Inhoud
D E SOEFIgedachte
maart 2011
3 Ten geleide 5 Over oorlog Hazrat Inayat Khan
6 De machten die ons leven beheersen Gawery Voûte
10 De gnostici en hun worsteling met goed en kwaad Amir Smits 14 Gedicht 'Het klopt' Pastor Cor van Vliet 15 Een spirituele ontdekking Krishna J.B. de Caluwé 16 De Soefi Beweging: een geval van Indiase diaspora? Wali van Lohuizen
19 De religieuze waarheid Munir Belt 22 Handvest voor compassie Karen Armstrong
23 Karen Armstrong, kracht achter het Handvest Zubin van den Besselaar 25 Compassie en duurzaamheid Rama Lieftink 27 Gedachten over de doelstellingen van de Soefi Beweging Ameen Carp
29 Gedicht 'Meditatie' Bahá’u’lláh 30 Stem voor diversiteit Kariem Maas 34 Interview met Willy Hofman Zubin van den Besselaar 37 Het begon zo .... Shanti Snijders-Döbken
38 Over boeken en beelden 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.
1
COLOFON de Soefi-gedachte 65e jaargang nummer 1 maart 2011 Verschijnt 4 x per jaar; in: maart, juni, september en december. Uitgever/Administratie: Stichting Soefi Beweging Nederland Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag tel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 64 sufiap@hetnet.nl www.soefi.nl www.soefi-contact.nl Abonnementen: jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaar los nummer: € 5,00. Aanmelding door betaling via rekening 777555 tnv Stichting Soefi Beweging Nederland te Den Haag ovv penningmeester Leo Sosef. Drukker: NKB, Bleiswijk Aanwijzingen voor auteurs: Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetnoten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 2 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto. ber) of in overleg met de redactie.
Redactie: dhr. L.W. Carp (Ameen), voorzitter mw. J.I.E. Bakker (Jaya) mw. M.A.J. van den Besselaar (Zubin) dhr. J.J. Dekker (Jaap), eindredacteur dhr. E.H.K.Logtmeijer (Karim) dhr. T. Maas (Kariem), hoofdredacteur dhr. J.P.H.Smits (Amir), secretaris Redactie-adres: dhr. J.P.H.Smits (Amir), Warmondstraat 177 hs, 1058 KX Amsterdam redactiesg@gmail.com Redactiemedewerker: dhr. N. Welten (Noud), opmaak Illustraties: De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voorzover dit niet correct is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.
Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar hun secretariaat. © Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij. De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.
2
Ten Geleide – de Boodschap digitaal In deze Soefi-gedachte kunt u lezen over de Russische schilder Nicholas Roerich. “Een spirituele ontdekking”, die Krishna de Caluwé deed in het Siberische Novosibirsk. Pech voor u is dat dit tijdschrift geen kleur kent en slechts bescheiden afbeeldingen – dus u moet afgaan op Krishna’s woord dat “in zijn kleurrijke schilderijen geen grenzen lijken te bestaan tussen de kosmos en het open menselijk hart”. Of u surft naar www.soefi.nl, waar u in de rubriek inspiratie een serie van zijn schilderijen in kleur aantreft. Goed dus dat internet bestaat – het verruimt ons blikveld. Een collega van me, begin dertig, vertelde dat hij en zijn partner vrijwel nooit meer televisie kijken; ze zitten op de bank met elk een eigen laptop en vinden ze op internet iets bijzonders, dan laten ze dat elkaar zien. Ja, dat is een andere wereld dan die waarin omroepen – het woord alleen al – ons menu bepalen en in welke volgorde en op welke tijdstippen de gangen worden opgediend. Het is de wereld van smartphones die je elk moment kunnen laten zien van welk station de eerstvolgende trein vertrekt in de richting die jij wil, en ook aangeven op een kaartje hoe je er het snelst heenloopt. De vraag is hoe in deze wereld universeel soefisme zich het beste kan manifesteren. In drukwerk op geduldig papier? Door een omroeper die zendt in de hoop dat nog iemand het opvangt? Via twitter in berichtjes van 140 tekens? “Wij kunnen God kennen vanuit de orde en schoonheid van de wereld en vanuit de mens met zijn gevoel voor het schone, goede en ware.” Ziedaar artikel 31 tot 35 uit de katholieke catechismus, voor twitter samengevat. En de essentie van Plato in drie zinnen: “Deze wereld is slechts een schaduw. De ziel is gekerkerd in het lichaam. Streef naar eeuwige kennis; filosofie is leren sterven.” Korte berichten die een heel nieuw publiek kunnen inspireren tot nadere kennismaking met filosofie en geloof. Die iedereen op elk moment overal naar elkaar door kan sturen. Voor je het weet golft een bericht de hele wereld over en brengt er van alles teweeg. Oude media – krant, boek, tijdschrift – verdwijnen niet maar veranderen van betekenis naarmate nieuwe media opkomen – internet, email, e-book. Blijven wij bij het oude dan missen we steeds meer nieuwe kansen om geïnteresseerden te bereiken. Maar nieuwe media stellen ons ook voor nieuwe vragen. Hoe presenteer je universeel soefisme op de manier die past bij die nieuwe media? Hoe draag je op die nieuwe manier de essentie over? Concreet: hoe typeren we ‘de Boodschap’ van Hazrat Inayat Khan in 140 tekens? Kariem Maas
3
Over oorlog
Hazrat Inayat Khan “Wat is dan deze verscheidenheid van godsdiensten, die de mensheid jarenlang in strijd met elkaar heeft gebracht, zodat de meeste oorlogen en veldslagen werden gestreden voor de zaak van de godsdienst? Dit bewijst alleen het kinderlijke karakter van de menselijke natuur. Godsdienst, die, waar hij ook gegeven wordt, ter wille van eenheid, harmonie en broederschap was en wordt gegeven, werd door de kinderlijke menselijke aard gebruikt om te strijden en te twisten en zich jarenlang in oorlogen te begeven. En het meest vermakelijke voor een verstandig mens is om te bedenken en om te zien hoe ze in het verleden een zeer heilig karakter hebben gegeven aan oorlog, aan strijd en die ‘een gewijde of heilige oorlog’ hebben genoemd. Wat bewijst dit? Het bewijst dat de betekenis van ware godsdienst door de meeste mensen niet is begrepen.” “Ongetwijfeld, vergeleken met God is ‘goddelijkheid’ de onvolmaaktheid van God, maar het is toch nog de volmaaktheid van de mens. Het is net als een druppel water die geheel en volkomen water is en toch is het maar een druppel in de oceaan. De oceaan is God, maar de druppel is goddelijk. Als de mens dit geheim van het leven had begrepen, dan zouden er geen verschillen zijn ontstaan tussen de volgelingen van de verschillende godsdiensten, die in alle tijden oorlog hebben gevoerd tegen elkaars godsdienstige opvattingen.” “Het denkbeeld van vele goden is voortgekomen uit twee bronnen. De ene was het idee van de wijzen om iedere soort macht en eigenschap te maken tot een vorm van godheid en die een bepaalde god te noemen. Dat werd gedaan om aan het gewone denkvermogen de meest noodzakelijke gedachte te geven, dat God in alles is en dat God alle macht is. Velen hebben later dit idee verkeerd begrepen en de achterliggende wijsheid werd verduisterd en daarom moesten sommige wijze mannen strijden tegen de denkbeelden van andere wijze mannen. Toch streden ze niet tegen het denkbeeld; zij streden tegen de misvatting daarover. Maar nu, in deze tegenwoordige tijd, terwijl er in Europa geen idee meer bestaat van vele goden, hebben velen hun geloof verloren en zeggen: ‘Als God één en al goedheid is, één en al rechtvaardigheid, één en al macht, waarom laat Hij dan zoiets verschrikkelijks als oorlogen gebeuren?’ Als diezelfde mensen gewend waren geweest om onder hun vele goden Kali te zien, de godin van de oorlog, zoals de Hindoes die vele generaties lang hebben aanbeden, dan zou het voor hen geen nieuwe gedachte zijn geweest om te weten dat álles uit God is, dat niet alleen vrede maar zelfs oorlog uit God is.” Uit ‘De Eenheid van Religieuze Idealen’ van Hazrat Inayat Khan (uitg. Panta Rhei)
5
De machten die ons leven beheersen Gawery Voûte 1.
Dit onderwerp zal mensen van alle tijden, die nadenkend zijn, hebben bezig gehouden. Welke machten zijn het ten slotte die ons leven beheersen? Graag wil ik beginnen met u iets in herinnering te brengen dat lang geleden als een antwoord hierop zou kunnen gelden. Het was een uitspraak van de wijze Koning Salomo toen iemand tot hem kwam die over het leven veel had nagedacht en er niet helemaal uit kon komen. Hij vroeg om raad en hoopte daardoor licht op het leven, en zijn leven, te krijgen. Wat zei Salomo tot hem? ‘Ga naar de mieren en word wijs’. Een heel speciaal antwoord, een antwoord waar wij zeker dieper op in willen gaan. Niet alleen om de wijze waarop Salomo daarover gesproken heeft, maar ook omdat in onze eigen tijd, waar het zeker zo is dat juist nu in deze donkere tijden waarin de wereld ons voor grote problemen stelt, wij opnieuw ons deze vraag zullen moeten stellen. En dan is het dat wij in het licht van de boodschap van Inayat Khan met elkaar willen trachten daar een dieper inzicht in te verkrijgen. Ook Inayat Khan heeft gewezen op de schepping, niet speciaal van dieren, maar hij heeft gezegd: ‘Er is één Heilig Boek, het Heilige Boek der Natuur, het enige Geschrift dat de lezer Licht kan geven.’ Wat heeft hij daarmee bedoeld? Het enige Geschrift, laten wij dat duidelijk stellen, heeft er niet mee te maken dat wij week na week in de Universele Eredienst op het altaar alle heilige geschriften van de grote wereldgodsdiensten eren en in het Licht van God verheffen. Het is niet de bedoeling om hier enige afbreuk aan te doen. Juist deze Eredienst is er om de mens weer opnieuw de essentie van al die heilige geschriften te laten beleven. Maar als Inayat Khan over de natuur zegt dat dat het enige geschrift is, dan wil hij daarmee zeggen dat de mensen de woorden van hun Profeten en de Boodschappers die God naar de aarde heeft gezonden, zo dikwijls naar eigen inzicht bewerkten. In zoverre kun je zeggen dat de oer-oorspronkelijkheid eigenlijk alleen aanwezig is op het moment dat een Boodschapper haar uitspreekt en zelf beleeft. Maar daarna zal het altijd zo zijn dat zij in handen komt van de mensen die haar op hun eigen wijze interpreteren. En dat is niet het geval met het Heilige Boek der Natuur, want dat is niet iets wat de mens in zijn hand heeft, dat is vanuit de Schepper gegeven. Hij is het die Zich zowel daarin als in ieder wezen openbaart. Zelfs tot in de rots is nog iets aanwezig van die Scheppingskracht.
6
En dan is er de mens, die in die schepping een aparte plaats inneemt, daar hij gekomen is aan het einde van een hele ontwikkeling van de natuur, namelijk van steen tot plant, van plant tot dier, en van dier tot mens. In die evolutie wordt het instrument - zijn lichaam - steeds meer verfijnd en begaafder. Daardoor onderscheidt hij zich van de overige natuur. Wij zullen moeten vaststellen dat alle wezens in de natuur gebonden zijn aan de grote wetten die de natuur geeft. Wanneer dan, zoals nu onder invloed van de mens, die wetten geschonden worden, dan is hij die de grootste verantwoordelijkheid moet dragen voor die schepping, ernstig in gebreke gebleven. Maar nu kan de mens, nog altijd apart van de natuur, door zijn bewustzijn een eigen leven, individueel en collectief, opbouwen naar zijn vermogen en inzicht. Wat is dan dit inzicht van de mens, wat is dat inzicht in het leven en in die machten van het leven? Laten wij zeggen dat hij in dat opzicht, in betrekkelijkheid, begrijpt wat hem omringt, en hoe dat alles werkt. Hij ziet het, hij beleeft het, hij is er zich van bewust. Laten we denken aan de duisternis aan het einde van het jaar, aan de dagen die korter en korter worden en leiden tot steeds minder en minder licht; het wordt dan moeilijker om het licht in het eigen hart te vinden. Dan komt er een moment dat een nieuw leven na de zonnewende begint. Dan komt er een nieuw licht, een uitgaand licht op aarde, dat maakt dat de mens in een andere toestand het leven bekijkt. De ontplooiing die wij zien in de natuur onder invloed van het licht, zien wij ook in de mens. De ene helft van het jaar is een toestand van groeien en bloeien, terwijl in de midzomer opnieuw een ogenblik komt waarin een zeer belangrijke omstelling in het grote gebied van het leven plaats vindt als de zon langzamerhand zich weer terugtrekt en het licht begint af te nemen in de tijd dat de herfst komt en de winter in aantocht is. Zo zijn er dus twee helften van het leven in de natuur, maar ook in het mensenleven: een tijd van opgaan, ontwikkelen, in staat zijn steeds meer te kunnen bereiken en daarna komt er die langzame inkeer dat alles weer terugkeert naar het punt waar het leven in het begin van het jaar begon, het punt van de zonnewende. Je kunt nooit genoeg nadenken over de invloed van de zonnewende. Een voorbeeld wil ik hier geven van iets dat een grote indruk op mij heeft gemaakt. Het gebeurde kort na de zonnewende. Het vroor dat het kraakte en ik maakte een tochtje op de schaats op de Loosdrechtse Plassen. Ik wilde tussen twee eilandjes door rijden om op een andere plas te komen. Toen ik daar aangekomen was, stond ik ineens voor iets wonderlijks. Het ijs was overal even dik en mooi glad, maar hier stond ik tegenover een chaos van ijsschotsen die door de een of andere macht tegen elkaar gebotst waren. Ik vroeg mij af wat hier gebeurd kon zijn. Ik heb navraag gedaan over dit gebeuren en kreeg de volgende uitleg. Het water tussen de eilandjes was niet zo diep als elders. Na de zonnewende begonnen beestjes en plantjes hun leven te ontplooien. Het ijs was een grote belemmering en door dat gebeuren eronder ontstond een beweging die zo sterk was dat de hele ijsvloer in stukken brak. Dit alles was het werk van het licht, dat toen al in zijn eerste aanleg van het nieuwe jaar het leven op aarde weer tot intensiteit bracht. Uit mijn verhaal blijkt hoe intens dingen in de natuur kunnen gebeuren waarvan wij niet altijd bevroeden wat de oorzaak is, maar altijd bestaat er erband tussen meer licht of minder licht. 7
Alle tegenstellingen in de natuur, in het leven van de mens, zijn altijd het gevolg van het feit dat de mens te maken heeft met de tweeheid van het leven. En dat zijn nu juist die machten waarover wij ons de vraag stellen: zijn die machten dan volkomen bepalend, zijn wij dus op aarde altijd gebonden aan licht en donker, aan strijd en vrede, aan goed en kwaad? Ja, alle tegenstellingen die er maar voorkomen in het menselijk leven hebben te maken met dat éne principe, en dat is: meer licht, minder licht. Juist nu in deze tijd waar we over meer en minder licht zeker niet in het reine zijn - zie de toestand in de wereld - is het van het grootste belang voor de mens in te zien dat zowel in de natuur als in de mens, tweeheid bestaat. De mens zoekt naar een antwoord op dit dilemma. In hem ontwaakt iets, namelijk het bewustzijn van een wereld die niet alleen deze aardse wereld is, maar die te maken heeft met een andere wereld dan deze. Het is een wereld van een veel etherischer bestaan. Jezus spreekt erover als ‘Het Koninkrijk der Hemelen’, en zegt dat, wanneer we beginnen te zoeken naar dat Koninkrijk en beginnen dat wáár te maken in ons leven, wij zullen bevinden dat er iets is dat hoger en anders is dan de wereld van tegenstellingen op aarde. In dat ene contact met de andere wereld vindt de mens zijn uiteindelijke vrede. Een vrede die niet van de aarde is, een vrede die de mens dan pas zal beleven als hij dit aardse leven achter zich heeft gelaten. Dan zijn we in een andere toestand geraakt, zoals iemand mij schreef die zelf door een heel ernstige ziekte was getroffen en dacht dat haar leven zou eindigen. Ze schreef: toen werd het me pas ten volle duidelijk dat er een wereld is, een Goddelijke wereld, maar dat je die pas ziet als je deze aarde achter je hebt gelaten. Waar het nu eigenlijk om gaat is dat in de mens het leven zich in zijn tweevoudigheid openbaart, maar dat er toch in de diepte van zijn wezen iets is dat wij zijn ziel noemen. Die ziel is een trilling van een andere wereld die zich gekleed heeft in de gebieden van denken, voelen en handelen. Dat kleed wordt als het ware haar instrument waardoor zij op aarde kan functioneren. De ziel ontvangt echter door de omhulling zoveel impressies dat zij vergeet een ziel van God te zijn, dat zij als kind van God iets heeft wat de Vader in volheid heeft en dat in haar als vonk bestaat. Dat ene dat in zijn oorspronkelijkheid in ieder mens als ziel leeft, getuigt dat achter alle tweeheid van het leven, alle problematiek van het leven, ergens iets is dat alleen maar in God is, met God is, door God is. Het is dan ook door het geloof in God dat de mens langzaam maar zeker het bewustzijn kan verkrijgen van een hoger leven dat in hem schuilt - een goddelijk leven - als hij zijn hele persoonlijkheid heeft leren afstemmen op de toon van dat Goddelijke leven. Als wij denken aan ons tegenwoordige leven met alle grote problemen is het begrijpelijk dat de mens moeite heeft om die innerlijke toon in zichzelf terug te vinden. Het is juist daarvoor, dat de Boodschap van het Soefisme de mens erop wijst dat hij het spoor bijster is geraakt omdat het ritme van zijn leven zo enorm snel is geworden. Hij is altijd in actie, steeds aan het werk. Wat blijft er in hem over als hij als het ware gevuld is met alle impressies van het uiterlijke leven van actie, haast en snelheid, waardoor hij niet meer in staat is te luisteren naar zijn innerlijke stem?
8
Het is de dichter Guido Gezelle die, mysticus zijnde, heeft leren luisteren naar zijn innerlijke wereld, en dit zo prachtig gezegd heeft in zijn gedicht: ‘Als de ziele luistert, spreekt het een taal dat leeft, ‘t lijzigste gefluister ook een taal en teken heeft.’ De natuur kan ons daarbij helpen, de natuur geeft de rust die de mens zo nodig heeft. Hoe komen wij dan tot verstilling als we niet in de natuur kunnen komen. Het Soefisme geeft antwoord op deze vraag door te wijzen naar die ogenblikken van bezinning die in ieders leven te vinden zijn. Ogenblikken waarin wij kunnen trachten orde op zaken te stellen, waarin wij aandurven bepaalde gevoelens onder ogen te zien, niet bang te zijn ze te willen doorgronden. Hoe meer voelen en denken tot rust komen, hoe meer een proces van zuivering in de mens optreedt. Maar, meer nog dan dat zijn er de momenten in het leven van de mens die zó kostbaar zijn maar zo dikwijls over het hoofd worden gezien, namelijk het zich openstellen in gebed, met open hart daar te staan om uit de innerlijke wereld te ontvangen en geholpen te worden, en ons te bevrijden van dat wat ons in de weg zit. Ook de wijze en heilige woorden van de profeten kunnen ons de weg wijzen. Inayat Khan heeft zoveel heilige woorden op verschillende wijze aan ons meegedeeld, in het bijzonder in de bundels Gayan en Vadan. Dat zijn de bundels die beide gevuld zijn met de wijsheid, de inspiratie en het diepste ervaren van geloof en verwezenlijking van geloof waarmee de Meester in staat is geweest om dat in woorden aan ons na te laten. De Gayan, het geschrift van de ongespeelde muziek, en de Vadan, de Goddelijke symfonie, de tonen van de ziel. Wanneer wij die mogen horen, helpen zij ons om tot God te komen. Wij vinden er inspiratie over de natuur, de prachtige aanroepen, de gebeden. Ons leven wordt geleid in de richting van het licht. Een mens kan uit de Goddelijke wereld niets afdwingen, maar er is wel de openheid van hart om te horen wat er in het binnenste, in de ziel, klinkt. Die klanken heffen de mens op uit de betrekkelijkheid van zijn aardse leven. En niet alleen dat, zij bezielen hem en helpen hem, stap voor stap, in zijn aardse uitdrukking meer en meer te getuigen van die innerlijke wereld. Dit is uiteindelijk de bedoeling van de geestelijke boodschap van alle profeten. 1 Gawery Voûte gaf samen met haar zuster Manohary leiding aan de Vereniging Soefi-Contact van begin jaren ’70 tot eind negentiger jaren. Dit artikel verscheen eerder in het blad Soefi-Contact, editie mei 1991.
9
De gnostici en hun worsteling met goed en kwaad Amir Smits
Tijdens de Universele Eredienst staan zeven kaarsen op het altaar. Zes verwijzen naar grote religieuze tradities, de zevende naar de mystieke kennis, de waarheid, die centraal staat in deze religies en in andere tradities. In een reeks over de zevende kaars gaan we na hoe de Geest van Leiding zich in bekende en minder bekende tradities heeft geopenbaard. In deze tweede bijdrage aandacht voor de gnostiek. Het is niet verwonderlijk dat de gnostiek bij een groot publiek zo weinig bekend is. Eeuwenlang waren de tegen de gnostici gerichte geschriften van kerkvaders als Tertullianus en Irenaeus, katholieke kopstukken die zich met hand en tand tegen het gnostische gedachtengoed verzetten, de enige bron van informatie. Op last van de kerk werden de gnostische geschriften in de vierde eeuw massaal vernietigd. Een aantal kloosterlingen in Egypte gaf echter geen gehoor aan deze opdracht en besloot deze manuscripten in kruiken te begraven. Pas in 1945 werden deze gnostische en hermetische geschriften in het Nijlzand nabij Nag Hammadi opgegraven en werd de mensheid voor het eerst sinds eeuwen weer in staat gesteld om op een directe wijze van deze traditie kennis te nemen. De term gnostiek is afgeleid van het griekse woord gnosis, dat kennis betekent. Het betreft hier niet de gangbare kennis die is gebaseerd op de rede en zintuigelijke waarneming, maar eerder een diep intuïtief weten dat ook op een heel mooie manier als ‘kennis van het hart’ wordt aangeduid. Het gaat om diepe innerlijke kennis die de mens kan ervaren als hij de stilte en daarmee de weg naar binnen zoekt. In deze traditie staat het ervaren van het individu centraal. Gnostici waren over het algemeen wars van dogma’s en leerstellingen. Hoewel de gnostici in de tweede eeuw een krachtige stroming binnen de katholieke kerk waren geworden –in deze periode werd één van hun voormannen, Valentinus, bijna tot paus gekozen- werden zij in latere perioden onderdrukt. De gnostische traditie werd na de moorden op grote aantallen Katharen en Bogomielen vrijwel met wortel en tak uitgeroeid. Centraal element in de gnostiek is dat de wereld waarin we leven in essentie uit Geest voortkomt. De Nederlandse godsdienstgeleerde Gilles Quispel heeft het heel mooi uitgedrukt in de uitspraak ‘natuur is Geest in ballingschap’. En iets van deze Goddelijke Geest is ook in de mens, in termen van een zielevonk of hoger bewustzijn, terug te vinden. Voor gnostici is het Goddelijke derhalve een kracht die we niet alleen in transcedente vorm, buiten ons, kunnen aantreffen. De Goddelijkheid is ook immanent, namelijk in het diepst van ons eigen wezen aanwezig. Dit leidt tot een duaal mensbeeld, waarin er van wordt uitgegaan dat de mens deels een Goddelijk wezen is, en deels van stoffelijke aard. Evenals in het soefisme 10
van Hazrat Inayat Khan wordt gesteld dat de mens in essentie een ziel of Goddelijke vonk is, die is bekleed met een psychisch en een fysiek lichaam. Maar er zijn ook grote verschillen tussen beide tradities en deze betreffen de manier waarop de materiële aspecten van het leven, en dan vooral de schaduwzijde in termen van pijn, verdriet en onrechtvaardigheid, worden geduid. Binnen het soefisme wordt de duisternis niet als een opzichzelf staande kracht gezien. Duisternis is niets anders dan het ontbreken van licht. Schaduw kan alleen bestaan indien de mens zich met de rug naar het licht toe keert. De gnostici schetsen een heel ander beeld. Zij worstelen enorm met de vraag hoe een liefhebbende en almachtige God zoveel kwaad en onrecht in de wereld kan toestaan. In hun pogingen dit te duiden ontwikkelen ze een scherp onderscheid tussen de werkelijke, onkenbare God (de Vader) die pure goedheid is, en de bouwer van de wereld, de demiurg, een jaloerse god met menselijke trekken, die verantwoordelijk is voor het kwaad. Het naast elkaar bestaan van deze krachten wordt in een indrukwekkende scheppingsmythe verhaald. Vanuit een staat van diepte en stilte vatte God de gedachte op dat hij gekend wilde worden. De Geest werd zich als het ware van zichzelf bewust en verzelfstandigde zich. Ze werd manifest in de vorm van een Lichtwezen, dat kan worden gezien als een soort van geestelijke voorafspiegeling van de latere stoffelijke mens. Uit deze eerste Mens vloeiden vervolgens energetische krachtvelden voort, die steeds in paren van twee, weer nieuwe krachten tot leven wekten. Op een gegeven moment besloot één van deze krachten, Sophia, om op eigen gezag en zonder een paargenoot tot schepping over te gaan. Door deze opstandige daad, kwam de duisternis tot aanzien. Temidden van de chaos en de duisternis nam Sophia een kracht waar, de zogenaamde wereldbouwer of demiurg, en sprak tot hem de woorden: “Jongeling, stel jezelf aan over deze oorden.” Deze demiurg bracht op zijn beurt duistere krachten voort, de zogenaamde archonten, die tot de schepping van de materiële wereld overgingen. In een poging zijn suprematie bevestigd te zien, riep de demiurg uit: “Als er nog iemand anders, buiten mij, bestaat, laat hij zich dan aan mij vertonen.” Op dat moment werd een verblindende Lichtflits uit het rijk van de Geest zichtbaar en verscheen de Licht-Adam. Geïnspireerd door deze beeltenis gingen de archonten vervolgens in hun overmoed en hoogmoed over tot de schepping van de mens. De demiurg kon, als gemankeerde schepper die niet in verbinding met de Lichtwereld stond, deze stoffelijke mens uiter-aard geen geest inblazen. Buiten zijn weten om echter, werd de eerste mens vanuit de lichtwereld in het geheim deze levensadem, de geest, ingeblazen. Zodra de lagere machten dit bemerkten, vreesden zij dat de mens tot inzicht zou komen en zich van haar Goddelijke natuur bewust zou worden. Daarmee zou de mens immers machtiger worden dan de demiurg en zijn archonten. Het is ook om die reden dat het de eerste mensen verboden werd om de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad te plukken. Het eten van deze vruchten zou leiden tot gnosis en Godsbewustzijn. Het is ook om deze reden dat de slang die Eva verleidde om de verboden vruchten toch te eten, in 11
de gnostische mythe wordt vereerd. Voor het begrip erfzonde is in dit scheppingsverhaal dan ook geen plaats. De meest complete verhandeling over het ontstaan van de duisternis en de uitweg die de mens hieruit kan vinden, is te lezen in het Evangelie van de Waarheid van Valentinus. De oorzaak van de duisternis in de wereld wordt als volgt beschreven: “We zijn de Bron van waaruit we voortkomen vergeten. En daardoor is angst ontstaan. Toen heeft de onwetendheid aangaande de Vader angst en schrik gebaard. En die angst heeft zich verdicht tot een nevel, zodat geen wezen nog kon zien. Daardoor heeft de Dwaling (de demiurg) kracht gekregen. Zij heeft haar stof bewerkt in dwaasheid, zonder de waarheid te kennen. Toen zij bezig was met de schepping, trachtte zij tevergeefs de ware schoonheid te evenaren. Daardoor kan men dat Hem (de onbekende God) niet verwijten, die ondoorgrondelijk en onbegrijpelijk is.” De gevangenschap van de Geest in deze materiële wereld wordt op een klemmende manier beschreven en vergeleken met een boze droom: “Zij vluchten ergens heen of zij zitten anderen op de hielen zonder de kracht te hebben hen in te halen; zij zijn in gevechten gewikkeld en delen slagen uit, of zij krijgen zelf slaag; zij vallen van grote hoogte, of zij vliegen door de lucht zonder vleugels. Soms lijkt het of men hen wil vermoorden, terwijl er toch niemand is, die hen belaagt, of wel is het, of zij zelf mensen vermoorden, hun handen zitten vol bloed. Tot op het ogenblik dat zij ontwaken, die dat alles moesten meemaken. Dan zien zij niets die aan zulke boze dromen ten prooi waren, want al die benauwenissen waren niets.” De gnostiek van Valentinus is sterk christelijk gekleurd. In het Evangelie van de Waarheid staat beschreven hoe Jezus Christus naar de aarde kwam om de Onbekende God te openbaren en zodoende de mensheid aan haar Goddelijke oorsprong te herinneren: “Omdat de Vergetelheid is ontstaan, omdat zij de Vader nog niet kenden, zal de Vergetelheid er dan, als zij de Vader zullen leren kennen, van dat ogenblik af er niet meer zijn. Dat is het evangelie van Hem, die zij zoeken, het verborgen geheimenis dat Jezus Christus door de erbarming des Vaders aan de ingewijden heeft geopenbaard. Daarmee heeft hij hen verlicht, die door de Vergetelheid in duisternis verkeerden.” Iemand die uiteindelijk verlicht is door het Woord van Christus en aldus gnosis verkregen heeft, is gered. Want wie gnosis bezit, weet vanwaar hij komt en waarheen hij gaat. Hij wordt zich dat bewust, zoals iemand die dronken is geweest bijkomt uit zijn bedwelming. Interessant in dit kader is de wijze waarop de christelijke gnostici de kruisigingsdood van Jezus duidden. Zij meenden dat Christus niet was gestorven om de zonden van de mensheid te dragen. Van het begrip erfzonde was bij de gnostici immers geen sprake, zoals uit hun positieve waardering van het nuttigen van de verboden vruchten van de boom van ken12
nis van goed en kwaad reeds bleek. De betekenis van de Goddelijke zelfopoffering van Christus is gelegen in het feit dat hij in wezen de strijd met de lagere machten, de archonten, is aangegaan. Zijn streven was niet om de mensheid van een vermeende erfzonde te verlossen, maar om de mensen te bevrijden uit hun staat van onwetendheid omtrent hun werkelijke, Goddelijke, oorsprong en bestemming. De innerlijke weg van de gnostici verliep langs een aantal stadia waarin zij zich langzaam aan losmaakten van de aardse wereld. In de teksten wordt dikwijls gesproken over een tocht langs negen hemelsferen. Vaak worden deze teksten gezien in het licht van de reis die de ziel na de ‘dood’ maakt. Daarnaast wordt nadrukkelijk ook gedoeld op de innerlijke reis die de mens reeds in deze aardse sfeer kan maken. Centraal op dit innerlijk pad stond het beginsel van ‘gelijkmaken’. Diegenen die innerlijk een bepaald spiritueel niveau hadden bereikt, konden vanaf dat moment de hele werkelijkheid ook op die diepere manier ervaren. Zelf-kennis leidde aldus tot kennis van het Al. Deze weg kon alleen succesvol gegaan worden indien de mens zich kon losmaken van de materiële genoegens en hartstochten, zoals in het geschrift ‘De Authentieke Leer’ staat beschreven: “Maar de ziel die dit alles gesmaakt heeft, beseft dat deze hartstochten slechts kortstondig plezier betekenen. Ze heeft hun kwaad doorzien; ze maakt zich ervan los en neemt een nieuwe levenswijze aan. Naderhand veracht ze dat leven omdat het vergankelijk is, en ze zoekt voedsel dat haar tot leven brengt. Ze laat het misleidende voedsel achter zich, en neemt kennis van haar licht. Ze gaat rond, ontkleed van deze wereld, nu haar ware gewaad haar innerlijk bekleedt. Haar bruidskleren worden haar omhangen, die haar tooien met de schoonheid van de geest en niet met de ijdelheid van het vlees. En ze neemt kennis van haar diepte en ze rent haar schaapskooi binnen, waar haar herder aan de toegangspoort wacht.” De kerkhistoricus Roelof van den Broek benadrukt dat God in de antieke gnosis geen statisch gegeven is, maar een Zijn-in-beweging waarin God zich van Zichzelf bewust wordt. De geschiedenis is daarom te zien als een proces van Goddelijke bewustwording. In de woorden van Van den Broek: “Er is een universele samenhang der dingen: alles komt uit het Ene, de Ene, voort en keert weer tot de Ene terug, maar pas na een essentiële verandering: er is gnosis bij gekomen”.
Geraadpleegde literatuur
Stephan A. Hoeller, Gnosticism. New light on the ancient tradition of inner knowing. Quest Books. Theosophical Publishing House. ISBN 0.8356.0816.6 Elaine Pagels, De gnostische evangeliën. Over de onderdrukking van de eerste ketters, en het verhaal dat niet in de Bijbel mocht komen.. . Servire. ISBN 90.215.8251.1 Gilles Quispel, Valentinus de gnosticus en zijn Evangelie der Waarheid. In de Peilkaan. ISBN 90 71608 131 Gilles Quispel, red., Gnosis. De derde componment van de Europese cultuur traditie. Rozekruis Pers. ISBN 90.6732.290.3 J. Slavenburg, Een sleutel tot gnosis. Inzicht in de betekenis van de Nag Hammadi-vondst voor de mens van nu. Ankh-Hermes. ISBN 90.202.8112.7 J. Slavenburg. Het Evangelie van de Pistis Sophia. Rozekruis Pers. ISBN 90.6732.276.8 Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans, De Nag Hammadi geschriften. Een integrale vertaling van alle teksten uit de Nag Hammadi codices en de Berlijnse codex. Ankh-Hermes. ISBN 90.202.1964.2
13
HET KLOPT Heilige teksten religies culturen van ver weg landen in ons hart verbinden inzichtelijk licht voor dichtbij een reis in de ziel boeken gaan open scheppende woorden vinden bestemming door geur van eerbied god in alle talen eenheid gemaakt teksten die door liefde vertaalslag maken naar de kern voelen dat het klopt
Pastor Cor van Vliet na een bezoek aan de soefi-tempel Murad Hassil
14
Een spirituele ontdekking Nicholas Roerich 1874 - 1947 Krishna J.B. de Caluwé
Gedurende onze soefi-reis naar Rusland (zie ‘De Soefi-gedachte’ van december 2010) brachten onze gastheren/vrouwen in Novosibirsk (Siberië) ons naar een ware ontdekking. Ze trakteerden ons namelijk op een bezoek aan het Roerich-museum in hun stad. Dit was ons totaal onbekend en we wisten niet wat we ervan moesten denken, toen ze ons dit niet zonder trots aankondigden. Maar wat een ontdekking! Nicholas Roerich (ook de spellingen ‘Reurich’ en ‘Rerich’ komen voor) was ooit een wereldberoemde kunstenaar, die bij ons intussen vergeten is. Ten onrechte. Want wat hij schilderde was pure mystiek en van grote klasse. Hij is geboren in Sint-Petersburg, maar raakte als wereldburger zowel in West als Oost thuis. Ofschoon hij Frankrijk kende en in Londen heeft gewoond, richtte hij zich voor wat het Westen betreft toch vooral naar Amerika. Hij kwam als vredesactivist in zo groot aanzien bij prominenten als G.B. Shaw, Albert Einstein, H.G.Wells, Rabindranath Tagore, Eleanor Roosevelt, Henry Wallace e.a., dat in het Witte Huis het RoerichPact – dat de wereldvrede moest dienen – werd ondertekend, en hij vanaf 1932 drie achtereenvolgende jaren voor de Nobelprijs voor de Vrede werd genomineerd. In 1935 kreeg hij in New-York zijn eigen museum, dat tot de dag van vandaag een belangrijke plaats inneemt in het culturele landschap aldaar. Maar ook dus in Novosibirsk kreeg hij een eigen museum, dat door ons tijdens onze Siberië-reis werd bezocht. Na zijn Amerikaanse periode had Roerich zich namelijk gewend naar Azië, voornamelijk Centraal-Azië. Dat voedde zijn mystieke belangstelling voor het verleden van de mensheid en van daaruit ontwikkelde hij een visie op de toekomst, gebaseerd op eenheid tussen de harten van mensen, in verbondenheid met de kosmos. In zijn talloze schilderijen, bijvoorbeeld van de Himalaya, lijken er geen grenzen te bestaan tussen de kosmos en het open menselijk hart. Wat hij als kunstenaar-boodschapper bracht was de Boodschap van Schoonheid, want hij was ervan overtuigd: ‘het toenemen van het bewustzijn van schoonheid zal de wereld redden.’ Zie het schilderij ‘Beda de prediker’, waarin de stenen respons lijken te geven op zijn roep. ‘Wanneer zelfs de stenen in staat zijn te harmoniëren, zouden de mensen dan lager staan dan de stenen?’ Zo was voor hem het Licht (dat Roerich altijd met een hoofdletter schreef) niet alleen iets fysisch, maar ook scheppend vuur, en schoonheid, en daarmee symbool van het allerhoogste - waar hebben wij zulke inspirerende geluiden eerder gehoord? Van negentien door hem bewonderde geestelijke leraren, o.a. Mohammed, Jezus, Mozes, Buddha, Confucius, maakte hij schilderijen in een poging om hen en hun betekenis te portretteren. 15
Zijn ontdekkingsreizen in Azië door Tibet, Nepal, India, het Altaj-gebergte, Mongolië en Siberië brachten hem o.a. in Novosibirsk, waar hij zich, op zoek naar Shambala, tenslotte vestigde in de Kulu-vallei in de Punjab, India, daarheen getrokken door de geest van vele mystieke goeroes, levende (Ramakrishna, Vivekananda) en overledene (hij had ook reeds eerder studie gemaakt van o.a. Zarathoustra). Daar overleed hij in 1947, na een onvoorstelbaar productief leven, met achterlating van ongeveer 7000 schilderijen, tekeningen en revolutionaire toneel- en kostuumontwerpen voor theater en dans (voor o.a. Niyinski), bijna dertig boeken, talloze artikelen en lezingen, een aantal musea en sociëteiten, en het ‘Roerich-Pact’ voor de vrede. Zie voor enkele van zijn schilderijen: www.soefi.nl. Bronnen: - Jacqueline Decter, Messenger of Beauty. The life and visonary art of Nicholas Roerich. Nicolas Roerich Museum New York, 1989, rev.1997. - Nicholas Roerich, Bequeathed to Siberia. Nicholas Reurich Museum, Novosibirsk, 2010.
De Soefi Beweging: een geval van Indiase diaspora? Wali van Lohuizen
Parvati Raghuram, Ajaya Kumar Sahoo, et al., Tracing an Indian diaspora: Contexts, Memories, Represenatations (Sage 2008) Hazrat Inayat Khan’s Soefi Beweging “is today a significant transnational religious and spiritual movement with a well-developed formal organisation and groups in virtually every continent”. Ondanks de groeiende populariteit van Inayat Khan en zijn universele boodschap, zo gaat het betoog verder, “this highly accomplished, creative, and successful member of the early Indian diaspora is only recently becoming better known in his homeland (beyond musical and Chisti circles)”. Dan wijst de auteur op de toch aanzienlijke wetenschappelijke belangstelling in het Westen voor onze Soefi Beweging. De bibliografie bij de hier geciteerde publicatie bevat niet minder dan vijftig titels, bijna geheel buiten de mij bekende werken en auteurs. Er wordt gewezen op de plaats van ons soefisme in de ontwikkeling van het westerse soefisme. Vaak wordt het genoemd in wetenschappelijke encyclopedieën over religieuze en spirituele groeperingen. Gewezen wordt op onze relatie tot new age. En er is erkenning voor het belang van Inayat Khan´s ‘spiritual and Indian cultural heritage for the shape, appeal and challenges of this transnational Sufi Movement’, telkens met referenties aan de respectievelijke publicaties. Recent is er ook aandacht voor ‘the concept of Chistiyya diaspora’ en de toepassing op ons soefisme. De term ‘diasporic Chistis’ wordt gebruikt voor onze moerieds buiten India! De auteur wijst op het bijzondere dat ons onderscheidt van andere diaspora’s: ons soefisme is niet verbreid vanuit een centrum in India maar omgekeerd vanuit centra in het Westen en teruggekeerd naar India. 16
Wat is dat nu voor publicatie: het klinkt zo vertrouwd, maar toch? Het is een bundel studies over de Indiase diaspora, in 2008 uitgegeven door de internationale wetenschappelijke uitgeverij Sage (Los Angeles, Londen, New Delhi, Singapore)1. Indiërs waren vroege arbeidsmigranten (naar Fiji en Suriname bijvoorbeeld) met een soms roerige geschiedenis in hun land van bestemming. In Amerika en andere westerse landen komen ze tegenwoordig als welkome wetenschappers. Engeland als ex-kolonisator telt talrijke en gevarieerde Indiase gemeenschappen. Vanouds ‘exporteert’ India spiritualiteit. Hoe vergaat het deze Indiërs en wat ze meegebracht hebben? Welke problemen krijgen ze in het ‘gastland’, welke problemen veroorzaken zij? De auteurs van deze bundel zijn van een grote verscheidenheid: Indiërs en westerlingen, maar allen wetenschappelijke onderzoekers. En hierin staat ook het verhaal hoe het Hazrat Inayat Khan verging in het buitenland, en wat er van zijn optreden geworden is! Ik kwam het boek bij toeval op het spoor. Ik zocht naar iets over mezelf op internet, en vond mijn naam geciteerd in verband met het werk bij de Dargah van Hazrat Inayat Khan. Ik raakte geboeid. Wat was het kader? Kennelijk niet ons soefi-verband. Het bleek bijzonder interessant toen ik het boek in handen kreeg. Een van de hoofdstukken is geschreven door een Australische onderzoekster, die vertelt over de Soefi Beweging en Inayat Khan, onder de titel “The Chistiyya diaspora: an expanding circle”. Hoe zijn vertrek uit India 100 jaar geleden vrucht draagt en uitgegroeid is tot een universele boodschap belichaamd in een wereldwijde organisatie van de Soefi Beweging en andere organisaties. Het ontstaan gaat terug op de Indiase Chisti orde, maar nu geaccepteerd in nieuwe vorm door de moderne culturele wereld. De auteur, Celia Glenn, is lecturer Asian Studies aan Griffith University en lecturer Religious Studies, University of Queensland. Zij schrijft met kennis van zaken, objectief, met grote waardering. Ze interpreteert de missie van Inayat Khan als een geval van diaspora: niet van grote aantallen mensen maar van religieus cultuurgoed. Het bijzondere, zo niet unieke, aan deze diaspora is, zegt ze, dat dit erfgoed naar het moederland is teruggekeerd. Zij licht dat toe aan de hand van het werk bij de Dargah, dat functioneert ten behoeve van de Indiase bevolking en waar westerse soefi´s dat erfgoed terugbrengen, verrijkt in vorm en inhoud, bijvoorbeeld in de Ursviering en in retreats maar ook in de gebouwde vorm van het memorial, de bibliotheek, de muziekacademie, en zeker ook in het sociale werk, ook en met name door het Hope Project van Pir Vilayat. En niet in het minst in de Indiase heruitgave van de dertien delen van de Sufi Message. Wie is deze auteur? Dat bleek een grote verrassing. Zij blijkt een moeried te zijn, lid van de Australische Soefi Beweging: Shakti Genn! Zij is een van de weinigen uit onze eigen kring die in wetenschappelijk kader de betekenis van ons soefisme behandelt. Het is een teken van de volwassenheid van de Boodschap dat dit verhaal van een academische onderzoeker als een volwaardige wetenschappelijke bijdrage deel uitmaakt van een academische behandeling van de uitstraling van Indiaas cultuurgoed. De Boodschap is een fenomeen dat erkend wordt. Niet alleen dat, maar 17
ook wordt deze geïnterpreteerd als betekenisvol voor het huidige India. De diaspora die terugkeert en bevruchtend werkt op het moederland. Het is een genoegen haar verhaal te lezen. Dat geldt temeer wanneer je je opstelt als een onwetende buitenstaander: hoe ziet zo iemand wat er gebeurd is met dit soefisme? Het maakt je blij. Karakteristiek voor deze ‘diaspora’ is dat het zich niet isoleert en zich keert tegen het Westen, anders dus dan “various Hindu nationalist movements (…) defending their particularism and/or by supporting political agendas”. “The ������������������������ transnational Inayati Sufi Movement, by contrast, provides an interesting example of a particular kind of Indian-origin religious movement that is not doing that. Rather, this group has developed an inclusive liberal religious ethic as well as a multi-ethnic and multicultural transnational community.” Na deze kaderstellende inleiding laat de auteur indringend zien wat deze soefierfenis betekent, zijn historie en ontwikkeling, en de aard van het werk in India, met name bij de Dargah. Zij concludeert dat het zinnig bleek om onze Soefi Beweging als een geval van diaspora te interpreteren en daarmee in een interessant perspectief te plaatsen. Zij legt er natuurlijk de nadruk op dat de feitelijke ontwikkeling van de Boodschap ook – en beter – past in een ander kader: “Insofar as [it] cross[es] traditional ethic, cultural and religious boundaries, [it] can also be seen as part of a new and developing variant of transnational religion that extends beyond the more usual trans-state particularisms.” We mogen dankbaar zijn voor dit nieuwe perspectief, zowel voor onszelf als voor de wetenschappelijke kringen, en trots op deze wetenschappelijke, toegewijde moeried. Dank, Shakti. 1 Parvati Raghuram, Ajaya Kumar Sahoo, et al., Tracing an Indian diaspora: Contexts, Memories, Represenatations, Sage 2008 . Het hier behandelde hoofdstuk van Celia Genn is getiteld “The Chistiy ya Diaspora: an expanding circle”, pp 236-256. Het boek bevat 21 van zulke studies door 25 wetenschappers, werkzaam bij universiteiten in Engeland, Canada, Australië, Nieuw Zeeland, USA, Duitsland, Zuid-Afrika, Singapore, Trinidad, Japan en India. Het boek is te vinden in de soefibibliotheek van Headquarters in de Banstraat, Den Haag.
18
De religieuze waarheid Munir Belt
Ik kom uit een katholiek milieu. Gezin, school en vrije tijd stonden in het teken van het katholicisme: thuis werd er gebeden, als gezin gingen we naar de kerk, ieder kind uit ons gezin ging naar katholieke scholen en naar katholieke clubs, jongens van meisjes gescheiden. In deze tijd bestaan er, althans in Nederland, nauwelijks echt katholieke scholen en echt katholieke clubs zoals ik die in mijn jeugd heb leren kennen. We kunnen zeggen dat Nederland in de afgelopen vijftig jaar geseculariseerd is. Het aantal christenen is meer dan gehalveerd. Per maand sluiten in Nederland twee tot drie kerken hun deuren. De invloed van de religie op het publieke domein is navenant afgenomen. De vraag die ik wil proberen te beantwoorden luidt: wat kan de soefi-boodschap betekenen voor onze geseculariseerde landgenoten, welke weg naar de religieuze Waarheid zouden ze kunnen gaan? En ook: welke wegen naar de Waarheid worden ons in de grote godsdiensten gewezen? Vaak hebben mensen aan Hazrat Inayat Khan de vraag gesteld: wat is de aard van de Waarheid, is het een theorie, een principe, een filosofie of een leer? Zijn antwoord was: iedere theorie, iedere filosofie, ieder principe en iedere leer is alleen maar een bedekking over de Waarheid. Over de uiteindelijke Waarheid kan niet gesproken worden, want woorden zijn ontoereikend om de goddelijke Waarheid onder woorden te brengen. In het Thomas-evangelie zegt Jezus: ‘Ik zal je geven wat geen oog heeft gezien en wat geen oor heeft gehoord en wat geen hand heeft aangeraakt en wat boven elke gedachte verheven is’. Hierin wordt aangegeven waarom woorden ontoereikend zijn om de Waarheid onder woorden te brengen. De Waarheid is geen voorwerp dat gezien of gehoord kan worden. Geen hand heeft haar aangeraakt en geen oor heeft haar gehoord. Waarheid kan zelfs niet gedacht worden, want ze is boven elke gedachte verheven. Wat er overblijft, is na te gaan welke paden tot de religieuze Waarheid leiden. Ruwweg gesproken zijn er twee paden te onderscheiden. Het eerste pad legt het accent meer op de ratio dan op het gevoel en het tweede pad legt het accent juist meer op het gevoel dan op de ratio. In het geseculariseerde Nederland van onze dagen zal het eerste pad meer mensen aanspreken dan het tweede pad. Ook mensen die slechte ervaringen hebben met hun liefdeloze godsdienstige opvoeding zullen in eerste instantie meer baat hebben bij de eerste weg dan bij de tweede. In de soefiboodschap van Hazrat Inayat Khan komen beide paden aan bod. De adwaitarichting in het hindoeïsme is een voorbeeld van de meer rationele benadering en stelt dat het Eeuwige ziende, horende en begrijpende is, maar niet gezien, gehoord en begrepen wordt, niet verandert en dat de wereld in dat Eeuwige ingeweven is. ‘Ja, tot dat vreesloos Brahman wordt wie dat weet’, staat er in de Brihadaranyakopan. De vraag die we kunnen stellen is dan: wát moet je weten om tot dat vreesloos Brahman te worden? 19
We moeten weten dat er een entiteit is die eeuwig, onveranderlijk en onsterfelijk is. Die zelf wel kan zien, horen en begrijpen maar die door de mens niet gezien, niet gehoord en niet begrepen kan worden. Weten moet hier niet opgevat worden als informatie. U kunt veel over Jezus weten, of over Boeddha, maar dat is niet de kennis die hier bedoeld wordt. Tenzij je een Jezus wordt, is er geen kennis. En ook: tenzij je een Boeddha wordt, is er geen kennis. De kennis waar het hier om gaat ontstaat door zijn, niet door het geheugen. Het geheugen is een mechanisme, het zal je geen rijker wezen geven en we zullen niet veranderen door informatie. We zullen pas veranderen als we ons er voortdurend van bewust zijn, dat de goddelijke waarheid onbekend is en dat de informatie die we verzameld hebben van geen belang is. De enige kennis die zal helpen, is de kennis dat je het niet weet. Wees je bewust van je onwetendheid! Daarnaast is het advies dat steeds weer in de adwaitarichting van de hindoetraditie aangereikt wordt: houdt op de achtergrond van uw geest bij alles wat u denkt, zegt of doet, het gevoel voor het onveranderlijke en liefdevolle Zijn. Dat gevoel voor het onveranderlijke en liefdevolle Wezen ontstaat als u de bewegingloze getuige wordt van alles wat in uw bewustzijn opkomt, of het nu gaat om wat u gewaarwordt van uw lichaam, of om wat u denkt, of voelt. Zo verbreekt u iedere identificatie met wat u doet, zegt, voelt of denkt. U bent dan de bewegingloze getuige van de rivier van “uw” bewustzijn. Kort gezegd, al uw identificaties met “ik ben dit of dat” worden opgeheven en “ik ben” blijft over. Dat “ik ben” is het vreesloze, eeuwige, liefdevolle Brahman. Bij deze meer rationele benadering draait het om het overwinnen, het overstijgen van je ego, de bevrijding van je persoonlijke beperkingen. Dit is het element dat ook de kern is van de tweede, de meer gevoelsmatige benadering. Hoe stond Hazrat Inayat Khan tegenover dit meer rationele pad naar de Waarheid? In het gebed Salat noemt hij ook Boeddha als een van de profeten en Boeddha heeft nooit iets over God willen zeggen! En in het boekje ‘Het doel van het leven’, dat deels uit 1924 stamt, noemt Inayat geen enkele keer het godsideaal, hij beschrijft de weg van de zelfkennis. Je wordt je er op die weg echt van bewust dat je niet je lichaam bent, maar dat je lichaam je mechanische instrument is. Ook je geest is een instrument dat mechanisch te werk gaat, daarom zijn je lichaam en je geest ook niet je hogere zelf. Als je dit verstandelijk hebt ingezien, is meditatie nodig volgens Inayat Khan, dan kan het hogere zelf zich losmaken van je lichaam en je geest. Hij erkent dus dit meer rationele pad ten volle. Nu kun je zeggen dat over het gevoelsmatige pad in de Boodschap veel meer wordt gesproken. Ik heb dit zelf ook altijd gedacht totdat ik oog kreeg voor het rationele pad in de Boodschap. Toen kwam ik erachter dat Inayat Khan ook in andere leringen expliciet, maar meer nog impliciet, spreekt over dit meer rationele pad. In het tweede pad naar de religieuze Waarheid ligt het accent meer op het gevoel dan op de ratio. In de Koran staat: ‘De enige ware godsdienst in de ogen van God is de overgave van de mens aan God’.
20
De sleutel die hier aangereikt wordt, is overgave aan God. Als je in God gelooft, wordt gebed mogelijk en als je dan een gevoelsmatige relatie met God krijgt, wordt overgave aan God mogelijk. Maar nu kunnen we vragen: die overgave wordt toch de enige ware godsdienst genoemd, hoe kan er dan toch ook een ander, een meer rationeel pad zijn dat ook godsdienstig is? Ik denk dat het antwoord is dat wij in het westen in tegenstelling tot het oosten gewend zijn, godsdienst altijd op te vatten als op God gericht. Zo is het voor Christenen heel moeilijk te geloven dat Boeddha de uiteindelijke waarheid heeft bereikt, zonder dat hij ooit over God heeft gesproken en zonder dat hij ooit een volgeling heeft aangespoord om in God te geloven. Toen westerse geleerden erachter kwamen dat er in het oosten een traditioneel ‘goddeloos’ pad was en nog steeds is, dat naar de goddelijke waarheid leidt, waren ze stomverbaasd. Een van die geleerden heeft na van zijn verbazing bekomen te zijn, over Boeddha geschreven dat deze de meest goddeloze en tegelijk de meest goddelijke mens is geweest, want zonder God centraal te stellen heeft hij het goddelijk wezen gerealiseerd. Als er dan minstens twee paden naar de religieuze Waarheid zijn, een pad met God en een pad zonder God, hoe is dan te verklaren dat Mohammed zegt dat er maar één pad naar God is, zoals ook Jezus dat zegt. Beiden zeggen zij: er is maar één pad, het pad dat ik aangeef; al de andere paden zijn slecht. Zij zeggen dit om geloof bij ons op te wekken. Als ze gezegd zouden hebben: er zijn meerdere paden die tot de waarheid leiden, zouden wij daar zeer onzeker van worden. Wij hebben iemand nodig die absoluut zeker is, anders worden onze twijfels versterkt en zullen we nooit een pad kiezen. Uit compassie met ons hebben Mohammed en Christus tegen ons gezegd dat er maar één pad is. Helaas hebben veel volgelingen van beide profeten dit inzicht en deze compassie niet gehad en hebben ze elkaar vaak te vuur en te zwaard bestreden. De lezingencyclus van Hazrat Inayat Khan met de titel ‘Het innerlijk leven’ behandelt de meer gevoelsmatige benadering en dateert uit 1922. Dit zijn dus oudere lezingen dan de latere meer rationele lezingen over het doel van het leven. Waar het in de adwaitarichting van de hindoetraditie gaat om op de achtergrond van uw geest bij alles wat u denkt, zegt of doet, het gevoel te hebben voor het onveranderlijke en liefdevolle Zijn, wordt in de lezingencyclus van Hazrat Inayat Khan over het innerlijk leven dat onveranderlijke, liefdevolle Zijn gespecificeerd. Je zou ook kunnen zeggen: die goddelijke realiteit wordt persoonlijk gemaakt. In de Gayan staat: ‘Maak God tot werkelijkheid en God zal jou tot waarheid maken’. Het gaat erom dat de devotionele soefi in alle omstandigheden God de plaats geeft die het ogenblik vraagt, zodat de verhouding tot God werkelijker wordt dan enige andere verhouding in deze wereld. Als het ogenblik het vraagt, stelt hij zich God voor als de schepper, als de volmaakte rechter, als zijn volmaakte vader en moeder, als de vriend, als de geliefde. Maar hij probeert dit zo te doen dat die godsidealen werkelijkheid voor hem worden en hiermee probeert hij verder te gaan dan de gelovigen voor wie die godsidealen voorstellingen blijven.
21
Op deze wijze raakt de devotionele soefi verbonden, krijgt hij een echte, gevoelsmatige relatie tot God en krijgt hij ook het gevoel dat God op allerlei manieren in hem werkt en door hem heen werkt. Pas dan krijgt het herhalen van de heilige namen van God zo’n grote invloed op deze soefi dat hij zichzelf gaat vergeten, en dan leert hij zijn bewustzijn te bevrijden van persoonlijke beperkingen. Geduld en overgave zijn hierbij van het grootste belang. Maar ook bij deze meer gevoelsmatige, meer persoonlijke benadering draait het dus om het overwinnen, het overstijgen van je ego, de bevrijding van je persoonlijke beperkingen, net als bij de meer rationele weg naar de religieuze Waarheid die ik eerder heb besproken. De soefi-boodschap geeft dus een handreiking aan de geseculariseerde mens om het meer rationele dan gevoelsmatige pad te volgen, maar geeft ook een handreiking aan de devotionele mens om zijn godsidealen tot werkelijkheid te maken. Het middel van beide paden is gelijk: het overwinnen van het ego. De eigenschappen die op beide paden nodig zijn, zijn ook identiek: geduld, ernst, oprechtheid en doelgerichtheid. En ook het doel van beide paden is gelijk: realisatie van de Waarheid.
Handvest voor compassie
Het principe van compassie of mededogen ligt ten grondslag aan alle reli-
gieuze, ethische en spirituele tradities; steeds opnieuw wordt daarmee een beroep op ons gedaan alle anderen te behandelen zoals wij zĂŠlf behandeld willen worden. Compassie is onze drijfveer om ons onvermoeibaar in te zetten voor het verzachten van het leed van onze medeschepselen, om terug te treden uit het middelpunt van onze wereld en een ander voor het voetlicht te plaatsen, en om recht te doen aan de onschendbare heiligheid van ieder mens en eenieder, zonder enige uitzondering, te behandelen met volstrekte waardigheid, billijkheid en respect.
Daarbij hoort tevens de opdracht om er zowel in het openbare als in het
privĂŠ-leven voor te waken geen enkele vorm van leed te veroorzaken. Door gewelddadig te handelen, door de kwaliteit van het leven van een ander te verslechteren, door de grondrechten van die ander te misbruiken of te ontkennen, en door haat te zaaien met laatdunkende uitingen over anderen - zelfs over onze vijanden - doen wij de menselijkheid die wij allen met elkaar delen geweld aan. Wij erkennen dat wij er niet in zijn geslaagd een leven te leiden vervuld van compassie en dat sommigen uit naam van hun religieuze overtuiging het totale menselijke leed zelfs groter hebben gemaakt. 22
Daarom roepen wij iedere man en vrouw op ~ om compassie opnieuw te
maken tot de kern van moreel handelen en van religie ~ om terug te keren naar het oude principe dat iedere interpretatie van geschriften die aanzet tot geweld, haat of minachting geen enkele legitimiteit heeft ~ om garant te staan voor de verstrekking van correcte en respectvolle informatie over andere tradities, godsdiensten en culturen aan jongeren ~ om positieve waardering van culturele en religieuze verscheidenheid te stimuleren ~ om bij te dragen aan medeleven, gebaseerd op kennis, voor het leed van alle mensen, ook van hen die wij als onze vijanden zien.
Het is van wezenlijk belang dat wij compassie in onze gepolariseerde wereld
maken tot een duidelijke, lichtende en dynamische kracht. Indien compassie is geworteld in principi毛le vastbeslotenheid om uit te stijgen boven ego茂sme, kan zij politieke, dogmatische en religieuze grenzen slechten. Als product van onze wezenlijke afhankelijkheid van elkaar, speelt compassie een fundamentele rol binnen menselijke relaties en bij een volwaardig mensdom. Compassie voert naar verlichting en is onmisbaar voor het realiseren van een eerlijke economie en een harmonieuze wereldgemeenschap die in vrede leeft met elkaar.
Karen Armstrong, www.charterforcompassion.org
Karen Armstrong, kracht achter het Handvest
Zubin van den Besselaar
Karen Armstrong is de drijvende kracht achter het Handvest voor Compassie. Zij werd geboren in Wildmoor, Worchestershire, Engeland, op 14 november 1944. Na haar middelbare school trad zij, op zeventienjarige leeftijd, in als non in de Engelse orde De gemeenschap van het Heilig Kind Jezus; dezelfde orde die ook haar middelbare school beheerde. Het was nog v贸贸r het Tweede Vaticaans Concilie en dus nog voor de hervormingen die daarna in de kloosters werden doorgevoerd. Ze heeft dus nog een zeer traditionele opleiding, noviaat, in het klooster doorlopen die gericht was op nederigheid en dienstbaarheid. Toen ze na het noviciaat door het klooster naar de universiteit in Oxford werd gestuurd om Engels te studeren was de overgang zo groot dat ze op 23-jarige leeftijd de orde verliet. Ze voltooide enkele jaren later haar universitaire studie. Sedert het behalen van deze graad is zij een productief schrijfster op het terrein van de drie 23
monotheïstische religies: jodendom, christendom en islam. Ze maakte ook verschillende documentaires voor de BBC. Zij geldt momenteel als een van de belangrijkste hedendaagse auteurs op het gebied van religie. In 1999 verleende het Islamitische Centrum van Zuid-Californië haar een eervolle onderscheiding voor haar werk over de betekenis van religie en geloof voor het leven en de samenleving. In 2008 ontving zij de Freedom of Worship Award die het Roosevelt Institute elk jaar afwisselend in New York en Middelburg uitreikt, maar ook de TED Prize – een bedrag van 100.000 dollar, dat zij inzette om in 2009 wereldwijd een Charter for Compassion, een handvest voor mededogen, te publiceren. Gelovigen en ongelovigen worden opgeroepen dit Handvest te ondertekenen. Op 19 september 2010 was zij in Amsterdam waar zij aan de universiteit van Amsterdam sprak in het kader van de opening van het nieuwe academisch-culturele seizoen. In haar lezing nam zij een voorschot op haar nieuwe boek over compassie, dat in 2011 verschijnt. Religie zou tot empathie moeten leiden, is haar stelling. Hieronder staan de in het Nederlands vertaalde werken van Karen Armstrong met het jaar van de Nederlandse publicatie: * De geschiedenis van God; vierduizend jaar Jodendom, Christendom en Islam 1995 * Jeruzalem; een geschiedenis van de heilige stad 1996 * Mohammed; een westerse poging tot begrip van de Islam 1996 * De dood van God; voordrachten 1997 * Door de nauwe poort: mijn zeven kloosterjaren, een spirituele ontdekkingstocht 1997 * In het begin; een nieuwe uitleg van Genisis1997 * Het Evangelie volgens de vrouw. 1997 * De heilige oorlog; de kruistochten en de wereld van vandaag 1999 * De strijd om God; een geschiedenis van het fundamentalisme 2000 * Boeddha. 2001 * De wenteltrap; mijn weg uit de duisternis 2003 * Islam 2003 * De grote transformatie. 2005 * Mythen; een beknopte geschiedenis 2005 * De profeet; over het leven van Mohammed 2006 * De Bijbel. 2007 * De kwestie God. 2009
24
Compassie en duurzaamheid, het is tijd om te doen ! Rama Lieftink
“First is, we try to learn and understand the conditions of home, of society, of the world, in one word, the needs of human nature. We try to understand how greater harmony can be brought about, how we can reach that”. Hazrat Inayat Khan Deze woorden van Hazrat Inayat Khan laten voor ons als moerieds niets aan duidelijkheid te wensen over. In zijn onderricht op 3 december 1924 (zie de Complete Works 1924 II pag.694 vgl) wijst hij ons op de “Three aspects of Sufi Teaching”. Daarin beschrijft hij onze verantwoordelijkheid als Soefi Beweging voor de Innerlijke School en voor de Universele Eredienst. Maar hij begint zijn betoog met bovenstaand appèl op onze verantwoordelijkheid voor de harmonie in de wereld. Daarbij ziet Murshid voor ons nadrukkelijk een actieve rol. Hij vervolgt zijn woorden met: “In different parts of the world we have these meetings going on, everyone is welcome, there is a free platform for the people to discuss the things they want”. Hoe actueel is hier zijn oproep! Op 12 november 2009 werd in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam het Handvest voor Compassie gelanceerd. De theologe Karin Armstrong komt na haar jarenlange studies naar de grote religies en levensbeschouwingen in de wereld tot de conclusie waarmee de tekst van het Handvest begint: “Het principe van compassie of mededogen ligt ten grondslag aan alle religieuze, ethische en spirituele tradities; steeds opnieuw wordt daarmee een beroep op ons gedaan alle anderen te behandelen zoals wij zelf behandeld willen worden”. Herman Wijffels voegde bij de lancering van het Handvest daaraan de volgende woorden toe: “We staan voor een volgende beschavingsopdracht. Na de fase van werken aan emancipatie, het ontwikkelen van de individualiteit , gaat het nu om het verbinden van individualiteit met verantwoordelijkheid nemen voor het geheel. Compassie is daarvoor een onmisbaar ingrediënt”. De activiteiten rond het Handvest hebben in de periode na 12 november 2009 in verschillende steden een gespreksplatform opgeleverd om met elkaar te bezien tot welke concrete activiteiten dit alles kan leiden. Zo verscheen er van de hand van Ad Alblas, voorzitter van de Leidse Raad van Kerken een prachtig boekje getiteld “Cathechismus van de Compassie” dat als leidraad kan worden gebruikt bij de praktisering van dit onderwerp. In Groningen is in het Platform voor Religie en Levensbeschouwing het afgelopen jaar het gesprek gestart hoe we de inzichten vanuit het Handvest kunnen omzetten in gerichte acties. Als Soeficentrum Groningen vervullen we hierin een actieve rol. Daarbij is het Platform in gesprek gekomen met het College van B&W van de gemeente Groningen dat op zoek is naar concrete activiteiten die kunnen bijdrage aan de bevordering van de sociale duurzaamheid in de stad. Voor het Platform is dat de reden om de begrippen compassie en duurzaamheid aan elkaar te koppelen en staat het voorjaar van 2011 in het teken van het opzetten van activiteiten rond het thema “Compassie & Duurzaamheid”. Daarbij wordt o.a. gedacht aan het opzetten van 25
een symposium over dit thema met workshops vanuit de verschillende tradities. In de Lichtceremonie van 19 december j.l. in de Pepergasthuiskerk in Groningen is daartoe al de eerste aanzet gegeven. De verschillende tradities hebben tijdens deze bijeenkomst met de aanwezigen hun inzichten gedeeld met betrekking tot het begrip compassie en hebben elk op hun eigen wijze het belang en de mogelijkheden aangegeven dit te vertalen naar de praktijk van het dagelijks leven. Daarbij staan de verschillende religies en levensbeschouwingen, en dus ook de Soefi Beweging anno 2010, voor de opgave de waarde van deze inzichten goed voor het voetlicht te krijgen. Veelbetekenend over hoe in onze samenleving op dit moment tegen religie wordt aangekeken is het artikel van Meindert Fennema, hoogleraar politieke theorie van etnische verhoudingen aan de UvA, in de Volkskrant van 24 december j.l. Onder de kop “Elke religie bedreigt de rechtsstaat” betoogt hij dat elke religie gedreven wordt door een “Goddelijke bevelstheorie” en daarmee op haar eigen wijze een verstoring betekent voor de democratische rechtsorde. Hij pleit daarbij hartgrondig voor een seculiere staat die het beste kan omgaan met allerlei “religieuze en exclusivistische eisen”. Hoe belangrijk is het om “de boodschap van geestelijke vrijheid” hiernaast te zetten, die Hazrat Inayat Khan ons heeft gegeven. Vanuit zijn idee van “de eenheid van religieuze idealen” is het ook mogelijk heel anders naar religie en levensbeschouwing te kijken dan het te zien als de spreekbuis van “een Goddelijke Bevelstheorie”. Lezen we immers niet in de Bhagavad Gita, het oude Hindoegeschrift hoe we als mens de echte vrijheid in onszelf kunnen vinden door ons te ontworstelen aan onze hebzucht en ons denken dat die hebzucht alleen maar aanwakkert. Dat we dan de Atman in onszelf ontmoeten vol mededogen voor onze medemens, voor onze omgeving. Leren we niet uit de verschillende Boeddhistische tradities hoe we juist door het beteugelen van ons denken de ruiter kunnen worden van ons paard ? Leren we niet uit de mystieke tradities van het Christendom hoe de Bijbel ons vertelt over welke krachten wij als mens beschikken om in deze wereld het Licht te scheiden van de Duisternis ! Vertelt niet de Koran in soera Ya Nourhoe, dat God in ieder van ons het Licht heeft ontstoken? En wijzen de verschillende humanisten ook in deze tijd niet op het belang van het nemen van onze verantwoordelijkheid voor onze omgeving juist vanuit onze eigen authenticiteit omdat daar onze werkelijke kracht zit ? Als we zo naar religie en levensbeschouwing kunnen kijken ervaren we een rijkdom aan bronnen die ons ook in deze tijd kunnen loodsen naar harmonie in deze wereld. Hazrat Inayat Khan vat het allemaal heel eenvoudig samen: als er in ons leven al een vijand bestaat, dan bevindt die zich niet buiten onszelf maar in onszelf. Ons levenspad is het pad van de Bereiking waarin het elk moment van de dag gaat om het behalen van een overwinning, niet op de ander maar op onszelf. En achter die overwinning schuilen Atman, Boeddha, God, Allah, ons ware Zelf, onze authenticiteit. Schuilen de Liefde, de Harmonie en de Schoonheid ! Laten we anno 2010 gehoor geven aan de oproep die Hazrat Inayat Khan reeds in 1924 deed, en zo in en vanuit al onze soeficentra een platform creëren voor het gesprek over de vraag hoe wij kunnen bijdragen aan de harmonie in onze wereld. Ook hier ligt voor ons soefi’s een opdracht ! 26
Gedachten over de doelstellingen van de Soefi Beweging Ameen Carp
Toen Hazrat Inayat Khan in 1910 India verliet om het soefisme naar de westerse wereld te brengen zijn hem ongetwijfeld in het Westen vragen gesteld over wat hij nu precies bedoelde met soefisme en wat hij ermee beoogde. Hij heeft geprobeerd zijn voornaamste gedachten hierover weer te geven in zijn ‘Tien Soefi gedachten’. Deze zullen later in een apart artikel in de Soefi-gedachte nader worden toegelicht. Een grondgedachte was: geestelijke vrijheid. De soefigedachten zijn geen dogma’s, met andere woorden het zijn geen verplichtingen wil je soefi worden. Het zijn verduidelijkingen. Bijvoorbeeld is er het geloof in één God, het enige Wezen, waarbuiten niets bestaat. Toch zegt Inayat Khan uitdrukkelijk: Soefisme is geen religie, maar een religieuze levensfilosofie, een manier om naar het leven te kijken. Kortom, deze tien Soefi gedachten zijn er als antwoorden op vragen waar het soefisme over gaat en wat de voornaamste gedachten ervan zijn. Hetzelfde geldt voor de drie doelstellingen. Wat wilde de soefileraar bereiken? Waar streeft hij naar? Als we zijn gedachten hierover nagaan, dan blijkt dat hij het doel van zijn werk zag langs drie lijnen: a) Ten eerste het bevorderen van een wereld-broederschap, ongeacht ras, natie, geloof of sexe. b) Ten tweede de gedachte aan de eenheid van religieuze idealen, met andere woorden het opheffen van twisten tussen volgelingen van de verschillende wereldreligies. c) Het derde doel is het doen ontwaken van de geestelijke potentie van ieder mens door middel van oefeningen, concentratie en meditatie. Deze drie grondgedachten in het werk van de soefileraar zien we weerspiegeld in de drie doelstellingen. De eerste luidt: “Het verspreiden en verwezenlijken van de wetenschap van de eenheid en van de godsdienst van liefde en wijsheid zodat de verscheidenheid van godsdienst en geloven vanzelf zal ophouden te bestaan en opdat het menselijke hart moge overvloeien van liefde en alle haat, door verschillen en onderscheidingen veroorzaakt, moge worden uitgeroeid.” Dit is een lange zin, die wij vandaag liever korter zouden schrijven, maar de inhoud ervan is nog steeds relevant. Want wat staat er? Eigenlijk zijn er drie aspecten in die zin. Ten eerste de gedachte dat de hele schepping één is, dat de hele mensheid één grote familie is; alle verschillen van ras, natie, cultuur zijn uiterlijke verschillen. De hele schepping vertoont een oneindige diversificatie, maar alles leeft dankzij één enorme, continue levenskracht. Deze komt op, leeft, plant zich voort en verdwijnt weer. Eenheid in verscheidenheid. Geschapen door één goddelijke kracht, die een eenheid vormt. Het geloof in deze eenheid is essentieel in het soefisme en de Soefi Beweging wil de mensen hiermee vertrouwd maken. Diezelfde eenheid vindt de soefi ook in de verschillende religies. Hoe verschillend deze ook zijn, hoe verschillend hun godsvoorstelling, hun uitdrukkingswijze, hun rituelen, hun wijze van aanbidding, zij alle wijzen de mens op het bestaan van een hogere, geestelijke macht, op het illusoire karakter van het wereldse leven, op de noodzaak zich los te maken van te grote hechting aan aards bezit, aan de opgave om aan het doel van het leven te denken. 27
In deze manier van kijken naar de religies van de wereld ontdekt een soefi, dat zij – ondanks alle verschillen – eensluidend zijn in hun oproep tot de mens. Als een mens zich zover heft boven de verschillen tussen religieuze expressievormen, kan het niet anders dan dat je zoekt naar harmonie tussen alle mensen, naar respect en tolerantie ten opzichte van ieder mens. De tweede doelstelling luidt: “Het ontdekken van het licht en de kracht die verborgen zijn in de mens, het ontdekken van het geheim van iedere godsdienst, van de kracht van de mystiek en de kern van wijsbegeerte, zonder in te grijpen in gewoonten en overtuigingen.” Opnieuw een lange zin, maar hoe is de inhoud? Nog steeds is het volgen van de Innerlijke School van de Soefi Beweging voor de moerieds, de leerlingen die het verlangen hebben de latente geestelijke vermogens die in ieder mens verborgen zijn, te ontwikkelen van essentieel belang. Hoe meer men deze geestelijke weg gaat door het beoefenen van gebed, concentratie, meditatie, ademhalings- en andere oefeningen, hoe meer men begrijpt dat iedere religie deze innerlijke weg aanbiedt aan de oprechte zoeker naar vereniging met God, met goddelijke zuiverheid en liefde. Dit is de weg van de mystiek en die is van alle tijden. Een soefi zal niet de volgeling van een bepaalde religie overhalen van zijn of haar weg af te stappen. En hij zal ook een volgeling van een bepaalde geloofsovertuiging niet bestrijden, maar respecteren. De derde doelstelling luidt: “Mee te helpen om de twee tegengestelde polen van de wereld, het oosten en het westen, dichter bij elkaar te brengen door de uitwisseling van gedachten en idealen, opdat de universele broederschap vanzelf moge ontstaan en de mens zijn medemens moge ontmoeten voorbij de enge grenzen van natie en ras.” Men kan zich afvragen of dit in de huidige tijd nog geldig is. Sinds de jaren 1910 – 1926 dat Hazrat Inayat Khan in Europa en Amerika leefde is er zoveel veranderd in de uitwisseling tussen Oost en West. De grote afstand tussen Oost en West is grotendeels verdwenen. Wij leven nu in ‘een globale wereld’. Mensen en producten uit het Oosten zijn nu overal in het Westen te vinden. Westelijke technieken en technologieën zijn overal in het Oosten aanwezig. En oosterse methoden zijn in het Westen bekend: neem yoga, zen, tai chi, loopmeditatie, acupunctuur, etc. Toch is de vraag nog steeds van belang: is de oosterse mens psychisch en spiritueel anders ingesteld dan de westerse mens? Dat Inayat Khan globale aanduidingen gebruikt als Oost en West is niet verwonderlijk. Hij doet dat ook in het gebed Saum. Het Oosten was symbool voor het zoeken naar de geest, het Westen voor materiële ontwikkeling en technologische vooruitgang. Oost omvat alle mensen in Azië, het Westen de mensen in Europa en Amerika. Is deze aansluiting nog steeds relevant? Dit is zeker een studie waard. In de context van deze drie doelstellingen van de Soefi Beweging, die ook in de Constitutie van het Internationale Hoofdkwartier van de Soefi Beweging zijn opgenomen, lijkt mij dat ze nog steeds de drie hoofdlijnen van het Universeel Soefisme aangeven, ook al zouden we ze wellicht wat korter willen formuleren.
28
MEDITATIE o metgezel van mijn troon hoor geen kwaad en zie geen kwaad verlaag uzelf niet, noch zucht, noch ween spreek geen kwaad opdat het niet tegen u gesproken wordt en overdrijf niet de fouten van anderen opdat uw eigen fouten niet groot lijken wens niet de vernedering van een ander opdat uw eigen vernedering niet blootgelegd wordt leef dus de dagen van uw leven die korter zijn dan een vluchtig ogenblik vlekkeloos van geest en rein van hart met zuivere gedachten en een geheiligde aard dat gij in staat zult zijn vrij en tevreden dit stoffelijk omhulsel af te leggen u naar het mystieke paradijs te begeven om voor immer in het eeuwige koninkrijk te verwijlen Bahá’u’lláh, De Verborgen Woorden, p. 42
29
Stem voor diversiteit Kariem Maas
Binnenkort wordt u gevraagd te stemmen voor de Provinciale Staten. Op het moment dat ik dit schrijf weet ik niet wat in de verkiezingstrijd een hoofdrol speelt, maar ongetwijfeld speelt religie een rol. In dit artikel reik ik enkele overwegingen aan hoe een soefi daarin stelling kan nemen. Wat alweer enige jaren terug is begonnen als kritiek op vermeende “achterlijkheid” van de islam, heeft zich in hoog tempo uitgebreid tot kritiek op religie in het algemeen, en pogingen alle uitingen ervan terug te dringen uit het publieke domein. Het gaat allang niet meer alleen over minaretten, hoofddoekjes en handenschudden. Het Humanistisch Verbond probeert leden te werven met de slogan dat we zonder hen “aan de goden zijn overgeleverd”. De Amsterdamse gemeenteraad zette ruim een jaar geleden ineens vraagtekens bij subsidie aan het Leger des Heils, dat al decennia lang een belangrijke rol vervult in het maatschappelijk werk. In tal van plaatsen proberen politici zoveel mogelijk afstand te bewaren tot heikele kwesties als subsidie voor huiswerkbegeleiding in een moskee en andere activiteiten die voortkomen uit religieuze instellingen. Aan religie wil men zich niet branden. Iedereen mag belijden wat die wil, maar dan wel achter de eigen voordeur, is kort gezegd de teneur. Hebben wij als soefi’s hieraan een boodschap? Ik denk het wel. Bijvoorbeeld door op te komen voor het belang van pluriformiteit en spiritualiteit in het publieke domein. Is waardering daarvoor immers niet typerend voor het soefisme zoals Inayat Khan dat ontwikkeld heeft? Zie de nadruk die hij heeft gelegd op het belang dat ieder zijn eigen weg moet gaan. Een van zijn eerste publicaties heette “een boodschap van geestelijke vrijheid” en benadrukte het belang daarvan als tegenwicht tegen het materialisme. Juist ook in het leven van alledag. Al deze elementen – vrijheid om je geloof te uiten, pluriformiteit in het publieke domein – staan nu onder druk.
De rol van de staat
In Nederland bestaat scheiding van kerk en staat in die zin, dat de overheid geen overtuiging voortrekt en zich niet mengt in kerkelijke aangelegenheden. Omgekeerd hebben religieuze organisaties geen formele positie binnen de overheid. Een helder uitgangspunt. Wat betreft de activiteiten van die organisaties is een pragmatische praktijk gegroeid met typisch Nederlandse trekjes, zoals ruimte voor afwijkende meningen en het gedogen van afwijkend gedrag. De staat speelt in Nederland van oudsher een relatief bescheiden rol; het zijn vooral krachten en groeperingen van onderop die de samenleving vormen. De ‘StatenGeneraal’ vroeger, het ‘maatschappelijk middenveld’ nu. Die speelruimte is verklaarbaar voor een volk dat de belangrijkste delta van Noordwest-Europa bewoont en voor zijn welvaart afhankelijk is van handel. Het is hier altijd een komen en gaan geweest van mensen van allerlei slag. 30
We hebben als samenleving geleerd daarvan te profiteren in alle opzichten: sociaal, cultureel en economisch. We hadden ons eigen doodvonnis geschreven als we ons hadden afgesloten voor vreemde invloeden Toch willen velen nu een radicale ommezwaai. Ze veroordelen pragmatisme als slappe knieën-beleid en willen een geheel andere traditie overnemen, het Franse model van scheiding van kerk en staat. Dat is geboren uit een veel centralistischer traditie compleet met oppermachtige koningen en keizers en een navenant machtige clerus. Sinds de daarop volgende bloedige revolutie en radicale scheiding van kerk en staat heerst in Frankrijk de opvatting dat de publieke ruimte neutraal zou moeten zijn. On-Nederlands is de dominante rol die de staat daarbij krijgt om te bepalen wat gepast is en wat niet.
Neutraliteit is geen fundament
Bij deze beoogde ommezwaai zijn twee kanttekeningen te plaatsen. Het willen terugdringen van uitingen van religies is gebaseerd op het merkwaardige misverstand dat levensbeschouwelijke overtuigingen zoiets zouden zijn als een jas, die je naar believen kunt uittrekken en thuislaten. Kenmerk is echter juist dat ze het leven als gehéél betreffen. Het is leven-op-een-bepaalde-wijze. Vergelijk het met iemands karakter - niemand zal eisen dat je je karakter achter de voordeur laat. Of is de volgende stap dat niet alleen religieuze symbolen maar opzichtige kleding, excentrieke haardracht of karakteristieke accessoires ook verboden worden? Het tweede punt is de vraag of er zoiets als neutraliteit bestaat. De bepleite neutraliteit wordt veelal gerelateerd aan de rationaliteit van de Verlichting. Wie zijn verstand gebruikt kan het juiste onderscheid maken. Verbazingwekkend is hoe aan deze opvatting een universele geldigheid wordt toegekend waarbij menige religieuze pretentie bleekjes afsteekt. Alleen deze ‘neutraliteit’ zou buiten discussie staan en op straat tot uiting mogen komen. Alsof deze opvatting de enige reële is, en de rest bijgeloof en fictie. Maar er bestaat niet een dergelijk Archimedisch punt. Geen enkele opvatting van wat wel en niet gepast is kan zich aan twijfel of amendering onttrekken. Niemand kan claimen dat zijn visie de enige juiste is. Voor soefi’s komt daarbij dat Inayat Khan erop wijst dat het verstand weliswaar een subliem instrument is, maar dat je er álles mee kan bewijzen, wat je maar wilt. Rationaliteit is belangrijk, maar kan geen fundament zijn waaraan al het overige is af te meten.
Democratie is ruimte bieden aan verschillen
Wat dan wel het fundament moet zijn, zal altijd onderwerp van debat blijven. Wij moeten leven met verschillen van inzicht daarover. Zeker in deze tijd waarin culturen elkaar dichter op de huid zitten dan ooit, is dat geen gemakkelijke opgave. Temeer daar het leven in veel opzichten grimmiger is geworden. Toch zullen we moeten proberen er samen het beste van te maken. We kunnen het eenvoudigweg niet ontlopen. Tenzij we natuurlijk het recht van de sterkste laten gelden; maar ik vrees dat de samenleving daarvan alleen maar grimmiger wordt. We hoeven in die discussie niet bij nul te beginnen. De Nederlandse praktijk van samenleven heeft geresulteerd in een grootste gemene deler van wat we zo ongeveer met z’n allen acceptabel vinden en wat niet. Het straatbeeld is daarvan een afspiegeling. 31
Het hoeft geen betoog dat deze democratie altijd een kwestie van duwen en trekken is geweest, van minderheden die hun plaatsje onder de zon opeisten en meerderheden die niet zonder slag of stoot daaraan toegaven. Niet alleen schuilkerken maar ook krakers getuigen daarvan. Ook nu is dat duwen en trekken gaande, wellicht sterker dan ooit. Die ‘strijd’ kunnen we niet ontlopen, die is inherent aan democratie. Democratie is niet voor angsthazen - maar ook niet voor dictatortjes. In de Nederlandse variant van democratie wordt het onacceptabel gevonden dat de helft-pluséén zijn wil oplegt. Democratie in onze contreien wordt opgevat als een middel om recht te doen aan minderheden en iedereen een maximum aan vrijheid te geven. Dat is een kostbaar goed. Wie pleit voor uitbanning van levensbeschouwing uit het publiek domein, wie pleit voor dominantie van één levensbeschouwing, wisselt deze genuanceerde en liberale vorm van democratie in voor het dictaat van de meerderheid. Uniformering neemt dan de plaats in van vrijheid. Variaties worden onzichtbaar gemaakt. Om het scherp te stellen: waar de helft-plus-één beslist, is sprake van regimentering – loop niet uit de pas, toon geen symboliek die niet is goedgekeurd, want dan grijpen machthebbers in. Een heilloze weg die we niet moeten inslaan, al is stoere praat nog zo verleidelijk. Er zijn betere wegen naar de toekomst, al zijn die niet gemakkelijk.
Kapitaal in de waagschaal
We zien onze genuanceerde traditie terug in het ‘Tweeluik Religie en Publiek Domein’1, met richtlijnen voor zulke halszaken als subsidie voor huiswerkbegeleiding in een moskee, of begeleiding van ex-criminelen door een organisatie op christelijke grondslag. Is dat soort subsidie het vermengen van staat en kerk? Het Tweeluik voert aan dat dit steeds in zijn context moet worden beoordeeld. Zijn er alternatieven? Worden aantoonbare resultaten geboekt? Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Veel initiatieven vanuit levensbeschouwelijke hoek dragen aantoonbaar bij aan de kwaliteit van de samenleving. Zie de recente onderzoeken hiernaar van Oikos (‘Moskeeën gewaardeerd’) en naar kerken in Rotterdam (‘Tel je zegeningen’). Dat laatste onderzoek concludeert dat de inzet van kerken de Rotterdamse overheid jaarlijks ruim 110 miljoen euro bespaart op het gebied van maatschappelijke zorg en hulpverlening. Oikos schat dat moskeeën voor zo’n 150 miljoen euro bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Vorig jaar heeft het Kaski in het onderzoek ‘De kerk telt’ becijferd dat christelijke kerken met hun sociale en culturele activiteiten landelijk een bijdrage leveren ter waarde van 400 miljoen euro. Grofweg 130.000 vrijwilligers zijn daarbij actief. Onze samenleving wordt gevormd door dit soort betrokkenheid van burgers. Dit is het cement van de samenleving.
Pleidooi voor variatie en durf
De angsthazerij van de (kandidaat)politici om liever niet kerken en moskeeën te prijzen voor hun inzet en nog minder om ze te stimuleren, is natuurlijk niet geheel onbegrijpelijk. Er zijn onmiskenbaar grote problemen in onze samenleving die vragen om bijstelling van de politieke koers op velerlei gebieden. We hebben te maken met ver uiteenlopende levensstijlen die elkaar soms hevig in de weg zitten, vormen van overlast, criminaliteit en (straat)terreur die niet los kunnen worden gezien van culturele verschillen. 32
Maar we slaan de verkeerde weg in als we nu kiezen voor terugdringen van uitingen van religies, voor restricties en uniformering onder het mom van neutraliteit. Het is kapitaal verkwanselen als we geen oog meer hebben voor de maatschappelijke waarde van variaties in overtuigingen en culturen. Het hele idioom van terugdringen, uitsluiten, polarisatie, het willen vastpinnen van één nationale identiteit en steeds hardere taal is niet constructief. Het doet wat het zegt: afstand scheppen en ontwikkelingen inperken. Het biedt geen perspectief op opbouw en het benutten van de dynamiek van verandering en diversiteit. Het is een doodlopende weg. Op de keper beschouwd is die hang naar eenvormigheid ook vreemd, terwijl op vrijwel elk vlak diversiteit, variatie en persoonlijke vrijheid gewenst is en geëist wordt. Welke steden blijken het meest kwetsbaar in de huidige economische crisis? Die met de minste variatie aan werkgelegenheid. Waarom hechten we aan biodiversiteit? Omdat onze aarde inclusief de menselijke soort daarmee de grootste kans op overleven heeft. Monoculturen zijn niet duurzaam. Eenvormigheid loopt uit op verstarring. In plaats van maatschappelijke diversiteit te temmen, zouden we die moeten gebruiken als bron van vitaliteit en veerkracht. Dat is niet de gemakkelijkste weg. Om op die manier de samenleving te ontwikkelen vergt durf. Het is een avontuur dat constant kritische aandacht vergt en betrokkenheid. Succes komt niet vanzelf. De veerkracht van de samenleving is beperkt; integratie is een moeizaam proces dat grenzen kent, zo ook acceptatie van verschillen in leefstijl en opvattingen. Maar het is de enige weg waarlangs duurzame verdere ontwikkeling mogelijk is. Een weg die alleen te begaan is met een open uitwisseling van alle mogelijke ideeën, beelden en symbolen - juist in het publieke domein. Als leidraad voor de komende verkiezingen kan daarom gelden dat alleen die politici die de moed hebben dit avontuur aan te gaan, onze steun verdienen. Stem voor diversiteit. Juist soefi’s zouden zich hierin niet onbetuigd mogen laten. Inayat Khan heeft op diverse momenten benadrukt dat het leven in menig opzicht een strijd is, en dat het inzet vergt om samen te leven met uiteenlopende opvattingen en temperamenten. Broederschap is één van de belangrijke activiteiten binnen de Soefi Beweging, naast de Universele Eredienst en Innerlijke School. Dat wil zeggen dat naast de weg naar binnen, en de weg van religieuze devotie, ook de weg van samenleven ons kan brengen tot Eenheid. Dat vergt inzet. Dat vergt dat we ons durven uitspreken over wat wij van waarde vinden, zoals rond de komende verkiezingen. Tom (Kariem) Maas is voorzitter van de Haagse Raad voor Levensbeschouwingen en Religies (HRLR) waarin vertegenwoordigers van Bahá’i, Boeddhisme, Brahma Kumaris, Christelijke kerken, Hindoes, Humanisten, Joden, Moslims en Soefi’s werken aan onderling begrip en versterking van burgerschap in Den Haag. Dit artikel is een bewerking van een tekst die voor de HRLR is geschreven. 1 Vereniging Nederlandse Gemeenten, ministerie van BZK: “Tweeluik religie en publiek domein – handvatten voor gemeenten” (Den Haag, 2009)
33
“De Murshid is er – altijd”
Interview met Willy Hofman, door Zubin van den Besselaar “Murshid is always there”. Dat �������������������������������������������������������� is een zin die Willy Hofman regelmatig laat terugkeren. Ze wil daarmee zeggen, dat je in het leven altijd wordt geleid, er is de voorzienigheid. Murshid is er altijd en als je dat niet ziet, dan ligt het aan jou. Je moet er natuurlijk voor open staan. Maar je krijgt altijd hulp. Allerlei mensen kunnen spreekbuis voor Murshid zijn. Ze zijn een kanaal, een instrument. Als je in jezelf voelt dat je iets moet doen dan moet je daar altijd gehoor aan geven. Daar kan en moet je van leren. Dat is je innerlijke scholing. “Ik leer nog steeds”, zegt mevrouw Hofman regelmatig tijdens het interview. Ze ontvangt me in haar zorgvuldig opgeruimde appartement en vraagt me om mijn schoenen uit te trekken. Een Indische gewoonte. Mevrouw Hofman is geboren in het oude Nederlands Indië, in 1925. “Mijn vader was daar aan de spoorwegen verbonden. Ik ben daar opgegroeid en naar school gegaan. In Indië was het de gewoonte dat de baby’s door Indische baboes werden verzorgd en gekoesterd. Ik had een sterke band met mijn baboe Imon. Ze was als een moeder voor mij. Er werd me eens op een cursus over Jung de vraag voorgelegd om wie je zou roepen als je in moeilijkheden zou zitten. Ik realiseerde me dat dat natuurlijk Imon zou zijn. Imon ging ook met ons mee als we op verlof naar Nederland gingen. Ik ben er van overtuigd dat mijn intuïtieve vermogen door die Indische opvoeding van Imon sterk is gestimuleerd.” “Het onbezorgde leven werd door de inval van de Japanners in het begin van 1942 abrupt afgebroken. Van mijn zestiende tot mijn negentiende heb ik in een kamp doorgebracht. Ik heb dus echt een stuk van mijn jongemeisjesleven gemist. Ik kon niet meer naar school, maar er werd in het kamp wel les gegeven. Ik gaf zelf ook les, maar ik had na de oorlog een enorme ontwikkelingsachterstand. En zeker de laatste jaren besef ik, dat ik nog steeds aan het studeren en inhalen ben.” “Na de oorlog zijn we allemaal naar Nederland gekomen. Ik kreeg een zogenaamd ‘Londens diploma’. Hiermee kon ik gaan studeren. Maar dat leek natuurlijk nergens op. Ik miste toch een stuk middelbare schoolkennis. Ik heb nooit echt goed Engels gehad en stukken natuurkunde moest ik inhalen. En ik moest een herexamen Duits doen. Later heb ik gehoord dat ik daar een droevige 3 voor had gehaald maar dat de professor een opmerking had gemaakt dat men mij toch moest toelaten. Duits heb ik nog in 1969 bijgespijkerd op de Deutsche Schule in Den Haag, want ik kwam veel in Zwitserland en wilde een gesprek kunnen voeren. Ik wilde beslist het onderwijs in - dat leefde al vroeg in mij. Als kind al speelde ik schooltje, dat was een echte roeping” Hoe bent u bij de Soefi Beweging gekomen? “Dat is een vreemd verhaal. Ik woonde in Leiden bij een hospita. Daar woonde ook nog een student die mij op een gegeven moment Hazrat Inayat Khans ‘Oosterse Rozentuin’ gaf in de vertaling van Ina Boudier Bakker. En als 34
ik het moeilijk had dan nam ik die Oosterse Rozentuin. Maar daar ben ik eigenlijk op stuk gelopen. Vooral op het eerste hoofdstuk. Dat gaat over liefde, harmonie en schoonheid. Maar als je van alles hebt meegemaakt zoals ik, dan knap je daarop af. Ik kon er helemaal niets mee. De laatste twintig jaar lees ik regelmatig iedere week op zondagmorgen in het werk van Hazrat Inayat Khan. Niet van het begin tot het einde, maar iedere week zoek ik uit wat ik wil gaan lezen. Ik sloeg echter altijd de Rozentuin over. Vorig jaar zei ik bij mezelf dat ik nu de Rozentuin moest gaan lezen. Dat was een soort innerlijke opdracht. En ik heb wel geleerd in mijn leven daaraan gehoor te geven. Pas vorige week heb ik dat eerste hoofdstuk gelezen en volgende week lees ik het uit. Nu spreekt het me aan, maar ik begrijp ook waarom ik er op afgeknapt ben. Als je van niets weet dan zijn het loze woorden. Liefde? Wat is dat?” “Maar verder, over hoe ik met het soefisme in aanraking kwam. Ook daar zie je weer de geest van leiding. Ik werkte in 1958-1959 in Eindhoven en daar vroeg een kennis van me of ik mee wilde op vakantie naar Joegoslavië. Er zouden ook twee mannen meegaan en we zouden die mannen in Salzburg ontmoeten. Het waren ingenieurs die bij de gemeente Amsterdam werkten. Wij gingen in een kleine Volkswagen naar Joegoslavië. Pas op het laatst van de vakantie kregen we wat diepere gesprekken. Toen hoorde ik dat de een theosoof was en de ander soefi. Die soefi was Subhan van Lohuizen. In het kamp had ik wel wat over de theosofie gehoord en ik vond die mensen nogal zweverig. Maar door die twee vrienden ontdekte ik dat die zweverigheid nog wel mee viel.” “Na de vakantie werd ik een keer uitgenodigd bij de familie van Lohuizen. Omdat ik een vriendin in Zweden zou gaan bezoeken introduceerde moeder Van Lohuizen me bij Karima Angström, de toenmalige nationaal-vertegenwoordigster van de Soefi Beweging in Zweden. Karima zei me: “Jij woont in Nederland en je hebt Murshid Musharaff Khan1 nog nooit ontmoet?” Ze vond dat onvoorstelbaar. Later kreeg ik een uitnodiging voor een jongerenbijeenkomst van de soefi’s en daar was ook een ‘reizend altaar’. En daar heb ik dus de eerste dienst meegemaakt. Die werd met zoveel liefdevolle overtuiging gedaan als ik daarna zelden nog heb meegemaakt. Ze deden het op hun eigen manier. Ze werden niet op de vingers gekeken. Dat sprak dus aan.” “Door mijn werk moest ik in 1960 verhuizen naar Den Haag. Daar heb ik toen voor het eerst een dienst meegemaakt ergens in de buurt van de Anna Paulowna-straat. Toen zei mevrouw Van Lohuizen dat ik maar eens kennis moest gaan maken met Musharaff. Er waren toen kennismakingsavonden op de Frederik Hendriklaan en ik maakte kennis met Musharaff en ook met zijn vrouw Shazadi. Murshid Musharaff deed dat in het Engels en Shazadi in het Nederlands. Ze lazen veel uit ‘De Rozentuin’. Ik hoorde laatst, dat dat het makkelijkste boek van de soefi’s is. Maar Musharaff zei dat ik het eerste deel van de volumes, The way of illumination, moest gaan lezen en me niet te veel bezig moest houden met andere dingen. Daar ben ik mee aan de gang gegaan en ik heb ook om inwijding gevraagd bij Musharaff Khan. Dat was ergens rond kerstmis in 1960.” “Ook hier zie je weer de leiding in het leven. Het moest gewoon zo gebeuren. Je moet daar gewoon aan gehoorzamen. De voorzienigheid werkt. Dat is ‘the spirit of guidance’, de geest van leiding. Hoe komen mensen op je pad? Dat wordt allemaal gestuurd. Ik had met Murshid Musharaff een geweldige band. Zonder te spreken had ik het gevoel dat ik begrepen werd. 35
Een soort woordloos begrip dat ik als kind ook had met mijn baboe. Dat contact is een contact op intuïtief niveau. In het westen heeft men altijd veel woorden nodig, maar wij keken elkaar aan en dan begrepen wij elkaar, zonder woorden. Ik heb het wel eens aan Murshid gevraagd en toen maakte hij een vuist en zei: “Als jij iets krijgt en je gaat er over praten dan gaat er een vinger los en nog een vinger en dan ben je het kwijt”. U heeft diverse functies vervuld in de Soefi Beweging – hoe kijkt u daar op terug? “In de tijd van Murshid Fazal2, van 1969-1971, ben ik lid van de redactie van de Soefi-gedachte geweest. Fazal had mij gevraagd en Iet Cohen en ik deden dat met zijn tweetjes. In oktober 1971 ben ik naar Deventer verhuisd. De centrumleidster van Deventer belde me na een week op om kennis te maken. Toen ik zei dat ik me eerst even goed wilde installeren kreeg ik de week daarna een brief. Ze had wellicht een aantal taken voor me. Daar ben ik toen niet op ingegaan. Ik merkte daarna, dat ik werd buitengesloten. Je wordt dan eenzaam. Mensen worden vaak overvraagd in de Soefi Beweging. Er komt alsmaar wat bij en er gaat niets af. Dat is niet goed, dan haken mensen af. Maar misschien is dat voor de mensen een les om ‘nee’ te leren zeggen. Je kunt beter één ding goed doen dan honderd dingen tegelijk. Maar als je nee zegt dan kun je heel eenzaam komen te staan. Als je nee zegt sta je op je eigen benen.” Ik heb van 1999 tot 2009 de notulen van het vertaalcomité bijgehouden, waarvoor Ameen Carp me had gevraagd. Ik heb me daar vooral ingezet om het comité te steunen. Iedereen heeft zoveel taken. Ik voelde dat als een innerlijke opdracht.” Wat spreekt u nou het meest aan in het soefisme? “Ik weet niet eens wat soefisme is. Ik weet ook niet wat een soefi is. Murshid Musharaff Khan riep een paar maanden voor zijn dood een paar keer ‘I am a derwisj’. Murshid had van die mooie verhalen over derwisjen. Ik zou het hem willen nazeggen: ‘Ik ben een derwisj’. Het gaat er om de lessen te trekken die het leven je aanbiedt en daar de gevolgen van te ondervinden. En dat is niet misselijk hoor! In dat opzicht leer ik nog steeds. Ik heb altijd geluisterd naar mijn innerlijke stem. Zo werkt de voorzienigheid. Mijn raadgeving is: mensen probeer een keer ‘nee’ te zeggen want anders redden we het niet. Maar de consequentie is dat je alleen komt te staan, dat is een oefening in alleen staan.” “Een paar maanden voor zijn dood hoorde ik Murshid Musharaff Khan zeggen: “I have heard the call”. Ook hij heeft zijn innerlijke opdracht uitgevoerd.” “Ik hou nogal van sterrenkunde en als je weet hoe verschrikkelijk groot het heelal is, zijn wij maar een puntje in de Melkweg. Wubbo Ockels heeft ooit gezegd: ‘We leven met zijn allen in een heel groot ruimteschip’. Er zijn in die ruimte nog zoveel energieën die wij niet kennen. Ik heb de fantasie dat één zo’n energiepuntje dóór het ruimteschild van het schip dringt. Tegenwoordig vertel ik deze fantasie aan eenieder die het horen wil en hoop dat er troost uit geput wordt.” 1 Musharaff Khan was de jongste broer van Hazrat Inayat Khan die van 1958-1967 Pir-o-Murshid van de Soefi Beweging was. Hij was getrouwd met de Nederlandse Murshida Shazadi Khan- de Koningh. 2 Fazal Inayat Khan was de opvolger van Murshid Musharaff Khan als Algemeen vertegenwoordiger van de Soefi Beweging. Hij was een kleinzoon van Hazrat Inayat Khan.
36
Het begon zo….
Onder deze titel vertellen moerieds in het kort hoe ze in aanraking zijn gekomen met het Universeel Soefisme van Hazrat Inayat Khan. Wie zijn of haar eigen ervaring wil delen met lezers van de Soefi-gedachte, wordt uitgenodigd dat in een artikel van niet langer dan 400 woorden te sturen naar de redactie. Voor een ieder kan dit een verrassende en mooie ervaring zijn om de herinnering van die ontmoeting weer te beleven. *****
Het begon zo…
Shanti Snijders-Döbken, soeficentrum Twente “Try to be a living example in your daily life”; woorden van Hazrat Inayat Khan. Het is rond 1980 als ik maar liefst twee van die “levende voorbeelden” ontmoet. Het is bij een verjaardagsbijeenkomst waar ik nieuwkomer ben. Terwijl iedereen druk converseert met degenen die ze al kennen tonen twee aanwezige dames oprechte belangstelling voor mij. Na afloop vraag ik aan de gastvrouw wie deze dames zijn. Het zijn beiden soefi’s. Soefisme? Nooit van gehoord! Langzaam neem ik kennis van het soefi-ideaal en krijgt het zondagsschoollied “kinderen van één vader zijn wij allemaal”, diepere betekenis. Achteraf was er al dat innerlijk weten dat in woorden niet kan worden uitgedrukt. Bijgedragen heeft ongetwijfeld de invloed van mijn grootvader, die de eerste zaadjes van universeel bewustzijn in het jonge kind heeft gezaaid. Hoe? Door te vertellen over Mahatma Gandhi en zijn geweldloze strijd voor een onafhankelijk India en over Albert Schweizer die een tomeloze inzet toonde op medisch, muzikaal en religieus gebied in de bush van Afrika, in Lambarene. De zaadjes hebben vele jaren nodig gehad om te ontkiemen. Ze kwamen nu in het soefisme langzaam tot wasdom. Daarbij ben ik grote dank verschuldigd aan murshida Ratan en murshid Karimbakhsh Witteveen, beiden gidsen op mijn innerlijk pad. En zo raakte ik langzaam vertrouwd met de veelzijdigheid van de soefiboodschap: Liefde, Harmonie en Schoonheid. En dagelijks probeer ik me te richten op het appel dat onze leermeester Hazrat Inayat Khan op ons doet: “try to be a living example in your daily life.”
37
Over boeken en beelden Recollections of Inayat Khan and Western Sufism, by Theo van Hoorn. Translated, Annotated and Introduced by H.J. Horn. Uitgever: Foleor Publishers, Leiden, ISBN 978.90.75035.32.2; blz.794, geb. € 25.— Dit boek is mogelijk gemaakt door de Nekbakht Foundation. Op 12 september 2010 werd tijdens de Hejirat Dag viering in de Universel Murad Hassil dit boek ten doop gehouden. Het is een belangrijk boek, een ‘ mammoet’ uitgave. Het boek bestaat uit drie delen, te weten een introductie door H.J. Horn, de engelse vertaling van het Nederlandse boek van Theo van Hoorn ‘Herinneringen aan Inayat Khan en het Westers Soefisme’ en 688 voetnoten. Daarbij zijn er 112 blz. met foto’s in het boek opgenomen, waaronder zeer vaak van de zomerscholen in Suresnes en van vele moerieds uit de periode 1922-1957. Het is een boek van grote waarde voor iedereen die zich wil verdiepen in de geschiedenis van het Universeel Soefisme als gebracht door Hazrat Inayat Khan. Theo van Hoorn (1887 – 1957) was een Amsterdamse accountant, die, evenals zijn vrouw Dien, door Inayat Khan werd ingewijd in 1924. In zijn ‘ Herinneringen’ , geschreven tijdens de laatste oorlogswinter van 1944-1945 in een huis aan de Vinkeveense plassen, beschrijft Theo van Hoorn zijn herinneringen aan Hazrat Inayat Khan, zijn bezoeken aan de Zomerscholen is Suresnes in 1924-’25 – en ’26, zijn contacten met vele Soefis uit die jaren en ook na het overlijden van de meester in 1927, de soefi-activiteiten in Nederland en Suresnes. Zijn herinneringen zijn bijzonder waardevol, niet alleen omdat zij een beeld geven van de jaren dat de Soefileraar nog in leven was, maar vooral ook omdat zij treffend een sfeer weergeven van de ‘gouden jaren’. In zijn introductie gaat Hein Horn zeer gedetailleerd in op de persoon van Theo van Hoorn, diens familie, zijn grote belangstelling voor muziek, literatuur (vooral Goethe, Rilke, Rückert), schaken, cricket en zijn contacten met zijn mede-moerieds. Theo’s beschrijvingen van Hazrat Inayat Khan zijn van grote, blijvende waarde; zijn geheugen is uitstekend en zijn inzet voor het Soefisme maakte hem tot een bekende persoonlijkheid in die periode van 1924-1957, het jaar van zijn overlijden. Ook in de noten van dit dikke boek geeft Dr. Horn zeer gedetailleerde informatie over personen en gebeurtenissen uit die jaren. De Engelse vertaling van het Nederlandse boek, dat in 1924 verscheen, is uitstekend en zou heel goed als een aparte uitgave kunnen verschijnen. Toch zijn er vragen bij de introductie van het boek. Eén vraag die opkomt bij het herlezen van Dr. Horn’s stelling: ‘Inayat Khan was geboren als moslim en stierf als moslim, die een groot Soefi mysticus werd’. Is dit juist? Als we de benadering van het Universele Soefisme trachten te begrijpen met zijn voorstelling van de grote profeten, zonder onderscheid, met gelijk respect, als we de gebeden Saum en Salat lezen, als we 38
de ‘geestelijke vrijheid’ overdenken, dan lijkt het erop, dat Hazrat Inayat Khan niet meer een aanhanger van de Islam was, maar zeer zeker een groot Soefi mysticus. Er zijn andere vragen, die opkomen bij de introductie, maar de hoofdindruk bij het lezen van dit boek is er één van grote waardering voor het schrijven van dit dikke boek! Ameen Carp ******* Frédéric Lenoir. Socrates, Jezus, Boeddha; drie leermeesters. Kampen, Ten Have, 2010. 239 blz. ISBN978 90 79001 24 8 € 19,90 Wat hebben deze leermeesters met elkaar gemeen? Volgens de schrijver zijn het alle drie waarheidszoekers. “Ze zoeken niet alleen naar de feitelijke, specifieke waarheid maar gaan daar voorbij ook naar een universele waarheid die voor iedereen geldt”. Alle drie menen ze dat de mens tot die universele waarheid kan komen. Socrates meent dat dit kan bereikt kan worden door het gebruik van de rede. Deze rede ontwikkelt in de mens het onderscheidingsvermogen en dringt door tot de essentie van de mens. En de essentie is de waarheid. De rede is universeel en daardoor kan ieder mens die waarheid ontdekken. Boeddha is van mening dat de mens door zelfbeschouwing de waarheid kan ontdekken. Jezus stelt dat er een universele waarheid, God, bestaat waaruit alle andere universele waarheden voortkomen. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel, getiteld Wie ze zijn worden de achtergronden en ideeën van de drie meesters afzonderlijk uiteen gezet. In het tweede deel, getiteld Wat vertellen zij ons worden de ideeën met elkaar vergeleken. Dat gebeurt rond de thema’s: onsterfelijkheid, waarheid, vrijheid, rechtvaardigheid en liefde/mededogen. Het tweede deel vind ik zelf het meest interessante. Hierin wordt duidelijk hoe universeel deze begrippen zijn. Natuurlijk zijn er grote verschillen in benadering maar in essentie is er helemaal niet zoveel verschil. Het meest verbazingwekkende vond ik dat de filosofie van Socrates zo dicht bij de leer van de andere religieuze leiders staat. Wij zijn, aldus de schrijver, in het westen geneigd vooral de logische redeneertrant van Socrates te benadrukken terwijl Socrates heel veel religieuze uitspraken heeft gedaan. Hij had ook een roeping. Hij is geroepen door het orakel van Delphi. En vlak voor zijn sterven geeft hij een indrukwekkende uiteenzetting over de onsterfelijkheid van de ziel. Evenals het eerder verschenen boek van Frédéric Lenoir ‘De filosofie van Christus’ (besproken in de Soefi Gedachte van december 2009) is het een uitstekend leesbaar geschreven boek dat blijft boeien. De schrijver, filosoof en godsdienstwetenschapper en verbonden aan de Ecole des Hautes Etudes in Parijs, is momenteel een bestseller-auteur in Frankrijk. En niet voor niets. Zubin van den Besselaar
39
******* Azmayesh, Seyed. De parel van het soefisme; over Jezus, Rumi en Hafez. Met een voorwoord van Dr. John van Schaik. Katwijk, Panta Rhei, 2009. 170 blz. ISBN 9789088400384 € 17,50 Dit boek is een vervolg op Lessen van een Soefimeester dat in 2002 van dezelfde auteur verscheen (uitgave van het Aanbeeld te Steyl). Het is echter ook afzonderlijk te lezen. Dr. Seyed Mostafa Azmayed is oorspronkelijk uit Iran afkomstig. Hij is de officiële vertegenwoordiger in het westen van de Nématollahi Gonabado Soefi-orde. Naast Soefimeester is Azmayesh ook wetenschapper en aan de Sorbonne in Parijs gepromoveerd op de Islamitische gnosis. De schrijver ziet het Soefisme als een weg, een kunst, een manier van leven. Het is een individueel pad dat leerlingen aanzet tot zelfonderzoek en door zelfervaring te leren groeien. DIt proces wordt door de schrijver “het pad van substantiële evolutie” genoemd, dat is “de transformatie van alle subatomaire deeltjes naar de zon, het licht”. Deze transformatie voltrekt zich door stilte en het luisteren naar innerlijke muziek. Bepaalde ritmes zijn daarin erg belangrijk. Het is een pad, volgens de schrijver, dat vanaf het begin van de mensheid heeft bestaan. Alle belangrijke profeten zoals Mozes, Jezus en Mohammed zijn verbonden met dit pad. Het boek bevat ook elementen, die uit de hermetische en alchemistische traditie zijn geput. Het laatste hoofdstuk is bijvoorbeeld gewijd aan de verschillende fasen die je als Soefi op het pad van de substantiële evolutie loopt. Dat hoofdstuk heet:’ Soefisme, het veranderen van lood in goud’. Het boek is een bundeling van een groot aantal lezingen. Het behandelt de belangrijkste Soefithema’s maar geeft ook commentaar hierop vanuit 21e eeuwse wetenschappelijke kennis. In de lezingen treedt vaak de Soefi meester Sheihh Kamel op die de woordvoerder is van de traditionele Soefiwijsheid, die in de vorm van prachtige Soefiverhalen wordt verteld. Het is echter niet altijd duidelijk waar de Sheikh als meester onderwijst en waar Azmayesh als meester en wetenschapper het verhaal overneemt. Bovendien zijn de lezingen van verschillende inhoud, wat de structuur van het boek niet ten goede komt. De moeilijkheidsgraad van de lezingen is dan ook zeer gevarieerd. Zubin van den Besselaar
40
Soefi-centra
informatie, adressen en activiteiten AMSTERDAM
dhr. J. van den Heuvel (Jos), t 020-6732946 Universele Eredienst: Ignatiushuis, Beulingstraat 11, 1017 BA Amsterdam, 1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafgegaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.
annahay28@gmail.com
Universele Eredienst: Logegebouw van de Vrijmetselaars, Rijkmanstraat 10
7411 GB Deventer, 3e zondag van de maand om 11 uur. DRONTEN i.o.
Apeldoorn
dhr. J.Koldijk (Kabir), Lindestraat 10, 8266 BG Kampen, t 038-3314446. jellekoldijk@zonnet.nl
Arnhem
mw. L. Bredée-van Ginkel (Kamila), Jacob Catsstraat 28 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, soeficentrum.eindhoven@gmail.com Universele Eredienst: Eckartdal, Nuenenseweg 1, 5631 KB Eindhoven, 1e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.
Assen
mw. M. Cornelissen-Admiraal (Salima), t 0513431940, Heide 6, 8521 DG Sint Nicolaasga. mw. Y. Veenstra-Wiersma (Ynskje), Wommels. t ’s avonds 0515 576 244. Maandelijks meditatieavonden. Universele Eredienst: Bij de Put 15, 8911 GE Leeuwarden, 1e zondag van de maand om 11 uur.
Orientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij dhr. en mw. de Roos-Labeur (Corrie & At), Sparrenlaan 11, 7313 AT Apeldoorn, t 055-32316 33, atderoos@hetnet.nl mw. H.M. de Caluwé - Rombout (Maharani), Groningensingel 423, 6835 ER Arnhem t 026-3213650, maharani@planet.nl Studieklassen in overleg. Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, 6881 NK Velp (Gld) 1e zondag van de maand om 11 uur. mw. A. Stam (Iman), Troelstralaan 236, 9406 BE Assen, t 0592-707202, 06-24 92 92 77 Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstellenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, 9401 KT Assen, 3e zondag van de maand om 11 uur. Breda
mw. M.L.C. van Beek-Vanheule (Hira), Berkenring 70, 4881 HD Zundert, t 0765976335, mlcvanbeek@yahoo.co.uk bgg: mw. L. Heerkens (Kalyani), t 076-5601255 Universele Eredienst: Waalse Kerk, Catharinastraat 83-bis, 4811 XG Breda, 3e zondag van de maand om 11 uur. Den Haag
dhr. L.W. Carp (Ameen), Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864. www.soefi.nl/denhaag Programma op aanvraag: 1e en 3e maandag van de maand open studie- en meditatie-klas.; open Soefi-avonden; openhuis-bijeenkomsten; open spirituele film-avonden, en besloten klassen. Universele Eredienst: Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, elke zondag om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. Deventer
mw. A. Westenberg (Hayat), De Dennenhoek 3, 7431 EM Diepenveen, t 0570-532347,
Eindhoven
Friesland
Groningen
mw. M.C. van Boon (Musnawira), t 0505251519 bgg: fam.Lieftink t 0598-430422 soefcentgron.vanboon@tiscali.nl maandelijks: musical tuning en meditatie; stilte en meditatie; 1e ma. v.d. maand: gespreksavond. ‘s Hertogenbosch
Coördinator: mw. T. Hendriks Franssen-van den Berg (Trudy), Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, t 0412-402689, kennekeshoek@ zonnet.nl Secretariaat: dhr. F.W. Roza (Frans), Asterd-kraag 40, 4823 GA Breda, frans.roza@ wxs.nl Universele Eredienst: Centrum de Poort, Luybenstraat 48, 's Hertogenbosch. Hilversum
dhr. A.Antonius (Ananda), Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand; voor deelname bellen met: t 020-6907129 of email anandaaa@hotmail.com Universele Eredienst: ‘De Vereniging’, Oude Enghweg 19, 1217 JB Hilversum (bij het gemeentehuis), 2e en 4e zondag van de maand 11 uur. Regio Katwijk, Wassenaar
Regioleider: drs. J. Belt (Munir), t 0252-373145, 41
Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. Wakil Huis Universel: mw. E. le Rütte (Zohra), t 071-4077435, zohra@kpnplanet.nl Universele Eredienst: Universel Murad Hassil, Zuidduinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee, 1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confraternity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen. Rotterdam
Coördinator dhr. B. de Wreede (Bauke), t 06-24646694, bwreede@ziggo.nl Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam, 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur. Tilburg
dhr. & mw. Achterberg-Thierens (Mussavir & Nuria), Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg, t 013-4563241. Klassen voor belangstellenden eerste maandag van de maand. Voor deelname bellen met dhr.L.Raatgever, t 06-12746513 Twente
dhr. J. Sniekers (Rahim), t 074 250 2479, jansniekers@tiscali.nl Universele Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo, 2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur. UTRECHT / BILTHOVEN
dhr. W.S. van der Vliet (Sikander), Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek, t S & S van der Vliet 0313-650 334, bgg.: mw. J.L. van Male (Sakya), t 030-2723522 Universele Eredienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, 3723 BT Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur. Zeeland
mw. N. Gortzak (Nuria), Mme. Curiestraat 63, 4532 JX Terneuzen, t 0115-530599 en 0640556131 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik (An), t 0118-412875. Universele Eredienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, 4335 SK Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur. ZUID LIMBURG
dhr..R.Marinus (Ruud), Castelmorelaan 42, 6213 CW Maastricht, t 06-54 36 78 24. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klassen. Zwolle
dhr. C. Koster (Karim), Tijnje 48, 8032 LR Zwolle, t 038-4541817, 42
Universele Eredienst: Bloemendalstr. 11, 8011 PJ
Zwolle, 4e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel, paul.ketelaar@planet.nl www.soefimeppel.nl Informele Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep, 2e zondag van de maand om 10 uur. SOEFI BEWEGING NEDERLAND
Algemeen Secretariaat Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag t 070-3461594, f 070-3614864, sufiap@hetnet.nl Secretariaat open maandag tot en met donderdag van 10 tot 13 uur. bgg.: t 070-3644590 Financiën: dhr. P.H.Popkema (Nadir); na 18.00 uur: t 0314 361 449. <popkemail@hetnet.nl> Nationaal Vertegenwoordiger dhr. L.W. Carp (Ameen), sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864 Nationaal secretaris mw. L. Grashuis (Wahdud), A.Verweystraat 126, 2274 LM Voorburg, sufipublications@hetnet.nl t 070-3644590 (overdag), t 070-3871705 (thuis) Office Representative General Banstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-3657664, sufihq@xs4all.nl Internet www.soefi.nl (nationale site). www.sufimovement.org (international site). Penningmeester dhr. Leo Sosef, penningmeester Soefi Beweging Nederland, Den Haag. rekening 777555, t 06 83 57 92 14, < Leo.Sosef@me.com > Lidmaatschappen van de Soefi Beweging Er bestaan verschillende vormen: Moeried: dit zijn personen die de inwijding in de Innerlijke School van de Soefi Beweging hebben ontvangen en de esoterische klassen en de esoterische training volgen Broeder-zusterschapslid: dit zijn zij die de idealen en doelstelling van de Soefi Beweging ondersteunen. Lid van de Kerk van Allen: dit zijn zij die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit verlangt niet dat zij ook om inwijding vragen. Vriend van de Soefi Beweging: men kan zich opgeven als Vriend als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil geven. Belangstellende: eenieder die zich op wil geven als belangstellende en de informatie over soefiactiviteiten wil verkrijgen.
Contributieregeling 2011 Moerieds betalen per jaar: Alleen Echtpaar Laag € 100,00 € 150,00 Normaal € 160,00 € 240,00 Hoog € 235,00 € 355,00 Broederschapsleden, Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen € 70,- per jaar. Broederschapsechtpaar € 105,00 per jaar. Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte en de uitnodiging voor de Zomerschool. Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte: € 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.) Wanneer men als lid van een andere Soefi organisatie tevens ondersteunend lid van de Soefi Beweging wil zijn, betaalt men € 20,- per jaar en ontvangt men de Soefi gedachte. DARGAH
Financiële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, rekeningnr.: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Den Haag. Voor organisatie, onderhoud, inrichting van nieuwbouw en guest house, rekeningnr.: 43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag. Schenkingen van boeken enz. (alle talen!): Walia en Wali van Lohuizen t 035 538 98 93
Elementen ritueel
Info: mw. Sitara Rosdorff, t 0297-285244 sitara.siddharta.rosdorff@ziggo.nl BOWL OF SAKI
Een aanrader: via email kunt u de fraaie engelstalige Bowl of Saki dagelijks gratis toegestuurd krijgen. Via www.wahiduddin.net/saki komt u op de site, waar u zich kunt inschrijven. Zomerschool 2011
12, 13, 14 juli 15 juli 16, 17, 18, 19 juli 20 juli 21 juli 22, 23, 24 juli kinderdagen:
1e zomerschool retraitedag 2e zomerschool commemoration day en artistieke avond vrije dag Soefidagen 15, 16, 17 juli 2011
Soefi-reis naar Zuid-Afrika
Van 9-17 april 2011 wordt de Zuid-Afrikaanse Zomerschool gehouden in Constantia bij Kaapstad. Na afloop van de school is er een 2-daags bezoek aan Kaapstad, daarna een 2-daags bezoek aan de wijnregio en daarna 2 dagen langs de kust. Info bij Ameen Carp t 0703644590, sufipublications@hetnet.nl
Bijzondere activiteiten
Zie ook op www.soefi.nl en voor algemene informatie over soefisme: www.soefikalender.nl * Federation of the Message 6 t/m 9 april 2011 in de Universel Murad Hassil. * Soefidag zaterdag 7 mei 2011 Murad Hassil. * Regiodagen, inlichtingen bij de centra: Midden Nederland te Bilthoven op 21.05.2011 Zuid Nederland te Eindhoven op 12.03.2011 Oost Nederland te Zwolle op 14.04.2011 SOEFI BEWEGING BELGIË
mw. L.D. Deslée (Leela), Sportstraat 100, 900 Gent. Broederschapsvertegenwoordiger in België. info: sufirozentuin@skynet.be of 09.222.10.30 andere organisaties
Sufi Ruhaniat NL: Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, t +49 (0)2294 993 78 41 +31 651 30.34.39 (GSM). samark@peaceinmotion.eu Int. Sufi Orde NL: dhr. K. Wagtmans (Nafas),
Rubinsteinstraat 347, 5011 ND Tilburg, t 013 456 02 28 kwagtmans@wanadoo.nl
Sufi Way NL: dhr. E. Koole (Elmer), Oudeweg 31,
9364 PR Nuis. t 0594-549863 elmerkoole@gmail.com
symposium
De Soefi Beweging organiseert in samenwerking met Soefi Contact op zaterdag 19 maart een symposium in de Kloosterkerk in Den Haag om te vieren dat 100 jaar geleden Hazrat Inayat Khan de Universele Soefi Boodschap in het Westen introduceerde. Het thema is: "De verborgen schat van het Innerlijk leven". Met lezingen van de Rozenkruisers, de AMORC, de Orde van Vrijmetselaren, de Theosofen en de Antroposofen, waarin zij aangeven welke weg zij volgen om die verborgen schat te vinden. Bijdrage vóór 1 maart 2011 is € 15, na die datum € 20. Verdere informatie op www.soefi.nl. Aanmelding: anandaa@ hotmail.com of via het aanmeldingsformulier bij de centrumleider.
LEVENSWIJSHEID
Hoopvol uitzien naar betere tijden moet niet louter een gevoel blijven, maar het moet een gevoel zijn dat zich omzet in dadelijk doen. Vincent van Gogh
43
VERENIGING SOEFI-CONTACT
Soefi-Contact is een landelijke vereniging met afdelingen in Haarlem, Alkmaar en Bussum. De vereniging stelt zich ten doel: het stimuleren van de studie van Hazrat Inayat Khan's ideeën, alsmede het in praktijk brengen ervan, één en ander in de ruimste zin van het woord. Zij streeft dit doel na met alle daarvoor geschikte middelen. Landelijk centrum en dagelijks bestuur Landelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem. Website: www.soefi-contact.nl email: soefi.contact@gmail.com Voorzitter: mw. E.A. van den Brink, t 0137-425347 Secretaris: dhr. J.Molenaar, mr.J. de Vriesstraat 22, 1788 AV Den Helder, t 0223-646920 Penningmeester: mw. J.L.B.H.M. Kaars-de Groot, Baljuwstraat 19, 1785 SC Den Helder, t 0223-660961 Het verenigingsjaar van Soefi-Contact loopt van 1 juli t/m 30 juni. De contributie kan worden overgemaakt op rekeningnummer: 4239048 t.n.v. Soefi-Contact te Den Helder. Adreswijzigingen / mutaties graag via de secretaris, dhr. J.Molenaar. Landelijke activiteiten Voorjaarsconferentie Stoutenburg bij Amersfoort op 14 en 15 mei. Thema: Liefde. Informatie bij het secretariaat van Soefi-Contact (zie boven). Activiteieten afdeling Haarlem (Soefi-Huis) Alle activiteiten in Haarlem vinden plaats in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40 te Haarlem. Universele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand; aanvang 11.00 uur. Open avonden over kernpunten van het soefisme: 15 maart, 19 april, 10 mei en 31 mei, aanvang 20 uur. Lezing: zondag 29 mei om 11 uur, over Oosterse en Westerse Mystiek, door Wakil Hutter. Bezoek aan de bibliotheek is mogelijk na de diensten. Informatie: t 023-5272249 of t 023-5370585, e-mail: j.w.hutter@alumnus.utwente.nl Activiteiten afdeling Alkmaar Universele Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37, 1811 ND Alkmaar; aanvang 11.00 uur. Informatie: dhr. Michaël Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever, t 0227-512265, e-mail: soefi.noordwest@kpnplanet.nl en mw. Y. Westenberg, t 072-5333223 Activiteiten afdeling Bussum Informatie over activiteiten: mw. E. Schurink, t 035-6912990 en dhr. Karim Logtmeijer, t 035-6918347, e-mail: lion182@zonnet.nl.
44