Voorwoord
2
1.
Inleiding 1.1 Identiteitsconstructie in de 21ste eeuw
3 3
2.
Theoretisch kader 2.1 Historiografie 2.2 De Millennial
5 6 12
3.
Werkwijze en hypotheses 3.1 Oral history 3.2 Deelvragen en hypotheses
19 19 22
4.
Het interview 4.1 Procedure en opzet 4.2 De pilot
26 26 28
5.
De doorwerking van geschiedenis in het nadenken over identiteit 5.1 Resultaten interviews 5.2 Comparatieve analyse
34 34 39
6.
Identiteitsvorming en historisch tijdsbesef 6.1 Resultaten interviews 6.2 Comparatieve analyse
43 43 46
Conclusie De identiteitsconstructie van de Millennial
52 52
Literatuurlijst Bijlagen
56 60
Voorwoord
Deze thesis vormt de afsluiting van de Masteropleiding Actuele Geschiedenis 1500 - heden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. De thesis betreft een literatuur- en kwalitatief onderzoek en richt zich op de rol van het verleden binnen de identiteitsconstructie van de Millennial-generatie. Een relatief jonge generatie waar al veel over geschreven is, veelal gebaseerd op aannames en veronderstellingen omtrent hun karakteristieken en houding op de werkvloer. Deze thesis richt zich op het perspectief van de Millennial, die in dit onderzoek zelf de kans heeft gekregen te vertellen hoe hij het verleden ziet en op welke wijze hij zich tot dit verleden verhoudt in het kader van zijn identiteit.
No man is an island. Dit geldt in het bijzonder voor deze thesis die gevormd is door velen die ik hier wil bedanken. Ik heb stimulerende en behulpzame gesprekken gehad met cultureel antropoloog Renate Stapelbroek en de enthousiaste leden van de Nijmeegse Verhalenbank. Graag wil ik mijn begeleider Prof. Dr. Marit Monteiro bedanken. Ik was enorm vereerd door haar enthousiasme en bereidwilligheid mij te begeleiden in dit traject en heb veel gehad aan haar nauwkeurige blik en praktische tips in het uitvoeren van dit onderzoek. Tevens wil ik de geĂŻnterviewden bedanken voor hun tijd, enthousiasme en eerlijkheid. Deze thesis vormt echter niet alleen de afsluiting van de Masteropleiding maar ook van mijn studie Geschiedenis. Een lange reis waar ondanks de hindernissen en uitdagingen ĂŠĂŠn aspect als een paal boven water stond; mijn passie voor de mens en zijn geschiedenis. Ondanks deze passie ben ik op sommige momenten van het pad afgedwaald, en wil voor de begeleiding vanuit de Radboud Universiteit in het bijzonder studieadviseur Margriet de Rooij bedanken. Grote dank gaat uit naar mijn twee inspirerende zussen en mijn geweldige vrienden voor hun interesse, aanmoediging op cruciale momenten en het doorlezen van mijn stukken. Ik dank mijn vriend, voor de late night brainstormsessies, zijn omhelzingen en nuchtere blik waarmee hij mij met beide benen op de grond hield. Als laatste mijn dank, die niet op papier uit te drukken is, aan mijn ouders. Zonder hun steun en geloof zou deze thesis niet zijn geschreven. Lola Boerwinkel
2
1.1
Identiteitsconstructie in de 21ste eeuw
Zonder enige terughoudendheid begint deze thesis met het intrappen van een spreekwoordelijke open deur: onze samenleving is in volle beweging. Het versneld tempo van elkaar opvolgende veranderingen heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van de wereld zich sneller is gaan ontwikkelen. De historici Paul Luykx en Hans Righart schrijven dat in veel opzichten verandering in onze samenleving een “haast geĂŻnstitutionaliseerde, permanent aanwezige krachtâ€? is (denk aan aanhoudende revoluties in technologie en communicatie) en zij daarmee het volstrekte tegenbeeld van de statisch-agrarische samenlevingen geworden is.1 Vandaag de dag wordt de modernisering met name gekenmerkt door globalisering en technologische ontwikkelingen en is het van belang dat deze snelle evoluties begrepen en verklaard worden. Socioloog Maykel Verkuijten sluit zich hierbij aan en stelt dat de enorme snelheid van sociale, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen ervoor zorgt dat we in een stroomversnelling terecht zijn gekomen. De tijdspanne tussen verandering en vernieuwing is steeds korter, het heden lijkt te krimpen terwijl het verleden groeit. Dit is volgens Verkuyten moeilijk bij te houden en te verwerken. Daarnaast zou het brede aanbod van alternatieve sociale realiteiten, televisie en het internet een individu toegang bieden tot veel verschillende zienswijzen. De elkaar snel opvolgende veranderingen in combinatie met het aanhoudend contact met meerdere anderen zou volgens Verkuyten de individuele identiteitsvorming onder druk zetten.2 De Nederlandse historicus Willem Frijhoff sluit zich aan bij de zienswijze van Verkuyten en schrijft dat een individu voortdurend zijn identiteit construeert vanuit de verschillende elementen van zijn leef- en beeldwereld.3 Dit concept van een wisselwerking tussen individueel en samenleving is gebaseerd op de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu. Hij stelde dat ieder mens zich binnen een habitus, een mentale structuur, bevindt. Binnen een habitus ontwikkelen mensen zich binnen een sociale omgeving en ontwikkelen 1 Righart, H. en Luykx, P., Generatiemix. Leeftijdsgroepen en cultuur (Amsterdam 1998), 199. 2 Verkuyten, M., Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij (Amsterdam 2010), 14. 3 Frijhoff, W., De mist van geschiedenis. Over herinneren, vergeten en het historisch geheugen van de samenleving (Rotterdam 2011), 34.
3
hier, bewust of onbewust, bepaalde gewoontes of manieren van waarnemen, denken en handelen. Aan de hand van deze gewoontes kunnen de mensen binnen een maatschappelijk veld verder komen. Habitus wordt door het samenspel van individuen gevormd om uiteindelijk verankerd te worden in structurele vormen die hun handelen dan weer verder beïnvloeden. Met andere woorden, handelingen van individuen kunnen niet volledig bepaald worden door de abstractie ‘de samenleving’, noch kan de samenleving enkel bestaan uit alle handelingen van individuen. Het is een eindeloze multidimensionale wisselwerking.4 Aangezien de persoonlijke identiteit wordt gevormd in wisselwerking met de omgeving zou een versnelling binnen historische ontwikkelingen problematisch kunnen zijn voor de identiteitsconstructie. Het zou daardoor mogelijk voor de jongere generaties lastiger zijn om een zinvolle verbinding te leggen tussen het verleden, heden en de toekomst, aangezien het beeld van deze drie tijdsdimensies zo veranderlijk is. Het is vanuit dit perspectief dat er onderzoek gedaan zal worden naar de identiteitsvorming van een jonge generatie waar al veel over geschreven is, maar nog weinig vanuit historisch perspectief: de Millennials (geboren tussen 1981-2000). Als we sommige beweringen moeten geloven is dit een verwende generatie die is opgegroeid in een luxepositie. Bachelorstudenten Politicologie Gijs Hablous en Kim Saris schrijven voor het Algemeen Nijmeegs Studentenblad het volgende over deze generatie: “de jongeren van nu leven in een wereld waarin, naast alle basisbehoeften, ook de secundaire, materialistische behoeften zijn bevredigd. Dit maakt zelfontplooiing mogelijk.”5 Evenals Verkuyten verwijzen ze naar globalisatie en technologische vernieuwingen, die het deze generatie mogelijk zouden maken eerder en via steeds meer verschillende kanalen kennis tot zich te nemen. Kennis over anderen, maar ook over de mogelijkheden in het leven. Een luxepositie volgens sommigen, problematisch voor de identiteitsconstructie volgens anderen. De Utrechtse historicus Ed Jonker stelt dat geschiedenis in de snel veranderende samenleving een plaats heeft gekregen in het complexe proces van identiteitsvorming. Men heeft door al deze nieuwe mogelijkheden “de behoefte aan compensatie van onzekerheid door veel historisch houvast te scheppen.”6 Het versnelde
4 Bourdieu, P., Pascalian meditations ( Stanford 2000), 139-144. 5 Hablous, G. en Saris, K., “Generatie Y na X”, Algemeen Nijmeegs Studentenblad (Nijmegen 2014), 8. 6 Jonker, E., “De betrekkelijkheid van het moderne historisch besef”, in Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 111 ( versie 1996), http://bmgn.knhg.nl/J/Jonker__E.__De_betrekkelijkheid_van_het_moderne_historisch_.pdf (18 maart 2014), 40.
4
tempo van de veranderingen in de moderne samenleving zou aanleiding geven tot de behoefte het snel groeiend verleden op kunstmatige manier in stand te houden als houvast. Tijd om deze theoretische noties te concretiseren. Deze thesis is een onderzoek naar de omgang met- en doorwerking van het verleden binnen de identiteitsvorming van de Millennials, in de hoop zo licht te kunnen werpen op de hedendaagse discussies over identiteit aan de hand van inzichten in de huidige constructie. Is er daadwerkelijk sprake van een in versnelde mate vreemd geworden verleden en zo ja, heeft dit effect op de identiteitsconstructie van de Millennial generatie? We staan immers volgens Frijhoff bij de oriëntatie op onze identiteit in het heden in relatie tot het verleden en de toekomst. Wat is de visie van de Millennial op het verleden in samenhang met het heden en de toekomst? Zijn er voor hun verbindingen tussen vroeger, nu en toekomst? Op welk vlak benoemen ze die verbindingen? Deze vragen zijn samen te vatten in één centrale onderzoeksvraag: wat zien de Millennials (1981-2000) als hun verleden en welke rol speelt dit binnen hun identiteitsvorming? De thesis is opgedeeld in zeven hoofdstukken. Het tweede hoofdstuk beschrijft het theoretisch kader van dit onderzoek evenals het vooronderzoek naar de Millennial generatie. De methode is opgesplitst in twee delen waarvan het eerste deel een literatuuronderzoek behelst. Ook zullen in hoofdstuk twee de kernbegrippen en de toepassing hiervan binnen het onderzoek naar de identiteitsconstructie van de Millennial worden toegelicht. Het tweede deel van de methode bevat een kwalitatief onderzoek. Aan de hand van een semigestructureerd interview zullen de Millennials vragen beantwoorden over het verleden en de rol die dit speelt bij de identiteitsconstructie. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op oral history als een wetenschappelijke onderzoeksmethode in relatie tot doel - en vraagstelling van het onderzoek. Verder worden de deelvragen en hypotheses op basis van het literatuuronderzoek geïntroduceerd. In het vierde hoofdstuk wordt de dataverzameling en analyse voor dit onderzoek toegelicht waarop de uitwerking van het pilot interview zal volgen. De resultaten van de twee interviews worden in het vijfde en zesde hoofdstuk per deelvraag beschreven en vergeleken met het literatuuronderzoek en de hypotheses. Door middel van het literatuuronderzoek en de interviews wordt er aan het einde van de thesis een theoretisch model opgesteld, waarbij duidelijk wordt wat het verleden is voor de Millennial en welke rol deze speelt bij de identiteitsconstructie. 5
2.1
Historiografie
De Master Actuele Geschiedenis leert ons nadenken over de manier waarop heden en verleden zich tot elkaar verhouden. De relatie tussen de eigen tijd en het verleden: het historisch bewustzijn. Het historisch bewustzijn of historisch tijdsbesef is niet plotseling in zijn huidige vorm verschenen, maar kent een lange geschiedenis, evenals de betekenis van de veranderingen in tijdsbesef voor de omgang met het verleden. De omgang met het verleden Onze belangstelling voor onze geschiedenis heeft ook een verleden. De Duitse historicus Reinhart Koselleck stelde in de jaren vijftig van de vorige eeuw dat de opkomst van het moderne historische bewustzijn een gevolg was van een grote breuk. Historicus Harry Jansen bespreekt het gedachtegoed van Koselleck in zijn werk “Triptiek van de tijd” waarin hij de belangrijkste ontwikkelingen in het denken over geschiedenis schetst. Koselleck plaatste de breuk in de periode tussen 1750 en 1850, waarin de Franse Revolutie een grote rol speelde. Hij constateerde een duidelijke breuk in het Westers tijdsbesef als gevolg van de dramatische veranderingen in deze periode die voor een discontinuïteit tussen het verleden, heden en toekomst zorgden.7 De Franse historicus François Hartog sluit zich aan bij het werk van Koselleck wat de nieuwe houding ten opzichte van het verleden betreft. Hartog definieert de periode rond 1800 als een overgangstijd tussen twee régimes d’historicité, twee regimes of manieren om zich te verhouden ten aanzien van het verleden, heden en de toekomst. Koselleck en Hartog geven beiden aan dat het klassieke regime in de negentiende eeuw werd ingewisseld voor een modern regime, waarbij het heden werd begrepen in dienst van de verwachtingen en onzekerheden die op de toekomst geprojecteerd werden. “If there is any lesson, it comes, so to speak, from the future, no longer from the past”8 schrijft Hartog over het verschil tussen de twee regimes.
7 Jansen, H., Triptiek van de tijd. Geschiedenis in drievoud (Nijmegen 2010), 41-43. 8 Hartog, F., ‘Time, history and the writing of history: the order of time’ in: R. Thorstendahl en I. Veit- Brause (red.), History-Making. The intellectual and social formation of a discipline (Stockholm 1996), 97.
6
We kunnen stellen dat de (moderne )Westerse historische interesse is begonnen bij de breukervaring die de historische gebeurtenissen en veranderingen van de periode rond 1800 met zich mee brachten. Het moderne historische tijdsbegrip zorgde voor een nieuwe omgang met het verleden. De breukervaring zorgde voor het gevoel dat de wereld voor altijd was veranderd, alsof er een barrière tussen het heden en het verleden was verschenen. Ook de Nederlandse historicus en filosoof Jan van der Dussen stelt dat er in de periode rond 1800 sprake was van het verbreken van de band tussen verleden en toekomst.9 Hij beschrijft evenals Hartog het bestaan van een klassiek regime, waarbij er een structurele gelijkenis tussen het verleden en de toekomst was, wat voor een vast oriëntatiepunt in het heden zorgde. Volgens van der Dussen is het kunnen leggen van een zinvolle relatie tussen het verleden en de toekomst essentieel voor een stabiele oriëntatie van een individu in het heden.10 Met andere woorden: een gevoel van duurzaamheid, stevigheid, evenwichtigheid in het heden zou het gevolg zijn van het in staat zijn voor jezelf zinvolle verbanden te leggen tussen de drie tijdsdimensies. Als het verleden en de toekomst een structurele gelijkenis vertonen is het makkelijker om deze verbanden te kunnen leggen, aldus van der Dussen. Het is hier dat volgens enkele historici een hedendaags probleem zou schuilen. Het historisch besef Wat van der Dussen beschrijft als het kunnen leggen van een zinvolle relatie omschrijft Jonker als historisch besef. Hieronder verstaat hij niet enkel de feitelijke kennis van het verleden, maar om de relatie tussen iemands beeld van het verleden, zijn zicht op het heden en zijn verwachtingen van de toekomst.11 Een individu met historisch besef zou volgens Jonker anders redeneren en handelen dan zonder dit besef. Er zijn historici onder wie van der Dussen die beweren dat dankzij de snelle maatschappelijke ontwikkelingen er vandaag de dag een gebrek aan tijd en mogelijkheden is om verleden en toekomst zinvol te verbinden. Het verleden is groot, het heden vreemd en de toekomst onzeker. Hij ziet het als een onderhuidse cultuurcrisis.12 Cultuurhistoricus René Cuperus sluit zich aan bij de zienswijze van van der
9 Dussen, van der J., Geschiedenis en beschaving. Kritische opstellen over verleden, heden en toekomst (Hilversum 2005), 307. 10 Ibidem, 306. 11 Jonker, “De betrekkelijkheid van het moderne historisch besef”, 29. 12 Dussen, Geschiedenis en beschaving. Kritische opstellen over verleden, heden en toekomst, 211.
7
Dussen, hij omschrijft de culturele crisis als een massale hunkering naar houvast en identiteit, en een gemis aan een inspirerend vooruitgangsgeloof.
13
Anderen zijn juist van mening dat in tijden van grote verandering het historisch besef juist toeneemt. Frank Ankersmit, een Nederlandse geschiedfilosoof, stelt dat de kern van het moderne historische besef, van hoe wij ons verhouden tot ons verleden en waarom we er iets van willen weten, ontstaat uit de discrepantie tussen het perspectief van het verleden en dat van het heden.14 Kosseleck, Hartog, Jansen en cultuurhistoricus Pim den Boer leggen allen de relatie tussen het crisisgevoel en het historisch besef. Het modern historisch besef zou het gevolg zijn geweest van een breuk, en allen noemen hier de Franse Revolutie als belangrijkste voorbeeld van een periode waarin het crisis gevoel na de breuk ervaring leidde tot een hernieuwde interesse in- en verhouding tot- het verleden. Den Boer schrijft: “het is opvallend dat in tijden van grote verandering en dreiging het historisch bewustzijn toeneemt. Het doet er in dit verband niet toe of het om juiste of onjuiste ideeën over het verleden gaat.”15 Jansen haakt in op de hunkering naar houvast en identiteit omschreven door Cuperus en stelt dat het toenemend historisch besef in een periode van elkaar snel opvolgende veranderingen juist een uiting is van deze hunkering. Een behoefte van de mens om zichzelf niet volledig los te maken van het verleden en deze band bewust in stand te houden.16 In dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van het begrip in de vorm van het alledaags historisch besef, zo omschreven door Jonker. Het alledaags besef is gericht op identiteitsvorming van personen en groepen en kent een besef van tijdsverloop. Met behulp van alledaags historisch besef wordt orde aangebracht in het bestaan, en wordt er een zinvolle verbinding gecreëerd tussen het verleden, heden en toekomst.17 Doelstelling van dit onderzoek is om na te gaan of de Millennials in staat zijn verbanden te leggen tussen het verleden, het heden en de toekomst, en welke invloed het wel of niet kunnen leggen van deze verbinding heeft op hun identiteitsconstructie. Hierbij zal niet alleen gekeken worden naar waar ze zichzelf als individu plaatsen, maar ook als generatie. 13 Cuperus, R., “Dat aanhoudend slechte humeur van ons”, (versie 18 april 2011), http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1876793/2011/04/18/Dat-aanhoudend-slechte-humeurvan-ons.dhtml ( 21 januari 2014). 14 Ankersmit, F., De Sublieme Historische Ervaring (Historische Uitgeverij 2007), 394. 15 Laarse van der, R., Bezeten van vroeger: erfgoed, identiteit en musealisering (Amsterdam 2005), 43. 16 Jansen, Triptiek van de tijd. Geschiedenis in drievoud, 43. 17 Jonker, E., “De betrekkelijkheid van het moderne historisch besef”, 31.
8
Het generatieconcept De Amerikaanse historicus Peter Fritzsche beschrijft de periode tussen 1789 en 1815 evenals Koselleck en anderen als een periode van een breed ervaren discontinuïteit. Centraal in het cultuurhistorisch onderzoek van Fritzsche staat het bewustzijn van Europeanen in deze periode, het besef dat tijdgenoten samen deel uitmaakten van een uniek moment in de tijd. Fritzsche beschrijft het als ‘the acknowledgement of diachronic difference, the idea of the new that distinguished contemporaries, gave them a specific temporal identity not unlike the feeling of generation.’18 Theorieën over generaties zijn er sindsdien voldoende. Ze zijn echter zelden van historiografische aard en vinden hun oorsprong eerder bij de sociologen, filosofen en kunsthistorici. Het begrip generatie is dan ook sterk verbonden met de Duitse socioloog Karl Mannheim. Het was Mannheim die een eeuw na de beschreven breukervaring als eerste met een wetenschappelijke benadering van het begrip kwam. In zijn opstel uit 1928 over het generatieconcept onderscheidt hij drie verschillende elementen bij het ontstaan van een generatie, door hem generation unit genoemd. Dit zijn de generatiepositie (de kale demografische data), generatie eenheden (georganiseerde groepen die de stijl van de betreffende generatie symboliseert) en generatiesamenhang (verbindt diegenen door gemeenschappelijke ervaringen).19 De Nederlandse socioloog Henk Becker baseert zich ook op het werk van Mannheim en geeft de volgende bruikbare definitie van een generatie: een categorie van tijdgenoten, wier gedrag effecten vertoont van één of meer discontinue veranderingen die zij in haar formatieve jaren heeft ondergaan.20 Met andere woorden, diegenen die in hun ontvankelijke jaren dezelfde sturende invloeden hebben ondergaan, vormen samen een generatie. Hierbij omvat de formatieve periode de pubertijd en de adolescentie van een individu. Het is volgens Mannheim in deze periode dat een individu vatbaarder is voor veranderingen en beïnvloeding van waarden- en normen stelsel dan op latere leeftijd, en plaats het hoogtepunt van de formatieve jaren bij zeventien jaar.
18 Fritzsche, P., Stranded in the Present. Modern time and the Melancholy of History (Camebridge, Mass. 2004), 53. 19 Mannheim, K., The Sociological Problem of Generations (versie 1928), http://mediaspace.newmuseum.org/ytjpressmaterials/PDFS/ARTICLES_ABOUT_THE_GENERATION/01_The_Sociological_ Problem.pdf (28 februari 2014), 184. 20 Righart en Luykx, Generatiemix. Leeftijdsgroepen en cultuur, 12.
9
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog was er een onderbreking in het (0verwegend) Duits onderzoek naar het begrip. Het zou tot de jaren zestig duren voordat de Amerikanen het onderzoek overnamen, niet in het minst omdat toen de effecten van major events als de Tweede Wereldoorlog zichtbaar werden. Hierbij ging de aandacht voornamelijk naar de geboortecohorten en het generatieconflict na de oorlog uit. In de jaren tachtig kreeg het begrip generatie nieuwe wetenschappelijke belangstelling, ditmaal ook binnen de geschiedwetenschap. Righart spreekt van een “renaissance van het generatieconcept” en geeft aan dat historici vooral vanuit een periodiseringbehoefte gebruik maakten van het concept. De tendens was om voor periode-indeling op zoek te gaan naar discontinuïteiten die zo breed en diep mogelijk insneden in het historisch proces, en zodoende het generatieconcept enkel, of althans bij voorkeur, te gebruiken als het zich bij een breuk liet verbinden.21 Ingewikkeld is de vraag of deze renaissance van het generatieonderzoek te maken heeft met het tempo van onze cultuur. Generaties danken volgens Becker hun bestaan aan discontinue macroveranderingen. Righart haakt hier op in een geeft aan dat deze discontinue veranderingen een grote maatschappelijke dynamiek suggereren. Bestaat er een relatie tussen het tempo van maatschappelijke veranderingen en de vorming van een generatie? De sociologische kant beweert van wel. Luykx en Righart zijn hier wat voorzichtiger in. Ondanks dat ze aangeven dat “het verknippen van de geschiedenis in steeds kleinere tijdseenheden”22,
decenniumdenken genaamd, hiervan lijkt
te getuigen stellen ze vraagtekens bij hoe
discontinu de veranderingen omschreven door Becker eigenlijk zijn in een samenleving waar verandering een permanent aanwezige kracht is. Herinnering en verandering Naarmate de veranderingen binnen een maatschappij sneller achter elkaar optreden zouden generaties zich enerzijds sneller kunnen vormen door het besef dat een categorie van tijdgenoten samen deel uitmaken van een bepaald uniek moment in de tijd. Interessant zal het zijn om te kijken naar de sturende invloeden tijdens de formatieve jaren van een Millennial in relatie tot hun identiteit, en of er sprake is van generatiesamenhang. Anderzijds heeft het
21 Righart en Luykx, Generatiemix. Leeftijdsgroepen en cultuur, 203. 22 Ibidem, 198.
10
snelle tempo van veranderingen als gevolg dat de tijdspanne tussen verandering en vernieuwing steeds korter is; het heden lijkt te krimpen terwijl het verleden groeit. Dit zou de individuele identiteitsvorming binnen deze generatie volgens Verkuyten onder druk zetten aangezien de veranderingen (en dus de constructie van het verleden) moeilijk te begrijpen en te verwerken zijn.23 Door te achterhalen wat het verleden voor een Millennial inhoudt en vervolgens te kijken naar hoe hij dit alsmaar sneller groeiende verleden begrijpt zal onderzocht worden welke functie of doorwerking dit verleden heeft in relatie tot de identiteitsconstructie. Onder het begrijpen van het verleden wordt het vermogen verstaan van de Millennial om verbanden te kunnen leggen tussen zijn vroegere ervaringen en herinneringen en zijn identiteit. Herinnering geeft immers structuur aan identiteit, aldus Frijhoff. “Herinnering is de vorm waarin individuele personen zich de sporen van het verleden als op henzelf betrokken toeeigenen en ze zo tot hun eigen geleefde geschiedenis maken.”24 Hierbij zal niet alleen gekeken worden naar persoonlijke ervaringen en herinneringen maar ook naar welke culturele ijkpunten voor deze generatie van betekenis zijn. Nederlandse historicus Albert van der Zeijden geeft aan dat geschiedenis een belangrijke plaats heeft binnen het complexe proces van identiteitsvorming. Hij schrijft het volgende: “verschillende groepen schragen hun identiteit door een selectief beroep te doen op het verleden: door enkele cruciale richtinggevende gebeurtenissen uit het verleden te isoleren en als lieux de mémoire te herdenken.”25 Lieux de mémoire, oftewel “plaatsen van herinnering”, is een term bedacht door de Franse historicus Pierre Nora. Nora legt eveneens de nadruk op de modernisering van de West Europese samenleving in de achttiende en negentiende eeuw. Hij beschrijft hoe deze voor hem cruciale overgangstijd geleid heeft tot een nieuw historisch bewustzijn enerzijds en een memory crisis anderzijds. Overigens is de term memory crisis ontleend aan het werk van de literatuurwetenschapper Richard Terdiman die de veranderde functie van herinneren aan de breukervaring na de Franse Revolutie koppelt.26 Ook Nora geeft aan dat met deze
23 Verkuyten, Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij, 14. 24 Frijhoff, De mist van geschiedenis. Over herinneren, vergeten en het historisch geheugen van de samenleving, 11. 25 Zeijden, van den A., Katholieke identiteit en historisch bewustzijn. W.J.F. Nuyens (1823-1894) en zijn ‘nationale’ geschiedschrijving (Hilversum 2002), 20. 26 Terdiman, R., Present past. Modernity and the memory crisis (Londen 1993), 3-4.
11
overgangstijd het niet-reflectieve en spontane karakter van de herinnering omsloeg naar een reflectieve en kunstmatige.27 Met andere woorden, nu het spontane herinneren (en vergeten) a thing of the past was, was het nodig om het verleden op kunstmatige manier in stand te houden. Dit zag Nora als de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van “plaatsen van herinnering”. Van der Zeijden omschrijft deze van Nora afkomstige term als “een kunstmatig gecreëerde site, waarin de herinnering zich kon verankeren”.28 Het zevendelige werk Lieux de mémoire van Nora dat eind twintigste eeuw gepubliceerd werd was baanbrekend. Onder historici is dan ook een levendige belangstelling opgekomen voor de herinnering, inmiddels als “herinneringsgeschiedenis” of “geheugencultuur” betiteld. Hiervoor was herinnering het domein van de psychologie en, in mindere mate, de sociologie. In de global age van vandaag de dag is een geheugencultuur tot stand gekomen waarbij de moderne media, die het verleden representeren, een bepalende kracht zijn. Een feit dat beaamd wordt door de Duitse historicus Sebastian Conrad en de Duitse literatuurwetenschapper Aleida Assmann. Ze stellen dat de aandacht binnen het globalisatie discours is verschoven van verbeelding naar geheugen, en nauw daaraan verbonden: het verleden. “Memory, of course, also requires imagination, but it rethinks the future in alliance with recasting the past.”29 Herinnering is niet alleen alom vertegenwoordigd in de huidige maatschappij maar ook globaal dankzij “the satellites of telecommunication, the channels of mass media, and the Internet”.30 De vraag is in hoeverre de huidige geheugencultuur als permanente achteruitkijkspiegel voor de Millennial generatie dient. 2.2
De Millennial
De Millennials zijn ‘the most watched over generation in memory’.31 Ondanks het jonge karakter van deze generatie is er dusdanig veel over geschreven vanuit verschillende
27 Nora, P., “Between memory and history: Les Lieux de Mémoire”, Representations nr. 26 (1989), 7-25. 28 Zeijden, Katholieke identiteit en historisch bewustzijn. W.J.F. Nuyens (1823-1894) en zijn ‘nationale’ geschiedschrijving, 14. 29 Assmann, A. en Conrad, S., “Introduction”, Memory in a global age. Discourses, practices and trajectories (New York 2010), 1. 30 Howe, N en Strauss, W., Millennials Rising: The Next Great Generation (New York 2000), 3. 31 Ibidem, 9.
12
wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke visies dat daar eveneens aandacht aan moet worden besteed. Douglas Main, schrijver en journalist schrijft in 2013 over de verschillende benamingen en karakter eigenschappen waar de Millennials nu al om bekend staan. Hij legt de verschillende namen voor deze generatie uit. Zo worden ze naast de Millennials ook de Peter Pan Generatie en de Boemerang Generatie genoemd, met als belangrijkste reden de groeiende tendens om een aantal rites de passage van volwassenheid (denk aan het huwelijk of het starten van een carrière) uit stellen. Om net als de kinderheld Peter Pan niet te willen opgroeien. Ook wordt deze generatie de Me Generation genoemd. Want, zo schrijft Main, ‘There is a spirited, if not tiresome, debate about whether Millennials are self-entitled narcissists or open-minded do-gooders; surely the truth lies somewhere in-between. Generally, however, there does seem to be more of an emphasis on the self than in previous generations, one reason why this group has been called Generation Me”32 Hij geeft echter ondanks de waslijst van voornamelijk negatief aandoende eigenschappen wel aan dat bij deze generalisaties de ervaringen van minder welgestelde Millennials, immigranten en minderheden vaak vergeten worden. Verslaggever Michelle Healy schrijft voor USA Today in 2012 over een debat dat gaande is over het karakter van de Millennial. Ze beschrijft een recente studie van Amerikaanse psycholoog Jean Twenge waarin gesteld wordt dat de populaire opvatting over de sociaal betrokken Millennial niet helemaal lijkt te kloppen. ‘While there are certainly individual exceptions to this image of young adults, overall, the pattern is pretty clear. The trend is more of an emphasis on extrinsic values such as money, fame, and image, and less emphasis on intrinsic values such as self-acceptance, group affiliation and community’, aldus Twenge.
33
Nederlandse redacteur Baste Baroncini schrijft in 2012 een artikel over het werkvermogen van de Millennial dat sterk te wensen over laat. Hij baseert zich hierbij op een onderzoek van Jan Prins, directeur van onderzoeksbureau SKB. De beeldtaal in dit artikel is opvallend. Zo worden de Millennials goudhaantjes genoemd, die vatbaarder zijn voor een burnout dan gedacht. Volgens Prins is deze generatie verteld alles te kunnen worden als ze hun best maar 32 Main, D., “Who Are the Millennials?”, (versie 9 juli 2013), http://www.livescience.com/38061-millennials-generationy.html (10 januari 2014). 33 Healy, M., “Millennials might not be so special after all, study finds”, (versie 15 maart 2012), http://usatoday30.usatoday.com/news/health/wellness/story/2012-03-15/Millennials-might-not-be-so-special-after-all-studyfinds/53552744/1 (20 januari 2014).
13
deden, wat vandaag de dag voor een enorme hoeveelheid aan keuzes, hoge druk, stress en een hoger risico op een burnout zorgt. Prins’ tip voor werkgevers die met deze generatie te maken hebben op de werkvloer; ‘Afwisseling, inspirerend leiderschap en feedback op het werk. Dat laatste is opvallend omdat het alleen bij deze generatie voorkomt. Je kunt je voorstellen dat een generatie zonder grenzen behoefte heeft aan duidelijke kaders en feedback of ze het goed doen.’34 Van opvallende beeldspraak over de Millennials is ook sprake in een boekrecensie van het werk ‘Generatie Y: aan het werk’ van organisatiepsycholoog Kim Castenmiller. Recensent voor de NRC Ykje Vriesinga beschrijft hoe de Millennial ‘lak heeft aan hiërarchie’ en ‘eigenwijs’ is. Maar het is wel een eigenwijsheid waar organisaties baat bij zullen hebben, mits ze de Millennials goed begeleiden, zonder ze af te schrikken met enge zaken zoals doelstellingen en verantwoordelijkheden. Ondanks het feit dat er eigenlijk positief gesproken wordt over deze generatie wordt dit op een redelijk neerbuigende manier gedaan. Vriesinga eindigt met de volgende zin; ‘Ze helpen organisaties mee te bewegen met een steeds sneller veranderende omgeving. Ook al bezorgen ze de managers af en toe hoofdpijn.’35 Omdat de oudere Millennial inmiddels de werkvloer heeft betreden wordt er veel geschreven over de het aantrekken, werven en het trainen van leden van deze generatie. ‘Sturen op resultaten en ontwikkeling’ uit 2009 geeft een handleiding over hoe werkgevers de generatie van de Millennials moeten aansturen. ‘Het Nieuwe Werken volgens Generatie Y’ uit 2011 beschrijft het concept Het Nieuwe Werken, een werkstijl die flexibeler is en aangepast op persoonlijke capaciteiten en wensen. Een concept wat goed zou passen bij de Millennial omdat hij de vrijheid wilt hebben om zelf te bepalen wat hij doet en wanneer. Ook is er veel te vinden over hoe je producten aan deze generatie moet verkopen. “Maak je merk cool” uit 2012 is een Nederlands werk over de branding naar deze nieuwe generatie. “Invisible: How Millennials are changing the way we sell’ uit 2013 introduceert de Millennial als een consument met een buitengewone koopkracht, en biedt ondernemers een kans om te leren hoe succesvol te zijn in het verkopen aan de Millennial. Zakelijke strateeg Tara Gentile haakt
34 Baroncini, B., “Werkvermogen generatie-Y niet optimaal”, (versie 14 februari 2012), http://www.penoactueel.nl/Personeel/Algemeen/2012/2/Werkvermogen-generatie-Y-niet-optimaal-PENO008037W (21 januari 2014). 35 Vriesinga, Y., “Slimmer, sneller en socialer”, (versie 18 februari 2010), http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/slimmersneller-en-socialer (20 januari 2014).
14
hierop in en legt de nadruk op de roep om flexibiliteit. ‘Sell them on the flexibility they crave’.36 Creatief, flexibel en innovatief, maar vooral eigenwijs, moeite met keuzes maken en verantwoordelijkheid, gestrest, gebrek en behoefte aan sturing, egoïstisch, uitstellen. Dit is het beeld dat de oudere generaties over de Millennials naar voren brengen. Het is niet overwegend positief. Hier kunnen verschillende verklaringen voor zijn, waaronder één tijdloze. De twee Amerikaanse historici Neil Howe en William Strauss verwoorden op mooie wijze de tijdloze spanning tussen jong en oud. ‘Each generation derives comfort from its collective memories (...) the older it grows, the more it sees in the rising generation a living reminder that such memories are mortal and must ultimately be paved over by those who don't share them.’37 De Millennial over de Millennial Interessant is om te kijken naar de Millennial zelf. Wat heeft hij te zeggen over zijn eigen generatie? Niels van den Dungen is een schrijver voor de Volkskrant, recentelijk afgestudeerd aan zijn filosofiestudie. In zijn artikel van begin 2014 stelt hij dat ondanks de crisis veel jongeren opgroeien in een ‘comfort zone’ die ze het liefst nooit zouden willen verlaten. Evenals Main beschrijft hij hoe het een generatie is van uitstellen. Hij stoort zich aan het feit dat zijn eigen generatie niet weet wat ze willen met hun leven en als een ongeleid projectiel lijken te leven. De ouders van de Millennials zouden een flinke comfort zone hebben gecreëerd, denk hierbij aan het betalen van school- of collegegeld, zorgverzekering, soms zelfs de huur van een woning. Een makkelijk leven volgens van den Dungen, een leven zonder echte verantwoordelijkheden. Sociologen en psychologen zouden in dit verband spreken van een ‘verlengde adolescentie’.38 De Millennial stelt het nadenken over de toekomst uit en leeft voort op het vanzelfsprekend vinden van de eerder genoemde comfort zone en economische zekerheid. Zijn advies voor zijn eigen generatie: ‘Schop jezelf onder de kont, wordt werkelijk (financieel) zelfstandig, maak keuzen, hak knopen door en denk na over wat een zinvol
36 Gentile, T., ‘A Millennial’s version of “The American Dream”’, (versie 7 april 2014), http://www.fastcompany.com/3028675/leadership-now/a-millennials-version-of-the-american-dream (9 april 2014). 37 Howe en Strauss, Millennials Rising: The Next Great Generation, 24. 38 Dungen, van den N., “Advies aan mijn generatie: schop jezelf voor je kont en maak keuzes”, (versie 7 januari 2014), http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3573298/2014/01/07/Advies-aan-mijn-generatie-schop-jezelf-voorje-kont-en-maak-keuzes.dhtml ( 21 januari 2014).
15
bestaan is voor jou.’39 Het zijn echter niet alleen maar negatieve geluiden. Zo is er Ygenwijs, een platform voor en door Millennials. Een passend zum Zeitgeist enorm breed sociaal platform. Er is een Ygenwijs tijdschrift dat vier keer per jaar uit komt, ze zijn te volgen op
Facebook en Twitter, hebben een website en een online blog, videomateriaal op Youtube en organiseren evenementen. Ze besteden aandacht aan verschillende thema’s met als credo ‘een wereld waarin iedereen werkt vanuit talent en passie’.40 De nadruk ligt op de toekomst. Een baan, carrière, een zingevend bestaan, maar het moet wel leuk zijn. Ik citeer; ‘Wij geloven dat de Y-generatie aan de basis staat van een paradigm shift in werken. Werken moet anders. Werken moet leuk zijn. ’s Morgens opstaan en zin hebben om te werken in plaats van motivatieloos je bed uitstappen. Zelfontplooiing zou de drijfveer moeten zijn, niet het salaris. In organisaties, maar als dat niet past vanuit ondernemerschap.’ Van den Dongen zou ze naar alle waarschijnlijkheid een schop onder de kont willen geven. In ditzelfde licht van zelfontplooiing, flexibiliteit en passie is de aflevering Mensen van nu, onderdeel van het VPRO programma Tegenlicht te bezien. Een klein uur durend portret van ‘een generatie die volwassen wordt in de onzekerheid van een crisis’, geregisseerd door Tomas Kaan en uitgezonden op 7 oktober 2013. Kaan, zelf ook een Millennial, beschrijft tijdens een interview dat op de site van Tegenlicht te zien is hoe hij heeft getracht de Millennials niet in een hokje te stoppen. Hij wilde de Nederlandse bevolking een verzameling individuen bieden die inspireren, die het beeld gaven van de generatie zoals Kaan dit graag zou willen zien. De reacties op deze uitzending liepen sterk uiteen.
Figuur 1. Voorbeelden van tweets op #tegenlicht
39 Ibidem. 40 www.ygenwijs.nl
16
In een artikel wat de dag na de uitzending op de website van Das Kapital verscheen schrijft columnist R. Goosens ‘Dit is eerder een generatie van verwende kutkinderen (allemaal ja) die elke voeling met de realiteit kwijt zijn.’41 Het belangrijkste commentaar op Mensen van nu was dat de geïnterviewde mensen niet representatief waren voor de gehele generatie Millennials. Ondanks het niet erg gevarieerde aanbod van Millennials toont Kaan ons leden van deze generatie die wel met hun toekomst bezig zijn. ‘Een toekomst voorbij het materiële’, aldus Kaan. Maar hier ook verantwoordelijkheid voor nemen, op de innovatieve en flexibele wijze die de Millennials steeds toegeschreven wordt.
Concluderend kan gesteld worden het debat rondom het karakter van de Millennial anno 2014 volop gaande is. Ook worden vanuit de oudere generaties en de Millennials zelf een aantal overeenkomstige karakteristieken beschreven. De Millennial komt over het algemeen uit een comfort zone, een plaats waar, indien mogelijk, ouders een grote (financiële) steun zijn en hun kinderen aansporen groot te dromen. Je kunt alles worden wat je wilt als je maar je best doet. Socioloog en organisatieadviseur bij het eerder genoemde tijdschrift Ygenwijs Sabine van Baal stelt dat ouders hun Millennial kinderen hebben wijsgemaakt dat ze hun dromen en hart moeten volgen en dat ze uniek zijn.42 De bloei en ontwikkeling van het individuele kind stond voorop. Dit alles zou geleid hebben tot een generatie jongvolwassenen die veel kansen heeft gekregen, wat er volgens sommigen voor gezorgd heeft dat de jongvolwassen door het prettige en comfortabele leven bepaalde aspecten in hun leven uitstellen. De overvloed aan keuzes en kansen zou er ook voor zorgen dat een gedeelte van de generatie dit als stressvol ervaart. Zo schrijft medeoprichter van Ygenwijs Sander Roovers: “De verwachtingen groeien en de lat komt steeds hoger te liggen, waardoor jongeren zichzelf voorbij haasten.”43 Deze karakterisering laat veel aspecten zien die te maken hebben met het zelfbeeld van de Millennial en het beeld van anderen op deze generatie. Wat een steeds populairder thema aan het worden is op sociale media is het bieden van een overzicht van personen, items,
41 Goosens, R., ‘In de sloepen! Moeilijke baarden nemen Nederland over’, (versie 8 oktober 2013), http://daskapital.nl/2013/10/in_de_sloepen_kutkinderen_neme.html (22 maart 2014). 42 Hablous en Saris, “Generatie Y na X”, 8. 43 Ibidem, 8.
17
‘problemen’ en trends van de jaren negentig. Enkele voorbeelden zijn pagina’s met afbeeldingen zoals Figuur 2 en Facebook met een pagina getiteld “Things 90’s kids realize”. De pagina omschrijft zichzelf als “a humor site that evaluates the 90s as an adult from a very nostalgic, comedic point of view”.44 Vanuit nostalgie wordt er door Figuur 2. Jaren negentig problemen
de Millennials zelf op eenzelfde humoristische wijze veel
over de jaren negentig gepost. Dit toont aan dat het terugkijken populair is onder een groot gedeelte van deze generatie,wat overeenkomt met de eerder gestelde constante en globale aanwezigheid van herinnering binnen de huidige samenleving. Over het verleden van de Millennial, wat zij als hun verleden beschouwen en de betekenis die zijzelf aan hun geschiedenis geven, wordt op wetenschappelijk gebied nog niet geschreven. Het is vanuit dit perspectief dat de aandacht nogmaals gericht wordt op de quote van Howe en Strauss; ‘Each generation derives comfort from its collective memories (...)’.45 Elke generatie ontleent troost, een gevoel van behoren, uit haar collectieve geheugen. Wat is het collectieve geheugen van de Millennial generatie? Het is een jonge generatie, maar oud genoeg om een collectief geheugen en eigen geschiedenis te hebben. Wat is die geschiedenis en vervult deze een functie? Het zijn vragen die enkel een Millennial kan beantwoorden.
44 https://www.facebook.com/things90skidsrealize/info 45 Howe en Strauss, Millennials Rising: The Next Great Generation, 24.
18
3.1
Oral history
“Geschiedenis bestaat voor een belangrijk deel uit verhalen”,46 schrijft Selma Leydesdorff, historicus en onderzoeker op het gebied van oral history. De orale traditie was, voor het ontstaan van de geschiedschrijving, de voornaamste vorm van geschiedenis. De verhalen die werden doorgegeven vormden het collectief geheugen en uiteindelijk de geschiedenis van een cultuur, volk of stam. Met het ontstaan van de moderne geschiedschrijving, in het Westen ingezet bij de oude Grieken, verloor deze orale traditie langzaamaan haar betekenis: het waren verhalen die in vergelijking met de grote geschiedverhalen weinig voorstelden. Met de opkomst van het nationalisme in de negentiende eeuw werd geschiedenis, historische gebeurtenissen en personen, voor politieke en religieuze karretjes gespannen. De interesse voor mondelinge bronnen is lang niet groot geweest in de professionele geschiedschrijving aangezien individuele verhalen altijd zullen afwijken van het dominant gepresenteerde beeld. Hier kwam echter in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw verandering in. Deze jaren werden gekenmerkt door sociale en emancipatoire bewegingen. Het streven was mensen “zonder stem” een stem en eigen plek in de geschiedenis te geven. Paul Thompson, een Britse socioloog en oral historian wordt beschouwd als één van de pioniers van het gebruik van oral history als onderzoeksmethode. Hij stichtte in 1971 de Oral History Society en zes jaar later volgde zijn werk “Voice of the Past” waar hij de historiografie en recente prestaties van deze methode, evenals het interviewproces beschrijft. Hij is van mening dat een cumulatief proces van transformatie binnen de terreinen van geschiedenis is ingezet door het introduceren van “new evidence from the underside”, het uitdagen van aanvaarde historische uitspraken en het erkennen van genegeerde groepen mensen.47 Pim den Boer, Nederlands cultuurhistoricus, sluit zich hierbij aan en stelt dat de hernieuwde aandacht voor oral history en geluidsarchieven stamde vanuit een wens om “geschiedenis van onderop te bestuderen en niet van bovenaf”.48 Oral history werd haast een postmodernistisch
46 Leydesdorff, S., De mensen en de woorden: geschiedenis op basis van verhalen ( Amsterdam 2004), 43. 47 Thompson, P., The Voice of the Past (Oxford 2000), 8-9. 48 Laarse van der, Bezeten van vroeger: erfgoed, identiteit en musealisering, 46.
19
politiek instrument; een manier om de eigen geschiedenis te vinden en tegelijkertijd een aanklacht tegen de gevestigde (wetenschappelijke) orde. De methode diende bijna als correctie van het grote geschiedenis verhaal. Thompson schrijft dan ook eind jaren zeventig: “history becomes, to put it simply, more democratic.”49 Desondanks was (en is) het gebruik van interviews geen onomstreden wetenschappelijke methode; er waren regelmatig discussies over methodiek, objectiviteit en subjectiviteit en betrouwbaarheid. Waren verhalen van mensen niet te subjectief en hierdoor ongeschikt als historische bron? Als reactie op de kritiek stonden de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in het teken van het ontwikkelen van eigen richtlijnen rondom het interviewen, de invloed van de interviewer en het bepalen van de betrouwbaarheid van herinneringen. Daarnaast werd zoals eerder vermeld herinnering zelf in deze periode ook een onderwerp van studie. “(…) Oral
history houdt zich bezig met de verhouding tussen de officiële geschiedenis zoals die in boeken is vast gelegd en de individuele herinnering”50, aldus Leydesdorff. De betekenis van herinnering kreeg steeds meer aandacht binnen oral history waar eerst de nadruk op het geven van een stem aan onderbelichte groepen en personen lag. Een interview levert niet alleen een verhaal op, het bevat ook een dimensie van herinneren, ideologieën en verlangens.51 En herinnering is ‘hot’, aldus den Boer, die de populariteit van oral history koppelt aan de hedendaagse belangstelling voor herinneren.
52
Langzaamaan begon de kwalitatieve benadering van oral history populariteit te vergaren, niet alleen binnen geschiedenis maar ook binnen de sociale wetenschappen. “Oral historians can think now as if they themselves were publishers: imagen what evidence is needed, seek it out and capture it.”53
Vandaag de dag is oral history nog steeds in
ontwikkeling als gevolg van de digitalisering. Oral historians Robert Perks en Alistair Thomson geven aan dat digitalisering niet alleen voor een internationale reikwijdte zorgt maar voor nieuwe impulsen binnen de onderzoeksmethode. “New digital technologies are transforming the ways in which we record, preserve, catalogue, interpret, share and present
49 50 51 52 53
Thompson, The Voice of the Past, 9. Leydesdorff, De mensen en de woorden: geschiedenis op basis van verhalen, 9. Ibidem, 54. Laarse van der, Bezeten van vroeger: erfgoed, identiteit en musealisering, 46. Perks, R. en Thomson, A., The Oral History Reader (New York 2006), 28.
20
oral histories”54, aldus Perks en Thomson. Deze technologische ontwikkelingen zullen de komende tijd blijven bijdragen aan nieuwe inzichten binnen oral history. De levensgeschiedenisbenadering De praktijk toont ons dat er vandaag de dag niet zoiets bestaat als “de juiste methodiek” van
oral history, maar eerder een kader waarin nieuwe inzichten, werkwijzen en verbeteringen worden geïncorporeerd. Binnen dit kader zijn echter wel enkele duidelijke stromingen te ontwaren. Wat de reikwijdte van het interview betreft is één benadering binnen oral history verreweg de breedste en meest dominante: de levensgeschiedenisbenadering. Vertegenwoordigd door onder andere Thompson en Leydesdorff. Het is een benadering waarbij tijdens het interview het leven van de geïnterviewde als het ware wordt langs gelopen waarbij wordt begonnen met de herinneringen uit de vroege jeugd tot aan het heden. De invulling van het interview is vervolgens afhankelijk van de doelstelling(en), nauw verbonden aan de keuze voor de vorm van het interview. Wat de vorm van het interview betreft wordt er onderscheid gemaakt tussen een drietal mogelijkheden: gestructureerd, semigestructureerd en ongestructureerd. De invloed van de onderzoeker is bij de eerste het grootste en neemt af bij de tweede en derde. Bij de keuze voor een gestructureerd interview wordt voor elk interview een vaste set aan vragen gebruikt. Een semigestructureerd interview niet altijd een vaste set vragen maar bewandeld wel een pad van vooraf vastgestelde thema’s. Bij een ongestructureerde vorm is de geïnterviewde vrij om te vertellen over een onderwerp.55 Leydesdorff beschrijft drie rollen voor de interviewer op basis van het werk van de socioloog Ken Plummer: de vreemde, de bekende, de vriend of vriendin. Ze geeft hierbij aan dat de beste rol bij de levensgeschiedenisbenadering die van de bekende is; een betrokkene op afstand. “De levensgeschiedenisbenadering vraagt nu eenmaal om intimiteit en vertrouwen, (…)
toch
moet
je
het
verhaal
blijven
interpreteren
aan
de
hand
van
je
onderzoeksvraagstelling.”56 Samenvattend is oral history een methode om onderzoek te doen naar de meningen, gedragingen, gevoelens en meningen van individuen over een duidelijk omschreven onderwerp. Aangezien dit onderzoek gedeeltelijk gebaseerd zal zijn op ervaringen, meningen, 54 Ibidem, 8. 55 Saunders, M., Lewis, P. en Thornhill, A., Research methods for business students (Harlow 2012), 374-377. 56 Leydesdorff, De mensen en de woorden: geschiedenis op basis van verhalen, 82-83.
21
gevoelens en herinneringen van Millennials was oral history de methode die het beste aansloot op dit onderzoek. Daarnaast is de keuze op kwalitatief onderzoek gevallen omdat er nog geen bestaande theorie is ontwikkeld voor de Millennial en zijn omgang met het verleden die de onderzoeker zou kunnen testen. De stijl van interviewen zal in dit onderzoek gebaseerd zijn op de levensgeschiedenisbenadering, zo omschreven door Leydesdorff. “Om iemands uitspraken over het verleden te begrijpen is het voor hem nodig om eerst het hele leven van deze persoon te kennen.”57 De levensgeschiedenisbenadering past goed bij het onderzoek omdat het verleden, heden en toekomst van den Millennial en de verbindingen daartussen in het kader van identiteit onderzocht zal worden. Oral historians en sociologen Daniel Bertaux en Paul Thompson geven daarnaast ook aan dat de levensverhaalaanpak een nieuwe sleutel kan bieden tot verder onderzoek naar generatiedynamiek, sociale verandering en identiteit.58 Dit onderzoek richt zich op een relatief jonge generatie en de relatie tussen hun beeld van het verleden en de identiteitsconstructie. Door het jonge karakter van de generatie en de doelstellingen zal er bij het interviewen naast het levensverhaal van de geïnterviewde ook aandacht
zijn
voor
zijn
toekomstbeeld
en
verwachtingen.
In
het
kader
van
standplaatsgebondenheid is rekening gehouden met het feit dat de onderzoeker zelf deel uit maakt van de Millennial generatie. Righart schrijft dan ook: “het is moeilijk een historische omslag waar men nog steeds deel van uitmaakt te analyseren.”59 Een bepaalde mate van overeenkomst in de referentiekaders van de onderzoeker en de geïnterviewde kan problematisch zijn voor de interpretatie van de antwoorden en het doorvragen. De onderzoeker kan te snel denken dat zaken helder en duidelijk zijn, ook de geïnterviewde kan informatie achterhouden omdat het lijkt dat de onderzoeker het al weet. Daar waar antwoorden of referenties door taalgebruik of gedeelde herinneringen de onderzoeker herkenbaar en vanzelfsprekend zijn zal doorgevraagd worden. 3.2
Deelvragen en hypotheses
Onder de kopjes “Theoretisch kader” en “De Millennial” zijn de debatten aangaande het karakter van de Millennial, zijn verleden en de functie van dat verleden met betrekking tot de identiteitsconstructie samengevat. Deze kopjes dienen als uitgangspunt voor de opzet van dit 57Leydesdorff, De mensen en de woorden: geschiedenis op basis van verhalen, 52. 58 Bertaux, B. en Thompson, P., Between Generations. Family models, Myths and Memories (Oxford 1993), 1. 59 Righart, H., De eindeloze jaren zestig (Den Haag 1995), 14.
22
onderzoek en het interview. Hieronder zullen de doelstellingen, de deelvragen en bijbehorende hypotheses uiteengezet worden. Om de onderzoeksvraag “wat zien de Millennials (1981-2000) als hun verleden en welke rol speelt deze binnen hun identiteitsvorming?” te beantwoorden zal gekeken worden naar twee verschillende zaken in relatie tot identiteitsvorming. Allereerst wat het verleden voor de Millennial inhoudt, dit zal aan bod komen in de eerste deelvraag. Hierna zal onderzocht worden hoe de Millennial zich verhoudt tot dit verleden wat betrekking heeft op de tweede deelvraag. Deelvraag 1: Hoe wordt het verleden door Millennials begrepen en ervaren? Doelstelling is te weten te komen wat deze generatie als vroeger beschouwt, hoe ze zijn opgegroeid en hoe dit hun gevormd heeft. Daarnaast zal gekeken worden met welk gemak ze deze herinneringen kunnen ophalen en voor zichzelf verbanden kunnen leggen tussen het verleden en hun identiteit. Nu is het verleden een heel breed begrip. In dit onderzoek zal de nadruk liggen op het praktische verleden. Deze term is ontleend aan het werk van de Nederlands
theoloog
en kerkhistoricus
Peter Nissen. Nissen beschrijft
dat
wat
geschiedfilosofen en psychologen het praktische verleden noemen als volgt: “het geheel van ervaringen die wij individueel in ons leven hebben opgedaan en die een samenleving in haar geschiedenis heeft opgedaan.”60 Ondanks het feit dat in dit onderzoek gebruik gemaakt wordt van het begrip “verleden” zal dit tijdens de interviews aangeduid worden als “vroeger” aangezien dit dichterbij de belevingswereld van een individu ligt. Onder het begrijpen van het verleden wordt het vermogen van de Millennial om verbanden te kunnen leggen tussen zijn vroegere ervaringen en herinneringen en zijn identiteit verstaan.
Hypothese deelvraag 1: Er zal door de Millennial veel teruggekeken worden naar het verleden. Enerzijds is het een jonge generatie waardoor het verleden niet zo ver weg is wat ervoor zorgt dat de herinneringen “verser” zijn dan die van een tachtig jarige. Anderzijds zal door de snelle maatschappelijk ontwikkelingen herinneren belangrijk zijn. Verkuijten stelt immers dat een hoog tempo van maatschappelijke veranderingen zorgt voor onzekerheid in het heden. De
60 Nissen, P., “Gevierde identiteit: publieke feestcultuur als omgang met het verleden in de vroegmoderne en moderne tijd”, Sporen en spiegels, beschouwingen over geschiedenis en identiteit (Tilburg 1995), 24.
23
ontwikkelingen zijn moeilijk bij te houden en te verwerken. Doordat er geen helder beeld van de toekomst gevormd kan worden zal de Millennial door veel terug te kijken op zoek gaan naar houvast en richting.61 Op basis van het vooronderzoek en de veronderstelde zoektocht naar houvast wordt een zekere mate van nostalgie naar het verleden verwacht. Eveneens naar aanleiding van het vooronderzoek wordt van een comfort zone uitgegaan in de jeugd van een Millennial die van invloed is geweest op hun verleden en de identiteitsconstructie. Deelvraag 2: Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst? Aan de hand van de interviews zal onderzocht worden op welke wijze de Millennials zich in het heden presenteren en welk beeld ze hebben van (zichzelf en als generatie in de) toekomst. De nadruk ligt hierbij vooral op of de Millennial in staat is een relatie te leggen tussen deze twee tijdsdimensies en het verleden, en zo ja, op welke wijze dit gebeurt. Doelstelling is om na te gaan of de Millennials in staat zijn verbanden te leggen tussen het verleden, het heden en de toekomst, en welke invloed het wel of niet kunnen leggen van deze verbinding heeft op hun identiteitsconstructie. Hierbij zal niet alleen gekeken worden naar waar ze zichzelf als individu plaatsen, maar ook als generatie.
Hypothese deelvraag 2: Verkuijten stelt dat door de enorme snelheid van sociale en maatschappelijke veranderingen een groot deel van de wereld vandaag de dag in stroomversnelling is geraakt. Dit zou allemaal niet makkelijk bij te houden zijn, laat staan te verwerken.62 Dit zou het moeilijker maken voor de Millennial om voor zichzelf, en als generatie, verbanden te leggen tussen de drie tijdsdimensies, waardoor de identiteitsvorming onder druk zou komen te staan. Verwacht wordt dat de Millennial geen duidelijk beeld kan vormen bij de toekomst, en zijn zicht op het heden en zijn identiteit voornamelijk baseert op het beeld wat hij van het verleden heeft. Dit zou kunnen komen door de crisis in historisch besef genoemd door enkele historici, maar ook door de verlengde adolescentie. Door de comfort zone waar de Millennial uit komt zou hij belangrijke keuzes uitstellen waardoor (of juist omdat) hij geen helder beeld heeft van de toekomst. De vraag is of en hoe de Millennial de onzekere toekomst in verband brengt met het verleden.
61 Verkuyten, Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij, 14. 62 Ibidem, 14.
24
Ondanks het feit dat het hier een jonge generatie betreft wordt een sterke mate van generatiesamenhang verwacht. Mannheim beschrijft dit als: “datgene wat diegenen verbindt door gemeenschappelijke ervaringen.�63 Op basis van het vooronderzoek is gebleken dat er niet alleen veel terug gekeken wordt door deze generatie maar dat er veel aandacht wordt besteed aan een aantal veranderingen, ontwikkelingen en ervaringen die deze generatie gemeen hebben.
63 Mannheim, The Sociological Problem of Generations, 184.
25
4.1
Procedure en opzet
Onderzoek aan de hand van oral history zal net als onderzoek op basis van geschreven bronmateriaal goed controleerbaar moeten zijn. Dit houdt in dat er voor dit onderzoek een systematische werkwijze ontwikkeld is wat het selectieproces, de vorm en inhoud van de interviews en de data analyse betreft. Dit alles is getoetst in een pilot interview, waarna twee andere interviews hebben plaats gevonden. De geïnterviewden De selectie van de geïnterviewden heeft op basis van een aantal voorwaarden plaatsgevonden. De geïnterviewden (mannen en vrouwen) moeten bereid zijn om mee te werken en tijd hebben en zijn geworven via een oproep op Facebook. Daarnaast gaat het om personen van Nederlandse afkomst die geboren zijn tussen 1981 en 2000. Als laatste is op basis van het vooronderzoek naar de Millennial besloten om hier voor dit onderzoek nog de voorwaarde ‘opleidingsniveau’ aan toe te voegen. Het vooronderzoek geeft een generatie van jongeren weer die het product zijn van welvaart. Ze hebben veel kansen gekregen en hebben hierin een grote hoeveelheid aan eigen keuzes om te maken. Daarnaast zou de comfort zone, het prettige en comfortabele leven van thuis, er voor zorgen dat ze bepaalde aspecten in hun leven uitstellen. Deze zaken impliceren niet alleen een zekere mate van welvaart (van huis uit) maar ook van opleidingsniveau. Een negentienjarige met een MBO diploma op zak zal zich minder snel overrompeld voelen door de veelheid aan keuzes en kansen omdat deze verder
van
hem
afliggen.
Het
hierdoor
(kunnen)
uitstellen
van
bepaalde
verantwoordelijkheden is minder waarschijnlijk. Dit onderzoek zal zich dan ook richten op de hoog opgeleide Millennial. Hierbij zal de definitie die het Centraal Bureau voor de Statistiek hanteert voor een hogeropgeleide aangehouden worden: een individueel die één van de volgende bezit; de HBO Bachelor of Master of de WO Bachelor, Master of Doctor.64 Het onderzoek wordt anders te breed en de doelstelling van de interviews is niet om naar volledige representativiteit van een generatie te streven, maar om gerichte data te verzamelen en deze
64 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/toelichtingen/alfabet/o/opleidingsniveau3.htm
26
te toetsen aan het literatuuronderzoek. Aangezien het een jonge generatie betreft zullen er Millennials geïnterviewd worden die nog bezig zijn aan een opleiding. Procedure Nadat een Millennial is benaderd door de onderzoeker en zijn toestemming voor deelname heeft gegeven zal een brief verstuurd worden met informatie over het onderzoek, evenals een formulier wat de geïnterviewden van te voren moeten in vullen (zie Bijlage 1, 2 en 3). Hierna zal nogmaals een brief gestuurd worden met de bevestiging van de afspraak (zie Bijlage 4). De interviews zullen plaatsnemen in een ruimte naar keuze van de geïnterviewde en zullen worden geregistreerd door middel van geluidsopnames. De keuze voor het gebruik van enkel audioapparatuur is gebaseerd op de training “Oral History Interviewtechnieken”. Hierbij gaf
oral historian Annegriet Wietsma aan dat de keuze voor het filmen van het interview sommige geïnterviewden kan intimideren. De nabijheid van een camera zorgt er voor dat de geïnterviewde zich steeds bewust blijft van de opname, wat de vrijheid van spreken zou kunnen belemmeren. Om dit te vermijden zal enkel gebruik gemaakt worden van audioapparatuur. Na afloop van het interview zal een laatste brief verstuurd worden om te bedanken voor de deelname (zie Bijlage 5).
Inhoud en vorm Op basis van het literatuuronderzoek is een themalijst voor de interviews opgesteld die als leidraad zal dienen tijdens het interview. Door het gebruik van deze thema’s is het interview semigestructureerd van vorm. De vragenlijst is inhoudelijk opgesteld aan de hand van de literatuur, en heeft een chronologische structuur waarbij eerst het verleden, vervolgens het heden en daarna de toekomst van de geïnterviewde aan bod komt. Het interview zal opgedeeld worden in twee delen die corresponderen met de twee deelvragen (zie Bijlage 6). In het eerste deel zal het verleden van de Millennial en zijn omgang hiermee worden besproken waarbij de thema’s “Het persoonlijk verleden”, “Identiteit” en “Het collectief geheugen” aan bod zullen komen. Bij het bespreken van het thema “Het collectief geheugen” zal de geïnterviewde een overzicht van culturele ijkpunten gepresenteerd krijgen (zie Bijlage 7). Deze ijkpunten zijn gebeurtenissen waar vandaag de dag nog steeds veel aandacht aan wordt besteed in de media en de literatuur. De geïnterviewde zal gevraagd worden de lijst door te nemen en te vertellen welke betekenis de ijkpunten voor hem hebben. 27
In het tweede gedeelte van het interview staat het zelfbeeld van de Millennial, zijn beeld van de toekomst en zijn verhouding tot het verleden centraal. De thema’s die hierbij aan bod komen zijn “Het heden”, “Generatie” en “De toekomst”. Waar in het eerste deel van het interview de geïnterviewde grotendeels alleen aan het woord is, is dit het moment waarop de onderzoeker zal doorvragen naar achterliggende connecties. Er zal bij deze thema’s gevraagd worden naar hoe de geïnterviewde deze nu ervaart en hoe dit vroeger was. Hierbij zal de nadruk vooral liggen op de verklaringen die de geïnterviewde geeft voor eventuele veranderingen. Data analyse De bespreking en analyse van de interviews zal als volgt gebeuren. Elke geïnterviewde zal bekend staan als Millennial (volgnummer). De pilot staat bekend als Millennial A. De interviews zullen worden geregistreerd door middel van geluidsopnames en vervolgens uitgetypt en gecodeerd. Het coderen van de interviews heeft op twee verschillende momenten tijdens het onderzoek plaatsgevonden. Op basis van het literatuuronderzoek zijn thema’s en codes vastgesteld. Deze zijn vervolgens gekoppeld aan wat de geïnterviewde vertelde in de pilot. De verzamelde data is per deelvraag opgedeeld in de verschillende thema’s, en de reacties binnen deze thema’s gecodeerd. Na de pilot is bepaald of de ontwikkelde thema’s en codes de verzamelde gegevens voldoende dekken, en zijn er nieuwe codes gecreëerd daar waar de verzamelde data daar aanleiding toe gaf (zie Bijlage 8). Op basis van uiteindelijke thema’s en codes is er voor de twee interviews per thema een vergelijking gemaakt tussen de reacties van de geïnterviewden. Deze vergelijking, samen met nieuwe inzichten, zijn ten slotte gekoppeld en geanalyseerd aan de hand van het literatuuronderzoek en de opgestelde hypotheses.
4.2
De pilot
De pilot betrof een vrouwelijke geïnterviewde (Millennial A). Geboren in 1988 in Made, Noord Brabant. Ze groeide hier als enigs kind op en verhuisde in 2007 naar Nijmegen. Ze is begonnen aan de studie Geneeskunde maar is hier na een jaar mee gestopt. In 2012 heeft ze de studie Engelse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit afgerond en is momenteel 28
bezig aan de Educatieve Master Engels aan de Radboud Docenten Academie. Millennial A is nog steeds woonachtig in Nijmegen en woont hier samen met haar vriend. Deelvraag 1: Hoe wordt het verleden door Millennials begrepen en ervaren? Millennial A heeft haar jeugd doorgebracht in klein dorp. Ze woonde in groot huis met vooren achter tuin en had een grote slaapkamer voor zichzelf. Beide ouders werkten tijdens haar periode op de basisschool, dit hield in dat ze voor- en na schooltijd naar een oppas in de buurt ging. Ze woonde in een buurt die begin jaren zeventig gebouwd is waar veel gezinnen met jonge kinderen woonden. Millennial A trok veel met deze kinderen, voornamelijk jongens, op en samen met deze groep leeftijdsgenoten was ze na school voornamelijk buiten te vinden. “Ik was een echt buitenkind”. In de zomer volgde ze zwemlessen bij het zwembad in de buurt. Hierbij werd elke zwemdiploma groots gevierd thuis. Ook nam ze deel aan andere sporten waaronder judo. Op zevenjarige leeftijd won ze een beker in de streekcompetitie waar ze erg trots op was. Niet in het minst omdat ze sterk was in vergelijking met andere meisjes.
“Ik was altijd een beetje een ‘rauwdouwer’ om het maar zo te zeggen, ik was voornamelijk met jongens en dat ging allemaal niet echt zachtzinnig.” Ze had het gevoel dat ze zich moest bewijzen ten opzichte van de jongens en die meisjes waar ze niets mee had. Uit haar verhalen komt naar voren dat dit een belangrijk aspect geweest is in relatie tot haar identiteitsvorming. Ze wees regelmatig gedurende het interview terug naar zichzelf als “rauwdouwer” en kiest er duidelijk voor om dit aspect van haar identiteit uit het verleden in het heden te etaleren. Millennial A heeft positieve herinneringen aan haar jeugd. Er werd veel tijd met haar door gebracht en met haar gesproken. Ze werd door haar ouders gestimuleerd om aan buitenschoolse culturele, dan wel sportieve activiteiten te deelnemen. Ze kreeg mooie kleren en speelgoed. Zowel haar vader als moeder kwamen uit grote naoorlogse gezinnen waar zuinigheid hoogtij vierde. Ze zijn echter beiden gaan studeren en beschikten tijdens de jeugd van Millennial A over de financiële middelen om, naar de woorden van Millennial A, een zeer comfortabel leven te leiden. Tegelijkertijd benadrukt Millennial A dat haar ouders haar wel altijd als kind bewust hebben gemaakt van het feit dat die luxe niet vanzelfsprekend was.
“Ik kreeg ook echt niet alles wat ik wilde hebben, zelfs niet als enig kind.” Haar beeld van vroeger bestaat grotendeels uit de tijd die ze met haar grootouders doorbracht, toen deze alle vier nog in leven waren. Dit was de periode voordat ze aan de 29
basisschool begon, Millennial A noemt dit zelf haar vroegste herinneringen. Herinneringen die ze nu koestert, omdat ze niet lang daarna kwamen te overlijden. Wat later in het interview komt naar voren dat deze herinneringen ook belangrijk voor haar zijn omdat er in haar eigen gezin weinig over vroeger gesproken werd. Ze gaf aan pas rond haar negentiende hierover met haar moeder gesproken te hebben waarna ze er achter kwam dat de omgang van met name haar moeder met haar ouders nogal moeizaam was geweest. Deze hadden hun dochter opgevoed met het idee dat vrouwen hard moesten werken en gehoorzamen, terwijl de mannen mochten doen en laten wat ze wilden. De moeder van Millennial A heeft ervoor gezorgd dat dit niet dezelfde boodschap was die zij haar dochter doorgaf. “Dat was de
insteek van mijn oma en opa, vrouwen moesten van kleins af aan wennen aan hard werken want dat moet je later bij je man ook ( …) ik denk dat ze heel bewust tijd met mij heeft willen door brengen en tijd wilde besteden aan hoe ik over dingen dacht en over dingen praatte. Ik denk niet dat mijn moeder blij was met hoe ze is behandeld en wilde dit anders voor mij.” Bij het bekijken van de lijst met culturele ijkpunten gaf ze allereerst aan dat ze bij de meeste ijkpunten pas op de middelbare school en tijdens haar studie voor zichzelf betekenis heeft kunnen geven aan wat er gebeurd is. Hierna vertelde ze dat ze de eerste ijkpunten niet bewust heeft meegemaakt (de Tweede Wereldoorlog tot aan de val van de Berlijnse Muur) maar dat die wel een rol spelen in haar eigen verleden. Deze rol bestaat uit persoonlijke herinneringen aan jaarlijkse herdenkingen, gesprekken van haar ouders en wat ze mee kreeg van het nieuws. Deze herinneringen hebben een indruk op haar achter gelaten, en zijn volgens haar blijvend in de zin dat zij het herdenken van deze gebeurtenissen vandaag de dag belangrijk vind. “Dat
we dat levend blijven houden, zeker nu, nu zoveel delen van de wereld in puin liggen. Een waarschuwing … en ook wel een positieve herinnering. Dat we er wel uit kunnen komen.” Wat ze volledig via de televisie heeft meegekregen en enorme indruk op haar gemaakt heeft was de zaak Dutroux. Marc Dutroux werd op 13 augustus 1996 (Millennial A was toen acht jaar oud) gearresteerd voor de ontvoering van zes meisjes waarvan slechts twee het overleefden. “Ik zag dat allemaal op het nieuws en had daar heel sterke eigen belevingen bij
… dat ik ook bang was dat het met mij of bij mij in buurt zou kunnen gebeuren. Ik vond het nogal heftig. Dat was toen heel veel op het nieuws met ook veel gerelateerde items erbij, er was ook zo’n andere man die zich had verstopt in de opslagruimte van de gymzaal en daarna leerlingen had neergestoken. Ik heb daar niet van kunnen slapen en veel lange gesprekken 30
met mijn moeder gehad.” Hier voegt ze na enige tijd nog aan toe dat dit achteraf gezien misschien het moment was waarop ze zich realiseerde dat er ook minder fijne dingen gebeurden in de wereld waar ze niet altijd beschermd voor zou kunnen worden door haar ouders en leraren. Deelvraag 2: Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst? Millennial A is momenteel redelijk tevreden met haar leven als ze kijkt naar de mensen waar ze zich mee omringt. Waar ze niet tevreden mee is, en zich zorgen over maakt, is hoe het verder moet als ze afgestudeerd is. Ze koppelt haar ontevredenheid in het heden aan haar verleden door te wijzen op de mogelijkheden die haar vroeger voorgehouden zijn die inmiddels niet helemaal lijken te kloppen. “We zijn opgegroeid en er zijn ons idealen, dingen
en kansen voorgehouden die voor ons niet haalbaar zijn, op dit moment. We zijn opgevoed met die idealen en met die input op de wereld gezet, en dan zit je daar met zoveel dat van je verwacht wordt en van alles wat allemaal zou kunnen, maar dat kan gewoonweg niet nu.” Ze wijst hierna naar twee verschillende economische klimaten, de periode van waarin ze is opgegroeid en het gedachtegoed dat hierbij hoorde, en het klimaat waarin ze zich nu als afgestudeerde bevind. Opleiders en opvoeders hebben haar tijdens haar jeugd de boodschap meegegeven: “je kan alles en alles is mogelijk als je maar gestudeerd hebt”, en dat is volgens Millennial A momenteel niet het geval. Later in het interview noemt ze het “de grote leugen”. Nadat ze de studie Engelse Taal en Cultuur had afgerond vond ze geen aansluiting op de arbeidsmarkt en besloot “iets praktisch”, de lerarenopleiding te gaan doen. Millennial A wijst hierbij naar de eerder gedane uitspraak: het is dus helemaal niet waar dat alles mogelijk is als je een Master diploma hebt. Ze geeft aan dat als ze voordat ze aan de universiteit ging studeren geweten had dat het niet automatisch zou leiden tot een geweldige baan ze wellicht andere keuzes gemaakt had. “Ik had ook een HBO- studie kunnen doen,
dan was ik niet alleen sneller klaar geweest maar dan had ik nu naar alle waarschijnlijkheid meer werk- en stage- ervaring … dan was het nu misschien minder benauwd geweest dan met een WO Master maar zonder ervaring”. Niet alleen wat de keuze tussen HBO en WO betreft had ze misschien iets anders gekozen, ook wat de soort opleiding betrof. Millennial A heeft bewust haar studie Geneeskunde na een jaar stopgezet. Ze had op dat moment het gevoel dat ze teveel afging op wat haar opleiders haar aan het eind van de middelbare school 31
vertelden: “ga een Beta studie volgen en veel geld verdienen”. Ze voelde zich niet prettig en vroeg zich af of ze een goede dokter zou worden als haar hart er niet bij lag. Hieruit is ze tot de beslissing gekomen om te stoppen en om iets te doen wat ze leuk vond en waar ze zich prettig bij voelde. Inmiddels twijfelt ze aan deze keuze: “ik had beter na moeten denken over wat een
reëel beroep was. Ik ben nu iets gaan studeren omdat het iets was wat ik leuk vond.” Haar ontevredenheid over de voorgehouden kansen en idealen in vergelijking met de realiteit ziet zij als datgene wat haar verbind met leeftijdsgenoten. Ze is omringd door studiegenoten die met dezelfde problemen als haar zitten. Een masterdiploma op zak, maar geen mogelijkheid tot een baan omdat ze er enerzijds simpelweg niet zijn en anderzijds vragen om mensen met ervaring. “Ik voel mij daardoor echt wel een product van de tijd waarin ik
geboren en opgegroeid ben, en zie dat ook bij veel mensen om mij heen.” Ze voelt zich hierdoor op zesentwintig jarige leeftijd al onderdeel van een generatie. Millennial A geeft ook aan vaak artikelen te lezen of afbeeldingen te bekijken over de Millennials en de jaren tachtig en negentig op socialmedia sites zoals Facebook, Pinterest en 9GAG. Ze kan zich vaak vinden in de beschreven karakteristieken en vind het leuk om dingen uit de jaren tachtig en negentig terug te zien die ze alweer vergeten is. Ze is echter niet nostalgisch naar die tijd, maar vind het simpelweg fijn om zich op een grappige manier ergens in te kunnen herkennen en dit te delen met leeftijdsgenoten. Haar toekomstbeeld is onzeker. Millennial A weet niet wat ze wilt gaan doen, waar ze dit wil doen en of ze überhaupt in Nederland wilt blijven wonen. Ze kijkt niet ver vooruit; haar voornaamste prioriteit is momenteel het afronden van de lerarenopleiding en het zichzelf financieel kunnen onderhouden. Ze denkt wel na over wat ze gedaan wil hebben in haar leven maar doet dit op een andere manier dan dat ze dit vroeger deed. Toen wilde ze aan een bepaald ideaalbeeld voldoen, wat onder andere naar een ontwikkelingsland gaan en daar mensen helpen inhield. “Toen ik op de middelbare school zat wilde ik dat ook allemaal, wij
allemaal! Reizen en mensen helpen want dat konden wij en dat is maatschappelijke betrokkenheid. Een ideaalbeeld vanuit de maatschappij, of ja ik weet niet precies wie dat ideaal voorschrijft. Ik wil nu zelf nadenken over wat ik wil doen en wat mijn dromen zijn, ook al zijn deze misschien klein in de ogen van de maatschappij.” Het afzetten tegen de idealen en verwachtingen van haar verleden is een terugkerend thema want ook hier wijst ze 32
naar (sociale) verwachtingen die aan de Millennial gesteld worden, die zij enerzijds niet kanen anderzijds niet wil- waarmaken. Ze heeft haar dromen momenteel kleiner gemaakt, maar droomt nog wel. Er zijn een aantal dingen die ze wil zien en gedaan wilt hebben voordat ze aan de door haar benoemde “andere fase”zal gaan beginnen. Ze benoemt bij de omschrijving van deze “andere fase” enkele rites de passage van volwassenheid, zoals het kopen van een huis en het krijgen van kinderen. Hier is ze momenteel nog niet klaar voor en heeft ook geen duidelijk beeld bij wanneer ze dit wel zal zijn. Ze plaatst geen leeftijd bij de “andere fase” en ziet het ook niet als “volwassen worden” maar eerder als een fase met meer verantwoordelijkheden waar ze niet perse tegen op kijkt maar die wel pas in wilt gaan als ze er klaar voor is. Hierbij aangevend dat ze het betreden van die andere fase als een keuze ziet. “Ik kan dat natuurlijk net zo lang uitstellen als ik zelf
wil op dit moment (…) ik ga het gewoon doen wanneer ik vind dat ik er aan toe ben”.
33
5.1 Resultaten interviews
Hoe wordt het verleden door Millennials begrepen en ervaren? De resultaten van de twee interviews met betrekking tot de eerste deelvraag zullen hieronder per geïnterviewde beschreven worden waarna een analyse zal volgen. Het resultaat van de pilot zal hierin ook meegenomen worden.
Interview met Millennial 1 Millennial 1 is een man van 32, geboren in 1982 in Velp, Gelderland. Hij is enig kind en is opgegroeid in Arnhem waar hij tot zijn tiende gewoond heeft. Hierna verhuisden ze naar Velp. Na de middelbare school is hij in 2000 in Utrecht Informatica gaan studeren. Nadat hij deze opleiding heeft afgerond is hij naar Nijmegen verhuisd om hier de studie Bedrijfswetenschappen
af
te
ronden.
Inmiddels
is
hij
werkzaam
als
Adviseur
Informatievoorziening bij Provincie Gelderland en woont tijdelijk bij zijn ouders in huis. Millennial 1 is opgegroeid in een rustige buitenwijk in Arnhem waar hij met zijn ouders in een huis gelegen op een heuvel woonde. Hij was als kind veel buiten te vinden met vriendjes in de buurt en van school. Zijn vader werkte en zijn moeder is gestopt met werken vlak voordat hij geboren was. Zij was dan ook altijd thuis als hij tussen de middag naar huis ging. Hij geeft aan nooit veel interesse gehad te hebben in sportieve activiteiten, hij zocht (en vond) zijn zingeving bij zijn resultaten op school. Millennial 1 ging altijd met plezier naar school. “Op school deed ik altijd goed mijn best. Ik was altijd eigenlijk wel de beste van de klas daar.
Dat was altijd wel op de basisschool, het ging me heel gemakkelijk af. Eigenlijk met twee vingers in de neus heb ik dat gehaald.” Als hij niet met vriendjes buiten was speelde hij ’s avonds bordspelletjes met zijn ouders en ze keken ze samen naar televisie. Bij het spreken over zijn dagelijks leven als kind legt Millennial 1 vaak de vergelijking met heden en wat er sindsdien veranderd is. Een sprekend voorbeeld hiervan is zijn reflectie op het televisiegebruik binnen zijn gezin. Hierover zegt hij: “Wat wel bijzonder is, wij hadden nooit kabeltelevisie.
Dus we hadden altijd Nederland 1, 2 en 3. Duitsland 1,2 en 3. En daar deed je het dan mee. 34
Dat is toch niet voor te stellen.” Hij voegt hier aan toe dat er ook duidelijke regels waren over de hoeveelheid televisie en het soort programma wat hij mocht kijken. Millennial 1 had (en heeft) een hechte band met zijn ouders. Er werd thuis altijd veel gesproken over wat hij mee gemaakt had en waar hij over nadacht. Zijn ouders stelden hem regels maar legden deze altijd aan hem uit. Hij geeft aan dat zijn beeld van vroeger aan fases gebonden is en dat deze fases voor hem chronologisch afgebakende tijdseenheden vormen. De tijd in Arnhem tot hij naar Velp verhuisde (Millennial 1 zat toen in groep 7) ziet hij als de eerste afgebakende tijdseenheid, zijn middelbare school periode als de tweede. Samen vormen deze twee eenheden voor hem zijn verleden. “Als ik aan vroeger denk dan is dat toch wel de basisschool en de middelbare
school. Het gekke is als ik bijvoorbeeld aan de universiteit denk, toen ik daar aan begon, dat is ook al wel tien of twaalf jaar geleden, dat zie ik nog niet als vroeger. Vroeger houdt wel een beetje op bij het jaar 2000. Eind middelbare school, dat is nog wel vroeger.” Bij het spreken over de basisschool en de middelbare school geeft Millennial 1 aan dat hij als kind en puber last heeft ondervonden aan zijn eigen prestatiedrang. “Ik ben altijd erg bezig
geweest met hoge cijfers halen, en dit heeft in sommige periodes geleid tot dwangneuroses… denk je ik moet nu drie keer de deur vastpakken want anders gaat het morgen niet goed.” Hij heeft deze zelf betitelde schaduwkant van zijn succes op school grotendeels voor zijn ouders verborgen gehouden. De prestatiedrang is hem niet opgelegd door ouders of opvoeders, hij werd hier desondanks wel door hen in gestimuleerd. “Ik kreeg dan thuis extra
sommen of taakjes, dat deed ik dan gewoon en dat ging me altijd goed af. Ik kreeg ook puzzels en dingen als een rubiks kubus enzo … dat vond ik altijd geweldig.” Ook maakte het hem weinig uit wat zijn klasgenoten voor cijfers haalden of van hem vonden, het was iets wat hij zichzelf had opgelegd. Ondanks het feit dat zijn prestatiedrang bleef aanhouden toen hij ging studeren ebden de neuroses langzaam weg. Ondanks hier veel stress van ondervonden te hebben heeft de prestatiedrang ook positieve gevolgen gehad. Millennial 1 is trots op zichzelf en zijn academische prestaties, en wijst continu naar zijn vroege nauwkeurige werkhouding in relatie tot zijn succes in het heden. Bij het bekijken van de lijst met culturele ijkpunten is het opvallend dat hij over elke gebeurtenis uitvoerig vertelt en hierbij zijn herinneringen aan zijn leefwereld centraal staan. 35
Zo herinnert hij zich dat er veel over de ramp in Tsjernobyl gesproken werd, en je geen sla of geen erwten mocht eten. Toen hij acht jaar oud was viel de Berlijnse Muur. Niet alleen volgde hij dit samen met zijn ouders op televisie en sprak er met hun over, hij was er ook zelf mee bezig als hij op zijn kamer zat. “Ik had altijd als hobby atlassen en kaarten. Ik zag
altijd heel veel van die kaarten dus ook het IJzeren Gordijn, Warschau Pact en dat soort dingen. En dat was er dan opeens niet meer. Er was geen West- en Oost-Duitsland, dat was nu één. Daar was ik toen wel echt bewust mee bezig.” Toen de Bijlmerramp gebeurde was hij aan het wandelen met zijn ouders, de moord van Pim Fortuyn koppelt hij aan een heel negatieve sfeer op de hardcore feesten die hij toen bezocht, tijdens de invoering van de euro bezorgde hij tijdschriften en wisten mensen niet hoe ze hem moesten betalen. Millennial 1 zegt: “Ik heb dat sowieso wel sterk dat ik dat soort gebeurtenissen link aan bepaalde zaken,
ik kan me nog precies herinneren wat ik die dag ging doen. Bij wijze van spreken wat voor T-shirt ik aanhad. Hoe de setting was op zo'n dag, welke mensen waren er, hoe voelde ik me. Het is meer dat die gebeurtenissen een soort trigger zijn, een soort ankerpunt is in je hoofd om aan een bepaald tijd terug te denken.” De opkomst en het gebruik van internet is volgens Millennial 1 definiërend geweest voor deze generatie, en voor hem in het bijzonder. “Opeens hoef je niet meer ergens in een
boek in de bibliotheek iets op te zoeken, je kunt alles met een druk op de knop opzoeken.” Nadat hij het deuntje van de inbelmodem van de jaren negentig heeft nagedaan zegt hij dat hij zich het leven zonder internet en de bijbehorende communicatiemogelijkheden niet meer kan voorstellen. Ondanks dat hij aangeeft dat dit soort technologische veranderingen ons leven makkelijker hebben gemaakt vind hij wel dat er meer van je verwacht wordt. “Ik denk
dat de technologie er wel voor heeft gezorgd dat de productie heel veel sneller wordt. Het is niet zo dat er nu doordat we al die technologie hebben nu minder van ons geëist wordt. Ik denk dat er meer geëist wordt. Nu moet je nog sneller antwoord kunnen geven, nog meer kunnen doen.” Interview met Millennial 2 Millennial 2 is een vrouw van 22, geboren op 31 oktober 1991 in Breda. Ze heeft een jonger broertje en is opgegroeid in Gilze en Rijen te Noord-Brabant. Hier heeft ze met haar gezin altijd in hetzelfde huis gewoond, haar ouders wonen hier dan ook nog steeds. Na de middelbare school heeft ze de opleiding Grafische Vormgeving voltooid aan SintLucas in 36
Boxtel. Momenteel is ze bezig aan de bacheloropleiding Food Design & Innovation aan de Hogeschool in Den Bosch (HAS) en woont ook in Den Bosch. Millennial 2 is opgegroeid in een fijne buurt waar veel kinderen woonden. “Een goede plek
om op te groeien als kind.” Ze geeft aan dat ze altijd buiten was als kind, aan het voetballen, slagballen, en hutten bouwen met de jongens uit de buurt. Millennial 2 benadrukt tijdens het interview vaak dat ze hierin anders was dan de meisjes die bij haar in de buurt woonden. Die hielden zich bezig met Barbie poppen, wilden niet mee voetballen en al zeker geen kattenkwaad uithalen. Het verschil tussen haar en de meisjes uit de buurt lijkt een wezenlijk onderdeel te zijn gaan vormen in hoe zij in het heden naar zichzelf kijkt. Later in het interview refereert ze aan zichzelf als “geen meisje-meisje”. Haar ouders werkten allebei, tussen de middag en na schooltijd gingen zij en haar broertje naar een oppas. Ze heeft dit nooit als storend ervaren, de oppas beschouwt ze nog steeds als een tweede oma en vond het als kind heerlijk daar te zijn. Ze vond het daarnaast nooit vervelend dat haar ouders vaak weg waren want ze geeft aan nooit aandacht tekort gekomen te zijn. Eenmaal weer binnen van het buiten spelen keken ze als gezin televisie maar was ze meestal op zichzelf, aan het knutselen of spelletjes aan het spelen op de computer. Vroeger is voor haar moeilijk te benoemen. “Ik vind dat lastig, vroeger. Vroeger is zoveel,
maar nog niet echt voor mij al, denk ik.” Er is geen leeftijd of fase waar ze dit begrip voor zichzelf aan koppelt en ze kon ook geen beeld of sterke herinnering produceren. Verderop in het interview gebruikt ze de term ‘vroeger’ om te beschrijven wat ze in een bepaalde periode deed, hieruit bleek uiteindelijk dat de jaren voor de basisschool en de eerste jaren op de basisschool het beste passen bij haar beeld van vroeger. Desondanks geeft ze aan dat dit niet veel voor haar betekent. Millennial 2 had als een kind een goede band met haar vader, de relatie met haar moeder was gecompliceerd. Haar moeder heeft toen ze op de basisschool zat geworsteld met een depressie wat ze thuis vooral bij haar dochter neerlegde. Dit lijkt een diepe indruk te hebben nagelaten op Millennial 2. Ze vertelt het volgende over het karakter van haar moeder: “Ze wil heel veel, ze wilt ook overal haar zegje kunnen doen, ze wilt altijd
leiding nemen. Overal. Al gaat het om de tennisclub. Hup, daar zit ze in de organisatie. Op een gegeven moment stapelt alles op en trekt ze het niet meer. Dan overschat ze zichzelf. En toen trok ze het dus helemaal niet.” Haar moeder had daarnaast een moeizame relatie met 37
haar eigen ouders en drie broers. De grootouders van Millennial 2 kregen op relatief jonge leeftijd te kampen met gezondheidsproblemen. De zorg van de grootouders lag grotendeels op de schouders van de moeder van Millennial 2. Ondanks het feit dat haar drie broers nauwelijks tot niets deden kreeg de moeder van Millennial 2 continu te horen dat ze het niet goed genoeg deed. Over de depressie van haar moeder werd thuis niet gesproken, dit zorgde ervoor dat Millennial 2 zo veel mogelijk tijd buiten of bij vriendjes doorbracht. Het einde van de basisschool en de eerste jaren van de middelbare school stonden voor haar dan ook in het teken van het rebelleren tegen haar ouders en school en het experimenteren met softdrugs. Ze gaf aan dat als gevolg hiervan het advies aan het einde van de brugklas vanuit de school het VMBO was. “Ik kon eigenlijk best goed leren maar had er
gewoon geen zin in. Dus ze zeiden eind eerste jaar ‘ga jij maar lekker VMBO doen, dan komt het wel goed.’ Terwijl ik de jaren daarna echt helemaal niks voor school heb hoeven doen.” Het ging haar na de brugklas dan ook gemakkelijk af en op die leeftijd vond ze dat niet erg. Ook bij het terugkijken heeft ze geen spijt van deze beslissing. Ze geeft aan daardoor juist altijd te hebben kunnen doen wat zij wilde omdat ze geen tijd aan school hoefde te besteden. Haar ouders vonden het jammer dat ze naar het VMBO ging, ze wisten dat ze meer aan kon. Millennial 2 geeft aan dat in die periode haar ouders ondanks hun eigen twijfels hebben geluisterd naar wat de school adviseerde en wat Millennial 2 wilde. Een keuze waarvan ze recentelijk hebben toegegeven spijt van te hebben. Millennial 2 behaalde als vroege leerling vervolgens op vijftienjarige leeftijd het VMBO-diploma en ging hierna naar de HAVO. Nadat ze dit had afgesloten begon ze een opleiding Grafische Vormgeving aan de SintLucas die ze met enorm veel plezier en inspiratie heeft afgerond. Omdat ze vaak de jongste was binnen een groep had ze het idee zich altijd te moeten bewijzen. “Als je gewoon echt het ukkie van de groep bent, het ukkie overal eigenlijk, van
sporten tot school tot wat ik in mijn vrije tijd deed … ik was altijd de jongste. En het enige meisje.” Ze wilde laten zien dat ze iets (goed) kon ondanks haar leeftijd en sekse en voelde de drang om dit anderen te bewijzen. Millennial 2 kan moeilijk aangeven waar die drang vandaan kwam; inmiddels ziet ze het eerder als een karaktereigenschap. Een eigenschap waarvan ze tijdens de reflectie aangeeft dat dit haar veel goeds maar ook veel stress bezorgd heeft, voornamelijk op het gebied van studieprestaties. “Dan denk ik, het is niet goed genoeg,
en dan kan ik mezelf daar helemaal gek mee maken. Dan wil ik meer. Ik kan mezelf wel 38
overschatten daarin.” Opmerkelijk is dat de karakterisering van Millennial 2 en haar moeder gelijkenissen vertonen, maar ze deze overeenkomsten niet zelf benoemt. Ondanks het feit dat beide onderwerpen uitgebreid aan bod zijn gekomen. Bij het bekijken van de lijst met culturele ijkpunten komt ze met twee gebeurtenissen die voor haar betekenis hebben. Haar vader, die geschiedenis heeft gestudeerd, was altijd veel bezig met de Tweede Wereldoorlog. Millennial 2 geeft aan altijd veel verhalen van haar vader te hebben gehoord: “als we op vakantie gingen dan was het net een geschiedenisles.” Ondanks het feit dat haar beide grootouders de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt vertelt Millennial 2 dat hier thuis niet over gesproken werd, er was alleen haar vaders (voornamelijk) academische interesse. De invoering van de euro deed haar denken aan haar opa en oma, die vandaag de dag nog steeds over guldens praten. Ze benadrukt hierbij wel dat tegen de tijd dat ze zelf geld ging uitgeven de euro al ingevoerd was. Beide gebeurtenissen activeren een herinnering bij haar, een herinnering aan haar vader en haar grootouders, maar hebben net als de rest van de lijst geen betekenis voor haar zelf. “Het is niet alsof ik me daarmee bezig
houd. Nee. Helemaal niet. Je krijgt zoveel binnen op één dag! Je weet het donders goed en je krijgt het ook wel mee. Alleen ervaar ik niet echt een impact door dit soort dingen. Ik betrek het niet op mezelf.” 5.2 Comparatieve analyse
Deelvraag 1: Hoe wordt het verleden door Millennials begrepen en ervaren? Het doel was te weten te komen wat deze generatie als vroeger beschouwt, hoe ze zijn opgegroeid en hoe dit hun gevormd heeft. De achterliggende vraag die daarbij gesteld is: kan de Millennial voor zichzelf verbanden leggen tussen het verleden en zijn identiteit? Daarnaast was één van de andere doelstellingen te onderzoeken hoe de verhalen van de Millennial zich verhouden tot de hypothese gebaseerd op het theoretisch kader. Om te beginnen is er de gelukkige jeugd van de Millennial. In alle gevallen kijken ze op een positieve manier terug naar hun jeugd, zelfs Millennial 2 die periodiek wat moeilijkheden met haar moeder heeft ondervonden. Ze woonden alle drie in een buurt met veel kinderen en waren alle drie veel buiten als kind, twee van de geïnterviewden legden hier bijzondere nadruk 39
op. Ze waren daarnaast ook actief als kind en zaten op verschillende lessen en cursussen, hierin aangespoord door hun ouders. Millennial A en Millennial 1 gaven daarnaast aan een goede band te hebben gehad met ouders. Er werd veel met hen gespeeld, gesproken en zaken uitgelegd. Bij Millennial 2 was dit niet altijd het geval, maar ze gaf wel aan zich altijd geliefd te hebben gevoeld. Alle drie de Millennials hebben zich geliefd en bijzonder gevoeld. Materieel gezien kwamen de Millennials vervolgens niets tekort. Bij één werd hier thuis vroeger aandacht aan besteed, dat deze luxe niet vanzelfsprekend was en gewaardeerd moest worden, bij de anderen is later het besef gekomen dat ze een heel comfortabele jeugd hebben gehad. Bij het terugkijken zijn het voornamelijk Millennial A en Millennial 1 die steeds aangeven wat er in hun jeugd anders was dan voor de kinderen van nu, wijzend op de veranderingen in het dagelijks leven van kinderen die ze al eerder voor zichzelf hadden vastgesteld. Deze veranderingen (denk hierbij aan verandering in speelgoed, gebruik van computer en televisie, strenge regels) worden door hen op sommige momenten geromantiseerd. Er is echter geen sprake van nostalgie. Op basis van het literatuuronderzoek werd een zekere mate van nostalgie naar het verleden verwacht. Verkuijten gaf hierbij aan dat het hoge tempo van veranderingen in het leven van de Millennial ervoor zou kunnen zorgen dat ze veel terug kijken naar hun verleden op zoek naar houvast en richting.65 Dit lijkt vooralsnog niet het geval te zijn. Voor Millennial 2 helemaal niet, Millennial A en Millennial 1 beschouwen hun herinneringen wel als belangrijk maar het belang ligt hem in de persoonlijke emotionele connotaties. Ze willen niet terug naar het verleden maar zijn “slechts” blij hun jeugd te hebben beleefd in de tijd en op de manier zoals ze dat gedaan hebben. Opmerkelijk is dat terwijl Millennial A en Millennial 1 hun idee van vroeger koppelen aan voor hun afgebakende fases in hun leven (de tijd waarin alle grootouders nog leefden, de tijd in Arnhem voor de verhuizing en afsluiting middelbare school) de jongste geïnterviewde Millennial zich hier niet echt een helder beeld bij kan vormen. Niet alleen kan ze er moeilijk een leeftijd of fase aan koppelen, het is voor haar niet van belang (op dit moment). Interessant is dat de twee vrouwen die geïnterviewd zijn beiden hun identiteit in het heden sterk relateerden aan het feit dat ze vroeger anders waren dan andere meisjes. Ze gingen 65 Verkuyten, Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij, 14.
40
voornamelijk met jongens om en impliceerden dat de karakteristieken die zij toonden en activiteiten waar ze aan deelnamen eigenlijk niet meisjesachtig was. Er werd met minachting gesproken over blonde meisjes die niet konden slaan of thuis met Barbies zaten te spelen. Beiden vrouwen hebben een drang gehad om zich te bewijzen, de één heeft het inmiddels achter zich gelaten, de ander ziet het nu als een karaktereigenschap die haar positieve en negatieve dingen gebracht heeft. Het is overigens het enige moment waarop Millennial 2 een expliciet verband legt tussen het verleden en haar identiteit in het heden: het feit dat ze vroeger het gevoel heeft gehad zich te moeten bewijzen heeft ervoor gezorgd dat ze zichzelf nu goed kent. Zowel Millennial A als Millennial 2 hebben moeders die een moeizame relatie met hun ouders hebben (gehad) waarin de problematiek omtrent de verhouding tussen man en vrouw in het gezin centraal stond. De positie van de moeders binnen hun ouderlijk gezin, en hun weerstand hiertegen, zou te verklaren kunnen zijn door te kijken naar de generatiecrisis tussen de voor- en naoorlogse generaties beschreven door Righart. Hij stelt dat de generaties in zulke sterk verschillende samenlevingen waren gevormd dat dit effect had op het snelle proces van maatschappelijke veranderingen tijdens de jaren zestig.66 De seksuele revolutie en vrouwenemancipatie van de jaren zestig en zeventig zorgden voor een ethische heroriëntatie binnen de maatschappij. Het traditionele beeld van de vrouw als ondergeschikt aan de man werd langzaamaan verdrongen door het besef dat een vrouw evenveel recht heeft op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing als een man. De moeders van de vrouwelijke Millennials hebben beiden geworsteld met een achtergestelde positie als vrouw, en hebben beiden op eigen wijze getracht dit anders te doen bij hun eigen dochters. Bertaux en Thompson benadrukken hierbij het belang van overdracht en stellen dat wie wij zijn (geworden) wortels heeft in onze familiegeschiedenis en tegelijkertijd van onze familiegeschiedenis verschilt.67 Wellicht heeft een (on-)bewuste vorm van overlevering vanuit de generatie vrouwen die de Millennials vooraf ging ervoor gezorgd dat de vrouwelijke Millennials zich willen afkeren van dat wat als traditioneel vrouwelijk werd gezien. Na twee interviews is dit een uiterst voorzichtige veronderstelling, maar wel één die het waard lijkt verder te onderzoeken.
66 Righart, De eindeloze jaren zestig. Geschiedenis van een generatieconflict, 26. 67 Bertaux en Thompson, Between Generations. Family models, Myths and Memories, 13.
41
Bij de mannelijke Millennial heeft eveneens de drang om zichzelf te bewijzen een belangrijke rol in zijn verleden gespeeld. Hij ondervond als kind en puber veel last van zijn prestatiedrang naar goede cijfers. Inmiddels heeft hij dit geaccepteerd als een deel van zichzelf en heeft er op een voor hem bruikbare manier mee leren omgaan. Evenals Millennial 2 heeft hij de nare kanten van zijn bewijsdrang leren accepteren, en de positieve dingen die het met zich mee brengt leren waarderen. Het is desondanks opmerkelijk dat alle drie Millennials, zij het op verschillende wijze, een druk gevoeld hebben om zich te bewijzen. Ze geven allen aan dat het iets is wat ze zichzelf opgelegd hebben en kan hierdoor slechts een toevallige samenkomst van Millennials met overeenkomende karaktereigenschappen betekenen. Het zou echter ook kunnen wijzen naar de overvloed aan keuzes, kansen en verwachtingen die deze generatie als stressvol zou kunnen ervaren. Niet in het minst omdat deze keuzes, kansen en verwachtingen anders waren voor hun ouders. Door deze nieuwe overvloedigheid zouden ze, in de woorden van Roovers, “zichzelf voorbij haasten.”68 Bij het bespreken van de culturele ijkpunten viel op dat waar deze ijkpunten voor de twee oudere Millennials grotendeels fungeren als identity markers de ijkpunten in het huidige leven van Millennial 2 geen rol van betekenis meer spelen. Dit is voor zowel Millennial A als Millennial 1 wel het geval. De betekenis van deze culturele ijkpunten ligt niet alleen in de persoonlijke herinneringen die ze eraan verbinden, maar ook in de doorwerking in het heden van deze twee. Zoals eerder vermeld zijn herinneringen aan het (praktische) verleden voor de twee oudere Millennials belangrijker dan voor Millennial 2. Millennial 2 krijgt het allemaal wel mee maar betrekt het niet op zichzelf.
68 Hablous en Saris, “Generatie Y na X”, 8.
42
6.1 Resultaten interviews
Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst? De resultaten van de twee interviews met betrekking tot de tweede deelvraag zullen hieronder per geïnterviewde beschreven worden waarna een analyse zal volgen. Het resultaat van de pilot zal hierin ook meegenomen worden.
Interview met Millennial 1 Millennial 1 is tevreden met zijn leven. Het kan volgens hem beter en slechter. “Ik heb
gewoon een leuke baan en een leuk sociaal leven en ga lekker vaak tripjes maken naar Europese steden en naar festivals. Een relatie zou ik wel leuk vinden. Maar dan zou ik wel iemand willen die ook zo’n soort passie voor het reizen of dat soort dingen wel deelt.” Zijn tevredenheid in het heden koppelt hij met name aan zijn gemaakte keuzes uit het verleden. Zo werd hem na het afronden van zijn eerste studie een goedbetaalde baan aangeboden maar hij sloeg deze af om een tweede studie te beginnen. “Ja, omdat ik dan voor mijn gevoel dan
mijn jeugd achter me zou laten ofzo. Ik wilde gewoon lekker verder met genieten en het universiteitsleven. En ik had zoiets van ik kan straks altijd nog dertig jaar gaan werken, of veertig jaar … of weet ik veel hoe lang ik zou moeten werken.” Het ging hem echter niet alleen om het verlengen van zijn studententijd, maar ook om het blijven ontwikkelen. Zijn ouders hebben de eerste studie voor hem betaald maar gaven daarbij al wel aan dat als hij verder wilde studeren hij dit zelf moest betalen. Dit heeft hij dan ook gedaan door naast zijn studie in Nijmegen al bij de Provincie Gelderland aan de slag te gaan, de plaats waar hij nu nog met veel plezier werkt. Het was, in zijn eigen woorden, financieel allemaal te redden als je de behoefte had om verder te studeren. Niet zoals nu. Volgens Millennial 1 is het stukken moeilijker, zo niet onmogelijk voor studenten vandaag de dag om eenzelfde traject te volgen. Hij zegt: “dat is gewoon niet meer te betalen. En er zijn allemaal nieuwe regelingen die
doorstuderen nu enorm belemmeren. Ik vind dat jammer, het is belangrijk dat mensen zich intellectueel kunnen ontwikkelen. En dat hoeft niet per se in vier jaar studie te passen.”
43
Millennial 1 voelt zich op tweeëndertig jarige leeftijd onderdeel van een generatie. Bij het beschrijven van verschillen met de generaties na hem dient hij de het gebruik van het internet en computers een centrale rol toe. “Wij zijn een generatie die nog analoog is opgegroeid, wij
gingen nog buiten hutten bouwen en fietsen enzo. Tegenwoordig zie je dat het vermaak toch wel vooral heel veel met computers is. Het is denk ik een groot verschil in beleving, bewust altijd bepaalde zaken hebben gehad, en ook nog iets daarvoor kennen.” Hij geeft aan dat alles handiger en makkelijker is dankzij technologische vernieuwingen als het internet en mobiele telefoons, maar dat hij blij is te hebben meegemaakt hoe het daarvoor was. Een verschil met de generatie voor hem vind hij dat de Millennials minder beperkingen hebben gehad. “Ik denk dat je vroeger door de sociale klasse en door je zuil werd ingegeven wat je
ging doen. En dat beperkt de bandbreedte qua mogelijkheden. Wij hebben dat niet, het is nou niet dat je alles kan, maar wel dat je veel meer kan dan vroeger.” Hij verwijst verder naar enkele
technologische
vernieuwingen
en
ontwikkelingen
zoals
de
opkomst
van
computerspelletjes, het lopen met een walkman en daarna een discman, het overal kunnen pinnen. Millennial 1 vind het los van de technologische aspecten moeilijk om zijn eigen generatie te definiëren. Wel geeft hij aan meer overeenkomsten te zien met mensen die tussen 1981 en 1989 geboren zijn dan met diegenen die daarna komen, ook al kan hij niet goed uitleggen waarom. “Ik heb niet zozeer het idee dat als ik iemand spreek die nu zestien is dat
we tot dezelfde generatie behoren. Helemaal niet.” Ook vind hij het lastig om een helder beeld te vormen bij de toekomst. Hij geeft aan dat hij op korte termijn wel plannen maakt en droomt, maar kijkt eigenlijk niet verder dan een paar jaar vooruit. “Soms denk je, waar gaat het heen. Mij persoonlijk maar ook de wereld om je
geen. Dan zie je dat er om je heen allerlei dingen heel snel veranderen. Dan denk ik ook wel eens hoe moet ik daarin in verder gaan.” De door hem eerder genoemde grote(re) hoeveelheid aan kansen en mogelijkheden voor deze generatie heeft hij nooit als stressvol of belemmerend ervaren, hij voelde ook geen druk van zijn ouders of opvoeders, maar geeft aan dit wel veel in zijn nabije omgeving terug te zien. Hij noemt hierbij een recent voorbeeld van een vriend van hem die momenteel met een burn-out thuis zit. “Zijn ouders en docenten zeiden altijd
tegen hem alles is mogelijk en je kan alles bereiken als je maar zelf wil. En op een gegeven moment lukte hem dat niet en viel hij in een soort gat. Dat was hoe hij het mij vertelde.”
44
Het was ( en is) bij Millennial 1 eerder zijn eigen perfectionisme wat hem af en toe in de weg stond. Dat, en het feit dat hij niet goed tegen verandering kan, wat het proces van belangrijke keuzes maken enorm kan belemmeren. “Ik houd graag alle opties open. Omdat ik weet dat
bepaalde keuzes hele ingrijpende veranderingen of hele ingrijpende gevolgen kunnen hebben dan houd ik maar de keuzes open.” Net zoals toen hij aan zijn tweede studie begon om de studententijd en het academisch ontwikkelen te verlengen, zit hij nou in een zelfde soort fase. Hij voelt zich prettig en comfortabel en wilt wel meer, maar dat zijn grote beslissingen die hij nu nog niet wil of kan nemen. Hij geeft aan dat hij steeds meer het gevoel heeft te botsen met zijn omgeving, en noemt hierbij als voorbeeld het plannen van een reis in de zomervakantie met zijn vrienden. Millennial 1 staat klaar om een maand naar Spanje te gaan, en waar dit voorheen binnen een week geregeld was moeten er nu maanden aan planning overheen gaan omdat mensen kinderen hebben gekregen, of geen zin meer hebben, of een enorm drukke baan hebben, of al honderden andere dingen gepland hebben. Dat vindt hij lastig, dat het niet meer is zoals een paar jaar terug. “Ik wil niet dat het veranderd want het
geeft me zoveel voldoening, dat reizen en de gezelligheid en samen zijn met mijn vrienden. Ik zou dat gewoon nog allemaal een beetje willen oprekken.” Bij de vraag of hij nostalgisch is naar die paar jaar terug toen iedereen wel in de auto kon springen, of naar andere fases van zijn levend reageert hij instemmend: “Ik ben sowieso wel nostalgisch. Ik romantiseer dat
soort dingen altijd heel erg, soms meer dan dat ze eigenlijk waren. Dan denk ik wel eens aan vriendschappen of tijden en dan denk ik was het maar weer zo… Terwijl het misschien toen ook gewoon leuk was maar niet zo geweldig als dat je het soms in je hoofd weer terughaalt.” Ondanks het feit dat hij graag achteruit kijkt zegt hij niet in het verleden te leven. Hij is van mening dat je ook nieuwe geschiedenis moet opbouwen, als je alleen maar oude verhalen ophaalt dan is het op een gegeven moment ook alleen maar hetzelfde. “Je moet wel nieuwe
dingen beleven en meemaken. Nieuwe herinneringen maken. Keuzes durven maken. Daar ga ik mee aan de slag.” Interview met Millennial 2 Ook Millennial 2 geeft aan tevreden te zijn. Met name met haar woonruimte, en de daarbij horende zelfstandigheid. Ze woont voor het eerst alleen en vind het heerlijk om niet meer afhankelijk te zijn van anderen, of dit nu ouders, huisgenoten of vrienden zijn. Het gaat op de opleiding ook goed, ook al geeft ze wel aan niet zoveel zin meer te hebben. Ze staat achter 45
haar gemaakte keuzes en geeft aan dat vooral de opleiding aan de SintLucas een geweldige periode uit haar leven was. “Zoveel kansen en zoveel gave projecten waar je zoveel mee kon,
echt goede begeleiding ook. Ik voelde me daar enorm op mijn gemak en vond het super leuk. Dat mis ik allemaal op deze studie wel.” Haar keuze voor SintLucas was al vrij snel gemaakt, zodra ze met de middelbare school begon wist ze dat ze iets creatiefs wilde gaan doen. Ze geeft aan dat ze denkt dat dit proces wel anders is voor de generaties na haar. “Ik denk eerlijk
gezegd dat het steeds meer ‘gewoon maar iets doen’ wordt. Dit merkte ik bij de jongeren op SintLucas, die hadden zoiets van ‘ik wist eigenlijk niet wat ik moest doen, en ik ben wel een beetje creatief dus dan ga ik dit maar doen’. Niet echt een bewuste keuze om je met vormgeving of met media en technologie bezig te houden dus.” Millennial 2 wijst ook naar het enorm gevarieerde aanbod van studies en opleidingen. Toen ze de periode op SintLucas had afgesloten wist ze het even niet, de mogelijkheden leken eindeloos. Ze is een fotografieopleiding begonnen maar vond dat helemaal niet leuk en is er per direct mee gestopt. Hier gaan volgens Millennial 2 jongeren vandaag de dag vaak de mist in: “het
stomme is dat heel veel mensen tegenwoordig maar blijven doorsukkelen, en dan pas in het derde jaar ofzo zeggen ‘ik stop ermee’. Ja, dan heb je een probleem. Durf toch gewoon te zeggen als je iets niet leuk vind!” Millennial 2 voelt zich geen onderdeel van een generatie. Ze geeft aan dat ze denkt dat dit komt omdat ze al vanaf vroege leeftijd veel met mensen optrok die ouder dan haar waren. Het enige wat ze noemt is dat ze wel een duidelijk verschil ziet tussen mensen die meer dan vijf jaar jonger dan haar zijn, door Millennial 2 als de “iPhone generatie” betitelt. Ze zegt: “Ik weet niet of ik ergens bij hoor eerlijk gezegd.” Ze geeft aan hier ook geen behoefte aan te hebben. Toen ze op de middelbare school zat, toen was het volgens haar van belang om ergens bij te horen. “Je hebt dan veel meer behoefte om je ergens aan vast te
houden en om ergens bij te horen. Als je op een gegeven moment je eigen ding hebt gevonden dan maakt dat toch helemaal niet meer uit.” Millennial 2 is voor haar studie zelf erg veel op de computer bezig en zij verwelkomt elke technologische vernieuwing op dit gebied dan ook met open armen. Ze is enthousiast over de mogelijkheden die de vernieuwingen zullen bieden, in het bijzonder voor haar vakgebied. “Over vijf jaar kunnen
we eten printen! Dat vind ik echt ‘huge’… Voor mij is dat belangrijk, om daar van op te hoogte te zijn.” De wereld verliest ook een stukje puurheid, vind Millennial 2, zeker op het 46
gebied van communicatie, maar ze is van mening dat we ons hierdoor niet moeten laten afschrikken. Irritaties en miscommunicaties zullen blijven bestaan maar ze ziet dit niet als iets wat enkel van deze tijd is. Wel vind ze het beangstigend om te zien hoe mensen niet meer zonder hun telefoon lijken te kunnen. Ze vindt het heerlijk om zich af en toe te kunnen afsluiten van communicatiemiddelen. “Zolang die keuze mogelijkheid er blijft, zolang ik kan
kiezen om iets uit te zetten of ergens niet naar te kijken, ben ik er helemaal voor.” Millennial 2 vind het daarbij ook jammer als ze kinderen van zes met een telefoon bezig ziet in plaats van een bal, en geeft aan blij te zijn om zonder deze technologie te zijn opgegroeid. Ze is van mening dat kinderen van nu hierdoor minder goed in staat zijn sociale intelligentie te ontwikkelen. “Wat is een gesprek via de telefoon of een venster op je computer nou echt
waard als je iemand niet aan kan kijken, of een stem kan horen. Of aan kan raken. ‘Haha’ lezen op een scherm is iets heel anders dan iemand echt zien lachen.”Er waren bij haar thuis dan ook heldere regels over het gebruik van de televisie, telefoon en later de computer. Uiteindelijk komt ze toch voor zichzelf tot een conclusie over wat deze generatie bindt. “Ik
denk dat de mensen van mijn leeftijd dat allemaal wel hebben gehad, die hebben een beetje van ‘both worlds’ gehad. Toen ik jong was hadden we geen computer, dus kon je niets anders doen dan buiten spelen. Nu is die keuze er, en ja wat denk je dat kinderen kiezen.” Haar beeld van de toekomst is positief. Ze geeft aan dat er binnen haar leefwereld op korte termijn veel zal gaan veranderen. Ze geeft hierbij als voorbeeld de ontwikkelingen op het gebied van 3D printen, en kijkt uit naar het moment dat fastfoodketens de eerste 3D hamburger zullen gaan printen. Ze staat open voor alle veranderingen, zolang er nog de mogelijkheid is tot een keuze. “Zolang je maar zelf kan kiezen of je alles op die bepaalde
manier aan gaat pakken, of toch een hamburger in de pan wil bakken… zolang je die keuze blijft hebben is het prima.” Over haar eigen toekomst kan ze nog weinig zeggen. Ze weet nog niet of ze kinderen wilt, waar ze terecht komt, wat voor werk ze zal gaan doen en of ze in Nederland zal blijven wonen. “Ik probeer er eigenlijk niet al teveel over na te denken. Ik
denk dat als je jezelf vast gaat pinnen op iets, op een bepaalde richting, je andere mogelijkheden zal missen.” Ondanks dat ze niet goed weet wat voor werk ze wilt gaan doen, weet ze wel in wat voor werksfeer ze terecht wilt komen. Geen ‘ouderwetse’ baas boven baas hiërarchie, maar een plek waar mensen samen werken in een plezierige omgeving. “Ik wil
gewoon iets doen wat ik leuk vindt, in een omgeving waarin ik mij thuis voel en mijn ei kwijt kan.” 47
6.2 Comparatieve analyse
Deelvraag 2: Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst? Onderzocht is op welke wijze de Millennials zich in het heden presenteren en welk beeld ze hebben van (zichzelf en als generatie in de) toekomst. De doelstelling was om na te gaan of de Millennials in staat zijn verbanden te leggen tussen het verleden, het heden en de toekomst, en welke invloed het wel of niet kunnen leggen van deze verbinding heeft op hun identiteitsconstructie. De mate van tevredenheid over het leven van de Millennials verschilt, desondanks is geen van drieën momenteel ongelukkig. Alle drie betrekken ze hun verleden en de door hun gemaakt keuzes in het verleden bij evaluatie van het heden. Voor Millennial 2 houdt dit in dat ze nog altijd staat achter haar gemaakte keuzes. Millennial 1 is dankbaar voor de keuzes die hij gemaakt heeft en dat hij de mogelijkheid heeft gehad om dit te doen op de manier zoals hij het gedaan heeft. Voor hem is met name het afslaan van een baan en gaan doorstuderen een keuze geweest die veel impact heeft gehad. Millennial A koppelt haar ontevredenheid in het heden evenals haar onzekerheid over de toekomst aan het verleden: aan de “grote leugen”. Het is haar in haar verleden meegegeven dat je alles kan bereiken als je gestudeerd hebt, daarbij zou het halen van een masterdiploma een geweldige baan garanderen. Ze heeft zich hierdoor laten leiden en geeft aan andere keuzes gemaakt te willen hebben. Ondanks het feit dat ze continu aangeeft zelf beter te moeten hebben nadenken over studie- en baanmogelijkheden legt ze de verantwoordelijkheid voor haar ontevredenheid bij de vertellers van de “grote leugen”. Er zijn twee opvallende overeenkomsten op te merken wat de studiekeuze van de Millennials betreft. Allereerst hebben alle drie meer dan één studie voltooid, of zijn nog aan een tweede studie of opleiding bezig. De eerste studie is volledig gefinancierd door hun ouders. De tweede hebben ze zelf betaald, zij het door steun van een studentenlening of door het werken naast de studie. Dit komt overeen met het de comfort zone beschreven in het vooronderzoek. De ouders van deze generatie hebben het leven van de Millennial comfortabel gemaakt door het betalen van school- of collegegeld. Dit zou volgens Van den Dungen resulteren in een leven zonder echte verantwoordelijkheden, wat weer zou leiden tot een ‘verlengde
48
adolescentie’.69 Deze comfort zone is inderdaad van invloed is geweest op het leven en daarmee op de identiteit van de Millennial, het is echter niet zo zwart - wit als Van den Dungen doet klinken. Het klopt dat door ouderlijke steun de Millennials in staat waren door te studeren en, inherent hieraan, de volgende fase uit te stellen. Desalniettemin hebben alle drie Millennials gewerkt naast hun studie, en gaven aan dat dit voor hen de normaalste zaak van de wereld was. Ondanks de comfort zone zijn ze gewend te werken, een baan te hebben en hun eigen geld te verdienen. Ook waren ze alle drie dankbaar voor de steun van ouders, en zagen de comfort zone en van huis uit meegekregen economische zekerheid niet als iets vanzelfsprekends. Maar de comfort zone bestaat niet enkel uit financiële steun van de ouders, het betreft ook een zekere mentale steun en toewijding. Van Baal gaf aan dat ouders van Millennials hun kinderen hebben meegegeven dat ze uniek zijn en hun hart moeten volgen; dat ze moeten doen wat ze leuk vinden.70 De tweede overeenkomst in het kader van de studiekeuze heeft dan ook te maken met het volgen van je hart. De geïnterviewden zijn allemaal iets gaan studeren wat ze leuk vonden, of zijn juist met een studie gestopt omdat het niet leuk was. Het plezier beleven aan de studie, en aan het leven, is een belangrijke motivatie voor de Millennial. En deze motivatie wordt door ouders en opvoeders geaccepteerd, in wezen zelfs gestimuleerd. Als gevolg hiervan lijkt er een kloof ontstaan te zijn tussen plezier (studie) en plicht (werk), en hebben sommige Millennials geen zin om naar de overkant van de kloof te gaan. Millennial A en Millennial 1 hebben beiden het gevoel onderdeel te zijn van deze generatie. Ze benoemen verschillen met de generatie(s) voor hen: Millennial 1 beschrijft hoe de Millennials minder beperkingen ervaren als de generaties voor hen aangezien zij niet ‘vastzitten’ in een sociale klasse of zuil. Wellicht omdat de Millennial juist meer kansen heeft gehad wijst Millennial A naar het verschil in gedachtegoed tussen de beide generaties. Voor beiden vormt het zich onderdeel voelen van een generatie een wezenlijk onderdeel van hun huidige leven. Ze lezen wat er over hen geschreven wordt en discussiëren wat hen onderling verbindt met leeftijdsgenoten. Millennial 2 heeft hier een andere kijk op: zij voelt zich geen onderdeel van de generatie. Ondanks het feit dat ze kan aangeven wat er veranderd is en wat
69 Dungen van den, “Advies aan mijn generatie: schop jezelf voor je kont en maak keuzes”. 70 Hablous en Saris, “Generatie Y na X”, 8.
49
haar met haar leeftijdsgenoten verbindt kan ze niet zeggen of ze ergens bij hoort. En heeft hier op deze leeftijd ook geen behoefte aan. Mannheim beschrijft generatiesamenhang als volgt: “datgene wat diegenen verbindt door gemeenschappelijke ervaringen.”71 Op basis van het vooronderzoek is gesteld dat er binnen deze generatie veel aandacht wordt besteed aan veranderingen, ontwikkelingen en ervaringen die de Millennials gemeen hebben. Alle geïnterviewden hebben een aantal elementen benoemd die ze verbinden aan deze generatie, waarvan verreweg de belangrijkste het opgroeien zonder computer, de mobiele telefoon en het internet is. Ze zien zichzelf, in de woorden van Millennial 1, als de laatste generatie die analoog is opgegroeid. Ongeacht het feit dat ze dit aspect allemaal romantiseren (“wij speelden nog wel gewoon buiten!”) verlangen ze geen van allen terug naar deze analoge periode. Ze zijn echter wel heel blij dit te hebben meegemaakt en vinden dat het hun beleving in het veranderde heden intensiveert. Verschillende historici onder wie Verkuijten stellen dat door de enorme snelheid van sociale en maatschappelijke veranderingen een groot deel van de wereld vandaag de dag in stroomversnelling is geraakt. Dit zou allemaal niet makkelijk bij te houden zijn, laat staan te verwerken.72 Dit zou het moeilijker maken voor de Millennial om voor zichzelf, en als generatie, verbanden te leggen tussen de drie tijdsdimensies, waardoor de identiteitsvorming onder druk zou komen te staan. Verwacht werd dat de Millennial geen duidelijk beeld kon vormen bij de toekomst. Dit bleek voor alle geïnterviewden het geval. Ook hier was er wederom een verschil tussen de twee oudere Millennials en de jongere aan te wijzen. Millennial A en Millennial gaven aan een onzeker toekomstbeeld te hebben. Ze kijken niet ver vooruit en hebben korte- termijn doelen en dromen. Tot zover sluit Millennial 2 zich hierbij aan. Vervolgens geven de oudere Millennials echter aan nog niet klaar te zijn voor de “volgende fase”. Een fase in hun leven waar ze geen leeftijd aan verbinden maar wel meer verantwoordelijkheden en vastigheid. Ze beschouwen het betreden van deze fase als een keuze en geven daarbij aan moeite te hebben om die keuze te maken. Ze maken hierdoor 71 Mannheim, The Sociological Problem of Generations, 184. 72 Verkuyten, Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij, 14.
50
(bewust of onbewust) wel de keuze om binnen de fase van “plezier� te blijven. Millennial A en Millennial 1 willen om verschillende redenen de fase waarin ze nu zitten verlengen en geven beiden aan momenteel klein te dromen opdat er weinig verandert. Millennial 2 heeft ook geen duidelijk toekomstbeeld voor zichzelf, maar was als enige wel enthousiast over de mogelijkheden die de toekomst haar zou kunnen gaan bieden. Ze toonde een geloof in de maakbaarheid van de snel veranderende samenleving, ze is van mening dat de samenleving doelgericht kan worden veranderd en verbeterd. Millennial 2 is juist bang kansen en mogelijkheden te missen door het stilstaan en wilt in beweging blijven door goed op de hoogte te zijn van de (technologische) vernieuwingen binnen haar vakgebied. Ondanks het feit dat ze niet weet wat ze wilt gaan doen heeft ze in tegenstelling tot de anderen wel eisen en verwachtingen te stellen aan haar toekomstige werkplek.
51
De identiteitsconstructie van de Millennial
Mensen ontwikkelen en vormen hun identiteit in wisselwerking met hun omgeving. Hiervan uitgaande zou een versnelling van historische ontwikkelingen problematisch kunnen zijn voor de identiteitsconstructie. Het gevolg van het snelle tempo van veranderingen is dat de tijdspanne tussen verandering en vernieuwing steeds korter is; het heden lijkt te krimpen terwijl het verleden groeit. Dit zou volgens Verkuyten de individuele identiteitsvorming onder druk zetten aangezien de veranderingen (en dus de constructie van het verleden) moeilijk te begrijpen en te verwerken zijn.73 Het zinvol verbinden van verleden, heden en toekomst zou lastiger zijn omdat het beeld van de drie tijdsdimensies zo veranderlijk is. Jonker stelde dat door al deze veranderingen en nieuwe mogelijkheden mensen vandaag de dag behoefte hebben aan compensatie van onzekerheid door historisch houvast te scheppen.74 Het is vanuit dit perspectief dat er onderzoek gedaan is naar de identiteitsconstructie van een jonge generatie, de Millennials. Om de onderzoeksvraag “wat zien de Millennials (1981-2000) als hun verleden en welke rol speelt deze binnen hun identiteitsvorming?” te beantwoorden is gekeken naar twee verschillende zaken in relatie tot identiteitsvorming. Allereerst wat het verleden voor de Millennial inhoudt en vervolgens hoe de Millennial zich verhoudt tot dit verleden. En wie zou deze vragen beter kunnen beantwoorden dan een Millennial zelf? Het onderzoek is dan ook gedeeltelijk gebaseerd op persoonlijke gegevens en verhalen verkregen door interviews. Ondanks het feit dat de geïnterviewden allen een andere leeftijd en achtergrond hebben en het enkel handelt om drie interviews waren er een aantal interessante overeenkomsten en verschillen op te merken. Op basis hiervan zijn (voorlopige) conclusies geformuleerd. Allereerst is gekeken naar hoe het verleden door de Millennial wordt begrepen, met andere woorden: bezit de Millennial over het vermogen om verbanden te leggen tussen zijn vroegere ervaringen en herinneringen en zijn identiteit? Uit de verhalen van de geïnterviewden blijkt dat zij hier prima toe in staat zijn. Ze waren allen bij machte om op uitvoerige wijze
73 Verkuyten, Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij, 14. 74 Jonker, “De betrekkelijkheid van het moderne historisch besef”, 40.
52
belangrijke ervaringen uit hun verleden te koppelen aan wie zie vandaag de dag zijn. Millennial A en Millennial 1 vergeleken hierbij niet alleen zichzelf als kind met de persoon die ze nu zijn maar ook bepaalde aspecten van de maatschappij van toen met die van nu. Dit in tegenstelling tot Millennial 2. Dit zou verklaard kunnen worden door het feit dat Millennial 2 de jongste is (22 jaar). Denken aan en over vroeger blijft tenslotte gebonden aan levensfases, en intensiveert naarmate iemand ouder wordt, meer heeft zien veranderen en meer tijd voor zulke reflecties heeft. Dit zou ook kunnen verklaren waarom Millennial A en Millennial 1 “vroeger” koppelen aan voor hun afgesloten fases van hun leven, en Millennial 2 zich heel moeilijk een beeld bij “vroeger” kan vormen. Ze zou te jong kunnen zijn en periodes in haar leven nog niet als afgesloten en ver weg beschouwen. Bij het kijken naar de betekenis van de culturele ijkpunten voor de Millennials is een vergelijkbare opsplitsing te bemerken. Millennial 2 geeft aan dat deze gebeurtenissen haar bekend zijn, en bevestigd daarmee dat ze inderdaad nog vertegenwoordigd zijn in de huidige samenleving, maar geen rol van betekenis meer voor haar hebben. Righart stelt dat: “niet iedere generatieligging leidt tot generatiesamenhang. Het is afhankelijk van historische omstandigheden en de receptiviteit en bereikbaarheid van de leden van een generatie.”75 Een andere mogelijke verklaring voor het verschil in zienswijze zou kunnen liggen bij de ontvankelijkheid van Millennial A en Millennial 1 voor de maatschappelijke betekenis van deze culturele ijkpunten. Er begint echter wel een onderscheid zichtbaar te worden in de manier waarop er met het verleden wordt omgegaan, met aan de ene kant de Millennials geboren in de jaren tachtig, en de Millennial geboren in de jaren negentig aan de andere kant. Ze begrijpen alle drie het verleden; ze zijn in staat verbanden te leggen tussen hun vroegere ervaringen en herinneringen en hun identiteit. Het is alleen niet voor alle drie even belangrijk in het heden. Vervolgens is nagegaan of de Millennials in staat zijn verbanden te leggen tussen het verleden, heden en de toekomst, en welke invloed het wel of niet kunnen leggen van deze verbinding heeft op hun identiteitsconstructie. Allereerst kan gesteld worden dat de drie geïnterviewden allen een verband leggen tussen de door hen gemaakte keuzes in het verleden, hun (on)tevredenheid in het heden en (on)zekerheid over de toekomst.
75 Righart en Luykx, Generatiemix. Leeftijdsgroepen en cultuur, 213.
53
Sommigen zijn tevreden met hun keus, voornamelijk omdat ze zien dat vandaag de dag bepaalde kansen niet meer mogelijk zijn. Anderen zoeken de oorzaak voor hun ontevredenheid in het heden in het verleden, om preciezer te zijn, bij de “heersende” generatie uit het verleden. Kijken we naar het generatiebesef voor de Millennials zelf dan komt weer hetzelfde onderscheid naar voren. Millennial A en Millennial 1 voelen zich onderdeel van de generatie. Ze kunnen aantonen waarin ze met oudere generaties verschillen en richtten hierbij hun blik voornamelijk op het verleden. Millennial 2 voelt zich geen onderdeel van de generatie maar kan wel aangeven wat de leden van deze generatie onderling verbindt. Ze trekt hierbij in tegenstelling tot de twee andere Millennials voornamelijk de vergelijking met de toekomstige generaties. De tijd lijkt voor haar een lineair stijgende lijn van verleden naar toekomst. Waar de Millennials geboren in de jaren tachtig hun identiteit in het heden en beeld op de toekomst met name baseren op het verleden is Millennial 2 in haar denken nadrukkelijk op het heden en de toekomst gericht. Er is echter één aspect waar ze allen veel aandacht aan hebben besteed en waar deze generatie ook daadwerkelijk uniek in is. Ze zijn alle drie opgegroeid in een periode waar globalisering en technologische ontwikkelingen nog niet alom vertegenwoordigd waren op de manier zoals ze dat vandaag de dag zijn. Simpelweg gezegd: ze zijn opgegroeid in een periode zonder het internet. Ondanks de onderlinge diversiteit binnen de manier waarop er met het verleden wordt omgegaan romantiseren ze dit aspect, dat zij de “laatste analoge generatie” zijn, allemaal. Het is immers niet zo dat kinderen van vandaag nooit meer buiten spelen, of überhaupt in beweging komen. Ze leggen echter grote nadruk op het feit blij te zijn ook die andere tijd te hebben meegemaakt. Waarom zijn ze hier blij mee? Op basis van het literatuuronderzoek is gebleken dat sommige historici beweren dat de elkaar snel opvolgende maatschappelijke ontwikkelingen ervoor zorgen dat er een gebrek aan tijd en mogelijkheden is om zinvolle verbanden te leggen tussen de drie tijdsdimensies. De onderhuidse cultuurcrisis, volgens Van der Dussen.76 Anderen waren juist van mening dat in tijden van grote verandering het historisch besef juist toeneemt. Het zou er in dit verband ook niet toe doen of het om juiste of onjuiste ideeën over het verleden gaat.77 Jansen stelt dat het toenemend historisch besef in een periode van elkaar snel opvolgende veranderingen een
76 Dussen van der, Geschiedenis en beschaving. Kritische opstellen over verleden, heden en toekomst, 211. 77 Laarse van der, Bezeten van vroeger: erfgoed, identiteit en musealisering, 43.
54
behoefte is van de mens om zichzelf niet volledig los te maken van het verleden en deze band bewust in stand te houden.78 De comparatieve analyses tonen dat de Millennials ondanks hun relatief jonge leeftijd hun band met het analoge verleden zeer bewust in stand houden. Dit toont aan hoe gigantisch de omslag naar aanleiding van deze technologische vernieuwingen is geweest. De verhalen van de geïnterviewde Millennials, variërend tussen de leeftijd van tweeëndertig en tweeëntwintig, tonen dat ze zelfs op deze leeftijd al bewust zijn van het feit dat hun verleden wezenlijk verschilt met het heden, en nog meer zal gaan verschillen met de toekomst. Wat zien de Millennials als hun verleden en welke rol speelt deze binnen hun identiteitsvorming? Volgens Howe en Strauss zou elke generatie troost en een gevoel van behoren ontlenen aan haar collectieve geheugen.79 De collectieve herinneringen van de Millennial zijn echter sterk geïndividualiseerd. Culturele ijkpunten en de herinnering hieraan is buitengewoon persoonlijk. Het (collectieve) verleden en herinneringen zijn daarbij persoongebonden identity markers geworden, waarvan de invulling en betekenis per Millennial kan verschillen. Het verleden van de Millennial concentreert zich voornamelijk rond die ene grote verandering: de breuk ervaring van de periode voor- en de periode na de komst van het internet. Dit heeft effect op de individuele identiteitsconstructie van de Millennial omdat naast de gangbare zaken waar een individu zijn identiteit aan opbouwt; familie(geschiedenis), de omgeving en karaktereigenschappen, de Millennial het analoog zijn opgegroeid als belangrijk onderdeel van zijn identiteit ziet. Het analoge verleden van de Millennial is hierbij niet enkel een sturende invloed geweest binnen de ontvankelijke jaren van de Millennial, ook is dit verleden niet slechts te reduceren tot de historische houvast waar de Millennial in deze snel veranderende tijden behoefte aan heeft. Het vormt de basis voor een vroeg besef dat zij samen deel uitmaken van een uniek moment in de tijd. “Wij hebben de periode zonder internet nog meegemaakt.” Een besef waarvan de betekenis voor de Millennials naarmate ze ouder worden en de samenleving meer zal veranderen enkel zal toenemen.
78 Jansen, Triptiek van de tijd. Geschiedenis in drievoud, 43. 79 Howe en Strauss, Millennials Rising: The Next Great Generation, 24.
55
Ankersmit, F., De Sublieme Historische Ervaring (Groningen 2007). Assmann, A. en Conrad, S., “Introduction”, Memory in a global age. Discourses, practices and trajectories (New York 2010), 1-17. Bertaux, B. en Thompson, P., Between Generations. Family models, Myths and Memories (Oxford 1993). Bourdieu, P., Pascalian meditations ( Stanford 2000), 139-144. Corbin, J. en Strauss, A., Basics of qualitative research: techniques and procedures for deveolping grounded theory (Los Angeles 2008). Dussen, van der J., Geschiedenis en beschaving. Kritische opstellen over verleden, heden en toekomst (Hilversum 2005). Frijhoff, W., De mist van geschiedenis. Over herinneren, vergeten en het historisch geheugen van de samenleving (Rotterdam 2011). Fritzsche, P., Stranded in the Present. Modern time and the Melancholy of History (Camebridge, Mass. 2004). Hablous, G. en Saris, K., “Generatie Y na X”, Algemeen Nijmeegs Studentenblad (Nijmegen 2014), 8-9. Hartog, F., ‘Time, history and the writing of history: the order of time’ in: R. Thorstendahl en I. Veit- Brause (red.), History-Making. The intellectual and social formation of a discipline (Stockholm 1996), 85-113. Howe, N en Strauss, W., Millennials Rising: The Next Great Generation (New York 2000). Jansen, H., Triptiek van de tijd. Geschiedenis in drievoud (Nijmegen 2010). Laarse van der, R., Bezeten van vroeger: erfgoed, identiteit en musealisering (Amsterdam 2005). Leydesdorff, S., De mensen en de woorden: geschiedenis op basis van verhalen ( Amsterdam 2004). 56
Nissen, P., “Gevierde identiteit: publieke feestcultuur als omgang met het verleden in de vroegmoderne en moderne tijd”, Sporen en spiegels, beschouwingen over geschiedenis en identiteit (Tilburg 1995), 23-30. Nora, P., “Between memory and history: Les Lieux de Mémoire”, Representations nr. 26 (1989), 7-25. Perks, R. en Thomson, A., The Oral History Reader (New York 2006). Righart, H., De eindeloze jaren zestig. Geschiedenis van een generatieconflict (Amsterdam 1995). Righart, H. en Luykx, P., Generatiemix. Leeftijdsgroepen en cultuur (Amsterdam 1998). Saunders, M., Lewis, P. en Thornhill, A., Research methods for business students (Harlow 2012). Terdiman, R., Present past. Modernity and the memory crisis (Londen 1993). Thompson, P., The Voice of the Past (Oxford 2000). Verkuyten, M., Identiteit en diversiteit: de tegenstelling voorbij (Amsterdam 2010). Zeijden, van den A., Katholieke identiteit en historisch bewustzijn. W.J.F. Nuyens (18231894) en zijn ‘nationale’ geschiedschrijving (Hilversum 2002).
Internetartikelen en websites -
-
-
Baroncini, B., “Werkvermogen generatie-Y niet optimaal”, (versie 14 februari 2012), http://www.penoactueel.nl/Personeel/Algemeen/2012/2/Werkvermogen-generatie-Yniet-optimaal-PENO008037W (21 januari 2014). Bosch, van den B., “Nostalgie en historisch besef”, Themadossier Historisch Besef, (versie 2002), http://www.historischhuis.nl/HistBesef/HHbesef6.html (15 maart 2014). Cuperus, R., “Dat aanhoudend slechte humeur van ons”, (versie 18 april 2011), http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/1876793/2011/04/18/ Dat-aanhoudend-slechte-humeur-van-ons.dhtml ( 21 januari 2014). Dungen, van den N., “Advies aan mijn generatie: schop jezelf voor je kont en maak keuzes”, (versie 7 januari 2014), http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3573298/2014/01/07/Adviesaan-mijn-generatie-schop-jezelf-voor-je-kont-en-maak-keuzes.dhtml ( 21 januari 2014). 57
-
-
-
-
-
-
-
-
Eyefoodie, “De allergrootste problemen van de jaren 90, die we allemáál hadden!, (versie 1 mei 2014), http://www.eyefood.nl/de-allergrootste-problemen-van-de-jaren90-die-we-allemaal-hadden (2 mei 2014). Frijhoff, W., “Identiteit en identiteitsbesef. De historicus en de spanning tussen verbeelding, benoeming en herkenning”, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden 107 (versie 1992), http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=2&ved=0CDkQFjA B&url=http%3A%2F%2Fdare.ubvu.vu.nl%2Fbitstream%2F1871%2F3202%2F1%2F1 3920.pdf&ei=578yU5nxLsb8ygPU4YKAAw&usg=AFQjCNFK7HaUcOFpGVYdozOw_ vdksu4NsQ&sig2=TIWGHyQcj_b6yizV0okkzQ&bvm=bv.63738703,d.bGQ (12 maart 2014). Gentile, T., ‘A Millennial’s version of “The American Dream”’, (versie 7 april 2014), http://www.fastcompany.com/3028675/leadership-now/a-millennials-version-of-theamerican-dream (9 april 2014). Goosens, R., ‘In de sloepen! Moeilijke baarden nemen Nederland over’, (versie 8 oktober 2013), http://daskapital.nl/2013/10/in_de_sloepen_kutkinderen_neme.html (22 maart 2014). Healy, M., “Millennials might not be so special after all, study finds”, (versie 15 maart 2012), http://usatoday30.usatoday.com/news/health/wellness/story/2012-0315/Millennials-might-not-be-so-special-after-all-study-finds/53552744/1 (20 januari 2014). Jonker, E., “De betrekkelijkheid van het moderne historisch besef”, in Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 111 ( versie 1996), http://bmgn.knhg.nl/J/Jonker__E.__De_betrekkelijkheid_van_het_moderne_historisch_.pdf (18 maart 2014). Main, D., “Who Are the Millennials?”, (versie 9 juli 2013), http://www.livescience.com/38061-millennials-generation-y.html (10 januari 2014). Mannheim, K., The Sociological Problem of Generations (versie 1928), http://mediaspace.newmuseum.org/ytjpressmaterials/PDFS/ARTICLES_ABOUT_THE_G ENERATION/01_The_Sociological_Problem.pdf (28 februari 2014). Vriesinga, Y., “Slimmer, sneller en socialer”, (versie 18 februari 2010), http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/slimmer-sneller-en-socialer (20 januari 2014).
www.ygenwijs.nl www.facebook.com/things90skidsrealize/info www.tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2013-2014/mensen-van-nu.html www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/toelichtingen/alfabet/o/opleidingsniveau3.htm
58
Gebruikte afbeeldingen Figuur 1. Voorbeelden van tweets op #tegenlicht Tegenlicht, “Reacties op Mensen van nu”, (versie 8 oktober 2013), http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2013/oktober/reacties-mensenvannu.html (26 maart 2014). - Figuur 2. Jaren negentig problemen Eyefoodie, “De allergrootste problemen van de jaren 90, die we allemáál hadden!, (versie 1 mei 2014), http://www.eyefood.nl/de-allergrootste-problemen-van-de-jaren-90-die-weallemaal-hadden (2 mei 2014). Overige bronnen - Bijeenkomst “Oral History” De werkgroep Verhalenbank/Oral history in Nijmegen Regionaal Archief Nijmegen, 29 januari 2014 - Cursus “Oral History Interviewtechnieken” Annegriet Wietsma Regionaal Archief Nijmegen, 4 april 2014
59
Bijlagen - Bijlage 1:
Brief 1: Bevestiging afspraak
- Bijlage 2:
Informatie over het onderzoek
- Bijlage 3:
Biografische gegevens
- Bijlage 4:
Brief 2: Bevestiging interview
- Bijlage 5:
Brief 3: Dank voor deelname
- Bijlage 6:
Vragen interview
- Bijlage 7:
Culturele ijkpunten
- Bijlage 8:
Thema’s en Codes
60
Bijlage 1: Brief 1. Bevestiging afspraak Lola Boerwinkel Platolaan 672 6525 KJ Nijmegen E. lola.boerwinkel@gmail.com T. 0611180379 (ma. wo. en vrij. 09.00-17.00)
Betreft: Bevestiging afspraak en formulieren (datum), 2014 Beste (ge誰nterviewde), Via deze brief bevestig ik (Lola Boerwinkel) schriftelijk de eerder besproken deelname aan het interview. Ik ben erg blij met je medewerking aan dit onderzoek en wil je hier hartelijk voor bedanken. Hierbij stuur ik daarnaast meer informatie over het onderzoek naar de identiteitsconstructie van de Millennials. Je ontvangt daarbij ook een tweede formulier wat ik je zou willen vragen in te vullen. Dit formulier zou ik graag uiterlijk (datum) per email ontvangen. Na ontvangst zal ik contact met je opnemen om de datum van het interview te bevestigen. Mocht je naar aanleiding van deze brief en de meegestuurde formulieren nog vragen hebben dan hoor ik het graag. Vriendelijke groet, Lola Boerwinkel Masterstudent Actuele Geschiedenis, Radboud Universiteit
61
Bijlage 2: Informatie over het onderzoek Informatie over het onderzoek De Millennial generatie, ook wel de Y- Generation genoemd, is een relatief jonge generatie van mensen die geboren zijn tussen 1981 en 2000. Ondanks het jonge karakter is het een generatie die oud genoeg om een eigen geschiedenis te hebben. Ik wil er achter zien te komen wat het verleden van een Millennial inhoudt en welke rol dit verleden speelt in de manier waarop de Millennial in het leven staat. Je zult door het geven van een interview een bijdrage gaan leveren aan een wetenschappelijk onderzoek naar de identiteitsconstructie van de Millennials. Het is een onderzoek dat onder ander gebaseerd is op persoonlijke gegevens en verhalen verkregen door interviews. Deze methode staat bekend als oral history. Door je toezegging van deelname geef je mij (Lola Boerwinkel) toestemming om je gegevens en verhalen op te nemen en anoniem te verwerken.
62
Bijlage 3: Biografische gegevens Biografische gegevens: (hoort bij eerste brief) Voornamen
…………………………………… Achternaam
……………………………………………….... Geslacht
M/V
Geboortedatum
……………………………………………. Geboorteplaats ……………………………… Woonadres
…………………………………
Postcode en plaats
………………………………………… Relatie: Ja/Nee
Huidige baan of studie
………………………………….. Broers / zussen (naam en geboortedatum) …………………………………………………………………………………………… Ouders (naam en geboortedatum) …………………………………………………………………………………………….
Geef hieronder twee gebeurtenissen uit je persoonlijk verleden weer die je leven op positieve en op negatieve manier beïnvloed hebben. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………..
63
Bijlage 4: Brief 2: Bevestiging interview Lola Boerwinkel Platolaan 672 6525 KJ Nijmegen E. lola.boerwinkel@gmail.com T. 0611180379 (ma. wo. en vrij. 09.00-17.00)
Betreft: bevestiging interview (datum), 20014
Beste (ge誰nterviewde), Via deze brief bevestig ik (Lola Boerwinkel) onze afspraak op (datum en tijd) voor het interview te (adres en plaats). Zoals je weet zal het interview worden opgenomen. Mocht je naar aanleiding van deze brief of het interview nog vragen hebben dan hoor ik het graag. Vriendelijke groet, Lola Boerwinkel Master student Actuele Geschiedenis, Radboud Universiteit
64
Bijlage 5: Brief 3: Dank voor deelname
Lola Boerwinkel Platolaan 672 6525 KJ Nijmegen E. lola.boerwinkel@gmail.com T. 0611180379 (ma. wo. en vrij. 09.00-17.00)
Betreft: Bedanken voor deelname (datum), 20014
Beste (ge誰nterviewde), Via deze brief wil ik je nogmaals bedanken voor je deelname aan dit wetenschappelijk onderzoek. Je bijdrage en tijd zijn enorm gewaardeerd. Mocht je naar aanleiding van het interview interesse hebben om mee te werken aan het latere online project dan hoor ik dat graag. Vriendelijke groet, Lola Boerwinkel Master student Actuele Geschiedenis, Radboud Universiteit
65
Bijlage 6: Vragen interview Onderdeel 1 Deelvraag: Hoe wordt het verleden door de Millennial begrepen en ervaren?
1. Kun je me de straat en het huis beschrijven waar je bent opgegroeid? 2. Hoe zag het dagelijks leven er voor jou uit als kind? 3. Wat is jouw beeld van vroeger? 4. Beschrijf de band die je met je ouders had. 5. Inzoomen op de gebeurtenissen die ze hebben toegestuurd. Kijken naar de wijze waarop ze een link (kunnen) leggen tussen herinneringen en identiteit. Zou je dit
kunnen toelichten? 6. Lijst van ijkpunten presenteren. Ik wil je vragen deze lijst door te kijken en te
vertellen welke betekenis deze ijkpunten voor jou hebben. 7. Mis je iets wat voor jou veel betekenis gehad heeft? Onderdeel 2 Deelvraag: Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst?
8. Ben je op dit moment tevreden met je leven? 9. Heb je het gevoel dat je onderdeel bent van een generatie? 10. Kun je een beeld vormen bij de toekomst? Zo ja beschrijf deze, zo nee waar komt dit door? 11. Wat zijn jouw verwachtingen voor jouw toekomst?
66
Bijlage 7: Culturele ijkpunten 1.
De Tweede Wereldoorlog
2.
Nucleaire ramp Tsjernobyl
3.
Nederland wint Europees Kampioenschap voetbal
4.
Val Berlijnse muur
5.
Internet voor gebruik thuis
6.
Bijlmer Ramp
7.
Aanslag New York 9-11
8.
Moord op Pim Fortuyn
9.
Invoering van de euro
10.
Willem Alexander trouwt
67
Bijlage 8: Thema’s en Codes Deelvraag 1: Hoe wordt het verleden door de Millennial begrepen en ervaren?
Thema’s
Interviewvragen
Codes
Beschrijving
Het persoonlijk
- Kun je me de straat en
- Herinneringen
-Op welke wijze wordt er terug
verleden
het huis beschrijven
gekeken? Met welk gemak
waar je bent
halen ze herinneringen naar
opgegroeid?
boven? - Comfort zone
- Hoe zag het dagelijks
- Aan welke activiteiten namen
leven er voor jou uit als
ze deel? Welke
kind?
boodschap/les/steun gaven de ouders mee? Zijn er verschillen hierin met oudere generatie? Zijn ze zich hiervan bewust? - Vroeger
- Wat is jouw beeld van
- Aan welke
vroeger?
leeftijd/fase/herinneringen koppelen ze dit begrip? - Welke rol heeft vroeger? - Verandering - Welke rol spelen huidige veranderingen bij het terugkijken naar vroeger? - Zijn ze op basis van deze veranderingen op zoek naar houvast in het verleden?
Identiteit
- Beschrijf de band die
- Koppelen
je met je ouders had.
- Welke band hebben ze met deze generatie? Welke invloed heeft deze band op hun identiteit?
- Ervaringen
68
- Ingaan op
- Hoe zijn ze met deze
toegestuurde
ervaringen omgegaan?
gebeurtenissen: Zou je
- Hoe heeft dit bepaalde keuzes/
(….) kunnen toelichten?
hun identiteit beïnvloed? - Verbanden - Zijn ze zelf in staat verbanden te leggen tussen keuzes/ervaringen en identiteit en zo ja, welke?
Het collectief
- Ik wil je vragen deze
geheugen
lijst door te kijken en te
- IJkpunten
- Welke zijn wel/niet belangrijk voor de Millennial?
vertellen welke betekenis deze ijkpunten
- Betekenis
voor jou hebben.
- Welke betekenis verbinden ze hieraan? Op welke wijze worden ze herdacht? Verschilt dit met oudere generaties?
- Mis je iets wat voor
- Maatschappij
- Welk beeld van de
jou veel betekenis gehad
maatschappij van vroeger komt
heeft?
hierbij naar voren? - Verandering
-In hoeverre is iets van betekenis omdat het heden zo verschillend is?
Deelvraag 2: Welke verbanden legt de Millennial tussen het verleden en de toekomst?
Thema’s
Interviewvragen
Codes
Beschrijving
Het heden
- Ben je op dit moment
- Keuzes
- Welke (niet) gemaakte keuzes
tevreden met je leven?
spelen uit het verleden hierbij een rol? Wat zegt dit over de mogelijkheden van een Millennial?
69
- Terugkijken
- In hoeverre betrekken ze het verleden bij hun kijk op het heden? Op welke wijze doen ze dit?
Generatie
- Heb je het gevoel dat je
- Generatie
- Waarom voelen ze zich wel of
onderdeel bent van een
geen onderdeel van een
generatie?
generatie? Kunnen ze verschillen met andere generaties aantonen? - Welke - Gedeelde
ervaringen/problemen/karakterist
ervaringen
ieken verbinden zij aan deze generatie? Is er sprake van een generatiesamenhang?
De toekomst
- Kun je een beeld
- Verbinding
vormen bij de toekomst?
- Leggen ze verbanden tussen verleden, heden en toekomst? - Op welk vlak en hoe benoemen ze die verbindingen?
- Wat zijn jouw
- Uitstellen
- In hoeverre stellen ze bepaalde
verwachtingen voor jouw
keuzes/rites de passage uit? Wat
toekomst?
is hier de reden achter? - Wat is hierbij hun verhouding tot het verleden? - Maatschappij
- Hoe kijkt de Millennial tegen de huidige samenleving aan?
70
AUTEURSRECHT