Sabam wil beter imago en meer transparantie De Standaard 13/02/2008
De auteursrechtenmaatschappij Sabam weet deksels goed dat ze een imagoprobleem heeft. Nieuw is dat ze dat zelf ook zegt. En er van alles aan wil doen. 'Het publiek begrijpt maar niet dat het auteursrecht geen taks is, maar een recht. Een long!' Van onze redacteur Peter Vantyghem BRUSSEL De cineast Stijn Coninx, de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur, verwoordde de nieuwe wind bij Sabam vanuit zijn eigen situatie. 'Vijf jaar geleden was ik al bestuurder, en ik had véél kritiek. Toen mij dus gevraagd werd dit mandaat op te nemen, vond ik dat ik mijn verantwoordelijkheid moest nemen.' Naast hem zit nog zo'n rebel van toen, de chansonnier Johan Verminnen. Die is nu gedelegeerd bestuurder van Sabam. En in tegenstelling tot de bedachtzame Coninx, hanteert Verminnen een kloeke Brabantse stijl. 'Het publiek begrijpt maar niet dat het auteursrecht geen taks is, maar een recht. Een long!' Met een equipe van 354 personeelsleden gaat Sabam de uitdaging aan om in het nieuwe (en digitale) Europa niet alleen te overleven, maar om er ook een toonaangevende rol te spelen. Het hernieuwde, driejarige contract met de platenfirma Universal, voor het beheer van geperste en verkochte cd's in achttien Europese landen, moet bewijzen dat Sabam internationale contracten kan beheren. Maar nog meer toekomstgericht is de installatie van Solem, een Europees loket dat een antwoord wil zijn op de eisen die vanuit de Europese Commissie aan het internationale auteursrecht zijn gesteld. Sabam trekt de kaart van de toekomst: het wil internationale licenties verlenen voor het panEuropese gebruik van muziek, teksten en beelden uit de hele wereld. Ook wat de nieuwe media betreft kijkt Sabam naar de toekomst. 'Streamen (waarbij je muziek via het internet beluistert, red.) wordt belangrijker dan downloaden', klinkt het. 'Er moeten Europese tarieven komen die voor iedereen aanvaardbaar zijn.' Gisteren voegde Sabam daar nog een derde overeenkomst aan toe: de maatschappij sloot een akkoord met de Vereniging van Beeldende Kunstenaars in België (KVBKB) om hun 'volgrecht' (een vergoeding bij de doorverkoop van een kunstwerk) te innen en vanaf 1 maart 2009 meteen ook alle auteursrechten te beheren. Wat dat alles financieel betekent, is koffiedijk kijken, maar de waarde van het contract met Universal wordt op 100 miljoen euro geraamd, het zakenplan voor Solem wordt op minstens 50.000 euro per jaar geschat, en voor de beeldende kunstenaars hoopt Sabam jaarlijks 100.000 euro te innen. Die uitbreidingsplannen gaan gepaard met een revolutie in de dagelijkse werking, die de publieke opinie moet geruststellen. Die koestert een negatief beeld van Sabam als een inhalige vereniging. Volgens de auteursrechtenmaatschappij houdt dat imagoprobleem verband met de negatieve beeldvorming in de pers, met de kritiek van de gebruikers (bijvoorbeeld in de jeugdsector), maar ook met de eigen werking. Die is de jongste jaren driftig bijgesteld. De negentien bvba's die vroeger de inningen van auteursrechten deden, zijn opgedoekt. Sabam installeert per provincie één filiaal (Brussel, Antwerpen en Henegouwen zijn er al) en werkt voortaan met eigen personeel, dat opgeleid wordt en zowel een deontologische code als een gedragscharter moet ondertekenen. Klachten worden in de regel binnen de maand behandeld. Maar het belangrijkste is dat de zowat tachtig verschillende tarieven van weleer geanalyseerd zijn, en tot dertig teruggebracht, na overleg met de diverse sectoren. Zo is het tarief voor de jongerenfuiven, een van de heikele punten, afgesproken met de socioculturele sector. Vanaf maart kan iedereen online nagaan welk werk precies tot het repertorium van Sabam behoort. Ten slotte pleit Sabam heel toekomstgericht om alle inningen gezamenlijk te doen. Nu worden bijvoorbeeld auteursrechten en naburige rechten apart geïnd, wat bij de gebruikers de idee versterkt dat het allemaal taksen zijn. Sabam pleit voor één gemeenschappelijke factuur. Een ware revolutie voor een bedrijf dat jarenlang een gesloten burcht was? 'We zijn er in de eerste plaats voor de auteurs, en als ik daar niet in zou geloven, zat ik hier niet', besloot Stijn Coninx.