boek-textiel-netwerk-official-klein

Page 1

FRONT



INTRO

mijn textiele netwerk

Je zou kunnen zeggen dat het textiele netwerk mij, in zijn wirwar van draden en lijnen, gevangen heeft. Zowel zijn functionele als sociale verbindende functie lopen als een rode draad door mijn werk en rijgen al mijn interesses, al mijn inspiratiebronnen tot ĂŠĂŠn verhaal. Een ode aan de Zeeuwse dracht, aan mijn textiele netwerk en de textiele geschiedenis van mijn familie.


Dit project vloeit voort uit mijn patroon-ontwerp project van vorig semester. Het netwerk vormde hier de inspiratie en de basis van de patronen die ik heb ontworpen. Door deze patronen te zeefdrukken en te borduren op geplooide lappen ontstond er een spel van gefixeerde plooien, beweging en de vorm van het menselijk lichaam. De materialen komen tot leven zodra er een lichaam onder zit, zodra er beweging ontstaat. Het zijn gelaagde netwerken die het lichaam omvangen en benadrukken. Gefascineerd door dit gegeven heb ik verder gewerkt met het vertalen van mijn prints in borduursels en heb ik nagedacht over wat het netwerk voor mij betekend, wat het inhoud voor mij. Een netwerk is iets dat verbind, zowel sociaal als functioneel. Míjn focus ligt hier op een textiel netwerk en dat bracht mij bij de vraag; ‘Wat is mijn textiele netwerk?’. Op dat moment zag ik een link met mijn eerste project dat ik gemaakt heb voor mijn vorige studie Fashion & Design op het AMFI; een stijlboek over de Walcherse klederdracht. De stijlelementen die hier naar voor kwamen hadden een duidelijke link met dit project. Daarnaast is het ook het meest duidelijke textiele netwerk waarmee ik verbonden ben. Mijn familie woont al meer dan 400 jaar in Zeeland. De traditionele textiele tradities die daarbij horen spreken dezelfde taal als de textiele collectie die ik ontwikkeld heb. Door de jaren heen heeft de Walcherse dracht zich ontwikkeld tot haar meest praktische versie. Door de strenge religie werd de soberheid, degelijkheid, zuinigheid en properheid van de kleding op de voorgrond gezet. Dit is erg bijzonder omdat de herinneringen die ik heb aan de Walcherse dracht juist het tegenovergestelde zijn. De wijde geweven rokken met patronen, de zwarte fluwelen jakken, de geprinte beukjes (ook wel borstlap genoemd) die kleurrijk versierd werden met smokwerk, kralen en borduursels en ook de prachtige rijke sieraden die gedragen werden. Zóveel details, verschillende materialen, patronen en plooien zijn verre

HET CO


van sober. Verder hebben lagen altijd al een grote rol gespeeld in de dracht. Bijna ieder onderdeel van de dracht heeft haar eigen plooien. Dit zorgt voor een contrastrijk silhouet waar de plooien soms het lichaam benadrukken en soms wijd uitwaaieren en volume geven. Haar draagsters geven op een fraaie manier een eigen ‘touch’ aan de vaste onderdelen. Deze persoonlijke ‘touch’ uit zich het meest in het beukje. Dít is het onderdeel van de dracht dat het meest decoratief en uitgesproken is. Kleurrijke patronen, smokwerk, plooien, borduursels en kralenwerk of combinaties hiervan werden verwerkt in dit belangrijke maar kleine ‘lapje’. Dit onderdeel van de Walcherse dracht spreekt mij het meeste aan en fascineert me. De kleurrijke en expressieve kant van de dracht heeft mij geïnspireerd tot het maken van 3D geweven wafel patronen en zachte ribweefsels met netwerk patronen. Tot het combineren van gezeefdrukte patronen met helder gekleurd smokwerk. Tot het combineren van print en borduurwerk. Maar ook het creëren van gelaagdheid door middel van plooien en technieken.

ONCEPT

Door middel van dit project wil ik júist die expressieve, kleurrijke kant van de dracht aandacht geven. Het beukje wordt niet meer weggestopt onder het jak, maar krijgt een leidende, bijna decoratieve functie. Het wordt een beeld wat je draagt over je kleding, waar het oog naartoe getrokken wordt. Dit essentiële, meest persoonlijke stukje van de Walcherse dracht wordt in dit project verheven tot sieraad, tot een beeldbepalend element in een outfit. Het is mijn hedendaagse versie van het beukje dat veel van mijn grootouders vóór mij droegen. Je zou kunnen zeggen dat het textiele netwerk mij, in zijn wirwar van draden en lijnen, gevangen heeft. Zowel zijn functionele als sociale verbindende functie lopen als een rode draad door mijn werk en rijgen al mijn interesses, al mijn inspiratiebronnen tot één verhaal. Een ode aan de Zeeuwse dracht, aan mijn textiele netwerk en de textiele geschiedenis van mijn familie.


Walcherse dracht het begin van mijn textiele netwerk; mijn overgrootoma in de Walcherse dracht.


monoprint een serie monoprints gemaakt met zwarte inkt en textiele netwerken. De start van dit project.



van monoprint naar patroon de monoprints omgezet en samengevoegd tot patronen.


plooiende beweging het creĂŤeren van diepte door de platte patronen te zeefdrukken in verschillende lagen en kleuren. De plooien brengen beweging en een bepaalde speelsheid in het beeld.



moulage een geplooide lap waar vervolgens op gezeefdrukt en geborduurd is. Door het te mouleren op een lichaam onstaat er een spel tussen de vrije losse plooien en de door borduursel gefixeerde plooien. De platte lap katoen wordt door een gelaagdheid van technieken vervormd tot een product met reliĂŤf.



moulage een geplooide lap waar vervolgens op gezeefdrukt en geborduurd is. Door het te mouleren op het lichaam onstaat er een spel tussen de vrije losse plooien en de door borduursel gefixeerde plooien.


monoprint een serie monoprints gemaakt met zwarte inkt en textiele netwerken. De start van dit project.


moulage een geplooide lap waar vervolgens op gezeefdrukt en geborduurd is. Door het te mouleren op het lichaam onstaat er een spel tussen de vrije losse plooien en de door borduursel gefixeerde plooien.


monoprint een katoenen lap waar door middel van de monoprint techniek een zwart netwerk op is gedrukt. Door de lap te plooien ontstaat er beweging in het netwerk en krijgt het patroon meer diepte.


monoprint een serie monoprints gemaakt met zwarte inkt en textiele netwerken. De start van dit project. Deze monoprints zijn vervolgens vertaald naar patronen en borduursels.


moulage een geplooide lap waar vervolgens op geborduurd is. Door het te mouleren op een lichaam onstaat er een spel tussen de vrije losse plooien en de door borduursel gefixeerde plooien.



de link op dit punt in het proces, na het ontwikkelen van de prints, het plooien, zeefdrukken, borduren ĂŠn weven werd de link naar de Zeeuwse dracht duidelijk. Zowel in de gelaagdheid van technieken als in de lineaire patronen en het gebruik van plooien. Het textiele netwerk wordt ook een sociaal netwerk door het te linken aan mijn voorouders en hun textiele tradities op het gebied van kleding.


de walcherse dracht het is het het meest duidelijke textiele netwerk waarmee ik verbonden ben. Mijn familie woont al meer dan 400 jaar in Zeeland. De traditionele textiele tradities die daarbij horen spreken dezelfde taal als de textiele collectie die ik ontwikkeld heb.


monoprint een serie monoprints gemaakt met zwarte inkt en textiele netwerken. De start van dit project.



netwerk de muur in het atelier met mijn textiele netwerk. Een grote mindmap waarin ik de punten van mijn textiele netwerk met elkaar verbind met de Walcherse dracht als leidraad.


Door de jaren heen heeft de Walcherse dracht zich ontwikkeld tot haar meest praktische versie. Door de strenge religie werd de soberheid, degelijkheid, zuinigheid en properheid van de kleding op de voorgrond gezet. Dit is erg bijzonder omdat de herinneringen die ik heb aan de Walcherse dracht juist het tegenovergestelde zijn. De wijde geweven rokken met patronen, de zwarte fluwelen jakken, de geprinte beukjes (ook wel borstlap genoemd) die kleurrijk versierd werden met smokwerk, kralen en borduursels en ook de prachtige rijke sieraden die gedragen werden. Zรณveel details, verschillende materialen, patronen en plooien zijn verre van sober.


het beukje is hĂŠt onderdeel van de dracht waar men een eigen touch aan kan geven het jak, vaak gemaakt van zwart fluweel of katoen

de rok gemaakt van Zeeuws bont

herinnering overgrootoma in de traditionele dracht, samen met oma. De dagelijkse kleding met onder andere het jak, het beukje en de rok gemaakt van zeeuws bont.



lagen hebben altijd al een grote rol gespeeld in de dracht. Bijna ieder onderdeel van de dracht heeft haar eigen plooien. Dit zorgt voor een contrastrijk silhouet waar de plooien soms het lichaam benadrukken en soms wijd uitwaaieren en volume geven.

Moulage een serie met moulages geĂŻnspireerd op de plooien en stijlelementen van de Walcherse dracht. Een spel van de plooi, een beweging en het menselijk lichaam.



netwerk niet alleen in de Walcherse dracht, maar ook in het Walcherse landschap zag ik een link naar mijn monoprints en patronen. De landbouwgrond verdeeld het eiland in een grafisch netwerk van vlakken en lijnen.


het beukje De draagsters van de klederdracht geven op een fraaie manier een eigen ‘touch’ aan de vaste onderdelen. Deze persoonlijke ‘touch’ uit zich het meest in het beukje. Dít is het onderdeel van de dracht dat het meest decoratief en uitgesproken is. Kleurrijke patronen, smokwerk, plooien, borduursels en kralenwerk of combinaties hiervan werden verwerkt in dit belangrijke maar kleine ‘lapje’. Dit onderdeel van de Walcherse dracht spreekt mij het meeste aan en fascineert me.


Walchers Beukje dat dateert uit de tweede helft van de 19e eeuw. Uit het archief van het Zeeuws Museum op www.zeeuwsmuseum.nl


vorm Het beukje bestaat uit een voorpand en een achterpand en heeft vaak een vierkante vorm. Aan de zijkant wordt het bijeengebonden met een koordje en op de schouder wordt het met haak en oog aan elkaar bevestigd. De voering is vaak van wit katoen en houd het beukje in de juiste vorm. Over het beukje wordt een ‘jak’ geplaatst; een soort van vest dat precies het decoratieve beukje laat zien.

materiaal In het beukje wordt vaak een combinatie van technieken en/of materialen gebruikt. Het beukje op deze afbeelding bestaat uit een laag katoen, mert daarop een laag organza versierd met borduursels. Daarop werden twee geplooide sierranden bevestigd met borduursels van organza. Daarop werd weer een kralenrand aangebracht. Het achterpand bestaat uit een jacquardweefsel met daarop een kleurrijk geborduurd randje en daarboven een randje van broderie anglaise. Het is een van de kleinste onderdelen van de dracht maar heeft de meeste technieken en materialen in één.

kostbaar vanwege de kostbaarheid van textiel maar ook de zuinige en duurzame instelling van de dragers werden de beukjes gemaakt uit de minimale hoeveelheid stof. Alleen op de plaats waar het beukje daadwerkelijk gezien werd, werd materiaal geplaatst. Vandaar dat het vaak een vierkant-vormig ‘lapje’ is. dat aan de zijkant bijeen werd gebonden met een koordje en op de schouder met haak en oog aan elkaar werd bevestigd.


een familiestuk dit beukje kom uit de collectie van klederdracht die mijn oma nog heeft van onze voorouders. Het is nog van de generatie vóór mijn overgrootoma en dateert hoogstwaarschijnlijk uit eind de 19e of begin 20e eeuw.


de technieken De kleurrijke en expressieve kant van de dracht heeft mij geïnspireerd tot het maken van 3D geweven wafel patronen en zachte ribweefsels met netwerk patronen. Tot het combineren van gezeefdrukte patronen met helder gekleurd smokwerk. Tot het combineren van print en borduurwerk. Maar ook het creëren van gelaagdheid en reliëf door middel van plooien en technieken.

machinaal borduren de patronen die ik via het monoprinten heb ontwikkeld zijn vervolgens vertaald naar borduurbestanden voor de borduurmachine. Het brengt reliëf aan op het oppervlak. Dit heb ik versterkt door onder het borduursel een dunne schuimlaag te plaatsen.

smokwerk in tegenstelling tot het machinaal weven en borduren is dit een, handmatige en arbeidsintensieve techniek. Door het katoen eerst te zeefdrukken ontstaat er een netwerk van lijnen, plooien en koorden.


INDUSTRIĂŤEL WEVEN dit gaf me de mogelijkheid tot het creĂŤeren van ingewikkelde weefpatronen en combineren van verschillende bindingen. De patronen die ontstaan zijn tijdens het monoprinten en het digitaal bewerken daarvan vormen de basis voor deze weefsels.

ZEEFDRUKKEN de monoprints heb ik digitaal bewerkt tot patronen. Deze gerasterde patronen zijn in meerdere lagen en kleuren gezeefdrukt. De plooien brengen de patronen in beweging.

HANDWEVEN het netwerk is de basis van het weven; een platbinding. Door te spelen met kleur, materiaal en weefdichtheid ontstaat er een speels lijnenspel.


weven in het textielmuseum in tilburg kreeg ik de kans om te weven op een van hun industrièle weefgetouw. Ik heb daar 2 series van vierkante lappen geborduurd, allen met een eigen patroon, een eigen netwerk. Deze vierkante lappen zijn gebaseerd op de vierkante beukjes. Een moderne techniek die het eeuwenoude zeeuwse beukje een hedendaagse update geeft. Een unieke kans om deze twee te combineren.


weven het weefsel tijdens het weven op het industriĂŤle weefgetouw in het Textielmuseum in Tilburg.


de link het is interessant om te zien hoe een bepaalde weefbinding de originele tekening zo kan veranderen. De stalen op deze afbeelding zijn beide afkomstig van eenzelfde tekening. De weefbinding verandert het hele beeld.


het textielmuseum het weven en de voorbereidingen daarvoor waren een hele ervaring op zích. Na het kiezen van de garens het vertalen van mijn tekeningen naar weefbindingen werden er een paar proeven geweven om de juiste instellingen te testen. Mijn keuze ging uit naar een wafelbinding in mijn tekeningen om reliëf in het eerste weefsel te brengen en als het ware en netwerk in mijn netwerktekeningen te creëeren. In de tweede reeks werd in plaats van de wafelbinding een ribbinding gebruikt met flotteringen. Dit resulteerde in een subtiel lijnpatroon in mijn tekeningen.


GEPLOOID VOLUME wit katoen gevouwen in strakke plooien en bedekt met een zeefdruk van een oranje raster. De plooien zijn gefixeerd door een diepgroen netwerk borduursel.


mijn netwerk Door middel van dit project wil ik júist die expressieve, kleurrijke kant van de dracht aandacht geven. Het beukje wordt niet meer weggestopt onder het jak, maar krijgt een leidende, bijna decoratieve functie. Het wordt een beeld wat je draagt over je kleding, waar het oog naartoe getrokken wordt. Dit essentiële, meest persoonlijke stukje van de Walcherse dracht wordt in dit project verheven tot sieraad, tot een beeldbepalend element in een outfit. Het is mijn hedendaagse versie van het beukje dat veel van mijn grootouders vóór mij droegen.


waaierend smokwerk als ĂŠĂŠn netwerk met elkaar verbonden. In de hals dicht tegen elkaar geplooid om vervolgens vrij uit te waaieren.



WAFEL NETWERK een overwegend groen wafelweefsel met witte flotteringen en oranje accenten houd een geplooide linnen top samen.




bont lijnenspel een groen-grijze zeefdruk op wit katoen met een contrastrijk oranje borduursel.




franjes een groen-wit wafelweefsel met flotteringen loopt uit in een rij met volle franjes.



bindend weefsel een geweven riem met franjes bind het witte linnen samen. Een kleurrijk netwerk in een netwerk.



INTRO

mijn textiele netwerk

Je zou kunnen zeggen dat het textiele netwerk mij, in zijn wirwar van draden en lijnen, gevangen heeft. Zowel zijn functionele als sociale verbindende functie lopen als een rode draad door mijn werk en rijgen al mijn interesses, al mijn inspiratiebronnen tot ĂŠĂŠn verhaal. Een ode aan de Zeeuwse dracht, aan mijn textiele netwerk en de textiele geschiedenis van mijn familie.






Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.