Nummer 1 • Juni 2015 • Eerste jaargang
Het Zel
Magazine
Met in deze editie o.a. Zal het de ADA’s lukken om cliëntgestuurd te worden?
Extra:
alle ins en outs over de ZelV-Methodiek
TEST:
Hoe cliëntgestuurd is jouw project?
10 waarom
Zel redenen BAANBREKEND is
Kimberly Pastoors: “Mijn kwaliteit als CMV’er is vooral het zijn van de verbindende factor. Ik ben een netwerker en daarom binnen dit project ook vooral bezig geweest met het leggen van contacten en het onderhouden daarvan. De vormgeving is voor het grootste deel ook van mijn hand.”
Myrthe Zintel: “Creatief en enthousiast zijn de woorden die mij als CMV’er omschrijven. Ik heb goede ideeën en weet de mensen om mij heen hiervan te overtuigen. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in ondernemen en doordat ik mij hierin heb verdiept kijk ik op sommige vlakken anders tegen onderwerpen aan.”
2
Nicky van de Ven: “Mijn persoonlijke kwaliteit is dat ik door mijn jaarstage en minor goed op de hoogte ben van de maatschappelijke ontwikkelingen in het CMV-werkveld en de manier waarop wij hier als toekomstige professionals op in kunnen spelen. Deze kennis en dit inzicht heb ik natuurlijk ook toegepast binnen dit afstudeerproject.”
Sifra Opstal: “Mijn kwaliteit is dat ik de bewaker van de planning ben. Ik houd van organiseren en pak het werk gelijk met beide handen vast. Door mijn ervaring ben ik goed in de omgang met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ik kan goed inspelen op hun niveau en richt me op het empoweren van hun eigen kracht.”
Noot van de redactrices.. . .
COLOFON:
Het stemt ons zeer tevreden dat er na vijf maanden hard werken een magazine ligt waar wij trots op zijn. Wij hopen daarom ook dat u het met plezier zult lezen en er misschien zelfs geïnspireerd door raakt.
De Zelv- Methodiek: “Anders dan Anders”, van dagbesteding naar cliëntgestuurd project.
Dit afstudeerproject heeft er voor gezorgd dat wij nu klaar zijn voor de beroepspraktijk. CMV Nijmegen kenmerkt zich door de inzet van kunstzinnige en sportieve activiteiten; verder in dit verslag benoemd als creatieve middelen. In het innovatieve ontwerp zijn er creatieve middelen gebruikt om de doelen van de innovatie te behalen.
Eindrapport 15 juni 2015
We hebben het onderzoek en het ontwikkelen van de innovatie natuurlijk niet alleen kunnen doen. Daarom gaat onze dank uit naar Inger van Hattum voor haar tips, aanknopingspunten, begeleiding en hulp. Zonder de medewerkers van “Anders dan Anders” hadden we dit product niet kunnen ontwikkelen. Marja, Tessa, Tamara en Lona, dank voor de openheid, flexibiliteit en beschikbaarheid. Daarnaast danken we Hau Kwee (Diep Water Collectief), Dini Glas (SCIP) en Mariska de Groot (RIBW) voor het meewerken aan het onderzoek. Tevens danken wij Harrie van Haaster (IGPB) voor zijn input tijdens het onderzoek en de innovatie.
Begeleidend docent: Rachel Moolenaar
Last but not least, Rachel Moolenaar, bedankt voor jouw begeleiding, tijd en feedback! Wij wensen u veel leesplezier en inspiratie toe! Met vriendelijke groet, Kimberly Pastoors, Myrthe Zintel, Nicky van de Ven en Sifra Opstal Studenten aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Organisatie: RIBW Arnhem & Veluwe Vallei Opdrachtgever: Inger van Hattum
Studenten: Sifra Opstal Myrthe Zintel Nicky van de Ven Kimberly Pastoors
499870 495813 496619 490189
3
4
Samenvatting ‘Anders dan Anders’ is een tweedehands kledingwinkel in Arnhem, die tot november 2014 fungeerde als dagbestedingsplek voor cliënten van de Regionale instelling voor beschermd wonen (RIBW). Door de strategische veranderingen in het beleid heeft De RIBW Arnhem & Veluwe Vallei (AVV) de keuze gemaakt om terug te gaan naar hun corebusiness, het aanbieden van beschermde en begeleide woonvormen. Om deze reden kan de RIBW geen dagbesteding meer aanbieden. Cliënten van de RIBW AVV kunnen elders in Arnhem terecht voor dagbesteding. De vier medewerkers van ‘Anders dan Anders’ zijn erg gehecht aan het werken bij de tweedehands kledingwinkel en willen graag een doorstart maken in de vorm van een cliëntgestuurd project. Om in kaart te brengen wat de medewerkers van de tweedehands kledingwinkel ‘Anders dan Anders’ nodig hebben om te kunnen functioneren als cliëntgestuurd project, is er in opdracht van de RIBW AVV een onderzoek uitgevoerd. Belangrijke kenmerken van een cliëntgestuurd project zijn; het initiatief ligt bij de cliënten, het draagt bij aan persoonlijk herstel, er is gedeelde verantwoordelijkheid en winst maken is niet het belangrijkste doel. Uit onderzoek is gebleken dat er initiatief bij de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ aanwezig is. Daarnaast is er bij enkele medewerkers een gedeelte van de benodigde kennis aanwezig over de inhoud van een cliëntgestuurd project. Echter is het voor hen niet duidelijk hoe deze kennis moet worden toegepast. Ook is het team van ‘Anders dan Anders’ momenteel te klein, er zijn slechts vier medewerkers. Een tekort aan energie en deelname aan andere activiteiten zorgen voor weinig continuïteit en beperkte openingstijden. Dit samen zorgt er voor dat de draagkracht van de medewerkers nog moet groeien om zelfstandig te functioneren als cliëntgestuurd project. De medewerkers hebben een toekomstbeeld van ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project, echter missen zij de structuur en vinden het nog lastig om dit los te zien van de RIBW. Op basis van deze bevindingen is er geconcludeerd dat de medewerkers een aantal zaken nodig hebben om een volledige doorstart te maken naar een cliëntgestuurd project: -Meer kennis en bewustwording over de criteria en kenmerken van een cliëntgestuurd project. -Meer kennis en bewustwording over hoe ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project zou kunnen functioneren en hoe zij hiermee kunnen starten. -Een overzicht van de stappen die zij kunnen zetten om de doorontwikkeling naar cliëntgestuurd project te maken. Aan de hand van deze criteria zijn de volgende aanbevelingen tot stand gekomen: 1. Een methodiek ontwikkelen voor het starten van een cliëntgestuurd project; 2. Nieuwe medewerkers aannemen; 3. Samenwerking met ‘Howie the Harp’ en ‘ZO’ aan gaan; 4. Het aangaan van onderaanemersschap bij de RIBW. De meest logische stap om mee te beginnen is het ontwikkelen van een methodiek. De methodiek moet ervoor zorgen dat de medewerkers van ‘Anders dan Anders’, maar ook andere cliënten die een eigen project willen starten, worden voorbereid om een cliëntgestuurd project te ontwikkelen. Om deze reden is er een methodiek ontworpen die zelfstandig door cliënten uitvoerbaar is, genaamd de Zelvmethodiek. De naam Zelv is een afkorting voor Zelfredzaam, Empowered, Lerend en Verantwoordelijk; vier begrippen die van belang zijn bij cliëntsturing. Deze methodiek bestaat uit vijf verschillende modules, met als doel cliënten te activeren om kennis op te doen over een cliëntgestuurd project en te informeren welke stappen je moet nemen om te starten met een eigen project. Deze methodiek wordt als pilot door de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ uitgevoerd. Op lange termijn wordt er verwacht dat de RIBW deze methodiek dit structureel kan aanbieden aan cliënten die een eigen project willen starten.
5
Dit artikel is verschenen in “De Ommekeer” een krantje voor en door cliënten van de RIBW
-Artikel De OmmekeerAnders dan Anders Een cliëntgestuurde onderneming in ontwikkeling
6
In hartje centrum van Arnhem, op Ruiterstraat 10 A, vind je het gezellige tweedehands kledingwinkeltje Anders dan Anders. Je kunt er voor een klein bedrag tweedehands kleding en accessoires kopen. Of kleding brengen die je niet meer draagt, zodat een ander er weer plezier van heeft. Tot januari 2015 was het winkeltje, gecombineerd met een naaiatelier, onderdeel van het dagbestedingaanbod van RIBW Locatie Arnhem-Centrum. Het naaiatelier is eind vorig jaar verhuisd naar KUNSTportaal, waar meer mogelijkheden zijn voor mensen die zich verder willen ontwikkelen in het maken van mode. Een viertal pittige vrouwen was te zeer gehecht aan Anders dan Anders om het te sluiten. Marja, Tamara, Tessa en Lona maken nu een doorstart, door Anders dan Anders zo zelfstandig mogelijk te runnen, met een minimum aan begeleiding. Op den duur willen zij helemaal onafhankelijk zijn en wellicht elders in de stad een eigen winkel openen. De overgang van dagbesteding naar zelfstandig ondernemer is groot en kost veel energie. Het is daarom heel fijn dat de “Ada’s” hulp hebben gekregen van een groep studenten van de HAN. Deze vier meiden maken samen met de winkelmedewerkers een plan, dat handvatten biedt voor beginnende cliëntondernemers. Zo bieden zij steun aan Anders dan Anders, en kunnen zij het project gebruiken om glansrijk af te studeren. Een mooie samenwerking! Anders dan Anders is geopend op dinsdag t/m donderdag van 13.00 tot 17.00 uur. In de toekomst zouden de openingstijden verruimd kunnen worden, zeker met de hulp van nieuwe medewerkers! Kom eens kijken, je bent van harte welkom! Inger van Hattum Anders dan Anders Ruiterstraat 10A 6811 CP Arnhem T 026 3709204
Inhoudsopgave Auteurs 2 Noot van de redactrices 3 Samenvatting 5 Interview met de onderzoekers 8 BLOG: “Zijn wie je bent” 9 ‘Het kan ook anders’ 11 Vormgeving onderzoek 12 TEST: Hoe cliëntgestuurd is jouw project?
14
Zal het de ADA’s lukken? 16 Advertentie SCIP & Diep Water Collectief
18
Dokter Anders - Altijd een goede oplossing!
19
Discussie 21 Waarom CMV ‘anders dan anders’ is!
22
Zelv-Methodiek 23 Module l 24 Module ll 26 Module lll 28 Module lV 30 Module V 32 Tien redenen waarom Zelv baanbrekend is
34
SWOT 35 Implementeren 36 Interview met de ontwikkelaars 38 Evaluatie 40 Bronnenlijst 41 Bronnenlijst Zelv-methodiek 42
7
Interview met de onderzoekers Algemene inleiding en beschrijving van het onderzoek. In opdracht van de RIBW is er een onderzoek uitgevoerd, dat moet leiden tot een innovatief product. Dit onderzoek, inclusief de innovatie, is in een periode van vijf maanden uitgevoerd. Tijdens het onderzoek is er gesproken met de onderzoekers over de inhoud en het doel van het onderzoek. Wat is de aanleiding van dit onderzoek? De RIBW heeft ons de opdracht gegeven om op zoek te gaan naar mogelijkheden om de tweedehands kledingwinkel ‘Anders dan Anders’ te ontwikkelen naar een cliëntgestuurd project. Tot november 2014 werd de winkel gebruikt als dagbesteding. In verband met ontwikkelingen en het feit dat de RIBW zich meer wil richten op haar corebusiness is er gekozen om de dagbestedingsplek op te heffen. De medewerkers van de winkel zijn zodanig gehecht aan de winkel dat zij eigenlijk zelfstandig verder willen gaan met de winkel. Tot die tijd werken zij vrijwillig in de winkel. De opdracht die wij hebben gekregen van de RIBW en de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ is om op zoek te gaan naar mogelijkheden voor een doorstart naar een cliëntgestuurd project.
8
Hoe sluit dit onderzoek aan bij maatschappelijke ontwikkelingen binnen Nederland? Op dit moment vinden er veel ontwikkelingen plaats binnen de Nederlandse maatschappij. Er vindt een verandering plaats van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving waarin eigen kracht en zorg voor elkaar centraal staan. De participatiewet speelt hierin samen met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een grote rol. Binnen de participatiewet is de gemeente verantwoordelijk om iedereen met arbeidsvermogen te ondersteunen in de weg naar de arbeidsmarkt. Dit doen gemeentes bijvoorbeeld door loonkostensubsidies te verstrekken. Deze veranderingen hebben invloed op Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) organisaties (GGZ Nederland, 2013). Er wordt verwacht dat zij terug gaan naar hun corebusiness, dat gene waar de organisatie voor staat. De corebusiness van de RIBW is het bieden van de mogelijkheid tot begeleid en beschermd wonen. Dit betekent voor ‘Anders dan Anders’ dat er niet langer dagbesteding wordt aangeboden. Het feit dat de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ een doorstart willen maken als een cliëntgestuurd project, sluit aan bij de wens van de overheid om cliënten te laten participeren in de maatschappij.
Welk doel willen jullie met dit onderzoek bereiken? Op basis van de resultaten van dit onderzoek willen we uiteindelijk conclusies trekken en aanbevelingen doen aan de RIBW. In deze aanbevelingen geven wij een advies dat betrekking heeft op de toekomst van ‘Anders dan Anders’. Een van deze aanbevelingen wordt uitgewerkt tot een innovatief ontwerp dat uiteindelijk wordt aangeboden aan de RIBW.
“Wat hebben de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ nodig om een duurzame doorstart te maken naar een cliëntgestuurd project?” Jullie zijn inmiddels met het onderzoek gestart. Welke onderzoeksvraag willen jullie beantwoorden? De vraag die we willen beantwoorden is: “Wat hebben de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ nodig om een duurzame doorstart te maken naar een cliëntgestuurd project?” Om deze vraag zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden hebben we vier deelvragen opgesteld. De deelvragen zijn: Deelvraag 1 – Wat zijn de inhoudelijke kenmerken van een cliëntgestuurd project? Deelvraag 2 – Wat is de draagkracht van medewerkers van ‘Anders dan Anders’? Deelvraag 3 – Hoe functioneren andere succesvolle cliëntgestuurde projecten? Deelvraag 4 – Hoe zien de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ en de RIBW, ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project?
Wat gaan jullie doen om deze vragen te beantwoorden? Belangrijk voor ons en de RIBW is dat de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ sterk worden betrokken bij het proces. De medewerkers maken daarom een groot deel uit van het onderzoek. Daarnaast gaan we andere cliëntgestuurde projecten bezoeken om te kijken hoe het er daar aan toe gaat. Tot slot gaan we interviews afnemen met professionals die ervaring hebben met cliëntsturing. Wat kan er mis gaan? We hopen dat we een oplossing kunnen bieden die ‘Anders dan Anders’ ondersteunt bij het maken van een doorstart. Uit het onderzoek kan blijken dat ‘Anders dan Anders’ niet in staat is om deze doorstart te maken. Dit zou voor ons, de RIBW en de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ natuurlijk een teleurstelling zijn. Maar we gaan natuurlijk alle mogelijkheden onderzoeken en kijken wat er haalbaar is. De doelgroep waarop ons onderzoek is gebaseerd is complex. Het functioneren van deze doelgroep hangt vaak samen met de aanwezige energie en focus. Tijdens het onderzoek moet er op gelet worden dat deze energie en focus voldoende aanwezig blijven.
Wanneer is het onderzoek een succes? Het onderzoek is een succes als we de vragen die we hebben gesteld kunnen beantwoorden, maar belangrijker nog is dat we de RIBW en ‘Anders dan Anders’ van realistische en bruikbare aanbevelingen kunnen voorzien. Jullie zijn de onderzoekers, ontwerpers en ontwikkelaars van dit magazine, kunnen jullie ons meer vertellen over deze editie? Het magazine vertelt over het gehele onderzoek, de innovatie en de implementatie. Het eerstvolgende artikel geeft een beschrijving van de onderzoeksorganisatie. De deelvragen worden beantwoord in verschillende artikelen en de vormgeving van het onderzoek is omgevormd naar een infographic. Aan de hand van deze informatie geeft dr. Anders de conclusies en aanbevelingen. De Zelv-Methodiek (de innovatie) heeft een eigen katern binnen dit magazine, deze is te herkennen aan de kleurrijke omranding. Deze editie wordt afgesloten met de implementatie en evaluatie. Vaktermen worden in de begrippenlijst toegelicht.
BLOG: “Zijn wie je bent” Beschrijving onderzoeksorganisatie
25 -05-2015 om 21:13. In categorie: maatschappij
Herstel van eigen leven, empowerment en ervaringsdeskundigheid zijn belangrijke onderwerpen in de veranderende maatschappij van 2015. Tijd om onderzoek te doen naar deze onderwerpen en wie zich daarmee bezighoudt. De Regionale instelling voor beschermd wonen Arnhem en Veluwe Vallei (RIBW AVV) is een van de 24 regionale instellingen die is aangesloten bij de landelijke RIBW Alliantie. Regio Arnhem en Veluwe Vallei gaat over de gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Rhenen, Renkum, Rozendaal, Rhenen, Wageningen, Westervoort en Zevenaar. In elke gemeente is een regiokantoor te vinden die de basis vormt voor deze regio. Vanuit daar gaan medewerkers de wijk in. De RIBW begeleidt mensen met een psychiatrische achtergrond of ernstige psychosociale problemen bij het wonen, leven en werken. Hierbij wordt de nadruk gelegd op wat de cliënt kan en wil. Door op deze manier te werken ontstaat er veel waardering onder de cliënten en worden de begeleiders als deskundig, betrouwbaar, respectvol en geïnteresseerd ervaren (RIBW Arnhem & Veluwe Vallei, z.d.). Veilig en sfeervol wonen Om aan te sluiten bij alle cliënten worden er vanuit de RIBW verschillende woonvormen aangeboden. Denk hierbij aan beschermd wonen, zelfstandig wonen met begeleiding en logeerhuizen. Al deze leefomgevingen zijn zo normaal mogelijk ingericht en zorgen ervoor dat de stap naar helemaal zelfstandig wonen kleiner wordt. Sociale contacten Elke regio heeft een eigen inloopruimte waar cliënten contact kunnen leggen met elkaar. Daarnaast worden er verschillende activiteiten georganiseerd om sociale contacten te versterken. Dit gebeurt door bijvoorbeeld een vakantie naar Portugal of het relatiebemiddelingsbureau dat samen met cliënten op zoek gaat naar een partner.
9
Werk en vrije tijd De RIBW ondersteunt bij het vinden van een zinvolle dagbesteding en stelt daarbij de wensen van de cliënt voorop. Cliënten kunnen aan de slag in eigen voorzieningen of via diverse organisaties waarmee wordt samengewerkt. Zorgbemiddeling Tot slot ondersteunt de RIBW cliënten bij het contact leggen met instellingen voor hulpverlening, zorg, wonen en financiën. Dit wordt ook wel zorgbemiddeling genoemd. De toekomst De cliënt staat in 2015 nog steeds centraal en de ondersteuning die de RIBW biedt zal gericht zijn op de vergroting van de zelfredzaamheid van de cliënt. Hierbij wordt een appèl gedaan op de eigen kracht en het sociale netwerk van de cliënt. Ook wordt een appèl gedaan op de faciliteiten die in de buurt aanwezig zijn, vrijwilligerswerk, buurtcentra, maatjesprojecten, et cetera (RIBW Arnhem & Veluwe Vallei, 2014). De RIBW heeft ook de keuze gemaakt om meer te investeren in het werken met ervaringsdeskundigheid van de cliënten, het zogenaamde HEE project (Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid). Bij de RIBW heet dit project ZO. Sinds 2015 kunnen cliënten een opleiding, genaamd “Howie the Harp”, tot ervaringsdeskundige volgen (I. Hattum, Persoonlijke mededeling, 16 Februari 2015). Een samenleving waar voor iedereen een plek is en iedereen zich thuis voelt, is voor de RIBW AVV het ideaalbeeld. De volgende kernwaarden typeren de RIBW AVV (RIBW, z.d.): Zelf: staat voor eigenheid en eigen kracht, dat wat we in ieder persoon waarderen; Samen: drukt onder andere uit hoe bewust we zijn van de meerwaarde van samenwerking in het belang van de cliënt; Stabiliteit: geeft de stevigheid weer die in de basis nodig is. Het zijn woorden die voor iedereen een eigen klankkleur hebben; Ontwikkeling: gaat over ons verlangen om niet stil te staan, maar te blijven zoeken naar mogelijkheden om onszelf/onze dienstverlening te verbeteren.
10
De RIBW werkt vanuit waarden en zal daarom altijd naar de mens blijven kijken. De mens achter welke rol dan ook: de samenwerkingspartner, collega of cliënt. Zij willen verbinden en binnen hun contacten laten zien wie zij zijn. Het motto is dan ook: Zijn wie je bent! (RIBW, z.d.)
Volg ons! Blijf op de hoogte van maatschappelijke thema’s.
‘Het kan ook Anders’ Beschrijving van de doelgroep De RIBW AVV richt haar aanbod vooral op GGZ cliënten; dit zijn mensen met een psychische stoornis. Er zijn verschillende soorten stoornissen, die worden gekenmerkt door bepaalde afwijkende ervaringen en gedrag.
Niveau 2: sociale contacten buitenshuis •Geen verantwoordelijkheid naar anderen •Minimaal één keer per week ongeorganiseerd fysiek contact met mensen die geen huisgenoten zijn.
Bij ‘Anders dan Anders’, de winkel die momenteel nog onderdeel is van de RIBW, werken ook vooral medewerkers met een psychische achtergrond. Omdat dit onderzoek en de daaruit voortkomende innovatie gericht is op deze cliënten, waarbij er nauw met deze doelgroep is samengewerkt, is met behulp van een literatuurstudie georiënteert op de belangrijke begrippen binnen de psychiatrie. Deze begrippen zijn te vinden in de exclusieve bijlage ‘begrippenlijst’.
Niveau 1: geïsoleerd •Buiten huisgenoten geen of nauwelijks sociale contacten. •Alleen functionele contacten zoals bijvoorbeeld een dokter of winkelpersoneel.
Door de overgang naar participatiesamenleving en de invoering van de participatiewet wordt er van cliënten verwacht dat zij actief deel nemen in de maatschappij, het liefst in de vorm van (betaald) werk (GGZ Nederland, 2013). Om te meten in welke mate iemand participeert in de samenleving is de participatieladder* ontwikkeld. Deze ladder bestaat uit zes treden (VNG, z.d.): Niveau 6: betaald werk •Er is een arbeidscontract. •Uitvoeren van betaald werk. •Geen begeleiding of aanvullende uitkering. Niveau 5: betaald werk met ondersteuning •Er is een arbeidscontract. •Uitvoeren van betaald werk. •Gebruik van gemeentelijke participatieinstrumenten en een aanvullende uitkering. •Begeleiding. •Voorbeeld: het volgen van een opleiding. Niveau 4: onbetaald werk •Er is geen arbeidscontract. •Uitvoeren van taken met verantwoordelijkheid naar anderen. •Minimaal één keer per week fysiek contact met anderen tijdens het uitvoeren van het werk. Niveau 3: deelname aan georganiseerde activiteiten •Geen verantwoordelijkheid naar anderen. •Er wordt minimaal één keer per week deelgenomen aan een activiteit waarbij fysiek contact is met anderen. •Voorbeeld: deelname aan vereniging of opleiding.
Niveau zes Betaald werk Niveau vijf Betaald werk met ondersteuning
Niveau vier Onbetaald werk
Niveau drie Deelname aan georganiseerde activiteiten
Niveau twee Sociale contacten buiten de deur
Niveau één Geïsoleerd
11
12
rv er en se Ob
Interviews
Creatieve werkvormen
Literatuuronderzoek
Randvoowaarden
Methoden van onderzoek
Vormgeving van het onderzoek
Alle interviews en observaties zijn uitgevoerd door meerdere projectleden om zo de validiteit te waarborgen
•De medewerkers van ‘Anders dan Anders’ worden betrokken bij het onderzoek •Er wordt gekeken naar andere succesvolle cliënt gestuurde projecten •Tijdens het onderzoek wordt er op een zinvolle manier gebruik gemaakt van creatieve werkvormen •De vorm van het onderzoek is praktijkgericht •Uit het onderzoek moet een eerste aanzet voor een innovatief plan komen
Inzet activiteiten
De draagkracht van de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ is onderzocht door middel van interviews en het observeren van teambuildingsactiviteiten. Teambuildingsactiviteiten zijn gerichte interventies of opdrachten met als doel het functioneren van de groep te verbeteren. Teambuildingsactiviteiten kunnen in de vorm van oefeningen, rollenspelen of groepsgesprekken gedaan worden. Teambuilding kan ingezet worden om conflicten op te lossen, de cohesie te verbeteren, als doelen niet duidelijk zijn en als de presentatie van het team achter blijft (Groepsdynamiek, z.d.). Teambuilding kan ook gebruikt worden om het team te observeren. Observaties dienen ervoor om beter zicht te krijgen op een situatie, in dit geval een groep. De observaties van de teambuildingsactiviteiten, die de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ hebben uitgevoerd, geven weer welke groepsrollen er aanwezig zijn, hoe de medewerkers samenwerken, het empathisch vermogen en of er geluisterd wordt naar elkaar.
In deze infographic wordt de vormgeving van het onderzoek weergegeven. Naar voren zullen komen: methode van dataverzameling, respondenten, validiteit en betrouwbaarheid, randvoorwaarden en de inzet van creatieve middelen. De methode voor het uitvoeren van een onderzoek van Donk & Lanen (2011), heeft als basis gefungeerd voor het onderzoek.
Voor deelvraag twee zijn alle medewerkers van
‘Anders dan Anders’ en hun begeleider geïnterviewd.
Triangulatie
Naast de interviews is er ook informatie verkregen door het inzetten van teambuildingsactiviteiten die vervolgens zijn geobserveerd. Verschillende cliënt gestuurde projecten zijn voor deelvraag drie bezocht. De manier van dataverzameling was het afnemen van een interview. Om deelvraag vier te beantwoorden is er een groepsgesprek, voor de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ georganiseerd met daarin verschillende creatieve middelen. Naast het groepsgesprek is er een interview afgenomen met een beleidsmedewerker van het RIBW.
13
De resultaten van het onderzoek zijn valide en betrouwbaar gemaakt door de volgende keuzes ten aanzien van de onderzochte bronnen, manier van informatie verzamelen en de onderzoekers. Literatuur en een professional waren de onderzochte bronnen voor deelvraag één, de informatie is verkregen via deskresearch en het afnemen van een interview.
De geïnterviewden Marja, Tessa, Tamara en Lona, medewerkers ‘Anders dan Anders’; Harrie van Haaster, onderzoeker IGPB; Dini Glas, medewerker SCIP; Hau Kwee, medewerker Diepwatercollectief; Inger van Hattum & Mariska de Groot, medewerkers RIBW
Inzet van
creatieve middelen In de teambuildingsactiviteit is onder andere muziek gebruikt. De medewerkers speelden om de beurt een ritme en noemde dan de naam van een andere medewerker waarna diegene het eerder gespeelde ritme na moest spelen. Deze activiteit werd gebruikt als ice-breaker en om het creatieve brein te activeren. Daarnaast werd al enigzins duidelijk hoe het concentratieniveau is, hoe het team verdeeld is en hoe creatief de medewerkers zijn. Maar ook het visualiseren van vraagstukken gaf een verhelderend beeld over hoe de medewerkers hun rol zagen binnen het project. Tot slot hebben wij spel ingezet om er achter te komen hoe de samenwerking binnen het team is
TEST: Hoe cliëntgestuurd is jouw project? Resultaten deelvraag 1 Maak jij deel uit van een project en wil je weten hoe cliëntgestuurd jullie zijn? De kenmerken van een cliëntgestuurd project zijn verwerkt in deze test. Maak hem nu en kom er achter hoe cliëntgestuurd jullie zijn! 1. Bij wie ligt het initiatief van dit project? A. Een professionele organisatie B. GGZ - Cliënten C. vrijwilligers / burgers 2. Wie is er verantwoordelijk voor dit project? A. Een hulpverlener B. GGZ- Cliënten C. Een professionele organisatie 3. Om welke reden is dit project opgericht? A. De behoefte om te participeren in de maatschappij B. Behoefte aan vrijetijdsbesteding C. Omdat dit moest van een professionele organisatie
6. Hoe ziet de organisatiestructuur er uit? A. Er is een gestructureerde rangorde B. Er heerst een organisatiestructuur; iedereen heeft even veel inspraak 7. Wie neemt belangrijke beslissingen? A. Een hulpverlener B. Dit doen de GGZ-cliënten gezamenlijk C. De cliëntenraad 8.Wie bepaalt of er een hulpverlener wordt ingeschakeld en wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van deze hulpverlener ? A .Een professionele organisatie B. Dit bepaalt de hulpverlener zelf C. De GGZ-cliënten van het project
Scoreformulier 3 A=1 B=0 C=0 2 A=0 B=1 C=0 1 A=0 B=1 C=0
5 A=0 B=1 C=0 4 A=1 B=1 C=1 D=1 E=1 F=1
8 A=0 B=0 C=1 7 A=0 B=1 C=0 6 A=0 B=1
14
4. Welke van onderstaande doelen worden nagestreefd met dit project? Kruis deze aan. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. A. Het vergroten van individuele capaciteiten B. Onafhankelijk zijn van professionals door elkaar te ondersteunen. C. Een platte organisatiestructuur nastreven. D. Het creëren van een groepsgevoel E. Empowerment en participatie F. Zelfacceptatie en een open houding
5. Hoeveel medewerkers van dit project zijn (ex) GGZ cliënt? A. Minder dan de helft, B. Maakt niet uit, maar het is vooral van belang dat de besluitvorming bij deze cliënten ligt C. Meer dan de helft
0 - 10 punten: Helaas, jouw project is (nog) niet cliëntgestuurd genoeg! Wanneer jij en je team ervoor willen zorgen dat het project in de toekomst cliëntgestuurd wordt, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Voor meer informatie over wat een cliëntgestuurd project precies inhoudt kun je het boek ‘Door cliënten gestuurd’ van H. Haaster en J. Vesseur bestuderen of contact opnemen met een van onze redactrices. 10 - 15 punten: Uit de behaalde score blijkt dat binnen jullie project de verantwoordelijkheid bij cliënten ligt. Dit betekent dat jullie cliëntgestuurd aan het werk zijn. Gefeliciteerd, ga zo door en maak vooral gebruik van elkaars kwaliteiten, maar vergeet niet dat hulp vragen altijd mag!
Wist je dat.. .
. . . Een cliëntgestuurd project zijn oorsprong vind in Amerika..? Hier wordt het “Consumer Run Organization” genoemd. (Wittuk, 2008). . . . Er in Nederland sinds 1997 over cliëntgestuurde projecten wordt gesproken. (Vereniging LFOS., 2012)? . . . .Clientsturing niet betekent dat er geen hulpverleners ingeschakeld mogen worden? . . . Er sprake is van cliëntsturing wanneer de coördinator of leidinggevende van dit project in dienst is van een cliëntenorganisatie en zelf geen hulpverlener is? . . . .De leiding en coördinatie binnen een cliëntgestuurd project vaak wordt vormgegeven in een kerngroep, een vrijwilligersvergadering of een beleidsgroep? 15
De ADA’s tijdens een brainstormsessie
Zal het de ADA’s lukken? Resultaten deelvraag 2&4 Lukt het de ADA’s (om zich te ontwikkelen als cliëntgestuurd project)?
Voor deze reportage is er door de onderzoekers een kijkje achter de schermen genomen bij ‘Anders dan Anders’. In circa acht weken tijd zijn de medewerkers (de ADA’s) geobserveerd tijdens groepsactiviteiten en hebben er interviews en groepsgesprekken plaatsgevonden. Dit alles met als doel om kennis te maken met het team van ‘Anders dan Anders’ en te ontdekken hoe de medewerkers de toekomst van hun geliefde winkel voor zich zien.
‘Wat is de draagkracht van de medewerkers?’
Om te beginnen zijn er drie creatieve activiteiten voorbereid, om zo een beeld te vormen over hoe het team van ‘Anders dan Anders’ met elkaar communiceert en samenwerkt. Bij het observeren van het team tijdens deze teambuildingsactiviteiten is het opgevallen dat er de volgende communicatieve eigenschappen en groepsrollen binnen het team aanwezig zijn:
16
In deze grafieken zijn de namen van de medewerkers om privacyredenen niet weergegeven.
Opvallend is dat er binnen het team luistervermogen en inlevingsvermogen aanwezig is, mits er genoeg energie is. Wanneer dit niet het geval is, dan is het voor een deel van de medewerkers moeilijk om een open houding aan te nemen. Verder bezit het team van ‘Anders dan Anders’ ondernemende mensen en groepswerkers, maar missen zij nog een voorzitter of coördinator die het vermogen heeft om alles te overzien en om structuur te bieden. Om in te zoomen op wie de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ zijn, wat zij in het dagelijks leven doen en waarom ‘Anders dan Anders’ voor hun zo belangrijk is, hebben er individuele gesprekken plaatsgevonden. Tevens is het gesprek aangegaan met de begeleider van dit team. Tijdens deze gesprekken zijn er steeds elf thema’s behandeld die gezamenlijk een beeld geven van de persoonlijke en gezamenlijke kwaliteiten en valkuilen van het team van ‘Anders dan Anders’. De elf thema’s zijn in de bijlage: Interviewguide te vinden. Uit de informatie die tijdens deze gesprekken is ontvangen, is geconcludeerd dat de draagkracht van de medewerkers nog moet groeien om het project verder uit te breiden naar een cliëntgestuurd project. Een deel van de medewerkers heeft een reëel toekomstbeeld van ‘Anders dan Anders’. Het team bezit voldoende winkelervaring en basiskennis van financiën. Drie van de medewerkers kunnen in de toekomst een extra dagdeel werken. Hierdoor zou de winkel in de toekomst een dagdeel per week extra open kunnen. Op dit moment is bij uitval door opname of ziekte de draagkracht niet groot genoeg om de winkel alle dagen open te houden.
‘Hoe zien de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ en de RIBW, ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project?’ Personen die voor het beantwoorden van deze vraag zijn geïnterviewd zijn: Mariska de Groot, adviseur participatie bij de RIBW en de vier medewerkers van ‘Anders dan Anders’. Bij het groepsgesprek met de medewerkers zijn er creatieve middelen ingezet, zoals het maken van een mindmap en zijn deze te verwerken in een puzzel. Hiermee zijn ideeën concreet gemaakt. Bij beide gesprekken zijn er vier verschillende thema’s behandeld; de betekenis van een cliëntgestuurd project, de meerwaarde van een cliëntgestuurd project, ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project en professionele ondersteuning. Samen vormen deze thema’s een beeld hoe beide partijen de toekomst van ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project voor zich zien.
Wat denken de medewerkers? De medewerkers van ‘Anders dan Anders’ vinden het in dit stadium nog lastig om het winkeltje los te zien van de RIBW. Zij zijn zich bewust van het feit dat er op lange termijn wordt verwacht dat zij verschillende taken zelfstandig uit gaan voeren, maar weten nog niet hoe. Wel zijn er verschillende opvattingen over de mate van cliëntsturing binnen ‘Anders dan Anders’. In de beginfase werd dit onderzoek gezien als het middel om tot een cliëntgestuurd project te komen. Nu is er steeds meer bewustwording over de betekenis van een cliëntgestuurd project bij de medewerkers. Zij zijn zich ervan bewust dat het initiatief bij hun ligt en dat de projectgroep handvatten kan bieden. Hoe denkt de RIBW hierover? De RIBW ziet een toekomst in ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project, maar ziet dit wel als een sprong in het diepe voor de cliënten. De RIBW zou mogelijk ondersteuning kunnen bieden bij het vormen van een projectplan, mits het initiatief van de cliënten zelf komt. Als er een projectplan ligt kan de RIBW ook financieel ondersteunen. Een voorwaarde van deze financiële ondersteuning is wederkerigheid, zoals werkervaringsplekken of fungeren als rolmodel. De RIBW ziet tevens samenwerkingsverbanden in de toekomst tussen ‘Anders dan Anders’, ‘Howie the Harp’ en ‘ZO’. De RIBW en de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ zijn beide van mening dat er meer vrijwilligers betrokken moeten worden bij de winkel. Dit om continuïteit te kunnen bieden.
Eindoordeel:
Gaat het de ADA’s lukken om een doorstart te maken? De ADA’s hebben wel de motivatie en kwaliteiten zoals winkelervaring, klantgerichtheid en communicatievaardigheden om verder te gaan als cliëntgestuurd project. Echter kunnen de ADA’s hun kennis en bewustzijn nog verder ontwikkelen op het gebied van cliëntsturing. Hiervoor hebben zij ondersteuning en structuur nodig. De RIBW heeft een positief toekomstbeeld van ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project en geeft aan eventueel te kunnen blijven ondersteunen wanneer er sprake is van wederkerigheid. Dit zal ervoor zorgen dat de ADA’s verbonden kunnen blijven met de RIBW en gebruik kunnen maken van de professionaliteit en het netwerk van deze organisatie, wat resulteert in een gevoel van veiligheid.
17
ADVERTENTIE Deze advertentie geeft antwoord op deelvraag 3
scip& diep water collectief
Voor buitengewoon veel succes Diep water collectief (DWC) en Stichting Cliëntgestuurde Initiatieven en Projecten (SCIP) zijn twee cliëntgestuurde projecten die bezocht zijn. De opstart van het Diep water collectief komt uit een wens van verschillende kunstenaars met psychische achtergrond. SCIP is ontstaan na een prijsvraag voor een goed projectidee. De geldprijs heeft ervoor gezorgd dat zij konden starten. Dit is uitgegroeid tot een organisatie met een personeelsbestand van 200 medewerkers. Uit het onderzoek bleek dat succesvollecliënt gestuurde projecten de volgende werkwijze hanteren: • De organisatiestructuur is zo plat mogelijk en er wordt veel overlegd. • Vorm werkgroepen die onderzoek doen naar een vraagstuk en daarmee aan de slag gaan.
18
• De opstart van een cliëntgestuurd project komt vanuit intrinsieke motivatie. • Toon begrip voor persoonlijke omstandigheden (vaak psychische). • Fouten mogen er gemaakt worden, zolang je er maar van leert en jezelf ontwikkelt. • Richt een bestuur op met bestuursleden, PR commissie, secretaris, voorzitter en penningmeester. Elk bestuurslid heeft zijn eigen taak/taken. Bij Diep water collectief is er een vertegenwoordiger van het bestuur die per workshop het kostenplaatje van de activiteit in de gaten houdt. . • Zorg voor genoeg financiële bronnen zoals: subsidies, inkomsten door producten of diensten, contributie of onderaannemer schap. SCIP krijgt een budget vanuit de gemeente en heeft inkomsten vanuit haar diensten en producten. Diep water collectief krijgt een kleine subsidie en alle leden betalen contributie. • Wanneer er een crisissituatie is wordt er wel eens iemand ingehuurd van buitenaf, bijvoorbeeld SGP'er of vertrouwenspersoon (DWC). Havio biedt het SCIP met name ondersteuning bij het aanvragen van subsidies. •Zorg dat de kartrekkers een kernteam om zich heen bouwen waardoor taken adequaat uitgevoerd kunnen worden. • Sta volop in de maatschappij en sluit je niet af. Cliëntgestuurde projecten richten zich veel op het proces en de groei en bloei van de mensen en het verkopen raakt dan soms op de achtergrond.
Dokter Anders - Altijd een goede oplossing! Conclusies en aanbevelingen
Iedere maand behandelt ‘Dokter Anders’ vraagstukken die gericht zijn op cliëntsturing en cliëntgestuurde projecten. Dit keer is de vraag afkomstig van vier CMV studenten. Vraag van de maand: “Wij denken dat de medewerkers nog niet genoeg zijn voorbereid om verder te gaan als cliëntgestuurd project, hoe kunnen wij dit oplossen?” Toelichting op de vraag: “Wij hebben onderzoek gedaan naar de doorstartmogelijkheden voor ‘Anders dan Anders’ van dagbestedingsplek naar cliëntgestuurd project en wat zij nodig hebben om dit doel te bereiken. Uit onderzoek is gebleken dat het initiatief bij de mederwerkers van ‘Anders dan Anders’ aanwezig is. Daarnaast is er bij enkele medewerkers een gedeelte van de benodigde kennis aanwezig over de inhoud van een cliëntgestuurd project. Echter is het voor hen niet duidelijk hoe deze kennis moet worden toegepast. Ook is het team van ‘Anders dan Anders’ op het moment te klein, er zijn slechts vier mederwerkers. Een tekort aan energie en het deelnemen aan andere activiteiten zorgen voor weinig continuiteit en beperkte openingstijden. Dit alles zorgt er voor dat de draagkracht van de medewerkers nog kan groeien om zelfstandig te functioneren als cliëntgestuurd project. De medewerkers hebben wel een toekomstbeeld van ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project, maar zij missen structuur en vinden het nog lastig om dit los te zien van de RIBW. Op basis van deze bevindingen is geconcludeerd dat de medewerkers een aantal zaken nodig hebben om een volledige doorstart te maken naar een cliëntgestuurd project: - Meer kennis en bewustwording over de criteria en kenmerken van een cliëntgestuurd project. - Meer kennis en bewustwording van hoe ‘Anders dan Anders’ als cliëntgestuurd project zou kunnen functioneren en hoe zij hiermee kunnen starten. - Een overzicht van de stappen die zij kunnen zetten om de doorontwikkeling naar cliëntgestuurd project te maken.”
Aanbevelingen van dr. Anders Het klinkt alsof de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ al goed op weg zijn. Het is logisch dat zij in deze beginfase nog ondersteuning nodig hebben. Ik zou hierbij graag de volgende aanbevelingen willen doen:
1. Een methodiek ontwikkelen voor het starten van een cliëntgestuurd project De basis van een cliëntgestuurd project is dat het initiatief bij de cliënten ligt. Dit houdt voor de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ in dat zij op lange termijn verantwoordelijk worden voor de winkel. Omdat op dit moment de meeste medewerkers zich nog niet geheel bewust zijn van wat er bij een cliëntgestuurd project komt kijken en hoe je hiermee aan de slag kunt gaan, is het van belang dat deze kennis en vaardigheden worden uitgebreid met behulp van een methodiek. •Door middel van een methodiek blijft het concept cliëntgestuurd, omdat de medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor de uitvoering hiervan. •Met behulp van een methodiek zullen de medewerkers zich bewust worden van wat een cliëntgestuurd project is en hoe zij hier zelf mee kunnen starten. •De methodiek zorgt voor structuur en overzicht. X Het kost veel tijd en energie van de medewerkers om de methodiek uit te voeren. X Het is kostbaar om de methodiek door professionals te laten ontwikkelen. 2. Nieuwe medewerkers aannemen Jullie beschrijven dat er op dit moment te weinig medewerkers bij ‘Anders dan Anders’ zijn, waardoor de draagkracht onvoldoende is. Dit zou opgelost kunnen worden door het team te versterken met nieuwe medewerkers. •Aanvulling van verschillende groepsrollen en kwaliteiten binnen het team. •De winkel kan vaker open, waardoor er meer omzet gemaakt kan worden. •Meer continuïteit bij ziekte en uitval. X De groepsdynamiek kan veranderen. X Meer verschillende persoonlijkheden en meningen (bijvoorbeeld bij vergadering en besluitvorming). X Het is beter om nieuwe medewerkers te werven wanneer de huidige medewerkers meer weten over cliëntsturing en de toekomst van ‘Anders dan Anders’.
19
3. Samenwerking met ‘Howie the Harp’ en ‘ZO’ aangaan Deze twee projecten worden aangeboden door de RIBW en hebben als doel om empowerment en zelfsturing van cliënten te bevorderen. Een samenwerking tussen ‘Anders dan Anders’ en deze projecten kan een stevige basis vormen voor de doorstart en biedt mogelijkheden voor de toekomst van ‘Anders dan Anders’. •Binnen ‘ZO’ en ‘Howie the Harp’ kunnen nieuwe medewerkers worden geworven om het team van ‘Anders dan Anders’ te versterken. •De medewerkers van de drie projecten kunnen met elkaar ervaringen uitwisselen en van elkaar leren. X Deze samenwerking kan een grote stap zijn in deze fase van het project. De samenwerking kan beter worden aangegaan wanneer er een plan en visie op papier staat.
20
4. Onderaannemerschap bij de RIBW Een bestaand succesvol cliëntgestuurd project ‘SCIP’ werkt vanuit onderaannemerschap. Dit houdt in dat het project zelfstandig opereert, maar nog een connectie blijft houden met een professionele organisatie, zoals de RIBW. Voor ‘Anders dan Anders’ zou een onderaannemerschap bij de RIBW een mogelijkheid zijn. Op deze manier blijft de RIBW betrokken bij ‘Anders dan Anders’ en op basis van wederkerigheid kunnen zij diensten uitwisselen. •Een sterke positie van zowel ‘Anders dan Anders’ als de RIBW binnen de maatschappelijke context •Wanneer de RIBW betrokken blijft bij ‘Anders dan Anders’ zorgt dit voor een veilig gevoel bij de medewerkers. •Het netwerk van de RIBW kan worden gebruikt voor het werven van nieuwe medewerkers en het doorontwikkelen van de winkel. X-De medewerkers van ‘Anders dan Anders’ kunnen een passieve houding aannemen, omdat de RIBW toch op de achtergrond aanwezig blijft X-Op dit moment is deze aanbeveling nog niet toepasbaar omdat het besef en verantwoordelijkheidsgevoel van de medewerkers nog niet voldoende is om op deze manier te kunnen functioneren. De oplossing Naar mijn mening kunnen alle aanbevelingen op lange termijn voor meerwaarde zorgen. Echter is het is belangrijk om deze pas uit te voeren wanneer de medewerkers hier klaar voor zijn. De meest logische aanbeveling om mee te beginnen is de eerste aanbeveling; het bieden van een methodiek aan de medewerkers van ‘Anders dan Anders’. Deze methodiek laat de medewerkers kennis maken met de term ‘cliëntgestuurd project’, de verantwoordelijkheden die hierbij komen kijken en
hoe zij dit kunnen toepassen in de praktijk. Dit kun je zien als een training. Omdat het echter van belang is dat de medewerkers dit zelfstandig, dus zonder trainer, uit kunnen voeren geef ik voorkeur aan de term ‘methodiek’. Zoals bij de aanbevelingen wordt benoemd, kost het uitvoeren van de methodiek veel tijd en energie van de medewerkers, maar het levert uiteindelijk wel veel op. Tevens is het zo dat wanneer de medewerkers intrinsiek gemotiveerd zijn om de doorontwikkeling naar een cliëntgestuurd project te maken, ze deze tijd en energie er voor over hebben. Met deze methodiek zetten jullie een nieuw product op de markt voor de RIBW. Doordat clientsturing op dit moment erg actueel is zou jullie methodiek ook landelijk ingezet kunnen worden. Ten slotte wordt deze methodiek door jullie als studenten ontwikkeld, waardoor de kosten een stuk lager zijn. Kortom: genoeg redenen om snel aan de slag te gaan met het ontwikkelen van een methodiek! Om deze methodiek daadwerkelijk in te kunnen zetten is het belangrijk om bij het ontwerpen hiervan rekening te houden met de volgende eisen. Deze eisen zijn gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek, de wensen van de opdrachtgever en de richtlijnen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. •De methodiek geeft uitleg over de belangrijkste thema’s van een cliëntgestuurd project. •De methodiek biedt ondersteuning bij de stappen die gezet moeten worden om een cliëntgestuurd project te worden. •Het format van de methodiek moet door een professional goedgekeurd worden. •De methodiek kan zelfstandig door cliënten met een psychische achtergrond worden uitgevoerd. •De methodiek kan ook toegepast worden op andere projecten van de RIBW. •De methodiek biedt ook handvatten hoe om te gaan met psychische problematiek van medewerkers onderling. •De methodiek zorgt er voor dat de cliënten de capaciteiten krijgen om van ‘Anders dan Anders’ een cliëntgestuurd project te maken. •De methodiek bevat een element dat de samenwerking bevordert.
Veel succes!
Dr. Anders
Discussie Uit het onderzoek is gebleken dat een cliëntgestuurd project niet één vaste vorm of definitie kent, omdat de mate van cliëntsturing kan verschillen. Harrie van Haaster geeft aan dat er in de loop van de jaren stukken zijn geschreven over het percentage (ex)cliënten en professionals. Zo is in de literatuur te vinden dat vijftig procent van de medewerkers bij een cliëntgestuurd project (ex)cliënten moeten zijn (H. Haaster, persoonlijke mededeling, 17 maart 2015). Ook Mariska de Groot, beleidsmedewerker bij de RIBW, spreekt over gradaties van cliëntsturing. Dit kan lopen van één tot honderd procent, waarbij honderd procent helemaal cliëntgestuurd is en bij één procent enkel de behoefte van de cliënt. Er blijkt dus geen eenduidigheid te zijn over het percentage van cliënten binnen een cliëntgestuurd project en hierover is dus ook geen duidelijke conclusie getrokken. Wat betreft de mate van cliëntsturing kan er ook gekeken worden naar de professionele hulp die structureel of incidenteel ingehuurd kan worden. In principe verwijst de term ‘cliëntgestuurd’ naar het feit dat cliënten het project zelf opzetten en uitvoeren, maar uit literatuur en praktijk blijkt dat het mogelijk is om professionele hulp in te schakelen. Om deze redenen is er bij het innovatieve ontwerp, dat hierna zal volgen, voor gekozen om de verantwoordelijkheid voor de uitvoering hiervan bij de cliënten te leggen en hun de mogelijkheid te geven om zelf te kiezen of er hulp wordt ingeschakeld. Op deze manier blijft het project cliëntgestuurd, met eventueel waar nodig professionele ondersteuning.
21
Waarom CMV “anders dan anders” is! Onze visie op CMV
Wij CMV’ers zijn geen doorsnee sociaal werkers, maar zijn ondersteuners en verbinders. Wij richten ons op het ondersteunen van alle burgers die hier behoefte aan hebben. “Alle burgers? Maar op wie richt je jouw ondersteuning dan”, zal je wel denken. Het is bij ons niet de vraag op wie we onze ondersteuning richten maar op wat. Wij richten onze ondersteuning op de ontwikkeling van mensen op sociaal en cultureel gebied. Het belangrijkste uitgangspunt dat wij hebben, is dat we ons richten de persoonlijke kwaliteiten van mensen in plaats van beperkingen. Wij zetten de eigen kracht van mensen in om (leer)doelen te behalen. Men noemt ons ook wel een generalisten (Movisie, z.d.). Het werkveld is zo breed dat je dit niet in een zin zou kunnen omschrijven. Werkplekken zijn te vinden in de kunstsector, dagbesteding voor mensen met een beperking, onderzoeken naar bottom-up initiatieven, talentontwikkeling bij diverse organisaties, welzijnsorganisaties en het organiseren van evenementen.
22
Op het eerste oog zou je misschien denken dat een opdracht vanuit de RIBW, die begeleid wonen aanbiedt aan mensen met een psychische achtergrond, niet past bij onze specialiteiten. Totdat je leest dat de RIBW graag wil weten wat de doorstart mogelijkheid is van “Anders dan Anders” naar een cliëntgestuurd project. Het opstarten en/ of werken bij een cliëntgestuurd project zorgt voor maatschappelijke participatie en laat dat nou net een van de doelen zijn die wij als CMV’ers willen bereiken. Als CMV – professionals is het onze taak om mensen te helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden die zij nodig hebben om actief deel te nemen aan de maatschappij (Baars, 2012). In het kader van de opdracht vanuit de RIBW lichten we een aantal belangrijke doelen uit die wij nastreven. Wij CMV’ers richten ons op de ontwikkeling van zelfwerkzaamheid, zelfsturing en zelforganisatie van (kwetsbare) burgers. Een CMV–professional is in staat om op uitvoerend en ontwerpend niveau complexe vraagstukken van individuen, groepen en organisaties in hun context te signaleren en hierop in te spelen (Landelijk opleidingsoverleg CMV, 2009). Wij signaleerden dat de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ nog ondersteuning nodig hebben bij het maken van een doorstart naar cliëntgestuurd project. Met het ontwerp van de innovatie, genaamd de Zelvmethodiek, wordt er aan de hand van vijf modules ingespeeld op de behoefte van GGZ-cliënten, die bij ‘Anders dan Anders’ werkzaam zijn, om als zelfsturende onderneming verder te gaan.
De afkorting Zelv staat hierbij voor: • Zelfredzaam • Empowered • Lerend • Verantwoordelijk Deze begrippen zijn tevens belangrijke doelen binnen het CMV werkveld. Wij streven naar zelfredzaamheid voor alle burgers. Om deze zelfredzaamheid te bevorderen empoweren we mensen door middel van bijvoorbeeld activiteiten. Welk middel, drama, muziek of sport, we ook inzetten, we willen iets teweeg brengen bij mensen. We sporen ze aan tot een lerende houding waardoor ze zichzelf kunnen ontwikkelen. Wanneer mensen ontwikkelen, leren zij nieuwe vaardigheden die hen in staat zullen stellen om regie over eigen leven te nemen. Die nieuwe vaardigheden kunnen er ook voor zorgen dat moeilijke situaties ineens niet meer zo moeilijk zijn. Als professional in het CMV - vakgebied heb je te maken met een beroepsomgeving die voortdurend in verandering is. Deze veranderingen zorgen ervoor dat kennis en deskundigheid van professionals snel veroudert. Het is daarom belangrijk om een onderzoekende beroepshouding te ontwikkelen. Een onderzoekende beroepshouding kenmerkt zich door onder andere vragen stellen, meedenken, doorvragen, argumenteren, keuzen verantwoorden, alternatieven benoemen, kennis delen en actief participeren (Donk & Lanen, 2011). Naast deze onderzoekende houding die je nodig hebt tijdens het uitvoeren van een onderzoek hebben we ook kunstzinnige en sportieve activiteiten ingezet om onder andere te onderzoeken welke groepsrollen er aanwezig zijn bij ‘Anders dan Anders’. Kunstzinnige en sportieve activiteiten staan centraal binnen het beroep van de CMV’er. Tijdens de opleiding CMV leer je hoe je mensen kunt activeren, veranderen en ontwikkelen door middel van creatieve middelen. Ook tijdens dit onderzoek is er gebruik gemaakt van kunstzinnige en sportieve activiteiten. Niet alleen omdat het onderzoeksteam bestaat uit CMV’ers, maar ook omdat het een meerwaarde heeft voor de resultaten van het onderzoek
De Zelv-methodiek Het innovatieve ontwerp Beste lezer, Op basis van de resultaten die uit het onderzoek zijn gekomen, is er gekozen om een methodiek te ontwerpen die cliënten ondersteunt bij het ontwikkelen en opstarten van een cliëntgestuurd project. Deze methodiek bestaat uit vijf modules met daarbij een handleiding die uitleg geeft over de modules en hoe deze toegepast kunnen worden in de praktijk. Er is bewust voor gekozen om de methodiek aan te bieden in modules. Dit omdat deze niet alleen bruikbaar moeten zijn voor de medewerkers van ‘Anders dan Anders’, maar ook voor andere startende cliëntgestuurde projecten. Elk project is anders en elk project heeft andere hulpmiddelen nodig om het doel te bereiken. Ook een voordeel van de losse modules is dat er een aantal modules zijn die herhaald kunnen worden in de toekomst, bijvoorbeeld wanneer er nieuwe werknemers worden aangenomen of om te reflecteren op het proces en indien nodig het bijstellen van doelen. Daarnaast is er door de losse modules een mogelijkheid om in de toekomst uit te breiden met meer modules om de methodiek nog vollediger te maken. In de modules zijn creatieve en kunstzinnige activiteiten verwerkt. Hier is bewust voor gekozen omdat is gebleken dat creatieve werkvormen een meerwaarde kunnen hebben voor GGZ-cliënten op cognitief, emotioneel, motorisch en spiritueel niveau. Door creatief bezig te zijn worden zowel het cognitieve als het emotionele deel van de hersenen gebruikt, waardoor beide hersenhelften als het ware gaan samenwerken (info GGZ, 2012). De methodiek wordt uitgelegd in een handleiding. Deze handleiding biedt de leidraad van de methodiek en heeft als functie het overdragen van kennis en het verduidelijken van de methodiek. Daarnaast zorgt de handleiding ervoor dat de methodiek gebruikt kan worden voor meerdere projecten, de methodiek wordt hierdoor overdraagbaar. Door de houvast die de handleiding biedt zijn de cliënten die gebruik maken van de methodiek in staat zelf aan de slag te gaan en dat sluit aan bij de kenmerken van een cliëntgestuurd project. Natuurlijk hoeven ze het niet alleen te doen. Op het moment dat er behoefte is aan hulp van een overkoepelende zorginstelling of van een professional is dit natuurlijk geen probleem, zolang het initiatief maar bij de cliënten ligt en het vragen om hulp dus vanuit de cliënten zelf komt. In dit katern wordt de ‘Zelv-methodiek’ gepresenteerd. Er staat per module beschreven wat deze inhoudt, wat het doel van elke module is en waarom er is gekozen voor de activiteit of het middel waaruit de module bestaat. Wij wensen u, vol trots, veel lees- en kijkplezier! Met vriendelijke groet,
De Ontwerpers
23
Module I Paspoort
De Zel
24
Kaart
De Zel
Kaart
Naam:__________________________ Geslacht:_________________________ Geboorte datum:____________________ Woonplaats: ______________________
Naam:___________________ Geslacht:_________________ Geboorte datum:_____________ Woonplaats: _______________
Mijn relevante opleidingen en werkervaringen:
Mijn relevante opleidingen en werker
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Dit zijn mijn hobby’s :
Dit zijn mijn hobby’s :
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Deze mensen zijn belangrijk in mijn leven:
Deze mensen zijn belangrijk in mijn l
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Belangrijke levenservaringen voor mij zijn:
Belangrijke levenservaringen voor mi
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Dit zou ik graag nog willen doen:
Dit zou ik graag nog willen doen:
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Hier ben ik goed in:
Hier ben ik goed in:
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Dit wil ik nog leren:
Dit wil ik nog leren:
__________________________ __________________________
____________________ ____________________
Module I Deze eerste module is gericht op kennismaking tussen de medewerkers van het team. Iedereen ontvangt hierbij een eigen ‘paspoort’. Dit is een kleurrijke kaart met daarop diverse vragen gericht op persoonlijke informatie zoals naam en leeftijd, maar ook hobby’s, sterke eigenschappen en leerpunten. Het is hierbij de bedoeling dat elke medewerker zijn of haar paspoort invult en dit vervolgens binnen de groep bespreekt. Vormgeving en opbouw De vormgeving van het paspoort is vergelijkbaar met een ‘vriendenboekje’, dat veel mensen nog zullen herkennen van vroeger. Het is een vrolijke kaart die er uitnodigend uitziet en je uitdaagt om op een laagdrempelige manier na te denken over belangrijke persoonlijke informatie en eigenschappen. Dit paspoort begint, net als een vriendenboekje, met feitelijke persoonsgegevens zoals naam, geslacht, leeftijd en woonplaats. Vervolgens wordt er steeds dieper ingegaan op persoonlijke informatie zoals hobby’s, werkervaring, belangrijke sociale contacten en persoonlijk sterke eigenschappen en leerpunten. Er vindt dus als het ware een opbouw plaats van luchtige naar zwaardere, persoonlijke informatie. Doelstelling Door het inzetten van het paspoort als creatief middel wordt er volgens de theorie van Haaster (2008) een nieuwe tijdelijke werkelijkheid gecreëerd, waarbij de medewerkers meer van zichzelf zullen durven laten zien. Door iedereen ruim de tijd te geven om na te denken over persoonlijke thema’s en dit vast te leggen in het paspoort, wordt er bewustzijn gecreëerd. Doordat deze informatie tastbaar wordt in de vorm van een paspoort, zal het bespreken van deze informatie gemakkelijker zijn. Tevens kan dit meerwaarde hebben voor persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Doordat alle paspoorten binnen het project worden bewaard, kunnen medewerkers elkaars leerpunten er regelmatig bij pakken en hiermee experimenteren en evalueren. Dit sluit aan bij de opvatting van Haaster dat creativiteit ondersteuning biedt bij het bereiken van doelen in het professioneel handelen (Haaster, 2008).
25
Module II Bewustwordingsspel
Start
26
De Zel
Methodiek
2. Vinden jullie het belangrijk dat je op de hoogte bent van elkaars (psychische) achtergrond en waarom juist wel of niet?
1. Gefeliciteerd, jullie eigen cliëntgestuurd verantwoordelijkhed sleutel van het pand. Nemen jullie zelf deze jullie dit liever bij een
1. Anne heeft aan haar team voorgesteld om de financiële administratie van het cliëntgestuurde project bij te houden, maar ze komt er niet uit. Wat zouden jullie in haar situatie doen?
2. Noteer een aantal horen bij een cliënt g
2. Heeft herstel een plek in het project, hoe zouden jullie elkaar hier in kunnen stimuleren?
1. Wanneer voelt iedereen zich veilig genoeg om zichzelf te zijn binnen dit team?
1 .Bedenk samen hulp bij kunnen
1. Welke plaats heeft herstel binnen jullie project?
1. Noem vijf punten die volgens jullie belangrijk zijn voor een goede samenwerking
1. Welke financiële taken komen er kijken bij een project ?
2. Binnen jullie eigen project zullen jullie te maken krijgen met verantwoordelijkheid over geld. Hoe gaan jullie hier mee om?
1. Bij wie ligt het initiatief van een cliënt gestuurd project?
2. Wat heb je nodig om een cliëntgestuurd project te starten?
Jullie Formule van een Cliënt Gestuurd Project
2. Hoe gaan jullie om met conflicten binnen het team?
1. Hans is onderdel van een cliënt gestuurd project. Hij moet een belangrijke beslissing nemen, hij wil de diensten of het assortiment uitbreiden. Hij heeft drie keuzes: - Deze beslissing zelf nemen - Samen met zijn collega’s overleggen - Een overkoepelende organisatie laten beslissen Welke optie zouden jullie kiezen?
2. Belsuitvorming v samen na over hoe plannen en hoe de Denk aan notulist,
Module II Module II, het spel, moet er toe leiden dat alle deelnemers hun eigen visie/formule van een cliëntgestuurd project op papier gaan zetten. Wat een cliëntgestuurd project precies inhoudt en de vorm ervan, is niet iets wat een professional de cliënten kan vertellen. Cliëntgestuurd zegt het namelijk al, het moet vanuit het idee van de cliënt komen. De cliënt bepaalt. Vormgeving en opbouw Deze module heeft de vorm van een bordspel met vragenkaartjes, een formulekaart, een pion, een dobbelsteen en kleine fiches waarop verschillende iconen afgedrukt staan die terug komen in het bordspel. Het spel heeft een eenvoudig en strak uiterlijk om het overzichtelijk te maken. De kleuren komen overeen in al het materiaal van het spel. Het spel zorgt ervoor dat de deelnemers nadenken over verschillende onderwerpen op een leuke en sociale manier. Het einddoel van het spel is dat de formulekaart ingevuld wordt en dat deze wordt samengevat, dit doe je door het spel te spelen en de vragenkaartjes te beantwoorden. De uiteindelijke samenvatting beschrijft de formule van een cliëntgestuurd project zoals de medewerkers het zien. De spelregels zorgen ervoor dat alle vragenkaartjes behandeld worden. Doelstelling Het spel heeft de vorm van een bordspel en valt onder “serious gaming”. Dit houdt in dat het hoofddoel van het spel leren is en niet vermaak. Een spel heeft verschillende voordelen als het gaat om leren en ontwikkelen; - Het bevat een sociale context. Mensen willen vaak interactief met elkaar bezig zijn en samen spelen is een goede manier. De spelers kunnen samenwerken, concurreren, van elkaar leren en oplossingen uitwisselen (Ranj, z.d.). Bij module II werken de spelers samen, nemen verschillende rollen aan, leren van elkaar en wisselen meningen en oplossingen uit. - Door te doen zal je sneller leren en onthouden. Dit komt omdat meerdere zintuigen betrokken zijn (Ranj, z.d.). - Wanneer iemand helemaal op gaat in een activiteit kan er een ‘Flow’ ontstaan. De ‘Flow’ houdt in dat er een balans is tussen uitdaging en verveling. Er moet geen verveling ontstaan maar de activiteit moet ook niet te moeilijk zijn. De Flow-ervaring kan niet altijd gegarandeerd worden maar als ontwerper moet je daar wel naar streven (Nijs & Peters, 2011, p51). - Spelen en simulaties kunnen helpen om inzichten te krijgen in complexe systemen en situaties (Ranj, z,d,). Deze module moet er voor zorgen dat er meer inzicht is bij de spelers.
27
het waar het 28 voor jezelf rzicht. cies over gaat. ende vragen:
m gekozen? penen?
ken wat het rt gaan met r dan dat. probleem or anderen? lt bereiken
ullie uit ullie project zijn jullie
op
er verdiend ct), n jullie geld
eiken?
t/dienst? ekkelijk?
Module III Opzet projectplan Voorbereiding
Inleiding
Stap 1 Aanbod
Stap 2 De Klant
Stap 3 Communicatie/PR
Stap 4 Relatie met de Klant
Stap 5 Taken
Stap 7 Middelen
Stap 2 De Klant
Stap 6 Mensen
Stap 8 Samenwerking
Zonder deelnemers gaat jullie plan niet lukken. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen wie jullie willen bereiken als deelnemers of klanten. Mocht het namelijk in de toekomst zo zijn dat er geen interesse is vanuit deelnemers of klanten kijken naarInkomsten deze Stap 9 Financiën Uitgaven kunnen jullie eens terug Stap 10 Financiën stap en jezelf afvragen of jullie je wel op de juiste deelnemers of klanten hebben gericht. Denk binnen deze stap na over wie er gebruik moet gaan maken van jullie cliënt gestuurde project. Bedenk vooral ook wat jullie zelf aan het project hebben, is dat dagbesteding, je eigen herstel? Vaak zal winst maken niet centraal staan binnen een cliënt gestuurd Haalbaarheid project, maar staat herstel van jezelf en van anderen centraal. Wie gaat moet er gebruik maken van het cliënt gestuurde project? Denk na over de volgende vragen: - Welke deelnemers/klanten willen we bereiken? (leeftijd, geslacht, afkomst, achtergrond etc.) - Wat willen we zelf uit ons cliënt gestuurde project halen?
Stap 3 Communicatie/PR Je hebt net beschreven wie jullie willen bereiken, maar hoe gaan jullie dat aanpakken? Hoe gaan jullie er voor zorgen dat deelnemers en klanten weten dat jullie bestaan? Ga brainstormen over toffe manieren om reclame te maken en bekendheid te creëren. Bedenk ook hoe jullie zelf bereikt zouden willen worden. Welke projecten spreken jullie aan en wat hebben deze projecten gedaan om jullie aandacht te trekken? Maak gebruik van de volgende vragen: - Kijk terug naar stap 2, wie willen jullie bereiken? en wat vinden zij interessant? - Waar kunnen jullie deelnemers en/of klanten vinden? - Hoe kun je deelnemers bereiken?
Stap 4 Relatie met de Klant In stap 3 hebben jullie nagedacht over het bereiken van deelnemers en hoe je een “netwerk” om je heen bouwt. Het is ook erg belangrijk om deze deelnemers en klanten te blijven betrekken bij het project zodat ze geïnteresseerd blijven. Denk eens na over hoe jullie dit zouden kunnen doen. Denk er daarom over na hoe je dit gaat doen. Ga je bijvoorbeeld met een klantenkaart werken of ga je bijvoorbeeld een nieuwsbrief uitbrengen om je klanten op de hoogte te houden van wat er binnen jouw project of bedrijf gebeurd. Ook kun je met kortingsacties of bijvoorbeeld spaarkaarten gaan werken. Denk hierover na en maak daarbij gebruik van de volgende vragen:
Voordat jullie beginnen met het doorlopen van de stappen is het belangrijk om op papier te zetten wat jullie plan eigenlijk is en waar het idee vandaan komt. Door dit op papier te zetten creëren jullie voor jezelf en voor een eventuele toekomstige lezer duidelijkheid en overzicht. Maak duidelijk waar het plan op gebaseerd is en waar het precies over gaat. Om dit op papier te zetten kun je antwoord geven op de volgende vragen: - Wat is je plan? - Hoe is dit plan ontstaan? - Met wie wil je dit plan uit gaan voeren? - Wat is de naam van je plan en waarom heb je voor deze naam gekozen? -Wanneer wil je met het plan van start gaan? Wanneer wil je openen? Wat is je streven? Als jullie dit op papier hebben gezet is het goed om na te denken wat het einddoel is. Het kan zijn dat het doel is dat jullie straks van start gaan met jullie eigen cliënt gestuurde project, maar vaak gaat het verder dan dat. Wat is het doel van jullie project? Bied het oplossing voor een probleem of willen jullie bijvoorbeeld hulp of ondersteuning bieden voor anderen? Het kan van alles zijn. Dit doel of hetgene dat je uiteindelijk wilt bereiken noem je ook wel een missie en geeft antwoord op de vraag: Waar gaan we voor? Tegenover een missie staat een visie. Een visie toont aan wat jullie uit willendragen naar de buitenwereld. Als andere mensen over jullie project praten met anderen, wat willen jullie dan dat ze zeggen? Wat zijn jullie normen en waarden? Dit alles geeft antwoord op de vraag Waar staan we voor?
Stap 5 Taken
Je hebt nu in kaart gebracht wat jenu aan bieden en voor Je hebt Goed! Jullie hebben eengaat inleiding, een missie en eenwie. visie op papier of staan. Tijd om starten met dedeze eerstebestaat stap. concreet wat je product dienst isteen waaruit en hoe je k lanten werft en bij het project of het bedrijf blijft betrekken. De volgende stap is nadenken over de taken binnen je bedrijf of project. Wat moet er allemaal gedaan worden om het bedrijf draaiende te houden en om er 1 Aanbod voor te zorgen dat je jouw klanten ookStap daadwerkelijk kunt bieden wat belooft. Het is goed om voor deze stapstaat eenwat mindmap teis.maken. Centraal in deze module jullie aanbod Een bakker verdiend zijneen geld vel met papier het verkopen brood“taken” en banketen (eenga product), Zet in het midden van hetvan woord beschrijven een dokter verdiend geld met een consult (Dienst). Hoe gaan jullie geld wat er allemaal moetverdienen? gebeuren binnendejeonderstaande bedrijf. Maak een soort van Beantwoord vragen: spinnenweb van woorden en schrijf echt alles op wat in je opkomt. Wat bieden jullie aan entot wathet willen jullie hiermee bereiken? Denk van het stofzuigen van je werkplaats tellen van het geld Wat is bijzonder aan jouw product/dienst? en alles wat daar tussen ligt. Benkiest je bang dat je belangrijke vergeet? Waarom een deelnemer/klant voor jullietaken product/dienst? Hoe maken jullie het product of de dienst extra aantrekkelijk? Vraag dan om hulp -
Stap 6 Mensen Nadat je hebt nagedacht over alle taken binnen je project is het ook belangrijk om na te denken over wie deze taken gaat uitvoeren. Ga je alles zelf doen of heb je personeel nodig om de taken uit te voeren? Ga je met contracten werken of werk je met vrijwilligers? - Kijk terug naar stap 5 en zet alle taken onder elkaar. - Ga vervolgens nadenken hoeveel tijd deze taken kosten - Denk na over wie de taken uit kan voeren en of je hier meer mensen voor nodig hebt. -Als je meer mensen nodig hebt denk dan na over waar je deze kunt vinden.
Stap 7 Middelen Je hebt nu nagedacht over de taken binnen je bedrijf en over de mensen die je daarvoor nodig hebt. De volgende stap is het nadenken over middelen die je nodig hebt om je bedrijf te starten. Denk hierbij aan een pand, aan een kassa en aan de koffiekopjes en het wc-papier. Maak ook hiervoor een mindmap en zet daarna alle middelen onder elkaar. Denk ook na over de prijzen die deze middelen kosten en of het middelen zijn die je een keer koopt of waar je wekelijks boodschappen voor moet doen.
Stap 8 Samenwerking Soms is het verstandig en voordelig om een samenwerking aan te gaan met andere bedrijven of organisaties. Je kunt hierin veel voor elkaar betekenen, maar ook veel voor elkaars verdiensten. Denk na of het handig
Zonder deelne om in kaart te klanten. Moch is vanuit deeln stap en jezelf a hebben gerich maken van jul zelf aan het pr Vaak zal winst project, maar Wie gaat moe
Denk na over - Welke deelne afkomst, achte - Wat willen w
Je hebt net b dat aanpakke klanten wete om reclame t zelf bereikt zo en wat hebbe Maak gebruik - Kijk terug n en wat vinde - Waar kunne - Hoe kun je d
In stap 3 hebb hoe je een “net deze deelnem ze geïnteresse kunnen doen. Ga je bijvoorbe een nieuwsbri wat er binnen kortingsacties
Denk hierover - Wie is je klant - Hoe zorg je e terug blijven k
Module III Kenmerkend voor een cliëntgestuurd project is het feit dat het initiatief bij de cliënten ligt. Dit betekent dat een cliëntgestuurd project eigenlijk vergelijkbaar is met het starten van een onderneming. Echter richt een onderneming zich op het maken van winst en is een cliëntgestuurd project meestal gericht op herstel en bijvoorbeeld dagbesteding. Toch is ook voor een cliëntgestuurd project een projectplan nodig om er voor te zorgen dat het proces gestructureerd verloopt en er wordt nagedacht over het doel en de toekomst van het project. Het schrijven van een projectplan is niet zomaar iets. Er moet worden nagedacht over taken binnen het project, financiën, medewerkers, et cetera. Met een projectplan kan een cliëntgestuurd project bijvoorbeeld subsidies of fondsen aanvragen. Daarom is het van belang dat het projectplan goed op papier wordt gezet. Het schrijven van een compleet projectplan is misschien een te grote stap voor cliënten die starten met een project. Maar het is wel belangrijk om na te denken over thema’s die naar voren komen binnen een projectplan. Om daarbij te ondersteunen is module lll ontwikkeld. Dit is een stappenplan dat is geschreven aan de hand van het Business Model Canvas (Osterwalder & Pigneur, 2014), een model dat door veel ondernemers wordt gebruikt bij het schrijven van een businessplan. Daarbij is gekeken naar de thema’s die nodig zijn om een subsidie aan te vragen. Deze thema’s zijn bijvoorbeeld: begeleidende brief, projectplan, begroting, kosten, dekkingsplan, toelichting op de begroting, informatie over de organisatie, jaarverslag, uittreksel Kamer van Koophandel (Krikke, Veelenturf & Kooij, 2011). Door de thema’s om te vormen naar een cliëntgestuurd project zijn er tien stappen ontstaan. Deze tien stappen worden aangevuld met een inleiding waarin het doel, missie en visie worden verwerkt en een afsluiting waarin de haalbaarheid van het project wordt beschreven. Om het laagdrempelig te houden is gekozen om te brainstormen over de thema’s. Het is de bedoeling dat cliënten nadenken over verschillende vraagstukken en deze door middel van een brainstorm beantwoorden. Uiteindelijk ontstaat er een grote brainstormposter die de cliënten mee kunnen nemen naar bijvoorbeeld een zorginstelling die hen kan helpen bij het opstellen van een projectplan. Vormgeving en opbouw Deze module bestaat uit een grote poster waarop in totaal twaalf witte vlakken staan afgebeeld. Het bovenste en het onderste vlak zijn groter dan de tien kleine vlakken in het midden. Ieder vlak bevat een thema. Deze thema’s staan beschreven op de bijbehorende kaartjes. Op ieder kaartje staat een thema beschreven met daarbij een aantal vragen die beantwoord kunnen worden. De antwoorden op deze thema’s kunnen worden opgeschreven op de bijgevoegde post’its. De post’its kunnen inclusief het antwoord op de poster worden geplakt. Voor de achtergrond van de poster is gebruik gemaakt van de huisstijl van de ‘Zelv-methodiek’. Hierdoor is het duidelijk dat de poster deel uitmaakt van de gehele methodiek. Doelstelling Centraal in module lll staat brainstormen. Het doel van module lll is het nadenken over thema’s die komen kijken bij het schrijven van een projectplan. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er een projectplan wordt geschreven. Om over alle thema’s na te denken wordt er gebruik gemaakt van brainstormen. Brainstormen wordt vaak toegepast om in korte tijd veel verschillende perspectieven op een rijtje te zetten. Doordat je continu combinaties maakt van verschillende ideeën en daarbij vragen stelt ben je bezig met creatieve vaardigheden en is het dus een goede training voor je hersenen. In deze module gaan de cliënten samen brainstormen. Door het samen te doen en ideeën te delen wordt er gezocht naar de beste oplossing. Brainstormen is dus eigenlijk een hele vruchtbare manier van samen denken. Dit is dan ook de meerwaarde van module lll. Het is een creatief en spannende manier van zoeken en daardoor wordt een lastig onderwerp luchtiger gemaakt. Daarnaast wordt ook het proces versneld (Vos, 2006).
29
Module IV Zelv-kaart
De Zel
30
Kaart
De Zel
Kaart
Wanneer ik me niet goed voel, heb ik vooral last van:
Je kunt me hierbij het beste helpen door: Wel doen:
__________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________
__________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________
Zo kun je aan mij merken dat ik me niet goed voel:
Vooral niet doen:
__________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________
__________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________
De Zel
Kaart
Deze situaties kosten mij veel energie:
__________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ __________________________ Praten over mijn psychische achtergrond vind ik wel/niet makkelijk. (doorstrepen wat van toepassing is)
Bij noodgevallen kun je contact opnemen met:
Naam: _________________________ Adres: _________________________ Telefoonnummer :_________________
Module IV De ‘Zelv-kaart’ is een aanvulling op het paspoort en heeft als doel om bewustzijn te creëren van de positieve en negatieve situaties die bij het werken bij een cliëntgestuurd project voor kunnen komen. Vormgeving en opbouw De ‘Zelv-kaart’ begint met informatie over het belang dat iemand heeft bij werken binnen het project en welke taken en werkzaamheden als prettig of juist minder fijn worden ervaren. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op momenten dat iemand zich minder goed kan voelen tijdens het werk en de manier waarop collega’s hier het beste mee om kunnen gaan. Deze kaart wordt afgesloten met contactgegevens van de persoon, zodat hij eventueel kan worden benaderd voor hulp of advies. Deze ‘Zelv-kaart’ zal worden toegevoegd aan het paspoort en is daarom op dezelfde manier vormgegeven. Door dezelfde kleuren en motieven terug te laten komen, wordt er een huisstijl gecreëerd die de herkenbaarheid van de methodiek zal vergroten (Communicatiecoach, z.d.) Doelstelling Deze ‘Zelv-kaart’ zet medewerkers bewust aan het denken over thema’s die van belang zijn binnen het werken in een cliëntgestuurd team. Door deze thema’s openlijk te bespreken, worden er gevoelens van begrip, vertrouwen en veiligheid binnen het team gecreëerd. Dit is cruciaal om de communicatie binnen het team op lange termijn effectief en zinvol te laten verlopen. Hierdoor kan er een goede samenwerking binnen het team plaatsvinden. Volgens de fase theorie van Lewin is het werken aan een klimaat van veiligheid en vertrouwen vooral van belang in de beginfase van een groep (Remmerswaal, 2011). Dit sluit aan bij de uitvoering van deze module, die bij de start van het cliëntgestuurde project plaats zal vinden.
31
Module V Kalender
De Zel
Methodiek
FEBRUARI
2016
Maandag 8 Dinsdag 9 Woensdag
32 10
Donderdag 11 Vrijdag 12 Zaterdag 13
Zondag 14
Week tip
Is er iets waar jullie al een tijdje tegen aanlopen als team? Dan is dit het moment om hierbij hulp te vragen.
Module V Module V is een kalender met elke week een tip voor de startende deelnemers. Het doel van deze kalender is een jaar lang nazorg bieden aan de deelnemers, door een wekelijkse opdracht, tip of quote te geven. Uit het onderzoek is gebleken dat het voor de cliënten toch wel spannend is om alles zelf te doen. Om de cliënten na de modules niet helemaal zonder hulp achter te laten is er voor gekozen om een kalender te maken, waar ze elke week een tip op kunnen vinden. Deze module is dus feitelijk de nazorg die geboden wordt, zodat de ideeën die worden gevormd tijdens de modules ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Vormgeving en opbouw Er is voor een wekelijkse kalender gekozen omdat de functionaliteit van de kalender hierdoor wordt vergroot. Zo kunnen de cliënten deze niet alleen gebruiken als kalender maar ook als agenda. Doordat de kalender meerdere functionaliteiten heeft zal deze daarom ook sneller worden gebruikt. De kalender is in dezelfde huisstijl als de rest van het pakket. Hier is voor gekozen omdat het belangrijk is om een herkenbaar en eenduidig pakket aan te bieden. Ook zal het de cliënten een jaar lang herinneren aan het moment dat ze de modules hebben uitgevoerd. De onderwerpen van de tips komen vanuit de vragen die bij de cliënten leven, maar ook vanuit de verschillende tips die zijn verkregen uit gesprekken met professionals en best practices. Door deze manier van co-creatie in te zetten zal het gebruik en de implementatie hiervan gemakkelijker gaan (Dijk, 2014). Doelstelling De meerwaarde van de kalender zit vooral in de continuïteit die geboden wordt. Als een groep mensen intensief aan de slag gaat met een methodiek neemt het vaak een grote plaats in binnen de groep en de personen afzonderlijk. Als alle modules doorlopen zijn, bestaat er een kans dat de cliënten hierna in een gat kunnen vallen. Doordat de hele methodiek is gebaseerd op het zelfstandig uitvoeren kan er niet ineens gekozen worden voor een nazorg traject met een begeleider. Ook een handleiding of handboek zal in dit geval minder snel aanslaan. Daarom is er gekozen voor een creatieve oplossing, namelijk een kalender. Doordat de kalender niet alleen de functie nazorg heeft zal het geïntegreerd worden in de dagelijkse praktijk zonder dat het zal voelen als “zorgen”. Naast nazorg dient de kalender natuurlijk als een gewone agenda. Medewerkers kunnen zelf vergaderingen en afspraken invullen, maar ook de tips die wij geven kunnen ze verwerken in de kalender. Dit zorgt voor activering. In plaats van alles voor hen in te vullen bieden we hier de mogelijkheid tot eigen invulling. De medewerkers zijn hierdoor vrij in hoe ze met nazorg om gaan. Ze kunnen zelf beslissen welke tips relevant zijn en welke misschien overbodig (Houwelingen, Boele & Dekker, 2014).
33
Tien redenen waarom Zelv baanbrekend is 1. De ‘Zelv-Methodiek’ is niet zomaar een naam voor een methodiek, maar staat voor de begrippen Zelfredzaam, Empowered, Lerend en Verantwoordelijk. Dit zijn thema’s die zowel binnen het CMV-werkveld als in de maatschappelijke en professionele context centraal thema zijn. 2. Zoals de naam al aangeeft vergroot de methodiek de zelfstandigheid van cliënten. Het pakket is zelfstandig door cliënten uit te voeren en waar nodig kunnen de cliënten zelf bepalen of ze ondersteuning nodig hebben bij de verschillende onderdelen. Hierdoor hebben de cliënten zelf de regie in handen over hun eigen weg naar participatie (Koning e.a., 2011). 3. Tijdens het werken aan de methodiek brengen de cliënten eigen krachten en kwaliteiten in kaart. Dit draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Doordat de cliënten dit ook van elkaar te weten krijgen kunnen ze elkaar daarin ondersteunen. Onderling gaan ze gebruik maken van elkaars talenten (Gruiter, Lem & Berger 2010). Dit zal uiteindelijk voor een positiever en empowered zelfbeeld zorgen.
34
4. De methodiek spoort aan tot een lerende houding bij de cliënten. De methodiek geeft geen standaard antwoorden, maar zorgt ervoor dat de cliënten worden aangespoord tot zelf nadenken over een oplossing. Een onderzoekende en vragende houding bij cliënten zorgt voor een minder afhankelijke positie. Dit draagt daarmee bij aan het zetten van stappen op de participatieladder. 5. Door cliënten, die voorheen weinig tot geen verantwoordelijkheden hadden, langzaam te laten wennen aan meer verantwoordelijkheden, zal met behulp van het opzetten van hun eigen project hun eigenwaarde en zelfvertrouwen groeien. De kans van slagen is daarmee ook veel groter. De cliënten zetten het project namelijk niet op voor een organisatie, maar omdat ze dit zelf willen (Wagenaar & Baldervan Seggelen, 2010). 6. De methodiek is mede ontwikkelt door cliënten. Het pakket is door de medewerkers van “Anders dan Anders” getest en van feedback voorzien. Vervolgens is deze feedback verwerkt. Hierdoor sluit het pakket goed aan bij de beleving van cliënten die net een cliëntgestuurd project opstarten.
7. Het toepassen van heldere vormgeving en spelelementen geeft de cliënten structuur in de warrigheid die het opstarten van een cliëntgestuurd project met zich mee brengt (Ranj, z,d,). Uit de gesprekken met de medewerkers van “Anders dan Anders” bleek dat het aanbrengen van structuur soms al zoveel stress wegneemt, dat ze een ‘onmogelijke’ taak toch als mogelijk zijn gaan beschouwen. 8. De methodiek bestaat uit vijf verschillende modules die op eigen tempo uitgevoerd kunnen worden. Sommige modules nemen meer tijd dan anderen, ook dat kunnen de cliënten zelf bepalen. Module I en IV zijn ook uitermate geschikt om te herhalen wanneer er nieuwe medewerkers aangenomen worden. Na een jaar terugkijken op module III kan erg behulpzaam zijn om te evalueren of het project nog op de juiste koers zit. 9. De methodiek is nieuw op de markt en kan door de RIBW gebruikt worden voor het ontwikkelen van cliëntgestuurde projecten. Door de invoering van de participatiewet is cliëntsturing een actueel thema geworden. Deze methodiek speelt hier op in. 10. Uniek aan deze methodiek is dat de cliënten na het uitvoeren van de vier modules, door middel van een kalender, een jaar lang nazorg krijgen. Dit zorgt ervoor dat de cliënten na de intensieve periode van samen een plan maken, een vorm van ondersteuning krijgen. De kalender is opgebouwd aan de hand van de vragen die leven bij de medewerkers van “Anders dan Anders” en de tips die professionals hebben gegeven over de zaken waar de cliënten aan moet denken in het eerste jaar van de opstart van een cliëntgestuurd project.
SWOT Een nieuwe innovatie is meestal niet meteen succesvol. Als het basisconcept klaar is, moet er gekeken worden hoe kansrijk het product of dienst is. De methodiek is gebaseerd op ‘Anders dan Anders’ en zij dient als pilotproject. Als deze pilot slaagt is het mogelijk om de methodiek ook in te zetten bij andere projecten. In dit artikel wordt er nauwkeurig gekeken naar de sterke en zwakke punten van het basisconcept. Daarna wordt weergegeven wat de kansen en bedreigingen zijn van de Zelv-methodiek met betrekking tot de inzet bij andere projecten.
Sterke punten
Zwakke punten
•Innovatief door inzet van creatieve middelen •De innovatie bevat nazorg •De modules van de methodiek kunnen ingezet worden in verschillende fases van de ontwikkeling van een cliënt gestuurd project.
•Nog geen naam gebouwd op de markt •Nog niet voldoende getest •Er is op dit moment maar één pakket van de methodiek geproduceerd
Kansen
Bedreigingen
•Past binnen de maatschappelijke ontwikkelingen, dus er is vraag naar. •Het kan verder ontwikkeld worden. •Toepasbaar op verschillende projecten waardoor het landelijk uitgerold kan worden.
•Toetreding van concurrentie door de trend van ervaringsdeskundigen opleiden en empowerment. •Het kan zijn dat de methodiek niet aansluit bij de behoefte van andere projecten., waardoor de ontwikkeling na de pilot stopt
35
Draagvlak creëren is een van de belangrijkste dingen bij implementatie. Dus voordat de medewerkers aan de gang gaan met het uitvoeren van de modules, zijn zij door middel van co-produceren betrokken bij het ontwerpproces. Hierdoor is er eigenaarschap gecreëerd en zal het voor de medewerkers meer een eigen proces zijn in plaats van een opdracht die zij enkel moeten uitvoeren (Verhagen, 2012).
36
Fysieke Implementatie
Net als bij de implementatie bij de medewerkers, is het creëren van draagvlak bij de opdrachtgever ook belangrijk. Tijdens het onderzoek zijn er verschillende partijen betrokken en is er intensief met belanghebbenden gecommuniceerd. Tijdens de ontwikkeling van de innovatie is er zowel met de opdrachtgever als met Harrie van Haaster samengewerkt. Door een dialoog aan te gaan met betrokkenen worden meerdere personen eigenaar van het product en zal er bij de implementatie daardoor ook meer draagvlak ontstaan (Verhagen, 2012).
Medewerkers ‘Anders dan Anders’ voeren de modules op eigen tempo uit. Ze bedenken, ontwerpen en ontwikkelen een eerste aanzet van hun plan. Dit doen zij eventueel samen met professionals in ruil voor stage of werkplekken. Aan het einde van deze periode hebben de medewerkers een definitie van hun cliëntgestuurde project en een eerste aanzet voor het projectplan. Ook zijn zij bezig geweest met de samenwerking en zijn er regels opgesteld voor een succesvolle werksfeer.
Mentale Im
De medewerkers van het RIBW krijgen één compleet pakket aangeboden. Om de methode een vliegende start te geven wordt er naast een presentatie van het ontwerp ook een training/presentatie aangeboden voor de participatie coördinatoren die eventueel met het pakket gaan werken. Door het pakket niet alleen te overhandigen maar er ook een training aan te koppelen is de kans groter dat de methodiek een plek zal krijgen binnen de organisatie.
Implementatie bij het RIBW De medewerkers hebben de eerste stappen van het maken van een plan gezet door het uitvoeren van de modules. Door module vijf worden ze nog een jaar lang ondersteund. Ze maken van de brainstormsessies die tijdens de modules twee en drie zijn gemaakt een concreet plan, eventueel geholpen door een professional. Deze periode is erg belangrijk voor het slagen van het project. In deze periode wordt het duidelijk of het project succesvol is of niet. De kalender is logisch en chronologisch opgebouwd. Zo herinnert de kalender, door wekelijkse opdrachten, de medewerkers terug te kijken naar de stappen die eerder zijn gezet en successen te vieren.
mplementatie
Als het jaar van de kalender voorbij is, loopt het project waarschijnlijk goed en is het een succes geworden. De aangeleerde kennis heeft een plek gevonden binnen de structuur. Deze kennis en kunde zal nu dagelijks ingezet kunnen worden. Natuurlijk is het altijd nog mogelijk dat de medewerkers nog vragen hebben, maar als het goed is kennen ze nu de weg die ze moeten bewandelen om antwoord op die vragen te krijgen.
Structurele Implementatie
Door een samenwerking aan te gaan met “ZO” of “Howie the Harp” (opleidingen die gericht zijn op herstel) zal de methodiek doorontwikkeld kunnen worden. “Anders dan Anders” zal als pilotproject gebruikt kunnen worden. Door iemand binnen één van deze organisaties, bijvoorbeeld één van de projectgroepleden, verantwoordelijk te maken voor de doorontwikkeling zal de methodiek steeds beter aansluiten op de doelgroep en zal er uiteindelijk een werkbare en succesvolle methodiek ontstaan.
Het doel van de Zelv-Methodiek is natuurlijk dat het structureel door de participatie medewerkers van het RIBW ingezet gaat worden. Zodra de methodiek helemaal is doorontwikkeld en de participatie medewerkers de methodiek kunnen aanbieden aan andere cliënten met de wens een project op te starten, is de methodiek structureel geïmplementeerd.
Implementatie bij Anders dan Anders
37
Interview met de ontwikkelaars implementatie
Na een periode van onderzoek en innovatie is de Zelv-methodiek het eindresultaat. Iets waarop de onderzoekers, ontwerpers en ontwikkelaars van Zelv heel trots zijn. In dit interview zijn we benieuwd naar het toekomstbeeld van de ontwikkelaars. Wat is het doel van de ‘Zelv-methodiek, hoe ziet de toekomst eruit en hoe willen ze dit bereiken?
38
De Zelv-methodiek is voor nu zo goed als af. Wat is het doel van de Zelv-methodiek, wat willen jullie hiermee bereiken? Toen we de vraag van de RIBW kregen om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor ‘Anders dan Anders’ om door te ontwikkelen tot cliëntgestuurd project, dachten wij meteen aan het schrijven van een businessplan. Door voor de medewerkers een businessplan te schrijven zouden we ze helpen met het opstarten van een eigen project. Uit het onderzoek is gebleken dat het schrijven van een businessplan niet past binnen de kenmerken van een cliëntgestuurd project. Daarom hebben we gekozen voor het ontwikkelen van een methodiek die de medewerkers ondersteunt bij het zelf opstarten of ontwikkelen van een project. Zelfredzaamheid, empowerment, leren en eigen verantwoordelijkheid staan hierin centraal. Het gaat om eigen krachten en leren om deze eigen krachten te benutten. Dat is dan ook het doel van de Zelv-methodiek. We hopen met deze methodiek handvatten te bieden aan cliënten die een eigen project willen opstarten. Door daarbij te ondersteunen, maar wel de verantwoordelijkheid bij de cliënten neer te leggen, wordt de stap tot het uitvoeren van het plan kleiner. We willen cliënten activeren en betrekken in de maatschappij. We willen ze laten zien wat ze in hun mars hebben en hoe ze deze kwaliteiten in kunnen zetten. We hopen dat er na de pilot bij ‘Anders dan Anders’ meer cliënten zijn die zichzelf herkennen in de medewerkers van ‘Anders dan Anders’. Cliënten die ook iets op willen starten dat bijdraagt aan hun eigen herstel en die van anderen. Door onze methodiek toe te passen willen we deze cliënten laten inzien dat het kan.
“Zelfredzaamheid, empowerment, leren en eigen verantwoordelijkheid staan hierin centraal. Het gaat om eigen krachten en leren om deze eigen krachten te benutten.”
Hoe ziet de toekomst van de Zelv-methodiek er uit volgens jullie? De methodiek is gebaseerd op de situatie van ‘Anders dan Anders’. We hebben geprobeerd de methodiek zo te schrijven dat deze ook voor andere cliëntgestuurde projecten inzetbaar is. ‘Anders dan Anders’ dient als pilotproject. Als deze succesvol wordt afgerond is het mogelijk de methodiek op de markt te brengen. In de toekomst zien we graag veel cliëntgestuurde projecten starten in Nederland. Door cliëntgestuurd te werken krijgen cliënten in Nederland een kans en wordt voor hen de stap naar de reguliere arbeidsmarkt kleiner. Het initiatief van de cliënten staat centraal binnen de Zelv-methodiek. Wel staat aangegeven dat ze om hulp moeten vragen als ze er niet uitkomen. Is dit niet tegenstrijdig? We begrijpen goed dat het tegenstrijdig klinkt. Maar het feit dat het lastig is om een eigen project te starten geldt niet alleen voor cliënten. Soms kun je dingen gewoon niet weten zonder dat je er voor geleerd hebt. Iedereen mag om hulp vragen wanneer dat nodig is, dus waarom zou het minder cliëntgestuurd zijn als er om hulp wordt gevraagd? Het gaat er binnen cliëntsturing om dat het initiatief bij de cliënten ligt en niet bij een overkoepelende organisatie of professional. De cliënten zijn eindverantwoordelijk en zij beslissen wat er met hun project gebeurt. Natuurlijk kunnen zij hiervoor hulp vragen wanneer dat nodig is, zolang het maar vanuit de cliënten zelf komt. Hoe weten deze “hulptroepen” of trainers in hoeverre ze mogen en kunnen helpen? Mocht het inderdaad het geval zijn dat de cliënten hulp nodig hebben van een professional dan kunnen zij er zelf voor kiezen om bijvoorbeeld iemand in te huren. Het is logisch dat deze professionals dan niet goed weten in hoeverre zij mogen en kunnen helpen. Daarover zal met de cliënten zelf overlegd moeten worden. Daarnaast zijn wij als ontwikkelaars en CMV’ers in staat om deze professionals te trainen. Misschien blijkt uit de pilot van de Zelv-methodiek dat er toch een trainer nodig is om de methodiek uit te voeren. In dat geval willen wij een training voor trainers ontwikkelen, waarbij zij leren hoe zij de cliënten kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van de Zelv-methodiek.
Wat gaan jullie doen om draagvlak en bekendheid te creëren voor de Zelv-methodiek? Omdat we de methodiek samen met de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ hebben ontwikkeld, sluit de methodiek aan bij deze doelgroep. Hierdoor hebben we de kans van slagen vergroot en zijn we al gestart met het creëren van draagvlak. Zo hebben we bijvoorbeeld regelmatig feedback en tips gevraagd bij Harrie van Haaster, de onderzoeker die wij hebben geïnterviewd tijdens ons onderzoek. Hij is gespecialiseerd in cliëntsturing en heeft verschillende trainingen geschreven. Daarnaast zijn er voor de externe presentatie bij de RIBW, waarin de methodiek gepresenteerd zal worden aan de medewerkers van ‘Anders dan Anders’ en de opdrachtgever, meerdere partijen uitgenodigd om de presentatie bij te wonen. Denk hierbij aan de gemeente Arnhem, landelijke participatiemedewerkers van de RIBW en cliënten van anderen zorginstellingen. Op deze manier proberen we bekendheid en draagvlak te creëren. Wat is de maatschappelijke waarde van de Zelv-methodiek? De Zelv-methodiek sluit perfect aan bij de veranderende maatschappij in Nederland. We veranderen van verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving waarin eigen kracht en elkaar helpen centraal staan. Daarbij verandert er ook veel binnen de arbeidsmarkt. Voor cliënten is het belangrijk om aan de slag te gaan met herstel. Klimmen op de participatieladder draagt hier aan bij. Door middel van cliëntgestuurde projecten kunnen cliënten bezig zijn met dingen waar hun hart ligt en zijn ze minder afhankelijk van dagbestedingsplekke, of creëren ze eigen dagbesteding. Hierdoor wordt maatschappelijke participatie bevorderd en nemen cliënten een plek in binnen de samenleving. Stel ik ben geïnteresseerd in de Zelv-methodiek, hoe kan ik aan het pakket komen? Omdat de pilot op het moment nog draaiende is zijn we nog niet geheel op de hoogte van het productieproces en de kosten hiervan. Wel kunnen we u vertellen dat de methodiek geschonken wordt aan de RIBW. Zij worden eigenaar van de Zelv-methodiek en zijn verantwoordelijk voor de productie en verdere ontwikkeling. U kunt voor meer informatie hierover contact opnemen met: Inger van Hattum: i.vanhattum@ribwavv.nl
39
Evaluatie Na afronding van de innovatie is er, aan de hand van de ontwerpeisen van het onderzoek, geëvalueerd op het innovatieve ontwerp; de Zelv – methodiek. Deze ontwerpeisen zijn te vinden in het artikel van Dr. Anders.
- De methodiek geeft uitleg over de kenmerken van een cliëntgestuurd project. Uit onderzoek is gebleken dat een cliëntgestuurd project geen vaste definitie kent. Om deze reden reiken wij, in plaats van kenmerken, thema’s aan die van belang zijn bij het opzetten van een cliëntgestuurd project. Deze thema’s geven de medewerkers een aanzet tot nadenken over een eigen definitie. - De methodiek biedt ondersteuning bij de stappen die gezet moeten worden om een cliëntgestuurd project te worden. Met behulp van module drie worden de medewerkers op een creatieve manier ondersteund bij het opzetten van een projectplan door middel van prikkelende vraagkaartjes.
40
- Het format van de methodiek moet door een professional goedgekeurd worden. Er is tijdens het ontwerpen van deze methodiek overlegd met Harrie van Haaster; een professional gespecialiseerd op cliëntsturing. Hij heeft meegedacht in het ontwerpproces en tussentijds feedback gegeven op de uitwerking. - De methodiek kan zelfstandig door cliënten met een psychische achtergrond worden uitgevoerd. Om de haalbaarheid van de methodiek te waarborgen heeft er veel overleg plaatsgevonden met de doelgroep. Module 1 en 2 zijn zelfstandig door de cliënten getest, met als doel om verbeterpunten te geven en zo de methodiek te testen of deze daadwerkelijk zelfstandig uit te voeren is. - De methodiek kan ook toegepast worden op andere projecten van de RIBW. De eerste vier modules van de ‘Zelv-methodiek’ zijn volledig toepasbaar op andere projecten binnen de RIBW. Module 5 zou tevens toegepast kunnen worden, maar behoeft wel enige aanpassingen. - De methodiek biedt handvatten hoe om te gaan met psychische problematiek van medewerkers onderling. Module 4 zet de cliënten aan om met elkaar te praten over momenten waarop iemand zich minder goed voelt en de manier waarop collega’s het beste hierop kunnen inspelen. Deze informatie wordt
vastgelegd zodat het overdraagbaar en toepasbaar is. Op deze manier krijgt herstel ook een plekje in het cliëntgestuurde project. - De methodiek zorgt er voor dat de cliënten de capaciteiten krijgen om van ‘Anders dan Anders’ een cliëntgestuurd project te maken. Door de methodiek krijgen de cliënten zicht op of zij de capaciteiten beheersen of niet. De methodiek biedt aan de hand van thema’s, kennis over een cliëntgestuurd project. Aan het einde van de methodiek kan het zijn dat de cliënten er achter komen dat de draagkracht toch de klein is. In dit geval kan er hulp ingeschakeld worden of kan de conclusie getrokken worden dat het project niet haalbaar is. - De methodiek heeft een element in zich wat de samenwerking bevordert. Er is bewust gekozen om in elke module het thema samenwerking terug te laten komen. Dit is in elke module verschillend vormgegeven, om zo de diverse mogelijkheden van samenwerking uit te lichten. Samenwerking Net zoals in het onderzoek is de samenwerking binnen de projectgroep goed verlopen. De projectgroep is regelmatig bij elkaar gekomen en de taken zijn hierbij eerlijk verdeeld. Om het creatieve proces te stimuleren hebben er ‘Hei-dagen’ plaatsgevonden waarbij we in Heemskerk, een andere omgeving, samen hebben gewerkt aan het innovatieve ontwerp. Vooral tijdens het ontwerpen en vormgeven van de innovatie hebben wij elkaars kwaliteiten ontdekt en benut. Na afronding van het onderzoek is er geconcludeerd dat we elkaar te veel vertrouwden en hierdoor niet kritisch naar elkaars stukken keken. Om deze reden hebben wij bij het beslisdocument elkaars stukken kritisch bekeken, waardoor de kwaliteit verbeterd is. Een eventueel verbeterpunt zou kunnen zijn dat we meer uitdaging zoeken door te wisselen van taken, om op deze manier ons leerproces te vergroten.
Bronnenlijst Baars, M. van. ( 2012). Culturele en Maatschappelijke Vorming: MEEDOEN kun je leren. Hogeschool Arnhem en Nijmegen Communicatiecoach. (z.d.). Het Hoe, wat, waarom van een huisstijl. Geraadpleegd op 15-5-2015. Van, http://www.communicatiecoach.com/branding/het-hoe-wat-waarom-van-een-huisstijl-1/. Donk, C. van der & Lanen, B. van. (2011). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum: Uitgeverij coutinho Dijk, H. (2014). Cocreatie schept ruimte voor ideeën. Geraadpleegd op 8-05-2015. Van, https://www. movisie.nl/artikel/cocreatie-schept-ruimte-ideeën GGZ Nederland. (2013). Meerjarenvisie GGZ Nederland 2013 - 2020 de ggz in beweging. Geraadpleegd op februari 26, 2015, van GGZ Nederland: http://www.ggznederland.nl/uploads/assets/2013-396%20 meerjarenvisie%20GGZN.pdf Groepsdynamiek. (z.d.) Teambuilding. Geraadpleegd op 15-3 2015. Van, http://www.groepsdynamiek.nl/ teambuilding.html Gruijter, M. de, Lem, S. van der & Berger, M. (2010). Durf te Dromen, over empowerment. Rijswijk: Quantes Haaster, H., & Vesseur, J. (2004). Door cliënten gestuurd. Amsterdam: IGPB Haaster, K.J. (2008). Denken en doen: beter programmeren in sociaal domein. Bussum: Uitgeverij Coutinho Houwelingen, P., Boele, A. & Dekker, P . (2014).Burgermacht op eigen kracht? Een brede verkenning van ontwikkelingen in burgerparticipatie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau Info GGZ. (2012). De methodiek en de betekenis van muzisch agogisch werken in de GGZ. Geraadpleegd op 14 maart 2015, van http://infoggz.wordpress.com/2012/01/09/de-methodiek-en-de-betekenis-vanmuzisch-agogisch-werken-in-de-ggz/ Koning, J., Meelker, A. de, Scheurink, I., Veltman, H., Zaeyen, T. & Nijhuis, F. (2011). Zelfregie: Vrijbaan Empowerment Methode. Tweede herziene druk (3rd ed.). Ermelo: REA College Nederland. Krikke, H., Veelenturf, R. & Kooij, S. (2011) Fondsenwerving voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Amsterdam: Stichting samenwonen – samenleven Landelijk Opleidingsoverleg CMV. (2009). Alert en ondernemend 2.0. Opleidingsprofiel Culturele en Maatschappelijke Vorming. Amsterdam: SWP Uitgeverij Movisie. (z.d.) De generalist. Geraadpleegd op 15-05-2015. Van, https://www.movisie.nl/artikel/generalist Nijs, D. & Peters, F. (2011). Imagineering. Amsterdam: Boom. Osterwalder, A., Pigneur, Y. (2014) Business model generatie. Deventer: Kluwer Ranj. (z.d.) Serious gaming. Geraadpleegd op 5-4-2015. Van, http://www.ranj.com/nl/content/seriousgaming
41
Remmerswaal, J. (2009). Handboek Groepsdynica. Amsterdam: Boom Nelissen. RIBW Arnhem & Veluwe Vallei. (2014) Jaarwerkplan Zorg & Kwaliteit 2015. Arnhem: RIBW Arnhem & Veluwe Vallei RIBW Arnhem & Veluwe Vallei. (z.d.). Over ons. Geraadpleegd op 24-02-2015. Van, http://www.ribwavv.nl/ over-ons Vereniging LFOS. (2012) Leidraad Keurmerk Centraal: Herstel voor en door (ex) cliĂŤnten. Utrecht: Vereniging LFOS Verhagen, P. & Haarsma-den Dekker, C. (2012). Ondernemen en innoveren in zorg en welzijn van signaal naar succesverhaal. Bussum: Coutinho. Vos, K. de. (2006). Brainstormen 50.000 ideeĂŤn per dag. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Wagenaar, H. & Balder-van Seggelen, C. (2010). Inzicht in eigen kracht. De werking van empowerment in Maatschappelijke Activeringscentra. Utrecht :Movisie. Wittuk, S. (2008). Organizational Capacity Needs Of Cunsumer-Run Organizations. Geraadpleegd op 0303-2015 van http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs10488-007-0162-7
Bronnenlijst Methodiek 42
Arend Landman. (2011). Spreuken, quotes en citaten over samenwerken. Ik kan spreken over samenwerking; er zijn collega-sprekers met samenwerken als specialisatie. Geraadpleegd op 3-05-2015. Van, http://www.arendlandman.nl/2011/01/spreuken-quotes-en-citaten-over-samenwerken-ik-kan-sprekenover-samenwerking-maar-er-zijn-collega-sprekers-gespecialiseerd-zijn-in-synergie-door-samenwerken/ Byttebier, I. (2002) Creativiteit Hoe? Zo!: Inzicht, inspiratie en toepassingen voor het optimaal benutten van uw eigen creativiteit en die van uw organisatie. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv Eigen onderneming starten. (z.d.). Ondernemingsvormen. Geraadpleegd op 2-05-2015. Van, http:// eigenondernemingstarten.com/ondernemingsvormen Ervaringswijzer. (z.d.) Start. Geraadpleegd op 6-05-2015. Van, http://www.ervaringswijzer.nl/start/index.php Ik ga starten. (z.d.). 43 inspirerende quotes van beroemde ondernemers. Geraadpleegd op 3-05-2015. Van, https://www.ikgastarten.nl/overig/overige-onderwerpen/43-inspirerende-quotes-van-beroemdeondernemers Krikke, H. Velenturf, R. Kooij,S. (2011) Fondsenwerving voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Amsterdam: Samenwonen-samenleven Osterwalder, A. & Pigneur, Y. (2009). Business Model Generatie: Een handboek voor Visionairs, Game Changers en Uitdragers. Deventer: Vakmedianet Spreuken en gezegdes. (z.d.) Inspirerende teksten. Geraadpleegd op 4-5-2015. Van, http://www. spreukenengezegdes.nl/inspirerende-teksten/een-doel-zonder-een-plan-is-slechts-een-wens/ Teambuildingsoefeningen. (2014). Je mag 1 vraag stellen. Geraadpleegd op 20-04-2015. Van, http://www. teambuildingoefeningen.nl/je-mag-een-vraag-stellen/ Teambuilding oefeningen (z.d.) Tekening aan een touwtje. Geraadpleegd op 4-5-2015. Van, http://www. teambuildingoefeningen.nl/tekening-aan-een-touwtje/
Ge誰nterviewde personen Naam: datum: Marja 11 maart 2015 Tessa 12 maart 2015 Tamara 12 maart 2015 Lona 17 maart 2015 Harrie van Haaster 17 maart 2015 & 20 April Dini Glas 17 maart 2015 Hau Kwee 17 maart 2015 Inger van Hattum 19 maart 2015 Groepsgesprek medewerkers ADA 31 maart 2015 Mariska de Groot 31 maart 2015