Kardinaal Scipione Borghese, neef van Paus Paulus V, gaf opdracht aan de jonge Gianlorenzo Bernini tot het creëren van de sculpturen Aeneas, Anchises en Ascanius, de Pluto en Proserpina, de Apollo en Daphne en de David. In een eerste gedachte lijkt het onwerkelijk dat Bernini voor de kardinaal deze werken heeft gemaakt, daar ze gebaseerd zijn op heidense thema´s welke hun oorsprong vinden in de literaire werken van Vergilius en Ovidius. Echter, juist deze bijzondere sculpturen zijn ook in de huidige tijd trekpleisters van de Villa Borghese die sinds de tijd dat hij is gebouwd talloze bezoekers heeft aangetrokken. Aniek Rooderkerken bekijkt deze vier beeldhouwwerken binnen de context van de Villa Borghese en in het bijzonder de reden waarom Scipione opdracht gaf tot het vereeuwigen van juist deze thema's.