go_asielzoekers_in_de_klas_06_03_2013

Page 1

Asielzoekers in de klas

“Als Ramin en Ramish moeten terugkeren, dan leven ze niet lang meer” Vijf jaar geleden hadden de Afghaanse broers Ramin (17) en Ramish (16) Samadzai nog nooit een school van dichtbij gezien. Vandaag zitten ze in het vierde en derde jaar ASO van het Koninklijk Atheneum in Schoten. Het zijn twee populaire jonge kerels die aan sport doen, muziek maken... Maar aan dat schijnbare succesverhaal kleeft ook een erg duister kantje. In 2000 vluchtten Ramin en Ramish met hun ouders van Afghanistan naar Pakistan. Weg van de Taliban die het op hun vader gemunt had, want die maakte vrouwenkleren en dat mocht niet. Hun oudste broer, op dat moment achttien, werd meegenomen omdat hij geen baard droeg. Dat mocht ook niet. Het gezin zag hem nooit meer terug. In Pakistan vond vader Samadzai werk bij een klerenmaker. Een paar jaar later kreeg hij een hersenbloeding en plots stond moeder Noori, onzeker, ongewild en ongeletterd, er alleen voor met haar twee zonen. Ze kreeg het zwaar te verduren, maar vond uiteindelijk opvang bij dezelfde klerenmaker waar ze als poetsmeid aan de slag kon. Tot er Afghaanse bedreigingen kwamen en Noori contact zcht met een mensensmokkelaar. 4,5 jaar geleden eindigde de reis van een moeder en haar twee zonen in België. Nu ja, eindigen. Ze gingen van Brugge naar Brussel, verbleven in Turnhout en wonen nu in een woning van het OCMW in Schoten. Ramin en Ramish konden niet lezen, niet schrijven en natuurlijk spraken ze de taal niet. Sinds ze in ons land zijn, verhuisden ze al verschillende keren van school, maar ze hebben zo verbluffend hard gewerkt dat ze ondertussen halverwege hun secundair zitten. En nu moeten ze weg. Hun mama heeft bij de eerste aanvraag een onvolledig verhaal verteld. Ze verzweeg dat ze in Pakistan bedreigd werd. Perfect menselijk, kun je denken, want wie kun je nog vertrouwen als je jaren als opgejaagd wild leefde en er zelfs een zoon aan verloor? Als ze hen in Pakistan vonden, waarom zou dat in België dan niet lukken? Nog twee procedures (met mogelijks ook nog minstens één binnenlandse verhuis) hebben de jongens te gaan.

Het schrijnende verhaal van Ramin en Ramish is helaas niet uniek. Zo kan het niet langer, vinden de onderwijskoepels, en ze klopten aan bij staatssecretaris Maggie De Block. In afwachting van dat debat brachten wij al vier experts rond de tafel. Raymonda Verdyck (afgevaardigd bestuurder GO!), Elke Derre (lerares zedenleer van Ramin en Ramish), kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen en David Lowyck (directeur bij vzw Minor-Ndako, een opvangcentrum voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen) buigen zich over tien stellingen.

1.

Die kinderen zijn volledig geïntegreerd. Laat hen dan op z’n minst hun opleiding afmaken en pluk ze niet zomaar weg aan de schoolpoort.

Raymonda Verdyck: “Als onderwijsverstrekker willen wij niet direct het migratiebeleid van de staatssecretaris aanvallen. Waar wij wel een probleem mee hebben, is dat jongeren die hier zo lang zitten, integreren, maximaal hun kansen proberen te benutten,... worden uitgewezen zonder dat ze hun studies kunnen afmaken. Zorg dan ten eerste dat je sneller tot conclusies komt als mensen niet mogen blijven. En als ze hier dan toch langer zijn, garandeer kinderen en jongeren dan op z’n minst dat ze hun studies kunnen afmaken. De


landen waar ze vandaan komen, hebben vaak een heel andere waardencontext, dus het wordt sowieso een moeilijke. Maar geef jongeren op z’n minst dat voordeel van die bagage.” David Lowyck: “Er wordt gedacht aan een soort contract dat hen het recht geeft om hier te blijven tot ze hun diploma hebben en waarin ook staat dat ze daarna moeten terugkeren. Maar dat is ethisch geen makkelijk vraagstuk.”

2.

Niet-begeleide minderjarigen zijn beter beschermd dan begeleide.

Bruno Vanobbergen: “Kinderen en jongeren die hier met hun ouders aankomen, hebben nauwelijks een plaats in het dossier. Ze hebben zoals iedereen recht op onderwijs zo lang ze hier zijn, maar als hun ouders moeten vertrekken, dan volgen zij. Niet-begeleide minderjarigen ervaren op het vlak van onderwijs normaal geen problemen tot hun achttiende. Maar als je in februari verjaart, dan is ook in februari het verhaal ten einde. Zo moest een meisje twee dagen na haar 18e verjaardag van Leuven naar een gesloten centrum in Brugge verhuizen. Haar Leuvense leerkrachten zijn toen elke dag naar Brugge getrokken. In wezen is het voor de niet-begeleide minderjarigen wel makkelijker om op beleidsvlak iets gerealiseerd te krijgen. Het gaat om individuen en om een afgebakende periode. Het is veel moeilijker om hele gezinnen te regulariseren tot de jongste een diploma heeft.”

3.

De ouders hebben verantwoordelijkheid.

gelogen.

Dit

is

hun

verpletterende

Elke Derre: “Hoe belangrijk is het echt dat de mama van Ramin en Ramish niet vertelde dat ze bedreigd werd? Want het gaat wel over Afghanistan en daar is het niet veilig, zeker niet voor een vrouw alleen. Bovendien zijn de jongens verwesterd, mondig. Ze hebben onze normen en waarden overgenomen. Die zouden daar echt niet veilig zijn. Of zoals hun advocaten het zeggen: terugkeren is geen optie, want dan leven ze niet lang meer.” Bruno Vanobbergen: “Er is een arrest van het Europees Hof geweest dat zeer duidelijk zegt dat je niet alleen mag kijken naar wat in het verleden is gebeurd, maar ook naar de impact van je beslissing. Bekijk in welke mate het belang van het kind in de toekomst in gevaar komt. België is daar serieus op de vingers getikt.” David Lowyck: “Mensen komen heel onwetend naar hier, gebracht door mensenhandelaars die hen vanalles influisteren. De interviews komen zo snel, terwijl het wel even kan duren voor mensen een beetje vertrouwen hebben in een hulpverlener of advocaat. Het is verschrikkelijk dat hun verklaringen worden afgedaan als fraude en dat ze nadien geen enkele mogelijkheid meer hebben om er nog op terug te komen.

4.

Het Kinderpardon zoals het in Nederland bestaat, is een mooi idee. Maar hoe vul je het in?

Bruno Vanobbergen: “Begeleide kinderen die minstens acht jaar in Nederland wonen en het land binnenkwamen voor hun dertiende, maken er aanspraak op het Kinderpardon. Niet-begeleide moeten er minstens vijf jaar wonen. Het is een interessante piste om op door te denken, zeker als men zich engageert om op kortere termijn knopen te gaan doorhakken, want dan verdwijnt de groep die hier langer zit stilaan. Maar dan volgt de discussie over de concrete invulling. Vijf en acht jaar vind ik echt wel lang. Het is ontzettend moeilijk.


Enerzijds is het belang van het kind in elke context opnieuw de belangrijkste overweging. Anderzijds moet er een wetgeving zijn en die sluit altijd mensen uit.”

5.

Als je hard werkt, dan kom je er wel?

Elke Derre: “Ramin en Ramish gingen van hot naar her en toch hebben ze er nooit aan gedacht dat ze misschien ooit terug zouden moeten. Als ze hard werkten, goed hun best deden, zich integreerden en deelnamen aan het culturele en sociale leven, dan zouden ze wel mogen blijven. Dachten ze. Ze spelen voetbal. Ramin heeft met de Antwerpse band Halve Neuro een nummertje opgenomen. Ze zijn nu het Kids Parlement aan het oprichten...” David Lowyck: “Dat klinkt heel herkenbaar. Het wordt hen ook vaak gezegd door leerkrachten of hulpverleners. Logisch, want ik zie mezelf ook niet tegen zo’n jongere zeggen dat het allemaal geen zin heeft. En dan volgt het bevel het grondgebeid te verlaten. Dat is enorm pijnlijk. Ze vragen zich af wat ze fout doen. Welke overlast veroorzaak ik? Waarom kan ik hier niet blijven? Zie wat ik allemaal doe? Waar ik het wel moeilijk mee heb, is dat de dossiers die in de pers belicht worden er meestal zijn over succesvolle jongeren. Maar voor elke jongere die het goed doet, ken ik er twee die het enorm moeilijk hebben op school, die niet kunnen aanklampen, die zwaar getraumatiseerd zijn. Tegelijk kijkt Dienst Vreemdelingenzaken wel degelijk naar het schoolrapport in sommige procedures voor nietbegeleide minderjarigen die in aanmerking komen voor een tijdelijk legaal statuut, voor een half jaar of een jaar. Gevaarlijk, vind ik. En ik vraag directeurs dan ook altijd om naast een 5 of 6 op 10 te schrijven wat dat cijfer voor die jongere betekent.”

6.

Het deeltijds beroepsonderwijs ziet het niet meer zitten.

Raymonda Verdyck: “Tijdens onze eerste gesprekken met mevrouw De Block hebben wij het specifiek gehad over jongeren in het beroepssecundair onderwijs en zeker het deeltijds beroepssecundair. Daar zit ook de grootste groep. Maar in het DBSO moet je naast je studies ook werken en veel werkgevers willen dat engagement niet aangaan. Als ze de rit al uit mogen doen, kunnen ze dan na hun betaalde stage nog blijven? Ze vinden de return voor hun investering te beperkt. Er zijn sindsdien gesprekken geweest met onder meer de minister van Onderwijs, maar voorlopig wachten we nog op wettelijke regelingen.”

7.

De poort open voor malafide praktijken?

Bruno Vanobbergen: “De Afghaanse Rihana vluchtte met haar ouders en broertje naar Griekenland, maar op haar zesde werd ze via een soort mensensmokkelaar naar België gebracht. Een maand is ze onderweg geweest en dan heel alleen gedropt voor de deur van de Dienst Vreemdelingenzaken. Zware discussies volgden, ook over wat die ouders hun dochter aandeden. Maar weet dan dat de situatie voor asielzoekers in Griekenland absoluut zeer gevaarlijk is. Misschien hebben ze in een hartverscheurende keuze hun dochter willen redden? In elk geval vonden wij het belangrijk om het gezin te herenigen en ouders en broer naar België te halen. Tegenstanders vinden dat je op die manier de mensenhandel stimuleert.” David Lowyck: “In Griekenland vertelden smokkelaars dat het te gevaarlijk was om een volledig Syrisch gezin ineens over te brengen naar België. Eerst de kinderen, dan de ouders. Maar dat was nooit hun intentie. De smokkelaars brachten het zoontje naar hier en


lieten het achter in de luchthaven om dan aan de ouders duizenden euro’s extra te vragen. Ook daar hebben wij gevraagd om het gezin te herenigen, ook daar is dat geweigerd met hetzelfde argument. “Dat kunnen we toch niet doen, want dan gaat iedereen beginnen.” Terwijl dat aanzuigeffect niet bewezen is. Het is niet zo dat we ineens een migratiegolf zien als België bepaalde maatregelen neemt.” Bruno Vanobbergen: “Eigenlijk zijn die aantallen bij ons ook relatief klein. Het probleem is dat we zeer weinig cijfers hebben. Volgens Europese schattingen zouden er in België ongeveer 100.000 asielzoekers zijn, waarvan 10% minderjarig.”

8.

Op macroniveau gaat het om een staat die de migratie probeert te beheersen. Op microniveau, op menselijk niveau en op het niveau van kinderrechten spelen andere dingen. Het moet sneller. Gedifferentieerder. Kwalitatiever.

Raymonda Verdyck: “We hebben een hele periode gehad waarin dossiers een zeer lange doorlooptijd vroegen. Jonge mensen moeten dan terug naar een plaats waar ze nauwelijks een binding mee hebben. Onze bekommernis is dan om ze op z’n minst een aantal handvatten mee te geven waarmee ze daar op zoek kunnen naar hun plaats en iets kunnen opbouwen. Het is een delicate problematiek met veel nuances die heel moeilijk in een wetgeving te gieten zijn. Wat je ook doet, op zeker moment moet je een cesuur trekken, grenzen aangeven. Die mag blijven, die niet. Maar hoe vat je de totaliteit op een menswaardige en tegelijk beleidsmatig correcte manier? Het moet sneller, dat zeker.” David Lowyck: “Mensen jarenlang in onzekerheid laten wachten is niet menselijk. Maar snelheid mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de dossiers. Het is bijvoorbeeld geen goed idee om beroepsmogelijkheden in te perken omdat het sneller moet. En het kan gedifferentieerder. Een Afghaanse dertienjarige komt niet speciaal naar hier om deeltijds onderwijs te volgen, een zestienjarige Marokkanse jongen kan op een dag wel beslissen om het in Europa te gaan proberen. Laat ons eens beginnen om met een goede ondersteuning vanuit het onderwijs of via microprojecten in te zetten op de terugkeer van die jongeren. Wij hebben veel te weinig ervaring met succesvolle terugkeerprojecten.”

9.

Kinderen moeten gehoord worden.

Bruno Vanobbergen: “Bij gezinnen met kinderen, worden kinderen nooit gehoord. Ze lijken een aanhangsel van hun ouders. De namen van Ramin en Ramish staan op de eerste pagina van het dossier vermeld in de rechterbovenhoek, maar verder zijn ze quasi afwezig. Ook in het proces is er op geen enkel moment met hen gesproken. Ik vind dat merkwaardig. Kinderen zullen zich ook wel bepaalde zorgen maken en angsten hebben, daar moet toch ook naar geluisterd worden?” David Lowyck: “Bij niet-begeleide minderjarigen is België daar ooit over op de vingers getikt en tegenwoordig hoort de Dienst Vreemdelingenzaken die kinderen wel, maar meer onder de vorm van een verhoor. Als je naar een kind wil luisteren, moet je toch de intentie hebben om dat oprecht te doen, denk ik. Niet vanuit migratieperspectieven, om je procedure zo volledig mogelijk af te werken en om op zoek te gaan naar tegenstrijdigheden.”


10.

Maak je een studiekeuze op basis van de onvermijdelijke terugkeer?

David Lowyck: “Als een niet-begeleide jongere te horen krijgt dat hij terug moet, heeft hij vaak nog 1 of 2 jaar te gaan. Stel dat men het goedkeurt dat hij zijn opleiding afmaakt. Dan denk i: een jongen die terug moet naar Algerije, die moet dan iets bijgebracht worden waarmee hij ginder verder kan. Lassen, elektriciteit, niet te veel theorie. Stages lijken mij dan ook zeer belangrijk. Maar zeg dat maar eens tegen iemand die ASO volgt en ook perfect die capaciteiten heeft. Is het zinvol om nog twee jaar Latijn-Grieks te volgen of durven we dan toch naar iets anders te kijken?” Raymonda Verdyck: “Die utilitariteit kennen wij niet en willen we ook niet kennen. Het GO! benadert kinderen en jongeren vanuit de ontwikkeling van mensen. Wij willen hen breed opvoeden. Kansen bieden. Wie weet levert die jongere ooit wel een mooie bijdrage aan een nieuw bewind in het land waar hij geboren werd? Onderwis wil breed ontwikkelen en niet alleen focussen op onmiddellijke inzetbaarheid in één bepaald bereoep.”

Ramin en Ramish gaan (nog) niet terug. Ze hebben nog twee procedures te gaan, één voor de Raad van State en één regularisatie om humanitaire redenen. Lopen die allebei fout af, dan is er nog het Europees Hof van de Rechten van de Mens. Elke Derre heeft schrik, maar weigert te denken aan het moment waarop de jongens weg moeten. “Wij proberen nu volop te focussen op het Kids Parlement. Ramin en Ramish zijn daar zelf heel actief in. Ze hebben het gevoel dat ze iets kunnen doen en dat geeft hen weer de goesting om te blijven vechten.”

Drama op school Leerlingen mogen niet van de schoolbanken weggeplukt worden, maar ze worden wel soms opgewacht aan de schoolpoort. Schrijnend. Voor de kinderen zelf, natuurlijk, maar ook voor de school die wezenloos achterblijft. “Dat kan je niet maken tegenover jonge mensen die hier hun leven opbouwden, die vrienden maakten. Niemand begrijpt wat er gebeurt en waarom dat gebeurt”, vindt Raymonda Verdyck. “Men kan op een veel humanere manier omgaan met de verstrengde maatregelen.” Lerares Elke Derre gaat samen met haar collega’s erg ver in haar begeleiding van het gezin, maar dat doen ze uit vrije wil. De meeste scholen hebben geen beleid rond dit thema. Het is nooit een evidente opdracht. TV.Klasse maakte een reportage met meer achtergrond hierover: http://www.klasse.be/tvklasse/20831-Asielzoekers-in-de-klas

Kids Parlement Eén van de advocaten van Ramin en Ramish raakte zo gefrustreerd dat er iets begon te borrelen. Ondertussen heeft het nieuwe Kids Parlement twee vergaderingen met een heleboel minderjarige azielzoekers achter de rug en zijn er een reeks vragen aan Maggie De Block geformuleerd. Een paar voorbeelden: -

Dezelfde rechten voor alle kinderen. De Dienst Vreemdelingenzaken moet beslissen op basis van ernstig onderzoek, niet op basis van natte vingerwerk. De omgeving van de kinderen moet stabiel zijn zo lang ze in ons land zijn. Ze kunnen niet van Brugge naar Brussel en verder naar Leuven, met telkens een andere school.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.