6 HET BELANG VAN SINT-TRUIDEN
HET BELANG VAN LIMBURG VRIJDAG 16 JUNI 2017
Stuur uw nieuws in via www.hbvl.be/Sint-Truiden
HET BELANG VAN LIMBURG VRIJDAG 16 JUNI 2017
7 HET BELANG VAN SINT-TRUIDEN
Stuur uw nieuws in via www.hbvl.be/Sint-Truiden
DOSSIER ZIEKENHUIS Algemeen directeur Raf Lippens en financieel directeur Koen De Coninck kijken vooruit
Maria-Rose Stevens en Chantal Antheunis tussen de mama’s en baby’s in de kraamafdeling
“Zo’n geboorte meemaken is onbeschrijfelijk, zelfs na al die jaren”
“We mogen geen slachtoffer worden van ons succes” Hoe komt het dat het Sint-Trudo Ziekenhuis zo’n goede reputatie heeft? En hoe komt het ziekenhuis aan zijn geld? Wij vroegen het aan algemeen directeur Raf Lippens en financieel directeur Koen De Coninck. Lars RONDAGS
Algemeen directeur Raf Lippens is van opleiding eigenlijk anesthesist, maar heeft die job moeten opgeven. “Ik ben hier begonnen als anesthesist en daarna ben ik hoofdgeneesheer geworden. Toen ik algemeen directeur werd, besteedde ik nog een kwart van mijn tijd aan anesthesie. Maar een ziekenhuis heeft een voltijdse directeur en voltijdse anesthesisten nodig, dus heb ik dat laatste laten vallen.” Een beslissing waar hij geen spijt van heeft. De job van algemeen directeur van een ziekenhuis is vergelijkbaar met die van een algemeen directeur van een ander bedrijf. “Een ziekenhuis is ook een bedrijf. Het is allemaal alleen wat complexer, omdat ons ‘eindproduct’ een mens is. Samen met mijn collega-directeurs moet ik heel het ziekenhuis managen. Dat betekent dat wij ervoor moeten zorgen dat de juiste mensen worden aangetrokken en dat die mensen goed worden aangestuurd. Anderzijds moet ik vanuit mijn functie ook nadenken over de strategie van het ziekenhuis. Met wie gaan we samenwerken? Hoe gaan we de kwaliteit verbeteren? Hoe gaan we de klantvriendelijkheid verbeteren…” Wat vaststaat, is dat ambulante dienstverlening steeds belang-
Al decennialang zorgen Marie-Rose Stevens en Chantal Antheunis voor het goede verloop van de bevallingen. “Je zou er eens bij moeten staan als dat kindje geboren wordt, dat is onbeschrijfelijk”, glundert Stevens.
rijker wordt. “In het directiecomité is dan ook besproken of we bepaalde ambulante platformen sneller moeten installeren. We hebben bepaalde diensten in ambulante zorg die gewoon uit hun voegen barsten. De patiënten kunnen nauwelijks nog comfortabel verblijven, omdat het zo succesvol is”, legt hij uit. “We mogen geen slachtoffer worden van ons succes. We moeten vrij snel schakelen en zorgen voor maatregelen, want de patiënten moeten nu een beetje aan comfort inboeten. Ambulante zorg wordt steeds belangrijker en bedden worden minder en minder essentieel in een ziekenhuis. Vroeger was een ziekenhuis meer een beddenhuis, nu en vooral in de toekomst wordt dat steeds minder belangrijk.”
De administratie rond een bevalling is de laatste jaren enorm toegenomen. “Vroeger kon alles gewoon op één blaadje worden ingevuld”, pikt Antheunis in. “Op de voorkant de moeder, op de achterkant het kindje. Als je nu kijkt is dat echt een bundeltje papieren.”
Technologie De bevalling zelf is naar eigen zeggen ook veranderd. Maar daarom is het niet gemakkelijker geworden. “Voor de moeders is het wel beter. Zo heb je nu pijnstillers voor hen. Een voordeel van de technologie zijn de monitors. Op die manier kan je de baby veel beter opvolgen”, zegt Stevens.
Ligdagprijs “Het Sint-Trudo Ziekenhuis is altijd wel een redelijk rendabel ziekenhuis geweest”, gaat financieel directeur Koen De Coninck verder. “Ook omdat we historisch gezien een efficiënt ziekenhuis zijn. Daarbij gaan we spaarzaam met onze middelen om en proberen we een maximale kwaliteit te behalen met de ingezette middelen. Het is een historiek die hier binnen dit ‘huis’ leeft en die we ook proberen verder te zetten.” “Natuurlijk hebben we historisch gezien heel wat vermogen opgebouwd. Het is niet zo dat we blijven sparen zonder iets te investeren of aan te kopen. Wel is het de bedoeling om in de toekomst geld in te zetten als dat nodig is. De eerste opdracht is natuurlijk om goede zorg te verlenen aan onze pa-
Dat alles technischer is geworden, bevestigt Antheunis. “Vroeger was het qua bevalling eenvoudiger dan nu. Toen was je met twee en je bleef er gewoon bij. Je had twee handen en twee ogen, meer had je eigenlijk niet nodig.” In sommige situaties wordt er nu te veel op de monitors gelet. “Je ziet het normaal wel als een vrouw gaat flauwvallen hoor, maar nu moet je eerst de bloeddruk nemen om te zien of ze ook écht gaat flauwvallen. Iedereen kijkt naar de schermen en niet naar de vrouw, dat is ook een groot verschil.” Over wat de job zo mooi maakt zijn beide vrouwen het eens. “Je zou er eens bij moeten staan als die baby geboren wordt. Echt waar, dat is gewoon onbeschrijfelijk. Zelfs na al die jaren dat we in de sector zitten. Afgelopen zondag hadden we nog een bevalling in bad. Zonder epidurale, zonder infuus. Wel, ik kan je verzekeren, daar is het om te doen.” (Lars Rondags)
betaald. Dat is ongeveer zo’n 40% van onze inkomsten. De tweede grootste bron van inkomsten zijn de honoraria van de artsen. De derde bron is afkomstig van farmaceutische producten. Beter gezegd, dat zijn de medicatie die op de ziekenhuisfactuur belanden. Een laatste stuk van inkomsten zijn de Riziv-forfaits, inkomsten vanuit het Riziv. Die worden eerder forfaitair afgerekend. Het is een redelijk complex verhaal maar dit zijn de grootste delen waar het ziekenhuis zijn geld uit haalt.”
De bekendste chirurg in Sint-Truiden en omstreken is zonder twijfel Luc Renson. De orthopedisch chirurg is inmiddels 67 jaar, maar met pensioen wil hij nog niet gaan. Renson is bekend tot buiten Europa. Voordrachten gaf hij al in China, maar in Sint-Truiden is hij vooral bekend als lid van de straattheatergroep CV De Bòddelkèèr. “De mensen gaan daar mee in op, zelfs wanneer ze op de operatietafel liggen”, lacht Renson.
Drie leden van gezin Maesen werken in Sint-Trudo Ziekenhuis “Maar we zien elkaar hier bijna nooit” Het gezin Maesen uit Tienen zorgt voor drie werknemers in het Truiense Sint-Trudo Ziekenhuis. Vader Erik werkt er als aankoopmanager. Zijn oudste dochter Stéphanie is al twee jaar als vroedvrouw aan de slag en jongste dochter Michelle is sinds een jaar verpleegkundige op de afdeling heelkunde. De drie beroepen hebben weinig met elkaar te maken, zodat ze elkaar weinig tegenkomen op de werkvloer. “Ik werk nu ruim vier jaar in het ziekenhuis, maar zie mijn dochters hier weinig”, zegt Erik. Dochter Stéphanie pikt in. “Soms zie ik papa wel op de afdeling verschijnen. Er komen nieuwe gynaecologen bij en ze gaan de verlos- en arbeidskamers vernieuwen. Dan verschijnt papa al eens.” Hoe komt het dat de gezinsleden in hetzelfde ziekenhuis werken? “Ik had een goede stage op orthopedie gedaan en ben
gebleven”, begint Michelle haar verhaal. Haar zus Stéphanie is op dezelfde manier in Sint-Trudo terechtgekomen. “Binnen het ziekenhuis heerst er een leuke werksfeer. Mocht papa hier niet werken, dan zouden wij hier toch zijn.” “Het is een middelgroot ziekenhuis en dat zorgt ervoor dat het ook aangenamer is om te werken dan in grotere ziekenhuizen”, verduidelijkt Erik. “De beslissings-
Vader Erik komt zijn dochters Stéphanie (links) en Michelle (rechts) niet zo vaak tegen in het ziekenhuis. FOTO HBVL bevoegdheden gaan daar ook veel trager.” Voor Michelle is het feit dat het ziekenhuis nieuw is ook een belangrijk punt. Ook thuis is Sint-Trudo een gespreksonderwerp. “Althans toch met Michelle,
want Stephanie woont al alleen”, zegt Erik. “Je moet het werk ook kunnen loslaten”, concludeert Michelle. “En natuurlijk kan je ook niet alles zeggen, want we zitten met het beroepsgeheim.” (Lars Rondags)
Chirurg Luc Renson is gekend als ‘den doktoor van De Bòddelkèèr’
“Zelfs op de operatietafel spreekt men er mij over aan”
Algemeen directeur Raf Lippens merkt op dat ambulante dienstverlening steeds belangrijker wordt: “Vroeger was een ziekenhuis een beddenhuis. Nu en vooral in de toekomst wordt dat steeds minder belangrijk.” FOTO JOZEF CROUGHS tiënten”, aldus De Coninck. Maar waar haalt het ziekenhuis eigenlijk zijn geld? “Dat is een goede vraag, maar daar heb ik niet echt een eenvoudig antwoord op. De belangrijkste bron van inkomsten is het budget financiële middelen, dat beter gekend is als de ‘ligdagprijs’. Dat is een budget dat door de overheid wordt gealloceerd over de verschillende ziekenhuizen en waarvan een deel wordt afgerekend via de patiëntenfactuur. Het grootste deel wordt echter rechtstreeks door de mutualiteiten
Luc Renson is bekend van Sint-Truiden tot Japan. FOTO JOZEF CROUGHS
Chantal Antheunis (tweede van links) en Marie-Rose Stevens (tweede van rechts) hebben de laatste jaren heel wat zien veranderen op de kraamafdeling: “Vroeger was het qua bevalling eenvoudiger dan nu. Toen was je met twee en je bleef er gewoon bij. Je had twee handen en twee ogen, meer had je eigenlijk niet nodig.”FOTO JOZEF CROUGHS
Renson is een Truienaar in hart en nieren. Al 32 jaar werkt hij in het Sint-Trudo Ziekenhuis. “Ik kan per jaar verlengen en dat doe ik ook. Ik ben over de limiet gegaan, maar dat doe ik wel vaker”, lacht hij. “Het ziekenhuis is heel gezond. Niet alleen financieel, maar ook qua beleid. Het heeft een goede dynamiek. Het trekt altijd nieuwe specialisten aan en die brengen nieuwe technieken mee.” Renson is orthopedisch chirurg. Dat betekent dat hij onder meer heup- en knieprothesen moet plaatsen. “Zelfs daar is een enorme evolutie in gekomen”, licht hij toe. “Het is zelfs zo geëvolueerd dat je alles in 3D-beelden kan zetten. Op basis van die beelden kan je je chirurgie echt op maat maken. Ik was de eerste die daarmee werkte. Dat sloeg enorm aan, met als gevolg dat veel buitenlandse artsen naar hier kwamen om kennis te maken met deze nieuwe techniek. Daarbij mocht ik zelfs lezingen gaan geven tot in China
en Japan.”
De Bòddelkèèr Buiten zijn werk speelt Renson mee in een volkstheater in SintTruiden. “Dat is mijn uitlaatklep en ook mijn maatschappelijke ‘verworteling’ hier in de streek”, geeft hij toe. “Een kleine tien jaar geleden zijn we daarmee gestart. In totaal een achttal man.” Het speciale van dat theater is dat alles in het Truiens dialect wordt gesproken. “Dat dit ooit zo’n begrip in de streek zou worden, had ik nooit durven dromen”, straalt Renson. “De bedoeling was om de identiteit van de stad te versterken. Dat doen we door altijd op pad te zijn met een caravan, een beetje zoals Bassie & Adriaan vroeger.” De mensen zijn zelfs op de operatietafel nog over De Bòddelkèèr bezig. “Ik heb al vaak gehoord: ‘Wie gaat me opereren? Aah, den doktoor van de Bòddelkèèr.’ Dat zijn dingen waar ik altijd opnieuw mee moet lachen.” (Lars Rondags)