Masterplan Onderwatersport in Zeeland 2009

Page 1

Masterplan Onderwatersport in Zeeland

Divers’ Delta


Onze missie Delen van dit plan zijn eerder verwoord in de ‘Integrale Recreatievisie Deltawateren’, het projectplan ‘Wrakken voor sportduikers in Zeeland’ en het discussiestuk ‘Voorstellen voor het verbeteren van duiklocaties in Zeeland’.

De Nederlandse Onderwatersport Bond behartigt de belangen van de onderwatersport en de onderwatersportverenigingen, door de sport in te richten, en te presenteren als toegankelijk en door iedereen te beoefenen. Zij streeft daarbij actief de samenwerking na met gelijkgerichte organisaties. De NOB is dé organisatie voor iedereen die het unieke van ‘onderwater-zijn’ wil beleven. De NOB is daarbij dienstverlener, belangenbehartiger en het loket voor alle vragen van iedereen die in de onderwatersport is geïnteresseerd. De NOB maakt dat mogelijk door de regie te voeren over het beleid ten aanzien van de onderwatersport in Nederland, in nauwe samenwerking met partnerorganisaties. De NOB wil: - de onderwatersport in al haar verschijningsvormen een duidelijke, stevige en erkende plaats geven in de samenleving; - een dienstverlenende, markgerichte organisatie zijn die maatschappelijk relevant beleid ontwikkelt;

- een open en transparante organisatie zijn waar mensen zich thuis en betrokken voelen.

Divers’ Delta pagina 2


Inleiding De Provincie Zeeland heeft aan de Nederlandse Onderwatersport Bond gevraagd om een masterplan te schrijven, waarin wordt aangegeven hoe het ‘product’ duiken voor Zeeland economisch beter kan worden benut. De provincie wil het belang van de onderwatersport verankeren in het sociaal-economisch beleid en heeft aangegeven de onderwatersport te willen opnemen in het PSEB voor 2009-2012. Dit document start met een indicatie van de natuurlijke aantrekkingskracht van Zeeland op sportduikers: het grootste kunstmatige onderwaterrif ter wereld. Vervolgens geven we op hoofdlijnen de richting aan van de gewenste ontwikkelingen op vijf thema’s: spreiding van sportduikers, toegankelijkheid en voorzieningen, kennisontwikkeling, ondernemerschap en marketing en promotie. In het deel kernprojecten wordt een aantal projectvoorstellen gedaan die nodig zijn om het streefbeeld te realiseren. Het plan eindigt met een aantal randvoorwaarden voor die realisatie en een overzicht van de prioriteiten voor de komende periode.

Zeeland is een vertrouwd werkterrein voor de Nederlandse Onderwatersport Bond. Dit stuk is tot stand gekomen op basis van gesprekken die de laatste jaren zijn gevoerd met de vele belanghebbenden: gemeenten, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat, Bureau Zeeweringen, Waterschap Zeeuwse Eilanden, Kamer van Koophandel, Hogeschool Zeeland, N.V. Economische Impuls Zeeland, beroepsvissers, mederecreanten, ondernemers, natuur- en beheerorganisaties. De visie als beschreven in deel B is op 12 maart 2008 gepresenteerd en van commentaar voorzien in een symposium op het provinciehuis te Middelburg. De feedback die daar is opgehaald, is in dit document verwerkt.

Divers’ Delta pagina 3



Inhoud

Deel A. Huidige Kwaliteiten

7

Deel B. Streefbeeld: Zeeland Divers’ Delta

11

Deel C. Kernprojecten

23

Deel D. Realisatie

51

Colofon

57

Divers’ Delta pagina 5



Deel A. Huidige kwaliteiten

Inleiding De duiksport heeft in de tweede helft van de vorige eeuw een forse groei doorgemaakt. Was het in de jaren zestig een enkele excentriekeling die in een zelfgeplakt rubberpak beestjes ging verzamelen voor zijn aquarium, nu worden er in het Zeeuwse water ieder jaar zo’n zevenhonderdduizend tot een miljoen duiken gemaakt. Individueel en in verenigingsverband, door jong en oud uit Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Engeland. Daar hoeft Zeeland niets voor te doen, ze komen gewoon. Wat is de natuurlijke aantrekkingskracht van Zeeland? In dit deel een beknopte beschrijving van de huidige kwaliteiten van Zeeland als duikprovincie: het startkapitaal.

Divers’ Delta pagina 7



A.1 Het startkapitaal Ooit was Zeeland een open overgangsgebied tussen land en water. Een gebied van slikken en schorren, lege zandvlaktes op een ondergrond van verdronken veen. Ecologisch zeer vitaal, maar voor duikers niet bijster interessant. Na 1953 zijn de deltawerken aangelegd en daarmee – vanuit het perspectief van de sportduiker – het grootste kunstmatige onderwaterrif ter wereld. Alle duiken in Zeeland worden gemaakt op door de mens aangebracht substraat: de voet van de dijken, de pijlers van de Zeelandbrug. Dat substraat is spectaculair mooi begroeid en kent meer biodiversiteit dan bijvoorbeeld de Middellandse Zee of het Atlantische water. Afhankelijk van het seizoen is de dijk onder water bedekt met een tapijt van anemonen, sponzen en anjelieren in wit, roze en oranje. Het rif is ook een schuilplaats voor talrijke soorten vis, krabben, kreeften en garnalen. De Oosterschelde dient bovendien als kraamkamer. Veel soorten trekken vanuit de Atlantische Oceaan de Oosterschelde in om zich voort te planten. Een voorbeeld is de sepia, paradoxaal genoeg een inktvis met een hoge aaibaarheidsfactor, die steeds in mei en juni grote aantallen duikers naar Zeeland trekt. De dijken zorgen er ook voor dat het Zeeuwse duikwater goed is beschut. Onafhankelijk van het weer is er altijd wel een plek met rustig water te vinden, aan lijzijde van de dijk. Duikers hoeven ook niet perse met een boot het water op om bij de duikplaats te komen. Zeeland biedt, net als bijvoorbeeld Bonaire, uitstekende mogelijkheden om van de kant te duiken. Immers, als je op de dijk staat, dan sta je op het rif. Het zicht varieert, maar het water is als regel helder genoeg om comfortabel te kunnen duiken. Er zijn perioden met meer dan tien meter horizontaal doorzicht.

Zeeland biedt gevarieerd duikwater. Er zijn diepe en ondiepe plekken. Er is stromend en stilstaand water. In de Grevelingen en sommige plekken in de Oosterschelde kan doorlopend worden gedoken. In de Oosterschelde wordt als regel op de stroomkentering gedoken. Dat maakt de Zeeuwse wateren geschikt en blijvend interessant voor duikers van allerlei niveaus. Van beginneling die zijn of haar eerste oefenduiken komt maken, tot ervaren duikers die in de Oosterschelde een groter beroep komen doen op hun kennis en vaardigheden. A.2 Rust en ruimte Zeeland biedt goede mogelijkheden voor de integratie van boven- en onderwaterrecreatie. De kernkwaliteiten van Zeeland als stranden, water, landschap, rust en ruimte, zijn voor duikers extra redenen om naar Zeeland te komen. Niet-duikende familieleden of vrienden komen om diezelfde redenen graag mee voor een verblijf in Zeeland. Andersom werkt ook. Een introductieduik kan een spannende dagattractie zijn voor niet-duikende gezinnen die rust en ruimte, water en landschap op een actieve manier willen verkennen. Zeeland kan zich nationaal en internationaal onderscheiden op een aangenaam verblijf in drie dimensies: op, aan én onder water.

Divers’ Delta pagina 9



Deel B. Streefbeeld: Zeeland Divers’ Delta

Inleiding In dit deel wordt de richting aangegeven van de gewenste ontwikkelingen met betrekking tot het duiken in Zeeland. Hoe kan duiken als economisch product beter worden benut? Het uiteindelijke streefbeeld op vijf thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.

Spreiding van duikers: goed duikwater beter benut Hoger voorzieningenniveau: zoveel moois goed toegankelijk Kennis als basis voor verantwoord recreëren Ondernemerschap: duiken economische pijler Marketing en promotie: Zeeland Divers’ Delta

Divers’ Delta pagina 11



B.1. Goed duikwater beter benut

Na 12-12-‘12 zijn op een zonnige voorjaarsdag nergens grote concentraties sportduikers op een beperkt aantal locaties te vinden. De 80/20 regel (80 procent van alle duiken wordt gemaakt op 20 procent van de beschikbare duikplekken) is doorbroken. De groei van de onderwaterrecreatie heeft een betere spreiding over de 120 bestaande duikplaatsen noodzakelijk gemaakt. Om de recreatiedruk te spreiden zijn instrumenten ontwikkeld die de duikers en ondernemers in staat stellen een bewuste keuze te maken uit de beschikbare duikplekken voor een bepaalde dag. Er is permanente en actuele informatie over zicht, biologische gesteldheid, bijzondere waarnemingen en eventuele ‘opstoppingen’, gekoppeld aan vindbaarheid en markering van de duikplaatsen. Er wordt bovendien vaker van een boot gedoken. Er zijn meer opstapplaatsen voor chartervaart en interessante (want vanaf de wal moeilijk bereikbare) plaatsen zijn gemarkeerd en beboeid.

Op drukke duikplaatsen is de oppervlakte hard substraat vergroot. Het duiken concentreert zich van oudsher op de randen van de Zeeuwse wateren: de voet van de dijken die een enorm kunstmatig rif vormen. Er zijn genoeg plekken met diep en helder water, maar omdat hard substraat ontbreekt zijn dat lege zandvlaktes. Een harde ondergrond van breuksteen, beton of reefballs maakt het oppervlak van deze duikplaatsen vele malen groter. Eén locatie kan daardoor een groter aanbod van duikers verwerken. In plaats van steen kiezen we op acht locaties voor een scheepswrak. Wrakken zijn door hun structuur en begroeiing voor duikers extra interessant: zowel door de duiktechnische uitdaging als door het ecosysteem dat op een wrak te vinden is. De kick van het wrakduiken maar zonder de ongemakken, het gebeurt met wrakken vlak achter de dijk. Afzinklocaties zijn geselecteerd op weloverwogen criteria: bereikbaar met de auto, korte afstand tussen de parkeerplaats en het water, niet te veel getijdenwerking. Dus een beschutte plek die ook goed toegankelijk is voor beginnende duikers of duikers met een lichamelijke beperking. De plekken die met hard substraat zijn verrijkt, hebben de status van reservaat. Ze zijn gesloten voor visserij en het duiken vindt er onder strikte voorwaarden plaats. Bekend is dat een dergelijk reservaat zich binnen korte tijd ontwikkelt tot een krachtig stukje natuur, waar het omliggende ecosysteem van profiteert. De NOB is ervan overtuigd dat een aantal strategisch gepositioneerde reservaten de duiksport én de visserij ten goede komen. Natuur, recreatie en visserij gaan in Zeeland op duurzame wijze hand in hand. Divers’ Delta pagina 13



B.2. Zo veel moois goed toegankelijk

Duikplezier is evenredig aan het gemak waarmee de duiker bij en in het water komt. (En er weer uit). Na 12-12-‘12 voelen sportduikers zich een oprecht welkome gast in Zeeland. Zo gedragen zij zich ook. Recreatie is ondergeschikt aan de belangen van natuur, milieu en beroepsvisserij. De NOB werkt namens alle duikers samen met de natuur- en terreinbeherende organisaties en met de vissers, om duikplaatsen open te houden. Als onderwaterrecreanten zijn sportduikers vergelijkbaar met wandelaars, vogelspotters of kanovaarders in hun beleving van de natuur. Hun belangen worden meegewogen bij de inrichting van natuurgebieden. Duiken is ook opgenomen in de beheerplannen voor de Oosterschelde als Natura 2000 gebied.

Duikers worden niet verrast door verboden of beperkingen, omdat zij actief zijn betrokken bij de besluitvorming. Ook met de vissers gelden goede afspraken over het duiken op vispercelen of bij uitstaand vistuig. Duikers en vissers respecteren elkaars belang. Afspraken zijn vastgelegd in een convenant. De gemaakte afspraken zijn duidelijk gecommuniceerd aan alle duikers en onderbouwd met kaartmateriaal en borden ter plekke. Wie zich niet aan de gedragscode houdt, riskeert een boete. De duiksport is volwassen geworden en daarmee toegankelijk voor iedereen. Steeds meer vrouwen beoefenen de sport. De leeftijdsopbouw loopt van 14 tot 74 jaar. Het aandeel oudere duikers is gegroeid. Steeds meer mindervaliden ontdekken dat beperkingen die ze op het land ervaren, in de gewichtsloze omgeving onder water voor hen niet gelden. De voorzieningen op de duikplaatsen zijn met deze ontwikkelingen meegegroeid. Na 12-12-’12 is het voor een duiker net zo prettig om aan het water te komen als voor een zeiler. Verharde paden, een trap over de dijk en een vlonder of trap aan de waterkant hebben het in- en uitstappen gemakkelijker gemaakt. Aan de landzijde zijn de duikplaatsen ingericht op een aangenamer verblijf tussen de duiken door en voor de mensen die aan de kant blijven. De grote duikplaatsen hebben het karakter van een volwaardige picknickplaats met toiletvoorzieningen, verlichting, banken en spoelbakken. Ze blijken voor meerdere groepen recreanten een welkome voorziening. Divers’ Delta pagina 15



B.3. Kennis als basis voor verantwoord recreëren

Zeeland heeft zich ontwikkeld tot hét kenniscentrum voor onderwatersport in Nederland. Kennis is beschikbaar voor mensen die beroepsmatig met duiken bezig zijn, en voor de sportduikers zelf. In samenwerking met commerciële richtingen van de Hogeschool Zeeland wordt marktonderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de duiksport in Zeeland. Er is cijfermateriaal beschikbaar over groei dan wel krimp van de inkomsten uit duiktoerisme, herkomst van duikers, opkomende markten en segmenten. Betrouwbare informatie op basis waarvan ondernemers en overheden bestaande of nieuwe plannen kunnen onderbouwen. De commissie Duikscholen van de NOB en gespecialiseerde consulenten van de NOB staan de duikondernemers en Kamer van koophandel waar gevraagd terzijde met advies, trainingen en workshops. Voor sportduikers of mensen die dat willen worden, zijn opleidingen ook verkrijgbaar in een aantal (NOB-erkende) nautische centra. Dat mes snijdt aan twee kanten. De opleider profiteert van de faciliteiten en de aanzuigende werking van een goed uitgerust nautisch centrum op toeristen. En het nautisch centrum profiteert omdat met duikopleidingen erbij het aanbod is verbreed – het centrum is daarmee aantrekkelijk voor bredere groep mensen. Toeristen kunnen er terecht voor opfriscursussen en introductieduiken. Daartoe werken de duikondernemers en verenigingen nauw samen met twee gespecialiseerde nautische centra.

Er zijn programma’s ontwikkeld om het jeugdduiken te bevorderen. Jeugdduiken is opgenomen in het aanbod van zomerkampen (‘summercamps’) waarin kinderen tot 14 jaar de jeugdopleiding doorlopen. Jongeren vanaf 14 jaar worden in een aantal weken opgeleid voor het 1* duikbrevet met een specialisatie biologie, al dan niet in combinatie met een getuigschrift voor het vaarbewijs. Zeeland legt de basis voor verantwoord recreëren. Het aanbod is bovendien laagdrempelig gemaakt. In samenwerking met ICT- en communicatierichtingen van de Hogeschool Zeeland is een virtueel netwerk tot stand gekomen van VVV’s, duikscholen, duikverenigingen en campings. Via de lokale VVV’s, Deltagids, campings en vakantieparken kunnen toeristen uit binnenen buitenland zich eenvoudig aanmelden voor een dagexcursie ‘Beleef de unieke onderwaterwereld in Zeeland’, al dan niet met een introductieduik. Dit product staat bij de VVV en de camping in het schap naast de wandel-, fiets- en paardrijdtochten. Laagdrempelig en bijzonder. De NOB is een kennisorganisatie met een netwerk van specialisten op allerlei duikgebieden. Onderwaterbiologen verzorgen cursussen, biologische weekenden en verzamelen gegevens van soorten en aantallen waarnemingen. Sportduikers spelen een actieve rol in de verzameling van gegevens, die zij aandragen bij Stichting Anemoon. Ook deze vorm van ecotoerisme draagt bij aan een intensere beleving van het onderwater-zijn. Zeeland is iedere twee jaar gastheer van een duikcongres: over duikmedische onderwerpen, duikveiligheid of technisch (‘extreem’) duiken.

Divers’ Delta pagina 17



B.4. Duiksport economische pijler: aanbod ontmoet

Rond 12-12-’12 is de duiksport uitgegroeid tot een van de grote economische pijlers binnen het toeristische aanbod van Zeeland. Actieve ondernemers leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Ondernemers weten de weg bij de lokale instanties, die de kaders scheppen voor het starten, uitvoeren of uitbreiden van hun bedrijf. Zeeland kent een gunstig klimaat voor ondernemers die het toeristisch product willen verbeteren.

Ondernemers hebben zich opnieuw georiënteerd op de toegevoegde waarde die zij aan sportduikers bieden. De focus is in een aantal gevallen verlegd van opleiden en verkoop van duikmateriaal, naar het veraangenamen van het verblijf van duikers voor, tussen en na het duiken. Er zijn slimme combinaties gemaakt van duikcentra met horeca, die dicht naar de waterkant zijn gebracht. Ook voor niet-duikende familie en vrienden is een dagje Zeeland een cadeautje. Het aandeel duikende Nederlanders dat de sport ook in eigen land beoefent, is met twintig procent gegroeid. Er zijn in Nederland ongeveer 300.000 mensen die duiken. Aan het eind van de vorige eeuw dook slechts een fractie van deze groep, zo’n 60.000 mensen, ook in eigen land. De overgrote meerderheid dook alleen in het buitenland. De ondernemers weten een steeds groter aandeel van deze markt naar Zeeland te trekken, omdat de kwaliteit van hun product overeen komt met wat vakantieduikers in het buitenland gewend zijn. Zoals materiaalverhuur, duikcentra dicht bij het water, arrangementen en begeleiding door ervaren gidsen. Er is een ruime keuze aan comfortabele charterschepen, voor duiken in het open water. Ondernemers richten zich in toenemende mate op buitenlandse markten. Zeeland is uitgegroeid tot een volwaardige duikbestemming – een geduchte concurrent voor andere West-Europese bestemmingen. Van bestaande markten als Duitsland, Frankrijk en België wordt een groter aandeel vakantiegangers naar Zeeland gehaald. Maar ook duikers in opkomende markten als Polen, Rusland en Tsjechië boeken een compleet verzorgde duikreis naar de delta. Duikvakantie? Kom naar Zeeland!

Divers’ Delta pagina 19



B.5. Zeeland ‘Divers’ Delta’

Zeeland weet de economische potentie van de onderwatersport volledig te benutten. Sinds 12-12-’12 concurreert de provincie succesvol met andere watersportgebieden in Nederland en met duikbestemmingen in het buitenland. Zeeland is Divers’ Delta. In de positionering ten opzichte van andere watersportgebieden in Nederland, wijst Zeeland steeds op de meerwaarde van recreatie in drie dimensies. Waar je in andere gebieden – Friesland, IJsselmeer – alleen op en boven water kunt recreëren, biedt Zeeland plezier op, boven én onder water. Deze derde dimensie wordt als uniek verkoopargument steeds meegenomen in de marketing en promotie van Zeeland als toeristische bestemming, nationaal en internationaal.

In de positionering ten opzichte van andere duikbestemmingen in West Europa, wijst Zeeland steeds op de kwaliteit van het duikwater en de bijzondere ecologische omstandigheden. De biodiversiteit biedt mogelijkheden voor ecotoerisme. De sepiatijd in mei is net zo bekend als de ‘Sardine Run’ voor de kust van Zuid-Afrika, die bezoekers en fotografen van over de hele wereld trekt. Andere argumenten om naar Zeeland te komen zijn de beschutting van het water door de dijken en het ongeëvenaarde voorzieningenniveau. Zeeland is trots op al deze kwaliteiten en draagt ze ook uit. Evenementen onderstrepen de leidende positie van Zeeland als duikbestemming. Bestaande evenementen worden beter benut. Nieuwe evenementen worden aan de kalender toegevoegd of naar Zeeland gehaald. Het North Sea Film Festival voor onderwaterfilms wordt gesponsord en vindt in 2013 voor het eerst plaats in Vlissingen. In 2015 komen ’s werelds beste fotografen bij elkaar in Zeeland voor de wereldkampioenschappen onderwaterfotografie. Zeeland is thuisbasis van en gastheer voor evenementen van de European Underwater Federation. Marketing en promotie zijn succesvol omdat er goed wordt samengewerkt tussen overheden, uitvoeringsinstanties en marktpartijen. Er is een Economic Development Board opgericht die de promotie coördineert. Hier wordt tijdig de verbinding gemaakt tussen Diver’s Delta en de andere Zeelandpromotie, en met de marketing van het duiken (Scuba4U). Er is een goede koppeling naar verkoopkanalen. Want wat marketing begint, maakt verkoop af.

Divers’ Delta pagina 21



Deel C: Kernprojecten

Inleiding In dit deel van het plan werken we de visie uit naar projectvoorstellen. Ieder project draagt bij aan de realisatie van één of meer van de in deel B beschreven visie.

Divers’ Delta pagina 23



C.1. Infrastructuur voor sportduikers

Divers’ Delta pagina 25


C.1.1. Infrastructuur boven water

In 2008 is een begin gemaakt met het verbeteren van de voorzieningen op vier duiklocaties aan de Grevelingen, gemeente Schouwen-Duiveland. In samenwerking met Bureau Zeeweringen zijn bovendien de eerste trappen aangebracht in de dijk langs de Oosterschelde, op Tholen en Schouwen-Duiveland. Voorzieningen voor sportduikers zijn daar meegenomen in toch al geplande werkzaamheden aan de dijk. Dit noemen we de werk-met-werk aanpak. De groei van de duiksport maakt het noodzakelijk dat de faciliteiten voor duikers in het algemeen naar een hoger niveau gaan. Tijdens de planperiode wordt de verbetering van duikplaatsen doorgezet. In de Grevelingen en Oosterschelde worden op basis van populariteit 27 duikplaatsen geselecteerd en verbeterd. Voor de planperiode 2009-2012 worden daaruit 9 duikplaatsen geselecteerd. Voor de duikplaatsen in de Oosterschelde wordt buitendijks waar mogelijk de werk-metwerk aanpak voortgezet, voor plekken buiten het werkgebied van Bureau Zeeweringen wordt alternatieve financiering gezocht. Na uitvoering van het project zijn de duikplaatsen veiliger en hygiënischer, is er minder kans op auto-inbraak en zijn de plaatsen beter bereikbaar voor duikers en hulpverleners. De locaties die de NOB voorstelt zijn (de nummers verwijzen naar het NOB overzicht van duikplaatsen in Zeeland):

Divers’ Delta pagina 26

De Grevelingen 1. Loswal Dreischor (3) 2. Dreischor, Gemaal (4) 3. Den Osse, Nol aan de westzijde (13) 4. Langedijk (15) Oosterschelde 5. Zuidbout (28) 6. De Val (31) 7. Zeelandbrug (32) 8. Levenstrijd (34) 9. Borredamme, Kistenol (36) 10. Flauwers, oostelijke dam (38) 11. Schelphoek, oostelijke havendam (42) 12. Plompetoren (44) 13. Burghsluis, haven (45) 14. Wissekerke, westnol en oostnol (50, 52) 15. Katse hoek (57) 16. Goesse Sas, Putty’s place en westelijk havenhoofd (62, 63) 17. Kattendijke (64) 18. Nieuwe Sluis, ‘tetjes’ (65) 19. Wemeldinge ter hoogte van Kleine Stelle (67) 20. Wemeldinge ter hoogte van Linda (70)


Vervolg Oosterschelde 21. Anna Jacobapolder Haven (72) 22. Stavenisse (77) 23. Gorishoek, de punt (78) 24. Poortvliet ‘Vuilnisbelt’ (80) 25. Strijenham (79) 26. Bergse Diepsluis (81) Veerse Meer 27. Veerse Dam (86) Aanpassen van de duikplaatsen dient veiligheid en comfort. De verbeteringen worden aangebracht aan: 1. Parkeerplaats. Parkeerplaatsen zijn in een aantal gevallen niet toereikend; te klein, verkeersonveilig of te ver van de duikplaats. De verbeteringen omvatten uitbreiding van het aantal parkeerplekken per locatie, oppervlakte afwerking, verlichting, controle, sanitaire voorzieningen, picknickbanken, vuilnisbakken, schoonmaken en –houden.

Noodzakelijke maatregelen zijn hier een kortere, bredere weg, trappen met leuning aan de binnenzijde van de dijk en op de overgang van de kruin (aan de Grevelingen ook de passage over de Muraltmuurtjes), en een trap en/of verhard pad in het buitentalud. 3. De instap. Het onderste deel van het buitentalud van de dijk is altijd glad en moeilijk te passeren. Dit deel is voor hulpverleners bij duikongevallen ook de meest lastige plaats. Voor de veiligheid heeft het de hoogste prioriteit om op alle duiklocaties de kreukelberm tussen de hoog- en laagwaterlijn, vlak te maken. Dat gebeurt door platte stenen aan te brengen, of door de kreukelberm op te vullen met asfalt of steenasfalt. De leuning loopt door tot voorbij de laagwaterlijn. In de Grevelingen, waar geen of minder getijdenwerking is, wordt gewerkt met drijvende steigers waaraan duiktrappen zijn gemonteerd. Duikplaats nr. 4 (Het Gemaal) wordt twee maal zo groot gemaakt door twee steigers te plaatsen: één bij de huidige instap en één 75 meter verderop, net voorbij het gemaal. Pad aan de buitendijkse kant tussen de twee instapplaatsen uitvlakken en verharden.

2. De route tussen parkeerplaats en waterkant. De nadruk ligt hier op een eenvoudige passage van het binnentalud en de kruin van de dijk, en de afdaling naar de waterkant.

Divers’ Delta pagina 27


C.1.2. Westkapelse Kreek inrichten voor mindervaliden

Staatsbosbeheer (de terreinbeherende organisatie) heeft toestemming gegeven om mindervalide duikers in de Westkapelse Kreek te laten oefenen en recreĂŤren. Lokale ondernemers, provincie en gemeente ontwikkelen hier een voor deze doelgroep toegankelijke duikstek. Door het aanbrengen van hard substraat wordt in het stilstaande, zoute water van de kreek een uniek ecosysteem gerealiseerd.

Divers’ Delta pagina 28


C.1.3. Infrastructuur onder water

Duikers zijn altijd op zoek naar onbekende en daarom fascinerende ontmoetingen met voorwerpen, organismen of natuurlijke fenomenen. Een lege zandvlakte valt in het niet bij een mysterieus object dat wordt bewoond door allerlei planten en dieren.

Er worden acht locaties aangewezen voor de plaatsing van een schoongemaakt scheepscasco, waarvan er twee in deze planperiode worden gerealiseerd. Voor de keuze van de locatie gelden de criteria als genoemd in deel B.

Bij voldoende zicht is een gevarieerde duikstek een aantrekkelijke plaats om te verkennen. Een duikstek die niet onmiddellijk is te overzien, die zowel in hoogte (het andere buddypaar zit even achter “de heuvel”) als breedte (het andere buddypaar zwemt een eindje verderop) enige omvang heeft, heeft de voorkeur. Met name de hoogte van een voorwerp is van belang. Tijdens de duik stijgen en dalen, appelleert aan de techniek en daarmee de actieve beleving van de sport. Dit alles maakt riffen en wrakken – door hun structuur en begroeiing – voor duikers extra interessant.

Daarbij is met alle omstandigheden rekening gehouden, inclusief bestaande visrechten, bodemgesteldheid en bereikbaarheid vanaf de kant.

Tijdens de planperiode worden in het Grevelingenmeer en het Veerse Meer twee kunstmatige riffen van steen aangelegd. Een rif is gemiddeld vijftig meter lang, acht meter breed en vier meter hoog. Voor de duikplaatsen in de Oosterschelde wordt ook onder water de werk-met-werk aanpak gehanteerd. Projectbureau Zeeweringen kan aangeven in welke nieuwe dijkverzwaringen onderwaterdepots van breuksteen worden toegepast, en waar deze komen te liggen. De voorkeur van de NOB is om deze bij de bestaande duikplaatsen neer te leggen en het restant te laten liggen.

Divers’ Delta pagina 29


De locaties die de NOB voorstelt zijn: Kunstmatig rif Grevelingen / Veerse Meer: 1. Koepeltje (17) 2. Langedijk (15) Hier wordt een jeugd-snorkelrif geplaatst op geringe diepte, tussen de wal en het dammetje. Het rif loopt van de waterlijn tot maximaal drie meter diep. Dit in het kader van paragraaf C.3.8. 3. Westkapelse Kreek 4. Zilveren Schor (84) 5. Veerse Dam (86) Kunstmatig rif Oosterschelde (steendepot, werk-met-werk) 1. Zuidbout 2. Anna Jacobapolder 3. De Val 4. Kattendijke 5. Vuilnisbelt 6. Flauwers west 7. Putty’s Place 8. Goesse Sas

Divers’ Delta pagina 30

Schoongemaakt scheepscasco: 1. Oesterdam, Oosterschelde (gemeente Tholen) 2. Lodijkse Gat, Oosterschelde (Tholen) 3. Bouwdok Neeltje Jans, Oosterschelde (Veere) 4. Lokkersnol, Oosterschelde (Schouwen-Duiveland) 5. Slurfje, Oosterschelde (Goes) 6. Katshoek, Oosterschelde (Noord-Beveland) 7. Den Osse Kerkweg, Grevelingen (Schouwen-Duiveland) 8. Veerse Dam, Veerse Meer (Veere) C.1.3.1. Het materiaal Kunstmatige riffen worden aangelegd met gebroken steen of gebroken puin. Zachtere en meer kalkrijke steensoorten hebben de voorkeur. Met gebroken puin bedoelen we beton (grote brokken al dan niet gewapend beton of heipalen) dat geen milieutechnische problemen met zich meebrengt en dus voldoet aan het bouwstoffenbesluit op dit punt. In de Oosterschelde veranderen de restanten van onderwaterdepots als het ware vanzelf in kleurrijke onderwaterriffen. Scheepswrakken zijn interessant vanwege de opbouw, trappen en relingen die binnen de kortste tijd zijn begroeid. Kleine slepers, viskotters of mijnenvegers zijn het meest geschikt. Voorwaarde is dat een schip van metaal is en in dusdanige staat dat het de reis van ligplaats naar droogdok en afzinklocatie kan doorstaan.


C.1.3.2. Schoon en veilig Het gecontroleerd afzinken van ‘vreemde’ objecten in de Zeeuwse wateren vergt een grondige voorbereiding. Objecten moeten schoon en veilig zijn. Indien we werken met gebroken puin, worden uitstekende stukken betonijzer of wapening vóór het afzinken verwijderd. Een schip wordt eerst in een droogdok geschikt gemaakt om te worden afgezonken. Dat houdt onder meer in: asbest verwijderen, tanks schoonmaken, leidingen, motoren en ballast verwijderen, holle ruimten steamcleanen, romp droogstralen en droogdok schoonmaken. Veiligheidsmaatregelen houden in dat ramen worden verwijderd, toegangen worden dichtgelast en gevaarlijke, uitstekende delen van de opbouw worden afgehaald. C.1.3.3. Regelgeving Voor het afzinken van objecten gelden regels. Aan verschillende voorwaarden zal moeten worden voldaan en meerdere overheden zijn partij bij het verlenen van de nodige vergunning. Er zijn vergunningen of ontheffingen nodig van Rijkswaterstaat, de Provincie Zeeland, de gemeenten waar het duikwater ligt, het Ministerie van Landbouw en Visserij en de Dienst der Domeinen. De NOB is al enige jaren in overleg met deze partijen rond het mogelijke afzinken van een eerste casco.

Divers’ Delta pagina 31



C.2. Veiligheid

Inleiding Met gemiddeld zes dodelijke ongevallen op een miljoen duikbewegingen per jaar, is duiken een veilige sport. Niettemin is ieder ongeval er één te veel. De NOB, BEFOS, overheden en hulpdiensten spannen zich in om de duikveiligheid te vergroten.

Divers’ Delta pagina 33


C.2.1. Gedragsverandering

De meeste duikongevallen worden veroorzaakt door zelfoverschatting: duikers plaatsen zich (onbewust) in een situatie die net ‘een maatje te groot is’ voor hun kennis, vaardigheden of fysieke gesteldheid. Met de toename van het aandeel vakantieduikers dat Zeeland bezoekt, neemt de aandacht voor duikveiligheid toe. Duikers worden zich tijdens de opleiding bewust gemaakt van de risico’s die zij lopen. Er kan een aantal maatregelen worden genomen om dat bewustzijn in de jaren na de opleiding op een hoger peil te houden, en daarmee het gedrag van de duikers te beïnvloeden: 1. Opvoeren van het aantal ongevalsimulaties in Zeeland. Verenigingen (ook die niet bij een bond zijn aangesloten) worden gestimuleerd eens per jaar een ongevalsimulatie te houden op een Zeeuwse duikplaats. Hiervoor wordt een protocol opgesteld dat zich richt op de acute hulpverlening aan de waterkant (redding, reanimatie, inschakelen hulpdiensten), de nazorg binnen de verenigingen (op basis van recente ervaringen bij NOB en BEFOS) en communicatie en woordvoering. Voor de acute hulpverlening kan gebruik worden gemaakt van bestaande protocollen. Hieraan wordt een module nazorg toegevoegd waarin een lid van een getroffen vereniging bij de deelnemende verenigingen zijn ervaringen deelt, en tips worden gegeven voor de communicatie. Van de ongevalsimulaties en oefeningen wordt uitgebreid verslag gedaan in de bestaande duikmedia. Eens in de vier jaar zou de mogelijkheid moeten bestaan om te kunnen deelnemen aan een oefening van een ‘duikerscrisis’, waaraan ook de hulpdiensten deelnemen.

Divers’ Delta pagina 34

2. De Richtlijn Veilig Duiken van de NOB wordt actief gecommuniceerd in Zeeland. Duikers die niet bij een bond zijn aangesloten, en vakantieduikers die voor een bezoek in Zeeland zijn, krijgen de richtlijn in hun eigen taal onder ogen. Het stuk wordt vertaald in Duits, Frans en Engels en wordt via duikcentra, accommodaties en andere manieren in Zeeland gedistribueerd. De richtlijn wordt tevens onderdeel van de brochure ‘Onderwatersport in Zeeland’. Ondernemers worden gestimuleerd om in geval van begeleid duiken met vakantieduikers, eerst een checkduik te plannen zoals dat gebruikelijk is op duikvakantiebestemmingen. 3. Er wordt onderzocht of het meerwaarde heeft om een systeem voor classificatie van duikplaatsen in te voeren. Bijvoorbeeld door een kleurcode per locatie te gebruiken: rood is hoog risico, groen is voor alle niveaus, etc. Een tegenwerping is dat duikplaatsen die als risicovol worden gemarkeerd, juist een bepaald type duiker aantrekt, vergelijkbaar met de drang van bergbeklimmers om de meest moeilijke route te kiezen. Indien een systeem van classificatie wordt toegepast, is communicatie van groot belang om het effect te laten hebben op de gewenste bewustwording. De bebording/markering van duikplaatsen wordt aangepast en er zal jaarlijks campagne worden gevoerd om het systeem onder de aandacht te brengen.


C.2.2. Duikerspas

C.2.3. Monitoring

Een milde vorm van regulering kan bijdragen aan de bewustwording bij duikers van de risico’s van hun sport. Daarbij valt te denken aan een duikerspas die verplicht is voor alle duikers die van het Zeeuwse water gebruik willen maken, en die alleen wordt uitgereikt aan duikers die in opleiding danwel gebrevetteerd zijn. Voorwaarde om de pas te krijgen is dat de aanvrager de gedragscode en de Richtlijn Veilig Duiken (zie C.2.1) onderschrijft. Er wordt onderzoek gedaan naar de invoering van zo’n pas, al dan niet in combinatie met de NOB/NOC*NSF sportpas en eventuele passen uit incentive programma’s.

Monitoring is nodig om inzicht te krijgen in de vraag of de genomen maatregelen ook daadwerkelijk effect in de gewenste richting hebben. Eén manier is om bij alle duikcentra een interface te plaatsen en duikers te vragen om vrijwillig en anoniem hun computer te laten uitlezen. Verwerking van de gegevens kan plaatsvinden door Duik Ongevallen Statistiek en Analyse (DOSA), die daarmee een eventueel verband kan aantonen tussen het duikersgedrag onder water en het aantal ongevallen/ incidenten. Een tweede mogelijkheid is om aan te sluiten bij soortgelijke monitoring door Divers Alert Network (DAN) Europe.

Divers’ Delta pagina 35



C.3. Informatie, communicatie en kennis

Een beter begrip van duikers en de duikmarkt stelt Zeeland in staat het aanbod voor deze doelgroep te verbeteren. Informatie en communicatie worden ingezet om recreatieve overdruk op duiklocaties te voorkomen.

Divers’ Delta pagina 37


C.3.1. Blauwdruk voor uniforme aanpak

Bij de voorbereiding en realisatie van de infrastructuur voor duikers, zijn veel partijen betrokken. De NOB levert een standaard voor het voorzieningenpakket: een blauwdruk voor de inrichting van een duikplaats. In deze blauwdruk wordt uitgegaan van het meest ideale en innovatieve pakket aan infrastructurele maatregelen, boven én onder water. Deze ideale duikplaats (‘toplocatie’) wordt op vier plekken gerealiseerd: twee op Schouwen Duiveland, één op Tholen en één op ZuidBeveland. De overige locaties worden ook ontwikkeld maar niet allemaal tot toplocatie. Met de blauwdruk introduceert de NOB een sterrensysteem waarmee duikplaatsen worden geclassificeerd. De vier toplocaties krijgen vijf sterren. De overige locaties krijgen – op grond van nader vast te stellen criteria voor de kwaliteit onder en boven water – tussen één en vier sterren. Het aantal sterren wordt in het (online) kaartmateriaal en de markering ter plaatse opgenomen.

Divers’ Delta pagina 38


C.3.2. Afspraken met beroepsvissers, gedragscode

Een toeloop van sportduikers brengt het risico met zich mee dat andere groepen in het gedrang komen. Dit betreft met name de beroepsvissers, op wiens erf de duikers zich massaal begeven. Ieder jaar worden gevallen gemeld van beschadiging of opzettelijke vernieling van vistuig. Andersom vormen sommige soorten vistuig (warrelnetten) een risico voor duikers. Zolang vissers en duikers op basis van goede afspraken het water in harmonie kunnen gebruiken, is er geen behoefte aan formele regelgeving. Aan het begin van de planperiode schrijven de vissers, duikers, overheden en andere belanghebbenden gezamenlijk een gedragscode voor het gebruik van het duikwater en de voorzieningen die zijn aangelegd. Deze gedragscode wordt ieder jaar voor aanvang van het duikseizoen door middel van een korte maar intensieve campagne aan de sportduikers en vissers gecommuniceerd. Daarnaast wordt de gedragscode meegenomen in de reguliere communicatie met duikers. Doel is de sportduikers zich bewust te maken van hun plek in Zeeland (namelijk die van gast) en hen te overtuigen om uitstaand vistuig met rust te laten. De communicatie is meertalig zodat ook toeristen uit het buitenland begrijpen wat Zeeland van hen verwacht.

Divers’ Delta pagina 39


C.3.3. Informatie

Van alle voorwerpen en daarmee iedere afzonderlijk ingerichte duiklocatie worden de GPS coördinaten ingemeten. Daarmee wordt het mogelijk om de exacte locatie van objecten en duikstekken voor beheer en onderhoud zeker te stellen. Ook geeft dit de mogelijkheid om deze informatie beschikbaar te stellen aan duikers en ondernemers (charters). Duikers worden goed geïnformeerd over de beschikbare duikplaatsen en de omstandigheden ter plaatse. Het formele overzicht van duikplaatsen en –verboden is in 2008 voor het laatst door Rijkswaterstaat uitgegeven. De productie en distributie van de folder ‘Onderwatersport in Zeeland’ is vanaf 2010 de verantwoordelijkheid van de NOB. De folder wordt iedere twee jaar actueel gemaakt en heruitgegeven. Naast de folder speelt vooral het internet voor duikers een grote rol als zij op zoek gaan naar actuele informatie over getijden, zicht en bijzondere waarnemingen. De initiatieven op dit vlak zijn momenteel versnipperd en ieder op zichzelf incompleet. In de planperiode wordt een centrale website gerealiseerd die zich kenmerkt door een moderne interface. Een duikplaats aanklikken geeft toegang tot alle relevante informatie, waaronder tijdstip van de kentering, bodemgesteldheid, routebeschrijving, vooringevuld ‘check de stek’ formulier, waarnemingen, dichtstbijzijnde vulstation en eventuele bijzonderheden zoals werkzaamheden. Op twee locaties, bij de Zeelandbrug en op het eerste afgezonken scheepscasco, wordt onder water een webcam geplaatst. Deze helpt in de informatievoorziening (horizontaal doorzicht) maar speelt ook een rol in de promotie van Zeeland als Divers’ Delta (C.4.).

Divers’ Delta pagina 40

Een goede vindbaarheid van de duikplaatsen draagt ook bij aan de spreiding van de recreatiedruk. Daartoe worden alle 120 duikplaatsen gemarkeerd met een basaltblok (in een opvallende kleur geverfd), voorzien van het nummer van de locatie, aantal sterren en de GPS coördinaten. Daarnaast ligt er een kans om de bewegwijzering naar de duikplaatsen op de Zeeuwse eilanden te verbeteren. Net zoals de fietsroutes duidelijk zijn aangegeven, kan Zeeland zich onderscheiden door de routes naar de duikplaatsen te voorzien van wegwijzers in de vorm van een duikvlag.


C.3.4. Communicatie

Communicatie is een belangrijke factor bij de plaatsing van objecten in de Zeeuwse wateren. Een transparant proces leidt tot snelle en kwalitatief goede besluitvorming. Draagvlak vraagt om vroegtijdig betrekken van de relevante doelgroepen bij het proces, waarbij steeds – op grond van aantoonbare ervaringen elders in de wereld – wordt aangetoond dat de plaatsing van objecten de onderwaternatuur versterkt. Het afzinken van scheepscasco’s versterkt bovendien het imago van Zeeland als Divers’ Delta. Dit project werkt door in Zeeland promotie: het maakt de massa bewust van het gegeven dat Zeeland een uniek duikgebied is. Met name het afzinken van het eerste casco moet worden gezien als een stunt die Zeeland maximaal kan benutten om zich als Divers’ Delta in de markt te zetten. Rond deze mijlpaal wordt daarom een internationaal media evenement georganiseerd.

Divers’ Delta pagina 41


C.3.5. Marktonderzoek

Zeeland heeft veel ervaring op gebied van water en waterrecreatie. De uitdaging is om de aanwezige kennis (theorie) en ervaring (praktijk) vanuit verschillende perspectieven te bundelen en toegankelijk te maken voor overheden, bezoekers en ondernemers.

2. Er is behoefte aan een economische haalbaarheidstudie voor hoogwaardige chartervaart, gericht op sportduikers. Een analyse van kosten en baten (op basis van een aantal scenario’s) moet aantonen of duikcharters een kans maken als financieel solide bedrijf.

Kennis van wat de klant wil en doet, ligt aan de basis van het beleid. Want kennis over de klant, de markt en toekomstige ontwikkelingen, versterkt de concurrentiepositie van Zeeland. Dat vraagt om onderzoek, waarin voor de periode 2009-2012 de volgende prioriteiten worden gesteld:

3. Moderne ICT-middelen stellen Zeeland in staat om gegevens te verzamelen over consumentengedrag. Consumenten zijn al te volgen door middel van incentiveprogramma’s en de bijbehorende passen. In dat kader wordt onderzocht of het mogelijk is de NOB-sportpas te koppelen met de Schouwen-Duivelandpas (toeristenpas), of dat de NOB- sportpas kan worden uitgebreid met ‘Zeeuwse’ aanbiedingen. Er is een aanvullende ICT-voorziening nodig voor de verzameling van de gegevens en de rapportage op groepsniveau. De gegevens bieden – binnen de kaders van de privacywetgeving – mogelijkheden voor moderne 1:1 communicatiemethoden.

1. Een eerste verkenning (scan) van het marktpotentieel voor de Divers’ Delta, nationaal en internationaal. Deze scan is gericht op het in kaart brengen van het mogelijke volume: over hoeveel bezoekers (duikers en mensen die dat willen worden) gaat het, welke landen hebben het grootste potentieel. Hierna komt vervolgonderzoek naar de voorkeuren en motivatie van (potentiële) bezoekers. Deze informatie levert de basis voor mogelijke nieuwe product-marktcombinaties, en geeft mede richting aan marketing en promotie. Zeeuwse ambtenaren en bestuurders brengen een werkbezoek aan een hoog ontwikkeld duikgebied, om gevoel te krijgen bij de voorzieningen en de industrie.

Divers’ Delta pagina 42


C.3.6. Virtueel Netwerk

C.3.7. Ondernemersplatform

Moderne ICT-middelen liggen ook onder een virtueel netwerk dat bezoekers en ondernemers bij elkaar brengt rond nieuwe duik-dagattracties: ‘Beleef Zeeland onder water’. Virtueel wil zeggen dat het aanbod zich richt op een breed publiek: niet alleen de ervaren duikers, maar vooral niet-duikende bezoekers. Deze groep krijgt op een laagdrempelige manier een kennismaking met de onderwaterwereld aangeboden. Dat is informatief en leerzaam, versterkt het imago van Zeeland als Divers’ Delta, en bevordert de instroom van nieuwe sportduikers. Voor gevorderde duikers of duiktoeristen uit het buitenland, worden specialistische aanbiedingen geformuleerd (bijvoorbeeld begeleid duiken, driftduik, bootduik, nachtduik, fotoduik, biologische duikdag, droogpak-testduik).

Onderzoeksgegevens worden gebundeld en – waar mogelijk voorzien van een verdiepingsslag – teruggekoppeld aan de ondernemers. Kansen zien is kansen benutten: gegevens, gebaseerd op de verzamelde data, stellen ondernemers in staat om in te spelen op nieuwe product-marktcombinaties.

Er zijn al initiatieven op het gebied van introductieduiken. Laagdrempelig verwijst naar het gemak waarmee bezoekers de duik-dagattracties straks kunnen vinden en boeken. Hiertoe wordt de samenwerking gezocht met de VVV’s Zeeland en de Stichting Promotie Zeeland Delta. Het aanbod staat in het rek bij VVV’s, campings, vakantieparken, andere dagattracties. De duiksport haakt aan bij de nieuwe promotiesite (consumentensite) van de VVV Zeeland, waar de koppeling moet plaatsvinden met gekwalificeerde aanbieders. Bezoekers kunnen hier zoeken in het aanbod en online een arrangement boeken.

De toegevoegde waarde van een ondernemersplatform wordt onderzocht. In zo’n platform of forum treffen ondernemers (uit de duikindustrie maar ook de overige kleine watersportsector) elkaar om gezamenlijk een aanbod te formuleren, op grond van de marktgegevens die hen worden aangereikt. Hier wordt de basis gelegd voor samenwerking in nautische centra. Het platform wordt met workshops en seminars ondersteund door onder anderen de Kamer van Koophandel, NOB en duikondernemers uit gevestigde duikgebieden.

Divers’ Delta pagina 43


C.3.8. Jeugd

C.3.9. Benchmarking

Jaarlijks wordt een (inter)nationaal jeugd-duikweekend gehouden rond en in het Grevelingenmeer. Kinderen met een jeugdduik- of snorkelbrevet uit verschillende landen kamperen een weekend op een locatie met voldoende faciliteiten voor deze doelgroep. De faciliteiten omvatten een schoon en afgebakend terrein, voldoende sanitaire voorzieningen, een veld om ‘land’activiteiten te houden én een voldoende grote droge ruimte om te eten en een natweerprogramma te draaien. Ook is er gelegenheid om een junior vaarbewijs te halen.

De Provincie Zeeland zal willen aantonen dat het beleid werkt; dat duiken inderdaad beter wordt benut als economisch product. Daartoe worden criteria opgesteld ten aanzien van de monitoring. Sturingsinformatie is nodig voor het proces van bijsturen en gericht verbeteren. Daarbij wordt ook gekeken naar prestatie indicatoren die andere duikbestemmingen hanteren, en de relatieve score van Zeeland op die indicatoren. (En als blijkt dat andere duikbestemmingen geen prestatie indicatoren hanteren, dan neemt Zeeland hier het voortouw).

Jeugdduikinstructeurs van verschillende (inter)nationale (duik)organisaties en duikscholen begeleiden het evenement. Voor zover nodig worden instructeurs bij lokale ondernemers en verenigingen opgeleid of bijgeschoold om jeugd te begeleiden bij het snorkelen als dagattractie (zie het jeugdrif: avondsnorkelen met duiklampen!) of bij evenementen.

Divers’ Delta pagina 44


C.3.10. Ecologie

C.3.12. Coördinatie

PM: onderzoek is ook nodig naar het effect van toerisme op de onderwaternatuur, of het effect van reservaten op plekken waar hard substraat is neergelegd. Over dergelijk onderzoek zal de NOB de Stichting Anemoon raadplegen.

De NOB stelt deskundigheid en capaciteit beschikbaar voor de coördinatie van de uitvoering van het plan. Voor zover het nieuw aan te trekken mensen betreft, wordt de benodigde capaciteit opgenomen in de begroting van het plan. De NOB voorziet twee functies: 1. Een projectleider die wordt belast met de uitvoering van de projecten: infrastructurele projecten, informatievoorziening en voorlichting aan sportduikers, veiligheid en opleidingen. 0,8 fte voor de duur van vier jaar. 2. Een projectmedewerker die de projectleider bij de verschillende projecten ondersteunt. 0,8 fte voor de duur van vier jaar.

C.3.11 PM: voor sportduikers of mensen die dat willen worden, zijn opleidingen ook verkrijgbaar in het Zeeuwse kenniscentrum voor waterrecreatie. Toeristen kunnen er terecht voor opfriscursussen en introductieduiken. Daartoe werken de duikondernemers en verenigingen nauw samen met twee gespecialiseerde nautische centra.

Divers’ Delta pagina 45



C.4. Marketing en promotie

Wil Zeeland meer duikers naar zich toe trekken, dan dient de provincie door middel van marketing en promotie als “Divers’ Delta” te worden gepositioneerd.

Divers’ Delta pagina 47


C.4.1. Merkenbouw

Merkenbouw ligt aan de basis van de marketing. Dat wil zeggen dat het merk Divers’ Delta, vanuit het beeld van de werkelijkheid, wordt geladen met beelden en associaties die consequent worden uitgedragen. Dat vraagt om overeenstemming bij de partijen die invloed hebben op het imago van de provincie; om een gemeenschappelijke visie op de plek van het sportduiken in de positionering van Zeeland voor de middellange termijn. Divers’ Delta verwijst daarbij naar het unieke van Zeeland onder de waterlijn. In grote lijnen houdt het proces van merkenbouw in dat wordt gestart met onderzoek naar en analyse van onder andere de huidige situatie, het streefbeeld, huidig imago, onderscheidend vermogen, concurrentiepositie, sterke en zwakke kanten (swot), en mogelijke belemmeringen. Deze informatie wordt vertaald naar een advies voor de merkbeleving. Aangevuld met een analyse van producten en markten waarop Divers’ Delta zich richt, de concurrenten die Zeeland in die respectievelijke markten tegenkomt en het onderscheidend vermogen, volgt hieruit een unieke waardepropositie. Deze vormt de onderlegger voor de kernboodschap, het beeld en creatief concept die in de marketingcommunicatie worden doorgevoerd. Logo en slogan komen aan het eind van dit proces, als een bijna natuurlijk resultaat. De NOB is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het merk en het management daarvan. De NOB voert ook de regie over de marketing en promotie van Divers’ Delta en werkt in de uitvoering samen met de Stichting Promotie Zeeland Delta. Divers’ Delta pagina 48


C.4.2. Evenementen als instrument voor Zeeland-promotie

Het duurt gemiddeld vijf tot tien jaar om een merk te bouwen en in de markt te zetten. Op de korte termijn worden evenementen ingezet als instrument voor promotie. Vanuit Divers’ Delta kan meer publiciteit worden gegenereerd rond bestaande evenementen voor sportduikers, te weten de kampioenschappen fotografie die jaarlijks in de Zeeuwse wateren (NK, Zeeland Flitsen) en de Grevelingen (Grevelingenkampioenschap) worden gehouden. Er wordt een evenementenkalender opgesteld van bestaande en nieuwe duikgerelateerde evenementen, inclusief communicatie-/persbeleid om de evenementen publicitair optimaal te benutten.

Divers’ Delta pagina 49



Deel D: Realisatie

Er ligt een ambitieus plan om van Zeeland een echte Divers’ Delta te maken. In dit laatste deel een indicatie van de belangrijkste randvoorwaarde (te weten een efficiëntere overlegstructuur) en een eerste planning.

Divers’ Delta pagina 51




D.1. Overlegstructuur ruimtelijke sector

Om de plannen te realiseren zijn overleg en samenwerking nodig. Er is behoefte aan een overlegstructuur die overzichtelijk is, waarin duidelijk is wie waarover kan besluiten en waarin een krachtige regierol is weggelegd voor de provincie, waar alle lijnen samenkomen. Coördinatie is des te belangrijker omdat gemeenten en vrijwilligersorganisaties met elkaar gemeen hebben dat ze beperkte tijd hebben. De structuur van het overleg in de ruimtelijke sector zal worden verbeterd. Ontwikkelingen ten behoeve van de duiksport worden tijdig meegenomen in de (beheer)plannen van de gemeenten of uitvoerende instanties. Om alle projecten uit Divers’ Delta bij alle betrokken partijen ‘geland’ te krijgen en de continuïteit te bewaken, is er een regelmatig overleg tussen deze partijen: Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zeeland, Bureau Zeeweringen, KLPD Waterpolitie, waterschap(pen), gemeenten met duiklocaties in het gebied, natuurorganisaties, andere recreatiegroepen, beheer- en onderhoudorganisaties en beroepsvissers. De provincie ziet erop toe dat waar mogelijk de ontwikkelingen voor de duiksport in het overleg en de besluitvorming worden meegewogen. Twee keer per jaar vindt op het provinciehuis in Middelburg voortgangsoverleg plaats over de uitvoering van het masterplan. Dit wordt geleid door een (technisch) voorzitter. In dit overleg schuiven partijen aan die van belang zijn voor de voortgang en uitvoering van de verschillende projecten van Divers’ Delta. De provincie Zeeland voert de regie over dit overleg. Zij nodigt deelnemers uit, stelt in samenwerking met de NOB de agenda op en zit het overleg voor. Het voortgangsoverleg brengt kansen en knelpunten in kaart en geeft richting aan het overleg voor de komende periode van een half jaar. Divers’ Delta pagina 54


D.2. Overlegstructuur marketing en promotie

Ook op het gebied van marketing en promotie is een overlegstructuur nodig die overzichtelijk is, waarin duidelijk is wie waarover kan besluiten en waarin een krachtige regierol is weggelegd voor de provincie, waar alle lijnen samenkomen. In het kader van evenementen en marktonderzoek is er regelmatig overleg tussen de Stichting Promotie Zeeland Delta, VVV’s, en portefeuillehouders van gemeenten met duiklocaties in het gebied, het Kenniscentrum Toerisme en Recreatie (Hogeschool Zeeland), Kamer van Koophandel Zeeland en vertegenwoordigers van de (duik)ondernemers. De structuur van het overleg in de toeristische sector zal worden verbeterd.

Divers’ Delta pagina 55


D.3. Financiering

D.4. Voorlopige planning

Voor de periode 2009-2012 is een prioriteitenlijst gemaakt met projecten waarvoor financiering gezocht moet worden. Financiering wordt gezocht bij provincie, landelijke overheid, Europese subsidies, gemeenten en het bedrijfsleven.

De prioriteit van de infrastructurele verbetering van 9 duiklocaties in de beleidsperiode 2009-2012 is als volgt: 2009: Anna Jacobapolder (72) en Dreischor (4) 2010: Westkapelse Kreek (nieuwe locatie voor minder valide duikers) en Wemeldinge (67) 2011: Bergse Diepsluis (81) en Gorishoek (78) 2012: Zeelandbrug (32) en Veerse Dam (86) De verbetering van duiklocatie Schelphoek (42) is afhankelijk van de ontwikkelingen met Staatsbosbeheer en de Recron. Deze 9 duiklocaties liggen verspreid over de verschillende Zeeuwse gemeenten met duikwater. Op twee locaties wordt een scheepscasco afgezonken. Vier duiklocaties worden aangewezen als topduiklocatie (5 sterrenniveau) met een hoog (innovatief) voorzieningenniveau. Op deze locaties is al het gemak voorhanden: ruime, maar beperkte parkeergelegenheid (dit beperkt het aantal duikers onder water waardoor de kwaliteit van de beleving toeneemt), horecavoorzieningen, andere (water)recreatievoorzieningen, omkleedruimtes, toiletten, spoelbakken, kinderopvang, verhuur duikmateriaal, vulstation etc. Een precieze omschrijving van de verschillende sterrenlocaties wordt uitgewerkt in de blauwdruk voor duiklocaties.

Divers’ Delta pagina 56


Colofon

Als hotspotlocaties zijn geselecteerd: 1. Dreischor-gemaal (4) 2. Bergse Diepsluis (81) 3. Wemeldinge (67) 4. Veerse Dam (86) De realisatie van buitendijkse trappen zal via werk-met-werk met projectbureau Zeeweringen worden voortgezet.

Copyright 2009 Nederlandse Onderwatersport Bond Verantwoordelijk bestuurders NOB: Hennie Elshof en Marcel Waijers Verantwoordelijk beleidsmedewerker NOB: Desmond van Santen Tekst en eindredactie: Rob Aarsen Tekstbijdragen: René Kiel, Desmond van Santen, Marcel Waijers Illustraties: Geert Westerhof / The Rep’s Fotografie: Rob Aarsen, Luc Beets, Peter van Bragt, Ryan Derks, Tom Kiel, Anne Lamers, Trudy Leerschoon, Nationaal Park Oosterschelde, Arthur Palache, Projectbureau Zeeweringen, HES van Schoonhoven, Machteld van Schoonhoven, Duncan van Vliet en Johan Verkamman. Vormgeving: Hansnel Communicatie, Utrecht en NOB Druk: Libertas, Bunnik

Nederlandse Onderwatersport Bond Nassaustraat 12 3583 XG Utrecht 030-2517014 www.onderwatersport.org Divers’ Delta pagina 57



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.