alert_doorstaat_het_decreet_de_kinderrechtentoets

Page 1

Integrale jeugdhulp Doorstaat het Decreet de kinderrechtentoets? Bruno Vanobbergen en Leen Ackaert

Op 1 maart jl. keurde de Vlaamse regering het ontwerpdecreet ‘integrale jeugdhulp’ goed. Begin juni lag het ontwerpdecreet ter stemming in de Commissie Welzijn van het Vlaamse Parlement. Dat was weerom een sleutelmoment in een lang en moeizaam proces. Al bij de eerste stappen naar een integrale jeugdzorg was het Kinderrechtencommissariaat betrokken partij. We pleitten niet alleen voor het recht op zorg maar ook voor rechten in de jeugdzorg. We steunden de uitgangspunten van integrale jeugdhulp. Maar de constructie moet niet alleen op papier mooi ogen, ze moet vooral op het werkterrein nieuwe bakens zetten. Want daar moet het anders en beter. Onze Klachtenlijn ontvangt jaarlijks klachten die structurele tekorten in de jeugdhulpverlening blootleggen. Om er maar enkele te noemen: te weinig duiding en inspraak, weinig flexibiliteit in het aanbod, te weinig gespecialiseerde én ambulante zorg. Het Kinderrechtencommissariaat vreest dat het nieuwe Decreet deze structurele tekorten niet kan opvangen. Niet alleen vanuit organisatorisch oogpunt maar ook vanuit het Kinderrechtenverdrag en het Decreet betreffende de Rechtspositie van de Minderjarige in de Jeugdhulp.

Veel fricties Dat Decreet verschaft aan minderjarigen in de jeugdhulp een stevige rechtspositie. Zo hebben ze recht op participatie bij de totstandkoming en de uitvoering van de jeugdhulp die hem wordt verleend, het recht om geïnformeerd vrij in te stemmen met de buitengerechtelijke jeugdhulp of die hulp te weigeren en het recht om klachten te formuleren over de niet-naleving van hun rechten. Maar het nieuwe Decreet integrale jeugdhulp vertrekt te weinig vanuit de rechtspositie van de minderjarige. Zo biedt het te weinig ruimte aan de minderjarige om samen met de indicatiesteller de wenselijke jeugdhulpverlening vast te stellen. Het gebrek aan een open dialoog tussen de ‘beslisser’ en de ‘behoeftige’ ondermijnt ‘het recht op participatie van de minderjarige bij de totstandkoming van de jeugdhulp die hem wordt verleend’. Meer mogelijkheden tot dialoog tussen minderjarige en beslisser zijn dus wenselijk, neen, absoluut noodzakelijk. In het nieuwe Decreet komt bemiddeling aan de orde in situaties waar er een belangenconflict is tussen de minderjarige en de hulpverlening, tussen de minderjarige en zijn ouders of wanneer het belang van de minderjarige geschaad wordt. Bovendien moet de jongere een attest van bemiddeling meebrengen naar de toegangspoort als hij hulp wil die hij niet vindt bij de eerstelijnszorg. Maar wie legt aan de minderjarige uit dat in deze gevallen bemiddeling aangewezen is en welke weg de minderjarige hiervoor moet volgen? Bij welke instantie moet de minderjarige aankloppen om deze bemiddeling te realiseren? Zolang er geen glasheldere antwoorden op deze vragen komen, komt de rechtspositie van de minderjarige in het gedrang. Hetzelfde geldt voor het klachtrecht. Momenteel kunnen ouders en kinderen enkel klacht indienen bij de JO-lijn die valt onder Jongerenwelzijn. Maar ouders en kinderen moeten klacht kunnen neerleggen bij een minder betrokken partij. Daarom moet ook werk gemaakt worden van de te afhankelijke positie van de JO-lijn. En eens een minderjarige zich binnen de gerechtelijke hulp bevindt, stelt het nieuwe Decreet: ‘Als de jeugdrechtbank een gerechtelijke maatregel heeft genomen met toepassing van artikel 53, verkent de sociale dienst met de betrokken partijen de mogelijkheden om vrijwillige jeugdhulp te organiseren.’ Dit ‘verkennen’ klinkt te


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.