Raadsvoorstel
GEMEENTEBESTUUR
onderwerp
Gebiedsontwikkeling Kazernekwartier 14 20-03-2012 25-04-2012
team OBPRO
Centrum Euregio: hoofdstad en vitaal hart A. Beurskens
datum 20 maart 2012
raadsnummer 2012 collegevergadering d.d. raadsvergadering d.d. fatale termijn programma portefeuillehouder
steller S. Mennen doorkiesnummer 077-359 7254 e-mail s.mennen@venlo.nl registratienummer 2012/3305
Essenties van het voorgestelde zijn dat uw raad, binnen de ruimtelijke en financiële kaders van het door uw raad in mei 2011 vastgestelde Ontwikkelplan FHK 2025 besluit tot vaststelling van de uitgewerkte visie Lijnstad voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier en bepaalt, hoe bij de realisatie daarvan, wordt omgegaan met cultuurhistorie en C2C/duurzaamheid. Tevens wordt voorgesteld in te stemmen met een aangepaste ontwikkelstrategie en een herschikking van de reeds beschikbaar gestelde middelen. Teneinde de ontwikkeling planologisch mogelijk te maken wordt voorgesteld het bestemmingsplan Kazernekwartier vast te stellen. Daarmee kan de bouwontwikkeling daadwerkelijk begin 2013 een aanvang nemen. Leeswijzer Onderhavig voorstel ziet op de Gebiedsontwikkeling Kazernekwartier en bevat de voorstellen die kaderstellend zijn voor de wijze waarop deze ontwikkeling zal plaatsvinden en maken deze ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk. De hoofdlijnen van de voorstellen, in onderlinge samenhang bezien, worden in dit voorstel geschetst. Voor een nadere toelichting wordt bij de diverse onderdelen verwezen naar de bijlagen met oplegnotitie. Dit raadsvoorstel is als volgt opgebouwd. Achtereenvolgens wordt uw raad geschetst op welke wijze, binnen de kaders van het door uw raad op 25 mei jl. vastgestelde Ontwikkelplan FHK 2025 uitvoering is gegeven aan uw besluiten en nadien aangenomen moties (§ 1). Toegelicht wordt hoe deze moties, en actuele ontwikkelingen, hebben geleid tot de voorliggend uitgewerkt stedenbouwkundig plan Lijnstad (§ 2). Vervolgens wordt ingegaan op de keuzen voor een mogelijke ontwikkelstrategie (§ 3), de daarmee samenhangende planactualisatie en de financiële implicaties daarvan (§ 4). Vervolgens komen de voorstellen aan de orde die zien op het vaststellen van het planologisch –juridisch kader van de planontwikkeling, zoals het bestemmingsplan en een aantal direct daarmee samenhangende besluiten (§ 5) en het selectieadvies archeologie (§ 6) en wordt ingaan op het Ambitiedocument C2C Kazernekwartier (§ 7) dat ter vaststelling wordt aangeboden. Tot slot wordt uw raad geïnformeerd over inhoud en procedure van de besluitvorming over het Beeldregieplan, de resultaten van het gesprek met de stad (§ 8), en het vervolgproces van de ontwikkeling (§ 9). De voorstellen aan uw raad volgen deze structuur.
1
Raadsvoorstel
Voorstel om te besluiten (dictum) 1. Instemmen met het uitgewerkte stedenbouwkundig plan Lijnstad als basis voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier; 2. Ten behoeve van deze ontwikkeling: a. instemmen met de geschetste ontwikkelstrategie voor de Lijnstadzone en het Park; b instemmen met de voorgestelde herschikking van de beschikbare middelen Kazernekwartier, waarmee de (financiële) ontwikkelingen budgettair neutraal kunnen worden opgevangen; 3. Terzake het bestemmingsplan Kazernekwartier׃ a. In te stemmen met het bijgevoegde zienswijzenverslag m.b.t. bestemmingsplan en MER en de zienswijzen, zoals in het zienswijzenverslag aangegeven, al dan niet (geheel of gedeeltelijk) overnemen; b. het bestemmingsplan “Kazernekwartier” gewijzigd vast te stellen in papiervorm dd maart 2012 en digitaal (idn.nummer NL.IMRO.0983.BPL.2010014KZRNKWRTVA01) met inachtneming van bijbehorend MER, de onderliggende rapportages en de Nota van wijzigingen bestemmingsplan Kazernekwartier; c. besluiten tot nemen van het maatregelenpakket ter beperking van hinder door (grootschalige) muziekevenementen, zoals beschreven in paragraaf 5 van dit raadsvoorstel en de effecten van deze maatregelen jaarlijks te evalueren; d. besluiten geen exploitatieplan vast te stellen; 4. Instemmen met Selectieadvies archeologie; 5. Vaststellen Ambitiedocument “Cradle to Cradle in het Kazernekwartier” met daarin de Cradle to Cradle ambities met betrekking tot energie, water, materiaal, functioneel groen en archeologie/cultuurhistorie en a) Deze ambities bij het uitwerken van de plannen voor de inrichting van de openbare ruimte en de ontwikkeling van de toekomstige renovatie- en nieuwbouwplannen als uitgangspunt te hanteren voor zowel de gemeente Venlo als private investeerders. b) In samenhang met beslispunt 2b, voor het stimuleren van het bereiken van deze ambities, businesscases op het gebied van C2C en duurzaamheid uitwerken en op basis daarvan starten met een intensief traject met als doel het genereren van subsidies voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier. Burgemeester en wethouders van Venlo de secretaris de burgemeester
Mevrouw W.J.J. Meijering
2
drs. H.M.F. Bruls
Raadsvoorstel
Onderstaande tabel duidt deze beslispunten, met nummering bijlage(n) en vindplaats van de toelichting(en).
Beslispunt nummer Rv
Naam/Nummering raadsbijlagen
Toelichting in Rv Uitvoeriger toelichting
1
1. Stedenbouwkundig plan Lijnstad 2. Financieel Raamwerk I t/m IV
§ 2, vanaf pagina 10
2 a en b
3 a, b, c en d 4 5 a en b Nvt Besluitvorming volgt in juni
3
3. Bestemmingsplan/mer I t/m IX 4. Selectieadvies archeologie 5. Ambitiedocument C2C kazernekwartier 6. Beeldregieplan Kazernekwartier
§ 3 Ontwikkelstrategie vanaf pagina 14 § 4 Financieel raamwerk vanaf pagina 20 Oplegnotitie bij bijlage 2 § 5 , vanaf pagina 26 Oplegnotitie bij bijlage 3 § 6 vanaf pagina 30 Oplegnotitie bij bijlage 4 § 7 vanaf pagina 33 Oplegnotitie bij bijlage 5 § 8 vanaf pagina 34 Oplegnotitie bij bijlage 6
Raadsvoorstel
Samenvatting (Verplicht, maximaal een half A4) , Het Kazernekwartier betreft een majeure ontwikkeling waarmee invulling wordt gegeven aan onze ambitie om uit te groeien tot een (eu)regionale centrumstad. De ontwikkeling van deze locatie, met de voorgestane hoogwaardige invulling met leisure, en waarin ook de cultuurhistorie en C2C/duurzaamheid een nadrukkelijke plek hebben, zal de stad meer betekenis geven in (eu)regionaal verband. In dit voorstel wordt geschetst hoe met een herschikking van middelen, binnen de ruimtelijke en financiĂŤle kaders van het door uw raad in mei 2011 vastgestelde Ontwikkelplan FHK 2025, de ontwikkeling kan plaatsvinden. Het voorgestelde ruimtelijk beeld wordt gegeven in het uitgewerkte stedenbouwkundig plan Lijnstad dat voorziet in een betere faseerbaarheid, flexibeler van aanpak is en waarin het fort het structurerend element is dat op verschillende wijzen wordt verbeeld. Tevens wordt voorgesteld in te stemmen met een gepaste ontwikkelstrategie, waarbij de zone in de lijn langs het spoor als eerste optie in een keer in de markt wordt gezet en de parkzone kavelgewijs wordt uitgegeven. Teneinde de ontwikkeling planologisch mogelijk te maken wordt voorgesteld het bestemmingsplan Kazernekwartier vast te stellen. Met deze besluiten stelt uw raad kaderstellend het toekomstperspectief van deze gebiedsontwikkeling vast, wat het tevens mogelijk maakt dat de bouwontwikkeling daadwerkelijk begin 2013 een aanvang neemt. Bijlagen Nr. 1. 2. I II
Naam Uitgewerkt stedenbouwkundig plan Lijnstad Financieel Raamwerk Kazernekwartier Meerjarenbegroting Grondexploitatie A Ruimtegebruik B Detailberekeningen fase 1 en 2 MIP, grote infrastructuur Verbeelding van het Fort Documenten bestemmingsplan Kazernekwartier, Bestemmingsplan MER en aanvulling MER Zienswijzenverslag Nota van wijzigingen Toetsingsadviezen commissie M.e.r. Verantwoordingsbesluit Externe Veiligheid De ingediende zienswijzen Aanvullende notitie externe veiligheid n.a.v. advies cie m.e.r. Aanvullende notitie over geluidniveaus bij voetbalwedstrijden en luidruchtige evenementen met bijbehorend maatregelenpakket Selectieadvies archeologie Ambitiedocument C2C Beeldregieplan
III IV 3 I II III IV V VI VII VIII IX 4. 5. 6.
Datum Maart 2012 Maart 2012
Maart 2012 Juni 2011/ Januari 2012 Maart 2012 Maart 2012 November 2011/Maart 2012 Juni 2011 Aug/sept/oktober 2011 Maart 2012 Maart 2012 Maart 2012 Maart 2012 Maart 2012
Voor de raadsleden liggen de delen II, III en IV van bijlage 2, vertrouwelijk ter inzage bij de griffier. De stukken behorend bij bijlage 3, inzake het bestemmingsplan, liggen vanwege de omvang daarvan, op de gebruikelijke wijze ter inzage, met uitzondering van de leeswijzer, behorend bij het zienswijzenverslag, die bij de onderhavige stukken is gevoegd.
4
Raadsvoorstel - onderbouwing
Onderbouwing Algemene toelichting Wat is kernopgave (Wat is de belangrijkste opdracht voor de gemeenteraad?) Kern is de ambitie van Venlo te groeien tot een euregionale centrum stad zoals verwoord in de Strategische Visie 2030 teneinde een stad te blijven die kan groeien, economisch sterk blijft en daarmee het draagvlak voor voorzieningen kan behouden. De ontwikkeling van het Kazernekwartier, waartoe de raad eerder besloot, geeft invulling aan deze ambitie. Behoud van bestuurlijke focus op deze ambitie is cruciaal voor het uiteindelijke resultaat.
Relatie met programma Het betreft programmalijn 1 van het raadsprogramma Centrum Euregio; versterken van grootstedelijke functies in hun samenhang. Centrale indicator is de positie van Venlo als centrumstad. Wat is het beoogde maatschappelijke resultaat (Wat wilt u bereiken?) Het beoogde resultaat is een gebiedsontwikkeling met een hoogwaardig leisure signatuur en forse investeringen van private partijen in de onmiddellijke nabijheid van het centrum die de historische binnenstad completeert. Het Kazernekwartier biedt de kans het “visitekaartje� van de stad en de regio te worden en aldus de inwoners een hernieuwd gevoel van trots te geven en ook derden te boeien en te binden aan deze stad.
Waarom? (Wat is de aanleiding om de raad hiervoor in stelling te brengen?) De raad is initiator van de ontwikkeling en steeds intensief betrokken geweest bij eerdere beslismomenten daarover. In mei jl. heeft de raad besloten tot de ontwikkeling conform het Ontwikkelplan FHK 2025. Dit plan is verder uitgewerkt en nu ligt het moment voor om door te pakken op de ingezette gebiedsontwikkeling, de daarvoor benodigde besluiten te nemen en het plan op basis van de uitgewerkte visie, ontwikkelstrategie en binnen de gestelde financiĂŤle kaders, verder tot uitvoering te brengen.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Afweging / argumentatie (Welke politieke keuzevraagstukken dienen zich aan? Zijn er reële alternatieven? Welke belangenafweging moet daarbij door de raad worden gemaakt?)
De afwegingen zijn complex. Het betreft een majeure ontwikkeling waarin investeringen worden gevraagd. Ontwikkeling van deze locatie, met de voorgestane hoogwaardige invulling met leisure en waarin ook de cultuurhistorie een nadrukkelijke plek heeft, zal de stad meer betekenis geven binnen de (eu)regio.
Welke externe partners en adviesraden zijn erbij betrokken? MFC de Kazerne BV, Holland Casino, en Top Care Health Services. Cie Mer, NS en Prorail, Rijkswaterstaat, Provincie Limburg, Rijksdienst voor het cultureel erfgoed en het C2C Expolab Voor het overige is de specificatie van de betrokken externe partners/adviesraden en organisaties opgenomen raadsbijlage 3, onderdeel II bestemmingsplantoelichting .
Financiële paragraaf Een aantal ontwikkelingen in de periode vanaf mei 2011 heeft geleid tot meerkosten. De grondexploitatie is onder druk komen te staan o.a. als gevolg van een gewijzigde grondafname. Naar aanleiding van de op 25 mei jl. aangenomen motie en de oproep daartoe vanuit de samenleving is de verbeelding van het fort in het uitgewerkte stedenbouwkundige plan opgenomen alsmede de C2C/duurzaamheidsplannen. De kosten van verbeelding van het fort en de onderzoekskosten voor het opstellen van businesscases op het gebied van C2C en duurzaamheid zijn in het nieuwe financiële raamwerk meegenomen. Herberekeningen en heroverweging van de grote infrastructurele werken conform het meerjareninvesteringsprogramma alsmede de vrijval van middelen als gevolg van handhaving van de Koel en het afhaken van het ROC bieden mogelijkheden om de meerkosten te dekken. Middels herschikking van de beschikbare middelen Kazernekwartier kunnen de financiële wijzigingen budgettair neutraal worden opgevangen.
Risicoparagraaf (welke risico’s spelen een rol bij de besluitvorming?) Wel of geen risico Juridische aspecten en wettelijk kader
Wel of niet +
Financiële risico’s en aspecten
+
Economische risico’s
-
Maatschappelijke risico’s
-
Exploitatie, realisatie, ontwikkeling, beheer, bouw- en planschade
+
Raadsvoorstel - onderbouwing
Afbreukrisico’s en mogelijke contractschade (in relatie tot externe partners)
+
Overige strategische risico’s
+
Toelichting (Benoem de relevante, strategische risico’s) De risico‘s dienen in hun onderlinge samenhang worden bezien. Hierin is voorzien in de toelichting in § 4 bij Risico’s en Risicobeheer op pagina 24.
Vervolgprocedure voor de raad In juni as. volgt naar verwachting het Raadsvoorstel tot vaststelling van het ter inzage gelegde Beeldregieplan Kazernekwartier. Uw raad ontvangt voor de vergadering van 25 april as een Rib met de ingekomen inspraak reacties. Op dat moment is definitief bekend of het voorstel tot vaststelling in juni as ter besluitvorming kan worden voorgelegd. Uiteraard zal uw raad betrokken blijven bij het vervolgproces van de ontwikkeling.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Inleiding Onderhavig voorstel ziet op de Gebiedsontwikkeling Kazernekwartier en bevat de voorstellen die kaderstellend zijn voor de wijze waarop deze ontwikkeling zal plaatsvinden en maken deze ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk. De hoofdlijnen van de voorstellen, in onderlinge samenhang bezien, worden in dit voorstel geschetst. Voor een nadere toelichting wordt bij de diverse onderdelen verwezen naar de oplegnotitie behorend bij de desbetreffende bijlage. Dit raadsvoorstel is als volgt opgebouwd. Achtereenvolgend wordt uw raad geschetst op welke wijze, binnen het totale kader van het door uw raad op 25 mei jl. vaststelde Ontwikkelplan FHK 2025 uitvoering is gegeven aan de door uw raad daarbij, en nadien, aangenomen moties (§ 1). Toegelicht wordt hoe deze moties, en actuele ontwikkelingen, hebben geleid tot het voorliggende nader uitgewerkte stedenbouwkundige plan Lijnstad (§ 2). Vervolgens wordt ingegaan op de keuzen voor een mogelijke ontwikkelstrategie (§ 3), de daarmee samenhangende planactualisatie, en de financiele implicaties daarvan (§ 4). Vervolgens komen de voorstellen aan de orde die zien op het vaststellen van het planologisch –juridisch kader van de planontwikkeling, zoals bestemmingsplan en een aantal direct daarmee samenhangende besluiten (§ 5) en het selectieadvies archeologie (§ 6) en wordt ingaan op het Ambitiedocument C2C Kazernekwartier (§ 7) dat ter vaststelling wordt aangeboden. Tot slot wordt uw raad geinformeerd over inhoud en procedure besluitvorming Beeldregieplan ruimtelijke kwaliteit Kazernekwartier, de resultaten van het gesprek met de stad (§ 8), en het vervolgproces van de ontwikkeling (§ 9), § 1 Recente besluitvorming 25 mei 2011 In deze vergadering stelde uw raad het Ontwikkelplan FHK 2025 vast. Deze kaders gelden nog onverkort en daarmee is, in relatie tot het onderhavig voorstel, van deze besluitvorming relevant dat uw raad instemde met׃ - de stedenbouwkundige visie Lijnstad als basis voor het in procedure te brengen bestemmingsplan - de voorgestelde ontwikkelstrategie - het financiële raamwerk, bestaande uit de Grondexploitatie, de Businesscase Parkeren en het Meerjaren Investerings Programma 2011-2014 ten behoeve van de hoofdinfra. Uw raad stelde een tweetal kredieten beschikbaar 1. een uitvoeringskrediet op basis van de door ons college vastgestelde Grondexploitatie van € 41.430.000,- ten behoeve van fase 1 van de gebiedsontwikkeling 2. een voorbereidingskrediet van € 800.000,- het voor opstellen van een geïntegreerd Programma van Eisen en kosten voor gecombineerde Europese aanbesteding van MFC, ROC en gebouwde parkeervoorzieningen. Daarnaast stelde uw raad eerder al in de meerjarenbegroting de middelen beschikbaar voor de infra. Tevens is door uw raad in de periode 2006-2010 voor de aankoop van het terrein, het visietraject (met het ontwerpend onderzoek), en voor de kosten beheer en onderhoud in totaal € 15,04 mio aan kredieten beschikbaar gesteld.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Tevens gaf uw raad in mei jl. een nadere opdracht mee in de vorm van een tweetal moties: - de motie van het CDA die oproept om alles in het werk te stellen om zoveel mogelijk elementen van het fort zichtbaar te behouden voor de stad en ter plekke een maquette te plaatsen die exact de resten van het fort beschrijft zoals dan bekend; - de motie van de Lokale Democraten die het College verzoekt inwoners van Venlo op te roepen suggesties te leveren voor een optimale beleving van het park rondom het MFC en de suggesties binnen het op 25 mei jl. vastgestelde budget uit te voeren. 26 oktober 2011 Naar aanleiding van de geschetste actuele ontwikkelingen, zoals het wegvallen van het Play Your Game Concept van Holland Casino en het ROC, werd door de raad de motie van D66 aangenomen die het college opriep om bij de definitieve besluitvorming over het MFC in beeld te brengen wat dat betekent voor de ontwikkelstrategie, infrastructuur, de financiën en de cultuurhistorie. 4 november 2011 Bij de begrotingsbehandeling op 4 november jl. werd een motie van de SP, Groen Links, Realisten ’82 en Venlokaal aangenomen waarbij het college is verzocht een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden tot behoud van Fort St. Michiel en daarover bij de vaststelling van het bestemmingsplan te rapporteren. Uitvoering moties - Ter uitvoering van de motie van de Lokale democraten van 25 mei jl. heeft in de afgelopen maanden het gesprek met de stad plaats gevonden. In § 7 wordt ingegaan op de resultaten daarvan. - Ter uitvoering van de motie van 4 november jl. hebben inmiddels separate onderzoeken plaatsgevonden naar, - de kosten van behoud en onderhoud van het huidige muurwerk, - de kosten van reconstructie van het volledige fort en de maatschappelijke meerwaarde daarvan, en de - mogelijkheden en maatschappelijke meerwaarde van actieve visualisatie, benutting van beleving van (gereconstrueerde) delen van het fort binnen het voorliggende plan. Over de resultaten daarvan ontvangt u parallel aan dit voorstel een separate Raadsinformatiebrief 2012/36. De conclusies uit dit onderzoek omtrent de mogelijkheden en meerwaarde van benutting van het fort, waarvan inpassing past binnen de kaders van het Ontwikkelplan FHK 2025/visie Lijnstad, komen in § 2 en 3 (fysiek) en §4 (financieel) aan de orde. Tot zover een korte weergave van de besluiten tot nu toe. In de volgende paragrafen geven wij aan op welke wijze wij hier bij de planuitwerking mee zijn omgegaan, een en ander voor zover dit betrekking heeft op de in dit voorstel aan de orde zijnde besluiten aangaande de Gebiedsontwikkeling Kazernekwartier. De relatie met de besluiten rondom het MFC wordt gelegd in Raadsconsultatiebrief 2012/4 met daarin opgenomen raadsbesluit nr 15.
Raadsvoorstel - onderbouwing
§ 2 Stedenbouwkundige visie : Uitwerking & Programma Aanleiding De raadsmoties tot het zichtbaar maken van de cultuurhistorie en een aantal ontwikkelingen tesamen hebben nadrukkelijk richting gegeven aan de door ons voorgestelde verdere uitwerking van het plan. Rond de zomer werd, met de voortgaande archeologische onderzoeken, meer bekend over de feitelijke omvang en staat van het aanwezige muurwerk van het fort. Dit leidde tot het inzicht dat deze verrassend compleet waren en overwegend in zeer goede staat. Met het zichtbaar worden van dit muurwerk, klonk ook vanuit de samenleving nadrukkelijk de roep om dit unieke historische bouwwerk een passende plek te geven. Tot slot was het in het najaar, met het wegvallen van het ROC en het Play Your Game concept van Holland Casino, mogelijk tegen deze achtergrond om te zien naar een aangepaste ruimtelijke setting in de Lijnstad-zone. Dit heeft geleid tot een aantal wezenlijke aanpassingen in het voorliggende uitgewerkte stedenbouwkundige plan. Historische lagen De locatie is met zijn bijzondere ligging, in de bocht van de Maas, van oudsher verbonden met de stad. Op de locatie zijn Romeinse sporen gevonden, waaronder deze van een Romeinse weg. In de 17e eeuw bouwden de Spanjaarden het stervormige Fort St Michiel ten behoeve van de versterking van hun positie in Limburg. In de 20e eeuw werd de Frederik Hendrik Kazerne gerealiseerd met ondermeer de karakteristieke symmetrische bebouwing ten opzichte van de centrale appèlplaats. De referentie aan de Romeinse weg wordt in het nieuwe plan teruggebracht door de Romeinse Boulevard, een voetgangerspromenade, naast de centrale hoofdontsluitingsweg. De ster van het Spaanse fort vormt, zowel in het parkachtige deel als in de Lijnstad, structurerend principe. Zoveel mogelijk handhaving en inpassing van de karakteristieke kazernegebouwen, niet alleen de rijksmonumentale maar óók die aan de appèlplaats, is uitgangspunt van de ontwikkeling. Daarmee accentueren bebouwing en groen de, tot hart van het stadspark te transformeren, appèlplaats. Het uitgewerkte stedenbouwkundige plan Lijnstad verbindt als vierde laag, deze lagen en voegt een nieuwe 21e eeuwse laag toe. Het samengaan van deze historische lagen in het plangebied is in bovenstaand figuur verbeeld.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Het rondje fort Het unieke karakter van het fort, en de kwaliteit ervan, maakt dat integratie ervan de attractiewaarde van de locatie vergroot. Dit kan op diverse manieren. Voorgesteld wordt om voor de zichtbaarheid en beleefbaarheid van het fort 4 verschillende benaderingen te kiezen. In de Spoor-zone is het fort op maaiveld zichtbaar in de bestrating, danwel in de gebouwen. Tevens kan het fort daar, eventueel ondergronds zichtbaar worden gemaakt, door incorporatie in de te realiseren bebouwing. In het westelijke parkdeel is de muur zichtbaar als een (zit)rand, en op de appèlplaats wordt het muurwerk van het fort opgebouwd, en voorzien van de aarden wallen. Voorgesteld wordt daar ook de grachtdelen terug te brengen.
In bijgaande figuur is geïllustreerd op welke wijze dit zou kunnen. Hiermee kan als het ware door het plangebied “een rondje fort” worden gemaakt.
Benutting van het fort binnen de ontwikkeling Het voorliggende plan biedt kansen om de cultuurhistorie te laten renderen. Hierop wordt in § 3 en § 6 nader ingegaan. Op de kosten hiervan en de medeneming in het planontwikkelingsproces wordt in § 4 ingegaan. Visie Lijnstad, eindbeeld Kazernekwartier Vanuit de kaderstelling van het door uw raad vastgestelde Ontwikkelplan FHK 2025, op basis van het model Lijnstad, hebben wij de visie verder doorontwikkeld en leggen wij het uitgewerkte stedenbouwkundige plan aan u voor. Het illustratieve eindbeeld van mei jl en het thans voorliggende is onderstaand, ter vergelijk, opgenomen.
Raadsvoorstel - onderbouwing
De belangrijkste kernprincipes van de vastgestelde visie Lijnstad zijn onverkort gehandhaafd, dit zijn: o concentratie van de bebouwing in de lijn langs het spoor o voor het overige een parkachtige setting van het terrein als binnentuin en een open verbinding met Raaijweide als buitentuin o multimodale bereikbaarheid en verbinding met de centra van Venlo en Blerick, met behulp van een aantal infrastructurele maatregelen, in combinatie met maatwerk op piek momenten, en adequate parkeervoorzieningen. Het meest significante verschil met de visie van mei jl is het vervallen van de verhoogde boulevard en het parkeerdek in de lijn met daar bovenop de gebouwen, van oa Holland Casino PYG en ROC. In het plan was in de lijn ‘alles aan alles’ gekoppeld. Zo vroeg het dek om de realisatie, en daarmee de voorinvestering, van het gebouwd parkeren. Uitvoering daarvan werd, achteraf bezien, moeilijker. In de samenhang van het Ontwikkelplan FHK van mei jl sloten het ruimtelijk plan en de voorgenomen investering van partijen direct op elkaar aan. De situatie is nu anders. Dit voorliggende vernieuwde stedenbouwkundig plan borduurt voort op het plan Lijnstad, maar voorziet in de mogelijkheid van een andere, veel beter te faseren en flexibeler aanpak. Eén die begint vanuit datgene wat er al is en vanuit een kleinere schaal. Het illustratieve beeld van de 1e stap.
Het gebouwde parkeerprogramma wat op termijn moet worden gerealiseerd kan worden opgelost op verschillende manieren; in parkeergebouwen, op het dak van leisure functies of onder een klein dak. In § 3 en § 4 wordt nader ingegaan op de ontwikkelstrategie, de fasering en de bijbehorende investeringen. Programma Het stedenbouwkundig plan biedt, ook in de aangepaste ruimtelijke setting, ruimte voor een hoogwaardig aansprekend (eu)regionaal programma, van in totaal 140.000 m2 BVO, met Leisure als hoofdthema. Aanvullende thema’s hierbij zijn sport, gezondheid, beperkt zakelijke
Raadsvoorstel - onderbouwing
dienstverlening, aan de leisure functie gelieerde detailhandel en eventueel onderwijs. In het plan wordt in aanvang vooral uitgegaan van maaiveld parkeren. In deze fase kunnen op het terrein ten behoeve van het als eerste stap te realiseren MFC (40.000 m2 BVO) met grootschalige evenementen ca. 2.000 maaiveld parkeerplaatsen worden gefaciliteerd. Relatie Visie Stedelijk Centrum De structuurschets Stedelijk Centrum 2025 (met uitwerking voor het Kazernekwartier) is in 2009 ter kennisname aan de Raad aangeboden. In lijn met deze structuurschets wordt momenteel de Visie Stedelijk Centrum (VSC) opgesteld. Over de uitgangspunten en de te benaderen stakeholders is uw raad medio vorig jaar geconsulteerd; binnenkort zal de VSC ter vaststelling aan uw raad worden aangeboden. Wij informeren u op hoofdlijnen over de wijze waarop onderhavig raadsvoorstel is afgestemd met de VSC. Hoofdlijn VSC De hoofddoelstellingen voor de VSC komen voort uit het raadsprogramma Centrum van de Euregio: 'het versterken van grootstedelijke functies in hun samenhang' en 'het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit'. Naast de historische binnenstad worden hierbij de lopende gebiedsontwikkelingen voor het Kazernekwartier en Maaswaard als onderdeel van het stedelijk centrum gezien. Belangrijk thema binnen de VSC is de economische crisis en de concurrentie tussen gebieden en projecten om het schaarse programma. Voor grootstedelijke voorzieningen in Venlo zal de VSC het afwegingskader vormen voor de verdeling van het schaarse programma tussen gebieden en projecten. Om te zorgen dat de binnenstad dĂŠ aantrekkelijke, krachtige, sociale en economische motor van Venlo blijft, is de hoofdlijn van de strategie om te focussen op het stedelijk centrum als geheel, en hierbinnen extra prioriteit te geven aan de historische binnenstad. Deze extra focus op de binnenstad betekent dat nieuwe grootstedelijke voorzieningen zoveel mogelijk in de historische binnenstad worden gerealiseerd, tenzij het ruimtelijk of bedrijfseconomisch echt niet inpasbaar is. Ruimtelijke en programmatische afstemming met de binnenstad Vanuit het gedachtegoed van de VSC kan de ontwikkeling van het Kazernekwartier de attractiewaarde van het centrum van Venlo flink vergroten. Grootstedelijke voorzieningen op het gebied van Leisure kunnen een grote impuls geven aan het voorzieningenniveau in de stad en in de regio. Omdat het keuzepalet aan grootstedelijke voorzieningen door de ontwikkeling van het Kazernekwartier flink wordt uitgebreid is de gebiedsontwikkeling een kans om meer bezoekers naar het centrum (en daarmee ook naar onze historische binnenstad) te krijgen. Ook wordt de kans vergroot om bezoekers in en om de binnenstad te doen overnachten. Wij hechten als college veel waarde aan een goede ruimtelijke en programmatische afstemming van de gebiedsontwikkeling met de andere ontwikkelingen in het stedelijk centrum, omdat de gebiedsontwikkeling ook ongewenste effecten kan hebben. Als door concurrentie van voorzieningen op het Kazernekwartier minder mensen de binnenstad gaan bezoeken kan dit verlies van levendigheid en ruimtelijke kwaliteit betekenen en een vergroting van de structurele leegstand in de binnenstad. Regio De ontwikkelstrategie voor Lijnstad zal zich zoveel als mogelijk richten op nieuwe doelgroepen in de (eu)regio. Daarnaast zal ook, via de regio, afstemming plaatsvinden met regionale ontwikkelingen. Nu reeds is sprake van een regionale betrokkenheid bij het project, hetgeen heeft geleid tot de bijdrage uit het Regiofonds aan de infra. Tevens wordt vanuit de
Raadsvoorstel - onderbouwing
regio aangegeven dat, vanuit de positionering en uitstraling van deze regio, belang wordt gehecht aan deze ontwikkeling. De dialoog met de regio zal in vervolg op de besluitvorming, ook over andere vormen van participatie, worden gecontinueerd en geïntensiveerd. Aandachtspunten voor verdere uitwerking van de gebiedsontwikkeling Kazernekwartier Om het Kazernekwartier echt onderdeel te laten worden van het centrum van Venlo en het gebied complementair te laten functioneren aan de binnenstad is bij de verdere uitwerking een aantal zaken van belang. Zo is het van groot belang dat er vanuit het Kazernekwartier een adequate langzaam verkeersverbinding komt die direct aanlandt in het loopcircuit van de binnenstad. Dit vergroot sterk de mogelijkheid om van voorzieningen in beide gebieden gebruik te maken (combinatiebezoek). Het belang daarvan blijkt ook uit de gesprekken met stakeholders die in het kader van de Visie Stedelijk Centrum zijn gevoerd. Het Kazernekwartier wordt hoofdzakelijk bestemd voor een Leisure concept van een zodanige schaal dat dit niet inpasbaar is in de binnenstad. Voor andere functies zoals kantoren, detailhandel, voorzover die geen noodzakelijke functie vervullen binnen het leisure concept, geldt dat deze bij voorkeur landen in de binnenstad. Het is namelijk goed denkbaar dat deze aan leisure gelieerde functies een ondersteunende rol vervullen bij hoofdfuncties. Daarmee zijn deze functies complementair en aanvullend aan die in de binnenstad. In het voorliggende stedenbouwkundig plan Lijnstad en de ontwikkelstrategie is gestreefd naar een economisch uitvoerbaar ontwikkelconcept, waarbij tegelijkertijd geprobeerd is om programmatische concurrentie met bestaande voorzieningen in de binnenstad en met andere projecten elders in Venlo te beperken. Bij het in de markt zetten van de eerste fase zal in de aanbestedingsvoorwaarden geborgd worden dat de markt met een concept komt dat past binnen het gewenste leisureprofiel en dat er geen significante programmatische concurrentie optreedt met de rest van het stedelijk centrum. Voorstel (beslispunt 1) Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met het uitgewerkt stedenbouwkundig plan als basis voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier (bijlage 1). § 3. Ontwikkelstrategie- en sporen De ontwikkelstrategie Het FHK terrein kon naar verwachting in mei jl. worden ingevuld met 4 afnemers: MFC , ROC, Holland Casino PYG (HC-PYG) en Top Care. Tegen de achtergrond van een langjarige gebiedsontwikkeling een relatief groot volume aan functies, overwegend geconcentreerd langs het spoor, dat in een kort tijdsbestek gerealiseerd zou worden. Het ontwikkelperspectief voor de overige delen van het FHK terrein was op dat moment nog globaal en onderdeel van reguliere studies. In de zomer van 2011 wijzigde het ontwikkelperspectief. ROC besloot definitief niet naar het FHK-terrein te komen. Door HC werden de grootschalige en zeer ambitieuze nieuwbouw ambities ter plekke ingeperkt. De ontwikkeling van het MFC ging gewoon door, doch wel met een nadrukkelijke boodschap van de gemeenteraad om stichtingskosten en financiële risico’s terug te dringen en meer aandacht te hebben voor C2C/duurzaamheid en cultuurhistorie.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Inmiddels is Top Care gevestigd op het terrein. De nieuwbouw is in gebruik genomen en de restauratie van het rijksmonumentale KMAR gebouw is onderhanden. In de context van de invulling van het totale FHK deed zich in de periode vanaf mei 2011 tot op heden in het ontwikkelperspectief nog een andere belangwekkende ontwikkeling voor. Een breed gedragen politiek maatschappelijke vraag naar substantieel meer aandacht voor archeologie, cultuurhistorie en duurzaamheid/cradle to cradle ter plekke. De diverse studies op basis van deze vraag, alsmede op basis van reeds bestaand beleid, toonden aan dat het wegvallen (ROC) of inperken van functie (PYG/HC) weliswaar betreurd wordt doch dat er ook kansen zijn om met alternatieve functies de totale ontwikkeling voortvarend door te laten gaan. Daartoe dient dan wel een strategie gevolgd te worden, waarbij naast het toevoegen van hoogwaardige nieuwe functies, in een synchroon traject veel meer wordt ingezet op een sterke meer ‘organische ontwikkeling’; Bestaande kwaliteiten van het terrein worden op korte termijn daartoe ook volop benut. De synthese kan ontstaan door ‘oud’ en ‘nieuw’ qua vormgeving en gebruik sterk te verbinden Wat is de betekenis van voornoemde ontwikkelingen voor de toekomst van het Kazerneterrein? Onderwijs/kennis: De terugtrekking van het ROC is vooral van immateriële betekenis, te weten de contextrijke leeromgeving waaraan geen invulling wordt gegeven. Het effect ervan op de grondexploitatie is gering. Op dit moment vindt vanuit de hoger onderwijssector een vestigingsonderzoek plaats waarbij het niet uitgesloten is dat daarbij ook het oog valt op het Kazernekwartier. Holland Casino: Voor Holland Casino geldt dat een vestiging op het Kazernekwartier, met het (vernieuwde) huidige concept, aansprekend en attractief is en een trekker vormt voor het op de locatie beoogde leisure concept. Wel heeft de realisatie van dit casino-concept, in plaats van PYG, een effect op de grondopbrengst. Holland Casino zit op de huidige locatie langs de A 67 in een juridisch planologische tijdsklem. Holland Casino blijft Venlo zien als een aantrekkelijke vestigingsplaats. Holland Casino heeft aangegeven voor haar herhuisvestingsplan het Kazernekwartier serieus op haalbaarheid te onderzoeken. De wens van Holland Casino om een pand te huren impliceert dat een ontwikkelaar / belegger aangetrokken moet worden voor de nieuwbouw in de lijn langs het spoor. Top Care Voor Topcare, waarbij hoogwaardig (medische) begeleiding plaats vindt van cliënten is het van belang dat de openbare ruimte daarvoor ingericht en gebruikt kan worden. Top Care heeft bewust gekozen voor een open karakter zonder hekwerk. Deze filosofie vergt een omgeving die aantrekkelijk is voor verblijf. Het faciliteren van Top Care hierbij is van belang, omdat daarmee ook vergelijkbare investeerders aangetrokken kunnen worden. MFC Met MFC De Kazerne bv is overeenstemming bereikt over een te sluiten , juridisch bindende Raamovereenkomst. Het MFC wordt compacter van opzet, financieel beheersbaar en zodanig ontworpen dat wordt ingezet op de kansrijkheid van visualisering en benutting van de archeologische waarden van het fort. Het MFC wordt duurzaam ontworpen en gaat zo mogelijk tevens fungeren als ‘groene motor’ voor de totale gebiedsontwikkeling. Een dak met
Raadsvoorstel - onderbouwing
zonnecellen, een WKO en andere functies zijn de groene leverancier van energie aan nieuwe en bestaande functies op het terrein. Het MFC wordt dus naast een accommodatie voor voetbal, evenementen, business en horeca ook leverancier van hernieuwbare energie in het gebied. In Raadsconsultatie 2012/4 komt dit verder aan de orde. Overige acquisities Al geruime tijd is sprake van een constructief overleg met investeerders in de hotel/wellness branche. Met een investeerder lopen er concrete onderhandelingen over de verkoop van een groot perceel ten behoeve van een zeer hoogwaardige ontwikkeling in het noord/oostelijk deel van het terrein. Gezondheid, recreatie en ontspanning in een aantrekkelijke omgeving nabij de Maas, met leisure functies die goed ontsloten zijn, maken het FHK aantrekkelijk voor andere investeerders. Cultuurhistorie/archeologie Uitgangspunt is dat recht wordt gedaan aan de cultuurhistorische lagen van de lokatie en zoveel mogelijk archeologie, waaronder het fort, in situ wordt behouden. Cruciaal is dat de laag ‘fort’ ook een belangrijke functie krijgt in de ontwikkeling. Op de appèlplaats wordt het fort op uiteenlopende wijzen zichtbaar gemaakt, gecombineerd met een openbare ruimte met veel groen, water en hoogwaardige materialen. Dit zal het Kazernekwartier een unieke uitstraling geven. Op het terrein staan diverse monumentale en beeldbepalende gebouwen. Er wordt zoveel als mogelijk ingezet op hergebruik en restauratie. Het KMAR gebouw van Top Care is een voorbeeld van een functionele en hoogwaardige combinatie van nieuw en oud. Functies op het gebied van, educatie, gezondheid en horeca zijn goed inpasbaar. De kwaliteit van het ‘casco’ is over het algemeen goed. De Molukse gemeenschap heeft aangegeven dat ze graag haar historie met andere gebruikers door de eeuwen heen op het terrein, zichtbaar voor een breder publiek wil maken. Ontwikkeling op korte termijn van de openbare ruimte met veel groen, water en unieke archeologie zal als trekker gaan functioneren voor ingebruikname van bestaande monumentale en beeldbepalende gebouwen, en voor investeerders op het terrein. Duurzaamheid/Cradle to Cradle Duurzaamheid en Cradle to Cradle worden de rode draad in de langjarige ontwikkeling van het terrein. Veel meer nog dan een gebouw, zoals het nieuwe stadskantoor en de Villa Flora, biedt de gebiedsontwikkeling mogelijkheden waarbij duurzaamheid en de principes van Cradle to Cradle in praktijk kunnen worden gebracht. Een ambitiedocument met een ‘roadmap’ fungeert als leidraad (zie § 7) . De toegevoegde waarde voor de regio Venlo als bakermat van deze principes zal op een ander niveau komen. Een stadskantoor en Villa Flora trekken veel aandacht van professionals en vakpers. Een FHK terrein waar veel mensen in de toekomst letterlijk geconfronteerd worden met de resultaten van duurzaamheid en Cradle to Cradle heeft een veel sterkere impact op de bewustwording van een groot publiek. Met de Provincie Limburg vindt op dit moment constructief overleg plaats om de mogelijkheden te inventariseren om het C2C-aspect van de Kazernekwartier ontwikkeling financieel te ondersteunen. De ontwikkelsporen 1..” Langs de spoorlijn” (ca. 7 ha ): Een hoog stedelijke zone opgesloten door het MFC en het Holland Casino dat mogelijk in huidige omvang behouden blijft voor het Kazerneterrein. In het gebied tussen deze trekkers
Raadsvoorstel - onderbouwing
ligt een intercitystation en onderscheidende commerciële functies overwegend in de leisure sfeer. Deze leisure ontwikkeling zal op de (eu)regionale markt tenminste moeten concurreren met steden zoals Roermond of Maastricht. Essentieel is dus dat bij de nadere invulling van het terrein gekozen wordt voor hoogwaardige functies met voldoende aantrekkingskracht. De gebouwen en omgeving die grote mensenmassa’s aan kan fungeert als ‘Green engine’ en als ‘milieubuffer’ voor het aangrenzende karakteristieke en rustige Parkgebied. Daarmee zijn de gebouwen niet alleen ruimtelijk-functioneel van belang maar scheppen ze direct de randvoorwaarde voor het creëren van meerwaarde: enerzijds maken de gebouwen een parkontwikkeling in de “luwte” mogelijk en anderzijds zorgen de gebouwen voor een positievere energiebalans (gebruik hernieuwbare energiebron/economisch rendement) voor het totale Kazernekwartier (zie ook bijlage 5, “Cradle to Cradle in het Kazernekwartier Venlo”). Groslijst van (mogelijke) functies langs de spoorlijn: Hoofdfuncties o Indoor evenementen; zoals congressen, beurzen en concerten. o Professioneel voetbal o Actieve indoor-recreatie, zoals sport, schaatsbaan, gaming, bowling e.d. o Casino o Parkeren voor bezoekers Kazernekwartier Aanvullende functies o Aan leisure gelieerde detailhandel zoals sport en spel, beauty & wellness en onderwijs & kennis, zoals een sportshop o Zakelijke dienstverlening groter dan 500 m2, zoals kantoren/business center o Praktijkgericht onderwijs o Parkeren voor bezoekers van de binnenstad op topdrukke dagen. Functies die binnen een andere hoofdfunctie kunnen voorkomen (ondersteunende functies) zijn publiekgerichte dienstverlening, verblijfsfuncties (hotel), restaurant, café en indoor recreatie met een klein ruimtebeslag zoals pool en darts. In totaal 110.000 m2 BVO. 2.” In ’t Park” (15 ha) Een gebied dat gekenmerkt wordt door een zorgvuldige stedenbouwkundige overgang van een zeer intensief stedelijk programma naar een hoogwaardig en grootschalig ‘landschappelijk en recreatief’ programma in een parkachtige setting. (Her)gebruik van bestaande gebouwen, groen, water en toevoeging van bijzonder Leisure/rust/gezondheid functies zijn enerzijds in contrast met het programma langs de lijn en anderzijds is er ruimte voor uitwisseling en diverse vormen van synthese. Groslijst van mogelijke functies in het park: Hoofdfuncties o Park met bijvoorbeeld speelweide, sportveld, tuinen o Passieve recreatie als sauna wellness, watergerichte recreatie o Expositie archeologie o Buitenevenementen o Parkeren voor bezoekers Kazernekwartier Aanvullende functies
Raadsvoorstel - onderbouwing
o o o o
Praktijkgericht onderwijs Dienstverlening op het gebied van gezondheid, zoals fysiotherapie en fitness Parkeren voor bezoekers van de binnenstad op topdrukke dagen. Aan leisure gelieerde detailhandel zoals sport en spel, beauty & wellness en onderwijs & kennis
De volgende functies alleen ondersteunend (dwz dat ze alleen binnen een andere hoofdfunctie mogen voorkomen). o o
Publiekgerichte dienstverlening Hotel en andere horeca
In totaal 30.000 m2 BVO Resumé: 1 + 1 = 3 De totale ontwikkeling langs de lijn en in het parkgebied met voldoende diversiteit, goed bereikbaar, in een setting aan de Maas nabij de historische binnenstad zal de aantrekkingskracht van Venlo als (eur)regionale stad ook op lange termijn in vele opzichten duurzaam versterken. De hardware, fraaie gebouwen, visualisering Fort St. Michiel en openbare ruimte ter plekke is van belang, maar zeker ook de software: de gebruikers en bezoekers van het terrein zullen een grote impuls geven in sociaal economisch en cultureel opzicht. De bouwactiviteiten hebben een direct effect op de werkgelegenheid. Een vuistregel in vastgoedland is dat elke € 100.000,= bouwvolume 1 mensjaar werkgelegenheid oplevert. Bij een investeringsniveau van ca 300 mln betekent dit 3000 arbeidsjaren. Het werkgelegenheidseffect op lange termijn zal uitgaande van 100.000 m2 BVO (is excl MFC); en 1 fte per 50-100/m2 leiden tot 1.000-2.000 fte’s te vermeerderen met de werkgelegenheid in de toelevering. Het streven is om bij deze werkgelegenheid maximaal in te zetten op arbeidskrachten uit de regio. Als gemeente sturen wij bij deze ontwikkeling tevens op de social return ambitie. Dit houdt in dat de gemeente bij haar inkoop met de ontwikkelende bedrijven overeenkomt dat zij iets teruggeven” aan de maatschappij als zij een opdracht uitvoeren (voor de overheid). Hierbij denken wij aan in de praktijk gebruikte varianten zoals: - Een reservering van 5% van de aanneemsom voor het inzetten van werkzoekenden of stagiaires, waarmee de werkgelegenheid wordt gestimuleerd; - Het opnemen van een ‘sociale paragraaf”/convenant tussen gemeente en uitvoerende partijen. Deze biedt ruimte aan innovatie en creativiteit om zo de beste vorm van samenwerking te vinden tussen de gemeente en bedrijven en ook tussen bedrijven en organisaties onderling. Voorwaarden ontwikkelsporen ‘Langs de spoorlijn’ en ‘In ’t Park’ Het completeren van een hoogwaardig en geïntegreerd ”Leisure project” met (eu)regionale allure vraagt om het aantrekken van kapitaalkrachtige investeerders en exploitanten die in staat zijn een synthese tussen de samenstellende onderdelen van het project te bewerkstelligen Er is ook plaats voor de kleinere investeerder. De verkoop van waardevolle bestaande panden of gronden in het Parkgebied kan, analoog aan een initiatief zoals Top Care, ook
Raadsvoorstel - onderbouwing
plaats vinden aan investeerders met een kleiner budget, die echter wel beschikken over een bijzondere functie. Voor het gebied langs de spoorlijn geldt evenwel dat gezocht moet worden naar grote kapitaalkrachtige en risicodragende investeerders. Een ontwikkeling zoals de lijnzone met een footprint van 70.000 m2 en een programma van 110.000 m2 BVO, waarvan 40.000 m2 BVO MFC, vergt ook de nodige marktexpertise. Bij de markt ligt de uitdaging om risicodragend deze zone langs het spoor , in aansluiting op het MFC te completeren tot een hoogstedelijk gebied met uiteenlopende functies die elkaar moeten versterken naar de onderscheiden doelgroepen toe. De bezoekers van evenementen, de voetbalfan, de casino speler , de wellness klant, de zakenrelatie, de cultuurminnaar en het disco publiek. Van jong tot oud. Dit vraagt ook een geïntegreerde benadering in termen van marketing waarbij ook verbindingen met het MFC complex, de Maaspoort, het poppodium in Venlo, en met het centrum van Blerick moeten worden gelegd. Ontwikkelstrategie gebieden ‘Langs de spoorlijn’ en ‘In ’t Park’ Waar het project op voorhand al kon rekenen op een flinke grondafname, wordt nu een meer marktgerichte benadering gekozen voor de afzet en ontwikkeling van de gronden. Of grote potentiële investeerders/exploitanten kunnen worden geïnteresseerd in een ontwikkeling hangt in eerste instantie af van de verdiencapaciteit op de locatie. Voor een deel van de vrije tijdsfuncties, met uitzondering van de casino functie en het aan leisure gelieerde commerciële programma, is die beperkt. Er lijkt inmiddels enig zicht op de liberalisering van de kansspelen. Naar onze mening liggen er op afzienbare termijn kansen voor investeerders en/of exploitanten. Er is aanleiding voor marktpartijen te anticiperen op de in beweging zijnde casinofunctie en de omvang van de investeringen hierop af te stemmen. De verdiencapaciteit kan in potentie substantieel worden verhoogd. Anders dan semi-openbare, maatschappelijke of onderwijsfuncties, lijken er op korte en middellange termijn weinig alternatieven te bedenken voor een grootschalige invulling van het Kazerneterrein. Zone ‘Langs de spoorlijn” Voor de aanbesteding cq uitgifte van de Spoorlijn-zone liggen er twee opties voor: Uitgifte aan een (1) marktpartij, dan wel een (klassieke) kavelgewijze uitgifte onder regie van de gemeente. Voor een zeer ambitieuze en relatief snelle realisatie van een geïntegreerd Leisure project zal gezien de ruimtelijke en exploitatietechnische samenhang uitgifte aan één marktpartij moeten plaatsvinden. Daarmee kunnen mogelijk ook op kortere termijn meer zekerheden m.b.t. de grondopbrengsten cq grondexploitatie worden verkregen. Selectie en uitvraag zullen zich nadrukkelijk richten op zowel de projectontwikkelaar, de leisure exploitant of een consortium van beiden, zodat een succesvolle aanbesteding zo goed mogelijk is veiliggesteld Een meer traditionele kavelgewijze uitgifte onder regie van de gemeente, ten behoeve van een wat minder ambitieuze en geïntegreerde ontwikkeling, kan dienen als terugvaloptie in de spoorlijnzone, in geval dat grote investeerders/exploitanten op korte termijn niet kunnen worden aangetrokken. Dit kan, gezien de langere uitgifte termijn en mogelijk geringer bouwvolume leiden tot een verslechtering van het resultaat in de grondexploitatie.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Vestiging Holland Casino Holland Casino heeft het voornemen om in zijn huidige vorm te verhuizen, mogelijk naar het Kazerne terrein. Afgesproken is dat Holland Casino en gemeente zich zullen inspannen de nieuwe huisvesting tijdig, en onder nader vast te stellen voorwaarden te vestigen op het Kazernekwartier. Lukt dat niet dan bestaat bij de gemeente de bereidheid om binnen de gemeentegrenzen naar een alternatieve locatie te zoeken. In verband met de juridisch planologische tijdsklem op de huidige locatie van Holland Casino moet in het vierde kwartaal van 2012 duidelijk zijn of de vestiging op het Kazernekwartier haalbaar is. Alleen dan is er nog voldoende tijd voor Holland Casino, om via het scenario van een alternatieve locatie, zich elders in Venlo te herhuisvesten. Het voornemen is om, direct na het besluit over het bestemmingsplan in de raad van 25 april as, tot publicatie van de gebiedsontwikkeling over te gaan ter consultatie van de markt waarin de aanbesteding van de nieuwe vestiging van Holland Casino zal worden meegenomen. Betekenis van MFC en Holland Casino voor Lijnstad Het MFC is een belangrijke aanjager voor Lijnstad mede omdat Holland Casino, de nabijheid van het MFC als een van haar voorwaarden stelt. Tezamen kunnen MFC en Holland Casino, zo deze zich vestigt op het Kazerneterrein weer een nieuw, breder platform vormen voor het aantrekken van nieuwe functies. Het belang van de aanwezigheid van de kansspellicentie binnen Lijnstad voor de ontwikkeling van een leisure concept werd hierboven al geschetst. Voorgesteld wordt voor de zone langs de spoorlijn als eerste optie in te zetten op selectie van, en uitgifte aan, een (1) marktpartij. ‘In ’t Park’ Vanuit de stedenbouwkundige structuur en functie bezien kan het Park een andere ontwikkelstrategie volgen. Een kavelgewijze uitgifte is een goede mogelijkheid om dit gebied tot ontwikkeling te brengen. Zo werd, zoals aangegeven, Topcare al gevestigd in de Parkzone en vinden gesprekken plaats met een potentiële kandidaat in de wellness sector, welke functie uitstekend aansluit bij het totale leisure concept. Door het zichtbaar maken van het fort zal de ontwikkelkracht van het ruimtelijk concept worden vergroot. Voorgesteld wordt om voor het park primair in te zetten op een geleidelijke, kavelgewijze uitgifte. Voorstel (beslispunt 2a) Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met de geschetste ontwikkelstrategie voor de Lijnstadzone en het Park. § 4. (geactualiseerd) Financieel Raamwerk In mei 2011 is het financieel raamwerk bij de stedenbouwkundige visie FHK gepresenteerd. Gekoppeld aan dit financieel raamwerk heeft u meerjarig middelen beschikbaar gesteld en het voornemen uitgesproken in de toekomst middelen in de begroting op te nemen.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Een aantal ontwikkelingen vanaf mei 2011 is van invloed op het financiële raamwerk: • Grondexploitatie: Als gevolg van het afhaken van Holland Casino voor wat betreft de PYG-formule en het ROC worden inkomsten later gegenereerd dan aanvankelijk geraamd en is de gemiddelde grondprijs in het gebied neerwaarts bijgesteld. Het grondexploitatieresultaat komt hiermee onder druk te staan (€ 7,1 mio = € 6,0 mio cw 2012). • Renteverlies bijdrage Algemene Dienst In mei 2011 is gecalculeerd dat € 6,3 mio op contante waarde 2011 nodig was als bijdrage uit de Algemene Dienst in het tekort van fase 1 van de grondexploitatie. In de Begroting 2012 is deze bijdrage echter vertaald in een bijdrage van 3 keer € 2,1 mio in de jaren 2012, 2016 en 2017. Omdat de bijdrage later wordt geëffectueerd dan 2011, is sprake van een negatief rente-effect (€ 1,1 mio). • Meerjarig investeringsprogramma (grote infrastructuur): ten opzichte van het vastgestelde MIP heeft de verdere planuitwerking gezorgd voor een aantal aanpassingen in de plannen: – Een substantiële aanpassing betreft de verbinding tussen het centrum van Venlo en het Kazernekwartier. Het blijkt mogelijk om de langzaam verkeersverbinding tussen het centrum van Venlo en het Kazernekwartier door betrekkelijk eenvoudige reconstructie van de spoor- en stadsbrug af te stemmen op de verkeersbehoefte in de eerstkomende jaren, en mogelijk langer wanneer reconstructie in de praktijk ook daarna soulaas blijkt te bieden. Op termijn blijft, als de invulling van het terrein gestalte heeft gekregen, een nieuwe brug die direct aansluit op het loopcircuit van de binnenstad, het eindbeeld. Een nadere overweging in deze treft u verderop in deze paragraaf aan. - Daarnaast zorgde de verdere uitwerking van de plannen voor betere, nauwkeurigere kostenramingen ten aanzien van de infrastructurele maatregelen. Mede door een wijziging in de uitvoeringsplanning van werken ontstaat financiële ruimte binnen het meerjarig- investeringsprogramma van de Algemene Dienst. • Publiek-private samenwerking: Door het afhaken van Holland Casino voor wat betreft inzake de ambitieuze PYG-formule en het ROC ontstaat binnen de meerjarenbegroting ruimte. - De voorziene onderwijssubsidie voor invoering van de contextrijke leeromgeving is niet meer aan de orde (€ 1 mio). - De voorziene vroegtijdige gedeeltelijke verplaatsing van de ambtelijke organisatie is nog maar beperkt aan de orde en de in de begroting opgenomen middelen ten behoeve van de verhuizing vallen, voor zover niet gebruikt, vrij in de algemene middelen. Deze vormen geen onderdeel van de voorgestelde herschikking van middelen. • Met betrekking tot het MFC is sprake van een sluitende businesscase. In Raadsconsultatie 2012/4 wordt hierop ingegaan. Omdat de Koel voorlopig gehandhaafd blijft als trainingsfaciliteit voor VVV zijn de gereserveerde middelen voor de overname niet meer nodig (€ 0,5 mio). Hiertegenover staat echter dat partijen, gemeente en MFC De Kazerne in het kader van de voorbereiding van het MFC hebben afgesproken de eigen personele kosten voor eigen rekening te brengen omdat deze niet verder ten laste van het MFC project kunnen worden gebracht (€ 0,5 mio). • Naar aanleiding van de op 25 mei jl. aangenomen motie en de oproep daartoe vanuit de samenleving is de verbeelding van het fort in het uitgewerkte stedenbouwkundige plan Lijnstad opgenomen. De hiermee samenhangende investeringen (€ 2 mio) zijn opgenomen in het financiële raamwerk . Een nadere overweging in deze treft u verder in deze paragraaf aan.
Raadsvoorstel - onderbouwing
•
het Ambitiedocument “Cradle to Cradle in het Kazernekwartier” met daarin de Cradle to Cradle ambities met betrekking tot energie, water, materiaal, functioneel groen en archeologie/cultuurhistorie (zie § 7). De kosten van uitwerking van het ambitiedocument in businesscases op het gebied van C2C en duurzaamheid zijn opgenomen in het financiële raamwerk (€ 0,5 mio).
In onderstaande overzichten worden de resultaten en dekking naar onderdeel conform de besluitvorming van mei 2011 en de voorgestelde resultaten en dekking (april 2012) weergegeven (bedragen in miljoenen euro’s) BESLUIT MEI 2011 onderdeel
resultaat
dekking dekking gemeente
Grondexploitatie
Grote infrastructuur
VOORSTEL APRIL 2012 onderdeel
reserve Grondbedrijf Algemene Dienst/MIP
3,7 15,5
MIP
13,4
23,4
Parkeren MFC '- businesscase '- business-seats '- boekwaarde de Koel HC '- verhuizing ambtelijke organ. Subsidie implement.contextr. Leeromg.
overige dekking
19,2
0,0 0,0 0,05/jaar 0,5 1,0 1,0
Grote infrastructuur
Parkeren MFC '- businesscase '- business-seats '- voorbereidende werkzaamheden HC '- verhuizing ambtelijke organ. Verbeelding Fort C2C businesscase
7,5 1,0 1,5
0,0
Algemene Dienst Algemene Dienst Algemene Dienst Algemene Dienst
resultaat
0,0 0,05/jaar 0,5 1,0 1,0
dekking dekking gemeente
Grondexploitatie
subsidie regio/prov. bijdrage pp.exploit. nog te verwerven subs
overige dekking
26,3 reserve Grondbedrijf Algemene Dienst/MIP
3,7 15,5
vrijval AD/MIP
7,1
MIP
3,6
12,1
0,0
subsidie regio/prov. bijdrage pp.exploit.
7,5 1,0
Nog te verwerven subs.
1,0
0,0
0,0 0,05/jaar 0,5 0,2 3,0
Algemene Dienst vrijval AD/MIP Algemene Dienst vrijval AD/MIP
0,0 0,05/jaar 0,5 0,2 2,0
0,5
vrijval AD/MIP
0,5
De herberekeningen en heroverweging van de grote infrastructurele werken alsmede de vrijval van middelen als gevolg van de handhaving van de Koel en het afhaken van het ROC vertegenwoordigen een vrijval binnen het MIP en de Algemene Dienst van ca. € 11,3 mio. Voorgesteld wordt om hiervan een bedrag van € 10,1 mio in te zetten ter compensatie van
Raadsvoorstel - onderbouwing
de meerkosten in de grondexploitatie (€ 7,1 mio), de kosten van voorbereidende werkzaamheden MFC (€ 0,5 mio), de verbeelding van het fort (€ 2,0 mio) en de businesscases C2C (€ 0,5 mio) (zie onderstaande tabel) Vergelijking raming april 2012 met raming mei 2011 (bedragen in miljoen euro's) minderkosten gemeente grote infrastructuur boekwaarde de Koel subsidie impl.contextrijke leeromgeving Totaal
meerkosten gemeente 9,8 grondexploitatie 0,5 MFC voorbereidende werkzaamheden 1,0 verbeelding Fort C2C businesscase 11,3
7,1 0,5 2,0 0,5 10,1
Per saldo is sprake van budgettaire neutraliteit ten opzichte van het financiële raamwerk van mei 2011. In bijlage 2 wordt het geactualiseerde Financieel Raamwerk Kazernekwartier aan de hand van de Meerjarenbegroting (bijlage 2, deel I) , de Grondexploitatie (bijlage 2, deel II, met ruimtegebruik en detailberekeningen fase 1 en 2) en het MIP-, grote infrastructuur (bijlage 2, deel III) nader toegelicht. Voorstel (beslispunt 2 b) Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met de voorgestelde herschikking van de beschikbare middelen Kazernekwartier, waarmee de (financiële) ontwikkelingen budgettair neutraal kunnen worden opgevangen (bijlage2) . Langzaamverkeersverbinding en Fort Door de met de herschikking van middelen voorgestelde keuze (voorlopig) geen nieuwe langzaamverkeersbrug te realiseren ontstaat o.a. financiele ruimte voor de verbeelding van het fort conform het uitgewerkte stedenbouwkundige plan Lijnstad. De kosten van verbeelding (bestaande uit reconstructie van het fort ter plaatse van de appèlplaats, restauratie van de muren/zichtbaar maken in het park en markering in de openbare ruimte/deels inpassing in de gebouwen in de lijn) worden geraamd op ca € 3 mio. Gezien de nationale importantie van het Fort worden subsidiemogelijkheden daarvoor reëel geacht. Inmiddels hebben hierover al gesprekken plaatsgevonden met de Provincie. Een eigen gemeentelijke inzet van financiële middelen voor deze reconstructie, voorgesteld wordt € 2 mio, is echter ook noodzakelijk. Deze middelen kunnen oa gevonden worden in geval, zoals wordt voorgesteld, wordt gekozen voor een reconstructie van de spoor- en stadsbrug in plaats van voor realisatie van een geheel nieuwe langzaamverkeerverbinding tussen centrum Venlo en het Kazernekwartier. De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan dit voorstel: - door het direct reconstrueren van het fort op de appèlplaats, markering muur in openbare ruimte/opname in gebouwen in de lijn gevolgd door restauratie/zichtbaar maken in het park wordt de ontwikkelkracht van het ruimtelijk concept van meet af aan vergroot. - door een doelgerichte inzet van middelen kan slim gebruik worden gemaakt van de bestaande voorzieningen. Door een combinatie van upgrading van de voetgangersverbinding en extra aanpassingen aan de Blerickse zijde, wordt, eveneens van meet af aan, voorzien in een, voor de eerste jaren van de planontwikkeling, adequate
Raadsvoorstel - onderbouwing
en comfortabele verbinding tussen de (parkeervoorzieningen in) het centrum van Venlo en het Kazernekwartier, en vice versa. - urgentie en tempo van realisatie van een nieuwe langzaam verkeersverbinding volgt, in de lijn van de gekozen meer organische ontwikkeling van het terrein, op de daadwerkelijke programmatische invulling van het Kazernekwartier. Op termijn blijft, als de invulling van het terrein gestalte heeft gekregen, een nieuwe brug die direct aansluit op het loopcircuit van de binnenstad, het eindbeeld. Op dat moment zullen de daarvoor benodigde middelen alsnog beschikbaar moeten komen. Definitieve besluitvorming hierover kan alsdan plaatsvinden op basis van een evaluatie van de bestaande –sterk verbeterde- verbindingen. Op dat moment kan de afweging worden gemaakt of voor het verbeteren van de stedenbouwkundige en economische samenhang tussen het centrum en het Kazernekwartier deze investering voldoende meerwaarde heeft om deze langzaamverkeersverbinding te realiseren. Risico’s en risicobeheer In deze paragraaf worden, vanuit verschillende invalshoeken, de belangrijkste, aan een majeure meerjarige ontwikkeling als de onderhavige verbonden, risico’s en de daarop betrekking hebbende beheersmaatregelen beschouwd. Financieel/economisch Zoals bij elke ontwikkeling, of het nu een bedrijventerrein, woningbouw of een andersoortige ontwikkeling betreft, is het grootste risico, zeker in de huidige tijd, het afzetrisico. In de voorgestane ontwikkelstrategie en grondexploitatie wordt uitgegaan van een integrale uitgifte van de zone langs het spoor. Daarmee is, specifiek voor deze ontwikkeling, een risico dat de markt niet bereid blijkt in een keer over te gaan tot afname van, en investeren in, deze zone. Reden waarom we voor deze locatie juist kiezen voor een voor de regio uniek hoogwaardig leisure programma waarvoor we met behulp van een maatwerk aanbesteding de Europese markt benaderen. Een realistische uitvraag, in combinatie met een eventuele bijstelling na de consultatieronde, beperkt dit risico. Naast een ambitieus leisure programma zetten we ook in op kwalitatief hoogwaardige ruimtelijk-fysieke invulling met accenten op de cultuurhistorie en C2C. Een dergelijke ontwikkeling kent kansen op regionale spinn-off en draagt daarmee bij aan de realisatie van de ambitie van Venlo om door te groeien tot euregionale centrum stad. Ingeval de aanbesteding van de lijn, in één keer, niet succesvol is, dan wordt als beheersmaatregel teruggevallen op een meer traditionele en getemporiseerde kavelgewijze uitgifte door de gemeente. Dit kan, gezien de langere uitgiftetermijn en mogelijk geringer bouwvolume, leiden tot een verslechtering van het resultaat in de grondexploitatie. Zo betekent een verlenging van de uitgiftetijd met 5 jaar een verslechtering van het exploitatieresultaat met ca € 4 mio. De kans dat dit risico zich voordoet dient op 50% te worden ingeschat. In het weerstandsvermogen van het ontwikkelbedrijf is rekening gehouden met dit risicoprofiel. Hierna worden de belangrijkste alternatieve ontwikkelscenario’s geschetst: * In geval na realisering van het MFC verdere ontwikkeling niet tot stand zou komen zal de boekwaarde van het restant van het terrein afgewaardeerd dienen te worden tot minimaal de oorspronkelijke aankoopkosten. Voor de realisatie van het MFC zijn immers wel meteen
Raadsvoorstel - onderbouwing
substantiële investeringen in de infrastructuur en het bouwrijpmaken nodig. De gemeentelijke onrendabele investering wordt in dat geval geraamd op ca. € 36 mio (CW 2012). Het tekort in geval de ontwikkeling van het Kazernekwartier geheel wordt afgerond bedraagt overigens ook ca € 36 mio. * Ingeval het onderhavig plan wordt ontwikkeld zonder MFC loopt het tekort op tot ca € 40 mio. * Het plantekort mét het MFC, maar zónder Holland Casino, bedraagt € 38 mio. * Een kavelgewijze aanpak, in plaats van uitgifte in één keer van de lijnzone, levert een tekort op van € 40 mio , door hogere rentekosten/latere uitgifte. Ingeval nu besloten wordt de ontwikkeling niet ter hand te nemen zal de boekwaarde van het terrein (ca € 18,5 mio) tot de oorspronkelijke aankoopkosten ad € 8,5 mio euro afgeboekt dienen te worden. Vanuit risicomanagement zou zelfs overwogen kunnen worden om tot verdergaande afboeking over te gaan. De gemeentelijke onrendabele investering bedraagt in dat geval € 10 tot 15 mio (Contante Waarde 2012). Overigens levert het stopzetten van de ontwikkeling nu geen grote vrijval van middelen op die anderszins kunnen worden ingezet. Financieel/technisch In de context van de doorontwikkeling is eveneens sprake van doorontwikkeling van grof naar fijn van de posten binnen de grondexploitatie. In het proces van rekenen en tekenen is de visie uitgewerkt naar het stedenbouwkundigplan en beeldregieplan waarbij rekening is gehouden met de cultuur-historische waarden in het gebied: In de grondexploitatieberekening is het programma en het ruimtegebruik conform dit stedenbouwkundig plan verwerkt. De aanvankelijk geraamde onvoorziene posten zijn daarmee steeds concreter geworden en hebben een definitieve plek gevonden in de kostenposten zoals infra, bouwrijpmaken, onderzoeken ed. Dit leidt per definitie tot een inkrimping van de post onvoorzien. Als beheersmaatregel om de voorgestane kwaliteit binnen de geraamde kosten te realiseren zal continue monitoring van de ramingen en sturing op kostenbeheersing plaatsvinden. Als beheersmaatregel op kosten en tempo van de benodigde onderzoeken op gebied van archeologie wordt inmiddels gewerkt op basis van Europees aanbestede raamovereenkomsten, waarbinnen via een mini-competitie snelle selectie en gunning kan plaatsvinden. Risico’s met betrekking tot de overschrijding van de investeringen in de grote infrastructurele werken (MIP) zijn verkleind omdat de omvang van de investeringen is verlaagd . Ondanks de lagere investeringen is de voorziene bijdrage uit het regiofonds gehandhaafd. Met een geschat risico van ca € 2 mio op afname van de bijdrage, zal hierop zonodig bestuurlijke interventie worden gepleegd. Hiertegenover staat dat de eerder ingerekende, nog te zoeken subsidie ad € 1,5 mio, in verband met de lagere investeringen, niet meer in de begroting is opgenomen en dus geen risico meer vormt. Planologisch/juridisch. Teneinde deze ontwikkeling planologisch-juridisch mogelijk te maken is een nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht. Hierop zijn de wettelijke rechtsbeschermingsmogelijkheden van toepassing. In de realisatieplanning is met de gebruikelijke proceduretijd en risico’s rekening gehouden. Ingeval de gemeente, als gevolg van een bestuursrechtelijke uitspraak, de plannen overnieuw in procedure moet brengen, werkt dit vertragend en kostenverhogend op de planrealisatie. Bij een te grote vertraging is het risico dat partijen
Raadsvoorstel - onderbouwing
afhaken niet uit te sluiten. Als beheersmaatregel zijn de relevante partijen van meet af aan bij de totstandkoming betrokken (wettelijke vooroverleg- en advisering en inspraak) en heeft over de resultaten tussentijds onafhankelijke toetsing plaatsgevonden (commissie MER). De aanbevelingen van de commissie zijn overgenomen. Hierop wordt in ยง 5 nader ingegaan. ยง 5. Bestemmingsplan, MER en exploitatieplan Inleiding Op basis van de Visie Lijnstad is een milieueffectrapportage en een bestemmingsplan opgesteld om de realisatie van het beoogde programma op het Kazernekwartier mogelijk te maken. Voor een uitgebreidere beschrijving van hetgeen in deze paragraaf is benoemd wordt verwezen naar bijlage 3, met oplegnotitie, en de bijlagen delen I t/m IX. Sprake is van een globaal en flexibel bestemmingsplan met voldoende rechtszekerheid voor belanghebbenden. Globaal en flexibel wil vooral zeggen dat wordt gewerkt met grote bestemmingsvlakken en aanduidingen. De vaststelling van het bestemmingsplan is een bevoegdheid van uw raad (bijlage 3, deel I, beslispunt 3b) De milieueffectrapportage (MER) geeft een beschrijving van milieueffecten als gevolg van het herontwikkelen van het Kazernekwartier op basis van de Visie Lijnstad (bijlage 3, deel II). Het MER behoeft niet als zodanig te worden vastgesteld. Het MER behelst informatie die aan de voorbereiding van het bestemmingsplan ten grondslag ligt. Het MER advies ziet toe op de volledigheid van de informatie die hieraan ten grondslag ligt en gebruikt wordt voor de besluitvorming. Na vaststelling van het bestemmingsplan kan een belanghebbende tegen het plan beroep instellen bij de Raad van State. MER-onderzoeken In het kader van bestemmingsplan en MER is een aantal onderzoeken uitgevoerd op gebieden als externe veiligheid, luchtkwaliteit, geluid, ecologie, bodem, water, verkeer, archeologie en cultuurhistorie. Tevens zijn een distributieplanologisch onderzoek annex economische effectenrapportage en een cultuurhistorische verkenning uitgevoerd. Uit de onderzoeken blijkt, dat de voorgenomen ontwikkeling ruimtelijk inpasbaar is. Wel dienen voor een zestal woningen aan de Kazernestraat als gevolg van wegverkeerslawaai op de Kazernestraat hogere grenswaarden ingevolge de Wet geluidhinder te worden vastgesteld. Dit is een bevoegdheid van ons college. Het vaststellen van een exploitatieplan is, zoals hieronder nader wordt toegelicht, niet nodig. Alvorens op het juridische proces van het bestemmingsplan en MER wordt eerst nog inhoudelijk ingezoomd op de onderdelen evenementen, externe veiligheid, hogere grenswaarden Wet geluidhinder (Wgh.), exploitatieplan en cultuurhistorie. * Evenementen In de gemeente Venlo vindt jaarlijks een groot aantal evenementen plaats, waarvan een aantal met een hoog geluidniveau. De gemeente Venlo ontwikkelt het Kazernekwartier als een gebied voor leisure en wenst binnen de nieuwe planontwikkeling wederom ruimte te bieden aan evenementen. Binnen de plangrenzen wordt hiervoor een evenemententerrein aangewezen dat is gelegen aan de Maas. Tevens is de realisatie van een MFC beoogd, waarin naast voetbalwedstrijden ook evenementen (muziek, beurzen/congressen e.d.) plaats
Raadsvoorstel - onderbouwing
moeten kunnen vinden. Het MFC is een gesloten gebouw, waarvan het dak (bijv. tijdens voetbalwedstrijden) kan worden geopend. In het kader van het MER voor het ontwerp-bestemmingsplan zijn de gevolgen van de keuze om evenementen toe te staan op het gebied van geluid in beeld gebracht. Uit de resultaten van het uitgevoerde akoestisch onderzoek blijkt dat: - voetbalwedstrijden in het MFC in de dagperiode met een open dak binnen de reguliere normen kunnen plaatsvinden; - bij voetbalwedstrijden in de avonduren mogelijk (mede afhankelijk van het ontwerp van het MFC) een lichte overschrijding van de reguliere normen plaatsvindt; hiervoor zal in het kader van de omgevingsvergunning middels maatwerkvoorschriften ophoging tot 55 dB(A) kunnen worden toegestaan. - zowel op het evenemententerrein als in het MFC per locatie ieder maximaal 12 dagen per jaar muziekevenementen kunnen plaatsvinden waarbij de reguliere geluidsnorm wordt overschreden; - evenementen die onder deze norm vallen, onbeperkt kunnen plaatsvinden; - de evenementen die nu reeds op het kazerneterrein plaatsvinden ook op het nieuw in te richten evenemententerrein akoestisch inpasbaar zijn zonder dat verregaande concessies moeten worden gedaan aan het geluidniveau dat in het verleden aan deze evenementen is vergund. Grootschalige muziekevenementen: incidentele situaties In de gemeente Venlo is voor deze incidentele situaties (de zgn 12 dagen-regeling), voor het evenemententerrein én het MFC aansluiting gezocht bij het geluidbeleid bij evenementen in het kader van de Algemene Plaatselijk Verordening (APV). Dit geluidbeleid bij evenementen laat maximaal 80 dB(A) op geluidgevoelige bestemmingen toe. Met name met het oog op (grootschalige) muziekevenementen zullen in de uitvoeringssfeer een aantal maatregelen ter beperking van geluid- en verkeershinder worden genomen, te weten: • het verrichten van geluidmetingen tijdens muziekevenementen; • opstelling van een doorlopende evenementenkalender; • het inzetten van een Maxxbcl ((bas)limiters ter reductie van geluid en het filteren van lage bastonen); • het laten inzetten van verkeersregelaars op piekmomenten; • het laten verspreiden van bewonersbrieven aan omwonenden. • vastleggen van de regierol van de gemeente op aantal en momenten van evenementen (inclusief voetbalwedstrijden in het MFC); • aandacht voor de akoestische eigenschappen van het MFC bij het verlenen van de omgevingsvergunning, met het oog op het beperken van de geluidemissie, bijvoorbeeld bij evenementen; • handhaven van de zogeheten 12-dagenregeling voor luidruchtige evenementen in het plangebied; • opstellen van een plan (draaiboek) voor de bereikbaarheid van het plangebied en het parkeren bij evenementen vóór opening van het MFC; • het indien nodig opleggen van maatregelen aan organisatoren van evenementen en voetbalwedstrijden, zoals het verplichten tot het gebruik van de genoemde (bas)limiters, het laten inzetten van verkeersregelaars op piekmomenten en het laten verspreiden van bewonersbrieven aan omwonenden; • vaststellen van een evaluatieprogramma; onderdeel daarvan is het meetprogramma voor geluid bij evenementen en monitoring en evaluatie van evenementen via onder
Raadsvoorstel - onderbouwing
andere een bestaande klankbordgroep. Beslispunt 3c van dit voorstel ziet op de besluitvorming over het te nemen maatregelenpakket en jaarlijkse evaluatie daarvan. * Externe veiligheid Groepsrisico In onze vergadering van 21 juni 2011 hebben wij geoordeeld, dat de voorgenomen ontwikkeling van het Kazernekwartier in het kader van het groepsrisico externe veiligheid ondanks de significante toename van het groepsrisico verantwoord is. Dit standpunt is ingenomen op basis van een schriftelijk advies van en in overleg met de Veiligheidsregio Noord-Limburg. Daarbij hebben wij besloten een aantal veiligheidsmaatregelen te nemen en bepaald via welke instrumenten (zoals bestemmingsplan en privaatrechtelijke overeenkomsten) die maatregelen worden geborgd. Ook is bepaald, dat de Veiligheidsregio bij de verdere planuitwerking ten aanzien van de bereikbaarheids- en bestrijdbaarheidsmaatregelen wordt betrokken. Tenslotte is het besluit genomen, dat grote personendichtheden bij de verdere uitwerking van de diverse gebouwen zo ver mogelijk van de risicobron worden gesitueerd. Beleidsplan externe veiligheid In het in uw vergadering van 25 januari 2012 vastgestelde Beleidsplan Externe Veiligheid is reeds rekening gehouden met het verhoogde groepsrisico dat met de onderhavige ontwikkeling is gemoeid. * Hogere grenswaarden Wet geluidhinder Voor een zestal woningen aan de Kazernestraat, gelegen tegenover de huidige ingang van het kazerneterrein, zijnde tevens de toekomstige entree van het Kazernekwartier, hebben wij hogere grenswaarden vastgesteld als gevolg van het wegverkeerslawaai op de Kazernestraat. De voorkeursgrenswaarde wordt na realisering van het Kazernekwartier met 5 dB overschreden als gevolg van het wegverkeer op de Kazernestraat. Deze verhoging zal met 3 dB worden gereduceerd door het aanbrengen van stil asfalt op de Kazernestraat. Voor de resterende 2 dB overschrijding zijn hogere grenswaarden aangevraagd. Het vaststellen van de hogere waarden is een bevoegdheid van ons college. * Exploitatieplan Voor het plangebied hoeft geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro te worden vastgesteld, aangezien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins is verzekerd, het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, lid 1 sub c4 en c5 Wro niet noodzakelijk is en het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, lid 2 sub b,c of d Wro niet noodzakelijk is. U dient over het niet vaststellen van een exploitatieplan bij de vaststelling van het bestemmingsplan expliciet een besluit te nemen. U wordt dan ook voorgesteld te besluiten voor dit plangebied geen exploitatieplan ex artikel 6.12 Wro vast te stellen (beslispunt 3d) * Cultuurhistorie Bovengrondse cultuurhistorie
Raadsvoorstel - onderbouwing
Vanaf ca 1450 heeft het kazerneterrein een voornamelijk militair karakter. In het plangebied zijn nog veel cultuurhistorische relicten aanwezig. Daarbij gaat het zowel om objecten als om complexen, die refereren aan de verschillende tijdsperioden. De cultuurhistorische relicten bieden een inspiratiebron voor nieuwe (stedenbouwkundige) ontwikkelingen en zorgen voor continuïteit en houvast in een veranderende leefomgeving. Sedert ca 1641 is de ruimtelijke indeling van het plangebied nauwelijks meer veranderd. Hoewel niet direct herkenbaar zijn er van fort St Michiel nog meerdere overblijfselen in het plangebied aanwezig. De Horsterweg, is het meest in het oog springende en aansprekende relict. De vorm van de weg verwijst naar het (bovengronds) verdwenen fort St. Michel. Ditzelfde geldt ook voor de Venrayseweg en in mindere mate voor de Kazernestraat en Garnizoensweg. De meeste cultuurhistorische en landschappelijke elementen behoren echter tot de periode dat het plangebied in gebruik was als kazerneterrein. Meest herkenbare hiervan zijn de gebouwen, de centraal gelegen exercitieplaats (appèlplaats), ingangspartij en diverse groene structuren. In het Beeldregieplan en Inrichtingsplan worden de diverse wegen, de rijksmonumenten, exercitieplaats, en de bomenrij ten noorden hiervan, vanwege hun ensemblewaarde behouden. Ondergrondse cultuurhistorie De onderzoeken, de bevindingen en het selectieadvies archeologie komen aan de orde in § 6. In deze paragraaf wordt uiteengezet op welke wijze in het kader van de planontwikkeling omgegaan kan worden met de aanwezige archeologische waarden. Bestemmingsplan en MER Het ontwerp-bestemmingsplan en het MER hebben ter inzage gelegen. Er zijn 181 zienswijzen ingediend. Een groot deel (een 140-tal) van de zienswijzen is gericht op behoud, inpassing en benutting van de in het plangebied aangetroffen archeologische waarden. In het kader van zowel het bestemmingsplan als bij de verdere planuitwerking is c.q. wordt met het aspect archeologie nadrukkelijker dan voorheen rekening gehouden. De overige zienswijzen zien op uiteenlopende zaken, variërende van diverse vormen van hinder zoals geluid, vandalisme, onveiligheid, externe veiligheid en horizonvervuiling tot processuele aspecten. Een uitgebreide samenvatting van en commentaar op de reacties en adviezen is opgenomen in het verslag van de zienswijzen en de adviezen inzake bestemmingsplan en MER (bijlage 3, deel III) . De Commissie m.e.r. heeft op 3 november 2011 een toetsingsadvies afgegeven op het in september 2011 aan de commissie voorgelegde MER. De Commissie m.e.r. heeft geadviseerd op een aantal onderdelen een aanvulling op het MER op te stellen. Deze aanvulling is op 13 januari 2012 (op vrijwillige basis) ook ter toetsing aan de Commissie m.e.r. voorgelegd waarop de Commissie inmiddels wederom heeft geadviseerd over het MER en de aanvulling. De adviezen van de commissie MER treft u aan in bijlage 3, deel V. De commissie concludeert, dat het MER en de aanvulling voldoende informatie bevat voor de besluitvorming, behoudens voor wat betreft één element van geluid, te weten geluid afkomstig van evenementen en voetbalwedstrijden. Daarnaast heeft de commissie nog enkele omissies op het gebied van externe veiligheid, niet zijnde essentiële tekortkomingen, geconstateerd. Deze zijn alsnog weggenomen. Naar aanleiding van het advies zijn in relatie tot geluid afkomstig van evenementen en voetbalwedstrijden aanvullende berekeningen uitgevoerd, zijn extra regels ten aanzien van
Raadsvoorstel - onderbouwing
evenementen in het bestemmingsplan opgenomen en is een kwalitatieve beschouwing gegeven van de haalbaarheid van de maatregelen. Verwezen wordt naar bijlage IX behorende bij raadsvoorstel 3. Daarmee is naar ons oordeel voldoende informatie aanwezig voor een verantwoorde besluitvorming over het bestemmingsplan. Het advies van de commissie bevat verder een aantal conclusies en aanbevelingen voor de verdere uitwerking en besluitvorming. Deze conclusies bevestigen onze mening dat belangrijke aandachtspunten voor de verdere uitwerking van de plannen en de nadere besluitvorming daarover zijn: waarborgen van belang van archeologie en cultuurhistorie, externe veiligheid (groepsrisico), verkeersafwikkeling tijdens evenementen en geluidhinder bij evenementen. De aanbevelingen van de Commissie worden overgenomen. Zowel naar aanleiding van de ontvangen reacties alsook ambtshalve zijn in zowel het ontwerp-bestemmingsplan als het MER wijzigingen aangebracht. Deze zijn echter niet van dien aard, dat sprake is van een wezenlijk ander plan waardoor er geen reden bestond het ontwerp-bestemmingsplan opnieuw ter inzage te leggen. De belangrijkste wijzigingen zijn opgenomen in bij dit voorstel behorende Nota van wijzigingen bestemmingsplan Kazernekwartier (bijlage 3, deel IV). Voorstel (beslispunten 3 a, b, c en d) Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met het zienswijzenverslag (a), het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen (b), het nemen van het maatregelenpakket ter beperking van hinder door (grootschalige) muziekevenementen, zoals beschreven in raadsbijlage 3 (c) en geen exploitatieplan ex artikel 6.12 Wro vast te stellen (d)(bijlage 3). § 6. Selectieadvies archeologie Ondergrondse cultuurhistorie In het kader van bestemmingsplan/mer is archeologisch onderzoek uitgevoerd. In deze paragraaf wordt ingegaan op het onderzoek, de bevindingen en het selectiebesluit. Sinds de aankoop van het voormalige kazerneterrein door de gemeente zijn ter plaatse meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat dan om bureau-onderzoek (2008-2010), grondradaronderzoek (2008), booronderzoek (2008 en 2010) en proefsleuvenonderzoeken (2008, 2010 en 2011). Daarbij is vast komen te staan dat zich in het plangebied zeer belangrijke archeologische waarden bevinden. Het betreft een tweetal vindplaatsen uit de prehistorie en een drietal uit de nieuwste tijd (20ste eeuw), De overige zijn uit de Romeinse tijd, vroege Middeleeuwen of maken onderdeel uit van het fort Samenvattend wordt het volgende worden geconcludeerd: Prehistorie De twee prehistorische vindplaatsen in het zuiden van het plangebied worden als niet behoudenswaardig beschouwd net als de vindplaatsen uit de nieuwste tijd, hoewel wel aanbevolen wordt deze te documenteren. Romeinse tijd Alle Romeinse vindplaatsen worden als behoudenswaardig ingeschaald. Dit is gebaseerd op het aantal sporen en de relatief goede conservering en de eventuele continuïteit naar de vroege middeleeuwen. Binnen de strook tussen Venrayseweg tot de appèlplaats moet rekening worden gehouden met Romeinse sporen. De concentratie van deze sporen ligt
Raadsvoorstel - onderbouwing
binnen de contouren MFC, maar loopt ook door westelijk langs het spoor tot en met de begrenzing van appèlplaats. De kans is groot is dat het om een nederzetting (vicus) gaat. Dit wordt bevestigd door de vondst van de Romeinse weg ten westen van de concentratie van de Romeinse sporen. Middeleeuwen In het zuidoosten van de MFC locatie is een klein, ingegraven werkatelier aangetroffen. Er moet rekening mee worden gehouden, dat in de directe omgeving meer vergelijkbare – zeer zeldzame en bijzondere - vroeg middeleeuwse - sporen aanwezig zijn. Deze vindplaats is in het onderzoek als behoudenswaardig aangemerkt. Fort St. Michiel Op basis van de opgravingsresultaten en het radaronderzoek kan worden gesteld, dat vrijwel alle structuren van het fort nog intact in de ondergrond aanwezig zijn. Als (zelfstandige Spaanse) vesting is Fort St. Michiel eenmalig en uniek. Daar komt nog bij dat het fort ondergronds nog zeer compleet en met nog vele meters hoog muurwerk aanwezig is. De mogelijkheid om de restanten van het fort integraal te behouden en (ten dele) te presenteren, maakt het fort tot een uniek onderdeel van ons (inter)nationaal erfgoed. Door de verschillende proefsleuvenonderzoeken is het muurwerk van het fort zeer nauwkeurig in beeld gebracht. De gehele vestingmuur is te reconstrueren. Het fort wordt als zeer waardevol gekarakteriseerd en is zeker behoudenswaardig. Inmiddels is een selectie-advies archeologie opgesteld, dat als bijlage 4 is bijgevoegd en voorzien van een korte oplegnotitie. Het advies biedt een onderzoeksopzet die rekening houdt met de beoogde realisatie van MFC, de zone lang het spoor en de parkzone. Daarbij wordt recht gedaan aan de ontwikkeling en maximalisatie van behoud van de zeer hoog gewaardeerde archeologische sporen en relicten. Tevens wordt het archeologisch erfgoed gedocumenteerd waar nodig en wordt financieel en plannings- technisch maatwerk geleverd. Geadviseerd wordt te besluiten tot: 1. het streven naar maximaal behoud van de binnen het kazernekwartier aanwezige zeer hoge archeologische waarden uit de Romeinse tijd, Vroege Middeleeuwen en Nieuwe tijd (Fort St Michiel). 2. volledig behoud van het muurwerk en funderingen van het fort St Michiel binnen het gehele kazernekwartier. 3. indien behoud vanwege noodzakelijke ingrepen in de grond geen optie is, het opgraven (en dus gedocumenteerd verwijderen) van alle archeologische waarden (muv de volledig te behouden muren en funderingen van het fort), voor zover noodzakelijk. Dit leidt tot: a. Binnen en rondom de locatie van het MFC en de zone langs het spoor het waarschijnlijk bijna volledig opgraven van alle archeologische waarden onvermijdelijk i.v.m. het noodzakelijke explosieven- en munitieonderzoek. b. Voor de overige gebieden buiten deze zone gebruik wordt gemaakt van de gemeentelijke archeologische 5% regeling in combinatie met behoud en opgraven, afhankelijk van de noodzakelijke ingrepen in de ondergrond.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Dit selectieadvies sluit volledig aan op het uitgewerkte stedenbouwkundige plan en wordt verankerd in het vast te stellen bestemmingsplan Kazernekwartier. In het bestemmingsplan is een dubbelbestemming archeologie opgenomen. Tevens is voor het muurwerk van het fort in de verbeelding op de plankaart en de voorschriften een bijzondere regeling opgenomen gericht op behoud. De reconstructie en verbeelding van het fort komt eveneens terug in het Beeldregieplan. Motie raad 4 november 2011 Naar aanleiding van het verzoek van de raad van 4 november 2011 hebben technisch onderzoek en Maatschappelijke Kosten Baten Analyse’s (MKBA’s) plaatsgevonden naar de mogelijkheden voor reconstructie, benutting en visualisering van het fort. De resultaten en conclusies voor zover dit betrekking heeft op het voorliggende plan zijn dat: 1. Het technisch mogelijk blijkt de vestingmuren en funderingen van het fort op verschillende wijzen inpandig en in de openbare ruimte te behouden, te restaureren en indien gewenst te reconstrueren. 2. Het voorliggende stedenbouwkundige plan en Beeldregieplan al veel kansen bieden om de cultuurhistorie te laten renderen. Het cultuurhistorisch, economische en sociaal maatschappelijke rendement heeft een regionaal bereik. 3. Op basis van uitgevoerde MKBA’s het aannemelijk is dat de investeringen in cultuurhistorie maatschappelijk kunnen worden terugverdiend. Door een toename van het aantal bezoekers, en de uitgaven die deze doen, worden de revenuen elders verdiend via de zogenoemde maatschappelijke spinn-off . De revenuen vloeien daarmee niet rechtstreeks naar de exploitatie van het terrein. Op basis van deze onderzoeken is, voor reconstructie en visualisering van het fort zoals opgenomen in het stedenbouwkundig plan en het beeldregieplan in het financieel raamwerk € 3 mio opgenomen. Vooralsnog wordt rekening gehouden met een gemeentelijke investering van € 2 miljoen euro. Voor het overige wordt ingezet op het binnen halen van subsidiegelden. De aanbeveling om in aanvulling op het voorliggend plan meer muurwerk in de, in de lijn geplande, gebouwen zichtbaar op te nemen en het muurwerk daartoe ook te restaureren geeft volgens de onderzoekers een extra attractie waarde met een bovenregionale uitstraling. De kosten hiervan worden geraamd op ca € 0,4 mio. Deze extra investering is niet opgenomen in het financieel raamwerk. Mogelijk kunnen de middelen hiervoor middels subsidie worden verkregen. Alsdan zouden ook deze maatregelen genomen kunnen worden. Inmiddels heeft de Provincie Limburg aangegeven een actieve bijdrage te willen leveren (kennis- en ervaringsdeling en subsidie danwel lening) in de verdere uitwerking van de concrete verschijningsvorm van het fort binnen het voorliggende uitgewerkte stedenbouwkundige plan. De resultaten van het onderzoek naar volledige reconstructie van het fort, in welk geval de ruimtelijke indeling conform het plan Lijnstad niet overeind kan blijven, en het cultuurhistorisch, sociaal maatschappelijke en financieel rendement daarvan worden in Raadsinformatiebrief 2012/36, welke u separaat ontvangt, toegelicht. Voorstel (beslispunt 4) Uw raad wordt voorgesteld in te stemmen met het selectieadvies archeologie (bjilage 4).
Raadsvoorstel - onderbouwing
§ 7. Ambitiedocument Cradle to Cradle (C2C) Inleiding In 2009 heeft Venlo met het vaststellen van het uitvoeringsprogramma C2C nadrukkelijk gekozen voor het toepassen van het principe bij toekomstige stedenbouwkundige ontwikkelingen. De eerste resultaten van dit uitvoeringsprogramma worden thans zichtbaar: Floriade, Villa Flora en Stadskantoor. Op basis van deze resultaten heeft uw raad de uitgangspunten uit het uitvoeringsprogramma verder aangescherpt met de motie “Rendabel investeren in duurzame bespaar- en verdienmaatregelen”. C2C op Kazernekwartier Nu we aan de vooravond staan van de daadwerkelijke planrealisatie van het Kazernekwartier is het van groot belang dat bovengenoemde uitgangspunten eveneens verankerd worden in de documenten die de leidraad vormen voor de toekomstige planontwikkeling. Bij de wijze waarop C2C en duurzaamheid vertaald kan worden in het Kazernekwartier zijn continue verbetering en groei als basisuitgangspunt gehanteerd. Dit resulteert in een iteratief ontwerp- en realisatieproces. Hoe eerder met het proces wordt gestart, hoe duidelijker de ambitie is en hoe concreter de focus wordt aangebracht, des te meer invloed C2C heeft op het eindresultaat. Omdat er nog geen 100% C2C gebouwen of gebieden bestaan, is het zeer belangrijk om bij het implementeren van C2C focus aan te brengen. Dit kan door een aantal elementen te selecteren waarbinnen de principes van C2C maximaal worden toegepast. Deze manier van werken zorgt ervoor dat tijdens het planproces doelstellingen helder zijn en een breed draagvlak genieten. Zo wordt voorkomen dat C2C gezien gaat worden als een remmende factor op het planproces. Het toepassen van C2C zal daarom altijd plaatsvinden binnen de kaders van het project (kosten, kwaliteit en tijd). De implementatie van C2C in het Kazernekwartier Venlo wordt gezien als een continu groeimodel van de vastgestelde ambities per thema. Bij de ontwikkeling van het Kazernekwartier wordt ingezet op 5 hoofdthema's 1. energie (hernieuwbare) 2. water (zelfvoorzienend in water) 3. materiaal (continue materiaal kringlopen) 4. archeologie en cultuurhistorie 5. park /functioneel groen/lucht De 5 gekozen thema’s zijn bepalend voor de realisatie van de ambities uit het ontwikkelplan FHK 2025. Deze zijn verder uitgewerkt en vertaald in een groeimodel (roadmap) per thema, waarmee de C2C doelstelling verankerd wordt bij de planontwikkeling voor de komende 1020 jaar. Met deze werkwijze wordt een verbinding gelegd tussen eerder vastgestelde documenten die betrekking hebben op de ontwikkeling van het Kazernekwartier en C2C in de gemeente Venlo. Om de meerwaarde van de in het ambitiedocument voorgestelde ambities te kunnen realiseren dient men van het directe begin het uitgangspunt van waardecreatie (in de breedste zin van het woord) te hanteren. Om dit te bereiken wordt in het ambitiedocument voorgesteld om bij alle investeringen in de openbare ruimte én de
Raadsvoorstel - onderbouwing
gebouwen het toepassen van C2C als uitgangspunt te hanteren en de meerwaardecreatie hiervan in de vorm van businesscases te toetsen. Kans bij het inzichtelijk maken van meerwaarde in de vorm van businesscases is dat daadwerkelijk de kans bestaat om enerzijds C2C in de gebiedsontwikkeling te verankeren en anderzijds de goede keuzes te maken die op termijn de zo gewenste meerwaarde genereren. Daarnaast biedt inzicht in businesscases de gemeente Venlo een ideaal instrument bij het genereren van subsidies voor het Kazernekwartier. De eerste effecten zijn hiervan al zichtbaar: op basis van de Venlose ambitie op het gebied van C2C lopen op dit moment concreet voor het Kazernekwartier al subsidietrajecten met Agentschap NL (SDE+ en Green Deal) en de provincie Limburg (energie-, en cultuurhistoriefondsen). De uiteindelijke bijdrages vanuit deze fondsen zullen enerzijds gebaseerd zijn op de daadwerkelijke producten waarin geïnvesteerd wordt en anderzijds de businesscases die hieraan ten grondslag liggen. De ervaring (o.a. Project stadskantoor) leert, dat de kosten van het uitwerken van businesscases en het uitvoeren van onderzoek “slechts” 0,5 % van het investeringsvolume vraagt. Uitgaande van een gemeentelijk investeringsvolume van ca. € 100 mio betekent dit een investering van ca € 0,5 mio. Op basis van eerder uitgevoerde businesscases is het zeer aannemelijk dat deze investering volledig wordt terugverdiend. Voor nadere toelichting op de aanpak, thema’s, kosten en het proces wordt verwezen naar bijlage 5 (Ambitiedocument C2C Kazernekwartier) en bijbehorende oplegnotitie. Sommige zullen elkaar ook versterken, b.v. archeologie/cultuurhistorie en zelfvoorzienend water (‘slotgrachten’). Voorstel (beslispunt 5) Uw raad wordt voorgesteld het Ambitiedocument “Cradle to Cradle in het Kazernekwartier” vast te stellen met daarin de Cradle to Cradle ambities met betrekking tot energie, water, materiaal, functioneel groen en archeologie/cultuurhistorie en a) Deze ambities bij het uitwerken van de plannen voor de inrichting van de openbare ruimte en de ontwikkeling van de toekomstige renovatie- en nieuwbouwplannen als uitgangspunt te hanteren voor zowel de gemeente Venlo als private investeerders. b) In samenhang met beslispunt 2b (herschikking beschikbare financiële middelen) voor het stimuleren van het bereiken van deze ambities, businesscases op het gebied van C2C en duurzaamheid uitwerken en op basis daarvan starten met een intensief traject met als doel het genereren van subsidies voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier (bijlage 5). § 8. Beeldregieplan Kazernekwartier Parallel aan de uitwerking van de stedenbouwkundig visie is een ontwerp- Beeldregieplan Kazernekwartier (BRP) opgesteld (bijlage 6). Een BRP vormt een schakel tussen de stedenbouwkundige ideeën en de feitelijke invulling. Het BRP is inspirerend voor de ontwikkelende partijen, geeft richting aan de sturing door het ontwikkelingsteam Kazernekwartier en vormt tevens een toetsingskader voor welstand bij de vergunningverlening.
Raadsvoorstel - onderbouwing
Het BRP is specifiek gericht op de bestaande en gewenste visueel-ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van het Kazernekwartier. Het BRP heeft betrekking op ruimtelijke aspecten van een plan en dan met name op de ontwikkeling van de beeldkwaliteit van gebouwen en de openbare ruimte. De beeldkwaliteit bepaalt in belangrijke mate de belevingswaarde van de plek. Omdat sprake is van een gefaseerde ontwikkeling is het van belang om langjarig sturing te kunnen geven aan de samenhang, de relatie met de omgeving en de beeldkwaliteit van de ontwikkeling. Het BRP voor het Kazernekwartier is gericht op ontwikkeling en is daarmee een plan om regie mee te voeren. Met het oog op gewenste flexibiliteit zal in het BRP sprake zijn van een goede balans tussen kwaliteitsturing en ruimte voor ontwikkeling. Kwaliteitsturing zal bestaan uit het benoemen van een aantal algemene beeldkwaliteitsregels die gelden voor het gehele gebied én een aantal specifiekere regels per deelgebied Het BRP is op grond van de gemeentelijke inspraakverordening vanaf 9 maart 2012 gedurende drie weken voor iedereen ter inzage gelegd. Belanghebbenden en ingezetenen kunnen binnen die termijn schriftelijk dan wel mondeling een zienswijze indienen. Op een BRP is geen wettelijke procedure van toepassing. Het BRP Kazernekwartier sluit volledig aan op het stedenbouwkundig plan en past binnen het ter vaststelling voorliggende bestemmingsplan Kazernekwartier. Uw raad ontvangt vóór de vergadering van 25 april as. separaat een Raadsinformatiebrief waarin u wordt geïnformeerd over de ingekomen reacties op dit BRP. Op deze manier bent u in de gelegenheid deze mee te nemen bij uw besluitvorming. In juni 2012 kan het BRP Kazernekwartier, naar verwachting, ter vaststelling aan u worden voorgelegd. Het BRP gaat onderdeel uitmaken van de welstandsnota en vormt op die wijze een wettelijk toetsingskader bij aanvragen om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten op het Kazernekwartier. Gesprek met de stad. Aan de motie van de Lokale Democraten die het College verzoekt inwoners van Venlo op te roepen suggesties te leveren voor een optimale beleving van het park is invulling gegeven door middel van een drietal goed bezochte bijeenkomsten met een ideeënmarkt en workshops, op 9 en 16 februari en op 8 maart jl. Hiervoor zijn naast de inwoners van de stad ook specifieke verenigingen en organisaties uitgenodigd op het gebied van toerisme, cultuur en evenementen. De ingekomen ideeën hadden met name betrekking op de cultuurhistorie en voorstellen voor de inrichting van het park ten behoeve van activiteiten. Ook werden programmavoorstellen gedaan. Twee belangrijkste conclusies/aanbevelingen vanuit deze bijeenkomsten waren 1. het park moet zodanig zijn ingericht dat het jaarrond actief kan worden benut, zowel voor evenementen als sport en spel. Het “volproppen” van het park moet worden voorkomen, dit vraagt bij de inrichting te zijner tijd om keuzes. 2. zo snel mogelijk beginnen met de, gefaseerde transformatie van de appelplaats, met de reconstructie van het fort. Dit maakt het terrein aantrekkelijk. Een overzicht van de ingekomen ideeën en wijze waarop deze in de verdere planontwikkeling worden meegenomen is verwerkt in het ontwerp-BRP, bijlage 6.
Raadsvoorstel - onderbouwing
§ 9. Vervolgproces Met de onderhavige besluitvorming worden de ruimtelijke en financiÍle kaders waarbinnen de herontwikkeling van het KazerneKwartier zal plaatsvinden bepaald. Besluitvorming rond de herontwikkeling van de FHK gaat stapsgewijs van grof (kaderstellend) naar fijn (uitwerking) . De feitelijke (her)ontwikkeling van het KazerneKwartier is in 2011 gestart, en kent een ontwikkeltermijn tot en met 2021, waarvoor nu het fundament wordt gelegd. Sprake is van een majeure (her)ontwikkeling met grote belangen voor de stad. De eerste stap in de ontwikkeling van de lijnzone dient zelfstandig en tevens als vliegwiel voor de totale herontwikkeling tot Visitekaartje van de stad te functioneren. Ons College heeft het voornemen om direct na besluitvorming in de Raad publicatie te laten plaatsvinden rond de aanbesteding van de lijnzone, mede om voortgang te kunnen boeken in de herhuisvestingsvraag van Holland Casino Vanuit uw initiatiefnemende en kaderstellende rol bij deze herontwikkeling alsmede de impact en complexiteit van de opgave, willen wij graag de betrokkenheid van uw raad in dit ontwikkelproces continueren. Tevens zal ook worden nagedacht op welke wijze bij de verschillende uit te werken onderdelen, bijvoorbeeld aangaande de openbare inrichting van het plangebied, het gesprek met de stad kan worden voortgezet.
Raadsbesluit onderwerp raadsnummer 2012 raadsvergadering d.d.
GEMEENTEBESTUUR Gebiedsontwikkeling kazernekwartier 14 25 april 2012
team OBPRO steller J.A.M. Beurskens doorkiesnummer 077-359 62 75 e-mail a.beurskens@venlo.nl datum 7 april 2012
De raad van de gemeente Venlo; gelezen het voorstel van het college van 20 maart 2012; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de wet Ruimtelijke Ordening; besluit(en) vast te stellen: 1. 2.
3.
4.
Instemmen met het uitgewerkte stedenbouwkundig plan Lijnstad als basis voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier; Ten behoeve van deze ontwikkeling: a. instemmen met de geschetste ontwikkelstrategie voor de Lijnstadzone en het Park; b. instemmen met de voorgestelde herschikking van de beschikbare middelen Kazernekwartier waarmee de (financiële) ontwikkelingen budgettair neutraal kunnen worden opgevangen. Terzake het bestemmingsplan Kazernekwartier׃ a. In te stemmen met het bijgevoegde zienswijzenverslag m.b.t. bestemmingsplan en MER en de zienswijzen, zoals in het zienswijzenverslag aangegeven, al dan niet (geheel of gedeeltelijk) overnemen; b. het bestemmingsplan “Kazernekwartier” gewijzigd vast te stellen in papiervorm dd maart 2012 en digitaal (idn.nummer NL.IMRO.0983.BPL.2010014KZRNKWRTVA01) met inachtneming van bijbehorend MER, de onderliggende rapportages en de Nota van wijzigingen bestemmingsplan Kazernekwartier; c. besluiten tot het nemen van het maatregelenpakket ter beperking van hinder door (grootschalige) muziekevenementen, zoals beschreven in paragraaf 5 van dit raadsvoorstel en de effecten van deze maatregelen jaarlijks te evalueren; d. geen exploitatieplan vast te stellen; Instemmen met Selectieadvies archeologie
Raadsbesluit
5.
Vaststellen Ambitiedocument “Cradle to Cradle in het Kazernekwartier� met daarin de Cradle to Cradle ambities met betrekking tot energie, water, materiaal, functioneel groen en archeologie/cultuurhistorie en a. Deze ambities bij het uitwerken van de plannen voor de inrichting van de openbare ruimte en de ontwikkeling van de toekomstige renovatie- en nieuwbouwplannen als uitgangspunt te hanteren voor zowel de gemeente Venlo als private investeerders. b. In samenhang met beslispunt 2b, voor het stimuleren van het bereiken van deze ambities, businesscases op het gebied van C2C en duurzaamheid uitwerken en op basis daarvan starten met een intensief traject met als doel het genereren van subsidies voor de ontwikkeling van het Kazernekwartier.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 april 2012. De griffier
De voorzitter