In lang vervlogen tijden woonden in onze streken een volk waarvan haar afkomst in mysteriën lijkt te zijn gehuld, en dat zich wendde tot oeroude goden. Zij raakten beroemd en berucht in heel de Romeinse wereld vanwege hun dapperheid en strijdlust. Eigenschappen die hen tot zeer succesvolle krijgers maakte in naam van een rijk dat zij uiteindelijk zelf onder de voet zouden lopen. Wie waren deze Germanen, en hoe keken zij naar de wereld en gebeurtenissen om hen heen? Deze scriptie belicht de achtergrond van het handelen van dit volk in haar verhoudingen met het overheersende Romeinse Rijk. In hoeverre was men loyaal aan elkaar en wat was dan de motivatie van diverse opstanden? Er blijkt een opmerkelijke haat- liefde verhouding tussen beide volkeren te zijn geweest. Beide groepen voelden zich bedreigd, beide superieur. Beide kenden een eigen pantheon en een eigen (militaire) strategie. Daarnaast heeft elk volk eigen gebruiken en een eigen geschiedenis. Toch ontstaat er genoeg affiniteit.