Examenverslag inburgeringsexamens 1 augustus 2008 - 31 juli 2009
Inhoudsopgave
2
Inhoudsopgave
3
Voorwoord
4
1. Inleiding
8
2. A anwijzen van exameninstellingen
10
Auditaspecten
10
Object van onderzoek
10
Onderzoeksaanpak
10
Normering voor advies
11
Kwantitatieve gegevens
11
Kwalitatieve gegevens
13
3. Toezichtfase
14
Auditaspecten
14
Object van onderzoek
14
Onderzoeksaanpak
14
Normering voor verklaring
15
Kwantitatieve gegevens
18
Kwalitatieve gegevens
19
Conclusie
24
Bijlage 1 Aangewezen exameninstellingen
26
Bijlage 2 Beoordelingen basistoets
28
Bijlage 3 Uitgevoerd toezicht
30
Bijlage 4 Beoordelingen toezicht
32
3
Voorwoord
In het eerste deel van het onderzoeksjaar 2008-2009 heeft KCE voornamelijk nieuwe exameninstellingen beoordeeld. Omdat KCE kort na de start van de examinering een eerste onderzoek uitvoert, kan een aantal aspecten nog niet beoordeeld worden. Dit betreft bijvoorbeeld
Sinds 1 januari 2007 voert KCE het toezicht uit op de uitvoering van de
het jaarlijks verslag waarin de exameninstelling verantwoording aflegt.
inburgeringsexamens. Met enige trots kijken we terug op deze periode.
Gelukkig komen fraude, beroepszaken en klachten enkele maanden
De kwaliteit van de uitvoering van de inburgeringsexamens is goed te
na de start van een exameninstelling nauwelijks voor waardoor een
noemen. KCE heeft veel aandacht besteed aan een zorgvuldige
juiste afhandeling ervan nog niet te beoordelen is.
implementatie van de uitvoering van de examens door te werken aan een vorm van toezicht die exameninstellingen helpt de werkzaamheden uit te
Vanaf 1 januari 2009 zijn exameninstellingen voor een tweede keer
voeren conform wet- en regelgeving. Exameninstellingen reageren dan
beoordeeld. Bij een tweede onderzoek kan het jaarverslag wél
ook steevast met positieve geluiden tijdens de evaluaties die KCE uitvoert.
beoordeeld worden. Examenkandidaten lijken over het algemeen weinig
Prof.dr. Van der Heijden, hoogleraar statistiek, faculteit Sociale
reden voor ontevredenheid te hebben want ook in een tweede jaar
Wetenschappen Utrecht heeft de betrouwbaarheid van de audits in 2007
worden weinig klachten ingediend en komen beroepszaken en vermeende
en 2008 onderzocht en eindigt zijn beoordeling met het volgende:
fraudegevallen nagenoeg niet voor. Dat is uiteraard een mooi resultaat maar heeft als bijkomend gevolg dat KCE niet kan beoordelen of men
“Ik heb bewondering voor de inzet en nauwgezetheid waarmee uw
klachten, bezwaren, beroepszaken en vermeende fraude conform wet- en
organisatie werkt aan verhoging van de betrouwbaarheid. Ik adviseer u
regelgeving afhandelt. De aspecten die wél beoordeeld konden worden,
op deze weg verder te gaan”1
voldoen bij de meeste exameninstellingen aan de norm, zodat aan het merendeel van de instellingen een goedkeurende verklaring kon worden
Een goede kwaliteit bij de uitvoering van inburgeringsexamens, examen
verstrekt.
instellingen die tevreden zijn over de wijze waarop KCE het toezicht uitvoert en een positief oordeel door een onafhankelijk deskundige.
Hoewel KCE als gevolg van de nog niet te beoordelen aspecten
Dit is het resultaat van bijna drie jaar stap voor stap werken aan
ook na het tweede jaar nog geen compleet beeld kan geven,
kwaliteit door zowel KCE als de exameninstellingen. Een investering
wordt dit onderzoeksjaar afgesloten met een nog positiever beeld
die de komende jaren zijn waarde steeds meer zal bewijzen.
dan het vorige onderzoeksjaar. Mede dankzij het feit dat nieuwe exameninstellingen vrijwel allemaal gebruik maken van de implementatie
In het register met - door de minister voor WWI aangewezen - examen
begeleiding door KCE voldoen ze in nog hogere mate aan de wettelijke
instellingen waren op 31 juli 2009 42 exameninstellingen opgenomen.
vereisten ten aanzien van de uitvoering van de inburgeringsexamens. Uiteraard zijn er ook na de constatering dat de exameninstellingen
1. Prof.dr. P.G.M. van der Heijden, “Betrouwbaarheid oordelen 2007 en 2008” d.d. mei 2009.
4
voldoen aan wet- en regelgeving nog verbeteringen mogelijk. 5
KCE constateert dat bij iedereen die een inburgeringsdiploma ontvangt minimaal één keer, namelijk bij de IB-Groep voorafgaand aan het afnemen van het centrale examen, de identiteit voldoende zorgvuldig wordt vastgesteld. Tegelijkertijd stelt KCE vast dat de kennis over de echtheids kenmerken van identiteitsdocumenten bij veel decentrale exameninstellingen verbetering behoeft. KCE pleit er daarom voor dat exameninstellingen er zorg voor dragen dat de medewerkers die de verantwoordelijkheid hebben de identiteit van de kandidaten vast te stellen, geschoold worden in het onderscheiden van valse en echte identiteitsdocumenten. Een tweede verbeterpunt kan door de minister bewerkstelligd worden door van instellingen te vragen gericht te werken aan het op een consistente manier beoordelen van examens. Bij de meeste instellingen wordt de beoordeling gezien als de individuele verantwoordelijkheid van de gecertificeerde examinator. De landelijke scholing en terugkom bijeenkomsten eens per jaar vindt men voldoende waarborg voor een consistente beoordeling. Een betrouwbaarder beoordeling van het taalniveau zal pas bereikt kunnen worden als ook iedere instelling hieraan expliciet aandacht besteedt. Bijvoorbeeld door examinatoren beoordelingscases te laten bespreken, afspraken te maken over de wijze waarop men beoordeelt en deze afspraken te laten vastleggen. De resultaten van deze gesprekken kunnen dan ingebracht worden in de landelijke terugkombijeenkomsten waardoor het mogelijk wordt om ook op landelijk niveau te komen tot betrouwbaarder beoordelingen van het taalniveau van inburgeraars. Door KCE vervolgens te laten toezien op het borgen van consistent beoordelen kan deze kwaliteitsverbetering snel geïmplementeerd worden en is deze in voldoende mate geborgd.
M. Creemers directeur 7
1. Inleiding
Daarnaast houdt KCE toezicht op de uitvoering van de korte vrijstellingstoets en het proces van diplomering door de IB-Groep. Alleen uitvoerende instanties die met goed gevolg de basistoets hebben afgelegd 茅n zijn opgenomen in het KCE register, mogen het praktijkdeel
Op 1 januari 2007 is de Wet Inburgering in werking getreden. KCE is door
van de inburgeringsexamens afnemen.
de Minister aangewezen als organisatie die toezicht houdt op de kwaliteit van de uitvoering van de examinering (artikel 3.17 van Besluit Inburgering).
In dit document wordt verslag gedaan over de periode 1 augustus 2008 -
In het Besluit Inburgering, artikel 3.18 lid 5 is geregeld dat KCE jaarlijks v贸贸r
31 juli 2009. In hoofdstuk 2 leest u wat de bevindingen zijn van KCE ten
1 november een verslag opstelt met de bevindingen over de kwaliteit van
aanzien van de uitvoering van de basistoets (aanwijzingsfase) en in
de uitvoering van de inburgeringsexamens in het voorafgaande studiejaar.
hoofdstuk 3 wat de bevindingen zijn van KCE ten aanzien van het toezicht op de uitvoering van het inburgeringsexamen.
KCE voert het toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van inburgerings颅 examens uit door: 1. Het uitvoeren van de basistoets, op basis waarvan de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie de exameninstelling kan aanwijzen en laten opnemen in het KCE-register. 2. Toezicht te houden op de uitvoering van het centrale en decentrale deel van het inburgeringsexamen. Daarnaast houdt KCE toezicht op de uitvoering van de korte vrijstellingstoets en het proces van diplomering. De inhoud van het inburgeringsexamen is beschreven in het Besluit Inburgering en bestaat uit een examen waarin de mondelinge en schriftelijke kennis van de Nederlandse taal en de kennis van de Nederlandse samenleving wordt getoetst. Het inburgeringsexamen bestaat uit een centraal deel, uitgevoerd door de Informatie Beheer Groep (verder IB-Groep), en een praktijkdeel dat wordt uitgevoerd door een aangewezen exameninstelling of de IB-Groep (portfoliobeoordeling).
8
9
2. Aanwijzen van exameninstellingen
Normering voor advies Als een instelling voldoet aan alle zeven aspecten, geeft KCE een positief advies. Als één of meer aspecten onvoldoende zijn, geeft KCE een negatief advies. De instelling kan onder overlegging van het rapport en het positieve advies van KCE een verzoek indienen bij de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie om te worden aangewezen als exameninstelling. Als de Minister
Auditaspecten
dit verzoek honoreert, geeft hij een aanwijzingsbesluit af en wordt de
KCE beoordeelt tijdens de basistoets de instelling op zeven aspecten.
instelling opgenomen in het register dat KCE op de website www.kce.nl
Deze aspecten zijn uitgewerkt in ‘Basiscriteria voor aanwijzen examen
publiceert. Als een instelling een negatief advies krijgt, kan de instelling zich
instellingen’, die voortvloeien uit de Wet Inburgering, het Besluit
opnieuw aanmelden voor de basistoets. KCE registreert of er sprake is van
Inburgering en de Regeling Inburgering.
een eerste beoordeling (basistoets) of herbeoordeling (hertoets). De rapporten van bevindingen die KCE na het uitvoeren van de basistoets
1. Regels voor aanmelding
opmaakt, zijn - conform afspraken met de Minister - niet gepubliceerd.
2. Deskundigheid examinatoren 3. Waarborg kwaliteit
Kwantitatieve gegevens
4. Examenreglement
Tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009 heeft KCE in totaal tien basistoetsen
5. Examencommissie
voor acht instellingen uitgevoerd. In de tabel hieronder is te zien dat de
6. Commissie van beroep
helft van de instellingen twee of drie keer een basistoets aflegt voordat
7. Inschrijving Handelsregister.
een positief advies kan worden gegeven.
Object van onderzoek
Instelling
KCE onderzoekt of een kandidaat-exameninstelling voldoet aan de wettelijke
Positief advies na 1e toets tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009
Negatief advies voor aanwijzing vóór 1 augustus 2008
Negatief advies voor aanwijzing op of na 1 augustus 2008
Positief advies na 2e of 3e toets tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2008
criteria voor aanwijzing door de Minister voor WWI als decentrale examen
1.
X
instelling inburgeringsexamens.
2.
X
3.
X
Onderzoeksaanpak
4.
X
De basistoets betreft een documentenonderzoek. Aan de hand van de
5.
daartoe door kandidaat-exameninstellingen opgestelde en aangereikte
6.
X
documenten onderzoekt KCE of de instelling voldoet aan de wettelijke
7.
X
X
criteria.
8.
X
X
10
11
X
X
X
X
Op 31 juli 2009 waren 42 instellingen aangewezen2 door de Minister. In 2008-2009 heeft 茅茅n instelling die v贸贸r 1 augustus 2008 door de Minister aangewezen was als exameninstelling inburgeringsexamens om bedrijfseconomische redenen de Minister verzocht de aanwijzing in te trekken hetgeen gehonoreerd is.
Kwalitatieve gegevens Een aantal instellingen kon geen heldere beschrijving geven van hoe het toezicht van het management op de uitvoering van het examen en de resultaatverwerking was georganiseerd. Dit leidde tot een negatief advies.
2. Bijlage 1 bevat de namen van alle aangewezen exameninstellingen op 31 juli 2009.
13
3. Toezichtfase
Normering voor verklaring KCE stelt een rapport van bevindingen op en verstrekt een verklaring aan de instelling. Instellingen waarvan alle examenlocaties voldoen aan de beoordelingscriteria krijgen een goedkeurende verklaring.
Auditaspecten Het toezicht richt zich op de relevante examenprocessen van de
Alle examenlocaties van een exameninstelling moeten voldoen aan
aangewezen exameninstellingen die het praktijkdeel van het
alle beoordelingscriteria van de onderstaande kritieke auditaspecten.
inburgeringsexamen uitvoeren. Deze relevante examenprocessen zijn:
Als dit niet het geval is, verstrekt KCE een afkeurende verklaring.
A. Registratie en identificatie
Registratie en identificatie
B. Afname en beoordeling
A2 De identiteit van de kandidaat is bij aanvang van het examen
C. Resultaatverwerking
gecontroleerd en juist bevonden.
D. Verantwoording Afname en beoordeling
E. Beroep en afhandeling klachten.
B1 Examens zijn afgenomen door gecertificeerde examinatoren.
Object van onderzoek Het betreft de examenprocessen die worden uitgevoerd binnen de gehele
Resultaatverwerking
aangewezen exameninstelling, inclusief alle examenlocaties. Dit betekent
C1 De beoordelingen door de examinator zijn vastgelegd
dat het object van onderzoek voor KCE de examenlocatie is.
en zodanig verwerkt dat deze beoordelingen ongewijzigd (= 1 op 1) aan de IB-Groep zijn gemeld.
Onderzoeksaanpak KCE hanteert bij het onderzoek de multimethode aanpak.
Verantwoording
Hierbij wordt van verschillende soorten gegevens gebruik
D1 De exameninstelling voldoet na aanwijzing nog steeds
gemaakt om tot een onderbouwd oordeel te komen: Analyse van aangeleverde documenten (van te voren bepaald
aan de juridische vereisten zoals vastgesteld in art. 3.14 Besluit Inburgering (vereisten voor aanwijzing).
in wet- en regelgeving) Verificatie ter plekke van niet-aangeleverde documenten (zoals protocollen, administratie en werkwijze) Interviews met betrokkenen bij examinering.
14
15
Binnen de andere auditaspecten zijn, afhankelijk van de zwaarte van de
Auditaspecten
criteria, een of meer beoordelingscriteria voorwaardelijk. Dit betekent dat als
A Registratie en identificatie
tijdens het onderzoek blijkt dat niet aan deze criteria wordt voldaan, de instelling zes maanden krijgt om de tekortkomingen op orde te brengen. KCE verstrekt een voorwaardelijke verklaring tot de datum van het heronder zoek. Als tijdens het heronderzoek door de instelling wordt aangetoond dat de tekortkomingen zijn opgelost, verstrekt KCE een goedkeurende verklaring. Als de tekortkomingen niet zijn opgelost, verstrekt KCE een afkeurende verklaring.
A1 - In de werkwijze voor aanmelding/registratie wordt geborgd dat relevante gegevens worden vastgelegd.
Beoordelingscriteria
A11 - Noodzakelijke gegevens ten behoeve van ISI zijn vastgelegd.
B Afname en beoordeling B2 - De praktijkexamens (assessments) zijn uitgevoerd conform ‘Handleiding Assessments’.
B23 - Bij de inrichting van de praktijksituatie is gebruik gemaakt van eenvoudige hulpmiddelen die de context van de situatie voor de kandidaat duidelijk maken. B26 - Als naar aanleiding van het toezicht door het management is geconstateerd dat iets niet op orde is, worden verbetermaatregelen getroffen.
B3 - De panelgesprekken zijn uitgevoerd conform ‘Handleiding Panelgesprek’.
B35 - Als naar aanleiding van het toezicht door het management is geconstateerd dat iets niet op orde is, worden verbetermaatregelen getroffen.
D Verantwoording D2 - Het jaarlijks verslag (BI-art. 3.26 en RI-art 3.19) van de instelling over de examinering inburgeringsexamens is juist en volledig.
D21 - Het jaarlijks verslag is actief openbaar/opvraagbaar gemaakt. D25 - Eventuele verbeterpunten naar aanleiding van de evaluatie van het proces van examinering zijn in het verslag terug te vinden.
Als bij de hieronder genoemde beoordelingscriteria D23 en D24 één of meer punten ontbreken, is dit reden voor nader onderzoek door KCE. D23 - Het verslag bevat een (kwalitatief) onderbouwde weergave waaruit blijkt op welke wijze de examinering door de exameninstelling voldoet aan de bij en krachtens de wet gestelde eisen. Het kwalitatief deel bestaat uit een verantwoording over: •• Afname van de examens. •• Voorwaarden voor toelating tot de examens. •• Deskundigheid van de examinatoren. •• Vaststellen van de uitslag van de examens. •• Waarborging van de kwaliteit van de examinering. •• Het functioneren van de examencommissies en de commissies van beroep. D24 - Het verslag bevat een (kwantitatief) onderbouwde weergave met betrekking tot: •• aantal deelnemers totaal •• aantal deelnemers per assessment, portfolio of combinatie •• aantal deelnemers dat gezakt dan wel geslaagd is per assessment, portfolio of combinatie •• aantal afgedane en in behandeling zijnde beroepszaken •• aantal afgedane en in behandeling zijnde klachten •• aantal en aard van geconstateerde onregelmatigheden bij identificatie •• slagingspercentages
16
17
Auditaspecten
Beoordelingscriteria
Verdeling verstrekte verklaringen in 2008-2009
E Afhandeling klachten, beroepszaken en fraude E1 - De afhandeling van klachten vindt plaats conform procedure en binnen gestelde termijnen.
E11 - De klacht is schriftelijk door de kandidaat bij (de voorzitter van) de examencommissie ingediend. De kandidaat hoeft niet zelf te schrijven wel accorderen). Onder een klacht wordt verstaan een ‘formele’ opmerking over examinering of de organisatie van de examinering. E14 - De examencommissie maakt het besluit aan de kandidaat en de examinator schriftelijk bekend. E15 - De examencommissie voert het besluit uit. E16 - De examencommissie of het bevoegd gezag neemt desgewenst passende maatregelen om herhaling te voorkomen.
E2 - De afhandeling van beroepszaken vindt plaats conform procedure en binnen gestelde termijnen.
E24 - Als er aan de beroepszaak een meer structurele oorzaak ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting de beroepszaak niet meer kan voorkomen.
E3 - Afhandeling van fraudegevallen conform procedure.
E36 - Als aan de fraude een meer structurele oorzaak ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting de fraude niet meer kan voorkomen.
4
1
Goedkeurende verklaring Voorwaardelijke verklaring Afkeurende verklaring
32
Kwalitatieve gegevens Exameninstellingen worden door de minister aangewezen als ze voldoen aan een aantal wettelijke vereisten. Exameninstellingen hebben de verplichting organisatiewijzigingen en wijzigingen in werkwijzen die de
Kwantitatieve gegevens
wettelijke vereisten betreffen, door te geven aan KCE zodat op ieder
Tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009 heeft KCE bij 33 examen
moment vastgesteld kan worden of men nog voldoet aan de wettelijke
instellingen een of twee onderzoeken uitgevoerd. Bij drie instellingen is,
vereisten. Een van de beoordelingscriteria is of men deze wijzigingen
nadat een voorwaardelijke verklaring is verstrekt, een tweede onderzoek
daadwerkelijk aan KCE heeft doorgegeven. Bij twee instellingen
uitgevoerd. Ook de instelling waar een afkeurende verklaring aan was
waaronder de IB-Groep is vastgesteld dat dit soort wijzigingen niet zijn
verstrekt, is opnieuw onderzocht. In totaal zijn er 37 definitieve rapporten
doorgegeven. Bij de decentrale exameninstelling heeft dit geleid tot een
van bevindingen opgeleverd3 over 82 examenlocaties. KCE heeft in deze
afkeurende verklaring. Daar bij de IB-Groep zeer veel wijzigingen worden
periode 32 keer een goedkeurende verklaring verstrekt, vier keer een
doorgevoerd, veelal op verzoek van de Minister, is voor de IB-Groep een
voorwaardelijke verklaring en één keer een afkeurende verklaring.
aangepaste werkwijze ingevoerd. Bij de IB-Groep zal in de tweede helft van 2009 een extra onderzoek worden uitgevoerd met als doel alle wijzigingen in kaart te brengen. Daarna zal, telkens ruim voor het moment van toezicht, een bijeenkomst plaatsvinden waarbij alle veranderingen worden geïnventariseerd, zodat nagegaan kan worden of de wijzigingen hebben geleid tot het niet langer voldoen aan wet- en regelgeving. Hierover kan dan overleg gevoerd worden met de Minister.
3. Bijlage 3 bevat de namen van de instellingen waar KCE tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009 toezicht heeft uitgevoerd.
18
19
De instellingen die in de periode 1 augustus 2008 - 31 december 2008 zijn
voorgekomen. Bij acht instellingen (gezamenlijk 25 examenlocaties) waaronder
onderzocht, namen sinds enkele maanden de inburgeringsexamens af.
de IB-Groep, is sprake geweest van klachten. Klachten, beroepszaken en
Dit betekent dat een aantal aspecten nog niet te beoordelen was.
vermeende fraudegevallen worden door alle instellingen waar ze zijn
Negentien instellingen met samen 38 examenlocaties beschikten nog niet
voorgekomen conform wet- en regelgeving afgehandeld. Klachten, beroeps
over een jaarverslag omdat men nog geen jaar bezig was met het afnemen
zaken en vermeende fraudegevallen zijn bij het merendeel van de instellingen
van de inburgeringsexamens. KCE was daarom niet in de gelegenheid te
tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009 niet voorgekomen. Een juiste
beoordelen of het jaarverslag aan de wettelijke voorschriften voldeed.
afhandeling van deze punten is daarom door KCE vaak (nog) niet te beoordelen. Bij de IB-Groep komt (vermeende) identiteitsfraude regelmatig
De overige dertien instellingen met in totaal 44 examenlocaties die in de
voor. Dit verschil is waarschijnlijk vooral te wijten aan de verschillen in aantallen
periode 1 januari 2009 - 31 juli 2009 zijn onderzocht waren langer dan een jaar
examenkandidaten en aan het gegeven dat bij de aangewezen examen
exameninstelling. Bij deze exameninstellingen kon onderzocht worden of er
instellingen de meeste kandidaten bekend zijn. KCE sluit niet uit dat het
een jaarverslag was opgesteld en of dit voldeed aan de wettelijke vereisten.
verschil deels te maken zou kunnen hebben met de veel zorgvuldiger
Bij twee exameninstellingen (totaal negen examenlocaties) is gebleken dat
procedures die de IB-Groep hanteert. Bij de aangewezen instellingen
het jaarverslag niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Dit betrof onder meer
constateert KCE regelmatig dat degenen die de controle uitvoeren over
het niet openbaar maken van het jaarverslag. De IB-Groep was een van de
onvoldoende kennis beschikken om vervalste identiteitspapieren te kunnen
twee exameninstellingen waar dit is geconstateerd.
onderscheiden van echte identiteitspapieren. Overigens betekent een mogelijk niet helemaal waterdichte identiteitscontrole bij de decentrale
Uit gesprekken met zowel de IB-Groep als de directie I&I is gebleken dat de
exameninstellingen niet dat examenkandidaten om deze reden ten onrechte
afspraak tussen de IB-Groep en de directie I&I om geen openbaar
een diploma zouden kunnen halen.
jaarverslag op te stellen hieraan ten grondslag ligt. Met de directie I&I is afgesproken dat het toetsingskader voor de IB-Groep op dit punt wordt aangepast: KCE zal vanaf 2010 niet meer controleren of de IB-Groep een jaarverslag heeft opgesteld dat voldoet aan de wettelijke vereisten. Ook zal niet meer worden gecontroleerd of het jaarverslag openbaar wordt gemaakt. Wel zal KCE blijven controleren of de verslaglegging die de IBGroep aan de Minister doet overeenkomt met de feitelijke gang van zaken. Beroepszaken komen bij de decentrale exameninstellingen zeer sporadisch voor. In 2008 - 2009 is dit één keer voorgekomen. Bij de IB-Groep komen beroepszaken wél voor. Ook zijn er slechts bij twee instellingen waaronder de IB-Groep (gezamenlijk zestien examenlocaties) vermeende fraudegevallen 20
21
Iedere examenkandidaat, ook de examenkandidaat die het decentrale examen
Een ander beoordelingscriterium dat de kwaliteit van de afname betreft,
bij een decentrale exameninstelling doet, moet voor het centrale examen naar
is het criterium dat een examinator die de kandidaat beoordeelt (de
de IB-Groep. Daar vindt de identiteitscontrole voldoende zorgvuldig plaats en
assessor), niet betrokken mag zijn geweest bij het onderwijs aan de
volstaat de kennis van de echtheidskenmerken van identiteitspapieren bij de
betreffende kandidaat. Drie instellingen met in totaal negen examenlocaties
medewerkers die de controle uitvoeren.
konden niet aantonen dat ze aan deze regel kunnen voldoen. Ook de IB-Groep kan niet voldoen aan dit criterium. Daar de IB-Groep vele
Voor de borging van de kwaliteit van de uitvoering van het inburgerings
examinatoren van vele opleiders en exameninstellingen inhuurt, is het
examen is het van belang dat het management van een instelling toezicht
administratief een ondoenlijke zaak om vast te leggen aan welke kandidaten
houdt op de kwaliteit en indien nodig verbetermaatregelen treft. KCE
onderwijs is verzorgd. Om toch te kunnen voldoen aan het wettelijke
onderzoekt dan ook of dit interne toezicht op de kwaliteit daadwerkelijk
vereiste is dit beoordelingscriterium voor de IB-Groep vanaf 2010
plaatsvindt. Het treffen van verbetermaatregelen is soms nog niet goed
aangepast. De IB-Groep moet vastleggen bij welke instelling een
te beoordelen bij instellingen die nog maar kortgeleden zijn aangewezen.
examinator werkzaam is (geweest). In de planning wordt dan geregeld dat
Instellingen hebben na enkele maanden soms nog geen verbeter
een team van examinatoren niet werkzaam is geweest bij hetzelfde
maatregelen hoeven nemen. Bij zes instellingen (met gezamenlijk veertien
opleidingsinstituut zodat voor individuele kandidaten geborgd kan worden
examenlocaties) kan het management niet aantonen dat men zicht op de
dat de examinator in de rol van assessor geen onderwijs aan de kandidaat
kwaliteit van de uitvoering heeft. Als het zicht op de kwaliteit van de
heeft gegeven.
uitvoering bij het management ontbreekt dan is geen sprake van een borging van de kwaliteit en is niet met zekerheid te vast te stellen dat
Voor wat betreft de beoordelingscriteria rondom registratie en identificatie
examens op een consistente wijze - conform handleidingen - worden
van kandidaten en het verwerken van de resultaten van de examens, is
afgenomen of dat de administratieve processen consistent - conform wet-
vastgesteld dat zowel de decentrale exameninstellingen als de IB-Groep
en regelgeving - verlopen. Bij twee instellingen (drie examenlocaties) kon
hieraan voldoen of dat nog niet te beoordelen is of er aan voldaan wordt.
niet vastgesteld worden of er verbetermaatregelen worden getroffen als de
Zo is een van de beoordelingscriteria dat een kandidaat die (mogelijk)
uitvoering niet conform wet- en regelgeving verloopt. Beide instellingen
identiteitsfraude pleegt niet toegelaten mag worden tot het examen.
hebben een voorwaardelijke verklaring gekregen.
(Vermeende) identiteitsfraude is bij vrijwel alle instellingen niet voorgekomen. Dit punt is dan ook niet te beoordelen. Vergelijkbaar is het
KCE controleert steekproefsgewijs de handtekeningen van de examinatoren
beoordelingspunt dat wijzigingen van het resultaat als gevolg van
in de examendossiers. Bij geen van exameninstellingen heeft KCE
bijvoorbeeld een beroepszaak aan de IB-Groep moeten worden
geconstateerd dat geëxamineerd is door niet-gecertificeerde examinatoren.
doorgegeven. Omdat er nagenoeg geen beroepszaken zijn voorgenomen,
Uit de steekproeven is gebleken dat de handleidingen worden gehanteerd
komt het vrijwel niet voor dat resultaten worden aangepast. Het is dan niet
voor de wijze waarop de examens moeten worden afgenomen en
te boordelen of dit op de juiste wijze plaatsvindt.
beoordeeld bij de portfolio’s, het panelgesprek en de assessments. 22
23
Conclusie
Gegevens toezicht tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009
KCE heeft tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009 in totaal op 3690 punten beoordelingen uitgevoerd. In totaal was er 1608 keer (44%) niet te
54%
beoordelen of voldaan werd aan het criterium of niet. 2002 keer (54%) is vastgesteld dat voldaan werd aan een criterium. 80 keer (2%) heeft
Voldoet
44%
Voldoet niet Nog niet te beoordelen
KCE vastgesteld dat niet werd voldaan aan een beoordelingspunt. Punten waren vaak nog niet te beoordelen omdat veel exameninstellingen 2%
nog geen jaar exameninstelling waren. Ook is vaak niet te beoordelen of klachten, beroepszaken en vermeende fraudegevallen goed worden afgehandeld omdat dit gelukkig zeer sporadisch voorkomt.
Aantal en percentage beoordelingspunten voldoende, onvoldoende en nog niet te beoordelen tussen 1 augustus 2008 en 31 juli 2009
Bij exameninstellingen die langer dan een jaar als zodanig functioneerden, waren meer punten te beoordelen dan bij nieuwe exameninstellingen.
Gegevens toezicht tussen 1 augustus 2008 en 31 december 2008
Op de volgende pagina is de verdeling weergegeven over het gehele jaar (eerste grafiek) en het eerste deel van het schooljaar waar uitsluitend
45%
nieuwe instellingen zijn beoordeeld (tweede grafiek). In de derde grafiek is de periode tussen 1 januari en 31 juli 2009 weergegeven. Het merendeel
Voldoet
54%
Voldoet niet Nog niet te beoordelen
van de instellingen die in deze periode zijn onderzocht, waren langer dan een jaar exameninstelling. 3%
Percentage beoordelingspunten voldoende, onvoldoende en nog niet te beoordelen tussen 1 augustus 2008 en 31 december 2008
Gegevens toezicht tussen 1 januari 2009 en 31 juli 2009
58% Voldoet
40%
Voldoet niet Nog niet te beoordelen
2% Percentage beoordelingspunten voldoende, onvoldoende en nog niet te beoordelen tussen 1 januari 2009 en 31 juli 2009
24
25
Bijlage 1 Aangewezen exameninstellingen Exameninstellingen aangewezen op 31 juli 2009 ID
Exameninstellingen aangewezen op 31 juli 2009
Naam Instelling
ID
Naam Instelling
1
72263
ROC ter AA
22
72171
ROC Kop van Noord Holland
2
990172
Acceptus
23
71962
Landstede Educatie
3
72185
ROC van Amsterdam
24
71932
ROC Midden Nederland
4
71994
Arcus College
25
990036
Mister Dutch B.V.
5
72632
Capabel Taal B.V.
26
72276
ROC Mondriaan
6
72282
CINOP
27
990851
NCB Projecten B.V.
7
72033
ROC Drenthe College
28
72402
ROC Nijmegen
8
71956
ROC Eindhoven
29
72591
Noorderpoort College
9
72918
Examenbureau Inburgering B.V.
30
72585
NOVA contract
10
72981
ROC Friese Poort
31
72139
Ooverbruggen
11
72571
Friesland College
32
990850
Quality Communication B.V.
12
71902
Gilde Opleidingen
33
71888
Rijn Ijssel
13
72252
Graafschap College
34
71970
ROC Rivor
14
72088
IB-Groep
35
72019
ROC Tilburg
15
72412
ROC ID College
36
990171
TopTaal NT2-Experts B.V.
16
72249
INOVA
37
990291
Ttif.company
17
72121
INTOP
38
990044
ROC van Twente
18
990801
IVIO Examenbureau
39
990650
Voorwaartz
19
72439
J@R Opleidingen
40
990173
ROC Westerschelde
20
71980
KALEOS
41
72104
ROC Zadkine
21
72053
Koning Willem I College
42
72243
ROC Zeeland
26
27
Bijlage 2 Beoordelingen basistoets Periode 1 augustus 2008- 31 juli 2009
Periode 1 augustus 2008- 31 juli 2009
Auditaspecten en Beoordelingscriteria
Aantal voldoet
Aantal voldoet niet
5.4
Regels voor aanmelding 1.1
Regels voor aanmelding in het examenreglement zijn niet strijdig met BI en RI.
10
0
1.2
De regels voor aanmelding bevatten de noodzakelijke gegevens om ISI te vullen, te controleren dan wel aan te vullen.
10
0
Deskundigheid examinatoren 2.1
Auditaspecten en Beoordelingscriteria
Alle, doch tenminste twee examinatoren, beschikken over een geldig bewijs dat de door de Minister vastgestelde training met goed gevolg is afgerond.
10
0
De instelling toont aan dat maatregelen zijn getroffen voor de beheersing van het toezicht op de uitvoering van praktijkexamens conform ‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’.
8
2
3.2
De instelling toont aan dat maatregelen zijn getroffen voor de beheersing van de betrouwbaarheid van de resultaatverwerking (resultaatverwerking intern en gegevensverstrekking IB-Groep).
9
1
3.3
De instelling heeft een overzicht van de organisatiestructuur en van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van betrokkenen bij examinering.
10
0
Zijn regels over aanmelding en identificatie van de inburgeringspichtige opgenomen.
10
0
4.2
Zijn de financiële aspecten van het praktijkdeel van het inburgeringexamen opgenomen.
9
1
4.3
Is opgenomen dat de instelling beschikt over een examencommissie als bedoeld in BI.
10
0
4.4
Is opgenomen dat de instelling beschikt over een commissie voor beroep als bedoeld in BI.
10
0
4.5
Is expliciet vermeld dat de wijze van afname van het praktijkdeel geschiedt conform ‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’.
10
0
4.6
Is expliciet vermeld dat de wijze van beoordelen van het praktijkdeel geschiedt conform ‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’.
9
1
4.7
Is de wijze van bekendmaking van de resultaten van het praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
10
0
4.8
Zijn de procedure en sancties bij fraude opgenomen.
10
0
4.9
Is de procedure voor afhandeling van klachten opgenomen.
10
0
De examencommissie bestaat uit minstens drie leden, onder wie ten minste twee examinatoren.
10
0
5.2
De taak van de examencommissie is het afnemen van een of meerdere examens van het inburgeringsexamen.
10
0
5.3
Een examinator kan slechts worden benoemd tot lid van de examen commissie, indien hij de bij regeling van Onze Minister vastgestelde training met goed gevolg heeft afgerond.
10
0
28
0
De exameninstelling stelt een onafhankelijke commissie van beroep in, dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.
10
0
6.2
De commissie heeft tot taak de behandeling en beslechting van geschillen over beslissingen van de examencommissie of van de examinatoren van het praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
10
0
6.3
De commissie bestaat uit een even aantal gewone leden en evenveel plaats vervangende leden, een voorzitter, tevens lid, en een plaatsvervangend voorzitter.
10
0
6.4
De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het bevoegd gezag van de exameninstelling of van een examencommissie.
10
0
6.5
De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegen heid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen.
10
0
6.6
De commissie maakt haar beslissing bekend aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan het bevoegd gezag van de exameninstelling en aan de IB-Groep.
10
0
6.7
Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. Zij kan bepalen dat opnieuw of alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het praktijkdeel van het inburgeringsexamen of enig onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. De examencommissie of de examinator van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie van beroep voor de praktijk examens. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
10
0
6.8
Indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dit vereist, kan de commissie op verzoek van de kandidaat, in afwachting de uitspraak in de hoofdzaak, een voorlopige voorziening treffen, na de desbetreffende examencommissie dan wel de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans behoorlijk te hebben opgeroepen.
10
0
6.9
Herziening van een uitspraak van de commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die indien deze eerder bekend waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
10
0
6.10
De leden van de examencommissie en de examinatoren verstrekken aan de commissie de inlichtingen die de commissie voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt.
10
0
6.11
De commissie houdt zich aan de nadere regels uit de RI over onder meer benoeming en ontslag van de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de overige leden en plaatsvervangende leden.
10
0
10
0
Examencommissie 5.1
10
6.1
Examenreglement 4.1
Aantal voldoet niet
Commissie van beroep
Waarborg kwaliteit 3.1
Bij de uitoefening van de taak heeft ten minste een van de examinatoren, die het praktijkdeel inburgeringsexamens beoordeelt, niet het inburgerings onderwijs van de kandidaat verzorgd.
Aantal voldoet
Handelsregister 7.1
De kandidaat-instelling overlegt een geldige inschrijving van het handelsregister (niet ouder dan zes maanden).
29
Bijlage 3 Uitgevoerd toezicht Toezicht van 1 augustus 2008 - 31 juli 2009 Volgnummer
Toezicht van 1 augustus 2008 - 31 juli 2009
ID instelling
Naam Instelling
Aantal afnamelocaties
1
71956
ROC Eindhoven
1
20
72088
IB-Groep
7
2
71962
Landstede
3
21
72121
Intop
9
3
71980
Kaleos
4
22
71888
Rijn Ijssel
1
4
71994
Arcus
1
23
72252
Graafschap College
1
5
72019
ROC Tilburg
1
24
72282
Cinop
1
6
72033
Drenthe College
3
25
990044
ROC Twente
1
7
72053
Koning Willem I College
1
26
71970
ROC Rivor
1
8
72139
Ooverbruggen
3
27
71956
ROC Eindhoven (na voorwaardelijke verklaring)
1
9
72243
ROC Zeeland
1
28
72185
ROC van Amsterdam
8
10
72249
Inova
2
29
72402
ROC Nijmegen (na voorwaardelijke verklaring)
1
11
72402
ROC Nijmegen
1
30
72585
Nova Contract
1
12
72571
Friesland College
1
31
72276
ROC Mondriaan
1
13
72632
Capabel Taal
4
32
72171
ROC Kop van Noord Holland
2
14
72981
ROC Friese Poort
1
33
72263
ROC Ter Aa
1
15
990036
Mister Dutch
2
34
72571
Friesland College
1
16
71902
Gilde Opleidingen
2
35
72591
Noorderpoort College
2
17
71932
ROC Midden Nederland
3
36
71902
Gilde Opleidingen (na voorwaardelijke verklaring)
2
18
71980
Kaleos (na afkeurende verklaring)
5
37
72412
ROC ID College
1
19
990171
TopTaal
1
30
Volgnummer
ID instelling
Naam Instelling
Aantal afnamelocaties
31
Bijlage 4 Beoordelingen toezicht Beoordelingscriterium
Voldoet
Voldoet niet
Niet te beoordelen
Noodzakelijke gegevens ten behoeve van ISI zijn vastgelegd. Gegevens die nodig zijn om communicatie met de medewerkers, kandidaten en de IB-Groep mogelijk te maken, als NAWgegevens, burgerservicenummer, geboortedatum en geslacht, zijn vastgelegd in het Informatiesysteem Inburgering (ISI).
82
0
0
Noodzakelijke gegevens ten behoeve van examinering zijn vastgelegd. Het gaat dan onder meer om de categorisering oudkomer/nieuwkomer, gecombineerd met de profielkeus OGO: Opvoeding, Gezondheidszorg en Onderwijs, Werk en Geestelijke bedienaren. Tot noodzakelijke gegevens behoren ook de examenroute: assessments, portfolio en beoordelend panelgesprek of portfolio-assessmentcombinatie.
82
A21
De identiteit van de kandidaat is gecontroleerd aan de hand van de aanmeldingsadministratie en het identiteitsdocument van de kandidaat.
73
0
9
A22
In geval van (vermeende) identiteitsfraude mag de kandidaat geen examen doen. (Vermeende) fraudegevallen worden door de instelling geregistreerd en gerapporteerd in het jaarverslag (zie auditaspect D2).
21
0
61
A. Registratie en identificatie A11
A12
0
0
Beoordelingscriterium
Alle examinatoren zijn gecertificeerd. Een examinator is gecertificeerd, wanneer deze met goed gevolg de door de minister vastgestelde Examinatorentraining heeft afgerond.
82
0
0
B12
De examinator - in de rol van assessor - is niet betrokken geweest bij het onderwijs van de kandidaat.
73
9
0
B21
Voor afname van assessments is gebruik gemaakt van het Aanmeldsysteem Praktijkexamen Inburgering (API)
74
0
8
B22
De instelling waarborgt de geheimhouding van examenmateriaal.
75
0
7
B23
Bij de inrichting van de praktijksituatie is gebruik gemaakt van eenvoudige hulpmiddelen, die de context van de situatie voor de kandidaat duidelijk maken.
74
0
8
B24
Het Beoordelingsprotocol Assessmenttaak en het Beoordelingsmodel Assessments zijn aantoonbaar en juist gehanteerd en komen overeen met het ingevulde Formulier ‘Resultaat Assessments’ en het ingevulde beoordelings formulier uit de handleiding.
70
4
8
B25
Het management ziet toe op de toepassing van de Handleiding Assessments en de juiste procedure door examinatoren. Dit betreft de aanmelding/registratie en Identificatie, afname en beoordeling en resultaatverwerking. Het management heeft dus inzicht in de juistheid van de resultaten.
60
14
8
Als naar aanleiding van het toezicht door het management is geconstateerd dat iets niet op orde is, worden verbetermaatregelen getroffen.
54
B26
32
3
25
Voldoet niet
Niet te beoordelen
B27
Het examenresultaat wordt aan de kandidaat toegezonden of uitgereikt. De uitslag is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3.41, eerste lid.
74
0
8
B31
Voor de beoordeling van portfolio met panelgesprek is op juiste wijze gebruik gemaakt van het Aanmeldsysteem Praktijkdeel Inburgeringexamens (API)
80
0
2
B32
Portfoliobewijzen zijn gecontroleerd en juist verdeeld over de domeinen binnen de profielen.
77
4
1
B33
Het Panelgesprek Beoordelingsprotocol en het Beslismodel Panelgesprek zijn aantoonbaar en juist gehanteerd en komen overeen met Beoordelingsformulier uit de modelportfolio’s.
76
4
2
B34
Het management ziet toe op de toepassing van de Handleiding Panelgesprek en de juiste procedures door examinatoren. Het management heeft dus inzicht in de juistheid van de resultaten van het panelgesprek.
66
14
2
B35
Als naar aanleiding van het toezicht door het management is geconstateerd dat iets niet op orde is, worden verbetermaatregelen getroffen.
61
3
18
B36
Het examenresultaat wordt aan de kandidaat toegezonden of uitgereikt. De uitslag is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3.41, eerste lid.
79
1
2
B. Afname en beoordeling B11
Voldoet
C. Resultaatverwerking C11
De kopieën van het Formulier Resultaat Assessment en de Beoordelingsformulieren moeten samen met de onderliggende beoordelingsdocumenten 3,5 jaar opgeslagen worden. Zodoende beschikt de exameninstelling over bewijsmateriaal bij mogelijke beroepszaken. •• Een kopie van de goedgekeurde portfolio •• Alle schijfopdrachten die plaatsvinden na de goedkeuring van het portfolio, zoals: - Schrijfopdrachten assessments - Schrijfopdrachten panelgesprek - Samenvatting vanuit de assessment •• Uitslagformulier Deze documenten staan beschreven in de handleidingen.
77
4
1
C12
De exameninstelling moet ervoor zorgen dat het gemelde resultaat aan de IB-Groep gelijk is aan het resultaat van het assessment of panelgesprek (gemelde resultaten op Formulier Resultaat en Beoordelingsformulieren).
82
0
0
C13
Resultaatmelding aan de IB-Groep moet plaatsvinden in overeenstemming met de voorgeschreven werkwijze van de IB-Groep.
82
0
0
C14
De exameninstelling draagt er zorg voor dat de IB-Groep altijd over het juiste resultaat van de kandidaat beschikt. Als er wijzigingen zijn in het resultaat naar aanleiding van een beslissing van de examencommissie of commissie van beroep zijn deze gedocumenteerd en doorgegeven aan de IB-Groep.
21
0
61
33
Beoordelingscriterium
Voldoet
Voldoet niet
Niet te beoordelen
D. Verantwoording D11
De instellingen moet wijzigingen ten opzichte van de Basistoets melden aan KCE, die deze wijzigingen meeneemt in zijn toezicht. Het gaat dan om eventuele wijzigingen in de examenorganisatie zijn (assessoren, andere betrokken, organisatorische wijzigingen, aantal afnamelocaties), wijzigingen in examencommissie en commissie van beroep, belangrijke wijzigingen in het vastgestelde examenreglement, werkwijzen en procedures van de resultaatverwerking en de melding aan de IB-Groep en wijzigingen in de klachtenprocedure, beroepsprocedures en afhandeling fraude.
66
D21
Het jaarverslag is openbaar of opvraagbaar.
35
8
39
D22
KCE ziet toe dat de gegevens uit het jaarverslag gebaseerd zijn op de praktijk en een realistische weergave van de werkelijkheid zijn. Het verslag bevat een kwalitatief en een kwantitatief deel.
36
0
46
D23
Het kwalitatief deel bestaat uit een verantwoording over: •• afname van de examens •• de voorwaarden voor toelating tot de examens •• de deskundigheid van de examinatoren •• het vaststellen van de uitslag van de examens •• de waarborging van de kwaliteit van de examinering •• het functioneren van examencommissies en de commissies van beroep (art. 3.11 en 3.12) De inschrijving in het handelsregister (art. 3.14, eerste lid).
35
1
46
Het kwantitatief deel bestaat uit een onderbouwde weergave over: •• totaal aantal deelnemers •• aantal deelnemers per assessment, portfolio of combinatie •• aantal deelnemers dat gezakt dan wel geslaagd is per assessment, portfolio of combinatie •• aantal afgedane en in behandeling zijnde beroepszaken •• aantal afgedane en in behandeling zijnde klachten •• aantal en aard van geconstateerde onregelmatigheden bij identificatie •• Slagingspercentages
36
Eventuele verbeterpunten naar aanleiding van de evaluatie van het proces van examinering zijn in het verslag terug te vinden.
36
D24
D25
11
0
0
5
46
De klacht is schriftelijk door de kandidaat bij (de voorzitter van) de klachtencommissie is ingediend. De kandidaat hoeft de brief niet zelf te schrijven, maar moet deze wel accorderen. Onder een klacht wordt verstaan een ‘formele’ opmerking over examinering of de organisatie van examinering
30
E12
Bij de afhandeling van een klacht worden betrokkenen in de gelegenheid gesteld om hun kant van het verhaal duidelijk te maken en verweer te voeren.
20
0
62
E13
De klachtencommissie neemt een besluit. Het besluit is met bijbehorende argumenten vastgelegd.
19
0
63
34
0
Voldoet
Voldoet niet
Niet te beoordelen
E14
Klachtencommissie maakt dit besluit schriftelijk aan de kandidaat en de examencommissie bekend.
19
0
63
E15
Examencommissie voert het besluit uit.
19
0
63
E16
De examencommissie of het bevoegd gezag neemt desgewenst passende maatregelen om herhaling te voorkomen.
18
0
64
E21
Een kandidaat kan tegen een beslissing van een examinator of de examencommissie beroep aantekenen bij de commissie van beroep (Besluit Inburgering art. 3.12).
8
0
74
E22
De dossiers van de ingediende zaken bij de Commissie van Beroep zijn volledig. Documenten betreffende de beroepszaak worden in een dossier opgenomen. Volledigheid van het dossier houdt in dat alle relevante stappen die in het kader van de beroepsprocedure gezet moeten zijn, in het dossier zichtbaar zijn. Hierdoor is de beslissing uit de aanvraag en beraadslagingen herleidbaar.
7
0
75
E23
Uit de dossiers blijkt dat de procedure binnen gestelde termijnen is gevolgd.
7
0
75
E24
Als er aan de beroepszaak een meer structurele oorzaak ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting de beroepszaak niet meer kan voorkomen.
0
0
82
E31
De (vermeende) fraude is schriftelijk door de examinator bij de (de voorzitter van) de examencommissie ingediend met omschrijving van aard en moment van fraude. De examencommissie kan, op voorstel van de examinator het examen ongeldig verklaren en bepalen dat de kandidaat het examen (of een onderdeel daarvan) opnieuw moet afleggen.
16
0
66
E32
De betrokkenen zijn in de gelegenheid gesteld een verweer te voeren.
0
0
82
E33
De examencommissie neemt een besluit omtrent de fraudeverdenking. De aangever maakt geen deel uit van de besluitvorming. Het besluit en de argumentatie die ten grondslag ligt aan het besluit worden schriftelijk vastgelegd.
0
0
82
E34
De examencommissie maakt het besluit aan de kandidaat en de examinator schriftelijk bekend, bij voorkeur op A2 niveau, of met een mondelinge toelichting.
0
0
82
E35
De examencommissie voert het besluit uit. Indien het besluit betrekking heeft op al vastgelegde resultaten zorgt de examencommissie ervoor dat de correcties worden verwerkt in de resultatenadministratie van de instelling en doorgegeven worden aan de IB-Groep.
0
0
82
E36
Als aan de fraude een meer structurele oorzaak aan ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting de fraude niet meer kan voorkomen.
0
0
82
46
E. Beroep en afhandeling klachten E11
Beoordelingscriterium
52
35
KCE Postbus 499 3800 AL Amersfoort 0800 - 523 46 36 info@kce.nl www.kce.nl
D E
N O R M
|
D E
W E G I N G
|
D E
W A A R D E