STUDIEGIDS CMD BREDA 14/15 COMMUNICATION & MULTIMEDIA DESIGN
REWWWIRED ALVIN GOH, JOEP VAN DER POEL, QUINT THOOLEN, EVIANNE VERHAGEN EN MARIJN WILLEMSE.
Welkom De start van een nieuwe opleiding betekent een nieuwe fase in je leven. In het begin van deze fase krijg je een grote hoeveelheid informatie en indrukken te verwerken. Deze studiegids helpt je om daarin een weg te vinden. Wie doet wat, waar moet ik heen als ik vragen heb, welke vakken krijg ik wanneer, wat wordt er van mij verwacht? Op dit soort vragen geeft de studiegids antwoord. Ook in hogere jaren is deze studiegids een nuttige handleiding. Zijn er zaken waarover je tijdens je studie met ons zou willen praten, dan ben je van harte welkom. Namens het hele team van de opleiding CMD wensen we je veel succes toe met de studie en een plezierige tijd binnen Avans Hogeschool.
Bert Melief Directeur Academie voor Communicatie & User Experience
Ria van Ooijen Opleidingscoรถrdinator CMD Breda
1. Inleiding en schets van de opleiding CMD Breda De opleidingen van Avans Hogeschool zijn ondergebracht in academies. Avans heeft 20 academies verdeeld over de locaties Breda, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. De opleiding Communication & Multimedia Design (CMD) van Avans Hogeschool is gevestigd in Breda en sinds 2009 ook in ’s-Hertogenbosch. De opleiding CMD waar jij nu gaat studeren is onderdeel van de Academie voor Communicatie & User Experience (ACUE) in Breda.
CMD Breda een goede opleiding Leuk om te vermelden is dat CMD Breda in de Nationale Studenten Enquête (NSE) in 2014 een 8 als beoordeling krijgt en voor de sfeer zelfs een 9. De NSE is een door de overheid opgezette enquête die jaarlijks onder alle studenten van het HBO en WO wordt gehouden.
Communication & Multimedia Design: ‘Combi’ van creativiteit en techniek Denk je vaak na over de manier waarop nieuwe media ons leven beïnvloeden? Heb je ideeën over hoe jíj het leven gemakkelijker en duurzamer zou kunnen maken met nieuwe media? Komen er spontaan creatieve oplossingen in je boven? Schrik je niet terug van bits en bytes en heb je ook een gezonde dosis interesse in mensen? Is het antwoord op de meeste vragen ‘ja’, dan zit je bij Communication & Multimedia Design helemaal op je plek.
In het vakgebied van CMD komen communicatie, interactie, vormgeving en techniek samen. In deze mix van multimedia en communicatiedisciplines moet de CMD’er als generalist het volledige traject kunnen overzien. Tegelijkertijd ben je als ‘art & technology’-specialist inzetbaar bij elke fase van het ontwikkeltraject voor nieuwe (digitale) media: concept, analyse, ontwerp én realisatie. Met nieuwe media bedoelen we onder andere innovatieve
6
communicatieoplossingen zoals serious games, interactieve infographics, apps, smart objects (voorwerpen met een onzichtbare computer), experimentele communicatiecampagnes, mobieleen websites, en interactieve installaties.
Duizendpoot Een goede CMD’er is een duizendpoot met een brede interesse. Je ontwikkelt je tot iemand die graag samenwerkt met anderen, maar ook zelfstandig opdrachten uitvoert. Je denkt analytisch, gaat graag op onderzoek uit en stelt veel vragen. Je bent ‘in’ voor experimenten en creatief genoeg om nieuwe mediaoplossingen te bedenken. De benodigde kennis en vaardigheden leer je bij Avans. Je krijgt les van docenten die zelf werkzaam zijn (geweest) in de wereld van creatieve technologie. Professionals uit de beroepspraktijk komen als gastdocent hun kennis met jou delen en studieloopbaanbegeleiders helpen je te ontdekken waar je talenten en voorkeuren liggen. Naarmate je verder komt in de opleiding en steeds vaker zelfstandig werkt, ontwikkel je een eigen stijl van ontwerpen.
De opleiding In de eerste twee jaar van de opleiding leer je alle disciplines die je in het brede werkveld van CMD nodig hebt. Een stevige basis om later goed met andere professionals te kunnen samenwerken. Een belangrijke focus van CMD is het conceptuele aspect. Dat wil zeggen dat jij echt vernieuwende ideeën kan bedenken en realiseren die aansluiten bij concrete behoeftes en wensen van mensen. Maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid vinden we belangrijk, in de zorg zien we de gevolgen van de vergrijzing, over het milieu is een grote bewustwording nodig en bij sociale problemen kunnen creatieve oplossingen van ontwerpers helpen. In scholing wordt gezocht naar nieuwe manieren van leren door middel van games en simulaties.
Voor al deze thema’s zijn creatieve nieuwe media specialisten nodig. In de eerste twee jaar staat in elk blok een ander thema uit de beroepspraktijk centraal. Je werkt in teamverband aan projecten, net als in de praktijk. De projecten zijn een goede afspiegeling van de beroepspraktijk, mede doordat er regelmatig met echte opdrachtgevers wordt gewerkt. In ondersteunende lessen doe je alle kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om het project goed te kunnen uitvoeren. Je wordt steeds zelfstandiger en leert hoe je op de hoogte kunt blijven van de laatste ontwikkelingen. Enkele voorbeelden van onderwerpen die in de eerste twee jaar aan bod komen zijn interactieontwerp, usability, vormgeving voor beeldscherm, identiteit en imago, mediastrategie, trends in technologie, verbeelden, audiodesign, user interface design, gamedesign, game- en verteltheorie en diverse tools als Photoshop, Indesign en MaxMsp. Algemene vakken zoals creative problem solving, story design, media filosofie, psychologie en Engels zijn eveneens onderdeel van je opleiding. In het derde jaar verdiep je jezelf gedurende een halfjaar in één van de vier domeinen: Creative Technology, Informatie en Interactie, Interactie Strategie óf Multimediale Vormgeving. Daarna ga je een halfjaar op stage om je opgedane kennis en vaardigheden in de beroepspraktijk op de proef te stellen en verder te ontwikkelen. Voor je stage kun je terecht bij Nederlandse bureaus of instellingen, maar je kunt ook naar het buitenland. Na de stage volg je een individuele minor (vrije invulling van je studie). Deze minor (bijvoorbeeld Visualizing Information, Immersive Stories) volg je intern bij CMD, binnen Avans of bij een andere opleiding in Nederland of in het buitenland. Aan jou de keuze of je bijvoorbeeld een halfjaar psychologie, animatie, kunstgeschiedenis of iets heel anders wilt studeren. Je rondt je studie af met een afstudeerproject. Tijdens het afstuderen voer je zelfstandig een project uit, al dan niet in opdracht van een bedrijf. Je schrijft een rapportage, je exposeert en presenteert je ontwerpproces, onderzoek en eindproduct tijdens de examenzitting.
Afhankelijk van je studieloopbaan kun je bijvoorbeeld gaan werken als
interactie-ontwerper, informatiearchitect, webdeveloper, online strateeg of nieuwe mediaontwerper. Je kunt als professioneel CMD’er aan de slag bij bedrijven die zich bezighouden met het ontwikkelen van digitale media zoals communicatiebureaus, ontwerpstudio’s, uitgeverijen, omroepen en gamedevelopmentbedrijven. Ook kun je aan het werk bij bedrijven of instellingen waarbij nieuwe media de kernactiviteit ondersteunen, zoals banken, telecombedrijven en de overheid. Daarnaast zijn er veel studenten die met succes een eigen bedrijf opstarten. De toekomstperspectieven na deze opleiding zijn prima.
Beroepsprofiel van Communication & Multimedia Design Breda In het beroepenveld (zowel in de creatieve industrie als daar buiten) is vraag naar creatieve technologen. Er is behoefte aan mensen die bewust zijn van de belangrijke rol van gebruikersbeleving en kunnen omgaan met de veranderende plek van technologie binnen de samenleving. Dit vergt mensen die breed zijn opgeleid en georiënteerd zijn op alle aspecten van technologie, design, interactie en communicatie. “Zij kunnen innovatieve diensten en producten ontwerpen die het gedrag en beleving van mensen in hun alledaagse bestaan faciliteren en beïnvloeden“ (Domein Creative Technologie, p12, 2014). De gehele beschrijving van het beroepsprofiel en de vier kennisdomeinen vind je in bijlage 1.
PRODUCT
Na je studie Na de studie ben je in staat om creatieve nieuwe mediaproducten te creëren in het krachtenveld van opdrachtgevers, eindgebruikers en financiers. Omdat online media sterk in ontwikkeling zijn biedt dat vele mogelijkheden na je afstuderen.
MENS
MEDIA
OMGEVING
7
SENSE OF SMELL, SPECIES MINUS COLLECTION DAMON VAN DRIMMELEN
2. Opleiding CMD Breda 2.1 Opleidingsprofiel CMD Breda wil mensen opleiden die effectieve verbindingen kunnen leggen tussen doelstellingen van bedrijven en instellingen enerzijds en drijfveren van de doelgroep anderzijds. Het creëren van interactie die daadwerkelijk directe invloed heeft op het gedrag van mensen is daarbij de belangrijkste focus. CMD profileert zich door haar geïntegreerde ontwerpmethodiek: de CMD’er zal zich manifesteren op het gehele ontwerpproces, van vraag- en gebruikersanalyse tot kennis en vaardigheden om eindproducten (in prototypen) te maken. Tijdens de opleiding verwerf je kennis van en inzicht in de principes, relaties, methoden en ontwikkelingen binnen het vakgebied en leer je deze te gebruiken voor interactieve mediatoepassingen. Aan het begin van de studie analyseer je eenvoudige problemen en los je deze op. Aan het eind ben je in staat oplossingen voor complexe problemen te bedenken en te realiseren. Deze ontwikkeling wordt ondersteund door de werkvormen van de opleiding.
2.2 ONDERWIJS- EN TOETSVISIE In haar visie op onderwijs stelt de opleiding vier kernbegrippen centraal: competentiegericht, studentgericht, (leer)procesgericht en omgevingsgericht. Deze kernbegrippen worden binnen het onderwijsmodel door de opleiding als volgt uitgewerkt: Competentiegericht Uitgangspunt voor het onderwijsmodel is de beroepspraktijk van CMD, zowel nu als in de toekomst. In deze beroepspraktijk hebben we gekeken welke vaardigheden, kennis en houding (competenties) je nodig hebt om je beroep goed uit te kunnen oefenen. De competenties staan beschreven in ons opleidingskader en zijn leidend voor ons onderwijs. De competenties zijn geformuleerd op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-niveau (zie bijlage 1 voor de Avans CMD Competenties). Om jouw competentieontwikkeling te kunnen volgen onderscheiden we in de opleiding een drietal niveaus waarop de competenties beheerst moeten worden: propedeuse, beroepsvormend en beroepsvoorbereidend niveau.
10
Studentgericht De werkvormen die we gebruiken dagen je uit tot actief leren. Jij en je leerproces zijn uitgangspunt voor de inrichting van het programma. Na het tweede jaar ga je in toenemende mate je eigen studie inrichten door het maken van keuzes die bij jouw interesse en ambities passen. Het programma is zo ingericht dat je onnodige vertraging kan voorkomen. Heel belangrijk is dat er sprake is van een toename van je zelfstandigheid (zelfsturing). (Leer)procesgericht Het ‘leren leren’ staat centraal: leren is niet alleen het je eigen maken van inhoudelijke kennis en vaardigheden, maar ook het leren en ontwikkelen van (eigen) onderzoeksmethoden, het verkennen van je leerproces en probleemoplossend leren werken (attitude). Omgevingsgericht De fysieke en sociale omgeving stimuleren en ondersteunen je leren. CMD doet dit door het aanbieden van een werk- en leeromgeving waarin je: • H et heft in eigen handen leert te nemen en zelfstandigheid ontwikkelt. • De motivatie ontwikkelt om competent te worden. • Van anderen en met anderen leert. • Wordt uitgedaagd om de juiste studiehouding te ontwikkelen. Dit vereist een leeromgeving die uitdagend en veilig is, ruimte biedt voor zelfsturing, e-learning mogelijkheden biedt en de actuele beroepspraktijk als inspiratie gebruikt voor de inrichting van de leeromgeving. Deze vier kernbegrippen en de uitwerking daarvan hebben uiteraard invloed op de manier waarop je wordt beoordeeld. De belangrijkste aspecten hierin zijn: • B eoordeling is zowel diagnostisch als selecterend. Dit betekent dat je regelmatig feedback krijgt over je voortgang, alsmede dat getoetst wordt of je voldoet aan de gestelde eisen. • Toetsing gebeurt zoveel mogelijk aan de hand van authentieke beroepssituaties zoals projecten, stage, afstudeeropdrachten.
Samenwerken
Onderzoekend Innovatief
Omgevingsgericht Procesgericht
Experimenterend Conceptueel
Oplossingsgericht Kritisch
Creatief handelend en denkend
De opleiding levert beginnende professionals af met bovenstaande kenmerken.
11
Op deze manier kom je in aanraking met de hele breedte van het vakgebied van CMD.
• I n de eerste twee leerjaren worden je kennis en je vaardigheden ook afzonderlijk getoetst door kennistoetsen en individuele vaardigheidsoefeningen. • Een propedeuse- en beroepsvormend assessment. Hierin word je individueel beoordeeld en geadviseerd op de ontwikkeling van je competenties.
EINDSTUDIE In de beroepsvoorbereidende fase komen het ontwikkelingsproces en alle competenties opnieuw aan bod maar nu in de daadwerkelijke beroepspraktijk en op een hoger niveau. In de figuur ‘Het onderwijsprogramma van CMD’ zie je hoe het onderwijsprogramma van CMD is ingedeeld.
2.3 Onderwijsprogramma De opleiding CMD duurt vier jaar en is ingedeeld in drie fasen: beroepsoriënterende fase (propedeuse), beroepsvormende fase en de beroepsvoorbereidende fase (eindstudie). Elk studiejaar kent 42 onderwijsweken. Deze bestaan in jaar één en twee uit vier blokken per jaar en in het derde en vierde jaar uit twee semesters per jaar.
2.4 Samenhang in het onderwijsprogramma
JAAR 1, 2 EN DE EERSTE HELFT VAN JAAR 3 In deze fasen van de opleiding leer je het beroep van CMD, door te werken aan producten en diensten die je later in je beroep ook kan gaan maken. In het geval van CMD zijn dat (interactieve) media oplossingen in de ruimste zin van het woord. Elk blok komt er een ander beroepsproduct aan bod.
Om de samenhang te waarborgen en ook je toenemende zelfstandigheid te kunnen realiseren zijn er binnen de opleiding vier leerlijnen te herkennen, die gezamenlijk in toenemende mate leiden tot een competentiegerichte leeromgeving. Binnen een leerlijn is aandacht voor een bepaald aspect van de competenties die je dient te ontwikkelen.
1 PRINT MEDIA
ONLINE MEDIA
TIMEBASED MEDIA
SOCIAL MEDIA
SERIOUS GAMES
NATURAL INTERFACE
FREESPACE
2 SMART OBJECT
3
MEDIA STRATEGY
MULTIMEDIALE VORMGEVING (MV) INFORMATIE EN INTERACTIE (II) CREATIVE TECHNOLOGY (CT)
STAGE
INTERACTIE STRATEGIE (IS)
4 MINOR
Het onderwijsprogramma van CMD.
12
AFSTUDEREN
De integrale leerlijn De integrale leerlijn is gericht op het ontwikkelen van realistische beroepsproducten, met een praktische en theoretische verantwoording. Dit wordt gedaan in de projecten met inhoudelijk ondersteunende modulen en in de eindstudie tijdens stage en afstuderen. De kennisleerlijn In de kennisleerlijn krijg je een theoretisch kader aangeboden dat gebaseerd is op het beroepsprofiel. Er is aandacht voor het systematisch verwerven van basiskennis en het je eigen maken van principes en methoden, zoals die binnen het beroepenveld gehanteerd worden. Ook is deze lijn gericht op meer algemene kennisontwikkeling. De vaardighedenleerlijn De vaardighedenleerlijn richt zich op de ontwikkeling van je algemene communicatieve, sociale en creatieve vaardigheden en op het leren werken met binnen het vakgebied veel gebruikte tools. De ervaringsreflectielijn De ervarings-reflectielijn is ondersteunend aan de andere drie leerlijnen. Binnen deze lijn is er aandacht voor je voortgang van het leren, je leerproces en je oriëntatie op het beroep. Studieloopbaanbegeleiding heeft tot doel je hierbij te helpen en je te ondersteunen in de keuzes die je in de loop van je opleiding maakt over je verdere (studie)loopbaan.
Opdracht/Aanleiding/Briefing
Concretisering
Definitie/evaluatie
VERTALEN VAN STRUCTUUR NAAR CONCRETE ERVARING ONDERZOEK NAAR CONCRETISERING
Opdracht/Aanleiding/Briefing
Definitie/evaluatie VERTALEN VAN VRAAG NAAR CRITERIA ONDERZOEK NAAR CONTEXT
VERTALEN VAN VRAAG NAAR CRITERIA ONDERZOEK NAAR CONTEXT
Prototype
Evaluatie/Definitie VERTALEN VAN ERVARINGEN VERTALEN VAN ERVARING NAAR DEFINIËREN VAN NAAR HERZIENE CRITERIA HERZIENE CRITERIA. ONDERZOEK NAAR BEVINDINGEN
Prototype
Evaluatie/Definitie VERTALEN VAN ERVARING NAAR HERZIENE CRITERIA ONDERZOEK NAAR BEVINDINGEN
tijd (t)
Model
(herziene)Criteria
(herziene)Criteria
De CMD methodiek (zie bijlage 3) beschrijft het proces dat jij als CMD-ontwerper doorloopt. Onafhankelijk van je rol of de aard, complexiteit of duur van het project. In het model is het dus niet belangrijk wàt je ontwerpt maar hoe je ontwerpt. Innovaties beginnen bij een vraag die opgelost wil worden.
Het model gaat er daarom vanuit dat je de juiste vragen leert stellen per fase. De juiste vragen helpen je om tot een kwalitatief eindproduct te komen. Onderzoek en experiment staan in de methodiek centraal. Het zo tastbaar en concreet mogelijk verbeelden van begrippen en ideeën is de manier om deze bespreekbaar te maken. Het zijn de antwoorden op je vragen.Doel van het werken met deze methode is dat jij je bewust wordt van wat jou boeit, hoe jij graag werkt en waar jij enthousiast van wordt. “What makes you tick?”
2.6 Studieloopbaanbegeleiding Doel van studieloopbaanbegeleiding (SLB) is het stimuleren van je ontwikkeling, door begeleiding bij de voortgang van je studie (studiebegeleiding), bij de keuzes en beslissingen tijdens je opleiding (studie- en loopbaanbegeleiding) en bij de voorbereiding op je loopbaan buiten de onderwijsorganisatie (loopbaanbegeleiding). De concrete invulling van SLB gedurende je opleiding, lees je op BlackBoard, de digitale leeromgeving van Avans Hogeschool. Fasering SLB komt voor in alle fasen van de opleiding. Iedere fase wordt afgerond door een belangrijke keuze. Tijdens SLB wordt naar die keuze toegewerkt. Fasering, doelstelling en activiteiten zijn in het SLB schema (pag. 12) op een rijtje gezet.
Definitie/criteria
Verbeelding VERTALEN VAN IDEEËN NAAR VORM EN STRUCTUUR ONDERZOEK NAAR Verkenning VORM EN STRUCTUUR VERTALEN VAN VRAAGSTELLING NAAR IDEEËN ONDERZOEK NAAR AANSLUITING/MOGELIJKHEDEN
Verkenning VERTALEN VAN VRAAGSTELLING NAAR IDEEËN ONDERZOEK NAAR AANSLUITING/MOGELIJKHEDEN
Toetsing en beoordeling SLB De studiepunten voor SLB worden op basis van de volgende criteria toegekend:
Concept
Concept tijd (t)
tijd (t)
Definitie/criteria
VERTALEN VAN ERVARINGEN NAAR DEFINIËREN VAN HERZIENE CRITERIA.
2.5 Ontwerpmethodiek
METHODIEK CMD BREDA / DEN BOSCH vraag/antwoord onderzoek/vertaling
De ervaringsreflectielijn.
• I nspanningsverplichting: aanwezigheid en actieve betrokkenheid. • Resultaatverplichting: je portfolio dient aan de gestelde eisen te voldoen.
METHODIEK CMD BREDA / DEN BOSCH vraag/antwoord onderzoek/vertaling
In het SLBportfolio toon je aan hoe je aan je per-
13
soonlijke leerontwikkeling en beroepsvorming hebt gewerkt. De toekenning van de studiepunten voor SLB vindt zowel in jaar 1 als 2 per blok plaats. Voor jaar 3 en 4 worden geen aparte studiepunten voor studieloopbaanbegeleiding toegekend. Wel overleg je met je SLB’er over de voortgang van je eindstudie en ondersteunt hij bij het maken van individuele keuzes in deze fase.
2.7 Projectonderwijs Iedere periode kent een project, waarin je met medestudenten een beroepsgerelateerd product ontwikkelt. Het project wordt ondersteund door inhoudelijk aansluitende modulen. Het project levert je 4 studiepunten op. Deze vier studiepunten zijn opgebouwd uit 2 studiepunten voor het eindproduct (van de groep) en 2 voor je individuele proces. De oefeningen en opdrachten die je maakt in de ondersteunende modulen worden aan het eind van een lessenreeks door de docent beoordeeld. Hetzelfde geldt voor de theorie- en kennistoetsen. Hoeveel studiepunten je voor de afzonderlijke modulen kunt behalen is in latere hoofdstukken terug te vinden, in de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) en in de modulebeschrijvingen. De OER en modulebeschrijvingen worden op BlackBoard gepubliceerd.
Na de eindbeoordeling is er in week 9 tijd ingeroosterd voor feedback op het product, het proces, de eindpresentatie en de beoordeling. In geval van een onvoldoende voor de proces- en/of productbeoordeling, geldt een herkansingsopdracht.
J1B1* Printmedia J1B2 Online Media J1B3 Time Based Media J1B4 Social Media J2B1 J2B2 J2B3 J2B4
Smart Object Media Strategie Serious Games Natural Interfaces
* J1B1 staat voor Jaar 1 blok 1
Toetsing Per jaar worden twee tentamenmogelijkheden aangeboden (OER 8.6, lid 1). De eerste kans betreft de eerste keer dat je onderwijs volgt in het betreffende onderdeel. Kansen later in het jaar of in latere jaren van het betreffende onderdeel worden herkansingen genoemd.
De opdrachten die je tijdens je opleiding maakt, verzamel je in je portfolio zodat jouw individuele ontwikkeling zichtbaar wordt. Je gebruikt je portfolio om tijdens de assessments aan te tonen dat jij de benodigde competenties hebt behaald.
Voor elke toets dien je je in te schrijven via Osiris.
Het doel van het projectgerichte onderwijs is dat je van meet af aan leert hoe het er in het beroepenveld aan toe gaat en wat het inhoudt om in een multidisciplinair team te werken. Tevens leer je de theorie (kennis) en vaardigheden uit de ondersteunende modulen meteen met de juiste attitude (houding) toe te passen en te integreren in een project. De beroepsproducten die centraal staan in de projecten vind je in de onderstaande tabel.
Meer informatie over Osiris vind je in de volgende paragraaf. Voor meer informatie over toetsen en herkansingen lees je het Toetsbeleid. Dit document staat in de course CMD Herkansingen op BlackBoard waar je ook alle herkansingsopdrachten kunt vinden. In de feedbackweek (week 9) krijg je via inzage van de modulen en de feedbackgesprekken met je projectbegeleiders eventuele herkansingsopdrachten te horen.
Blokfasering Een project loopt gedurende een periode van 9 weken. In de eerste week vindt de kick-off plaats, waarin het project wordt toegelicht door de blokcoĂśrdinator en/of experts uit het vakgebied. Van week 1 t/m 7 krijg je wekelijks projectbegeleiding van een vaste begeleider. Daarnaast volg je lessen van de ondersteunende modules en andere leerlijnen. In week 8 vindt de eindbeoordeling plaats.
Osiris Osiris is het studievoortgangssysteem van Avans. Log in op BlackBoard en klik op Osiris in het linkermenu. Via dit systeem kun je je studieresultaten bekijken en een cijferlijst uitprinten. Daarnaast moet je Osiris gebruiken om je elk blok in te schrijven voor alle modulen die je dat blok volgt plus eventuele te herkansen modulen. Inschrijven gebeurt standaard in week 4 (zie de jaarkalender op BlackBoard). Zonder inschrijving mag je niet deelnemen aan een toets!
14
Samenwerking Vanaf de tweede periode in de propedeuse begin je in projectgroepen (eerst als tweetal, daarna in grotere groepen) te werken. We doen dit zodat je leert samenwerken. Binnen de projectgroepen worden taken verdeeld. Bij aanvang van het project maak je met je groepsleden onderlinge afspraken. Bij afwijking van de gemaakte regels kun je allereerst zelf orde op zaken stellen, maar ook je projectbegeleider en SLB’er op de hoogte brengen. In de peer-to-peer reviews die je gedurende het blok opstelt doe je verslag van het functioneren van je groep, zowel de positieve als negatieve aspecten. Je projectbegeleider gebruikt de peer-to-peers als input voor de procesbeoordeling. Projectbegeleiding De projectbegeleider volgt en coacht het hele proces, stuurt inhoudelijk bij waar nodig, bewaakt de inhoudelijke samenwerking en spreekt diagnostische waardeoordelen uit over verschillende deelproducten die tussendoor opgeleverd worden. Op de uiteindelijke beoordelingsdag werkt de projectbegeleider samen met een of meerdere medebeoordelaars (uit het docententeam) en beoordelen zij samen het eindproduct van de groep. Het proces wordt door de projectbegeleider individueel beoordeeld. Hij geeft je in week 9 feedback.
2.8 Assessment CMD is een beroepsgerichte opleiding en leidt op tot het verwerven van competenties. Om de beheersing van competenties individueel vast te kunnen stellen zijn de assessments een waardevolle aanvulling op de overige project- en modulegerichte toetsvormen. Op basis van het assessment stel je plannen op voor de verdere verwerving van competenties. De opleiding vindt het belangrijk om in het toetssysteem twee aspecten op te nemen: • Selecterend toetsen: bepalen of je op een bepaald moment aan bepaalde eisen voldoet. • Diagnostisch toetsen: informeren in hoeverre je op de goede weg bent in je competentie ontwikkeling. De assessments van CMD worden gedaan aan de hand van een door jou ingericht digitaal en/of fysiek portfolio. Dit portfolio zet je op vanaf het begin van je studie. Je archiveert al je werk tijdens je studie en selecteert dan voor je portfolio wat je daarvan wilt laten zien. Het werk in je portfolio dient inzicht te geven in je leerproces en kan uit de volgende onderdelen bestaan:
• E en representatieve selectie van geproduceerd werk, waaronder schetsen en procesverslagen. • Oefeningen en opdrachten uit de ondersteunen de modulen van de projectonderwijslijn. • De resultaten van je beroepsoriëntatie. • Self-assessment op basis van zelfreflectie oe feningen. Wat is goed gegaan, wat minder goed, waaraan ga ik werken. • Zelfreflectie speciaal voor het assessment op de verworven competenties en peer-to-peer reviews. Wat zeggen mijn project-groepleden van mijn prestaties. • Beoordelingen van project en modulen. Het bespreken van je portfolio en zelfreflectie met de assessoren is de kern van de assessments. Tijdens dit gesprek geef jij aan hoe je denkt de CMD competenties behaald te hebben. Op basis van deze bespreking worden persoonlijke leerdoelen bijgestuurd of opgesteld voor het leerproces in de toekomst. Bij onvoldoende kwaliteit van je portfolio of je reflectie en presentatie krijg je een herkansingsassessment. De verschillende assessments worden hierna kort toegelicht.
Propedeuse assessment Aan het einde van de beroepsorienterende fase eind jaar 1. Doel Het assessment richt zich op de wel of niet juiste keuze voor de opleiding en het maken van een portfolio om jezelf te presenteren. Karakter Diagnostisch en selecterend. Beoordeling Diagnostisch wordt vastgesteld of je de goede studiekeuze hebt gemaakt en of de assessoren genoeg competentieontwikkeling op propedeuseniveau terugzien in je werk. Selecterend wordt beoordeeld: • Je portfolio op concept, structuur, vorm, creativi teit en uitvoering. • Je zelfreflectie op kritische reflectie en realiteitszin. • Je mondelinge presentatie op communicatieve vaardigheden.
15
SLB FASES
Studiekeuze fase
DOELSTELLING
ACTIVITEITEN
Voorlichting aan vooropleidingen
Oriëntatie & kennismaking gericht op de inhoud van de opleiding
Open dagen/avonden Avans en CMD website Informatiebrochures
Introductie fase
Kennismaking met de opleiding zelf
Proefstudiedagen Intakegesprek
Overdracht van de doelstelling en eisen van het onderwijsconcept
Beroepsoriënterende fase (Propedeuse)
Inzicht in perspectieven en eisen vanuit het beroepenveld
Oriëntatie op de opleiding, het beroep en de competenties /selectie
Groeps– en individuele begeleiding op het verwerven van competenties in jaar 1 Bewaking van de studievoortgang Voorlopig advies Adviesgesprek studievoortzetting Bindend Studie Advies ( BSA )
Beroepsoriëntatie
Beroepsvormende fase Voorlichting verdiepingssemesters
Oriëntatie en verdieping beroepsprofiel. Verkenning van eigen mogelijkheden binnen het beroepenveld
Individuele –en groepsbegeleiding gericht op het verwerven van beroepspecifieke competenties Voorlichting eindstudie Adviestraject verdiepingssemester
Beroepsoriëntatie
Beroepsvoorbereidende fase (Eindstudie)
Verdere verdieping beroepsprofiel en beroepenveld
Eindstudievoorlichting Individuele begeleiding gericht op het verwerven van beroepspecifieke competenties Beroepsoriëntatie Ondersteuning uitvoering eindstudieplan Voorlichting alumnibeleid
Fase overstijgende activiteiten
Geborgenheid
Creëren van een veilige leeromgeving waarin de student zich optimaal kan en durft te ontplooien.
Binding en betrokkenheid
Alumnibeleid
Het schema Studieloopbaanbegeleiding.
16
Assessoren 2 docenten Studiepunten 2
Beroepsvormend assessment Aan het eind van de beroepsvormende fase, na 1e blok jaar 3. Doel Aan de hand van je portfolio en zelfreflectie wordt gekeken of je competentieontwikkeling op schema ligt en of je portfolio geschikt is voor gebruik bij stagesollicitaties. Karakter Diagnostisch en selecterend. Beoordeling Diagnostisch wordt vastgesteld of jouw competentieontwikkeling op niveau is om te gaan solliciteren voor een stageplek. Selecterend wordt beoordeeld: • Je portfolio op concept, structuur, vorm, creativi teit en uitvoering. • Je zelfreflectie op kritische reflectie en realiteits zin. • Je mondelinge presentatie op communicatieve vaardigheden. Assessoren 2 docenten
De bijeenkomsten vinden zowel binnen als buiten de academie plaats, in de vorm van symposia, excursies en gespecialiseerde werkbezoeken. De events zijn toegankelijk voor alle CMDers, van alle vier de studiejaren, én voor alle docenten, medewerkers en alumni (afgestudeerden).
2.10 OPENINGSTIJDEN De opleiding CMD is vanaf augustus 2013 tijdelijk gevestigd aan de Hogeschoollaan 1 in Breda in verband met de verbouwing van de locatie Lovensdijkstraat 61-63. De openingstijden van het Avansgebouw van de Hogeschoollaan 1 zijn van maandag t/m donderdag van 7.30-22.00u. Op vrijdag van 7.30-18.00u. De openinstijden van de tijdelijke huisvesting zijn van 7.30-18.00u.
2.11 Lestijden
LESUUR TIJD 1.
08.45 - 09.30
2.
09.35 - 10.20
3.
10.35 - 11.20
4.
11.25 - 12.10
5.
12.15 - 13.00
6.
13.00 - 13.45
7.
13.50 - 14.35
Studiepunten 2
8.
14.40 - 15.25
Assessment eindexamen De beroepsvoorbereidende periode (eindstudie) sluit je af met een presentatie tijdens je afstudeerzitting. De details hierover staan beschreven in het eindstudieboek.
9.
15.40 - 16.25
10.
16.30 - 17.15
11.
17.15 - 18.00
12.
18.00 - 18.45
13.
18.45 - 19.30
2.9 Studium generale Onder de verzamelnaam Studium Generale worden jaarlijks diverse events (bijvoorbeeld het CMD Nachtlab) georganiseerd rond thema’s of onderwerpen op het gebied van wetenschap, cultuur en maatschappij die voor aankomende professionele CMD ontwerpers van belang zijn.
17
PATENTED BY NATURE 2013
3. PROPEDEUSE (BEROEPSORIëNTERENDE FASE) JE ONTWIKKELT JE ALS BEGINNEND CMD’ER
JE KUNT OPDRACHTEN IN EEN LAAG COMPLEXE SITUATIE UITVOEREN
JE ONTWIKKELT EEN KRITISCHE EN ONDERZOEKENDE MENTALITEIT
FASE 1 JE ONTWIKKELT BASISKENNIS EN BASISVAARDIGHEDEN
JE ONTWIKKELT OP BASAAL NIVEAU DE COMPETENTIES
JE REALISEERT EENVOUDIGE OPDRACHTEN ONDER BEGELEIDING
Doelstellingen in de beroepsoriënterende fase.
3.1 De functies van de propedeuse Volgens de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onderwijs heeft de propedeuse een aantal functies: Oriëntatie Je oriënteert je in de propedeuse op de opleiding en op het beroep. Tijdens deze periode krijg je een goed beeld van de opleiding en het relevante beroepenveld. Je SLB’er begeleidt je bij dit proces. Selectie De propedeuse is zo ingericht, dat we kunnen vaststellen of je het hbo-niveau aankunt en of je geschikt bent voor de opleiding en het beroep. We stellen een aantal eisen aan je over de benodigde kennis en vaardigheden om je opleiding na de propedeuse succesvol te kunnen doorlopen. Het antwoord op de vraag of je aan deze eisen voldoet komt tot uitdrukking in het zogenaamde bindend studieadvies (zie 3.2).
20
Verwijzing In gesprekken met je SLB’er komt regelmatig je studievoortgang ter sprake en wordt stilgestaan bij de vraag of je geacht wordt te kunnen voldoen aan de eisen van de propedeuse. Als dat niet het geval blijkt word je adequaat begeleid en geadviseerd door de decaan.
3.2 VOORLOPIG STUDIEADVIES, DEFINITIEF STUDIEADVIES EN BINDENDE AFWIJZING VOORLOPIG EN DEFINITIEF STUDIEADVIES Na ieder blok ontvang je van de Examencommissie een voorlopig, schriftelijk studieadvies over de voortzetting van je studie, gebaseerd op het aantal studiepunten dat je gehaald hebt. De Examencommissie geeft je voor 1 september schriftelijk een definitief studieadvies.
BINDENDE AFWIJZING Als je aan het einde van het eerste jaar van inschrijving (31 augustus) minder dan 52 studiepunten hebt behaald of aan het einde van het tweede jaar niet de gehele propedeuse (60EC) hebt gehaald, moet je stoppen met de opleiding (bindende afwijzing). Voor de exacte regeling zie de OER.
studievorderingen. Gebaseerd op dat gesprek wordt de beslissing genomen om je studieadvies al dan niet om te zetten naar een negatief bindend studieadvies. Je hebt het wettelijke recht om tegen de bindende afwijzing rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens, binnen 4 weken na ontvangst van de afwijzing.
Als je door persoonlijke omstandigheden onvoldoende studiepunten hebt behaald en je dit tijdig hebt gemeld bij de studentendecaan, kan de Examencommissie besluiten om de termijn voor het uitbrengen van een bindende afwijzing met 12 maanden te verlengen. Deze zogenaamde ‘decaanindicatie’ krijg je alleen als de decaan na een gesprek met jou constateert dat er verzachtende omstandigheden zijn waardoor je niet aan je studieverplichtingen hebt kunnen voldoen.
Let op: zie voor de exacte tekst over studieadviezen de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER).
3.3 Opbouw Per studiejaar zijn er 42 onderwijsweken. Deze weken zijn geclusterd in vier perioden van 10 weken per jaar zie figuur ‘Basisopzet’. De overige 2 weken aan het einde van het studiejaar zijn gereserveerd voor herkansingen, assessments en diploma-uitreiking/ eindexamen-expositie. De ‘overige activiteiten’ (10e week) worden per periode verschillend ingevuld:
De bindende afwijzing houdt in dat je je niet meer kunt inschrijven voor dezelfde opleiding binnen Avans, tenzij je aannemelijk kunt maken dat je als gevolg van studie elders en/of van opgedane werkervaring in staat bent om de opleiding alsnog met goed gevolg te kunnen afsluiten. De nieuwe inschrijving kan niet eerder dan na minstens twee jaar na het uitbrengen van het bindend afwijzend studieadvies plaatsvinden. Aan de bindende afwijzing wordt zoveel mogelijk een advies over de voortzetting van je studie buiten de opleiding verbonden. Als de Examencommissie van plan is om een bindende afwijzing te geven word je daarvan schriftelijk in kennis gesteld en krijg je de gelegenheid om voorafgaand aan het uitbrengen van het advies een gesprek met de Examencommissie te hebben over je
• • • •
Blok 1 zelfstudieweek Blok 2 FreeSpace Blok 3 zelfstudieweek Blok 4 assessment
3.4 ONDERWIJSEENHEDEN JAAR 1 In het volgende hoofdstuk staan alle onderwijseenheden met de bijbehorende studielast. De totale studielast van een leerjaar is 60 studiepunten. Eén studiepunt is 28 studiebelastingsuren.
Week 1 t/m 7 Onderwijs, inclusief toetsing ondersteunende modules en overige onderwijslijnen
Week 8 Voorbereiding projectpresentatie. Projectbeoordeling. Toetsen
Week 9 Feedbackweek/herkansingen
Week 10 Overige activiteiten (’zwevende’ week)
In de propedeuse heeft een periode (in principe) bovenstaande basisopzet.
21
Jaar 1 blok 1 Print media coördinator: Frederik Duerinck Projectomschrijving Je gaat studeren in de stad Breda aan de opleiding CMD. Iedere student krijgt een “plakje” van de stad toegewezen, A Slice of Life zogezegd.
Ga op ontdekkingsreis binnen jouw slice. Jij als student bent verantwoordelijk voor het ‘in kaart brengen’ van dat stukje. Maak foto’s, verzamel knipsels uit kranten tijdschriften, duik in het archief, schiet video enzovoorts. Leg vast wat je opvalt, wat je ziet gebeuren, wat je interessant vindt. Jouw reis en ontdekkingen in Breda staan centraal. Maak en verzamel zo divers mogelijk materiaal. Al je materiaal orden je in een map. Het is de bedoeling dat achteraf de toeschouwer door het kijken naar je map ervaart wat jij hebt gedaan en gevonden. Je kunt gebruik maken van beeld, geluid, tekst, et cetera. Jij geeft richting aan wat je verzamelt. Keer op keer selecteer en orden je wat je interessant vindt en waarom. Je bevindingen leg je visueel vast in je map. Uiteindelijk maak je een icoon voor jouw slice. Dit icoon zit voor op je map waarin naast al de vakken ook je visuele verslag van je ontdekkingsreizen te vinden is.
ondersteunende modules Webtechnologie 1 (CT) Ontstaansgeschiedenis van het Web en hands-on de basis van Webtechnologie: HTML en CSS. Informatiearchitectuur (II) Wayfinding; informatie structureren en inzichtelijk maken, ondergaan van usability test. Communicatie (IS) Inleiding fundamentele communicatiebegrippen, zoals identiteit, individualiteit, drijfveren van anderen. Doelgroepen, communicatiemodellen, componenten van attitude en gedrag.
22
Vormgeving voor print (MV) Basis van grafische vormgeving: typografie, lay out. Ontwerpen van een icoon. Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Inleiding Mediatheorie & Games (TR) Introductie op de belangrijkste denkstromingen binnen de mediatheorie (sociologisch, filosofisch en cultureel). Academische vaardigheden I. Creative Problem Solving 1 (PV) Creatieve en communicatieve vaardigheden: basis in mindmapping, brainstormen en presentatietechnieken. In blok 2 krijgen de lessen een vervolg. Verbeelden 1 (PV) Basale vaardigheid in verbeelden. Grafische tools (Tools) Beeldbewerking; input, bewerken en output. Vectorgeoriënteerd tekenen, paginaopmaak. WERKPLAATSINSTRUCTIE Aan de hand van een opdracht leer je veilig te werken met de apparatuur in de werkplaatsen. Deze zijn onderdeel van het CMDlab.
Onderdeel Stp Project Print Media Proces 2,0 Project Print Media Product 2,0 Webtechnologie 1 1,0 Informatiearchitectuur 1,0 Communicatie 1,0 Vormgeving voor print 1,0 Inleiding Media Studies 2,0 Creative Problem Solving 1 1,0 Verbeelden 1 1,0 Grafische tools 1,0 Taalbeheersing Nederlands 0,5 Studieloopbaanbegeleiding 1 0,5 Werkplaatsinstructie 1,0 Totaal 15,0
Jaar 1 blok 2 Online Media coördinator: PETER VERBEEK Projectomschrijving Hoe breng je een boodschap het meest effectief over op je doelgroep? Deze periode gaat over ideevorming, conceptontwikkeling en creatief denken. Je gaat aan de slag met online communicatieconcepten en strategieën.
Je leert daarbij een website te realiseren. In de ondersteunende modulen staat creatief leren omgaan met boodschap en media en buiten de gebaande paden leren denken, centraal. Het bedenken van goede alternatieve ideeën is belangrijk. Je werkt in duo’s aan de opdracht. Als artdirector en copywriter, zoals we een “creatief team” kennen in de reclamewereld. Je maakt voor een doelgroep een boodschap en ontwikkelt een online medium.
Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Inleiding Art & Elctronic Media (T&R) Een serie hoorcolleges die verbanden benadrukt tussen de disciplines kunst/ontwerp/design & muziek door de tijd heen. Creative Problem Solving 2 (PV) Creatieve en communicatieve vaardigheden: briefing/debriefing, divergeren, convergeren, presenteren. verbeelden 2 (PV) Basale vaardigheid in tekenen. Ditmaal ligt de nadruk op proportieleer. Webtools (Dreamweaver en CSS) (Tools) Webdesign met Dreamweaver en CSS.
ondersteunende modules Mediatechnologie (CT) Achtergrond en inleiding in Soft- en hardware gerelateerd aan mediasystemen. (Software onder andere formaten, transport, compressie. Hardware onder andere basis elektrotechniek, arduino, senoren). Usability 1 (II) Website usability en evaluatie, single-page design, accessibility, conceptual model, redactioneel ontwerp, formulieren, prototyping, test en designdocument. Media-concepting (IS) Inleiding in het begrip media, theorie en praktijk van effectieve inzet van media (doelstellingen/doelgroepen), overzicht van mediatypen, ontwikkelen van een mediaplan. Vormgeving voor beeldscherm (MV) Inleiding in brede vak ‘visual design’. Onderwerpen als visuele stijl voor interactieve media, vormgeving van basiselementen van het scherm, compositie, iconen, screen fonts, navigatie en visual language.
Onderdeel Stp Project Online Media Proces 2,0 Project Online Media Product 2,0 Mediatechnologie 1,0 Usability 1 1,0 Mediaconcepting 1,0 Vormgeving voor beeldscherm 1,0 Inleiding Art & Electronic Media 2,0 Creative Problem Solving 2 1,0 Verbeelden 2 1,0 Webtools 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 2 0,5 FreeSpace (zie 3.5) 1,5 Totaal 15,0
23
Jaar 1 blok 3 Time Based Media coördinator: Frederik Duerinck Projectomschrijving In ‘Depth of the Surface’ maak en analyseer je in groepsverband een ‘mixed media’ productie.
Gedurende deze periode leer je hoe je een reeks beelden maakt die een verhaal vertellen. De beelden sporen de kijker aan tot handelen. Om de kijker te ‘verleiden’ mee te gaan in jouw vertelling, is analyse van je onderwerp, je verhaal en je doel cruciaal. Je maakt twee commercials op basis van je eigen analyses. Gedurende het maakproces analyseer je wat je wilt vertellen en hoe je dat het beste kan doen om de kijker mee te krijgen.
Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Film- en Beeldanalyse (T&R) Kennis van grondbeginselen van de semiotiek en de formele filmanalyse. Interviewen (PV) Hoe kun je door middel van interviews komen tot bruikbare informatie en inzichten (motivaties, waarden, behoeften)? Je krijgt theorie over interviewen en het schrijven van een artikel. Verder oefen je veelvuldig met interviewen tijdens de practica en projecturen. AV Tools (Tools) Videobewerking met Premiere, introductie van After Effects. Deze module sluit aan op lessen over camera- en audiotechnieken.
ondersteunende modules AV Techniek (CT) Technische basiskennis van geluidopname, videoopname en hun nabewerking. Usability 2 (II) Gebruikers- en taakanalyse, praktisch observeren/ interviews, cultural probing, personas, use cases. PROPOSITION FINDING (IS) Het kunnen ontwikkelen van relevante beloftes naar een doelgroep op basis van de marketing umfeld en consumenteninzichten. Vertaling daarvan naar een creatieve briefing en een multimediacampagne. Uitdiepen begrip concept. Motion Design (MV) Deze module combineert het schrijven van een scenario, het maken van een storyboard, de basis van motion graphics. Kortom: inhoudelijke en esthetische aspecten van bewegend beeld op basis niveau.
24
Onderdeel Stp Project Time based Media Proces 2,0 Project Time based Media Product 2,0 AV Techniek 1,0 Usability 2 1,0 Proposition Finding 1,0 Motion Design 1,0 Film- en beeldanalyse 2,0 Interviewen 1,0 AV tools 1,0 Vrije studiepunten (zie 3.5) 1,0 Beroepsoriëntatie 1 (zie 3.5) 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 3 0,5 Taalbeheersing Engels 0,5 Totaal 15,0
Jaar 1 blok 4 Social Media coördinator: Sandra Oom PROJECTOMSCHRIJVING In het project ‘Food for Thought’ werk je binnen het thema ‘voeding’ aan een event (= kleinschalige interventie in de openbare ruimte) waarbij je een bepaalde doelgroep ‘activeert’. Met activeren bedoelen we aanzetten tot:
het verdiepen van kennis over een onderwerp of het veranderen van een attitude of gedrag. Nadruk van dit project ligt in het uitvoeren van het event en het evalueren van het door jou bedachte concept, bij de doelgroep en het beoogde effect op de doelgroep in de vorm van een case movie.
ONDERSTEUNENDE MODULES VISUELE IDENTITEIT (MV) Basis van identiteitsontwerp, semiotiek en visuele communicatie. Verder een visueel onderzoek naar de doelgroep en het onderwerp van het blokproject.
Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: PSYCHOLOGIE (T&R) Vanuit een psychologisch perspectief werk je met menselijke factoren: fysieke, sociale en culturele. Bewust en onbewust spelen deze factoren een rol in je ontwerppraktijk en beïnvloeden ze het gebruik en de perceptie van interactieve media. ENGELS 1 (PV) Begrijpend lezen, samenvatten, verslag doen van Engelse teksten, met gebruikmaking van literair, zakelijk en journalistiek materiaal. Aan deze module is een taaltoets gekoppeld onder de noemer ‘taalbeheersing Engels’. Het halen van deze toets is een voorwaarde om de module Engels 1 af te sluiten. Als je de toets niet haalt, krijg je een zelfstudieprogramma aangeboden. ANIMATIE TOOLS (TOOLS) Het leren vervaardigen van een animatie waarin diverse media worden samengevoegd.
USER INTERFACE DESIGN (II) Praktisch toepassen van psychologische theorieën op bestaande en nieuwe vormen van interactie, zowel binnen als buiten het interactieconcept en -ontwerp van dit kwartaalproject. COMMUNICATIE & DOELGROEPEN (IS) Inleiding in de theoretische principes van communicatieleer. Verdere uitdieping van het effectief inzetten van communicatie door te denken vanuit doelgroepen en hiervoor een relevante belofte kunnen ontwikkelen. WEBTECHNOLOGIE (CT) Webtechnologieën voor vormgeving en interactiviteit van webpagina’s en -apps.
Onderdeel Stp Project Social Media Proces 2,0 Project Social Media Product 2,0 Visuele Identiteit 1,0 User Interface Design 1,0 Communicatie & Doelgroepen 1,0 Webtechnologie 2 1,0 Psychologie 2,0 Engels 1 1,5 Animatietools 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 4 0,5 Propedeuse-assessment (zie 2.8) 2,0 Totaal 15,0
25
3.5 Overige onderdelen jaar 1 FreeSpace In week 10 van blok 2 vindt de FreeSpace plaats voor alle studenten van jaar 1 en 2. De FreeSpace heeft de vorm van een ‘pressurecooker’ en is het onderdeel van het curriculum dat je bij uitstek de mogelijkheid biedt uiting te geven aan je eigen ideeën en vaardigheden. Deze week werken 1e en 2e jaars studenten samen. In de korte tijd van een week werk je intensief aan je FreeSpace project, de volledige week inclusief avonden. De ervaring leert dat het een hele intensieve, leerzame, maar vooral ook leuke en inspirerende week is. Docenten van CMD formuleren projecten op basis van een persoonlijke fascinatie binnen het CMD-werkgebied. De thema’s kunnen uit de actualiteit zijn, een nieuwe ontwikkeling, iets filosofisch, maatschappelijks, historisch of toekomstig et cetera. Tezamen geven de projecten een beeld van het brede domein van CMD. De projectomschrijvingen worden gepubliceerd op BlackBoard zodat je kunt inschrijven op een project van je keuze. Je geeft samen met door jou gekozen medestudenten je eigen invulling aan het door de docenten aangedragen thema. Hoe je werkt, met wie je werkt en in welke vorm je dit presenteert tijdens de expositie aan het eind van de week is aan jou. Tijdens de FreeSpace geldt verplichte aanwezigheid. Je wordt begeleid door een docent. De FreeSpace wordt afgesloten met een beoordeling in de vorm van een expositie.
Onderdeel FreeSpace Toetsvorm Aanwezigheid & expositie Norm Voldoende Studiepunten 1,5
Beroepsoriëntatie Tijdens de Beroepsoriëntatie maak je kennis met de beroepspraktijk. Dit doe je door het uitvoeren van een aantal opdrachten per schooljaar. De beroepsoriëntatie geeft je een beter beeld van het beroepenveld van CMD en ondersteunt je bij de keuzes van minors, stage en afstuderen die je in je latere studie moet maken.
26
De opdrachten zijn divers en deels naar eigen voorkeur, inhoud en planning in te vullen. Bijvoorbeeld het bezoeken van een event als het STRP festival of een symposium. Toetsing vindt plaats in blok 3. Daarvoor dien je de resultaten van je beroepsoriëntatie op te nemen in je SLB-portfolio. Voor meer informatie zoals taakomschrijvingen zie de course Beroepsoriëntatie op BlackBoard.
Onderdeel Toetsvorm Norm Studiepunten
Beroepsoriëntatie Opdrachten Voldoende 1
In het eerste jaar ligt het accent op het kennismaken met de beroepspraktijk. ASSESSMENT Zie 2.8. Vrije Studiepunten In jaar 1 moet je 28 StudieBelastingsUren (SBU) besteden aan activiteiten die in aanmerking komen voor toekenning als Vrije Studiepunten. Het betreft hier werkzaamheden die binnen het domein van CMD liggen of hieraan ondersteunend zijn. Een paar voorbeelden: • Het doen van CMD-gerelateerde opdrachten voor interne- of externe partijen, mits gevalideerd door CMD. • Deelname aan een CMD studievereniging. • Meehelpen aan de organisatie van de CMD Eindexamenexpositie. • Meehelpen bij Open dagen. • Zitting nemen in Academieraad of Opleidingscommissie. • Het organiseren van een Studium generale of symposium. Het behalen van je studiepunten werkt als volgt: • Je kiest een opdracht; er zijn verschillende opdrachten te vinden in de Vrije Studiepunten course op BlackBoard. Je mag zelf ook met voorstellen komen. • Voor de activiteit(en) die je wilt gaan uitvoeren dien je toestemming te vragen. Hiervoor maak je gebruik van het aanvraagformulier in de Vrije Studiepunten course op BlackBoard.
• A lleen met instemming van de coördinator Vrije Studiepunten mag je beginnen aan de voorgenomen activiteit. • In de Vrije Studiepunten course op BlackBoard vind je meer informatie over specifieke eisen en wijze van beoordeling. Het is belangrijk dat je de vrije studiepunten niet pas op het allerlaatste moment uitvoert. Begin tijdig!
Onderdeel Vrije studiepunten Toetsvorm Afhankelijk van vorm opdracht Norm Voldoende Studiepunten 1
27
SERMINAR ‘CMD MEETS AVANS HEALTH AND INNOVATION’ 11 MAART 2014
4. JAAR 2 EN VERDIEPINGSSEMESTERS (Beroepsvormende fase) JE ONTWIKKELT JE TOT VAKBEKWAAM CMD’ER
JE KUNT OPDRACHTEN IN EEN MEER COMPLEXE SITUATIE UITVOEREN
JE LEERT REFLECTEREN OP JE EIGEN WERK
FASE 2 JE BEHEERST DE BASISTECHNIEKEN OM ALS CMD’ER TE FUNCTIONEREN
JE BEZIT BASISKENNIS OMTRENT HET VAK
JE WORDT NOG VEEL BEGELEID
Doelstellingen in de beroepsvormende fase.
4.1 Opbouw De beroepsvormende fase bestaat uit het tweede jaar en de eerste helft van het derde jaar van de opleiding. De doelstellingen van deze fase zijn te zien in bovenstaande figuur. In jaar 3 worden blok 1 en 2 doorlopend uitgevoerd. Dit is het deel van de opleiding waar je een van de vier verdiepingssemesters volgt.
4.2 onderwijsheden jaar 2 In het volgende hoofdstuk staan alle onderwijseenheden met de bijbehorende studielast. De totale studielast van een leerjaar is 60 studiepunten. Een studiepunt is 28 studiebelastingsuren.
30
Week 1 t/m 7 Onderwijs, inclusief toetsing ondersteunende modules en overige onderwijslijnen
Week 8 Voorbereiding projectpresentatie. Projectbeoordeling. Toetsen
Week 9 Feedbackweek/herkansingen
Week 10 Overige activiteiten (’zwevende’ week)
Jaar 2.
Week 1 t/m 9 Onderwijs, toetsing van onderwijsmodulen
Week 10 Assessment en Feedbackweek (SLB, feedback en herkansingen)
Jaar 3 blok 1.
Week 1 t/m 8 Onderwijs, toetsing van onderwijsmodulen
Week 9 Eindbeoordeling verdiepingssemester
Week 10 Feedbackweek (SLB, feedback, herkansingen)
Jaar 3 blok 2.
31
Jaar 2 blok 1 Smart object coördinator: OTHmar Schimmel EN PRISCILLA ESSER Projectomschrijving In dit kwartaal ontwerp je een smart object. Digitaal ontwerp en fysiek productontwerp worden steeds vaker geïntegreerd tot een ‘slim’ functionerend product. Het is in staat tot daadwerkelijke interactie met de gebruiker; een smart object past zijn gedrag aan op de input van een gebruiker.
Thema van het kwartaal is zorg en welzijn. De massaconsumptiemarkt waar opdrachtgever Philips zich op wil richten is de in de toekomst almaar groter wordende groep senioren (55+). Daarbinnen vind je zelf een specifieke doelgroep met een specifieke behoefte. Jouw smart object voorziet op moderne wijze in die behoefte en wordt als het ware een ‘Smart Friend’. Qua toepassing van cutting-edge technology, look & feel en gebruiksvriendelijkheid laat je je product uitblinken. Bovendien let je er op dat je smart object zowel strategisch als visueel past bij de identiteit en het imago van Philips. Tijdens de beoordelingsdag overtuig je Philips in een Engelstalige pitch om jouw product te kiezen.
Ondersteunende modules Trends in technologie (CT) Onderzoek naar en referaat over een aan smart objects gerelateerde actuele technologieën en eerste kennismaking met arduino. Productontwerp (II) Functionaliteit, usability, look & feel van user interface (zowel digitaal als tactiel); emotional en sensorial design; gebruikersprofielen, ergonomie, heuristieken, onderzoek naar vorm en functie. Productvormgeving (MV) Geschiedenis Industrial Design en vormstudies.
32
Marketing/Identiteit & Imago (IS) Strategische omgevingsanalyse (intern/extern), gekoppeld aan de strategische doelen van de organisatie. Insteek vanuit marketingperspectief en de daaruit voortvloeiende consequenties voor onder andere productontwikkeling, positionering, profilering. Analyseren van (betekenis van) identiteit en imago, de mate van congruentie daartussen en hoe deze te optimaliseren. Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Media Ethiek (TR) In deze module onderzoek je welke kwesties er spelen op de breuklijnen van ethiek, media en maatschappij. Je werkt aan de hand van een aantal ethische dilemma’s uit ons geglobaliseerde medialandschap en leert daardoor ethische vragen stellen. Engels 2 (PV) Nadruk op schrijf- en spreekvaardigheid. Schrijfvaardigheid door middel van het schrijven van een managementsamenvatting over het project, spreekvaardigheid door middel van het oefenen in pitchen en discussiëren. 3DTools (Tools) Tekenen van 3D objecten en animatie van 3D objecten.
Onderdeel Stp Project Smart Object Product 2,0 Project Smart Object Proces 2,0 Trends in technologie 1,0 Productontwerp 1,0 Productvormgeving 1,0 Marketing/Identiteit & Imago 1,0 Media Ethiek 2,0 Engels 2 2,0 3Dtools 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 5 0,5 Vrije studiepunten (zie 4.3) 1,5 Totaal 15,0
Jaar 2 blok 2 Mediastrategie-advies coรถrdinator: Hugo van roy EN OTHMAR SCHIMMEL Projectomschrijving Vanuit onderzoek van een specifieke doelgroep, de sociaalmaatschappelijke context, de invloed van media in de omgeving en technische mogelijkheden, ontwikkel je een transmediastrategie in woord, beeld en prototype.
Animatietools 2 (Tools) Visuele effecten in bewegend beeld (animatie en video).
ondersteunende modules Programmeren van Interactie en Databases (CT) Programmeren van interactie, dataopslag en retrieval. Inleiding databases ontwerp. Informatieontwerp 1 (II) Interactieve beleving, trends in UID, informatieontwerp, narratie. Mediastrategie (IS) Mediastrategie en verantwoording daarvan op basis van New Media Theory. Koppeling daarvan met lokale doelgroepen/communities. Globalisering (cultuurbepaalde communicatie). Megatrends, grote maatschappelijke ontwikkelingen en de relevantie daarvan voor andere communities. Beeldredactie (MV) Van semiotiek (jaar 1) naar Visuele retorica: beeld in context, kwaliteit en betekenis van beeld. Beeldgenres, beeld sequenties, visuele narratie. Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Mediasociologie (T&R) Theoretische bespiegelingen over identiteit in de netwerksamenleving, over de verhouding tussen (nieuwe) media en cultuur en over de spanning tussen globalisering en lokale identiteit. Groepsdynamica (PV) Je leert de dynamiek van kleine groepen kennen en beheersen. Je werkt met praktische opdrachten, theoretische studie en gaat reflecteren op je eigen functioneren binnen een groep (samenwerken).
Onderdeel Stp Project Mediastrategie Proces 2,0 Project Mediastrategie Product 2,0 Programmeren van interactie en databases 1,0 Informatieontwerp 1,0 Mediastrategie 1,0 Beeldredactie 1,0 Mediasociologie 2,0 Groepdynamica 2,0 Animatietools 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 6 0,5 FreeSpace (zie 4.3) 1,5 TOTAAL 15,0
33
Jaar 2 blok 3 Serious games coördinator: Mark Meeuwenoord Projectomschrijving Gaming is hot en de game-industrie groeit jaarlijks met significante cijfers. Games zijn bij uitstek multimediale producten en naast entertainment ook zeer overtuigende en expressieve communicatiemiddelen. In dit blok leer je gamification methodes in te zetten om gebruikers een actueel onderwerp op een speelse en overtuigende manier te laten beleven.
ondersteunende modules Game Programming (CT) Creatief programmeren met een focus op games. Game design (MV EN II) UID voor gaming: focus op interactieconcept en ontwerpen van gedrag, interactive sound design. Gaat in op stilistische en overdrachtelijke basiselementen van een game zoals karakter, achtergrond, interface, look and feel. Attitude & gedrag (IS) Vanuit de sociale psychologie wordt dieper ingegaan op beïnvloeding van attitude en gedrag. Daarnaast komen basisbegrippen uit de mediapsychologie aan de orde. Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: GAME STUDIES (T&R) Inzicht verkrijgen in de verschillende theoretische aspecten van gaming. Story Design (PV) Ontwerpen en analyseren van verhalen op basis van analysemodellen. Leren werken met de belangrijkste bouwstenen die aan de basis van een goed geconstrueerd verhaal liggen. Audio tools (Tools) Leren werken met een industry standard DAW (Digital Audio Workstation).
34
Onderdeel Stp Project Serious Games Product 2,0 Project Serious Games Proces 2,0 Game Programming 1,0 Game Design 2,0 Attitude & Gedrag 1,0 Game studies 2,0 Story Design 2,0 Audiotools 1,0 Studieloopbaanbegeleiding 7 0,5 Beroepsoriëntatie 2 (zie 4.3) 1,5 Totaal 15,0
Jaar 2 blok 4 Natural Interfaces coรถrdinator: Thijs Eerens Projectomschrijving Het eindresultaat van deze periode is een interactieve installatie/toepassing. Je opdracht is het conceptualiseren, ontwerpen en realiseren van een interactieve installatie of toepassing waarin een beleving centraal staat.
Je installatie of toepassing maakt gebruik van een natural interface. Een natural interface is een andere manier om een computer te bedienen dan door middel van toetsenbord of muis. Aan de hand van de opdracht (thema en opdrachtgever) ontwikkel je een concept voor je installatie. Hierbij bedenk je een beleving die tot het gewenste doel leidt, daarna maak je een technisch ontwerp en uiteindelijk ontwerp je de interactie die tot de gewenste beleving leidt.
ondersteunende modules
Modules uit de leerlijnen Theorie & Reflectie (T&R), Professionele Vaardigheden (PV) en Tools: Mediafilosofie (T&R) Een introductie op de filosofie van Technology, Nature & Culture binnen een context van Media Studies. Er wordt aan de hand van literatuur en filmmateriaal ingegaan op en kennis genomen van een aantal filosofische denktradities en debatten die een plaats hebben binnen het domein van media studies. Creative Problem Solving (PV) Verdieping van creatieve vaardigheden, gericht op het verwerven van intellectuele vermogens en het ontwikkelen van conceptuele denkkracht en inhoudelijke visualisatie. Programming Tools (Tools) Visuele programmeeromgeving voor audio, beeld en multimedia (MAX/MSP). Onderzoeksvaardigheden (PV) Methoden en technieken van onderzoek.
Programmeren van natural interfaces (CT) Programmeren van natural interfaces met behulp van sensoren. Interactieontwerp (II) Interactieontwerp voor ruimtelijke interfaces en fysieke beleving. Ontwikkelingen op gebied van ruimtelijke interfaces. Bespreken gebruiksonderzoek labdag. Belevingsconcept (IS) Doelgroeponderzoek en het vertalen van een gegeven probleemstelling naar een belevingsconcept door middel van creatieve technieken. Ruimtelijke vormgeving (MV) Praktijkgerichte module waarin de interactieve installatie wordt behandeld als een ruimtelijk ontwerp. Veel aandacht voor de juiste vorm, de context, omgeving, materialisering.
Onderdeel Stp Project Natural interfaces Product 2,0 Project Natural interfaces Proces 2,0 Programmeren van Natural Interfaces 1,0 Interactieontwerp 1,0 Belevingsconcept 1,0 Ruimtelijke vormgeving 1,0 Mediafilosofie 2,0 Creative Problem Solving 3 2,0 Programming tools 1,0 Studieloopbaanbeleiding 8 0,5 Informatievaardigheden 1,5 Totaal 15,0
35
4.3 OVERIGE ONDERDELEN JAAR 2 FREESPACE, BEROEPSORIENTATIE EN VRIJE STUDIEPUNTEN De toelichting van deze drie onderdelen lees je in 3.5.
In het tweede jaar ligt het accent op het vinden van je eigen weg binnen het vakgebied De verdeling van studiepunten is als volgt:
Onderdeel FreeSpace Toetsvorm Aanwezigheid & expositie Norm Voldoende Studiepunten 1,5
Onderdeel BeroepsoriĂŤntatie 2 Toetsvorm Opdrachten Norm Voldoende Studiepunten 1,5
Onderdeel Vrije studiepunten Toetsvorm Afhankelijk van vorm opdracht Norm Voldoende Studiepunten 1,5
4.4 Onderwijseenheden in jaar 3 Verdiepingssemesters De eerste twee blokken van jaar 3 ga je je verdiepen door middel van een van de vier verdiepingssemesters; II, CT, MV, IS. In deze perioden komen alle competenties aan bod, echter nu met meer complexiteit, een grotere diversiteit aan methodieken en meer onderlinge samenhang. Toekomstig beroepsmatig handelen komt explicieter aan bod, in theorie en praktijk. Zelfstudie zal in de studiebelasting veel meer nadruk krijgen. In SLB staat het ontwikkelen van een eigen visie op je toekomstige rol in de beroepspraktijk centraal en het invullen van je eindstudie. In het kader van beroepsmatig kunnen
36
handelen, het ontwikkelen van een eigen visie op de toekomst en met het oog op de individuele keuzes voor de eindstudie, zal de relatie met de beroepspraktijk worden geĂŻntensiveerd (onder andere door CMD sessies). Verdiepingssemester algemeen In alle verdiepingssemesters zitten de volgende algemene onderwijseenheden:
Onderdeel CMD sessies Ondernemen Assessment
STP 5 1 1
CMD Sessies In het derde jaar sta je op de drempel van stage en afstuderen. Daarom word je tijdens de vier verdiepingssemesters bij CMD sessies gecoacht op zelfstandig onderzoek naar een state of the art onderwerp uit het CMD beroepenveld. In studententeams werk je aan theoretische en beroepsgerichte verdieping die je op professionele wijze deelt en aan elkaar presenteert in een CMD sessie. De vorm van een CMD sessie kan zijn een workshop, hackathon, interactieve seminar, masterclass of een vergelijkbare zelfbedachte opzet. Het zijn de eerste stappen op gevorderd niveau richting het afstuderen en jezelf presenteren als professional. Ondernemen In de voorbereiding op je beroepspraktijk wil de opleiding je de keuze geven om binnen het thema Ondernemen een workshop te volgen. Misschien wil je wel graag je eigen onderneming starten na deze opleiding of heb je tips nodig voor het solliciteren of opstellen van een cv. Deze workshops worden via BlackBoard gecommuniceerd zodat je daar je eigen keuze in kunt maken. Assessment Zie 2.8.
INTERNATIONAL WORKSHOP BREDA OVERLOOKED 8-12 APRIL 2013 DENNIS LEENDERS EN CHLOE RAY
ME AND THE BODY ROBBIN KOK
Verdiepingssemester Multimediale Vormgeving Coรถrdinator: Sandra Oom Verdiepingbeschrijving De CMD Multimedia Vormgever (MV) is verantwoordelijk voor de verschijningsvorm van interactieve User Experiences. Hij of zij weet geluid, beeld, beweging en tekst op een interactieve manier met behulp van technologie in te zetten en te combineren in diverse omgevingen; van print tot beeldscherm, van vlak tot ruimtelijk en van statisch tot bewegend. Wat je mag verwachten Het verdiepingssemester richt zich expliciet niet op het opleiden van specialisten (zoals bijv. 3D specialisten) of uitvoerende en ondersteunende vormgevers (DTP-ers). Het specialisme van de vormgever ligt in de fundamentele kennis en kunde van en gevoel voor uitdrukkingsvormen, (beeld)taal, diverse media en hun mogelijkheden en beperkingen. De MV-er is in staat om vanuit een gedegen (visueel) onderzoek en
38
een goed onderbouwd concept te komen tot een multimediale vertaling passend bij een vaak complexe vraag en zet daarbij diverse middelen in. Multimediale Vormgeving Jaar 3 In deze verdieping zijn vakken, kennisgebieden en docenten aan elkaar gekoppeld in vier modules: Beeld, Audiovisuele Vormgeving, Webdesign en Ruimtelijke Vormgeving. Iedere module duurt een maand en heeft een opdracht. In deze relatief korte maar zeer intensieve modules werk je dagelijks individueel of samen aan de opdracht. Het tempo en ambitieniveau ligt hoog. Er wordt een open en professionele houding van je verwacht. Je wordt geacht binnen en buiten de lessen zelfstandig te werken, veel te onderzoeken en daarbij open te staan voor kritische feedback van medestudenten en docenten. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een autonome houding ten opzichte van het CMD vakgebied.
Je wordt uitgedaagd om zowel jezelf (beginnend CMD professional) als het vakgebied CMD te onderzoeken en zijn/haar standpunt hierin te presenteren.
MODULES BEELD In deze module staat de communicatieve en retorische kracht van beeld centraal. De nadruk ligt op visueel onderzoek. Thema’s zijn beeldcultuur en de relatie tussen beeld, tekst en betekenis. Daarnaast wordt er ingegaan op de technische aspecten van beeldproductie. WEBDESIGN In deze module wordt het ontwerpproces van een online interactieve beleving in een compacte tijd van begin tot eind doorlopen. Van de eerste gebruikersonderzoeken tot een concept tot een werkend prototype. AUDIOVISUELE VORMGEVING In deze module staat Time Based Media centraal. Aan de hand van een opdracht wordt er ingegaan op diverse aspecten van het ontwerpen van bewegend beeld en geluid: scenario, montage, camera, geluid, genres et cetera. RUIMTELIJKE VORMGEVING Gedurende vier weken wordt deze module gegeven als intensieve pressure-cooker. De lessen worden gegeven in de vorm van colleges, workshops en begeleiding. Door het voltooien van een reeks opdrachten verken je de mogelijkheden die Ruimtelijke Vormgeving voor de CMD’er kan bieden.
Onderdeel Stp Beeld 6 Webdesign 5 Audiovisueel 6 Ruimtelijk 6 CMD sessies 5 Ondernemen 1 Assessment 1 Totaal 30,0
39
THINKING DODECADAER MARCEL BOONMAN
Verdiepingssemester Informatie en interactie Coรถrdinator: Michel Witter Verdiepingbeschrijving Het doel binnen dit semester is jou te leren om vanuit empathie voor de doelgroep, met interesse voor ontwikkelingen binnen het vakgebied en fascinatie voor de impact van interacties op gebruikersbelevingen vernieuwende interactieconcepten te ontwerpen voor een redelijk complexe probleemcontext, voor een echte opdrachtgever. Je wordt geacht in een iteratief ontwerpproces gebruik te maken van onderzoeks-, ontwerp- en presentatietechnieken. Hierin word je begeleid door verschillende docenten en vanuit verschillende expertises. Onderweg leer je experience demonstrators te maken. Omschrijving verdiepingssemester Je gaat je verdiepen door vanuit drie verschillende perspectieven binnen dit domein aanvullende kennis te vergaren en je als ontwerper serieuzer te concen-
40
treren op het ontwerpen van interactie. Je wordt kritischer. Je zal meer naar argumenten gaan zoeken door middel van theorie en experiment. Je zal meer gaan onderbouwen om anderen te overtuigen van de kwaliteit van jouw oplossing. Hierdoor zal je beter kunnen omgaan met complexe opdrachten. Met deze bagage ben je klaar voor een individuele case uit de beroepspraktijk. De opdrachtgever is nauw bij jouw project betrokken en een expositie van de eindresultaten zal dan ook op locatie bij de opdrachtgever plaatsvinden. Je integreert in deze case alle reeds aangeboden kennis van informatiearchitectuur, usability et cetera en zorgt voor samenhang. Je gaat je tegelijk verdiepen door zelfstandig aanvullende kennis te vergaren en je als ontwerper serieuzer te concentreren op het ontwerpen van interactie. Je moet veel willen exploreren, de uitdaging serieus nemen, zorgen dat je er zelf enthousiast van wordt
en kansen gaat zien. Je ontwikkelt een eigen ontwerpstijl en een attitude die bij een echte interactieontwerper past. Toelatingsverwachtingen We verwachten dat je nieuwsgierig en empathisch bent, interesse hebt in de mens als zintuigelijk wezen, wilt stilstaan bij potentieel waardevolle kleine dingen, het grote en het kleine tegelijk kunt zien en je daardoor laat inspireren. Je hebt passie voor detail en de lust om je ideeĂŤn te verbeelden en te communiceren aan een ander. Je deinst er niet voor terug om te experimenteren met technologie en je oplossing om te zetten in een hi-fi prototype.
PROJECT Na de eerste verdiepende weken zullen docenten met uiteenlopende expertises beschikbaar zijn om je te begeleiden tijdens je ontwerpproces. Tijdens dit proces word je ook geacht te onderzoeken welke rol jij denkt te gaan vervullen als ontwerper. Jouw bevindingen zet je om in een essay waarin je laat zien welke ontwikkeling jij in dit semester hebt doorgemaakt en hoe jij de drie modules integreert in een eigen identiteit als ontwerper.
Stagemogelijkheden II’ers kunnen een stageplek vinden bij onder andere Eden-Spiekermann, Fabrique, Philips, St. Elisabeth ziekenhuis, Kiss The Frog, The Widget Company en IJsfontein. Zij werken aan onder andere websites, apps en widgets, e-learning oplossingen, interactieve exhibits en communicatie devices.
modules INTERACTION DESIGN Je leert een doordachte interactieve oplossing te ontwerpen die aansluit bij de context van de gebruiker en een waardevolle plaats inneemt in het dagelijkse leven. Je leert op een eigen wijze te experimenteren, te onderzoeken en jouw ontwerp te beargumenteren. Je experimenteert met het ontwerpen van vernieuwende tactiele en servicegerichte concepten. INFORMATION DESIGN Je leert relevante informatie inzichtelijk te maken of, liever gezegd, uit een complex verhaal de essentie te distilleren en dat om te zetten naar een statisch of dynamisch informatieontwerp. Je experimenteert met grafische en dynamische elementen en met nieuwe (mogelijk interactieve) vormen waardoor uit informatie kennis kan ontstaan. USABILITY ENGINEERING Je leert gerichte middelen te kiezen om gebruikersinzichten te vergaren, zodanig dat je je tussenresultaten kan toetsen aan realistische criteria. Je leert ontdekken wat er zich in de buitenwereld afspeelt en hoe je dit kunt gebruiken als inspiratiebron. Bijzondere doelgroepen die buiten je eigen belevingswereld liggen leer je beter begrijpen door de nieuwste methoden en technieken uit het vakgebied in te zetten.
Onderdeel Stp Interaction Design 7 Information Design 7 Usability Engineering 7 Project 2 CMD sessies 5 Ondernemen 1 Assessment 1 Totaal 30,0
41
BRAINSTORMEN, IDEEËN BEDENKEN EN STRUCTUREREN. HET BEGIN VAN ELK PROJECT.
Verdiepingssemester Interactie Strategie Coördinator: Jan-Willem Leentfaar en Hugo van Roy verdiepingBeschrijvinG Het verdiepingssemester ‘Interactie Strategie’, kortweg IS genoemd, is bedoeld voor CMD-studenten die het oplossen van complexe interactievraagstukken als een uitdaging zien. Voor studenten die graag helicopteren, die een grenzeloze nieuwsgierigheid hebben naar mensen en hun gedrag en van daaruit probleemsituaties kunnen analyseren, zich afvragen wat de kracht en betekenis van boodschappen en belevingen kan zijn en, bovenal, voor studenten die hun team willen inspireren en tot ongekende hoogten willen opstuwen. De CMD-Interactiestrateeg stelt gerichte interactie met gebruikers centraal. Hij of zij geeft door gedegen onderzoek en analyse van opdracht, opdrachtgever, probleem(situatie), doelgroep en omgeving haarscherp aan hoe doelen bereikt kunnen worden en waarmee. Om de interactie tussen producent en afnemer
42
optimaal vorm te geven is communicatie nodig die enerzijds glashelder de belofte van de producent vertelt en anderzijds bij doelgroepen de juiste snaar raakt. En vervolgens die twee werelden naadloos bij elkaar brengt. Daarbij rekening houdend met de context, de omgeving, waarbinnen een en ander plaatsvindt. De CMD-strateeg weet hoe je dit doet. Het verdiepingssemester ‘Interactie Strategie’ bestaat uit drie fases: Customer Journey, Design Thinking en Implementatie. Customer Journey [Strategie] In de eerste fase van het verdiepingssemester concentreren we ons op Customer Journey vanuit een strategisch perspectief. We gaan onderzoeken welke toevoegende waarde een product of dienst kan hebben voor een gebruiker en welke zinvolle interactie die gebruiker wil met product of dienst (service design). We onderzoeken dit door te kijken
naar de zogenaamde ‘customer journey’: het proces van interactie dat een gebruiker doorloopt van eerste confrontatie tot oriëntatie, aankoop en gebruik van een product of dienst. Design Thinking [Concept] In deze fase gaan we oplossingen ontwerpen. Ontwerpen is het creëren van nieuwe waarde voor de gebruiker, meer specifiek: het creëren van ervaringen waardoor betekenis ontstaat. Human insights, diepe, dat wil zeggen intieme kennis van de gebruiker, staan hierin centraal. We benaderen het ontwerpproces vanuit ‘design thinking’: primair vanuit de gebruiker gaan we op zoek naar relevante innovaties die de waardebeleving van een product of dienst zullen verbeteren. Het is een holistische, divergerende manier van ontwerpen die enerzijds sterk rust op een gedegen begrip van de gebruiker en anderzijds op een autonome, brede visie op waar mogelijke oplossingen en innovaties vandaan kunnen komen. Implementatie [Campagne] Hoewel de gebruiker altijd centraal staat, hebben we ook te maken met opdrachtgevers. Zij hebben niet alleen een vraag (doel/opdracht) en ‘dus’ verwachtingen, maar beschikken ook over relevante, specifieke kennis. De opdrachtgever is een belangrijke partner binnen het ontwerpproces en moet dan ook op relevante momenten betrokken worden in dat proces, om zowel bij te dragen als te beoordelen. Tijdens deze laatste fase van de verdieping worden opdrachtgevers jullie sparringpartners teneinde - middels presentatie, overleg en discussie - jullie ontwerpen en concepten in de realiteit te kunnen plaatsen en uit te kunnen voeren. Tijdens dit verdiepingssemester besteden we onder andere aandacht aan: • • • • • • • •
Service design (het verband tussen organisatie, product en diensten gezien vanuit de klant). Behavioural design (hoe structuren/systemen voldoen aan behoeften en eisen van de klant). Marketingstrategie (interne en externe situatie analyse; doelen; positionering). Communicatiestrategie (verschillende vormen van communicatie en hoe die toe te passen). Onderzoek & Debrief (visie op een opdracht en/ of probleemstelling; wat is het doel?). Human Insights (onderzoek en analyse van doel- groepen; hoe bereik je de gestelde doelen?). Conceptontwikkeling (creatieve concepten die de doelen helpen realiseren). Implementatie (pitch/presentatie gericht op con- crete realisatie van oplossingen en adviezen).
Zelfstudie EN organisatie De ervaring leert dat zonder een gedegen uitdieping en toepassing van de theorie, de resultaten van de verdieping beperkt blijven. Je ontkomt met andere woorden niet aan de nodige uren zelfstudie, het bediscussiëren van de stof met je teamgenoten en het vervolgens toepassen ervan in je project(en). In het programma wisselen theoretische en praktische blokken elkaar af. Naast CMD-docenten worden de lessen verzorgd door een aantal experts uit de praktijk. Je werkt in teamverband. Een deel van de organisatie van de IS-verdieping ligt bij de studenten, jullie dus. Aan het begin worden afspraken gemaakt over planning en werkwijze, over tussentijdse reviews, verslaglegging van het proces en vorm en plaats van tussen- en eindpresentaties (onder andere expositie & debat). Er wordt dan ook een hoge mate van zelfstandigheid van je verwacht. Je beschikt over een beginnende visie op het vakgebied en een sterk onderzoekende mentaliteit. Iemand in dit werkveld is niet alleen theoretisch goed onderlegd, maar heeft ook een sterk ontwikkelde visie op dat werkveld. Daar kom je alleen maar door veel tijd te investeren in je eigen ontwikkeling. Je bent in staat door doelgroeponderzoek en literatuurstudie kennis en visie toe te passen in praktijkopdrachten en te komen tot creatieve en overtuigende oplossingen. Verder verwachten we dat je als CMD’er blijft denken vanuit oplossingen waarin niet alleen strategie, maar ook vormgeving, techniek en interactieontwerp een rol spelen.
Stage Studenten Interactie Strategie hebben een stageplek gevonden bij bijvoorbeeld NYOYN (interactief speelmateriaal), EdenSpiekermann (interaction design), STBY (design research & service innovation), Heineken (communicatie/interactie serviceafdeling), RTL Nederland (online concepten bij TV programma’s), Fabrique (merken, design & interactie) en We-Cross/ Next Best Band (platform voor Indie bands).
Onderdeel Stp Strategie 8 Concept 7 Campagne 8 CMD Sessies 5 Ondernemen 1 Assessment 1 Totaal 30,0
43
THE IMAGE TOASTER SCOTT VAN HAASTRECHT
Verdiepingssemester Creative Technology Coördinator: Thijs eerens Verdiepingbeschrijving Binnen Creative Technology verdiep je je in nieuwe, actuele en soms on-the-edge technologieën op het terrein van CMD. Een CT’er wendt de opgedane kennis en vaardigheden aan om creatieve nieuwe media oplossingen te bedenken, te ontwerpen en technisch te realiseren. Het combineren van actuele technologieën moet leiden tot innovatie in concept en realisatie. De modulen in periode 1 en 2 geven je hiervoor de benodigde bagage.
om vervolgens een workshop in die technologie te verzorgen voor de overige studenten van de groep. PRODUCTINNOVATIELAB Het onderzoeken van nieuwe technologieën en het bedenken, ontwerpen en realiseren van een nieuw product waarbij nieuwe technologieën creatief worden ingezet/gecombineerd. MOBILE APPS Ontwikkelen van apps voor mobiles en tablets.
modules WEBAPPLICATIE DEVELOPMENT Ontwikkelen van een webapplicatie met behulp van PHP en HTML5, databases, social media. CREATIVE PROGRAMMING Frontend programming met game-elementen. USABILITY In kaart brengen van doelgroep en eisen en wensen. Personas, use case diagrams en scenario’s, usability testing. TRENDS IN TECHNOLOGY Je bestudeert in groepjes een actuele technologie
44
Onderdeel Stp Webapplicatie development 5 Creative Programming 4 Usability 2 Trends in technology 3 Productinnovatielab 5 Mobile apps 4 CMD sessies 5 Ondernemen 1 Assessment 1 Totaal 30,0
5. EINDSTUDIE (BEROEPSVOORBEREIDENDE FASE) JE ONTWIKKELT JE TOT PROFESSIONEEL CMD’ER
JE KUNT OPDRACHTEN IN EEN LAAG COMPLEXE SITUATIE UITVOEREN
JE BENT IN STAAT KRITISCH TE REFLECTEREN OP EIGEN WERK
FASE 3 JE LAAT ZIEN IN DE BEROEPSPRAKTIJK TE KUNNEN FUNCTIONEREN (STAGE EN PROJECTEN)
JE STUURT OF GEEFT LEIDING AAN EIGEN PROJECTEN
JE WERKT ZELFSTANDIG AAN OPDRACHTEN
Doelstellingen in de beroepsvoorbereidende fase.
5.1 STUDIELAST ONDERDEEL Stage Minor Afstuderen
Voorbeelden van afstudeerprojecten vind je op avanscmd.nl en kun je zien tijdens de afstudeerexpositie. STP 30 30 30
5.2 OPBOUW De eindstudie is opgedeeld in drie semesters. In het eerste semester loop je stage. Je volgt in het tweede semester een minor binnen of buiten Avans. Je studeert in het laatste semester af met een afstudeerproject en rapportage. Je gebruikt je eindstudie om je CMD competenties (kennis, vaardigheden en attitude) verder te ontwikkelen. Je kunt er voor kiezen om je verder in de richting van je verdiepingssemester van jaar 3 te ontwikkelen. Maar je kunt de eindstudie ook gebruiken om jezelf juist meer te verbreden aan de hand van een eigen fascinatie/onderzoeksvraag.
Bedenk van te voren hoe je je wilt ontwikkelen en welke stappen je daarbij nodig hebt. Neem de kans om je toekomstige baan of toekomstige branche op zo veel mogelijk manieren te ontdekken in de laatste anderhalf jaar van je studie. Gedurende de eindstudie word je gecoacht door een SLB’er die samen met je kijkt, hoe je je ontwikkelt tot beroepsprofessional.
5.3 STAGE Tijdens je halfjaar stage doe je ervaring op in de beroepspraktijk. Je wordt ingezet voor uitvoerende dagelijkse werkzaamheden. Onderdeel van de stage is een opdracht, die ongeveer 50% van de tijd in beslag neemt. Deze opdracht spreek je af met het stagebedrijf maar voer je zelfstandig uit.
45
WERVING EN SELECTIE STAGEPLAATS Je bent zelf verantwoordelijk voor het werven van een stageplaats. Het Stage-, minor- en afstudeerbureau van CMD werft actief mee en heeft veel interessante bedrijven in de aanbieding. Deze bedrijven bieden niet alleen een inspirerende stage, maar vormen een goede aanvulling op het cv. Vaak hebben deze bedrijven ook ervaring met CMD-studenten. Het aanbod van stageplaatsen is te vinden op BlackBoard: course ‘Eindstudie’.
Het aantal plaatsen voor een minor van CMD is gelimiteerd. Bij een te geringe belangstelling voor een minor wordt deze afgelast. Informatie over aanbod en inschrijving van de minors wordt via BlackBoard, course ‘Eindstudie’ en Osiris bekendgemaakt.
5.4 MINOR
5.5 AFSTUDEREN
De minor kan in het teken staan van verdieping: dat wil zeggen dat je jezelf de expertise van een specifieke discipline binnen je eigen vakgebied eigen maakt. Denk bijvoorbeeld aan een minor waarin je leert om complexe informatie te visualiseren. De minor kan ook in het teken staan van verbreding: dat wil zeggen dat je kennis van een ander vakgebied opdoet, bijvoorbeeld een minor cognitieve psychologie. Je kunt kiezen voor minors die door CMD zelf worden aangeboden, maar je kunt ook een minor buiten CMD of Avans volgen.
In dit laatste onderdeel van de eindstudie zul je blijk moeten geven van een grote mate van zelfstandigheid.
MINOR BINNEN CMD CMD bood voorheen ieder jaar minors aan voor eigen studenten zoals Visualizing Information, Learning Experience Design en Immersive Stories*.
MINOR BUITEN CMD Andere opleidingen van Avans Hogeschool bieden ook minors aan. Daarnaast kun je ook een minor bij een andere hogeschool of universiteit volgen.
WERVING EN SELECTIE AFSTUDEEROPDRACHT Je bent zelf verantwoordelijk voor een afstudeeropdracht. Het Stage-, minor- en afstudeerbureau van CMD werft actief mee en heeft veel interessante bedrijven in de aanbieding. Het aanbod van afstudeerplaatsen is te vinden op BlackBoard: course ‘Eindstudie’. Het heeft de voorkeur om bij een bedrijf af te studeren, maar je kunt ook kiezen om je eigen opdrachtgever te zijn. Gedetailleerde informatie over de hele eindstudie vind je in het eindstudieboek, wat in het derde leerjaar voor je klaarligt.
CMD 3 2e semester
STAGE CMD 4 1e semester
MINOR individuele profilering
CMD 4 2e semester
AFSTUDEREN
Schematische fase van de eindstudie. * Het komend jaar worden waarschijnlijk nieuwe minoren aangeboden.
46
HUMAN FIREWALL MARLEEN VAN DE VELDE
6. Organisatie en medewerkers 6.1 Informatie en communicatie MEDIUM
WEBSITE
ONDERWERP
Algemene website Avans
www.avans.nl
Informatie over Avans Hogeschool en alle opleidingen
Communication & Multimedia Design website
www.avanscmd.nl
CMD platform; hier vind je onze blog, events, agenda, eindexamenprojecten en meer.
BlackBoard
bb.avans.nl
Nieuws, roosterwijzigingen, ziekmeldingen docenten, onderwijsmateriaal / courses, groepsindelingen, jaarkalender etc.
Studievoortgang
iAvans.nl en kies daar Osiris
Je cijferlijst
Avans mail
webmail.avans.nl
We gebruiken je Avans e-mailadres voor alle communicatie. Zorg dat je je mail elke werkdag checkt!
Studenten Informatie Balie
studentinfo@avans.nl
Vragen over betalingen, studentnummer, studentpasje, adreswijziging.
6.2 Organisatie van CMD Academiebureau De opleiding CMD is onderdeel van de Academie voor Communicatie en User Experience (ACUE), net als de opleiding Communicatie. Het Academiebureau is het organisatorische hart van de organisatie. Zij wordt aangestuurd door een teamcoördinator (Joost Bedert). Hoofdtaak is het ondersteunen van en deels coördineren van de bedrijfsprocessen van de academie. Het Academiebureau ondersteunt het management en de onderwijscoördinatoren bij de dagelijkse planning en organisatie. Het Academiebureau is je eerste aanspreekpunt voor vragen over de (organisatie van) de opleiding. Als je afwezig bent (bijv. door ziekte) mail je dat naar het Academiebureau. Vermeld bij het onderwerp: reden, voornaam, achternaam en jaar (bijv. Ziek-Piet Jansen-CMD1). Geef ook een korte toelichting.
48
Het Academiebureau bestaat onder andere uit: Chris Backx Carina Hermanides Kirsten Laurens Tamara Vervoorn info.cmd.breda@avans.nl 088 – 525 86 25 Let op: Voordat je met een vraag naar het academie bureau gaat kijk je eerst op BlackBoard of je daar het antwoord op je vraag kan vinden! ACADEMIERAAD De Academieraad (AR) is het officiële inspraakorgaan voor de academie. De AR oefent haar inspraakrecht uit op bijna alle onderwerpen waarvoor de academiedirectie de verantwoordelijkheid draagt. Voorbeelden daarvan zijn financieel beleid, personeelsbeleid en onderwijsbeleid. De AR bestaat uit medewerkers en studenten. Er nemen zowel medewerkers als studenten uit (liefst) verschillende jaargangen deel aan de AR.
De AR heeft tevens een signaleringsfunctie en adviseert waar nodig de AR de academiedirectie met betrekking tot haar beleid. Heb je opmerkingen of tips over de opleiding dan kun je de AR mailen via feedback.cmd.breda@avans.nl. Michel Witter (voorzitter) Sam van Vugt (student) Ellen Kroes Veerle Sips (student) EXAMENCOMMISSIE CMD De Examencommissie wordt ingesteld door het College van Bestuur en is belast met de organisatie en coördinatie van de examens. De Examencommissie houdt toezicht op de examens en op het toekennen van studiepunten en stelt regels vast met betrekking tot het tegengaan van oneigenlijke verwerving en oneigenlijke onthouding van studiepunten. De Examencommissie verleent eventuele vrijstellingen voor het afleggen van tentamens en verleent toestemming voor het volgen van externe minors en het volgens van onderwijsprogramma’s bij andere (buitenlandse) onderwijsinstellingen. De Examencommissie is ook bevoegd om rekening te houden met jouw bijzondere omstandigheden. Zie de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER). Voor bezwaren tegen genomen beslissingen tijdens je opleiding en verzoeken tot uitstel van de propedeusenorm et cetera neem je schriftelijk contact op met de Examencommissie. Kim Bergmans Bart Eerden (secretaris) Wander Eikelboom Geert Gooskens Ineke van Hal Christian Vermeer (voorzittter) examencommissie.CMD-COM@avans.nl FACILITEITEN De opleiding heeft haar eigen CMDlab en leslokalen voorzien van zowel PC’s als Macs met scanners en printers. Onderdeel van het CMDlab is de ‘uitleen’. Hier kan je terecht voor het lenen van allerlei audio en videoapparatuur en diverse elektronica. Verder zijn er werkplaatsen waar je onder toezicht gebruik kunt maken van bijvoorbeeld een 3D printer, een lasercutter en houtbewerkingsapparatuur. De beheerders hiervan zijn:
Corné Ossenblok cw.ossenblok@avans.nl 088 – 525 72 16 Voor vragen over BlackBoard, de digitale leeromgeving van de opleiding, kun je terecht bij de Electronische Leeromgeving Coördinator (ELCO). Pieter Floris pj.floris@avans.nl 088 – 525 87 53 CMD maakt gebruik van de ICT-faciliteiten van DIF (Dienst ICT en Facilitair). Voor vragen over inloggen, printen, wifi et cetera kun je terecht bij de ICT Helpdesk. Servicedesk DIF servicedesk.dif@avans.nl 088 – 525 88 88 Verder kun je gebruik maken van Xplora, de mediatheek en studieomgeving van Avans Hogeschool. INTERNATIONALISERING CMD heeft een aantal buitenlandse partners waarmee uitwisseling mogelijk is voor delen van je eindstudie. Je moet je wel realiseren dat dit meer tijd kost en dat je goede afspraken moet maken over de invulling van je eindstudie in het buitenland. De eisen die aan het specifieke onderdeel van je eindstudie worden gesteld wijken niet af van de eisen die in Nederland worden gesteld. Wel gelden een aantal aanvullende eisen met betrekking tot de taal waarin wordt gecommuniceerd en het vastleggen van alle afspraken en ter goedkeuring aanbieden aan het Stage-, minor- en afstudeerbureau van CMD. In het eindstudieboek vind je meer informatie over dit onderwerp. Nienke Huitinga Contactpersoon internationalisering CMD cmpr.huitenga@avans.nl Bij contacten met internationale bedrijven en organisaties kan de hulp worden ingeroepen van het International Office. International Office internationaloffice@avans.nl 088 – 525 80 01
Pieter Floris pj.floris@avans.nl 088 – 525 87 53
49
JURIDISCHE ZAKEN Punten waaraan je moet denken bij het uitvoeren van projecten en het maken van producten zijn auteursrecht (copyright), software licenties en plagiaat. De wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot ICT is voortdurend in ontwikkeling. Het is verstandig om dit bij te houden, ter voorkoming van strafrechtelijke problemen (strafblad). Zie verder de informatie over dit onderwerp in bijlage 3. Contactpersoon voor Juridische Zaken binnen Avans is Marla van Overbeek. Bij haar kun je terecht voor bijvoorbeeld het controleren van contracten.
met de Onderwijscommissie. De resultaten uit de blokrapportages komen ook aan de orde in de kickoff en worden gepubliceerd op BlackBoard. Dezelfde cyclus bestaat ook op het niveau van de opleiding.
Marla van Overbeek Juridisch beleidsmedewerker mvb.vanoverbeek@avans.nl 088 – 525 79 01
Bert Melief (Academiedirecteur) Joost Bedert (Teamcoördinator Academiebureau) Erik Blokland (Teamcoördinator Communicatie) Ria van Ooijen (Teamcoördinator CMD) Tinke Meeren (Managementassistente)
KENNISDOMEINCOÖRDINATOREN Het onderwijs van CMD beslaat een breed kennis en vaardighedengebied en is opgebouwd uit vier verschillende kennisdomeinen. Ieder kennisdomein heeft een eigen coördinator die samen met zijn team de inhoud van het onderwijs up-to-date houdt en de kwaliteit van het onderwijs bewaakt. Creative Technology (CT) Thijs Eerens jm.eerens@avans.nl Informatie en Interactie (II) Michel Witter mml.witter@avans.nl Interactie Strategie (IS) Hugo van Roy hhjcm.vanroy@avans.nl Multimediale Vormgeving (MV) Sandra Oom s.oom@avans.nl KWALITEITSCOMMISSIE Kwaliteitszorg is een belangrijk onderdeel van de onderwijsorganisatie. Borging en verbetering van het onderwijs zijn bij CMD gebaseerd op elke periode verzamelde evaluatiegegevens die worden vastgelegd in blokrapportages. De studenten CMD worden actief betrokken bij de totstandkoming van deze blokrapportages. Dit gebeurt in de vorm van een schriftelijke enquête en een panelgesprek. In de blokrapportages stelt de onderwijscoördinator een verbeterplan op, dat vervolgens wordt uitgevoerd en geëvalueerd. De blokrapportage wordt besproken
50
MANAGEMENTTEAM De academie (ACUE) wordt aangestuurd door het managementteam (MT) onder leiding van de academiedirecteur. Het MT bestaat uit drie teamcoördinatoren en de directeur. Het MT is verantwoordelijk voor onder andere onderwijs, personeelsbeleid, financiën, organisatie, communicatie en externe betrekkingen.
ONDERWIJSCOMMISSIE De Onderwijscommissie (OC) bestaat uit de opleidingscoördinator, docenten en kennisdomeincoördinatoren. Het is een besluitvormend overleg wat betreft de invulling, vormgeving, ontwikkeling en bijstellingen van het onderwijs van CMD. Ook bepaalt dit overleg, in samenspraak met de directeur en het team van CMD, de koers van de opleiding richting de toekomst. Bovendien is er afstemming met de Onderwijscommissie van CMD Den Bosch op bepaalde onderwerpen. De OC wordt ondersteund door een medewerker van het Academiebureau. Ria van Ooijen (voorzitter) Thijs Eerens Tinke Meeren (notulist) Sandra Oom Hugo van Roy Othmar Schimmel Michel Witter OPLEIDINGSCOMMISSIE CMD De opleiding vindt het belangrijk dat studenten invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van het onderwijs. De Wet op het hoger onderwijs bepaalt ook dat studenten hier recht op hebben via de opleidingscommissie. De opleidingscommissie is een adviesorgaan dat bestaat uit studenten en docenten. Formeel adviseert de opleidingscommissie over de OER en de uitvoering daarvan. In de praktijk betekent dit dat over de hele breedte de inhoud van het onderwijs en ontwikkelingen daarin besproken kunnen worden, van de opzet van het curriculum tot aspecten als beoordelingen, het bindend studieadvies et cetera.
De uitspraken van de opleidingscommissie hebben de status van een advies. Wel verplicht de opleiding zich om de opleidingscommissie een reactie te geven op haar adviezen. De opleidingscommissie komt in principe vier keer per jaar bij elkaar. OVERIGE COÖRDINATOREN Studieloopbaanbegeleiding en assessment Johan Slager jhp.slager@avans.nl Osiris- en toetscoördinatie Chris Backx crhm.backx-vanvroonhoven@avans.nl Tamara Vervoorn jht.vervoorn@avans.nl FreeSpace Wander Eikelboom ws.eikelboom@avans.nl Instroom, decentrale selectie en intake Carina Hermanides c.hermanides@avans.nl Open dagen, proefstudiedagen en literatuurlijst Kirsten Laurens k.laurens-pieterse@avans.nl Tamara Vervoorn jht.vervoorn@avans.nl Vrije studiepunten Alex Segers aam.segers@avans.nl SPORTFACILITEITEN Studeren in Breda is sporten bij BRESS. Bij BRESS kun je tegen een zeer aantrekkelijk tarief meer dan 50 sporten beoefenen. BRESS heeft haar eigen sportlocatie aan de Nieuwe inslag in Breda. BRESS www.bress.nl Nieuwe inslag 99 info@bress.nl 076 – 521 54 53 STAGE-, MINOR- EN AFSTUDEERBUREAU Het stage-, minor en afstudeerbureau helpt je tijdens je studie met de voorbereiding op en alle procedures rondom je stage, minor en afstuderen. Naast aanspreekpunt voor jou als CMD-student, is het bureau
ook het aanspreekpunt voor studenten van buiten de academie, voor docenten en voor bedrijven/instellingen. Al je vragen over stages, minors en afstuderen kun je stellen aan: Ellen Kroes erm.kroes@avans.nl 088 – 525 78 01 Esther van Dijk ejm.vandijk@avans.nl 088 – 525 88 37 STUDENTENDECAAN De studentendecaan helpt je bij problemen met de voortgang van je studie. Samen met jou bekijkt de decaan waarmee je rekening moet houden bij het nemen van beslissingen. Het is belangrijk dat je de studentendecaan op de hoogte stelt van de reden waarom het niet goed gaat. Soms is dit zelfs een voorwaarde om later in de studie een beroep te kunnen doen op bepaalde faciliteiten (bijvoorbeeld financiële ondersteuning). Raadpleeg de studentendecaan bij studieonderbreking, studievertraging, studiekeuzevragen, financiële problemen en financiële ondersteuning, problemen in de persoonlijke sfeer, functiebeperking, vragen met betrekking tot studiefinanciering en bezwaar- en beroepsprocedures. Gesprekken met de decaan zijn uiteraard strikt vertrouwelijk. De studentendecaan voor CMD is: Sacha Paans s.paans@avans.nl Voor afspraken kan je contact opnemen met de Studenten Informatie Balie op nummer 088 – 525 75 50. TOETSCOMMISSIE De toetscommissie valt onder de verantwoordelijkheid van de Onderwijscommissie en is belast met de implementatie van het toetsbeleid. De Onderwijscommissie en toetscommissie richten zich op de ontwikkeling, uitvoering en verbetering van toetsing. De toetscommissie adviseert en steunt docenten om de kwaliteit van toetsen te verbeteren. Zij koppelt haar bevindingen terug aan de Onderwijscommissie. Marloes Antens Priscilla Esser Othmar Schimmel (voorzitter) Heleen Torringa
51
VERTROUWENSPERSOON Avans Hogeschool vindt het belangrijk dat je een leeromgeving hebt waarin respect voor elkaar vanzelfsprekend is. Dat betekent dat Avans ongewenst gedrag (bedreigingen, fysiek geweld, seksuele intimidatie, pesterijen, discriminatie -naar seksuele voorkeur, huidskleur, etnische achtergrond, geslacht, fysieke mogelijkheden, leeftijd-) niet tolereert. Daarom kun je als je hiermee te maken krijgt, terecht bij een vertrouwenspersoon, met wie alle problemen/ klachten op dit gebied besproken kunnen worden. De vertrouwenspersoon voor CMD is: Sandra Brocx sb.brocx@avans.nl 088 – 525 78 86 WERKVELDADVIESRAAD De werkveldadviesraad (WAR) bestaat uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld. De WAR geeft advies aan de opleiding over het beroepsprofiel, de aansluiting van de opleiding op de arbeidsmarkt en over het curriculum. Externe leden zijn bijvoorbeeld werkzaam bij Philips, Ranj en E-sites.
6.3 JAARROOSTER In het jaarrooster vindt je onder andere de blokindeling en toetsmomenten. Het rooster wordt gepubliceerd op BlackBoard. Voor de openings- en lestijden zie 2.10 en 2.11.
52
CMD NACHTLAB 25 APRIL 2013 PODIUM BLOOS, BREDA
Bijlage 1: Beroepspofiel en competenties cmd breda 1.1 Beroepsprofiel CMD Breda In het beroepsprofiel, waarin beschreven wordt waar CMD Breda toe opleidt, wordt enerzijds voor de startende studenten een reëel beroepsbeeld geschetst en anderzijds voor het beroepenveld een duidelijk beeld geschetst waar de meerwaarde ligt van een CMD-afgestudeerde. Het oorspronkelijke beroepsprofiel van CMD Breda, geformuleerd bij de start van de opleiding in 2002, is gebaseerd op input vanuit het beroepenveld en de Dublin Descriptoren. Toen was er nog geen landelijk beroepsprofiel beschikbaar. Vanaf 2008 is er een landelijk beroepsprofiel, dat in 2011 herzien is. Dit wordt nader beschreven onder Landelijk profiel. Sinds die tijd ontwikkelt het beroepsprofiel van CMD Breda zich ook/mede op basis van dit landelijke profiel. Daarnaast wordt de werkveldadviesraad (WAR) betrokken bij de ontwikkeling. Het beroepsprofiel van CMD Breda is een concretere uitwerking van het landelijk profiel.
Landelijk profiel Op 4 februari 2011 is het meest recente beroeps- en competentieprofiel CMD vastgesteld. Het is gebaseerd op eerder ontwikkelde profielen en tot stand gekomen door intensieve samenwerking tussen het beroepenveld en de tien CMD-opleidingen, die verenigd zijn in het International Network of Communication & Multimedia Design (INCMD). Met dit landelijke beroeps- en competentieprofiel (Beroeps- en Competentieprofiel Communication & Multimedia Design, 2011) beoogt het INCMD de CMD-opleidingen te voorzien van een raamwerk en een standaard waarmee zij hun inhoud, beroepstaken en competenties kunnen beschrijven. Het is een hulpmiddel bij het positioneren van een opleiding in het CMD-domein. Het profiel biedt gebruikers de mogelijkheid om de opleiding breed of specifiek neer te zetten, met een degelijke basis en ruimte voor innovaties en specialisaties. Hierdoor ontstaat voor -startende- studenten een reëel beroepsbeeld en wordt voor werkgevers duidelijk wat verwacht kan worden van een pas afgestudeerde CMD’er. In 2014 is het domein Creative Technologies tot
54
stand gekomen. De opleidingen binnen dit domein (CMD, Creative media & Game Technology (CMGT) en Fashion & Textile Technologies) richten zich primair op die disciplines van de creatieve industrie waar digitalisering een grote impact heeft (serious gaming, smart design). Creatieve technologen kunnen ook van betekenis zijn voor andere domeinen (crossovers) zoals bijvoorbeeld de zorg of veiligheid. Beroepsprofiel CMD Breda De CMD’er wordt opgeleid om vraagstukken uit het werkveld omtrent beïnvloeding en communicatie op te lossen met effectieve mediaoplossingen en waardevolle interactie met doelgroepen. Door de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren zijn communicatievraagstukken complexer geworden. Mede hierdoor zijn specialistische beroepen als grafisch ontwerper, programmeur of communicatiedeskundige niet altijd meer toereikend. Nieuwe-mediaoplossingen worden steeds vaker in multidisciplinaire teams of netwerken en zelfs in co-creatie met de gebruiker ontwikkeld. In het beroepenveld is daarom vraag naar breed georiënteerde en breed opgeleide professionals die, in meer of mindere mate, gespecialiseerd zijn in een bepaald gebied en ervaring hebben met alle aspecten van communicatie, mediavormgeving, mediatechnologie én interactie met gebruikers. Er is behoefte aan mensen die zich bewust zijn van de belangrijke rol van gebruikersbeleving en kunnen omgaan met de veranderende plek van technologie binnen de samenleving. CMD Breda speelt in op die vraag door mensen op te leiden, die effectieve verbindingen kunnen leggen tussen doelstellingen van bedrijven en instellingen enerzijds en motivaties en drijfveren van de doelgroep anderzijds. Een CMD’er is opgeleid om interactie te creëren die daadwerkelijk directe invloed heeft op het gedrag van mensen. Dit vergt mensen die breed zijn opgeleid en georiënteerd zijn op alle aspecten van technologie, design, interactie en communicatie. Ze zien het beantwoorden van de vraag van een opdrachtgever als een geïntegreerd ontwerpproces: de CMD’er zal zich manifesteren op het gehele ontwerpproces, van vraag- en gebruikersanalyse tot kennis en vaardigheden om eindproducten -in prototypen- te maken. De CMD’er stelt de sociale, economische, culturele en maatschappelijke context van eindgebruikers en opdrachtgevers centraal bij het ontwerp van
mediaoplossingen. Hij of zij bestudeert en analyseert de behoeften, gedragingen en ervaringen van gebruikers. Met de informatie die dat oplevert concipieert, ontwerpt en realiseert de de CMD’er nieuwe mediaoplossingen, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van technologie. De rol van de CMD’er beslaat een breed terrein; van bedenker én maker in één (wat vaker het geval zal zijn in de creatieve industrie) tot een bruggenbouwer/intermediair (hetgeen we vaker zien bij bedrijven en instellingen), die specialismen bij elkaar brengt. Afgestudeerden komen grofweg terecht in twee soorten organisaties. Ten eerste organisaties die het ontwikkelen van mediaoplossingen of daaraan gerelateerde diensten als kernactiviteit hebben: de creatieve industrie. Daarnaast kan de afgestudeerde CMD’er bij bedrijven en organisaties terecht, waar media ondersteunend zijn aan de kernactiviteit.
Kennisdomeinen Om te borgen dat CMD Breda inhoudelijke aansluiting blijft houden met de ontwikkelingen in het werkveld kent de opleiding CMD vier kennisdomeinen:
ontwerpfase schetsen gemaakt voor de vormgeving. In de realisatiefase zorgt de multimediavormgever ervoor dat de gemaakte ontwerpkeuzes uitgewerkt en aangeleverd worden op zo’n manier dat andere professionals de verdere uitwerking, bouw, productie of implementatie van de mediaoplossing voor hun rekening kunnen nemen. Informatie en Interactie (II) De informatie-/interactieontwerper weet complexe informatie toegankelijk te maken door deze logisch en inzichtelijk te structureren in een informatiearchitectuur. Verder weet hij/zij een creatief concept te vertalen naar gedrag en beleving, en dit vorm te geven. Centraal staat het ontwerpen van een innovatieve gebruiksvriendelijke en toegankelijke interface voor een nieuw of bestaand mediaproduct waarbij de gebruiker centraal staat (usability/accessibility). Interactie Strategie (IS) Om de interactie tussen producent en consument optimaal vorm te geven is communicatie nodig, die enerzijds glashelder de belofte van de producent vertelt, anderzijds bij doelgroepen de juiste snaar raakt, en vervolgens die twee werelden naadloos bij elkaar brengt. De interactiestrateeg weet hoe je dit doet. De strateeg vertaalt de essentie van de probleemstelling van de opdrachtgever naar strategische uitgangpunten; visie op het project (wat is ons doel), strategie hoe gaan we ons doel bereiken) en zorgt dat het team uiteindelijk komt met het concept (wat is ‘The Big Idea’).
Creative Technology (CT) Een Creative Technologist bedenkt creatieve nieuwe-mediaoplossingen en kan deze technisch realiseren. Daarbij staat binnen de opleiding CMD centraal dat deze oplossingen aansluiten bij de wensen en behoeftes van opdrachtgever en eindgebruikers. Een CT’er kan terecht bij zowel domeinspecifieke organisaties en niet-domeinspecifieke organisaties in rollen als technical director, technische mediadesigner, mediaproductontwikkelaar, gamedeveloper en -programmer, multimediaprogrammer, webprogrammer, mediaarchitect, mediaconsultant, internetadviseur, et cetera.
1.2 Competenties CMD Avans
Multimediale Vormgeving (MV) Een multimediavormgever creëert de verschijningsvorm en beleving van een mediaoplossing. Daarbij staat binnen de opleiding CMD centraal dat deze aansluit bij de wensen en behoeftes van opdrachtgever en eindgebruikers. In het ontwikkelproces van een mediaoplossing neemt de multimediavormgever deel aan een brainstormsessie met andere professionals. De uitkomsten daarvan worden door hem of haar verwoord of verbeeld tot een concept. Aan de hand van het concept en de randvoorwaarden van opdrachtgever en eindgebruiker, worden in de
Indicatoren Indicatoren zijn feitelijk de waarneembare beroepshandelingen die een student laat zien, welke een aanwijzing zijn voor de competentie. Door alle voor die competentie relevante indicatoren toe te passen in zijn werk, toont de student aan die competentie te beheersen. Daadwerkelijk beheersen op professioneel niveau is alleen aangetoond als die indicatoren in verschillende context bij herhaling succesvol zijn toegepast.
Wat is ontwerpen (volgens Avans CMD) Het vermogen om steeds opnieuw het ontdekkingsproces in te gaan om uit losse, bestaande elementen nieuwe mogelijkheden te creëren die meer en betere waarde en betekenis hebben dan voorheen en daardoor iets toevoegen aan het leven van de gebruikersgroep.
55
De Avans CMD competenties Beroepsgericht A: Onderzoeken Je verkent en onderzoekt de vraagstelling. Je maakt je de vraagstelling en de context eigen en ontwikkelt daar eerste gedachten over. Daarmee maak je voor jezelf helder wat de werkelijke vraag is en waarom. Je vertaalt de vraag naar ontwerpcriteria. Daarnaast doe je onderzoek naar de thema’s uit het eigen vakdomein die relevant blijken voor het vraagstuk (communicatie, interactie, vormgeving, technologie). De onderzoeksresultaten toets je bij de opdrachtgever, bij de doelgroep/volggroep én in het vakdomein. • Methodisch onderzoeken. • Experimenteel en creatief onderzoeken. • Onderzoeksresultaten vaststellen. B: Conceptualiseren Wat zijn volgens jou mogelijk antwoorden op oplossingen voor je vraagstelling? Je bedenkt ideeën en experimenteert daarmee, je probeert uit, verbeeldt, laat zien/horen. Je test ze bij de gebruikers en binnen je vakdomein om te weten of en welke betekenis ze hebben voor de gebruikers en of ze aansluiten bij je ontwerpcriteria (en dus ook die van de opdrachtgever). Je ontwerpt daaruit concept(en). Als alle concepten zijn uitgewerkt maak je – samen met de opdrachtgever – een keuze voor de uiteindelijke oplossingsrichting. • • • •
Ontwerpcriteria interpreteren. Ideeën genereren. Ideeën uitwerken tot diverse concepten. Concepten verantwoorden.
C: Concretiseren Je werkt uiteindelijk concept(en) uit tot prototypen. Gaat het werken? Dat is hier de grote vraag. Hoe meer dit concept alle relevante en onderscheidende eigenschappen voor de gebruiker bevat, des te beter kun je tonen wat je bedoeling is. Je test bij opdrachtgevers en gebruikers, genereert inzichten over de werking van je prototype en past aan op basis van je bevindingen. Het testen is doordacht en planmatig opgezet, mede op basis van eerdere ontwerpcriteria. • • • •
56
Concept verbeelden in een prototype. Verbeelding methodisch toetsen. Werkzaamheden interpreteren. Conclusies vaststellen.
D: Itereren Op elk moment in het ontwerpproces ben je kritisch op wat je hebt gedaan en evalueert dat. Waar zinvol herhaal je die stappen zo vaak als nodig. Je neemt hier de tijd om terug te gaan langs de stappen die je hebt genomen en te checken of klopt wat je gedaan hebt. Ga terug naar de vraagstelling: heb je het antwoord? Heb je nog iets nodig? Ga dan opnieuw het ontwerpproces in om te verdiepen en verbeteren. Vraag je steeds af: is de oplossing in overeenstemming met eerder gestelde criteria? • Methodisch evalueren. • Kritische reflecteren op het ontwerpproces en (tussen)resultaten. • Verdiepen en verbeteren. HBO algemeen E: Samenwerken Een ontwerpproces doorloop je in de regel niet alleen. Je werkt samen met opdrachtgevers, doelgroepen, leidinggevenden, collega’s, specialisten met verschillende denk- en werkwijzen, bijvoorbeeld vanuit andere vakgebieden, achtergronden of culturen. Professioneel handelen en communiceren is nodig om samen een optimaal resultaat als gezamenlijk doel te bereiken. • V erantwoordelijkheid nemen voor het gezamenlijke doel. • Actief en constructief deelnemen aan het groepsproces. • Bijdragen van mensen met anderen achtergronden onderkennen, toelaten, stimuleren en waarderen. F: Organiseren Je kan het werk van jezelf én van anderen organiseren, evalueren en waar nodig bijsturen. Je hebt daarbij een systematische, doordachte aanpak en bent daarbij pro-actief, je neemt zelf initiatief. Je kan het ontwerpproces, de resultaten én ieders bijdrage daarin positief beïnvloeden. Je kan risico’s en andere omgevingsfactoren tijdig inschatten, vooraf maatregelen bedenken en zo eventuele belemmeringen opvangen. Je beheerst de basis om (op termijn) leiding te geven dan wel als zelfstandige actief te zijn. • • • •
Werkzaamheden van zichzelf plannen. Sturing geven aan werkzaamheden van anderen. Het proces controleren en bijstellen. Het proces verantwoorden.
G: Manifesteren Hoe goed je ontwerp ook zal zijn, je zal jezelf ook moeten kunnen laten zien in het ontwerpproces. Je bent in staat om jouw rol in het ontwerpproces/ werkveld te duiden, aan te geven wat jou drijft en motiveert en wat jouw meerwaarde is. Je kan je werk verdedigen en je publiek (teamgenoten/opdrachtgever) overtuigen met argumenten, inspirerende presentaties en duidelijke rapportages (in welke vorm dan ook). Je hebt een eigen visie op het vakgebied en gebruikt dat om een professioneel netwerk op te bouwen en te onderhouden. • Sociaal-communicatief vaardig zijn. • Een professionele en respectvolle houding hanteren. • Een eigen rol aannemen in en eigen bijdrage leveren aan het ontwerpproces. • (Resultaten van) het ontwerpproces beargumenteren en verdedigen. H: Ontwikkelen Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen professioneel handelen en je verdiept jezelf in de ontwikkelingen van het vakgebied. Je reflecteert zo op je eigen verrichtingen en op het vakgebied, leert daarvan en past dat toe om jezelf en jouw bijdrage aan de beroepspraktijk verder te ontwikkelen. • Een visie op het vakgebied hebben. • Ontwikkelingen in het vakgebied bijhouden. • Reflecteren op eigen verrichtingen en professioneel handelen bijsturen. • Zelfstandig kennis en vaardigheden ontwikkelen.
57
Bijlage 2: Juridische zaken
stemming vragen voor het gebruik hiervan en/of een tarief betalen. Een thuiskopie is toegestaan, maar mag niet aan derden beschikbaar worden gesteld. Bij openbaarmaking en verveelvoudiging moet je dus goed controleren of je niet illegaal gekopieerd hebt! Zie ook ‘plagiaat’ onder hoofdstuk ‘scriptie’.
Punten waar je aan moet denken bij het uitvoeren van projecten en maken van producten. Neem de tijd om deze bijlage goed door te lezen, om jezelf verrassingen te besparen.
Voor uitgebreidere informatie en FAQ’s over auteursrecht zie: http://www.iusmentis.com/auteursrecht/
1. Auteursrecht (copyright)
2. Software licenties
Alle producten en werken (ook teksten en code) die een student heeft gemaakt, zijn automatisch zijn eigendom en hij behoudt alle rechten (bijvoorbeeld tot verveelvoudiging en openbaarmaking). Daarvoor is zelfs geen copyright vermelding nodig. Dit geldt ook voor opdrachten van externe opdrachtgevers en stages. Alleen bij een werknemer in dienstverband komt het auteursrecht automatisch toe aan de werkgever. Een dienstverband is niet hetzelfde als een opdracht tot vervaardiging van een werk, zelfs niet als de opdrachtgever daarbij instructies geeft. Om de auteursrechten te krijgen, zal de opdrachtgever dus expliciet in het (stage- of afstudeer-)contract moeten vermelden dat alle auteursrechten worden overgedragen. De overdracht van het auteursrecht vereist meestal een geschreven contract waarin precies wordt vastgelegd wat wordt overgedragen. Je kunt bijvoorbeeld het recht om kopieën te maken en te verkopen overdragen, en tegelijkertijd het recht om het werk op de radio openbaar te maken behouden. De opdrachtgever krijgt wel automatisch het recht om het werk te gebruiken voor het doel van de opdracht. Wie dus als freelancer een artikel schrijft voor een tijdschrift, geeft daarmee automatisch aan het tijdschrift toestemming tot publicatie. Deze bepaling geldt ook voor werk dat in opdracht van de opleiding CMD wordt gemaakt: CMD behoudt automatisch het recht om gebruik te maken (bijvoorbeeld tentoonstellen) van studentenwerk.
Het is niet toegestaan software die Avans Hogeschool in licentie heeft te gebruiken voor een project in opdracht van een bedrijf of organisatie. Licenties zijn zowel voor de gebruiker als voor de maker van toepassing. Wie een computerprogramma schrijft, heeft automatisch het auteursrecht daarop. Hiermee kan de auteur controle uitoefenen over het kopiëren, gebruiken en aanpassen van zijn computerprogramma. Om software beschikbaar te stellen aan derden, moet de auteur in een licentie toestemming geven voor bepaalde handelingen, zodat derden het programma kunnen gebruiken. Afhankelijk van de wensen van de auteur kan hij uit diverse standaardlicenties kiezen.
Omdat het werk in opdracht van, met de faciliteiten van en onder begeleiding door de opleiding gemaakt is, moet altijd bij het werk vermeld worden (zonder copyright teken): ‘maand jaartal, Communication & Multimedia Design, Avans Hogeschool, Breda’ Beperkingen van het auteursrecht Bij gebruik van andermans foto’s, beeldmateriaal en ander werk moet je aan de maker in principe toe-
58
De wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot ICT is voortdurend in ontwikkeling. Het is verstandig om dit bij te houden, anders heb je misschien ineens een strafblad. Issues als filesharing, spam, software licenties, aansprakelijkheid provider, databanken enzovoort worden in toegankelijke taal uitgelegd op onder andere de volgende sites: http://www.iusmentis.com/ http://www.netkwesties.nl/ http://www.bof.nl/ Een handig boekje over auteursrecht van de Bond voor Nederlandse Ontwerpers: Auteursrecht voor ontwerpers door Vincent van den Eijnde, BNO|2003 ISBN 90-70378-10-8
3. Plagiaat Als je passages en ideeën uit andermans werk citeert of parafraseert en deze als eigen werk presenteert, pleeg je plagiaat. Plagiaat is intellectuele diefstal en wordt beschouwd als fraude. De Examencommissie van CMD treedt streng tegen fraude op: de student kan in dat geval van de opleiding geschorst worden.
Aan plagiaat ligt niet altijd kwade trouw ten grondslag; het kan ook een kwestie van onwetendheid, slordigheid of vergeetachtigheid zijn. Om te voorkomen dat je per ongeluk plagiaat pleegt, moet je weten wat het precies inhoudt. Wat is plagiaat? • Het woordelijk overnemen van (passages uit) het werk van een ander zonder aan te geven dat het andermans woorden zijn en/of zonder vermelding van de precieze vindplaats van de passage. • Het parafraseren van (passages uit) het werk van anderen, zonder daarbij aan te geven dat de gedachtegang door iemand anders is bedacht en zonder de vindplaats van de gedachtegang aan te geven. • Het overnemen van ideeën uit andermans werk zonder daarbij aan te geven dat het de ideeën van iemand anders zijn. Om plagiaat op te sporen maakt CMD gebruik van Ephorus. Ephorus is een digitaal opsporingssysteem dat de inhoud van ingeleverde werkstukken vergelijkt met bestaande vakliteratuur en diverse online bronnen. Contactpersoon voor juridische zaken binnen Avans is Marla van Overbeek, juridisch adviseur. Je kunt bij haar terecht voor bijvoorbeeld het controleren van contracten.
59
briefing
model
NG
prototype
G
concept
criteria
model
concept
IN G
IE INIT DEF
model
EN VERK
NIN
G
concept
criteria
model
concept
IN G
NG
criteria
NG
eindproduct
model
reflecteren passief
procesevaluatie
concept
G
inductie
METHODIEK ZOALS IN DE PRAKTIJK: BIJV. EEN CMD-PROJECT
criteria
NG
prototype
E EL DIN G CO NCR ETSI ERI
briefing
EN N VERK
V
ATIE ALU EV
ER B
ATIE ALU EV
RB
NG
THEORETISCHE (ONEINDIGE) ONTWERPCYCLUS
criteria
NIN
V
prototype 2
concept abstract
De cyclische ontwerpfases in de tijd gezien. Bovenste model is eindig (zoals bijvoorbeeld bij een project). Onderste een permanent proces (langere termijn, meerdere ontwerpers, denk bv. aan een product)
zijaanzicht
deductie
experiment actief
ervaren concreet
De fases van een ontwerpproces komen overeen met die van het leerproces volgens Kolb, zoals weergegeven in de leercirkel
Leercirkel Kolb
Verbeelding
Model
Cyclische ontwerpproces met fases, functie en algemeen benaming/deliverable. Ontwerpen als permanent onderzoek en als vertalende activiteit.
VERTALEN VAN IDEEËN NAAR VORM EN STRUCTUUR ONDERZOEK NAAR VORM EN STRUCTUUR
overzicht
tijd (t)
VERTALEN VAN STRUCTUUR NAAR CONCRETE ERVARING ONDERZOEK NAAR CONCRETISERING
Concretisering
Cyclische ontwerpproces met fases, functie en algemeen benaming/deliverable. Ontwerpen als permanent onderzoek en als vertalende activiteit.
overzicht
tijd (t)
Concept
Verkenning
Definitie/criteria
vraag/antwoord onderzoek/vertaling
VERTALEN VAN VRAAGSTELLING NAAR IDEEËN ONDERZOEK NAAR AANSLUITING/MOGELIJKHEDEN
(herziene)Criteria
VERTALEN VAN ERVARINGEN NAAR DEFINIËREN VAN HERZIENE CRITERIA.
VERTALEN VAN VRAAG NAAR CRITERIA ONDERZOEK NAAR CONTEXT
Definitie/evaluatie
Evaluatie/Definitie VERTALEN VAN ERVARING NAAR HERZIENE CRITERIA ONDERZOEK NAAR BEVINDINGEN
Prototype
Opdracht/Aanleiding/Briefing
OntwerpMethodiek CMD Breda/Den Bosch
EEL DIN G CO NCR ETSI ERI
ER B
RETS IER I
B EE LDIN G CO NC
VE R
EN VERK
R
IE INIT DEF
ENN VERK
VE
TIE LUA EVA
I ENN VERK
VE
B E E LDIN G CO NCR ETSI ERI N
60
TIE LUA EVA
E EL DIN G CO NCR ETSI ERI
ANTWOORDEN WORDEN GEDEELD. HET BESTE WORDT GECOMBINEERD. ANTWOORDEN ROEPEN NIEUWE VRAGEN OP (BIJV.: “HOE GAAT HET ER UITZIEN?”). EEN NIEUWE FASE (BIJV. ONDERZOEK NAAR VERBEELDING) VOLGT
FRACTAAL PROCES. EEN SLAG BESTAAT UIT MEERDERE WENDINGEN.
Het ontwerpproces per fase is gelijk aan dat van het gehele ontwerpproces. De ontwerper maakt dus per fase meerdere slagen. bijv: men kan in een week of zelfs een dag een ontwerproces van meerdere wendingen doorlopen om te komen tot definities, of een concept.
Fractaal
Bijlage 3: ONTWERPMETHODIEK CMD
ONDER
FORM
Iedere ontwerper he zijn visuele talent, d gebruikers of experts onderzoeken en in h en verrijkt schuilt de
Individ
Fractaal
Het ontwerpproces per fase is gelijk aan dat van het gehele ontwerpproces. De ontwerper maakt dus per fase meerdere slagen. bijv: men kan in een week of zelfs een dag een ontwerproces van meerdere wendingen doorlopen om te komen tot definities, of een concept.
Individueel en Samen
Iedere ontwerper heeft zijn eigen manieren om te onderzoeken. De een gebruikt zijn visuele talent, de ander zijn analytische vaardigheden. Een ander zoekt liever gebruikers of experts op. Juist in de kracht van een persoonlijke methodiek van onderzoeken en in het vinden van individuele “antwoorden” die worden gedeeld en verrijkt schuilt de meerwaarde van samenwerken: 1 + 1 = 3
aluatie
CRITERIA NAAR CONTEXT INDIVIDUELE PROCESSEN.
initie/criteria FRACTAAL PROCES. EEN SLAG BESTAAT UIT MEERDERE WENDINGEN. FORMULEREN VRAGEN
ing
AAR IDEEËN
KHEDEN
ANTWOORDEN WORDEN GEDEELD. HET BESTE WORDT GECOMBINEERD. ANTWOORDEN ROEPEN NIEUWE VRAGEN OP (BIJV.: “HOE GAAT HET ER UITZIEN?”). EEN NIEUWE FASE (BIJV. ONDERZOEK NAAR VERBEELDING) VOLGT
INDIVIDUELE ONDERZOEKSPROCESSEN
ntwoord ek/vertaling BESPREKEN DIVERSE ANTWOORDEN EN FORMULEREN NIEUWE VRAGEN
61
62
COLOFON Dit is een uitgave van Avans Hogeschool om de studenten van CMD Breda te informeren over hun opleiding. Oplage 500 stuks Teksten Ria van Ooijen & Sophie Nijssen-van Loon Beeld CMD Breda (flickr.com/cmdbreda) Coรถrdinatie Martin Leclercq, Michel Witter & Sophie Nijssen-van Loon Ontwerp Kimberly Kluskens & Ryan Schuijer Druk De Bondt grafimedia communicatie Juli 2014, Communication & Multimedia Design, Avans Hogeschool, Breda Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen.