oktober, november, december 2012
Nr. 148
KBA
België/Belgique P.B./P.P. 9099 GENT X BC 10999
Kadervorming voor Afrikanen
Vooruitgangstraat 333/03 B-1030 Brussel (België) - Tel. 02 201 03 83 • Fax: 02 205 17 39 E-mail: info@kba-foncaba.be - www.kba-foncaba.be
Karibu Een ander Congo is mogelijk HET VOLK ZET DOOR KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012 Afgiftekantoor Gent X - P602401 4de kwartaal 2012
1
inhoud
voorwoord De winter, donkere dagen. De bomen hebben hun bladeren verloren, de natuur lijkt dood. Maar ze weet dat ze zal herleven, de lente kondigt zich aan.
3 Voorwoord
INLEIDING 4 Is een ander Congo mogelijk? 8 Congolese bevolking wil vooruit ECONOMIE 12 Een Congolees economisch relanceplan JUSTITIE 14 Werken aan een sterkere Rechtsstaat 17 Een Congo met respect voor de mensenrechten is nog mogelijk VROUWENRECHTEN 22 Gelijkheid tussen Congolese vrouwen en mannen 24 Slotverklaring van de vrouwen in Kinshasa ONDERWIJS
De oorlog in Syrië, in Palestina, in Congo, donkere dagen. De bevolking leeft in angst, ze moet vluchten, ze weent over haar doden. Maar Kerstmis is nabij, het feest waar het lied “Vrede op aarde aan de mensen van goede wil” weerklinkt. Soms hebben we de indruk dat die “goede wil” er niet is. De wil van sommige politieke en economische machten ontbreekt. Toch staat de bevolking recht en organiseert zich. Congo lijdt, donkere dagen. Niets schijnt te gaan. De bevolking leeft in uiterste armoede en onrechtvaardigheid. Maar ze weet dat dit gaat veranderen, ze laat de armen niet zakken. Een ander Congo is mogelijk. Bovendien ziet ze dat haar zussen en broers in het buurland een ander Burundi opbouwen. Beste sympathisanten, beste vrienden, het is dank zij u, dank zij uw steun, dat KBA haar partners in Afrika kan ondersteunen in hun engagement om een ander Congo en een ander Burundi te blijven opbouwen. Wij danken u van ganser harte voor de solidariteit die u ons blijft betuigen. Oprechte dank voor uw vrijgevigheid. Zalig kerstfeest en een gelukkig 2013.
27 Het onderwijs: hoeksteen voor een nieuw Congo 29 Een school voor het leven Luc Bonte Voorzitter
2
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
3
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Is een ander Congo mogelijk? Een titel die ongetwijfeld een beetje uitdagend klinkt, want Congo zal altijd hetzelfde en unieke land blijven, een normaal land zoals de andere. Er zal geen ander Congo, opgelegd door het buitenland, zijn. De Congolezen moeten zo’n manoeuvre weigeren, zoals ze dat al lang doen. Toch moet de mogelijkheid van een ander Congo de wens en de inzet van iedereen blijven, opdat de levensvoorwaarden van de bevolking beter zouden worden, binnen datzelfde en unieke Congo, binnen zijn grenzen en met zijn culturele verscheidenheid.
huizen en breiden woonwijken zich uit, want iedereen is gehecht aan zijn territorium, aan zijn stad, aan het land. De Staat bouwt geen steden, maar toch ontstaan ze en breiden ze zich uit, met de nodige infrastructuren en diensten. De steden Bukavu en Goma lijken op echte badsteden die voortdurend door de inwoners worden heraangelegd. Ze hebben geleerd de krijgsheren en de aanvallers te tarten die niet ophouden deze steden, vanuit naburige landen, te plunderen en hun infrastructuur te vernielen. Scheepswerven die open gehouden worden door jongeren, die nooit naar scholen voor scheepvaartconstructie zijn gegaan, laten elk jaar prachtige schepen op het Kivumeer te water en bevorderen zo het verkeer tussen Bukavu en Goma.
CONGOLEZEN VOL CREATIVITEIT
Bukavu en Goma lijken op echte badsteden.
DE CONGOLEZEN, EEN DYNAMISCH EN IJVERIG VOLK Het leven kan gemakkelijk verbeteren indien het politiek-administratieve kader kansen biedt die aan een natie toelaten haar mogelijkheden te benutten ten gunste van iedereen, indien iedereen dezelfde kansen krijgt en de immense bestaande talenten benut worden. Wanneer men kijkt naar de talrijke initiatieven die Congolezen her en der ontwikkelen, in alle provincies, in allerlei domeinen, en wanneer men zich 4
bewust wordt van het feit dat zoveel prestaties elke dag verwezenlijkt worden, dan beseft men welke mate van creativiteit en vastberadenheid een volk toont om vooruit te komen en de talrijke hindernissen die doorheen het verhaal van dit land liggen, op te ruimen. In Noord- en Zuid-Kivu, en in andere provincies van het land, bouwen de Congolezen hun steden, zelfs in situaties van onrechtvaardige oorlogen die van buitenaf worden opgedrongen. Her en der, groeien
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
In de dorpen organiseren de landbouwers zich reeds vele jaren in vakverenigingen ter ondersteuning van nieuwe initiatieven, in producentenverenigingen en in coĂśperatieven, om hun productie te verhogen en te verkopen. Zij bevoorraden de lokale markten met basisvoedingsmiddelen, en dit ondanks de beperkingen door de onveiligheid en de oorlogen, door de wisselvalligheden van het klimaat en door de massale invoer van levensmiddelen die gratis verdeeld worden door een noodhulppolitiek zonder strategie noch duurzame visie. De creativiteit van de Congolezen raakt alle sectoren binnen de natie. Ze zijn actief in de productie en de verdeling van energie en water, en dit tegenover een elektriciteitsmaatschappij van de Staat die het ene fiasco na het andere opstapelt en een nationale maatschappij voor waterverdeling die alleen belangstelling toont voor de grote steden. De Congolezen herstellen de wegen en openen er nieuwe. Zij openen scholen en ziekenhuizen zonder
De Congolezen zijn een ondernemend volk.
enige aanwezigheid of steun van de Staat. Zij nemen zelf hun verantwoordelijkheid en hebben hun eigen vaardigheden en acties ontwikkeld, naarmate de autoriteiten zich van hun verantwoordelijkheden en hun beloften tegenover de bevolking ontdaan hebben. We hebben gezien hoe zij zich organiseren en strijden tegen de verschillende vormen van onderdrukking en tegen de talrijke geweldplegingen die door binnen- en buitenlandse actoren begaan worden. Want, de Congolezen willen in waardigheid en in vrede met hun buren leven, hoewel de politici van die buren hun jammer genoeg niet hetzelfde gunnen.
DE CONGOLEZEN WACHTEN OP VERANTWOORDELIJKE LEIDERS Wat nog ontbreekt aan dit Congo dat de Congolezen mooier dan voorheen willen maken, is een verantwoordelijk leider-
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
5
“
Wat nog ontbreekt aan dit Congo is een verantwoordelijk leiderschap.
Telkens het volk daartoe de kans kreeg, strafte het onbekwame leiders af.
volking bundelt met een algemene wil tot nationale vooruitgang. Want het volstaat dat de Staat zijn deel van het contract bijdraagt door werkelijk, overal en altijd, op een rechtvaardige en duurzame wijze, te investeren in basisinfrastructuur, door de corruptie en de verduistering van geld –kwalen die eerder begunstigd worden door de elite van het land– werkelijk te bestrijden, door de straffeloosheid weg te werken en door werkelijk openbare diensten in te richten. Dit zijn katalysatoren voor een echte politieke wil tot ontwikkeling. Dat alles zou volstaan opdat Congo van de grond komt en waardig in het hof van de groten binnentreedt!
deze van 2006 helemaal niet benaderd. Dat zijn echte signalen dat dit volk hunkert naar een mooier Congo, dat beter geleid wordt en dat binnen het bereik van alle Congolezen ligt. Maar dat zijn ook signalen dat de “Congolese Lente”, vroeg of laat, morgen of over enkele jaren zal komen. Deze “lente” zal hard zijn voor de leiders van vandaag, die door rijkdommen en eerbewijzen verblind worden, terwijl de armoede onverbiddelijk is in een land dat zo goed van natuurlijke grondstoffen voorzien is. Die lente is onomkeerbaar en zal op zijn Congolees en zeker vreedzaam komen. Maar ze zal vastbesloten zijn om de middelmatigheid en het egoïsme weg te vegen. Patient Bagenda, algemeen secretaris van het Anti Bwaki Comité (CAB), Bukavu, oktober 2012.
VERGIS U NIET! schap, dat bedachtzaam en sterk vaderlandslievend is, een politiek leiderschap dat het hoger belang van de natie op het voorplan zet, omdat het zeer competent, materieel volledig belangeloos en helemaal aan de republikeinse waarden toegewijd is. Een dergelijk leiderschap, dat is wat de Congolezen sinds tientallen jaren verwachten en eisen. Zij uitten meermaals, duidelijk en uitvoerig, hun eisen, om te beginnen tijdens de Soevereine Nationale Conferentie en tijdens de verkiezingen van 2006 en 2011. Helaas werden deze eisen voor een verantwoordelijke, nationalistische en niet-corrupte politieke klasse, voor een echte democratie en een Rechtsstaat altijd hetzij gesmoord in bloed, hetzij tegengehouden door plunderen uitbuitingsoorlogen, door staatsgrepen of door compromitterende akkoorden. 6
EEN GEMISTE KANS In plaats van lessen te trekken uit de laatste mislukte verkiezing van november 2011, de politieke machten te verzoenen en het land rond een gemeenschappelijk maatschappelijk project te verenigen, wordt het land opnieuw belaagd door een nieuwe opflakkering van geweld, een nieuwe oorlog met dezelfde actoren en hun zelfde agenda. Deze wil verhinderen dat het Congolese volk zich organiseert en dat het de gewenste reële sociale transformatie bereikt. Wat nog ontbreekt voor een sterk Congo, waar iedereen geniet van de grondwettelijke vrijheden en rechten, is die mobiliserende kracht voor het werk, voor het algemeen belang, voor een rechtvaardige rechtspraak, een kracht die de kleine lokale overwinningen, de immense initiatieven en de realisaties van de be-
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
Sommigen zouden nogal vlug kunnen beweren dat het Congolese volk naïef is, en dat het het leiderschap heeft dat het verdient. Zoiets beweren is teken geven van kwade trouw, is de weerstand van dit volk in de loop van heel zijn geschiedenis miskennen, is vergeten dat het gedrag en de daden van de Congolese politieke elites steeds meer voldeden aan de verwachtingen van buitenlandse militair-economische machten dan aan die van de Congolezen. Want heeft het volk, telkens het daartoe de kans kreeg, die vaak zelfverklaarde en eerder extraverte leiders niet afgestraft? In de provincies in het oosten van het land, hebben bijna 90 % van de afgevaardigden uit 2006 hun mandaat niet kunnen hernieuwen, omdat zij zich verwijderd hadden van hun kiezers. In dit deel van het land, heeft de score voor de hoge magistratuur van het land KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
7
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Congolese bevolking wil vooruit Reeds meerdere jaren zijn de Congolezen bang. Ze leven in onveiligheid en onzekerheid over de volgende dag. In onmacht maakt de bevolking, in de steden en in de dorpen, de vernieling van het land mee, het verdwijnen van de wegen, de armoede die zich zowat overal vestigt. De mensen worden arm, bij gebrek aan tewerkstelling en aan inkomen.
In de loop van de laatste jaren, is deze algemene armoede nog erger geworden door de oorlogen en de plunderingen, die vandaag overigens voortduren, en door de onophoudelijke verplaatsingen van families die de onveiligheid en de aanvallen van de militairen en gewapende bendes ontvluchten. Ze is ook verergerd door de puncties op de oogsten en het magere familiale inkomen, die gedaan worden aan de talrijke barrières die soldaten op de wegen oprichten. De politiek van voedselbedeling en andere humanitaire hulp zonder visie op duurzame actie en de gevolgen van de klimaatsverandering hebben eveneens bijgedragen tot de ellende die voortaan overal heerst.
EEN VOLK DAT VASTBESLOTEN IS UIT DE ELLENDE TE GERAKEN Het werk dat in de dorpen verwezenlijkt werd door AIBEF (Steun aan de initiatieven voor het familiaal welzijn) en door andere organisaties voor duurzame ontwikkeling, en de waargenomen resultaten ervan tonen nochtans aan dat een ander Congo mogelijk is. De Congolezen zijn helemaal geen lui en bedelend volk, maar eerder 8
van Mwenga erin geslaagd de rijstteelt weer te hernemen en hun eigen paddy in het dorp om te vormen. In Bugobe, Ciherano en Nzibira, zijn de gezinnen erin geslaagd de productie van de graangewassen gevoelig te vermeerderen dankzij de molens die er door AIBEF geïnstalleerd werden en die door burgercomités beheerd worden. In Sungwe, Ngando, Kaniola, Nzibira en Luhago vermenigvuldigen zich de geiten die er door AIBEF geleverd werden en kunnen de gezinnen hun kinderen dankzij de kleinveeteelt weer naar school sturen.
DE AUTORITEITEN MOETEN DE VEILIGHEID VERZEKEREN
een volk dat zijn geschiedenis wil maken. Het is immers vastbesloten uit de huidige slechte levensomstandigheden te geraken.
EEN KLEIN DUWTJE IN DE RUG DOET WONDEREN De boeren uit de gebieden Kabare, Mwenga, Walungu en Kalehe, die samenwerken met AIBEF, tonen een sterke vastberadenheid om te leven en zich te ontplooien. Met wat basisgrondstoffen (zaden, landbouwwerktuigen, dieren voor de kleinveeteelt…) en uitrusting (lokalen, molen, schiller), vinden arme families hun glimlach weer tijdens de oogst, alsook in de inkomstgenererende activiteiten of met hun kleinveeteelt. Dankzij een kleine steun in uitrusting en zaden, zijn de landbouwers
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
Dergelijke resultaten kunnen uitgebreid en overal veralgemeend worden door zich te voegen bij de talrijke inspanningen die door andere organisaties geleverd worden om een reële ontwikkeling vanuit de basis tot stand te brengen, op voorwaarde dat de overheid en het politiek kader hervormd worden. Een Congo waar het goed is om te leven is mogelijk, met als voorbeeld de waargenomen successen in de dorpen, als de autoriteiten de vrede en de veiligheid voor iedereen en overal verzekeren. Dit zijn de eerste voorwaarden zonder dewelke Congo niet uit de ellende zal geraken. En zij vormen de eerste test en de basis voor de erkenning van het politiek gezag.
DE VERKEERSWEGEN, EEN NACHTMERRIE De toegangswegen zijn een nationale lijdensweg in de dorpen. De boeren van Sungwe en Ngando willen graag wat meer paddy produceren, die van Nzibira, Kaniola, Chulwe, … kunnen grote hoeveelheden maniok en maïs leveren. Jammer genoeg zijn zij onderworpen aan een overlevingslandbouw, aan zwakke producties, want zij kunnen hun overschotten niet op
de verder gelegen markten kwijtraken, bij gebrek aan wegen. Een vrachtwagen die naar Ngando, Sungwe, Nzibira of Luhago rijdt, doet er 12 tot 20 uur over om een afstand van 25 tot 30 km af te leggen wanneer het geregend heeft. En uiteindelijk durft geen enkele vrachtwagenchauffeur die helse wegen gebruiken. De productie verrot op enige afstand van de stad en van de verbruikerscentra en dat terwijl de stadsbewoners met ingevoerde producten gevoed worden. De talrijke ongerechtvaardigde barrières die overal in de dorpen opgesteld zijn, moeten verdwijnen, want zij ontmoedigen de productie. Mensen, die reeds arm zijn en moeilijk leven, verliezen er grote hoeveelheden van hun oogst en van hun geld. Het lijkt alsof de soldaat moet leven op de kap van de burger die hij onveilig maakt in plaats van te beveiligen.
KLEINE KREDIETEN EERDER DAN TAKSEN Daar waar de landbouwers en de producenten trachten hun uitbatingen te vergroten, kiosken trachten te openen, een molen of een kleine artisanale werkplaats te installeren, komen talrijke diensten als
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
9
aasgieren neerstrijken en werpen zich op hun prooi, door de taksen en de plagerijen te vermeerderen. Uiteindelijk, kunnen die initiatieven geen vooruitgang boeken en kan geen enkele betekenisvolle productie
“
Het werk dat AIBEF verwezenlijkt, toont dat een ander Congo mogelijk is.
verwezenlijkt worden. Dat bevordert de onzekerheid van de voedselbevoorrading en de armoede. Nochtans heeft de bevolking in een land met een chronisch tekort aan voedsel en strenge armoede nood aan een duwtje vanwege de overheid, in de vorm van kredieten onder gunstige voorwaarden en van een aansporend kader. De Staat moet concrete steunmaatregelen toekennen aan initiatieven die de gevolgen van de klimaatsverandering willen verzachten, meer bepaald programma’s voor herbebossing. Vandaag voelen de landbouwers nog niet dat zij gestemd hebben. Ze vragen zich nog steeds af: “Wanneer zal het land vrede kennen? Wanneer zullen de verkozen leiders zich aan ’t werk zetten? Wanneer zullen ze een einde stellen aan de miserie en de totale verlatenheid waarin wij ondergedompeld zijn?” Maar de verandering is mogelijk, de bevolking verwezenlijkt deze op kleine schaal. Wat nog ontbreekt is de politieke wil van de overheid. Angèle Bahige, uitvoerend secretaris van AIBEF, Bukavu, november 2012.
Kerstdag en nieuwjaar, een donkere koude wintermaand, maar toch gezellige en deugddoende familiedagen. Kerstbomen, lichtjes, kaarsjes, lekker eten, een wijntje, wenskaarten. Vrede en geluk wensen we mekaar toe, met een geschenk uit genegenheid of vriendschap. Ondertussen is het ook kerstdag voor miljoenen mensen in Afrika die in extreme armoede leven, die uitgebuit worden, die geen menswaardig bestaan hebben. Zoals in het kerstverhaal in het evangelie, is er voor hen ‘geen plaats in de herberg’. Lokale verenigingen, partners van KBA, in Burundi, Burkina Faso en Congo, sensibiliseren de mensen in de dorpen en de stadswijken opdat ze zich zouden organiseren om samen hun lot in handen te nemen. Zij geven vormingen en komen op voor hun rechten. KBA wil deze partners verder ondersteunen, partners die de mensen aan de basis hun waardigheid terugschenken en hen een toekomstperspectief geven. KBA heeft uw steun nodig om dit te verwezenlijken. Een mooi kerstcadeau wordt dat! Gebruik het overschrijvingsformulier in deze KARIBU. Uw cadeau maakt het verschil. Dank, duizendmaal dank.
10
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
11
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Een Congolees economisch relanceplan 52 jaar na haar onafhankelijkheid functioneert de economie van de D.R. Congo slechts op kleine schaal, zij blijft embryonaal. Er is geen enkel teken van herstel van het economisch apparaat merkbaar, tenzij in de mijnsector waar grote buitenlandse ondernemingen neergestreken zijn om grote zaken te doen die de Congolese bevolking, die in de armoede blijft leven, niet ten goede komen. De landbouw die het tegengewicht zou moeten vormen, wordt helemaal verdrongen ten voordele van de mijnen. Er worden vele informele economische initiatieven genomen door de lokale verenigingen, die dikwijls gesteund worden door internationale partners.
VOORBIJ DE OVERLEVINGSECONOMIE Indien ik beslissingsmacht had, dan zou mijn doel zijn de activiteiten van de lokale verenigingen formeel te maken en ervoor te pleiten dat de regering van de D.R. Congo deze organisaties zou steunen. Ze zouden zich samen moeten inzetten, in synergie werken, om in elke regio economische activiteiten te verwezenlijken die de levensvoorwaarden van de bevolking zouden kunnen verbeteren. Het X komt erop aan een sociale economie op te zetten, die de “overlevings”-economie overtreft om te komen tot een solidaire rente-economie. In dit kader, is het nodig activiteiten die voedingsproducten verwerken, te steunen en de commercialisering van de producten van het platteland naar de steden te vergemakkelijken en omgekeerd. In dit perspectief zou ik de nodige maatregelen treffen om het wegennet, waarvan de huidige toestand rampzalig is, te herstellen.
DE COÖPERATIEVEN Als prioritaire maatregelen die moeten getroffen worden, stel ik voor dat de technische diensten van de Staat zouden 12
“
Het komt erop aan een sociale economie op te zetten, die de overlevingseconomie overtreft. taksen voor de producenten af te schaffen want deze ontmoedigen hen in hun intense werk, en aan de gemeenschap rekenschap te geven van het gebruik van de belastingfondsen, wat vanzelfsprekend is voor het goede beheer van de openbare gelden. Ik stel anderzijds voor de competenties van de lokale gezagsdragers in het beheer van de openbare zaak te versterken. Ik vraag tegelijkertijd aan de bevolking om als verantwoordelijke burgers en via de structuren van het maatschappelijke middenveld, een controle uit te voeren. Ik ben van oordeel dat deze taksen in geen enkel geval de economische projecten mogen hinderen en dat ze voor het gemeenschappelijk welzijn gebruikt moeten worden. Om de sociale en solidaire economie te bevorderen, zou ik de verenigingen stimuleren om inkomstengenererende activiteiten te ontwikkelen (AGR), microkredieten toe te kennen en ontwikkelingscoöperatieven te organiseren. Emérence Nsonga, uitvoerend secretaris van het Centrum Bamamu Tabulukayi, Kananga, oktober 2012.
samenwerken met de lokale organisaties, om zo een gemeenschappelijke regionale politiek na te streven. Men zal gronden moeten toekennen, vooral aan de vrouwen, en grondstoffen om zo de landbouwproductie te verhogen en te verbeteren. Ik vraag aan de lokale overheid bepaalde
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
Een nieuwe vorm van inkomsten: de productie van ananassap. KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
13
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Werken aan een sterkere Rechtsstaat Vandaag de dag zijn vele Congolezen ontmoedigd. Dit gevoel komt tot uiting door een schertsende opmerking die de inwoners van Kinshasa graag maken aan het adres van de ijverige burgers die denken een uitzondering te vormen op de algemene regel van omkering van waarden: “Yo nde okobongisa mboka oyo ?” (Lingala voor: “Ga jij dit land op orde stellen?”). De meerderheid van de Congolezen heeft de hoop op “een beter Congo” verloren. Dat is niet hun fout. De hoop op een beter Congo is vervlogen door de institutionalisering van het slechte beheer van de Staat door zijn leiders. Bijgevolg heeft de bevolking haar vertrouwen in hen verloren; ieder probeert voortaan zijn leven op zijn manier te redden zonder zich te bekommeren om het algemene belang. Zo wordt Congo ontwricht en ontwikkelt het zich al 50 jaar slechts langzaam. Kunnen we in deze context zeggen dat we veroordeeld zijn tot de afdaling naar de hel? Wij denken van niet. Een ander, beter Congo is mogelijk.
TWEE HISTORISCHE MOMENTEN Er zijn twee momenten in de geschiedenis van de D.R. Congo geweest waarop de Congolezen samen gekomen zijn om een diagnose van de situatie op te maken en beslissingen voor de toekomst te nemen. Tijdens de jaren 1991-1992 vond de Soevereine Nationale Conferentie plaats, en in 2003 de Intercongolese Dialoog. Deze twee episodes in de geschiedenis van het land lieten de Congolezen toe in eer en geweten beslissingen voor een beter leven voor iedereen te nemen. Jammer genoeg ontbrak vaak de opvolging door de afwezigheid van een eindverantwoordelijke. Twintig jaar na de Soevereine Nationale Conferentie en negen jaar na de 14
BURUNDI EEN LAND IN ONTWIKKELING X
Intercongolese Dialoog, hebben we in de praktijk geen stap vooruit gezet.
HET VERTROUWEN VAN DE BEVOLKING HERSTELLEN De situatie in Congo is in feite symptomatisch voor een zwakke Rechtsstaat. De rechter, die de leiders moest herinneren aan hun grondwettelijke plichten tegenover de natie, heeft zijn macht verkwanseld en heeft zo voor de vestiging van de chaos gezorgd. Om aan deze situatie te verhelpen, moet men de rechter en de wet weer in het centrum van het Staatssysteem plaatsen. Maar daarnaast zijn nog enkele bijkomende maatregelen nodig. Sommigen moeten bij voorrang genomen worden om het vertrouwen van de bevolking in haar leiders te herstellen: • De oprichting van een interministe rieel comité dat de beslissingen van de Soevereine Nationale Conferentie, van de Intercongolese Dialoog en van de Conferentie van Goma moet opvolgen, zodat de grote onderwerpen van nationaal belang geleidelijk in de toekomstige regeringsprogramma’s geïntegreerd worden. • Het verzekeren van de effectieve onafhankelijkheid van de Hoge Raad van
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
De Congolese bevolking vraagt democratische instellingen.
“
Men moet de rechter en de wet weer in het centrum van het Staatssysteem plaatsen. de Magistratuur en het versnellen van de oprichting van het Grondwettelijk Hof om het respect voor de Grondwet door alle machten en alle instellingen van de Republiek beter te verzekeren. • Het samenroepen van de generale staven van Landsverdediging en Veiligheid om de situatie van het leger, van de nationale Congolese politie en van de inlichtingendiensten te evalueren. Deze moeten werkelijk apolitiek en republikeins worden, De inlichtingendiensten moeten aan een politieke
(parlementaire) controle onderworpen worden om hun praktijken te zuiveren. • De oprichting en/of versterking van de Nationale Commissies voor de Mensenrechten, voor de Strijd tegen corruptie en voor de Toepassing van het principe van gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen binnen de instellingen van de Republiek. • De uitvaardiging van een wet die een Waarheids- en Verzoeningscommissie opricht, net als een wet die gespecialiseerde kamers invoert om te oordelen over de schendingen van de Mensenrechten en de internationale misdaden die vóór de oprichting van het Internationaal Strafhof (ISH) begaan werden. Dit is nodig in afwachting van het moment waarop de onafhankelijkheid van de Congolese rechter effectief gerealiseerd wordt. • De uitvaardiging van een wet die de
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
15
oprichting van milities die zich voordoen als groepen jonge aanhangers van politieke partijen, op gans het grondgebied van de D.R. Congo strafbaar maakt, zodat de onveiligheid op het platteland en in de steden bestreden wordt. • De uitvaardiging van een wet over openbare demonstraties om een einde te maken aan de willekeur op dit gebied. • De versnelling van het decentraliseringproces. Dit werd gevraagd om de democratie tot concrete uitdrukking te brengen door de macht aan de basis te verlenen. Maar alle deadlines om de tussenstappen te verwezenlijken die noodzakelijk zijn voor haar effectiviteit, werden overschreden en zelfs de gemeentelijke en lokale verkiezingen hebben nooit plaats gevonden. Intussen wegen er in sommige provincies, zoals die van Katanga, reeds dreigingen van secessie. De laatste campagne van de Voorzitter van de Provinciale Vergadering voor de invoering van het federa-
lisme is in dit verband veelzeggend. Om deze strekkingen te stoppen moet men sneller werken aan de decentralisering. • De formele oplossing van de kwesties rond grondbezit in het oosten van het land. Het grondbezit lijkt een netelige kwestie in Kivu te blijven. Het zou aan de basis liggen van de oorlogsdreigingen en van de instabiliteit die men daar kent. Het is dus belangrijk deze niet over het hoofd te zien. Als we ermee akkoord kunnen gaan dat vernielen gemakkelijk is en dat opbouwen een taak van lange adem is en heel wat offers vergt, dan kunnen we eenvoudig erkennen dat wat wij hier voorstellen geen simpel geneesmiddel is. Toch kan het een andere dynamiek teweegbrengen waardoor we een beter Congo kunnen verhopen, “mooier dan voorheen”. Fabien Mbayo, Comité africain des éducateurs aux droits humains (CAEDH), Lubumbashi, oktober 2012.
Vreedzame demonstraties verdienen hun plaats binnen de democratie. 16
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Een Congo met respect voor de mensenrechten is nog mogelijk Al meer dan tien jaar haalt de D.R. Congo de actualiteit omwille van de schendingen van de mensenrechten die er gepleegd worden. Moordpartijen op de bevolking, willekeurige aanhoudingen, folteringen, fysieke mishandelingen, verkrachtingen, parate executies, moorden, gedwongen ontvoeringen, het gijzelen van de burgerbevolking, … illustreren deze situatie. “Nochtans heeft dit land de meeste internationale juridische instrumenten in verband met de mensenrechten officieel goedgekeurd en beschikt het over zeer revolutionaire wetten op dat gebied,” zegt Emmanuel Shamavu, directeur van onze partner APRODEPED (Actie voor de bevordering van de rechten van de minder begunstigde personen). We stelden hem en Jean Baptiste Ndundu, uitvoerend secretaris van RODHECIC (Netwerk van organisaties van mensenrechen en burgelijke opvoeding met christelijke inspiratie), de cruciale vraag: “Is een Congo zonder schending van de mensenrechten nog mogelijk?”
Is een Congo zonder schending van de mensenrechten nog mogelijk? E. Shamavu: Wanneer men de net vermelde contradictie hoort, is men geneigd “neen” te antwoorden. Maar volgens ons, is er geen reden om de hoop te verliezen en tot pessimisme te komen. De aangeklaagde situatie kan nog hersteld worden. Het volstaat, volgens ons, de rechterlijke macht te rehabiliteren door haar de nodige (menselijke en materiële) middelen en een daadwerkelijke onafhankelijkheid te verlenen. Ze wordt door de Grondwet (art. 150) erkend als waarborg voor de individuele vrijheden en de fundamentele rechten, maar wordt vandaag monddood gemaakt. J.B. Ndundu: De Grondwet van de D.R. Congo vormde een belangrijke stap voor het democratisch leven in het land. Zij preciseert een groot aantal rechten en plichten, maar tot op vandaag zijn een
heleboel toepassingsmaatregelen nog niet uitgevaardigd. We vragen dus de toepassing van de Grondwet. Wij eisen vrijheden en rechten op, maar wij moeten de tegenprestatie daarvan verzekeren. Deze tegenprestatie komt in de vorm van verplichtingen, meer solidariteit, meer verantwoordelijkheid en een betere organisatie voor het welzijn van iedereen. De deelname van de Congolezen aan de opbouw van de normen is een prioriteit in onze ogen. We ijveren er dus voor dat de grondwettelijke architectuur volledig zal zijn, maar ook dat de bevolking daar maximaal van kan genieten. E. Shamavu: Enkel door een strikte toepassing van de wet zonder enige discriminatie, kan de straffeloosheid uitgeroeid worden. Deze is immers de fundamentele oorzaak van de Congolese kwaal. Men kan zich de Rechtsstaat, die al lang door het Congolese volk gewenst wordt, niet voorstellen zolang de mensenrechten niet
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
17
nen toetsen dat in staat is een nieuw Congo op te bouwen. Waarden en normen die via ons onderwijssysteem verworven en gedeeld worden, zijn mijns inziens de beste waarborgen voor het respecteren van deze wetten. Mijnheer Ndundu, u zei net dat de mensenrechten ook meer solidariteit vragen. Hoe ziet u dat concreet?
“Er is geen reden om de hoop te verliezen.” E. Shamavu (rechts op de foto) bij de pygmeeën. gerespecteerd worden. Zij zullen nooit gerespecteerd worden als diegenen die hen schenden, welke ook hun sociale rang is, zich niet voor hun daden moeten verantwoorden tegenover een sterke, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak. De Congolese leiders moeten maar een beetje politieke wil tonen opdat dit verwezenlijkt wordt. De pygmeegemeenschap van Bishuli shuli in het gebied Kalehe kan getuigen dat een Congo dat de mensrechten eerbiedigt, nog mogelijk is. Deze gemeenschap werd door een rijke handelaar van het dorp beroofd van haar grondconcessie, die volgens het gewoonterecht van de Mwami (leider volgens het gewoonterecht) verworven werd. De handelaar dacht dat de pygmeeën hem, door zijn financiële macht, niet konden aanklagen bij de gerechtelijke instanties. Zij werden in eerste instantie inderdaad veroordeeld de concessie ten voordele van de rijke handelaar te verlaten. Maar de pygmeeën, die bijgestaan werden door de advocaten van APRODEPED, werden, vreemd genoeg, in beroep in het gelijk gesteld. Daar heeft 18
financiële macht geen invloed gehad en werd het grondrecht van de pygmeeën op de betwiste concessie juridisch vastgesteld. Uit deze zaak kan men afleiden dat, als de Congolese rechtspraak versterkt wordt, deze nog meer en beter kan doen. J.B. Ndundu: Om de toepassing van de Grondwet te verzekeren dienen nog een aantal wetten die essentieel zijn voor de mensenrechten uitgevaardigd te worden. Het gaat om wetten over de vrijheid van denken, van geweten en van godsdienst; de persvrijheid en de vrijheid van verspreiding van informatie; het recht op informatie; de vrijheid van vereniging en van openbare manifestatie; de petitie aan het openbaar gezag; het recht op vrij verkeer en van woonplaats; het recht op onderwijs en het recht op openbare veiligheid. Deze wetten zouden niet alleen aan de civiele maatschappij en aan de politieke partijen toelaten echte maatschappelijke debatten te hebben, maar zouden onze basisopvoeding ook een echte referentie bieden waaraan wij een burgerschap kun-
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
J.B. Ndundu: De Congolese bevolking moet een kader tot stand brengen dat gunstig is voor de verbetering van haar levensvoorwaarden. Voor deze onderneming hebben zij nood aan de steun en de solidariteit van al degenen die belangstelling hebben voor deze doelstelling. Sterke binnen- of buitenlandse partnerschappen die toelaten niet enkel de politieke, economische, sociale en culturele democratie te consolideren, maar ook het respect van de mensenrechten, moeten mogelijk zijn. Geen enkele ontwikkelingsspeler moet uitgesloten worden in deze visie. Zelfs de financiële machten hebben hun plaats in de ontwikkeling van deze partnerschappen, op voorwaarde, en alleen op voorwaarde dat zij de voorrang van het respect voor de mensenrechten en de waardigheid van de Congolese bevolking als basis voor samenwerking aanvaarden. Er moeten geleidelijk verbeteringen aan het opvoedingssysteem aangebracht worden, zodat we ons de mensenrechten en hun eisen eigen maken, terwijl zij ons ook toelaten om beter onze onmiddellijke omgeving te kennen. Deze kennis zou ons moeten toelaten een aangepast beleid voor onze samenleving uit te werken en toe te passen, waarbij rekening gehouden wordt met de huidige situatie. We moeten ondernemingszin en werklust ten dienste van het algemene welzijn verwerven, net als een mentaliteit die de mensenrechten respecteert.
“Wij ijveren voor een volledige grondwettelijke architectuur, waarvan de bevolking maximaal kan genieten” (J.B. Ndundu)
Zijn er nog andere inspanningen nodig om het respect voor de mensenrechten te bevorderen? J.B. Ndundu: We denken ook dat de mensenrechten beter zullen gerespecteerd worden indien de decentralisatie effectief wordt. De bevolking zal haar verantwoordelijkheden meer opnemen om een goed beheer en de verbetering van haar levensvoorwaarden te eisen. Deze decentralisatie zou onvermijdelijk via de organisatie van democratische verkiezingen op het provinciaal, gemeentelijk en lokaal vlak moeten verlopen om effectief te zijn.
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
19
KBA in uw testament Uw engagement voor Afrika blijft ook na u bestaan!
Het duolegaat Zowel uw erfgenamen als KBA winnen erbij!
KBA is verheugd soms een schenking of legaat te ontvangen voor haar projecten in Afrika. De meeste mensen uiten hun laatste wil door die neer te schrijven in een testament. Het is een gelegenheid om hun gedachten neer te pennen voor hun familie, maar ook om een deel van hun vermogen via legaat of schenking aan te bieden voor projecten van een vzw die werkt in een ontwikkelingsland. KBA is een vzw die gemachtigd is legaten en schenkingen te ontvangen die gebruikt worden voor haar vormingsprojecten in Afrika. Het volstaat om in het document de volgende regel in te voegen: “ Ik legateer aan vzw KBA in 1030 Brussel, de som van …… euro of (roerende goederen en)……….(onroerende goederen) op het adres……..voor de vorming van Afrikaanse kaders.”
Wat is het duolegaat? Een duolegaat is een schenking per testament van roerende en/of onroerende goederen aan een of meerdere personen en tegelijkertijd aan een erkende vzw zoals KBA. Dankzij de techniek van het duolegaat zal uw vriend(in) of nichtje evenveel (of zelfs meer) krijgen, terwijl u toch een goed doel steunt. Deze techniek voorziet dat in dit geval KBA de erfenisrechten van de persoon die de schenking krijgt zal betalen. Indien deze bestemd is voor een verre verwant of een vriend, dan zal die normaal gezien veel successierechten moeten betalen (tot 65%). KBA als vzw betaalt slechts 8,8% (in Wallonië 7% en in het Brussels Gewest 12,5%). Gezien het erfrecht een ingewikkelde materie is, raden wij u aan een notaris te raadplegen die een kleine berekening zal maken en u een advies zal geven dat het best beantwoordt aan uw wensen. U kan ook altijd contact opnemen met KBA voor meer informatie! Contact: M-Bernadette Zubatse, Directrice. Tel.: 02/2010383 of info@ kba-foncaba.be
20
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
3 voorwaarden: • Er moet een testament opgesteld zijn • Er moet een legaat zijn ten voordele van één of meerdere personen • Er moet een tweede legaat zijn ten voordele van een erkende organisatie (zoals KBA) die verplicht is alle successierechten van de eerste persoon te betalen.
WIN - WIN Dankzij de techniek van het duolegaat zal uw vriend(in), neef of nichtje evenveel of zelfs meer krijgen, terwijl u ondertussen ook de projecten van KBA steunt! KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
21
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Gelijkheid tussen Congolese vrouwen en mannen In Kasayi zijn, volgens de gebruiken en de tradities, de vrouwen ondergeschikt aan de mannen. De opvoeding van de kinderen gebeurt in functie van X deze opvatting. Meisjes worden eerder ingewijd in de huishoudelijke werken en in de onderdanigheid aan mannen. Deze cultuur is geïntegreerd in het dagelijks leven. Meisjes groeien op met de zekerheid dat zij ondergeschikt zijn aan mannen. Jongens weten dat zij het zijn die macht hebben over meisjes. Deze cultuur leidt tot vele ontsporingen, door het feit dat vrouwen hun rechten niet kennen. Nochtans spreekt de Grondwet van de D.R. Congo, in haar artikel 14, over de gelijkheid van en het respect voor de rechten van de vrouw, en legt ze zelfs de nadruk op de strijd tegen geweld op vrouwen.
MENTALITEITSVERANDERING Indien ik beslissingsmacht had, dan zou mijn doel zijn om vrouwen maximaal te sensibiliseren over hun rechten om zo hun mentaliteit met betrekking tot het geslacht te veranderen. Men moet de verantwoordelijkheden van de vrouw opnieuw bepalen in de plannen voor de ontwikkelingsacties en in het bestuur van het land. In de opvoeding, zowel in het gezin als op school, moet men de gelijkheid der seksen in alle dagelijkse activiteiten toepassen. Men dient vrouwen een economische
macht te geven. Mannen moeten begrijpen dat de tijd van de ondergeschiktheid van de vrouw ten opzichte van de man afgelopen is en dat het erop aankomt als echte partners samen te werken.
DE JONGE MEISJES OP SCHOOL Als prioritair te treffen maatregelen, stel ik voor te gaan pleiten bij de gezagsdragers van het gewoonterecht en bij de politiek-administratieve autoriteiten voor een herziening van de verouderde gewoonten. Alles moet in het werk gesteld worden om de sterftecijfers van moeders en kinderen te verminderen en de bescherming van de vrouw tegen HIV/AIDS en seksueel overdraagbare ziektes te verzekeren. Ik wil ook bij de gezinnen in de wijken en dorpen een campagne organiseren voor de scholing van alle kinderen zonder onderscheid van geslacht. Tevens moeten er initiatieven genomen worden om ongeschoolde moeders te alfabetiseren. Ik vraag aan alle ontwikkelingswerkers in alle acties, projecten en andere initiatieven, rekening te houden met het geslacht en te strijden tegen alle vormen van discriminatie en geweldplegingen tegenover vrouwen. Ik stel aan alle verantwoorde-
X
Alle kinderen, zonder onderscheid van geslacht, moeten naar school kunnen gaan. 22
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
“
Men moet de gelijkheid der seksen in alle dagelijkse activiteiten toepassen. lijken van de samenleving voor om in de wijken, parochies en gemeenschappen ruimte te voorzien voor overleg en uitwisseling tussen mannen en vrouwen. Om een duurzame ontwikkeling op te starten, wil ik tenslotte, door een systeem van quota, de deelname van vrouwen aan alle beslissingsniveaus bevorderen.
EEN GRONDWETTELIJK RECHT Er moeten nog andere maatregelen genomen worden om vrouwen een gelijkwaardige positie als mannen te bezorgen. Op dit ogenblik beveelt artikel 14 van de Grondwet van de D.R. Congo reeds de gendergelijkheid en de strijd tegen geweld op vrouwen aan. Er moeten maatregelen die dit artikel toepassen, uitgewerkt worden en de opvolging van die toepassing moet verzekerd worden. Men moet eveneens de reproductieve gezondheidszorg bevorderen. Het voortijdig huwelijk en abortussen die in het geniep gedaan worden, dienen te worden bestreden. Men dient de materiële en logistieke omstandigheden in de kraamklinieken te verbeteren en gezinsplanning te promoten. De professionele activiteiten van vrouwen moeten met grondstoffen en microkredieten ondersteund worden. Ten slotte, verdienen sensibiliseringscampagnes omtrent gender en ontwikkeling meer ondersteuning, net als de kandidaturen van vrouwen tijdens verkiezingen. Emérence Nsonga, uitvoerend secretaris van het Centrum Bamamu Tabulukayi, Kananga, oktober 2012.
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
23
Verklaring van de vrouwen: De vrouwen van Franstalig Centraal-Afrika kiezen resoluut voor de duurzame ontwikkeling van de regio en leggen de volgende voorstellen op de tafel van de Staatshoofden.
Over milieu en wereldbestuur: • Het genderperspectief en de verwezenlijking van de Millenniumdoelstellingen van nu tot 2015 moeten in milieukwesties geïntegreerd worden om duurzame ontwikkeling te bevorderen; • Mannen en vrouwen moeten op een gelijke manier kunnen deelnemen in het groene fonds of in de koolstoftaksen om de ontbossing, één van de oorzaken van de opwarming van de aarde, te bestrijden; • De onderzoeken en acties van vrouwelijke wetenschappers dienen, in samenwerking met de vrouwen aan de basis, financieel ondersteund te worden om het milieu met het oog op een duurzame ontwikkeling te beschermen.
Over opvoeding en vorming:
Centraal-Afrikaanse vrouwen in voorhoede in strijd voor duurzame ontwikkeling
SLOTVERKLARING VAN KINSHASA De Internationale Organisatie van de Francofonie (OIF) toonde haar engagement om de ongelijkheden tussen de seksen te verminderen door de Franstalige vrouwen actief bij de ontwikkeling van hun maatschappij te betrekken.Voor deze organisatie vormt de deelname, op gelijke voet, van vrouwen en mannen in alle domeinen van het sociale, politieke en economische leven een essentieel element voor duurzame ontwikkeling. Voor de vrouwen van Franstalig Centraal-Afrika, mag de Francofonie geen slogan zijn, maar moet ze een werkelijke ruimte van uitwisseling en van solidariteit zijn, evenals een instrument voor duurzame ontwikkeling, waar aandacht wordt geschonken aan de noden van de bevolking. In deze regio die geconfronteerd wordt met conflicten en onveiligheid, die seksueel geweld en geweld op basis van geslacht voortbrengen, moet de 14de Topconferentie van de Staatshoofden van de Francofonie een werkelijke gelegenheid vormen om met strengheid de thema’s milieu en wereldbestuur, opvoeding en vorming, zelfvoorziening in voedsel, economische vooruitgang en groei, vrede en veiligheid te behandelen.
24
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
• Men moet een duidelijke en dwingende resolutie aannemen waarbij rekening gehouden wordt met een genderbewust budget, om de verschillende resoluties ten voordele van de opvoeding en de vorming van vrouwen toe te passen; • Er moeten studie- en stagebeurzen voor de bijscholing van vrouwen en meisjes uit Franstalig Centraal-Afrika binnen de universitaire agentschappen van de Francofonie toegekend worden; • Meisjes en vrouwen dienen makkelijker toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te krijgen, evenals tot de media van de Internationale Organisatie van de Francofonie om hun boodschappen over de bevordering van de rechten van de vrouwen te doen doorstromen en zo de ict-kloof te dichten.
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
25
Over zelfvoorziening in voedsel: • Er moeten maatregelen getroffen worden om plattelandsvrouwen in de keten van productiewaarden binnen de voedselvoorziening te integreren; • Projecten voor de verwerking en commercialisering van lokale voedselproducten binnen het Franstalige gebied dienen gesteund te worden; • Men moet de waardering van lokale wetenschappelijke en technologische vernieuwingen voor voedselautonomie steunen.
Het onderwijs: hoeksteen voor een nieuw Congo Sinds vele jaren, lijdt het Congolese onderwijssysteem onder de nalatigheid van de Staat. Helemaal aan zijn lot overgelaten na de Soevereine Nationale Conferentie, heeft het systeem wilde stakingen en lege of althans rekbare schooljaren gekend omdat de leerkrachten niet betaald werden. Tegenover deze situatie, hebben de ouders, per school, getracht het essentiële te redden door financiële bijdragen vast te leggen om zo het algemeen functioneren van de school te steunen en de kosten van de leerkrachten te dragen door wat men vandaag een “premie” noemt.
Over de bevordering van economische groei:
GEEN INSPANNING VAN DE STAAT
• De toegang van vrouwen tot systemen van betrouwbare financiering, zoals een bank voor de bevordering van het vrouwelijke ondernemingschap, moet via nationale en regionale stimulansen vergemakkelijkt worden; • De landen van Franstalig Centraal-Afrika moeten zich echt regionaal integreren; • De netwerken van ondernemende vrouwen in het Franstalige gebied van Centraal-Afrika moeten met de nodige financiële middelen verstevigd worden.
Ook vandaag nog blijft het onderwijs systeem, ondanks de zogezegde democratische verkiezingen van 2006 en de verschillende beloftes tijdens verkiezingscampagnes, de arme sukkel. Het magere salaris dat de Staat aan de leerkrachten betaalt, slaagt er niet in het systeem van de “premie”, die door de ouders betaald wordt en die meer en meer geïnstitutionaliseerd wordt, te breken. Hoewel het betalen van die bijdrage zware gevolgen heeft wat betreft de opvoeding, de scholing, de vorming en de rechten van het kind, kan men zonder die bijdrage niet functioneren omdat de Staat geen enkele inspanning levert om dat te voorkomen.
Over vrede en veiligheid: • Men moet vrouwen benoemen in verantwoordelijke en besluitvormende functies op het gebied van vrede en veiligheid krachtens Resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties; • De nationale en regionale mechanismen voor de versterking van de vrede en de veiligheid dienen aan het werk gezet te worden; • De handel in lichte wapens en kleine kalibers in het gebied van de Grote Meren dient te worden bestreden; • Men moet concrete maatregelen treffen om seksueel geweld op vrouwen te stoppen, en om de grensveiligheid en de eenheid van Congo te versterken. Opgemaakt in Kinshasa, 11 oktober 2012 – Regionaal consultatieforum over het milieu en het wereldbeheer.
26
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
NIETTEMIN ENKELE POSITIEVE PUNTEN Deze formule heeft toegelaten dat de leerkrachten van het lager, het middelbaar en het hoger onderwijs regelmatig, zij het onvoldoende, betaald werden, dat er minder gevallen van staking waren en dat de school- en academische kalender genormaliseerd werden. De
bekendmaking van de resultaten van het Staatsexamen verliep sneller en het zorgde ervoor dat de leerkrachten hun loon via de bank ontvingen. Het leidde tot de harmonisering van de schoolprogramma’s van het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs, en tenslotte ook tot de bouw en het herstel van bepaalde scholen door de Kerken, de NGO’s en soms door de Staat.
DE PRIORITEITEN Ondanks alle moeilijkheden die ze ondervonden bij het beheer van de onderwijssector tijdens de afwezigheid van de Staat, hielden verschillende onder-
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
27
wijspartners stand en bleven zij aan het werk omdat zij daadwerkelijk geloven dat de onderwijssector de hoeksteen voor de bouw van een nieuw Congo is. Als bewijs, blijft het lager en middelbaar onderwijs het fundament zelf waarop het uitwerken van burgerzin binnen het land berust. Het is dus van belang dit ook te bevorderen. In het kader van een goed beheer en het bereiken van dit doel, zijn de prioriteiten in deze sector de volgende: • Een einde stellen aan het systeem waarin de ouders de leerkrachten ten laste nemen, door een deftig salaris te betalen; • De school promoten door haar uit te rusten met handboeken en didactisch materiaal en door het invoeren van informatica op alle niveaus; • De onderwijsploeg vernieuwen. • De vorming van de leerkrachten bevorderen door regelmatige bijscholingen.
VOORBEREIDING VAN DE TOEKOMSTIGE KADERLEDEN Het bereiken van deze objectieven noodzaakt een buitengewone betrokkenheid van de regering, die er een prioriteit moet van maken. Het lager en middelbaar onderwijs is de kweekplaats van de kaderleden en houdt zich vooral bezig met heel de Congolese jeugd die 28
gevormd wordt. Deze sector is ook de grootste werkgever van de Republiek. Zou die werkelijkheid ons niet moeten interpelleren? Zo zou een bijzondere betrokkenheid van de regering in het bevorderen van het onderwijs een aanmoediging vormen voor de andere, niet-statelijke actoren (ouders, Kerken, NGO’s) die reeds het bewijs van hun medewerking hebben geleverd door in de loop van deze lethargische periode van de Staat een alternatief te bieden. Deze actoren zijn bevoorrechte en onmisbare partners voor het bevorderen van deze sector. Men zou moeten pleiten voor een bilaterale samenwerking in het onderwijs.
“
Het lager en middelbaar onderwijs is de kweekplaats van de kaderleden. DE TE NEMEN MAATREGELEN Men moet een strategisch plan uitwerken voor de nationale bevordering van de onderwijssector, inclusief de verbetering van de infrastructuur, het beheer van het personeel, de materiële uitrusting van de scholen en de bijscholing van de leerkrachten. Het statuut van het beroepspersoneel van het lager en het middelbaar onderwijs dient geactua liseerd te worden door er een regime van positieve en disciplinaire maatregelen bij in te bouwen. Daarnaast moet het beheer van het onderwijspersoneel effectief naar het provinciale niveau gedecentraliseerd worden. Jean-Baptiste Mulengezi, uitvoerend secretaris van de Groupe Jérémie, Bukavu, november 2012.
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Een school voor het leven De Congolese bevolking is zich ten volle bewust van de penibele toestand van het land. In het algemeen, verlenen de Congolezen maar heel weinig krediet aan de pathologische gebaren van de politici van elke kant, die alleen het egoïsme en het ongebreideld zoeken naar gemakkelijke winsten als rechtvaardiging hebben. Ze worden permanent met de strijd om te overleven geconfronteerd en willen dat de zaken veranderen. Ook in het onderwijs. Jean-Marie Betukumeso, consultant in communicatie voor gedragsverandering, en Emmanuel Burhama, directeur bij SCEV (Service Central Education à la Vie), delen met ons hun visie op het Congoles onderwijs. En onderaan vallen de auteurs dan weg. Welke rol speelt het onderwijs in de bouw van een ander Congo? J.M. Betukumeso Mukoka: Opdat de noodzakelijke veranderingen doorgevoerd worden die aan de Congolese vrouwen en mannen opnieuw hun waardigheid geven en hun levenskwaliteit verbeteren, moet men absoluut investeren in de opvoeding van de kinderen en de jongeren. Zij zijn het talrijkst en de toekomst van het land. Men moet meer bepaald voor een opvoeding tot gedragsverandering kiezen. De opvoeding tot gedragsverandering is een geheel van praktische lessen gericht tot de schoolgaande jeugd, alle cyclussen inbegrepen. E. Burhama: Als ik mocht beslissen, dan zou ik de inspanningen binnen het onder-
wijs ook richten op de ontwikkeling van de psychosociale vaardigheden bij jongeren. Dat aspect wordt vandaag verwaarloosd. Men moet de school helpen om “op te voeden”, om de talenten van de kinderen te ontwikkelen en om de interesses van de jongeren in het centrum van haar activiteiten te plaatsen. J.M. Betukumeso Mukoka: Een aangepast opvoedingssysteem zal toelaten de jongeren voor te bereiden op een verantwoordelijk volwassen leven. Het is daarom noodzakelijk processen van mentaliteits- en gedragsverandering verder te zetten. De promotie van gendergelijkheid, van sociale interculturaliteit, van het respect voor andere ethnieën, van de eerbied voor religieuze en filosofische overtuigingen, is een wezenlijk deel van
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
29
E. Burhama: Men moet het “commerciële” aspect dat de vorming niet begunstigt, uit de school bannen. De omkopers en de omgekochten die jongeren en het imago van de school kapot maken, moeten verjaagd worden. De wetten die van kracht zijn binnen het onderwijs moeten strikt nageleefd worden en het lager onderwijs dient kosteloos te zijn, zodat niemand zich er om louter “commerciële” doeleinden mee zou moeien. Er dienen efficiënte structuren voor het onderwijs van jongeren en voor de professionele leertijd opgericht (of verbeterd) te worden. Leerkrachten moeten de gepaste ondersteuning (op materieel en financieel vlak) krijgen en de school- en onderwijsinfrastructuur moet verbeterd worden. 30
J.M. Betukumeso Mukoka: De vorming van de leerkrachten voor het leven is inderdaad een eerste voorwaarde om deze aanpak in alle scholen van het land te veralgemenen. Deze doet hen een ervaring verwerven in de materie. Het is belangrijk dat de scholen kunnen beschikken over kwaliteitsvolle leerkrachten, die in staat zijn aan de jongere de draagwijdte en de gevolgen te doen ontdekken van elke daad die hij/zij stelt. Zij moeten bijdragen aan de sensibilisering en aan de waardevorming die aan de jongeren toelaten op een bewuste manier te handelen en verantwoordelijk te zijn voor hun daden. E. Burhama: Er moeten goede leerkrachten aangeworven worden en niet om ’t even wie (want vandaag gelooft men dat iedereen les kan geven). Het salaris van de leerkracht zou verbeterd moeten worden om hem te beschermen tegen corruptie en om zijn betrouwbaarheid te behouden. J.M. Betukumeso Mukoka: Wij zijn ervan overtuigd dat het investeren in de bewustwording rendabel zal zijn op korte en langere termijn. Deze opvoedende acties zijn mogelijk. De nodige juridische instrumenten bestaan, maar ze worden niet toegepast. Er moeten geen andere uitgevonden worden, als men geen slapende honden wakker wil maken.
KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
KBA is een door de overheid erkende NGO van internationale solidariteit gespecialiseerd in het versterken van de Afrikaanse civiele maatschappij. Lokale partners en hun basisgroepen krijgen de mogelijkheid om via opleidingen hun competenties te verhogen en hun kennis doeltreffend aan anderen door te geven. KBA werkt rechtstreeks en op basis van wederkerigheid samen met lokale Afrikaanse organisaties.
KBA investeert in de vorming van lokale partners rond vijf thema’s: familiale landbouw en voedselzekerheid, democratie en mensenrechten, conflictpreventie en vredesopbouw, opvoeding van jongeren en empowerment van vrouwen. KBA staat voor een eerlijke, open en diepgaande partnerrelatie, vanuit gelijkwaardigheid en dialoog. KBA staat ook voor een integrale benadering van de mens en van de gemeenschap: economische, sociale, politieke, culturele en spirituele aspecten krijgen een plaats.
PARTNERwerking
E. Burhama: De capaciteiten van de leerkrachten (praktische en sociale vaardigheden) moeten versterkt worden.
ACTIES in het Noorden
Het onderwijs lijdt dus ook onder de moeilijke situatie in Congo?
Alles over K BA op www.kba-fon caba.be
KBA
E. Burhama: Dit is echt nodig. Men vormt nu voor het “diploma” en niet om een kind de instrumenten te geven die nodig zijn om voor zichzelf en voor de natie te zorgen. Iedereen wil een diploma behalen met alle middelen; en meer en meer “koopt” men de diploma’s, men speelt vals, men stimuleert de corruptie en vele andere praktijken die het niveau van het onderwijs alleen maar doen dalen. Bovendien zien vele leerlingen het verband niet tussen wat ze op school leren en het leven van elke dag. Sommigen zeggen zelfs dat het de moeite niet loont naar school te gaan.
Welke ondersteuning hebben leerkrachten zoal nodig?
ACTIES in het Zuiden
dat proces. Die jongeren worden bewust gemaakt van de essentiële competenties voor het gewone leven en voor het nieuwe burgerschap. Zij worden voorzien van vaardigheden als zelfvertrouwen, de liefde voor het goed uitgevoerd werk en de zin voor inspanning.
De projecten: • zijn aangepast aan de culturele eigenheid van de lokale bevolking • stimuleren een democratische cultuur • creëren zelfredzaamheid • versterken de empowerment van de vrouw • dragen zorg voor het ecologisch systeem • worden niet opgelegd maar ontstaan vanuit de lokale bevolking
KBA neemt deel aan de ontwikkelingseducatie rond de Noord - Zuid problematiek en sensibiliseert geïnteresseerden, sociale organisaties en sympathisanten rond het belang van het duurzaam versterken van mensen en groepen in het Zuiden op basis van een eerlijke dialoog. KBA neemt actief deel aan campagnes van de Noord-Zuid beweging, 11.11.11 en CNCD zoals de actie rond de milleniumdoelstellingen, geeft advies (vooral over Centraal – Afrika) en brengt de thema’s onder de aandacht in het magazine KARIBU en via de website.
En u? KBA steunt voor een deel van het vormingswerk met Afrikaanse partnerorganisaties op giften. KBA dankt u 1000 x daarvoor! FINTRO: BE 94 1430 6786 22 14 (Voor giften van 40 euro of meer ontvangt u een fiscaal attest). KBA I KARIBU 148 I oktober, november, december 2012
31
KARIBU is het tijdschrift van de vzw KBA en verschijnt vier maal per jaar. Abonnement: Wordt gratis verstuurd naar alle geïnteresseerden Redactie: M-Bernadette Zubatse Luc Bonte Evi Geypen Dries Fransen Jean Lefèbvre KBA is een door de overheid erkende NGO gespecialiseerd in het versterken van de capaciteiten van het maatschappelijk middenveld in Afrika. KBA kiest voor vormingsprojecten en directe samenwerking met lokale partners. Zo bereiken de projecten duurzame resultaten KBA reikt instrumenten aan zodat mensen zelfstandig hun ontwikkelingsproces in handen kunnen nemen.
Adres: Vooruitgangstraat 333/03 B-1030 - Brussel tel.: 02 201 03 83 fax: 02 205 17 39 e-mail: info@kba-foncaba.be website: www.kba-foncaba.be Verantwoordelijke uitgever: M-Bernadette Zubatse (Vooruitgangstraat 333/03 - 1030 Brussel) Foto’s: KBA, APRODEPED, RODHECIC Opmaak en druk: De Riemaecker Printing bvba www.deriemaecker.be
De inhoud van de gepubliceerde artikels geeft niet noodzakelijk de opinie weer van het KBA. Dit tijdschrift wordt gedrukt op gerecycleerd papier. Cette revue paraît aussi en français.