Kees webdesign

Page 1

DĂŠsirĂŠe Battjes

een stappenplan voor het ontwerpen van een navigatiestructuur


Colofon Auteur Désirée Battjes

Illustraties Wes Oudshoorn

illustraties omslag en pag 10 Ankie Stoutjesdijk Grafische vormgeving Ankie Stoutjesdijk Uitgever Kees™ Internetbureau

Middelstegracht 89-s | 2312 TT Leiden | www.kees-tm.nl

Copyright © 2009 Kees™ Internetbureau, Leiden

Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in

een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming als je er maar bij vertelt dat het van ons komt.

isbn 978 94 90341 01 5 nur 811

2


een stappenplan voor het ontwerpen van een navigatiestructuur


inhoud

voor wie is dit boekje? pag 03 Zoeken en vinden pag 04 Stap 1 - Brainstorm pag 06 Stap 2 - Formuleer doelgroepen pag 08 Stap 3 - Informatie ordenen pag 12 Stap 4 - Je beheersen pag 14 Stap 5 - Volgorde bepalen: wat is het belangrijkst? pag 16 Stap 6 Ga conventies na pag 18 Stap 7 - Bedenk heldere en bondige knopnamen pag 22 Stap 8 - Groeperen van menu-items pag 26 Nog twee tips pag 30 Literatuur en links pag 33

4


Voor wie is dit boekje? Dit boekje biedt een stappenplan om een navigatiestructuur van een website

te ontwerpen. Je kunt het gebruiken als handleiding bij een nieuw te bouwen website. Je kunt het ook lezen als een verhaal met tips over ordening van een website, handig bij dagelijks onderhoud van een website.

In de eerste plaats schreef ik dit boekje voor onze klanten en partijen

waarvan ik hoop dat ze onze klant worden. Als er een wens is voor een

nieuwe website, is er meestal een vaag idee over wat er ongeveer op moet. Wat er precies op moet, en in welke volgorde, dat is minder duidelijk.

Ook niet-klanten die doende zijn met een website help ik graag een beetje bij het ontwerpen van een heldere navigatiestructuur. Vindbare informatie doet alle surfers een plezier. Misschien heb ik je website ooit eens nodig.

Verder schreef ik dit boekje voor mijn collega’s en toekomstige collega’s. Zo doen we het bij Kees™. Désirée Battjes

5


Zoeken en vinden Je bent in een supermarkt die je niet kent en je wil een bakje champignons kopen. Je vindt de champignons meestal bij groenten en fruit. Je zoekt een bord

of loopt meteen naar ĂŠĂŠn van de hoeken van de supermarkt omdat de

versproducten daar vaak zijn opgesteld. Als je de gestapelde kratten, uitge-

stalde tomaten en kistjes sinaasappelen ziet, weet je dat je goed zit. Nu naar de koeling, de champignons worden immers in de meeste winkels gekoeld bewaard. Aha, voorgekookte krieltjes, geschrapte worteltjes, ijsbergsla, hebbes: champignons.

De informatie op een website wordt geordend door de navigatiestructuur. Je kunt de structuur vergelijken met de ordening in een winkel1. Vanuit de

homepage vertakt de website zich naar diepere lagen. Schematisch ziet dat er ongeveer zo uit:

6


De website vertakt zich als een boom steeds verder. Je kunt websites ook bouwen met bijvoorbeeld een netwerkstructuur of een ringstructuur. De meeste websites zijn echter gebaat bij een boomstructuur: hiëarchisch

geordend, van hoofdmenu naar submenu’s. In dit boekje bedoelen we met navigatiestructuur ook altijd een boomstructuur.

De kunst bij het ontwerpen van een navigatiestructuur is te bereiken dat

verschillende soorten bezoekers goed kunnen vinden waar ze voor komen. Hieronder zet ik de stappen uiteen die we bij Kees™ doorlopen om tot een goede navigatiestructuur te komen. Als we te maken hebben met een

kleine website, doorlopen we alle stappen in één of twee gesprekken. Als we werken aan een grotere website, gaat aan de daadwerkelijke bouw een heel traject van bijeenkomsten en documenten vooraf.

7


Stap 1 - Brainstorm Om te beginnen, nodig iedereen uit die iets over de nieuwe website moet/

wil/kan zeggen. Met z’n allen weet je meer en bovendien: wie je nu betrekt, heeft later minder te zeuren. Dus regel een delegatie van de afdeling ver-

koop, vraag iemand van personeelszaken en eis vertegenwoordiging vanuit de directie.

Voeten op tafel. Flipover en stift in de aanslag. Wat moet er op de website?

Schrijf ideeĂŤn op. Alles is welkom. Afdeling personeelszaken hoopt op vacatures, de salesmanager wenst een lekkere flash-animatie en de directie wil het jaarverslag erop. We noteren ijverig ieders bijdragen en gaan (vooralsnog) niet in discussie over de zin ervan.

Dit boekje gaat over het bouwen van een structuur, maar eerst maken we chaos.

8


Inspiratiebronnen Als er een bestaande website is, bekijk deze. Dit is een prima bron van inspiratie. Welke informatie moet terugkeren op de nieuwe website? En wat moet vooral niet terugkomen?

Websites van concurrenten zijn ook interessant. Bespreek tijdens de brainstorm websites van collega’s. Sommige zijn geruststellend

ouderwets. Echter, iedere branche kent ook jaloersmakend goede websites. Zonder één op één te kopiëren, kun je van die websites veel overnemen. Een beamer met internetverbinding of desnoods printjes van websites zijn erg handig.

eindproduct stap 1

één of meer vellen met ideeën over wat er op de website

moet komen

9


Stap 2 - Formuleer doelgroepen Een website heeft altijd meerdere doelgroepen. PotentiĂŤle klanten zoeken informatie over een product, maar een leverancier raadpleegt de website

voor de routebeschrijving. Wanneer je een navigatiestructuur gaat opzetten, moet je weten wie er wat moet vinden.

De tweede stap bij het ontwerpen van een navigatiestructuur is het op

een rijtje zetten van de doelgroepen. Vergeet de chaos die in de brainstorm

gecreĂŤerd is. Maak een lijstje van de soorten bezoekers voor wie je de website bouwt.

10


Voorbeelden doelgroepen:

- afnemers van producten/diensten,

- toekomstige afnemers van producten/diensten, - toekomstige medewerkers, - leden,

- zoekers naar adres/telefoonnummer/routebeschrijving, - pers,

- medewerkers, - investeerders, en zo meer.

Beschrijf doelgroepen Als je een lijstje doelgroepen hebt, loont het de moeite om de doelgroepen zo duidelijk mogelijk te beschrijven. Vraag je af wie de afnemers van je producten precies zijn. Gaat het om pubers of gepensioneerden? Als je

klanten wilt werven: zoek je in het MKB of in non-profit? Door je een beeld

van je doelgroepen te vormen, worden ze concreet. Bovendien praat je met iedereen over hetzelfde.

11


Persona’s Je kunt heel ver gaan in het beschrijven van je doelgroep. Neem uit elke

doelgroep één of meer vertegenwoordigers en schets deze als waren het personen. Zo maak je wat in marketingtermen persona’s heet. Je geeft je doelgroepen letterlijk een gezicht.

Stel, je maakt een website voor een historisch museum in Haarlem. Toe-

komstige bezoekers van het museum vormen natuurlijk een belangrijke

doelgroep van de website. Vooral scholieren, gezinnen en mannen vanaf

55 jaar bezoeken het museum. Je kunt nu persona’s van deze doelgroepen maken door eigenschappen te bedenken en je voor te stellen hoe een

vertegenwoordiger uit deze doelgroep eruit ziet. Als je het goed doet, geef je je persona’s zelfs een naam. Zo bijvoorbeeld:

Jesse zit in groep 7 van een basisschool in Haarlem. Het is een bovengemiddeld slim kind. De dino’s is hij net ontgroeid, tijd voor iets anders.

Familie Van Leeuwen gaat er in het weekend graag op uit. Op bezoek bij familie, naar een pretpark of naar een museum. Vader is manager in de IT, moeder werkt in de zorg. De kinderen zijn Taco (14) en Freek (10).

12

Theo Vogelaer is hoofd van een lagere school in Hillegom geweest. Hij is nu met vervroegd pensioen. Eindelijk heeft hij meer tijd om aan zijn grote hobby – de geschiedenis van de Bollenstreek – te besteden.


Algemeen publiek: bezoekers die geen doelgroep zijn Elke website kent bezoekers voor wie de website niet gebouwd is. Er surfen

mensen zomaar langs, de partner van een nieuwe medewerker wil graag zien waar manlief werkt, een concurrent komt eens kijken of een student zoekt

informatie voor een scriptie. Deze bezoekers zijn algemeen publiek. Neem in je lijstje doelgroepen algemeen publiek op als restcategorie.

eindproduct stap 2

een lijstje doelgroepen met beschrijving

13


Stap 3 - Informatie ordenen Verschillende doelgroepen komen voor verschillende soorten informatie. Als je de doelgroepen op een rijtje hebt, kun je per doelgroep bepalen wat er op de website moet komen.

Neem het lijstje doelgroepen en het resultaat van de brainstorm voor je

en sla aan het ordenen. Noteer achter de doelgroepen welke informatie je voor deze doelgroep op de website wilt. Loop alle aantekeningen van de

brainstorm na. Wees kritisch. Wanneer je een idee uit de brainstorm niet bij ĂŠĂŠn van de doelgroepen kwijt kunt, moet je het misschien maar niet op je website plaatsen.

14


Cardsorting Een zinvolle en leuke techniek om informatie te ordenen is cardsorting. Met behulp van kaartjes sorteer je de informatie voor je website. Deze techniek kun je inzetten bij het ontwerpen van de navigatiestructuur van grotere websites. Cardsorting is goed met een klein groepje te doen.

Pak de volgekliederde vellen van stap 1 en een stapel kaartjes of pakje plak-

geeltjes. Schrijf de onderwerpen die op de brainstormvellen voorkomen over op de kaartjes. Veeg onderwerpen die vaker voorkomen op één kaartje.

Neem nu een aantal A4’tjes en schrijf elke doelgroep op één vel. Maak ook een vel algemeen publiek.

Leg de doelgroeppapieren op een tafel en verdeel de kaartjes over de doel-

groepen. Soms horen kaartjes bij twee doelgroepen. Leg de doelgroepen dan

bij elkaar en de kaartjes ertussen. Als je een webshop voor wijn maakt, kun je je voorstellen dat de producten – de flessen wijn – interessant zijn voor klanten én toekomstige klanten. Echter, een klachtenformulier is vooral interessant voor mensen die al klant zijn.

Vaak komt het voor dat er bij één doelgroep heel veel kaartjes liggen. Dan is het tijd om een verdere onderverdeling te maken. Zo ontstaat subnavigatie. Als je helemaal uitgesorteerd bent, noteer je het resultaat in een overzicht.

15


eindproduct stap 3

een overzicht: voor wie moet er wat op de website komen

Stap 4 - Je beheersen Als je de doelgroepen en hun informatiebehoeften op een rijtje hebt, blijven er dingen over die je ook kwijt wilt. Je wilt iets zeggen Over ons en de ge-

schiedenis van de organisatie, je wilt nieuws op de site en eigenlijk ook wel

die leuke bedrijfsfilm. En natuurlijk al die keren dat jullie in de krant stonden

met een interessant artikel. Die artikelen heb je als pdf, ze kunnen zo op de ‌

Elke website heeft informatie waarvoor bezoekers niet specifiek komen.

Het Over ons is zoiets. Een bezoeker is geĂŻnteresseerd in een product, dienst,

vacature of telefoonnummer en bijna nooit in de organisatie, het jaarverslag, een organogram of geschiedenis van de organisatie. Echt waar, er is onderzoek naar gedaan, dit soort informatie wordt veel minder bekeken dan de eigenaren van websites denken en zouden willen.

16


Desondanks is er wel iets te zeggen voor een bescheiden knopje Over ons of een blokje Nieuws. Maar wees kritisch en beheers je.

Loop meteen ook even door de items die je bij de vorige stap bij Algemeen

publiek hebt geplaatst. Grote kans dat je hier ook wel het ĂŠĂŠn en ander achterwege kunt laten.

eindproduct stap 4

een afgeslankte versie van het eindproduct bij 3

17


Stap 5 - Volgorde bepalen: wat is het belangrijkst? Eigenlijk volgt de volgorde van de informatie-items vanzelf: informatie waar de grootste doelgroep voor komt, moet het meest in het oog springen. De eerste knoppen in je hoofdnavigatie reserveer je hiervoor. Bij de wijn-

webshop zullen de klanten de belangrijkste doelgroep vormen, bij een korfbalvereniging zijn dit de leden. Informatie voor kleinere doelgroepen krijgt een minder prominente plaats.

Toch weegt ook het doel dat je hebt met de website mee. Bijvoorbeeld: als

het werven van nieuwe klanten het belangrijkste doel van de website is, kan het zijn dat nieuwe klanten (nog) niet de grootste bezoekersgroep vormen.

Wel richt je je website zo in dat mogelijke klanten over de streep getrokken worden: je doet aantrekkelijk instapkortingen, je geeft heldere uitleg over wat je aanbiedt en plaatst een bel gratis-knop.

18


Een mooi voorbeeld in dit verband is de plaatsing van de vacatureknop bij een grote kledingketen. In de aanloop naar een nieuwe website heeft

deze winkelketen de bezoekersaantallen grondig gemeten. De verwachting was dat klanten de grootste doelgroep zouden vormen. Echter, het bleek

dat het grootste aantal bezoekers voor de vacatures kwam. Toch heeft deze winkelketen de knop voor vacatures niet als meest prominente naar voren

geschoven. Er was op dat moment geen krappe arbeidsmarkt, sollicitanten

wisten hun weg toch wel te vinden. Je zou je kunnen voorstellen dat deze keten een andere keuze maakt wanneer nieuw personeel moeilijk te vinden is.

eindproduct stap 5

een overzicht van wat er op de website moet komen,

gegroepeerd naar doelgroep en gewogen op belangrijkheid

19


Stap 6 Ga conventies na Als je wilt weten in welke straat je bent, loop je naar de hoek van de straat

en zoek je een blauw bordje met witte letters. Als er een geel bordje met het woord Akelei hangt, twijfel je. In nieuwbouwwijken zijn er straten die Akelei, Bosvaren of Ridderspoor heten, maar als zo’n straatnaam niet in het wit op

een blauw bordje op een straathoek hangt, kun je er niet zeker van zijn dat het een straatnaam betreft.

Je weg zoeken op een website doe je met behulp van conventies. Hoe irritant is het niet als je een telefoonnummer zoekt en je vindt bij contact alleen een contactformulier. Hoewel het naleven van conventies vooral ook het werk

van de grafisch vormgever van de website is, moet je er toch bij stilstaan als je aan het bedenken bent wat er op de website moet.

Algemene conventies Ik zet er een paar op een rij. De knop home werkt als een poolster 2 . Hoe ver je ook in de

site zit, via home vind je je weg altijd terug naar de homepage. Home is doorgaans het eerste item in een navigatiestructuur.

Ook het logo van de website verwijst terug naar de homepage.

Over ons

Informatie over je organisatie plaats je onder een

knop over ons. Deze knop krijgt een bescheiden plaats in de navigatie.

20


contact

Adressen, telefoonnummers, routebeschrijving,

parkeerinformatie en openingstijden plaats je onder contact. Contact is altijd de laatste knop in een menu.

zoeken

Zoeken maakt meestal geen deel uit van de navigatie-

structuur. Een zoekfunctionaliteit plaats je meestal rechtsboven in je website.

webshop

In een webshop kun je spullen die je wilt bestellen in

een winkelwagentje stoppen. Noem dit ding gewoon winkelwagen en niet kledingrek, tas, kruiwagen….

Footer

De footer is een goede plek voor telefoonnummer en

eventueel adres. Zonder opdringerig te worden, toon je zo deze

informatie op elke pagina. Als een bezoeker contact wil opnemen, hoeft hij niet te zoeken. Verder plaats je in een footer doorgaans

juridisch getinte pagina’s. Algemene voorwaarden van een web-

shop kunnen in de footer. Een disclaimer kan ook in de footer. Een footer plaats je ..

.. – nogal wiedes – onderaan de webpagina. 21


Brancheconventies Een grondige excursie langs websites van collega’s in de markt levert – zoals eerder opgemerkt – veel op. Op die manier kom je erachter wat wel en wat

niet werkt. Als je een webshop wilt laten bouwen, onderga dan eens een be-

stelproces bij een collega. Als zaken niet handig zijn, ben je er meteen achter. En als dingen overal op dezelfde manier geregeld zijn, zal daar wel iets inzitten.

Toen wij jaren geleden de navigatiestructuur voor onze website gingen ma-

ken, ben ik te rade gegaan bij collega’s. Als websitebouwer moet je websites die je gebouwd hebt in de etalage zetten. Dat zou je kunnen doen onder

een knop Referenties of Ons werk of Websites of Projecten. In onze branche

is het gebruikelijk om gemaakt werk onder een knop Portfolio te zetten. Die conventie hebben we omarmd en sindsdien, vele versies van onze website verder, staan de projecten waar we trots op zijn onder die knop.

22


Sluit als je een website bouwt aan bij wat gebruikelijk is. Ook hier kun je een vergelijking maken met een supermarkt. In het zuivelschap zijn alle pakken

halfvolle melk lichtblauw, pakken karnemelk zijn rood en volle melk vind je

in donderblauwe pakken. Je vindt wat je zoekt in een flits. Zorg dat je bezoeker net zo makkelijk door jouw webstie surft.

eindproduct stap 6

een overzicht van wat er op de website moet komen,

gegroepeerd naar doelgroep en gewogen op belangrijkheid,

aangevuld met en herschikt naar wat gebruikelijk is

23


Stap 7 - Bedenk heldere en bondige knopnamen De boomstructuur is nu eigenlijk wel klaar. Toch gaan we nog even door. Als je wilt dat een bezoeker gemakkelijk zijn weg vindt op je website, moet je aandacht besteden aan de naamgeving van je navigatieitems.

‘Speak the user’s language’ 3 Hieronder zie je een homepage:

index producten service projecten bedrijfsgegevens adres, telefoonnummer en routebeschrijving

Je ziet niet om wat voor bedrijf het gaat. Uit de navigatieknoppen kun je niks opmaken. Voor de eigenaar van de website is duidelijk dat je onder

producten zijn handelswaar vindt. Maar een bezoeker weet niet wat er aangeboden wordt. Gaat het hier om computers, kantoorruimte of iets anders?

24


Door de knoppen anders te noemen (en er een paar bij te plaatsen) wordt duidelijk dat het om een kantoorinrichter gaat:

home bureaus stoelen kasten onderhoud referenties over ons contact

De ondernemer verkoopt bureaus, stoelen en kasten. Bij wijze van service

geeft hij tips over onderhoud en kun je aankloppen voor een onderhoudsbeurt van je meubelen.

In kantoorinrichtersland heten kantoren projecten. Om te laten zien welke mooie projecten hij al heeft ingericht, plaatst hij referenties op zijn site.

De knoppen index, bedrijfsgegevens en adressen, telefoonnummers en route-

beschrijving zijn vervangen door het gebruikelijker home, over ons en contact. Veel duidelijker.

25


Bondig In een mooie navigatiebalk zijn de knoppen ongeveer even groot. De ruimte die je hebt is beperkt, teksten moeten dus kort zijn. Home Bureaus Stoelen Kasten Onderhoud Referenties Over ons Contact

Soms conflicteert bondigheid met de helderheid. In het geval van de

kantoorinrichter zou de knop onderhoud beter onderhoudstips en -beurten kunnen heten. Home Bureaus Stoelen Kasten Onderhoudstips en -beurten Referenties Over ons Contact

Je ziet meteen dat die langere versie niet werkt. EĂŠn knop maakt dat de hele navigatiekolom heel breed wordt.

26


Een voorbeeld uit de praktijk: een woningbouwvereniging waarvoor Kees™ een website bouwde, wilde in het menu een knop:

WONEN, WELZIJN, ZORG EN LEEFBAARHEID

Ai.

De woningbouwvereniging is maatschappelijk betrokken en geeft dit vorm

in een aantal activiteiten. Een verhaal over deze activiteiten wil ze graag op de site. Een goed idee, maar onze vormgever wilde een kortere knop. Het

wonen kon geschrapt worden: een bezoeker brengt welzijn, zorg en leefbaarheid waarschijnlijk zelf wel in verband met wonen wanneer hij op een site van een woningbouwvereniging is. Welzijn en leefbaarheid dekten min of meer dezelfde lading. We kozen voor de kortste: welzijn. Het werd:

WELZIJN EN ZORG

Kort en bondig, zonder veel aan helderheid te hebben ingeboet.

eindproduct stap 7

een menustructuur met heldere en bondige knoppen

27


Stap 8 - Groeperen van menu-items Hoeveel items of knoppen mag je nou op een site plaatsen? ‘Less is more’, zei iemand en drukte me op het hart dat het menu nooit meer dan acht

knoppen mag bevatten. ‘Elf’, riep een ander, ‘maar ook niet meer.’ ‘Welnee’, vond een derde, ‘tussen de tien en de twintig of meer’.

Ik denk dat een juist aantal niet zonder meer te geven is. Natuurlijk is het

prachtig als je met een paar knopjes hoofdnavigatie toe kunt. In de eerdere

stappen hebben we alle overbodigheid wel uit je menustructuur gehaald. Als er nu een paar zonneklaar heldere hoofdknoppen overblijven, zeg zo’n vier tot acht, ben je klaar. Als je er meer hebt, kun je overwegen menu-items te groeperen om heldere navigatiestructuur te houden.

Utilities en primaire navigatie scheiden Een bekende manier om te groeperen is het splitsen van meer product/

dienst-georiënteerde navigatie, de primaire navigatie, en meer algemene navigatie, de zogenaamde utilities4 .

De primaire navigatie bevat knoppen met informatie waar de meeste be-

zoekers voor komen. Bij een webshop voor bloembollen vind je er de tulpen

en hyacinten. Bij een universiteitswebsite tref je er onderzoek, onderwijs en faculteiten.

28


De utilities zijn navigatieknoppen die je helpen om de site te gebruiken of

die informatie geven over de eigenaar van de site. Je kunt ze goed los van de primaire navigatie zien. Typische utilities zijn:

Home - Zoeken - Help - FAQ (Frequently Asked Questions) Login - Over ons - Vacatures - Contact Stel je hebt een champignonkwekerij. Op je website wil je een aantal knoppen plaatsen:

Dit kan, maar het kan beter:

29


Door de utilities rechtsboven te plaatsen, krijg je ruimte in je primaire navigatie om je subnavigatie te laten zien. Een bezoeker ziet in één oogopslag

welke producten je hebt. De aandacht gaat uit naar het productassortiment, terwijl de algemene informatie goed vindbaar is.

Hoofdnavigatie in doelgroepen Een andere bekende manier om een navigatiestructuur overzichtelijk te

houden is het benoemen van doelgroepen. Als een grote website meerdere grote doelgroepen heeft, is dit een zinvolle manier om de informatie te

ordenen. Ziekenhuizen werken vaak met zo’n doelgroepbenadering: patiën-

ten, bezoekers, personeel. Of ook uitzendbureaus: een website heeft dan een ingang ik zoek werk, voor kandidaten en een ingang ik zoek personeel, voor werkgevers.

30


Er zijn natuurlijk meer manieren om je menu-items te groeperen. Een beetje schuiven levert vaak een hoop mogelijkheden op. Een webdesigner heeft een flinke trukendoos. Met welgeplaatste horizontale, verticale, uitklap-,

oprol- en inschuifmenu’s kun je veel informatie kwijt zonder dat de website onoverzichtelijk wordt.

eindproduct stap 8

een menustructuur met heldere en bondige knoppen,

indien wenselijk verdeeld over verschillende groepen

31


Nog twee tips 1. Gebruik nooit een splashpage Iedereen weet zo langzamerhand wel dat een introductiepagina (erin-duik-

pagina, splashpage) met een filmpje en een knop skip intro niet wenselijk is. Je bezoekers komen niet voor het filmpje, ze willen iets kopen of zoeken een

telefoonnummer. Je vermoeit ze meteen met een zinloze klik. Een filmpje kun je zonder bezwaren op je homepage plaatsen, maar zorg dat je je navigatie ook aanbiedt.

Dit is nog een voorbeeld van een splashpage:

32


Bijna altijd is er één hoofdtaal. Stel dat tachtig procent van de bezoekers

Nederlandstalig is. Dan is het zonde om tachtig van de honderd bezoekers te vermoeien met een keuze die ze niet hoeven te maken als je het zo oplost:

2. Betrek anderen Iedereen wil meepraten. Ik geloof dat het zich overal voordoet, maar bij de

bouw van websites zeker. Waarschijnlijk komt dat omdat websites zo zichtbaar zijn, pats boem, daar staat de hele organisatie op internet. Daar vindt

iedereen wat van. In stap 1, de brainstorm, betrokken we iedereen. Brainstormen gaat namelijk heel goed met veel mensen. Echter, vergeet niet tus-

sentijds terug te koppelen naar je brainstormers. Stuur ze tijdens het traject eens een document en vraag hun mening. Echt, het werkt. Draagvlak…

33


Klaar is Kees! Het is duidelijk wat er op de website moet komen en in welke volgorde. Je hebt een stevige ruggengraat voor je website. Een goede basis.

De grafisch vormgever kan nu aan de slag om er een overzichtelijk en aan-

trekkelijk geheel van te maken. Je weet wat de inhoud van je website zal zijn, dus je kunt content, teksten en illustraties, gaan verzamelen. En dan kan het bouwen beginnen.

Geblinddoekt in een kofferbak

Als de website gebouwd is, doe dan de kofferbaktest. Doe of ze je geblinddoekt in een kofferbak hebben gestopt, een poosje zijn rondgereden en je ergens diep in je website gedumpt hebben. Als je website een goede

navigatie heeft, kun je de volgende vragen zonder aarzelen beantwoorden: Wat is dit voor site? / Op welke pagina ben ik? /

Wat zijn de belangrijkste onderwerpen van deze site? / Hoe kom ik naar de homepage? 5

34


Literatuur en links 1 2 3

Steve Krug: Don’t make me think. Indianapolis(2000) p.51-53 Steve Krug: Don’t make me think. Indianapolis(2000) p.58 Jakob Nielsen’s Alertbox (28 augustus 2006)

www.udeit.com, 4 juni 2009 4 5

Steve Krug: Don’t make me think. Indianapolis(2000) p.65

Steve Krug: Don’t make me think. Indianapolis(2000) p.87

35


een stappenplan voor het ontwerpen van een navigatiestructuur Wat moet er op de website? En wat niet? Dit boekje helpt bij het ontwerpen van een navigatiestructuur van een

nieuwe website. Het biedt houvast bij het ordenen van informatie op een bestaande website.

Dit boekje is een uitgave van internetbureau Kees™. Kees™ bouwt websites. Het bureau is gevestigd in Leiden en

bestaat sinds begin 2004. Kees™ is geen full-solution-newmedia-total-quality-professional-dynamic- e-commerce-

company. Kees™ is internet op klompen. www.kees-tm.nl Désirée Battjes is neerlandicus, ondernemer en verliefd op

internet. Ze was ooit docent

Nederlands en kan het lesgeven niet laten. Vandaar een boekje

met stappenplan: ‘Nu even goed opletten jongens, zo doe je dit.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.