstaad, waarna meerdere ontmoetingen volgden. Hun liefde kwam eerder in de publiciteit dan de bedoeling was geweest. Op 6 mei 1965 verschenen in een Britse krant foto’s van Beatrix, die hand in hand liep met een onbekende man in de tuin van Kasteel Drakenstein. De foto’s waren afkomstig van persfotograaf John de Rooy, freelancer, maar voornamelijk in dienst van De Telegraaf. De Rooy had de foto’s al op 1 mei van dat jaar gemaakt, toen hij in de struiken rond kasteel Drakesteyn had gelegen om het innig gearmde paar te fotograferen. De Telegraaf, van oudsher bekend om haar ‘vlotte berichtgeving’, was bijzonder geïnteresseerd in dit nieuwtje, maar wilde de foto’s pas plaatsen als ook de naam van de onbekende man bekend was. Hoofdredacteur Stokvis weigerde vooralsnog publicatie: “Het kan wel een getrouwde man zijn, of erger nog: een chauffeur of en tuinman.”63 Speculaties waren ook in die tijd nog uit den boze. De collegahoofdredacteur Brandt ging daarop verhaal halen bij de minister-president Cals en vicepremier Biesheuvel omtrent de identiteit van de man. Ook zij moesten hem het antwoord verschuldigd blijven, maar ontraadden het plaatsen van de ‘sluipfoto’s’ ernstig.64 Minister-president Cals krijgt maar geen vat op de kwestie als ook prinses Beatrix niet van plan is hem de naam de vertellen van de man met wie ze in haar tuin had gewandeld. De koningin is zeer verontwaardigd over het optreden van de pers en ze vraagt Cals persoonlijk de Nederlandse hoofdredacteuren te wijzen op het onjuiste optreden van de krantenvertegenwoordigers. Op 5 mei, Bevrijdingsdag, wordt een communiqué gehouden met de strekking dat er geen verloving in aantocht is en dat de koningin de media oproept haar dochter met rust te laten. Een dag later staan de foto’s van John de Rooy in het grote Engelse dagblad de Daily Express, op de voorpagina, maar zonder naam van de 62 Huub Wijfjes, ‘De afstand tot de vorst. Media en monarchie in historisch perspectief’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 2-9, 6. 63 www.geschiedenis24.nl ‘De verloving van Beatrix en Claus’ in: Andere Tijden (2000-2001) 1 juli 2012. http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2000-2001/De-verloving-van-Beatrix-en-Claus.html 64 ‘De verloving van Beatrix en Claus’, 1 juli 2012.
20
man die met Beatrix gearmd loopt. De hoofdredactie van De Telegraaf had besloten tot een omweg: als een buitenlandse krant de foto’s zouden plaatsen, zou binnen een dag de naam bekend zijn en dan kon De Telegraaf alsnog als eerste Nederlandse krant tot publicatie overgaan. En zo geschiedde, via de relaties van hoofdredacteur Stokvis die ooit gewerkt had voor de Daily Express.65 Paparazzi-journalistiek was op dat moment zeer ongebruikelijk en de gevestigde journalistiek was buitengewoon angstig voor verloedering. Het bestuur van fotojournalisten bracht een verklaring naar buiten dat het kennis genomen hebbende van de wijze waarop de foto’s van Prinses Beatrix in het park van kasteel Drakesteyn op 1 mei zijn gemaakt, van oordeel is dat daarmede de normen van fatsoen zijn overschreden en dat in ieder geval misbruik is gemaakt van de Nederlandse persvrijheid.66
De Telegraaf werd unaniem veroordeeld toen ook het bestuur van de hoofdredacteuren naar buiten bracht dat “deze manier van doen” een gevaar opleverde voor het aanzien en de werkwijze van de journalistiek in Nederland.67 Uiteindelijk kwam de identiteit van de onbekende man toch naar buiten. Toen deze een Duitser bleek te zijn, was de schok bij het volk groot. De relatie tussen de Duitse Claus en Beatrix strooide zout in de wonden die de oorlog had achtergelaten.68 3.2 Televisie
De komst van de televisie stelde maar liefst acht miljoen Nederlanders in de gelegenheid het huwelijk van Beatrix en Claus op 10 maart 1966 live te volgen. De monarchie stond door de opkomst van het nieuwe massamedium meer in de schijnwerpers dan ooit tevoren. De stijgende welvaart zorgde ervoor dat burgers zich meer luxeproducten konden permitteren. Het meest voorname luxeproduct was het televisietoestel, waar in het begin van de jaren zestig meer en meer mensen, waaronder de lagere klassen, in het bezit van waren. 69 De televisie had een grote impact op het leven van de Oranjes. Het nieuwe medium
65 66 67 68 69
‘De verloving van Beatrix en Claus’, 1 juli 2012. Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst, 222. Ibidem, 223. Wijfjes, ‘De afstand tot de vorst’, 6. Righart, De eindeloze jaren zestig,101-103.
21
zorgde ervoor dat de monarchie ineens veel dichter bij het volk kwam te staan. De koninklijke familie gebruikte de televisie om een emotionele band te kweken tussen volk en vorst. Alle belangrijke gebeurtenissen rond het koningshuis waren te zien op de televisie en de vorstelijke figuren werden zelfs aan vraaggesprekken onderworpen, zij het strak geregisseerd door de RVD.70 Aan de andere kant was er een grotere kans op ongewenste beelden door het directe karakter van het medium, die in de beginjaren slechts live-beelden kon uitzenden. De Provo’s die rookbommen gooiden tijdens het koninklijk huwelijk van Beatrix en Claus waren daar een voorbeeld van en zijn een icoon geworden van de jaren zestig.71 Minister-president Cals waarschuwde voor de enorme media-aandacht voor de door de Provo’s veroorzaakte rookpluimen tijdens een persconferentie en noemde het “de dreigende terreur van lieden met gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, die de beschikking hebben over de communicatiemiddelen zoals pers, radio en televisie.”72 De televisie had daarnaast nog een ander revolutionair karakter. Het medium verbreedde de horizon van haar kijkers, want zij keken niet selectief naar de omroep van hun eigen zuil. “Daarmee sloeg de televisie de toch al poreuze tussenwanden van het verzuilde huis dat Nederland was, in één klap weg”, zegt historicus Hans Righart.73 De televisie werkte daarmee als katalysator voor de veranderingen in de samenleving. Terwijl de vier zuilen steeds meer afbrokkelden, bleef de monarchie in de jaren zestig redelijk onaangetast. De afstand tussen de monarch en het volk bleef vooralsnog bestaan. De grote dagbladen schreven nog steeds niets schokkends over de Oranjes.74 Zoals de affaire rond de relatie tussen Beatrix en Claus illustreert waren speculaties uit den boze en zou zelfs de vooruitstrevende De Telegraaf de foto’s niet publiceren als ze het imago van de toekomstig koningin zouden schaden. De belangrijkste reden voor deze volgzaamheid was de nog steeds bestaande gentlemen’s agreement tussen de hoofdredacteuren van de meeste kranten en het koningshuis, die enkele gedragsregels voorschreef die de privacy van de koninklijke familie moest garanderen.75 De jeugd beschouwde de autoriteiten dan wel niet meer als vanzelfsprekend, maar de oudere generatie zag hen nog steeds als ontastbaar en 70 Kikkert, ‘Oranje en het journaille’, 65. 71 Huub Wijfjes, ‘De sloop van het laatste bastion. Journalistiek en Koninklijk Huis tijdens Beatrix’ in: C. A. Tamse ed., De stijl van Beatrix: De vrouw en het ambt (Amsterdam 2005) 170-197, 172. 72 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 326 73 Righart, De eindeloze jaren zestig, 107 74 Wijfjes,’Het laatste bastion’, 174. 75 Ibidem.
22
was derhalve nog steeds zeer gezagsgetrouw.76 Journalisten publiceerden daarom pas informatie als deze officieel werd bevestigd door de RVD of koningshuis. Net als in het decennium daarvoor was kritiek aan het adres van het koningshuis dan ook nog steeds geen normale gang van zaken in de jaren zestig. Echter, de opkomst van de kritische cultuur, de toenemende aandacht voor human interest-verhalen en de opkomst van de televisie waren een voorbode voor de radicale veranderingen in het decennium wat volgde.
76 Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 170.
23
De journalisten van de jaren zeventig gingen, met soms diepgaand graafwerk, zelfstandig op zoek naar crises, conflicten en affaires. Ze werkten niet meer mee aan het in stand houden van de gevestigde orde, maar probeerden de dieperliggende problematiek van de samenleving juist te ontmaskeren. De journalistiek verpakte de werkelijkheid niet langer in een mooi jasje maar was een ‘journalistiek van de anti-schijn’.77 De Watergate-affaire, waarbij tussen 1971 en 1974 twee Amerikaanse journalisten het hoogste gezag ten val brachten, werd het zinnebeeld van de nieuwe journalistieke cultuur. In Nederland kreeg de Lockheed-affaire
een
soortgelijke
symbolische
functie,
waarbij
het
ongewone
handelspolitieke gedrag van Prins Bernhard aan de kaak werd gesteld.78 ‘Het Lockheeddrama speelt zich in Nederland af in de openbaarheid. “Openbaarheid is een hoeksteen van de democratie, ook als zij pijnlijk is; ook als zij pijnlijk is voor het Koninklijk Huis en daarmede in het bijzonder ook voor onze democratie,’ aldus toenmalig KVP-fractieleider Andriessen.79 De lof voor openbaarheid stond in schril contrast met de houding van de decennia ervoor. 4.1 ‘Nooit meer de onderdanigheid van 1956’ Journalist van het NRC Handelsblad H.J.A. Hofland opende in 1972 de aanval op de hoofdredacteuren en hun volgzame gedrag in de jaren vijftig. Hij maakte van de Greet Hofmans-affaire het symbool van ouderwets en onwenselijk journalistiek gedrag. “Nooit meer de onderdanigheid van 1956”, klonk het uit
hoofde van de journalisten die de
journalistiek zagen als een onafhankelijke macht die misstanden diende te onthullen en autoriteiten kritisch diende te volgen. Dat er door die taakuitoefening wellicht een gevaar voor de constitutionele monarchie kon ontstaan, was een geoorloofde consequentie.80 De nieuwe journalistieke taak was het controleren van officiële mededelingen, zelf onderzoek
77 78 79 80
Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 341. Ibidem, 341-342. Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst, 329. Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 121.
24
doen om de juistheid ervan te bevestigen, misstanden blootleggen en deze vervolgens publiceren. “De journalist was geen hoeder meer van de maatschappelijke orde, maar een waakhond, een luis in de pels, een horzel of een ander vervelend beestje dat alert en soms agressief te werk ging en veelal zere plekken veroorzaakte,” aldus Wijfjes over deze nieuwe mentaliteit.81 Onder invloed van de onderzoeksjournalistiek kwamen ook nieuwe methoden in gebruik. Het gebruik van verborgen microfoons, camera’s en afluisterapparatuur nam bijvoorbeeld sterk toe.82 Daarnaast kreeg de persfotografie een belangrijkere functie dan voorheen. Foto’s vertelden steeds meer zelfstandig een verhaal in plaats van eenvoudig het bewijs te leveren dat iets had plaatsgevonden.83 Onder invloed van toenemende individualisering werden traditionele verbanden steeds minder belangrijk in de jaren zeventig. Mensen waren steeds meer aangewezen op zichzelf, wisselende sociale groepen en hun eigen prestaties. De tweede helft van de jaren zeventig wordt dan ook wel vaak het ‘ik-tijdperk’ genoemd.84 Deze term is afkomstig van de Amerikaanse journalist Tom Wolfe, die in het midden van de jaren zeventig het decennium de naam The Me Decade gaf in zijn gelijknamige essay. Hij zegt hierover: “The new alchemical dream is: changing one’s personality—remaking, remodeling, elevating, and polishing one’s very self . . . and observing, studying, and doting on it.”85 De mens werd volgens hem voor het eerst met zijn eigen emoties geconfronteerd.86 4.2 Commerciële journalistiek
In het journalistieke veld kwam het ik-tijdperk tot uiting in genres zoals het persoonlijk geschreven portretterende interview en de totstandkoming van gespecialiseerde bladen. Zo oriënteerden Libelle en Margriet zich uitsluitend op de huisvrouw en waren tijdschriften zoals Vorsten vandaag, Ons Koningshuis en Prinses volledig aan het Oranje-familieleven gewijd.87 Het portretterende interview had reeds in de jaren zestig een cultstatus bereikt, 81 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 342. 82 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 343. 83 Huub Wijfjes, ‘Haagse kringen, Haagse vormen: stijlverandering in politieke journalistiek’ in: Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam 2002) 19-36, 26. 84 De term ‘ik-tijdperk’ is ontleend aan het boek van J. Jansen van Galen, Het Ik-tijdperk (Amsterdam 1980) en een vertaling van de term ‘me-decade’ van Tom Wolfe. 85 Tom Wolfe, ‘The ‘Me’ Decade and the Third Great Awakening’, New York (23 augustus 1976). http://nymag.com/news/features/45938/. 86 Tom Wolfe, ‘The ‘Me’ Decade’. 87 Irène Diependaal, ‘De familie op de troon : het beeld van Oranje in populaire tijdschriften’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 78-84, 75.
25
maar in de jaren zeventig werd het genre nog populairder. De emotionele kant van een persoonlijkheid sprak zeer tot de verbeelding van de lezers en de foto’s kwamen tegemoet aan een publiek dat steeds individueler en visueler was ingesteld. De nieuwe journalist was origineel, brutaal, vasthoudend, sluw en wist regelmatig onthullingen te ontlokken.88 Deze stijldoorbraak betekende de geboorte van een commerciële variant. In De Telegraaf was sinds 1959 al een pagina te vinden met nieuws uit de wereld van film en televisie. Onder de noemer ‘shownieuws’, later omgedoopt tot Privé, werden kolommen met gedramatiseerde verhalen over bekende mensen gevuld. Dit gaf een enorme impuls aan de groei van een nieuw type tijdschrift, met een traditie die al gauw ‘de roddeljournalistiek’ werd genoemd. In 1974 werd het weekblad Story opgericht, een jaar daarna Weekend en in 1977 werd Privé als apart tijdschrift gelanceerd. Door de onconventionele omgang met feitelijke informatie, haar schreeuwerige vormgeving en de commercieel ingestelde journalisten onderscheidden de roddelbladen zich van de gangbare journalistiek. Wat de bladen ook onderscheidde van de reguliere pers was een onvoorwaardelijke keuze voor nieuws uit de privésfeer, een nieuwssoort die als het ging om leden van een koninklijk huis, ‘royaltynieuws’ werd genoemd. Actieve achtervolging van vorstelijke personen behoorde tot het standaard journalistieke proces van royaltyjournalisten. Hun speculatieve artikelen leidden soms tot enorme onenigheden met de beschreven personen in kwestie.89 Beweringen waren niet altijd even betrouwbaar, verhalen werden vaak met emotie opgeklopt en de politieke of maatschappelijke werkelijkheid werd genegeerd.90 De roddelpers stuitte op veel minachting en kritiek van de kranten en andere tijdschriften. Geen krant of tijdschrift wenste op één lijn te worden gesteld met de roddelpers. Personen en zaken dienden van elkaar gescheiden te worden, zo werd gedacht. Uit angst om als ‘roddeljournalisten’ bestempeld te worden, legden dagbladen en opinieweekbladen een ‘deftige, afstandelijke benaderingswijze’ aan de dag. De roddelpers kreeg hierdoor veel ruimte. Ze berichtten veel over het koningshuis, ook doordat damesbladen en royaltytijdschriften zoals Ons Koningshuis vrijwel niets meer aan het onderwerp deden.91 Deze bladen waren namelijk op de beperkingen gestuit van de geringe informatievoorzieningen van het koningshuis en de RVD. Er waren maar zeer weinig
88 89 90 91
Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 351. Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 122. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 352. Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 171.
26
spontane foto’s van koninklijke personen in omloop. Lezers wilden graag spontane foto’s van familietafereeltjes en de ondeugende jonge prinsen, maar de bladen kregen weinig gelegenheid deze foto’s te maken. Door geslotenheid rond het Oranje-familieleven verminderde het aandeel van hen in deze bladen. Voor het familieleven van de Oranjes konden de lezers nog wel bij de roddelbladen terecht. Hoewel de roddelbladen wel meer aandacht besteedden aan geruchten, waren hun artikelen in de begintijd nog redelijk vergelijkbaar met die van de dames- en vorstenbladen.92 In de jaren tachtig veranderde deze houding.
92 Diependaal, ‘De familie op de troon’, 78-79.
27
Sinds de jaren tachtig zijn media en politiek steeds verder uit elkaar gegroeid. Door de toenemende welvaart en de ontwikkelingen in de technologie maakten de media een groeiperiode door waarin technologie en commercie een steeds dominantere rol gingen spelen. Vooral de televisie, zo betoogt Wijfjes, dwong tot een specifieke vorm die de inhoud overwoekerde. Een meer fundamentele, de hele cultuur betreffende verandering was het postmodernisme. In die cultuur staat het individu in het middelpunt en zijn grote collectieve waarden en principes verdwenen of afgesleten. Gekoppeld aan deze individualisering was de groeiende behoefte aan een sterke, maar steeds meer tijdelijke, emotionele en ethische beleving.93 Weinig gevoel voor ‘echt menselijk nieuws’ werd in de reguliere media van de jaren tachtig en negentig steeds meer als een gemis ervaren. Het wegvallen van de ideologische lading van de Koude Oorlog en de verzuiling bracht de journalistiek in een nieuw vaarwater. Marktwerking werd een bepalende factor in het keuzeproces. Vooral bij de televisie werd dat duidelijk na de introductie van de commerciële omroepen in 1989. De commerciële zenders introduceerden in Nederland nieuwe vormen van televisie en zetten daarmee een concurrentieslag om de meest aansprekende televisievorm in gang. Het belangrijkste element daarin was de menselijke emotie.94 Terwijl inhoudelijke en informatieve programma’s steeds minder populair werden, werden de talkshow en reality-
tv een succes.95 De voorkeur van televisie voor het persoonlijke en visueel spectaculaire verhaal zette de schrijvende pers met haar traditie van feiten, hoor- en wederhoor en zorgvuldig geschreven achtergrondartikelen onder druk.96 De grenzen van de journalistieke code om beschuldigingen eerst goed uit te zoeken, de privacy van personen te respecteren en behoedzaam om te gaan met emotionele uitbarstingen, werden stelselmatig verlegd.97
93 94 95 96 97
Wijfjes, ‘Haagse kringen’, 27-28 Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 123. Wijfjes, ‘Haagse kringen’, 27. Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 123. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 447.
28
5.1 Douwe Egberts Roodmerk
Bij de sterk toenemende journalistieke concurrentie in een maatschappij waarin emotionele verhalen van een individu -bij voorkeur een succesvol persoon- een steeds belangrijkere rol speelden, steeg de interesse voor nieuws rond de Oranjes.98 In de roddelbladen werd het familieleven van het koninklijke gezin voornamelijk getoond via foto’s. Steeds vaker werd het koningshuis ook op een negatieve wijze benaderd. Vooral over de mooie prinses Irene viel altijd wel een sappig verhaal te vertellen. Zo zou koningin Beatrix haar levenshouding en de wispelturige opvoeding van haar kinderen afkeuren. Er werd zelfs gespeculeerd dat ze door haar mislukte huwelijk en verschillende romances de voogdij over haar kinderen zou verliezen.99 “Dat was echt een roman. Eerst afstand doen van al haar rechten, toen haar mislukte huwelijk en daarna verschillende romances. Er was in die tijd een soort Dianagevoel rond Irene”, aldus Henk van der Meyden, oprichter van Privé. Leo van Rooijen, oud journalist van Privé, haalde zelfs haar vuilniszakken van de straat en spreidde het afval uit over zijn keukenvloer, in de hoop iets spannends op te rakelen. “Nou, toen wisten we dat Prinses Irene Douwe Egberts Roodmerk dronk. Verder zat er niks bij. Maar het idee was goed.”100 Aan de zijde van de kwaliteitskranten ebde de vrees voor de roddeljournalistiek in het midden van de jaren tachtig langzaam maar zeker weg. In 1989 kwamen foto’s in omloop waaruit bleek dat de nieuwe vlam van de kroonprins, Yolande Adriaanse, tezamen met het koninklijk gezin op wintersportvakantie was geweest en daarna bij de koningin te gast was in haar vakantiehuis. Aanvankelijk besteedde alleen Privé aandacht aan het onderwerp. Privé wist niet van ophouden en op de foto’s was duidelijk te zien dat Yolande en de kroonprins zeker niet vrijwillig op de foto gingen. Toen Privé het zo wist te presenteren dat een huwelijk nabij was, begonnen ook regionale kranten en dagbladen de berichtgeving over te nemen. Een foto van het paar bij een vliegshow op Texel werd verspreid door het ANP en haalde verschillende kranten. De Telegraaf had zelfs een kus van de twee vast weten te leggen. Toen er nog weinig nieuws over het paar te melden was, speculeerden alleen de roddelbladen nog over de liefdesverhouding. In de kranten stierf de relatie tussen Willem-
98 Wijfjes, ‘Greet Hofmans-affaire’, 123. 99 Diependaal, ‘De familie op de troon’, 86. 100 www.geschiedenis24.nl, ‘Geschiedenis van de roddelbladen’.
29
Alexander en Yolande een stille dood, hetgeen bij de volgende relaties van de kroonprins wel anders was. 5.2 Paringsdans en primeurjacht
Waar historica Irène Diependaal de relatie tussen de kroonprins en Yolande nog “speelterrein van de roddelbladen” noemt, bestempelt ze de daaropvolgende relatie van Willem-Alexander met Emily Bremers als “een gevaarlijke paringsdans tussen roddelpers en kwaliteitsmedia” en die met Máxima zelfs als “een primeurjacht in de kwaliteitskranten”.101 Een voor een hadden de kranten besloten dat een nieuwe kroonprinselijke vriendin echt nieuws was. De kranten namen daarbij indirect het selectieframe van de roddelbladen over: ze schreven over de verhalen die de roddelbladen hadden gepubliceerd, zonder daarbij uitspraken te doen over het waarheidsgehalte. Ook werd bij de kranten een nieuwe methode van nieuwsgaring geïntroduceerd, namelijk het interviewen van medewerkers van de roddelbladen voor hun eigen nieuwsberichten. Naast de paparazzifotografen van de roddelbladen zaten nu ook de fotografen van de kranten de koppels op de hielen. Diependaal noemt deze samenwerking tussen de roddelpers en de kranten “gevaarlijk” omdat de berichtgeving uit de roddelbladen indirect in de krant terechtkwam, terwijl deze vaak gebaseerd was op speculaties en geruchten. Dat bleek wel toen naast de roddelbladen ook de kranten onterecht schreven over een op handen zijnde verloving tussen Willem-Alexander en Emily. Hoofddirecteur Eef Brouwers van de RVD, die in de voorgaande jaren herhaaldelijk ontkend had iets af te weten van een mogelijke verloving en daarom zei dat deze niet kon worden bekendgemaakt, werd tijdens een besloten bijeenkomst van het Genootschap van Hoofdredacteuren op 19 maart 1998 zelfs uitgemaakt voor “leugenaar”.102 Ook de nieuwe vlam, Máxima Zorreguieta, ontketende een publiciteitsgolf, die gekarakteriseerd kan worden als een mediahype. Mediasocioloog Peter Vasterman trof in analyses die teruggaan tot eind jaren tachtig een zich herhalend patroon in de mediahypes aan. Hij definieert een mediahype als een “mediabrede, snel piekende nieuwsgolf die één gebeurtenis als startpunt heeft en die voor het grootste deel het gevolg is van zichzelf versterkende processen bij de nieuwsproductie.”103 In een klimaat van toenemende 101 Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 171-178. 102 Ibidem, 174-176 103 Peter Vasterman, Mediahype, (Amsterdam 2004) 240.
30
concurrentie speculeren de media daarbij hevig en nemen nieuws van elkaar over om het toch maar mee te krijgen. Hierdoor hebben de media tegenwoordig vaak dezelfde journalistieke agenda en is er sprake van kuddegedrag. Ook de primeur van de Volkskrant over de nieuwe geliefde van de kroonprins ontketende een grote publiciteitsgolf. Met deze primeur bewerkstelligde de Volkskrant wederom een omslag in de journalistieke nieuwsagenda: een nieuwe vriendin van de kroonprins was hard nieuws en hoorde thuis op de voorpagina. Een aantal kranten volgden dit voorbeeld op. Als snel werd er wederom een op handen zijnde verloving aangekondigd, ditmaal door de kranten én het NOS-journaal. Het paar was echter nog niet verloofd en de RVD had er een dagtaak aan het verhaal te ontkennen.104 De roddelbladen hadden een klimaat gecreëerd waarin zaken gemakkelijk fout geïnterpreteerd konden worden en waarbij alle feiten die binnen het verwachtingspatroon vielen als nieuwsfeiten geselecteerd werden. Journalisten namen vooral elkaars bronnen over en de RVD werd niet langer beschouwd als een geloofwaardige bron. 105 5.3 “De leugen regeert”
Eind jaren negentig kwam er vanuit de samenleving en wetenschap hevige kritiek op de media. Uit de hoek van de media zelf kwam ook kritiek. Zelfs de altijd terughoudende koningin Beatrix kan zich niet meer inhouden, wanneer ze aanwezig is bij het veertigjarig jubileum van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. Ze zegt tijdens een informeel gesprek met enkele journalisten van het NRC Handelsblad over de pers dat “het niveau de laatste twintig jaar enorm is gedaald”, gezien de “slordigheden”, “spelfouten”, “onzorgvuldigheden” en “eenzijdigheid” die zij in de Nederlandse pers aantreft. Ze concludeert dat “de leugen regeert”.106 Vooral bij geruchtmakende incidenten had men de neiging de gehele journalistiek aansprakelijk te stellen voor het gedrag van enkelingen. 107 Zo creëerde de dood van de Britse prinses Diana op 31 augustus 1997 een enorme afkeer voor de paparazzi. Zeven paparazzifotografen hadden op motoren de auto van prinses Diana en haar vriend achtervolgd, op jacht naar een exclusieve foto, toen de auto verongelukte in een verkeerstunnel in Parijs. De chauffeur van de verongelukte auto had geprobeerd de
104 105 106 107
Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 177. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 437. Hans Nijenhuis en Margriet Oostveen, ‘Beatrix: ‘De leugen regeert’, NRC Handelsblad, 29 november 1999, 3. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 464- 465.
31
paparazzi van zich af te schudden. De fotografen gingen zelfs zo ver dat ze doorgingen met het fotograferen van Diana in het autowrak.108 Vanuit de gehele wereld reageerde men geschokt. Volgens Joe Saltzman, journalist, professor en directeur van de organisatie Image of the Journalist in Popular Culture representeerde de jacht op Diana de “sad state of journalism around the world, culminating with the decade’s preoccupation with celebrity journalism.”109 Volgens rechtsgeleerde en schrijver Rodney Smolla is de relatie tussen paparazzi en beroemdheden misschien omstreden, maar wel noodzakelijk. “For if the paparazzi killed Diana, they also made her. And we make the paparazzi.” Smolla concludeert dat Diana en de roddelpers elkaar nodig hadden, de een kon niet zonder de ander. “Diana the Princess of the People was a mix produced in the strange symbiosis of superstar and paparazzi that defines celebrity culture. Neither exists without the other.” zegt hij hierover.110
108 Murray, ‘Stalking the Paparazzi’, 6. 109 J. Saltzman, ‘Celebrity journalism, the public, and Princess Diana’, USA Today Magazine 126 (1998) 65. 110 Murray, ‘Stalking the Paparazzi’, 6.
32
6.1 Fotografie en privacy
Hoewel de aandacht voor beroemdheden vaak wordt gezien als een nieuw fenomeen, is het dat niet. Cultureel socioloog Richard Howells stelt in zijn artikel ‘Celebrities, Saints and Sinners: The Photograph as Holy Relic’, dat de hedendaagse aandacht voor beroemdheden een nieuwe variant is van een zeer oud verschijnsel. Hij legt daarin het verband met de klassieke, Byzantijnse en Middeleeuwse perioden, waarin het sculptuur van een Griekse held, het Byzantijnse icoon en het Middeleeuwse reliek de voorlopers waren van de hedendaagse foto’s van beroemdheden.111 “In recent times the significance of visual portrayals for press reporting has in fact increased” stelt het Europese Hof in de al eerder genoemde uitspraak rond de publicatie van foto’s van Caroline van Hannover.112 Volgens Susan Sontag, die de betekenis van het fotografische beeld bestudeerde, is het een vast gegeven dat we constant worden omringd door visuele beelden, maar wanneer het op herinnering aankomt, de foto de grootste impact heeft. In het moderne tijdperk waarin we overspoeld worden door informatie is de foto een snelle manier om iets te begrijpen en biedt het houvast voor het onthouden ervan. 113 Van persfoto’s wordt verwacht dat zij de werkelijkheid representeren. Sontag zegt hierover: “A photograph passes for incontrovertible proof that a given thing happened. The picture may distort; but there is always a presumption that something exists, or did exist, which is like what’s in the picture.”114 De camera wordt nog altijd gezien als een getuige van een gebeurtenis. Bij twijfel over nieuwsfeiten, geeft een foto vaak uitsluitsel.
111 Richard Howells, ‘Celebrities, Saints and Sinners: The Photograph as Holy Relic’, Celebrity Studies 2 (2011) 112130. 112 www.kvdl.nl ‘Europees Hof komt met Von Hannover II arrest. 113 Susan Sontag, Where the stress falls (New York 2011) 87. 114 Susan Sontag, On Photography (New York 1978) 5.
33
6.2 Invention of tradition
Om de controle te behouden over de manier waarop zij worden gezien, is het dan ook nodig voor beroemdheden en organisaties om de stroom van beelden te beheersen, om zo een goede indruk achter te laten en negatieve aspecten te vermijden.115 Dit is zeker belangrijk in het geval van het koningshuis. De mythe rondom de monarchie kan niet in stand blijven zolang deze niet uitgedragen wordt naar haar onderdanen. Rituelen en ceremonies zijn al lange tijd erkend als hulpvolle middelen voor het bevorderen van nationale cohesie en de monarchie is de meest invloedrijke leverancier van beide. Een eeuw nadat Walter Bagehot zijn observaties over de mystiek van de monarchie beschreef, gaf David Cannadine een analyse van de monarchie en beschreef de invention of tradition in de Britse populaire cultuur. Hij demonstreerde dat de monarchie pas in de laatste twee decennia van de negentiende eeuw echt populair werd, waarbij symbolen, ceremonies en rituelen een belangrijke rol gingen spelen. Dit succes was volgens hem het directe gevolg van de verdwijnende politieke rol van de monarch.116 Het effect van visuele media in de instandhouding van de mythe rondom de monarchie is erg groot. Portretten van de monarch en andere memorabilia creëren een soort ‘koninklijke atmosfeer’. Door middel van televisie en foto’s krijgen mensen inzicht in de persoonlijkheid van de beroemdheden, zien ze hoe zij zich kleden en gedragen en met wie zij omgaan. Foto’s zijn dan ook een middel dat ingezet kan worden om een bepaalde beeldvorming te creëren. De leden van het koningshuis laten delen van hun privéleven zien om zo een emotionele band op te bouwen met het publiek.117 Immers, zoals de gevleugelde uitspraak van monarchie-specialist Walter Bagehot luidt: “to be invisible is to be forgotten, to be a symbol, and an effective symbol, you must be vividly and often seen.”118
115 Andrew L. Mendelson ‘On the function of the United States paparazzi: mosquito swarm or watchdogs of celebrity image control and power’, Visual Studies 22 (2007) 169-183, 173. 116 David Cannadine, ‘The context, performance and meaning of ritual: The British Monarchy and the ‘Invention of Tradition’ 1820-1977’ in: Eric Hobsbawm en Terence Ranger, The invention of tradition (Cambridge 1983) 101-164. 117 Mendelson ‘On the function of paparazzi’,174. 118 Walter Bagehot, ‘The English Constitution’ in: Norman St John‐Stevas, The collected works of Walter Bagehot (London 1974) 419.
34
6.3 Front- of backstage?
Om het imago in rechte banen te leiden, mag het publiek niet toegestaan worden situaties te zien die niet consistent zijn met het gewenste beeld.119 De socioloog en antropoloog Erving Goffman definieerde in 1959 twee gebieden waaruit een optreden van een persoon kan bestaan, namelijk frontstage en backstage. De termen komen uit de toneelwereld, waarbij frontstage verwijst naar het podium en backstage naar de coulissen. Frontstage vindt het publieke optreden van een persoon plaats, waar iemand indrukken manipuleert en een ‘masker’ draagt. Vervolgens kan een persoon backstage uit zijn rol treden. Daar voelt hij zich meer op zijn gemak en kan zijn masker afdoen.120 Bovendien vinden de voorbereidingen van de ‘voorstellingen’ ook backstage plaats. Om het imago te beschermen, moet de backstageruimte verborgen worden gehouden voor het publiek, omdat anders de geloofwaardigheid van het optreden wordt aangetast. In dat geval lijdt men volgens Goffman gezichtsverlies. Om het gezichtsverlies te beperken, moet een persoon zorgen dat het publiek geen toegang krijgt tot destructieve informatie die het imago aan kan tasten en verwarring onder het publiek kan veroorzaken. Het is belangrijk te vermelden dat Goffman niet de termen publiek en privé gebruikt, omdat aspecten van de privésfeer, zoals het familieleven en relaties, soms ook deel kunnen uitmaken van het publieke optreden en zodoende ook frontstage kunnen plaatsvinden. Cultuurcriticus Joshua Meyrowitz breidde het idee van Goffman uit met theorieën uit het veld van de media. Volgens hem hebben visuele beelden, zoals de televisie, een wereld gecreëerd waarin de scheidslijnen tussen frontstage en backstage vervaagd zijn geraakt. Ook hij stelt dat personen met een hoge status behoed moeten worden voor situaties waarin ongepast gedrag kan worden getoond. Het publiek is door visuele beelden zoals foto’s of televisiebeelden tot het backstagegedeelte doorgedrongen. Daardoor wordt de betreffende persoon blootgesteld aan het publiek op een moment waarop hij nog niet voorbereid is om gezien te worden.121 Om een consistent imago te creëren, moet een beroemdheid zich omringen met een leger van assistenten. Journalisten moeten vaak instemmen met verschillende voorwaarden om toegang tot de beroemdheid te krijgen. Ondanks deze voorwaarden moet voorkomen worden dat de intermediair als betrokkene in de creatie van het imago wordt gezien, om zo de illusie van 119 Mendelson ‘On the function of paparazzi’,174. 120 Mark Elchardus, Sociologie: Een inleiding (Amsterdam 2007) 88. 121 Mendelson ‘On the function of paparazzi’, 173.
35
authenticiteit te bewaren. Het publiek moet in de waan blijven dat het een niet gemanipuleerde glimp opvangt van een echt persoon.122 Sinds de jaren vijftig had de RVD de functie om het imago van het koningshuis in goede banen te leiden en het publiek niet backstage mee te laten kijken. Ze maakte in een herenakkoord afspraken met de georganiseerde pers over de verstrekking van tijdige en feitelijk juiste informatie. De afspraken betroffen zaken zoals de beschikbaarheid van foto’s of fotolocaties. In ruil daarvoor zou de pers de privacy van de Oranjes respecteren. In een tijd waarin andere journalistieke normen en waarden golden en er sprake was van een grote afstand tussen politieke gezaghebbers en het volk, kon de RVD deze taak doeltreffend uitvoeren. Zo bleef het publiek ten tijde van de Greet Hofmans-affaire afgeschermd van de crisis die plaatsvond op Paleis Soestdijk. De journalisten boden hier geen verzet tegen. NRCjournalist Hofland noemde de journalist van de jaren vijftig op zijn best een “weerspannige bediende” en op zijn slechtst een “gehoorzame hoveling” van de abonnees.’123 Journalisten zagen de eis van de RVD als “normale eis van journalistiek fatsoen”.124 Het koningshuis gaf het publiek met de fotomomenten een stukje van hun privéleven om zo een band te creëren. Maar zoals Goffman al aangaf, waren deze door het streng gereguleerde karakter nog steeds onderdeel van het publieke optreden en vonden ze frontstage plaats. 6.4 Rijksverzwijgingsdienst
De roddelpers verbrak vanaf de jaren zeventig de controle die de RVD uitoefende op de beelden die naar buiten kwamen van het koningshuis en creëerde zo instabiliteit in haar imago. Die pers bood een alternatieve verhaallijn tegenover de vlekkeloze verhaallijn die de RVD de wereld tot dan toe had voorgehouden. De roddelbladen gaven het publiek een kijkje in de keuken, of zoals Meyrowitz het stelt, ze lieten de kijker backstage komen.125 De roddelpers bood zo het ‘tegengif’ aan de fotomomenten van de RVD. Haar doel was het onthullen van zaken die het koningshuis niet naar buiten wilde laten komen. De nieuwe cultuur van openbaarheid van de jaren zeventig werkte echter niet door in het beleid van de RVD. Het voorlichtingsorgaan stond en staat erom bekend dat zij nooit wat te melden heeft.
122 123 124 125
Ibidem, 176. Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 170. Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 299. Mendelson ‘On the function of paparazzi’, 177.
36
Zelden komt er iets naar buiten over het koningshuis. Op het moment dat dit toch gebeurt, haast de RVD zich om de zaak toe te dekken. Ze ontkent elk gerucht en het brengt ook nooit uit zichzelf nieuws naar buiten.126 De term ‘Rijksverzwijgingsdienst’ raakte dan ook steeds meer in zwang onder gefrustreerde journalisten.127 De RVD begon hierdoor steeds meer haar geloofwaardigheid als betrouwbare bron te verliezen in een steeds mondigere samenleving. Kranten en roddelbladen kunnen soms niet meer doen dan speculeren over de geruchten die over de Oranjes de ronde doen. De sterke focus op fotografie in de Mediacode van 2005 heeft te maken met de manier waarop fotografie de privacysfeer van een persoon binnendringt. Er bestaan verschillende terreinen in de privacysfeer, waaronder informatieve privacy en fysieke privacy. Waar de informatieve privacy vooral gaat over het publiceren van privacygevoelige informatie, gaat fysieke privacy over de letterlijke aanwezigheid van een persoon of technologie in de private sfeer van een ander persoon.128 Paparazzifotografen bevinden zich op het terrein van de fysieke privacy: ze proberen vaak op een agressieve en creatieve manier foto’s te maken. Over het algemeen zijn de methodes van de paparazzifotograaf gebaseerd op het principe dat alle middelen zijn geoorloofd bij het maken van een goede foto. Het bespieden en achtervolgen van beroemdheden zijn daarbij veelgebruikte tactieken.129 Dit fysieke indringen van de privacysfeer van de Oranjes maakt de paparazzifotografen ‘letterlijk’ aanwezig voor hen. Geschreven roddels kunnen genegeerd worden, maar dat lukt bij paparazzifotografen die met grote telelenzen vanuit de bosjes loeren of die de achtervolging inzetten maar moeilijk. 6.5 Paringsdans, roddelpers en kwaliteitsmedia
In het cruciale jaar 1989 kwam de Koude Oorlog ten einde en ging in Nederland de commerciële omroep van start. Hierdoor werden veel van de persoonlijke bindingen tussen media, cultuur en politiek opgeruimd die in de jaren zestig tot stand waren gekomen. Wijfjes typeert het jaar 1989 dan ook als het “werkelijke einde van de jaren zestig”.130 Door de
126 Wagenaar, Rijksvoorlichtingsdienst, 453. 127 www.geschiedenis24.nl ‘Het Koningshuis op de gevoelige plaat’. 128 William G. Staples, Encyclopedia of Privacy: A-M (Westport 2007) 393. 129 Ray Murray, ‘Stalking the Paparazzi: A View from a Different Angle’, Visual Communication Quarterly 18 (2011) 417, 7. 130 Wijfjes, Journalistiek in Nederland, 418.
37
commercialisering groeide het medialandschap enorm. De toegenomen concurrentie zorgde voor een krimp op de dag- en weekbladenmarkt. Kranten richtten zich hierdoor meer en meer op populaire human interest onderwerpen, zoals het koningshuis. Waar Diependaal de liefdesperikelen omtrent Yolanda in 1989 nog het “speelterrein van de roddelbladen” noemde, was de relatie met Emily in 1995 al een “gevaarlijke paringsdans tussen roddelpers en kwaliteitsmedia” en de publiciteitsgolf rond Máxima in 1999 en de jaren daarna zelfs “een primeurjacht in de kwaliteitskranten”.131 De roddelbladen hadden stevige concurrentie gekregen van de kranten. Om toch een unieke invalshoek te hebben, is de toon van de roddelbladen de afgelopen jaren harder geworden. Mark Deuze deed in 2005 onderzoek naar de normen en waarden van de verslaggevers en redacteuren bij de roddelbladen door middel van interviews. Uit de interviews bleek een opvallende consensus onder de deelnemers over de vervaging van de grenzen tussen roddeljournalistiek en de andere journalistieke genres. Als gevolg hiervan moesten de roddelbladen hun benadering en stijl herdefiniëren. Redacteuren merkten in de interviews op dat er in het gehele genre een ‘verharding’ in de toon van de berichten plaatsvond, maar ook in de manieren waarop het nieuws werd verzameld. Een deelnemer van het interview zegt daarover: Als je nu iets hoort van een koninklijk huwelijk of wat dan ook, moet je een strijd voeren met de dagbladen die het onderwerp ook in full-color in 8 tot 10 pagina’s behandelen. Tot vier jaar geleden had je als wekelijks roddelblad het alleenrecht op dit soort dingen. De reguliere media nemen de onderwerpen over die eerst beperkt bleven tot de roddelpers. Dus worden we harder, je moet iets verder gaan in de roddeljournalistiek, lastiger worden, omdat een krant het zichzelf niet kan toestaan om roddels te publiceren - ten minste, tot nu toe.132
6.6 Terug naar de jaren vijftig
De Mediacode van 2005 lijkt een logische reactie op de toetreding van de kranten tot het mediaveld van de roddeljournalistiek en de verharding in de roddeljournalistiek zelf. Hoewel Prins Claus het weekblad Privé al in 1985 voor de rechter sleepte, hebben leden van het
131 Diependaal, ‘Koninklijke mediathon’, 171-178. 132 Mark Deuze, Popular journalism and professional ideology: tabloid reporters and editors speak out’, Media Culture Society 27 (2005) 861-882, 876.
38
koningshuis de afgelopen jaren steeds meer rechtszaken aangespannen tegen de roddelbladen en persbureaus. Een nieuw element is dat naast de roddelpers nu ook de reguliere media steeds meer foto’s en verhalen over het koningshuis publiceren die in de fysieke privésfeer vallen. Voorbeelden hiervan zijn de vakantiekiekjes die uiteindelijk door de rechter verboden werden. De scheidslijn tussen journalisten die zich bezig houden met privénieuws en de journalisten die zich van oudsher richtten op de politiek openbare functie vervaagt steeds meer. Aanvankelijk zat hier een strikte scheiding tussen maar de ‘serieuze’ media raken steeds meer verstrengeld in de privéstukken door de komst van commerciële omroepen, de groei van de roddelpers en de trend naar emotiegevoelig nieuws. Het koningshuis wil dat de RVD met de Mediacode weer de positie van strenge intermediair krijgt die het in de jaren vijftig had verworven en zo weer opnieuw de scheiding tussen openbaar en privé bewerkstelligt. Royaltyverslaggever Peter van der Vorst merkte hierover op in een uitzending van NOVA: Je gaat op die manier eigenlijk terug naar de jaren vijftig toen alle hoofdredacteuren onderling hadden afgesproken: ‘We schrijven niks over Greet Hofmans affaire op verzoek van de regering.’ Eigenlijk is dit niet anders.133
De Mediacode lijkt vooralsnog haar uitwerking te hebben. Over het algemeen houden de Nederlandse media zich aan de code. Veel media hebben aangegeven de beslissing van de rechter inzake de vakantiefoto’s van het kroonprinselijk gezin in 2009 te zullen opvolgen.
HP/De Tijd verwijderde bijvoorbeeld de omstreden foto’s van het koetsritje van Beatrix en enkele internationale prominenten uiteindelijk toch van haar website op verzoek van de RVD. Wij zijn met zijn allen een beetje laf. Wij laten ons onder druk zetten door de RVD en de Oranjes. Want ja, als we ons niet aan de Mediacode houden worden we gestraft, omdat we er niet meer bij mogen zijn. Die plaatjes heb je nodig, dus ja, hou je je er maar aan. (...) Het is een soort chantage eigenlijk. Ik hou me ook aan de Mediacode, want ik heb die beelden nodig. Het zijn de enige momenten waarop ik de kroonprins en zijn vrouw kan spreken. Als
133 www.novatv.nl ‘Mediacode voor koninklijke familie: oplossing of onding?’.
39
ik daar niet bij ben, mis ik een belangrijk ding. In die zin wordt je onder druk gezet,’ aldus Peter van der Vorst.134
Net als tijdens de Greet Hofmans-affaire in de jaren vijftig, trekt alleen de buitenlandse pers zich niks aan van de Nederlandse regeltjes. Het internationale persbureau AP zei in 2009 niet onder de indruk te zijn van de koninklijke dreigementen en liet weten aan de code geen boodschap te hebben. Zou men niet beter weten, dan lijkt er op het eerste gezicht in een halve eeuw maar weinig veranderd.
134 www.novatv.nl ‘Mediacode voor koninklijke familie: oplossing of onding?’.
40
De vraag waarom de Mediacode juist in 2005 werd ingevoerd stond centraal in deze bachelorscriptie. De Mediacode “is er gekomen door types zoals ik”, zei paparazzifotograaf Joop van Tellingen. Hij heeft maar voor een deel gelijk. In een alsmaar kritischer wordende samenleving die steeds meer openbaarheid eiste, zag de roddelpers geen bezwaar tegen het binnendringen in de privacy van de leden van het koningshuis. Ze zag het juist als haar taak om namens het publiek de grens tussen privé en publiek te slechten. Ze gaf daarmee het publiek een kijkje backstage en omzeilde de RVD die sinds de jaren vijftig de regie strak in handen had. De cruciale spelers in het ontstaan van de Mediacode waren echter de kwaliteitsmedia. Sinds het eind van de jaren negentig, leken deze bij privékwesties rond het koningshuis gevangen door de behoefte in de berichtenstroom mee te gaan. Ineens was Máxima, de nieuwe geliefde van de kroonprins, voorpaginanieuws geworden. Op een markt waar concurrentie de drijvende factor is, konden geen van de media het zich veroorloven niet mee te doen aan het mediacircus. Om zich toch te kunnen onderscheiden van de kranten, waar de privésfeer van het koningshuis nu ook ineens hoog op de nieuwsagenda stond, hebben de roddelbladen zich genoodzaakt gevoeld tot een herdefiniëring van hun stijl. Dit hebben ze gedaan door een verharding van hun toon en nieuwsgaringtechnieken. Dit resulteerde in een assertieve houding aan de kant van het koningshuis. De Mediacode is dan ook het uitvloeisel van de “paringsdans”, om de woorden van Diependaal te gebruiken, tussen de roddelpers en de kwaliteitsmedia die vanaf de eeuwwisseling plaatsvond. De code was niet alleen een reactie op de roddelpers, maar had te maken met de opdringerigheid van journalisten in het algemeen. Zowel de roddelpers als de reguliere media bevinden zich steeds meer op het terrein van de fysieke privacy, waar dit tot eind jaren negentig vooral het gebied van de roddelpers was. De juridische stappen van de koninklijke familie tegen
Privé in 2003 en het herstel van de fotomomenten in 2004 waren een reactie hierop en bleken de opmaat naar de Mediacode van 2005 te zijn. De instelling van de Mediacode in 2005 was een poging van het koningshuis om de RVD weer de controle in handen te geven en het publiek af te sluiten van de privésfeer. Op het eerste gezicht lijkt er weinig te verschillen met de situatie van de jaren vijftig. Er is echter wel degelijk een wezenlijk verschil. Waar de journalistiek in de jaren vijftig de bepalingen 41
van de RVD nog een “normale eis van journalistiek fatsoenâ€? vond, zijn er vanuit het journalistieke veld nu sterke tegengeluiden te horen over het beleid van de RVD. Zoals het Europese Hof vermeldt in hun uitspraak eerder dit jaar, zijn de leden van het koningshuis geen normale individuen. Ze zijn publieke personen die het volk oriĂŤntatie kunnen bieden in de ontwikkeling van een eigen levensstijl en die ook een rolmodel kunnen zijn voor zaken die het publiek niet wenst te imiteren. Zelfs de alledaagse dingen moeten onder de aandacht van het publiek gebracht kunnen worden als dit betrekking heeft op de publieke opinie en de algemene interesses van het volk. Ook in de journalistiek is men zich hiervan bewust. Of de houdgreep waarin het koningshuis de journalistiek probeert te houden succesvol zal blijken, is dan ook maar de vraag.
42
Mediacode inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van leden van het Koninklijk Huis De Rijksvoorlichtingsdienst, Neemt in overweging,
dat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het daarmee verwante recht op respect voor zijn of haar privé-, familie- en gezinsleven voor een ieder geldt en derhalve eveneens voor de leden van het Koninklijk Huis;
dat de schrijvende en niet-schrijvende pers (hierna te noemen: de media) een wezenlijke functie in een democratische samenleving vervult, hetgeen onder andere tot uitdrukking komt in het eveneens in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens vastgelegde recht op de vrijheid van meningsuiting;
dat beide rechten tevens gelden in de verhouding tussen leden van het Koninklijk Huis enerzijds en de media anderzijds;
dat tussen beide rechten geen rangorde geldt en de uitoefening van het ene grondrecht (bijv. de vrijheid van meningsuiting, waaronder begrepen het recht op vrij informatiegaring) op zichzelf geen rechtvaardiging vormt voor de inbreuk op een ander grondrecht (bijv. het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer);
dat er een juridisch toereikende rechtvaardiging moet bestaan voor de inbreuk op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
dat op grond van rechtspraak van de Nederlandse en Europese rechter moet worden aangenomen, dat het recht om vrijelijk foto's en artikelen van en over bekende personen te publiceren dient te wijken ten gunste van het recht om met rust te worden gelaten, indien de informatiegaring, resp. publicatie, betrekking heeft op handelingen en gedragingen die louter in de privé-sfeer liggen, de publicatie geen bijdrage levert aan het publieke debat, of de informatie verkregen is op een wijze die als hinderlijk moet worden ervaren;
dat uit voornoemde jurisprudentie valt af te leiden, dat het op een hinderlijke wijze verkrijgen van informatie over privé-handelingen en -gedragingen van bekende personen op de openbare weg en in openbare gelegenheden in beginsel ongeoorloofd is te achten;
dat uit voornoemde jurisprudentie tevens valt af te leiden, dat het prevaleren van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer in versterkte mate geldt voor (bekende) personen die geen officiële functie bekleden; 43
dat onderstaande code van toepassing is op de informatieverkrijging die leidt tot berichtgeving over de leden van het Koninklijk Huis - in woord, geschrift en beeld voorzover zij niet hun officiële taken uitoefenen;
dat nakoming van deze code een bijdrage kan leveren aan een adequate nieuwsvoorziening over de leden van het Koninklijk Huis;
dat leden van de media, die handelen in overeenstemming met onderstaande code, uitgenodigd kunnen worden voor alle door de RVD georganiseerde zogenaamde mediamomenten van de leden van het Koninklijk Huis, die met zekere regelmaat kunnen plaats vinden tijdens vakanties, alsmede andere tot hun persoonlijke levenssfeer behorende gebeurtenissen en omstandigheden.
Stelt onderstaande Code in de omgang met leden van de Pers vast: 1. De RVD draagt zorg voor de organisatie, aankondigingen en mogelijke poolregelingen ten behoeve van mediamomenten. 2. Naast deze mediamomenten zal de RVD regelmatig bemiddelen in het geven van informatie aan de media door middel van gesprekken, beeldmateriaal, persberichten en de website www.koninklijkhuis.nl. 3. De persoonlijke levenssfeer van de leden van het Koninklijk Huis wordt gerespecteerd, dat wil zeggen, dat zij er op mogen vertrouwen met rust gelaten te worden op de momenten, dat zij niet op grond van hun officiële functies naar buiten treden. Dit geldt derhalve ook voor de minderjarige leden van het Koninklijk Huis (tot en met schooltijd; eventuele vervolgopleidingen). 4. Het 'met rust laten' houdt met name in, dat leden van het Koninklijk Huis verschoond blijven van achtervolgende en /of bespiedende fotografen en/of verslaggevers met als doel het maken van foto-opnamen en / of het uitlokken van mondelinge reacties. 5. Bij publicatie zal immer rekening gehouden worden met de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis (bijvoorbeeld autokentekens niet leesbaar op beeldmateriaal) en de privacy van derden (bijvoorbeeld vrienden/kennissen niet herkenbaar op beeldmateriaal), voor zover deze zich in het gezelschap van één van de leden van het Koninklijk Huis bevinden. 6. Het bepaalde in de punten 3 t/m 5 van de code is eveneens van toepassing op de publicatie van beeldmateriaal afkomstig van derden.
44
Verklaart voorts, dat in geval deze code of een onderdeel daarvan naar het oordeel van het betrokken lid van het Koninklijk Huis door de media wordt geschonden, passende maatregelen kunnen worden getroffen; dat onder passende maatregelen onder meer wordt verstaan de (tijdelijke) uitsluiting bij accreditatie en juridische stappen door het betrokken lid van het Koninklijk Huis. De Rijksvoorlichtingsdienst, 21 juli 2005.135
135 www.koninklijkhuis.nl ‘Encyclopedie, organisatie, Rijksvoorlichtingsdienst, Mediacode’ (RVD) 1 juli 2012.
45
Bagehot, Walter, ‘The English Constitution’ in: Norman St John‐Stevas, The collected works of Walter Bagehot (London 1974). Cannadine, David, ‘The context, performance and meaning of ritual: The British Monarchy and the ‘Invention of Tradition’ 1820-1977’ in: Eric Hobsbawm en Terence Ranger, The invention of tradition (Cambridge 1983) 101-164. Daalder, Hans, Drees en Soestdijk (Amsterdam 2006). Deuze, Mark, Popular journalism and professional ideology: tabloid reporters and editors speak out’, Media Culture Society 27 (2005) 861-882. Diependaal, Irène, ‘De familie op de troon : het beeld van Oranje in populaire tijdschriften’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 78-84. Diependaal, Irène, ‘Koninklijke mediathon: de opmars van royalty in dagbladen’ in: Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam 2002) 169-190. Elchardus, Mark, Sociologie: Een inleiding (Amsterdam 2007). Howells, Richard, ‘Celebrities, Saints and Sinners: The Photograph as Holy Relic’, Celebrity Studies 2 (2011) 112-130. Jansen van Galen, J., Het Ik-tijdperk (Amsterdam 1980). Kikkert, J.G., ‘Oranje en het journaille: de historische relatie tussen monarch en journalist’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 57-68. Mendelson, Andrew L, ‘On the function of the United States paparazzi: mosquito swarm or watchdogs of celebrity image control and power’, Visual Studies 22 (2007) 169-183. Murray, Ray, ‘Stalking the Paparazzi: A View from a Different Angle’, Visual Communication Quarterly 18 (2011) 4-17. Righart, Hans, De eindeloze jaren zestig: Geschiedenis van een generatieconflict (Amsterdam 1995). Saltzman, J., ‘Celebrity journalism, the public, and Princess Diana’, USA Today Magazine 126 (1998). Sontag, Susan Where the stress falls ( New York 2011). Sontag, Susan, On Photography (New York 1978). Staples, William G., Encyclopedia of Privacy: A-M (Westport 2007) 46
Tamse, C.A., ed., De stijl van Beatrix: De vrouw en het ambt (Amsterdam 2005). Vasterman, Peter, Mediahype, (Amsterdam 2004). Wagenaar, Marja, Rijksvoorlichtingsdienst. Geheimhouden, toedekken, openbaren (Den Haag 1997). Wijfjes, Huub, ‘De afstand tot de vorst. Media en monarchie in historisch perspectief’, Tijdschrift voor Mediageschiedenis 1 (1998) 2-9. Wijfjes, Huub, ‘Haagse kringen, Haagse vormen: stijlverandering in politieke journalistiek’ in: Journalistieke cultuur in Nederland (Amsterdam 2002) 19-36. Wijfjes, Huub, ‘Van de Greet Hofmans-affaire tot Margarita-gate: de mediaconstructie van schandalen rond het koningshuis’, Tijdschrift voor mediageschiedenis 10 (2007) 111-131. Wijfjes, Huub, Journalistiek in Nederland 1850-2000. Beroep, cultuur en organisatie (Amsterdam 2004). Wolfe, Tom, ‘The ‘Me’ Decade and the Third Great Awakening’, New York (23 augustus 1976). Krantenartikelen Hoedeman, Jan en Remco Meijer, ‘Oranje in de aanval tegen roddelpers’, de Volkskrant, 5 juli 2003, 3. Leeuwe, Albrand, ‘Censuur stelt media teleur - Prins wint rechtszaak privéfoto's’, Algemeen Dagblad, 29 augustus 2009, 7. Maud Effting en Wil Thijssen, ‘Wat staat de koninklijke familie te wachten?’ de Volkskrant, 25 februari 2012, 4. Nijenhuis, Hans en Margriet Oostveen, ‘Beatrix: ‘De leugen regeert’, NRC Handelsblad, 29 november 1999, 3. Rehwinkel, Peter, ‘Oranjes zijn meer gebaat bij mediacode’, de Volkskrant, 6 augustus 2003, 6. ‘RVD geeft Mediacode voor koninklijk huis’, NRC Handelsblad, 22 juni 2005. ‘Weekblad Prive voorlopig niet welkom bij koninklijk huis’ Algemeen Nederlands Persbureau, 13 september 2005. ‘Persbureau AP weigert foto's Oranjes te wissen uit database’ Almere Vandaag, 15 augustus 2009. ‘Wat staat de koninklijke familie te wachten?’ de Volkskrant, 25 februari 2012. Digitale bronnen www.elsevier.nl ‘Nieuws, rubrieken, Cultuur & Televisie, Prins Willem-Alexander haalt uit naar APjournalist’, (Elsevier) 1 juli 2012. www.elsevier.nl ‘Nieuws, rubrieken, Nederland, Media geven gehoor aan oproep Mark Rutte’ (Elsevier) 1 juli 2012. 47
www.geschiedenis24.nl ‘Andere Tijden, afleveringen, 2001-2002, De verloving van Beatrix en Claus’ (Geschiedenis 24) 1 juli 2012. www.geschiedenis24.nl ‘Andere Tijden, afleveringen, 2003-2004, Geschiedenis van de roddelbladen’ (Geschiedenis 24) 1 juli 2012. www.geschiedenis24.nl ‘Andere Tijden, afleveringen, 2009-2010, Het Koningshuis op de gevoelige plaat’ (Geschiedenis 24) 1 juli 2012. www.geschiedenis24.nl ‘Nieuws, 2009, oktober, Persmuskieten en het Koningshuis (Geschiedenis 24) 1 juli 2012. www.hpdetijd.nl ‘2011-05-11, NVJ: ‘Koetsfoto’s Beatrix & Branson zijn duidelijk nieuwswaardig’ (HP/De Tijd) 1 juli 2012. www.koninklijkhuis.nl ‘Encyclopedie, organisatie, Rijksvoorlichtingsdienst, Mediacode’ (RVD) 1 juli 2012. www.koninklijkhuis.nl ‘Voor de media, Veelgestelde vragen’ (RVD) 1 juli 2012. www.kvdl.nl ‘Nieuws, nieuwsbrief, februari 2012, Europees Hof komt met Von Hannover II arrest - meer lucht voor entertainment pers’ (KVDL) 1 juli 2012. www.mediareport.nl ‘Onderwerpen, persrecht, Von Hannover ii arrest bevestigt dat Mediacode koninklijke familie in strijd is met Europees recht’ (Media Report) 1 juli 2012. www.nos.nl ‘Koningshuis, dossier Koningin Beatrix, Thema’s, Beatrix en de pers, Beatrix valt uit tegen de pers’ (NOS) 1 juli 2012. www.nos.nl ‘Video, Fotomoment in Toscane aanzet tot Mediacode’ (NOS) 1 juli 2012. www.novatv.nl ‘Uitzendingen, 14 aug 09, Mediacode voor koninklijke familie: oplossing of onding? (NOVA) 1 juli 2012. www.nu.nl ‘Algemeen, Alexander en Maxima slepen Privé voor de rechter’ (NU.nl) 1 juli 2012. www.royalblog.nl ‘Nieuwsberichten, 2008, 02, Party moet dokken voor strandfoto’s’ (Royalblog.nl) 1 juli 2012. www.villamedia.nl ‘Nieuws, Bericht, Mediacode in strijd met Europees recht’ (Villamedia) 1 juli 2012. Overige Foto voorblad: ANP Royal Images, fotograaf Frank van der Beek. Interview met Huub Wijfjes in Rixt Zuidema, Monarchie en media: over koningin Beatrix en haar relatie met de pers (Essay Geschiedenis Politieke Cultuur RUG, Groningen 2011).
48
AUTEURSRECHT