11 minute read

how to become music?

Next Article
tickets

tickets

Geïnspireerd door festivalartiest Barbara Hannigan viert Klarafestival muziek als een magisch en breekbaar ‘equilibrium’. Samen betreed je een ruimte om een avond lang een muzikale gemeenschap te vormen. Je deelt er hoogtes en laagtes, grote muzikale momenten of kleine, zeldzame verrassingen. De vele, vaak onverwachte interacties tussen dirigent en orkest, tussen musici en publiek, creëren een sociaal-muzikale cocktail die je onmogelijk kan reproduceren. Eentje waar iedereen die avond deel van uitmaakt – of je nu op het podium, in de zaal of achter de schermen toekijkt. Samen ‘maken’ of, meer nog, ‘worden’ we muziek.

Lalina Goddard

Advertisement

“There is something about people sharing a space, searching for a sound world we could find on our own, which gives music its power, which gives musicians the desire, and more honestly, the need to make music. And the power reverberates with everyone in the music room: both those playing and those who are listening.” — Barbara Hannigan, festivalartiest 2023

A place for hearing *

Wat als ik jou vertel dat je deel uitmaakt van een stilzwijgende gemeenschap? Als lid van die gemeenschap neem je bovendien (sporadisch of regelmatig) deel aan een collectief ritueel. En tijdens dat ritueel speel jij een actieve, muzikale rol. Ook al speel je geen instrument of verklaar je jezelf toondoof. Hoe dat kan en waar je dan juist aan deelneemt? Sta me even toe om je al schrijvend achterna te lopen. Je bent op weg naar een gebouw, gelegen in de stad maar er tegelijkertijd van verwijderd. Het is een majestueus, ontzagwekkend monument. Het zegt: hier staat iets belangrijks te gebeuren. Eén voet over de drempel en je maakt deel uit van een gemeenschap met eigen spelregels. Het ritueel, dat je maar al te goed kent of net voor de eerste keer zal meemaken, begint hier. De persoon achter de balie overhandigt je een kaartje dat toegang geeft tot een bijzondere ruimte, gelegen in het hart van het gebouw. Maar eerst begeef je je naar een tussenruimte, die de overgang maakt van buiten naar binnen. De persoon aan de vestiaire neemt je jas aan. Achter de bar schenkt iemand je iets te drinken in. Misschien herken je een lid van de gemeenschap en maak je een praatje. Of je kijkt, al nippend van het glas, een beetje ongemakkelijk om je heen. Backstage leidt een anekdote van de trompettist tot hilariteit in het orkest. In de loge doet de zangeres enkele ademhalingsoefeningen. De manager loopt van hot naar her om de laatste zaken af te stemmen. De presentatrice en de geluidstechnicus houden nog snel een soundcheck. Eindelijk betreed je de centrale ruimte. De inner circle. De honderden stoelen, de bekleding, het verlaten podium: je voelt aan alles dat dit een belangrijke plek is. Langzamerhand stroomt de zaal vol. Als je voor het eerst de imposante concertzaal binnenkomt, ga je ietwat onwennig op zoek naar de plaats die overeenkomt met de code op het kaartje. Niet enkel in de zaal, maar ook op het podium nemen mensen plaats. Zij maken eveneens deel uit van de gemeenschap, maar kleden en gedragen zich anders – volledig in het zwart en met een zekere concentratie stemmen ze hun instrumenten, terwijl ze de honderden andere leden nauwelijks op lijken te merken. Dan breekt er applaus uit: een belangrijk, nieuw figuur komt de zaal binnen. De muzikanten houden hun instrumenten in de aanslag. Een stilte valt over de zaal. De dirigent heft zijn (nog steeds vaker ‘zijn’ dan ‘haar’ of ‘hun’) dirigeerstok.

* Deze paragraaf is gebaseerd op het boek MUSICKING (1998) van etnomusicoloog Christopher Small, die klassieke muziek niet zozeer als een kunstobject, maar als een activiteit begrijpt.

Equilibrium

“I believe audiences aren’t just listening. They are actively contributing to a performance. They are bringing to the room their energy. They may come reluctantly, or with a lot of conflicting emotions. ‘What is the meaning of this piece?’, someone once asked me. ‘The’ meaning of a piece does not exist. The meaning is different for every audience member, and different every time you listen to it.” — Barbara Hannigan, festivalartiest 2023 Op het eerste gezicht heeft deze “gemeenschap” weinig met elkaar “gemeen”. De leden zien er in elk geval anders uit: uitgedost, in jeans en sneakers, of (voor wie op het podium plaatsneemt) volledig in het zwart. Ze vervullen ook niet allemaal dezelfde rol: de een staart verwachtingsvol naar het podium, terwijl de ander de stampvolle zaal in kijkt. Een derde geeft de bloemen nog wat water. De zaal verenigt een wereldberoemde zangeres, een bloemenverantwoordelijke, een doorwinterde melomaan en een afwachtende nieuwkomer. De kans is klein dat ze elkaar zullen kennen. Dat geldt overigens voor het gros van deze groep. Ze zijn vreemden voor elkaar, en zullen dat wellicht ook blijven. Toch staan ze op het punt om een erg persoonlijke ervaring met elkaar te delen. Misschien zie je een klassiek concert vooral als “eenrichtingsverkeer”: alle neuzen wijzen dezelfde kant op, naar de dirigent die vanop zijn bok zijn muzikale interpretatie uitdraagt. Zo bekeken wordt klassieke muziek een erg individuele en gecontroleerde beleving. De aanwezigheid van de ander is in het beste geval irrelevant en in het slechtste geval storend, met een rinkelende gsm, een ritselend snoeppapiertje of een welgeplaatste hoestsolo. Of je zet een andere bril op, en ontdekt een gemeenschap die samen een muzikaal ritueel uitvoert. Dan wordt het “verkeer” vooraf én tijdens een concert juist zo complex en subtiel, dat het amper te regelen valt. De soms kleine, soms grote interacties tussen dirigent en orkest, tussen de orkestleden, tussen de uitvoerder en de (al dan niet levende) componist, tussen de musici op scène en het publiek in de zaal, tussen het publiek en het personeel: het resultaat van die sociale cocktail levert een muzikale ervaring op die volkomen uniek en onmogelijk reproduceerbaar is. Volgens Barbara Hannigan bereiken we, wanneer al die relaties precies goed zitten, een magisch evenwicht of equilibrium.

“Any great performance is a sacred equilibrium achieved between all the characters involved: singers, instrumentalists, conductor, composer, text, audience. There is a dynamic flow within that state of equilibrium, which is rare and breathtaking.” — Barbara Hannigan, festivalartiest 2023

discover the theme of klarafestival 2023

8

Interview with Barbara Hannigan

London Symphony Orchestra & Barbara Hannigan Friday 1O.03 | 20:00 Bozar, Henry Le Bœuf Hall P18

Barbara Hannigan Equilibrium Young Artists & LUDWIG Orchestra Thursday 16.03 | 20:00 Flagey, Studio 4 P36

Barbara Hannigan ft. Katia & Marielle Labèque Sunday 19.03 | 19:00 Bozar, Henry Le Bœuf Hall P54

This year’s festival artist is none other than the worldrenowned soprano and conductor Barbara Hannigan. Embodying music with an unparalleled dramatic sensibility and having performed nearly 100 world premieres, she is one of the most exciting artists in classical music. During Klarafestival, she conducts and sings Mahler’s Fourth Symphony with the London Symphony Orchestra, performs an immersive scenic concert with the piano sisters Katia and Marielle Labèque, and brings along young artists from her mentorship program Equilibrium. Her artistic practice also inspired the theme for Klarafestival 2023: Become music.

For the opening of Klarafestival, you will not only conduct Mahler’s Fourth Symphony, but sing the soprano solo of the last movement as well. Conducting and singing Mahler at the same time:why put yourself through that?

BARBARA HANNIGAN — I don’t really think of it in that way, of putting myself through anything. I could say I put myself “in” it, in the music, in Mahler’s world of sound, leading the orchestra through the narrative. We have, in this 4th symphony, a narrative which is by no means linear, but which is, rather, a series of images, philosophies, perspectives on society and social justice. The music is beyond time or place, and at the end, we have the final witness, the child, who (as Mahler wrote) should somehow offer the “key” to the piece.

In the 1990s, musicologist Christopher Small compared a classical music concert to attending mass, with the audience’s gaze directed forward, towards the altar on which the music of the “great, dead composer” is being interpreted by the awe-inspiring conductor. I have a sense you would disagree with his view?

BARBARA — Even today, there are a lot of maestros, organisations and orchestras that still treat the conductor as the authoritative figure. This is not my interest. If we deny the fact that music is a collaborative exercise, we will eventually get lost. In any pieces where I am singing while on the podium, for example the final movement of Mahler’s Fourth Symphony, we are at our most collaborative. I tell the orchestra, “It won’t work for you to accompany me while I sing. This will create a delay and we will not be synchronized in either tempo or interpretation. You have to partner me in this.” Sometimes the orchestra will lead, sometimes I will lead, and with every orchestra the equilibrium of this exchange is different.

Does this connect to a broader question for you, namely who is being given a voice, a stage? conducting, it does carry various meanings for the people in the concert hall; not least because they might have never seen a woman on the podium before. Gender aside, being in a place of authority means being in a place of responsibility. Another way to think of it: pressure is a privilege.

During Klarafestival, you will share the stage with several artists from your Equilibrium Young Artists program. Does your collaborative approach also affect the way you mentor promising musicians?

BARBARA — Yes, absolutely. I think it’s important for young artists to understand that everyone, not only the star soloists, are leaders. We can develop this throughout our whole career. For EQ, I don’t hold auditions in the traditional sense. Instead, I organise an entire workshop day. The selected young artists work intensely with me, with Jackie Reardon who comes from the professional sports world, with their colleagues and a guest panellist. I observe their energy and the way they interact with each other: how do they share the room? What kind of questions do they ask? How do they listen? How do they work with the pianist? As for the singing, I ask them to perform for the entire room, in front of everyone, including their fellow candidates. This is scary to some, but in that way, it truly becomes a performance. And that’s of course what I’m looking for, performers.

You speak about your collaborative role as a conductor and a mentor, but how about your relationship to the composer?

BARBARA — My relationship to the living composer has always been at the core of my career, since I gave my first world premiere at age 17. I’ve invested so much of my life and imagination into new repertoire, and into advocating for composers and their music. Over the years, I would say I’ve also become a very good editor, when the composer allows it. I am less interested in a composer dictating to me to the very last detail, exactly how to perform

his or her piece. I love to work collaboratively, finding colours together, offering ideas and learning more about my instrument from an outside ear, which gives a lot of inspiration. In the past couple of years, working with John Zorn has been an extraordinary and life-changing experience, also with composer and arranger Bill Elliott with whom I’ve worked on tailor-made arrangements of Gershwin and Weill as well as his own music, and with David Chalmin, with whom I feel free to offer and exchange a lot of improvised material and ideas upon which he then expands.

To quote Christopher Small once more: what about “the great, dead composer”? What about Mahler?

BARBARA — Well, sometimes it feels that even the relationship with the dead composer can be a collaborative exchange. Maybe all those years working with living composers has helped me to have a dialogue with the dead ones... Every time I open a score, old or new, there are new layers to be discovered. Mahler’s Fourth Symphony, for example, seems to be about the divide between the rich and the poor. Between the “haves” and the “have-nots”. The last movement is called The Heavenly Life. It is a song, in which a child describes her vision of Heaven, where not only the good, but also the rich people and the violent people are present. She is astounded to be surrounded by so much abundance. I find it heartbreaking.

How do you perceive the role of the audience during a performance?

BARBARA — I believe audiences aren’t just listening, but are actively contributing to a performance. They are bringing their energy and their experience to the room. ‘What is the meaning of this piece?’, someone once asked me. “The meaning” of a piece does not exist in a concrete way. Each audience member walks away with a different experience, just as every family member has a different experience of their family.

“ I believe audiences aren’t just listening, but are actively contributing to a performance ”

What about the audience member who sits completely still, without conveying any emotion or reaction. Is that person participating as well, according to you?

BARBARA — Definitely. Of course it’s easy to notice and appreciate extroverted reactions from the audience. Over time, I’ve come to understand that some audience members are in a state of deep concentration. Their listening is directed inward and this kind of presence contributes a lot to a performance. Sometimes there are audience members who I can see, at the end, do not applaud, but then they come backstage afterwards to thank us.

Lees dit interview in het Nederlands Consultez la version française

This article is from: