15 minute read
festival insights
Sinds het begin der tijden
of these, hope charpentier’s te deum & campra’s requiem Saturday 12.03 | 20:00 Bozar, Henry Le Bœuf Hall P16
Advertisement
les nuits d’été berlioz & mendelssohn Thursday 24.03 | 20:00 Flagey, Studio 4 P42
Voor het eerst verwelkomt Klarafestival een festivalartiest en dat is dit jaar de Belgische tenor Reinoud Van Mechelen. Samen met zijn ensemble a nocte temporis brengt hij twee concerten op Klarafestival, verrast hij toevallige voorbijgangers in het station van Brussel-Centraal en laat hij kinderen kennismaken met de wereld van klassieke muziek.
Wie jou kent, weet dat jij manieren zoekt om als artiest een maatschappelijk engagement aan te gaan. Is klassieke muziek volgens jou in staat om een bijdrage te leveren aan de samenleving?
We hoeven maar onze televisie aan te zetten om te ondervinden dat klassieke muziek vandaag onderaan onze prioriteitenlijst prijkt. Hoe vaak wordt een muzikant op het journaal uitgenodigd om over klassieke muziek te vertellen? Veel vaker luisteren we naar de zoveelste econoom, wetenschapper of politicus. Klassieke muziek is niet meer interessant, het maakt geen wezenlijk deel meer uit van onze samenleving. Maar het kan dat wel worden. Klassieke muziek kan veel goeds teweegbrengen.
Hoe dan? Hoe geef je klassieke muziek opnieuw een relevante rol in de samenleving?
Door een requiem van 300 jaar geleden los te laten op kinderen en dan kijken en vragen wat ze daarbij voelen, door mensen onverwachts met klassieke muziek in aanraking te brengen en ze er zo van te overtuigen om er tijd voor te maken. Als kunstenaars moeten we als het ware soms met onze handen in de aarde woelen om het nut van wat we doen aan te tonen. Een muziekbeleving levert niet direct een meetbaar resultaat op, maar het kan zoveel goeds doen aan ons innerlijke zelf.
En hoe kan een organisatie als Klarafestival dat faciliteren?
Klarafestival bereikt veel mensen via de radio en is geworteld in het centrum van het land. Als huisartiest zou ik graag een pop-upconcert organiseren in het station van Brussel-Centraal, waar we 20 minuten lang het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier loslaten op willekeurige voorbijgangers. Ik wil de megafoon zijn in de straat die roept: “Komt dat zien!” Maar evengoed vind ik dat we open repetities moeten organiseren voor kinderen. Ik geloof echt dat de relevantie van klassieke muziek begint bij het onderwijs. De plaats en het belang van muziek in het onderwijs gaat niet over hoe goed een kind na zes jaar blokfluit kan spelen. Het gaat om het opbouwen van een referentiekader dat trouwens helemaal niet losstaat van andere genres als popmuziek. De akkoorden waarop popnummers zijn gebaseerd, zijn alleen maar denkbaar vanuit de rijke muziektradities van de afgelopen eeuwen. Muziek gaat ook over samenzijn, over het samenbrengen van mensen, zoals het thema van Klarafestival dit jaar. Hoe noemen jullie het ook alweer? Stick together?
Het thema van Klarafestival 2022 is inderdaad ‘Let’s stick together’, om te vieren dat we na al die tijd opnieuw fysiek samenkomen. Zit dat thema ook verweven in de concerten die je presenteert?
Het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier, waarvan iedereen de beginmaten intussen wel kent als het deuntje van het Eurovisiesongfestival, gaat over samenzijn. De pandemie heeft ons in dat opzicht met de neus op de feiten gedrukt: muziek is iets dat we live willen beleven. Muziek kan mensen samenbrengen. Het concert met Charpentiers Te Deum en Campra’s Requiem staat eigenlijk helemaal in het teken van samenzijn: het is een samenwerking tussen a nocte temporis, het Choeur de Chambre de Namur en Klarafestival.
Vanwaar ontstond voor jou de noodzaak om met a nocte temporis een eigen ensemble op te richten?
Zelf de muzikale leiding nemen was altijd al een stoute droom. Toen ik Anna Besson leerde kennen, namen we samen de cd Erbarme dich op met aria’s voor fluit en tenor van Johann Sebastian Bach. Van daaruit groeide de zin om nog meer eigen projecten op poten te zetten. Met een eigen ensemble neem je het heft in eigen handen en kan je de projecten waarmaken waar je zelf in gelooft, omringd door de juiste mensen. Het is voor mij
een fijne, en misschien wel noodzakelijke afwisseling tussen de grote projecten waar ik me ook zéér hard amuseer, maar meer meedraai als een radertje in een groter geheel. Ook wilde ik met a nocte temporis de Franse barokmuziek nieuw leven inblazen in Vlaanderen. We geven het niet graag toe, maar België heeft historisch nu eenmaal veel affiniteit met het Franse repertoire. Het is de muziek uit Frankrijk die hier gespeeld werd en toch is die muziek vandaag niet meer zo bekend. Mijn interesse in Franse muziek komt natuurlijk ook deels doordat ik me na mijn opleiding in België specialiseerde in Franse barokmuziek aan de Académie d’Ambronnay en bij Les Arts Florissants.
Wat betekent a nocte temporis eigenlijk?
Een van de lievelingsboeken van mijn vrouw Anna is La nuit des temps van René Barjavel, wat een afgeleide is van de uitdrukking ‘depuis la nuit des temps’ en naar het Nederlands vertaald wordt als ‘sinds mensenheugenis’. Dat vond ik zo’n mooie titel, dat ik een berichtje via Messenger stuurde naar een bevriende latinist met de vraag om de spreuk naar het Latijn te vertalen. Zij stuurde me verschillende mogelijke vertalingen door, en a nocte temporis was de mooiste die ertussen zat. Daar zit natuurlijk meer achter. Alle muziek die we vandaag bedenken, is morgen geschiedenis. Maar ook muziek van 300 jaar geleden kan vandaag nog sterk resoneren. En dat is eigenlijk mijn missie: om de emotionele kracht van oud repertoire tot bij de mensen te brengen.
Iets dat opvalt wanneer men er jouw lange lijst van projecten op naslaat, is de grote verscheidenheid. Je zingt de evangelist in Bachs Mattheüspassie, maar evengoed vertolk je de tenorrol (Nadir) in de romantische opera Les pêcheurs de perles van Bizet, of zing en dans je mee in Anne-Teresa De Keersmaekers regie van Mozarts Così fan tutte. van Klarafestival ook graag tonen. Het is leuk en interessant om oud én nieuwer repertoire te brengen. Het 17e-eeuwse Messe de Requiem van André Campra ligt mij na aan het hart en wilde ik dan ook bijzonder graag uitvoeren, maar ook de 19e-eeuwse liederencyclus Les Nuits d’été van Hector Berlioz is een prachtig werk. Oude muziek en 19e-eeuws Frans repertoire liggen misschien ver uit elkaar, maar ze hebben ook veel raakpunten. Ik hoop dat het publiek dat ook zal opmerken.
Waar liggen de gelijkenissen dan volgens jou?
In de barokmuziek zeggen we altijd: “tekst, tekst, tekst”. Maar ik denk dat dat evengoed voor ander, nieuwer repertoire geldt. De gedichten van Théophile Gautier die Berlioz in zijn Les Nuits d’été op muziek zette zijn prachtig en verdienen de nodige aandacht. Ik gebruik als zanger ook bewust hetzelfde gevarieerde kleurenpalet, ongeacht het repertoire.
Waarom vind je het belangrijk om zo’n verscheiden repertoire te verkennen?
Eigenlijk is dat opnieuw maatschappelijk geworteld. Ik breng mensen graag samen. Door zo’n breed repertoire te brengen hoop ik verschillende soorten concertgangers met elkaar te verbinden. Misschien zeggen de oudemuziekfanaten wel: hé, die Berlioz, daar ben ik wel benieuwd naar. En misschien wordt de modale Klarafestivalganger onverwachts verliefd op Campra’s meesterlijke Requiem.
Sun, beach & climate change
sun & sea the award-winning opera performance Friday 25.03 | 17:00 Saturday 26.03 | 17:00 Sunday 27.03 | 15:00 Théâtre Les Tanneurs P48
During Klarafestival, the internationally acclaimed opera performance Sun & Sea will have its Belgian premiere. Set under a burning sun and crowded with playing children and ignorant sunbathers, the opera was a true sensation at the Venice Biennale, where it won the Golden Lion. We sat down with the three artists behind Sun & Sea: director Rugilė Barzdžiukaitė, writer Vaiva Grainytė and composer Lina Lapelytė.
Vaiva Grainytė, Lina Lapelytė and Rugilė Barzdžiukaitė: you all come from very different backgrounds. How did you three meet?
VAIVA — We’ve known each other since we were teenagers. We’re not only colleagues, but also good friends. We all grew up in Kaunas, the second biggest city of Lithuania, so we share a very similar collective memory. Lina and I used to hitchhike and hang around in underground concerts, while Rugile and me studied at the same school for photography. I am sure that our friendship and our shared memory are the core of our collaborative practice. LINA — It’s also an intellectual friendship. We share some of the same worldviews and have similar feelings towards many things, towards living... RUGILĖ — And yet another kind of friendship evolved while embarking upon our first project together, when we realised how closely our ideas resonate artistically.
Sun & Sea wasn’t your first collaboration. In 2010 you already created Have a Good Day! together, which equally was a big success.
LINA — The opera Have a Good Day! for 10 cashiers, supermarket sounds and piano brought us together artistically. That particular work dealt with the circle of buying and selling, consumerism, capitalism... The cashier in the supermarket became a metaphorical figure reflecting each of us. While we were touring with Have a Good Day! and focusing on our own practices, we slowly started to develop Sun & Sea. We later discovered that our new opera was actually a continuation of the theme of consumerism and the collective voice, but this time taking the topic further: to the consumption of the planet and the joy of it.
And to address the topic of climate change, you chose to set your next opera amidst an artificial, crowded beach. Why? singing beach was the relation between our bodies, which are fragile and mortal, and the bigger, cosmic body of Earth, equally fragile. It is also very light and a bit funny, too. If you look at it from a distance, beach rituals make the human species look more peculiar than any other sea or sky creature. The fact that the beachgoers are also singing makes the experience even more surreal. At the same time, the irony of it all helps to transmit difficult topics in such a way. It makes them easier to grasp.
Sun & Sea must have been a challenging project to realise. What would you say was the biggest challenge?
VAIVA — After realising that our singing beach would somehow tackle the topic of ecology, we ended up being totally perplexed as ecology is quite a complex and alarming problem. How could something like that be put into lines? What should these lying bodies tell us or sing to us? Who are they? How not to be prophetic, but rather talk in both an effective and a subtle manner? LINA — Besides wanting to make something good and staying true to our ideas, the biggest challenge in the midst of all the financial, conceptual and productional issues was to stay sane. To keep in tune with each other.
Was it hard to find a common language?
VAIVA — It’s like living in a dormitory and having a shared kitchen. All the ingredients of the piece are being cooked together during collective sessions. Although, when it comes to specific tasks and competences, we have our private rooms, our own territory. But because of the aforementioned dorm mode, this privacy is constantly interrupted and ‘inspected’. That is an overwhelming process. LINA — We do come from very different backgrounds. Vaiva is a writer and a poet, who studied theatre criticism, Rugile is a documentary
filmmaker, who studied theatre directing, and I am a musician and performer with a degree in sculpture. When we work, we first develop the conceptual framework together. Later on, each of us become instrumental in fulfilling the specific tasks. Vaiva writes the text, which I put into a musical score, and Rugile takes care of everything visual. In Sun & Sea, the performers also played a very important part in how the piece was developed. We all participated in selecting the performers, absorbing, listening to them.
Vaiva Grainytė, your work has been described as “reflections on everyday life”, “equipped with the gaze of an ironic anthropologist”. Are these elements also present in the libretto you wrote for Sun & Sea?
VAIVA — Yes, indeed. The topic of climate change itself is utterly threatening, and fuelled with despair, let alone grief. It was quite a challenge to find the proper language for the piece: there was the danger of repeating the predominant doomsday rhetoric or suggesting a solution and so to end up being moralistic. Whereas humor and irony allow for melancholy to enter through the back door. The libretto of the piece is set as a mosaic of stories, inner monologues, and thoughts, sung in solos and as a chorus. This soup of stories might sound like a mundane and carefree buzz: some lady complaining about messy dogs, a vegan boy sharing his dream he just had about visiting a seafood restaurant,... But through this poppy and synthetic ocean of songs, one can feel the threat throbbing: jellyfish dancing with plastic bags, water as green as the forest, a vacationer wearing a swimsuit labelled “made in China”,.... All these micro-narratives somehow refer to consumeristic pleasures and inertness. They’re a joint outcome of research, own experiences and the personal encounters we had with the singers.
Rugilė Barzdžiukaitė, what has been your approach as a theatre director? Did your background in cinema affect how you staged this live performance?
RUGILĖ — Before starting to work on Sun & Sea, I was making a film called Acid Forest, where humans arrive at a tourist attraction and are observed by the birds from above. The interspecies hierarchy was reversed, so that humans were perceived as tiny creatures, ants of some sort. This experience helped to nurture the idea of looking onto a beach from above as a superficial and anthropologically rich situation, with hot ecological topics inside.
Lina Lapelytė, your compositions often approach singing as a collective event, shared by both professionals and amateurs. What about your composition for Sun & Sea?
LINA — For me music is sculptural. I rarely think about sound alone or for the sake of its own beauty. Working with different people and different musical abilities teaches us about tolerance, patience and slowness, and I like being reminded about this. For my latest, ongoing work Study of Slope I invited tone deaf people to go on a musical journey together. In Sun & Sea, the musical material came out of the close observation of the people we decided to work with. Most of the arias were composed with a specific singer in mind. The collective aspect of music making and resonance that can be achieved by a group of people is something that interests me a lot. The single voice that turns into a collective voice has a lot of power, a power that goes beyond the music itself.
Un symbole d’attachement
à la terre danse mémoire, danse Sunday 20.03 | 19:00 Bozar, Henry Le Bœuf Hall P37
A Filetta © Armand Luciani
A Filetta explore les polyphonies corses de l’île de Beauté et les relie à d’autres genres, disciplines et traditions, de la musique de film au jazz, en passant par la danse. Klarafestival s’est entretenu avec son fondateur, Jean-Claude Acquaviva, qui emmène le groupe sur les chemins de la tradition et de la nouveauté depuis une quarantaine d’années.
Vous avez rejoint A Filetta en 1978. Quelle était à cette époque la vocation de l’ensemble ? S’inscrivait-il dans un mouvement plus large ?
La fin des années 70 correspond à une période de grande effervescence un peu partout en Europe. La Corse à cette époque est en pleine ébullition : revendications politiques, sociales, culturelles, émanant d’une terre qui a le sentiment d’avoir été abandonnée. C’est à ce moment que des groupes comme le nôtre, sont nés pour contribuer notamment à la sauvegarde d’un patrimoine oral vocal, littéraire et poétique. La langue et son déclin ont été au cœur de nos préoccupations mais par ailleurs nous étions très ouverts sur les luttes menées partout sur la planète pour un monde plus juste et plus fraternel. Nous demeurons donc fidèles à nos engagements et plus que jamais sommes aux côtés des plus exposés, des plus démunis…
Que signifie A Filetta ?
A Filetta signifie la fougère. Au-delà du fait qu’il s’agit d’une plante très enracinée sous nos châtaigniers, elle est un symbole d’attachement à la terre. Elle renvoie au sol et à la mémoire. Elle commande à chacun de se rappeler ses origines sans pour autant véhiculer une quelconque envie d’exclure l’autre quel qu’il soit.
Le répertoire principal d’A Filetta est la polyphonie traditionnelle, mais vous y mêlez aussi d’autres genres non classiques, voire d’autres disciplines artistiques comme la chorégraphie. Est-ce important pour vous ?
Notre raison d’être réside effectivement dans une tradition vocale très puissante dont nous sommes issus et épris. Ceci dit, nous avons toujours défendu l’idée que la tradition est comme un tamis auquel les générations successives doivent abonder par des apports nouveaux et c’est précisément pour cette raison que l’identité est en perpétuel devenir. S’ouvrir à d’autres disciplines, d’autres artistes, d’autres mondes c’est faire un pas en direction de l’autre et c’est aussi se métisser un peu.
Durant Klarafestival 2022, vous vous produirez avec le bandonéoniste Daniele di Buonaventura et le trompettiste Paolo Fresu. Comment vous êtes-vous rencontrés ?
Nous avons été présentés les uns aux autres en 2006. Une petite salle programmant du jazz à Ajaccio, l’aghja, fêtait ses 20 ans et voulait organiser une rencontre entre des chanteurs de polyphonies et des jazzmen. Ce fut un véritable coup de foudre et nous ne nous sommes plus jamais vraiment quittés. Nous avons effectué de nombreux concerts ensemble un peu partout en Europe et avons enregistré deux albums : Mistico mediterraneo paru en 2011 chez ECM et Danse Mémoire, Danse (grand prix de l’académie Charles Cros) que nous avons coproduit avec TUK le label de Paolo en 2017.
Quelles pistes explorez-vous dans Danse Mémoire, Danse ?
Ce qui nous rapproche tout d’abord ce sont un certain nombre d’engagements. Pour nous la musique au-delà du fait qu’elle divertit, peut être porteuse de messages. Notre dernier album, Danse Mémoire, Danse, rapproche virtuellement deux penseurs, Aimé Césaire, grand poète martiniquais, et Jean Nicoli, figure emblématique de la résistance en Corse durant la seconde guerre mondiale ; deux hommes ayant combattu avec force, le capitalisme et son corollaire, le colonialisme qui broie hommes et civilisations. Sur le plan musical on ne s’interdit rien dès lors que l’on prend du plaisir à s’exprimer ensemble, peu importe le langage !