7 minute read
“Zet de knop af, maar trek de stekker niet uit”
from Klasse Magazine 031
by klasse.be
Meer en meer leraren vinden het moeilijk om tot rust te komen. Die toets dan maar niet verbeteren? De mail van die ouder negeren? Het zijn niet echt opties. Maar hoe creëren we wél rust? Expert Rosanne Volckaert: “Zet de knop regelmatig af, want oververhitting doet de zekering knappen. Maar trek de stekker niet uit, want zonder verbinding functioneert niets.”
Rosanne Volckaert: “Cijfers van de SERV tonen aan dat werkstress en symptomen van burn-out toenemen bij leraren. Leraren lijken dus langer en vaker aan te staan. Ligt dat aan een hoge motivatie die soms in perfectionisme doorslaat? Heeft het met een groot hart en vergezellend verantwoordelijkheidsgevoel voor de leerlingen te maken? Is de werklast van een schoolteam onvoldoende verdeeld? Verwachten we als maatschappij te veel van ons onderwijs?”
“Wat ook de reden is, wie continu onder spanning staat, kan knappen: je brein en lichaam krijgen te weinig rust. Op lange termijn is dat schadelijk. Je slaat aan het piekeren en slaapt slecht. Daardoor ben je minder gewapend tegen de vele prikkels op school. Die vicieuze cirkel móet je doorbreken door regelmatig te deconnecteren. Alleen vinden veel leraren hun uitknop niet.”
Wat betekent deconnecteren juist?
Rosanne Volckaert: “Deels gaat het over digitale beschikbaarheid voor je werk. Scholen moeten van de overheid de verwachtingen van leraren, leerlingen en ouders daarover scherp stellen. Via welk kanaal communiceren we? Verwachten we een antwoord op een mail, en hoe snel? Een digicharter is belangrijk, maar om die felbegeerde rust te vinden is er meer nodig.”
“Misschien leidt niet alleen je werk tot kortsluiting. De WhatsAppmelding op je scherm blijkt een lange reeks berichten in de vriendengroep. ‘Snel bekijken, dan ben ik weer mee.’ Zodra je op je gsm zit, is de stap naar Facebook, Instagram en je mailbox erg klein. Tot je geen tijd meer hebt om je appel rustig op te eten en overprikkeld aan de volgende les begint.”
“Naast digitaal is ook mentaal ontkoppelen – even je gedachten de vrije loop laten – een vorm van deconnecteren. Ons brein heeft na tien tot veertig minuten focustijd nood aan ontkoppeling. Leraren weten dat: ze peperen het hun leerlingen in. Maar in plaats van hun eigen brein na elk lesuur vijf minuten pauze te gunnen, spijkeren ze nog snel een leerling bij, vullen ze het leerlingvolgsysteem aan of beantwoorden ze gauw hun Smartschoolberichten.”
Dus: geen extra uitleg, weg met het leerlingvolgsysteem en gedaan met mailen?
Rosanne Volckaert: “Nee, maar stel jezelf wel de vraag of elke seconde van je dag volproppen op langere termijn haalbaar is. Onderzoekers David Rock en Daniel Siegel stelden een mentaal menu op. Zeven essentiële voedingsstoffen houden ons brein gezond: slapen, bewegen, focussen, verbinden, spelen, reflecteren en mentaal ontkoppelen.”
“Terwijl onze maatschappij voldoende waarde hecht aan die eerste vier, is er veel minder ontzag voor die laatste drie. Oké, de media slaan ons om de oren met ontkoppeltips en aan yogacentra geen tekort. Maar onze microcreacties verraden dat het belang van reflecteren, mentaal ontkoppelen en spelen nog onvoldoende wortel schiet in ons gedrag. Denk maar aan de bewonderende blikken voor de collega die zijn zaterdag aan een Kahootquiz opofferde, terwijl iemands ontspannende zondagwandeling of spelletjesavond hooguit een glimlach uitlokt.”
Wie is Rosanne Volckaert?
• opgeleid als arbeids- en organisatiepsycholoog
• sinds 2015 preventieadviseur psychosociale aspecten IDEWE
• specialisatie: stress en breinvriendelijk werken
“Die microreacties sturen de groep. Niet alleen de wandelaar, ook de andere gespreksgenoten registreren – vaak onbewust – dat een ontspannende wandeling weinig animo in de groep oplevert. Conclusie: volgende zondag toch maar schoolwerk verzetten. Misschien is het voorbeeld wat kort door de bocht, maar voor een bewonderende blik van de groep offeren we onze rust nog te vaak op.”
Hoe veranderen we onze microreacties?
Rosanne Volckaert: “Door ons met z’n allen bewuster te worden van dat mentale menu. Hoewel bewustwording doorgaans langzaam verloopt, bestaan er wel manieren om het proces te versnellen. Als je met het hele lerarenteam afspreekt om niet op je gsm te kijken tijdens pakweg de pauze op de pedagogische studiedag, maak je heel zichtbaar dat de groep digitale deconnectie belangrijk vindt.”
“Maar een heel team mobiliseren, is vaak moeilijk. En iets opleggen zonder ieders instemming creëert wrevel. Start daarom met kleine acties. Een artikel gelezen over mentaal ontkoppelen? Hang het boven de koffiemachine in de lerarenkamer. Je Facebookgebruik aan banden gelegd? Hou het niet voor jezelf. Ondanks de berg verbeterwerk toch tijd gemaakt om met de hond te wandelen? Vertel erover.”
“Of sluit met een van je collega’s een pact om elkaars knop af te zetten. Vorm een (de)connectie-duo. Observeer elkaar: ‘Die les verliep precies niet zo vlot, even gaan wandelen?’ En buig ongezonde beslissingen naar breinproof gedrag om: ‘Wéér een gesprek met een leerling tijdens je pauze? Morgen maak je toch tijd voor een babbel of koffie met mij, hé?’ Een advies van je deconnectiepartner wimpel je vast minder snel af dan dat van je eigen gezond verstand.”
Hoe weet je waar andermans uitknop staat, en wanneer je die moet indrukken?
Rosanne Volckaert: “Hoe mensen werk en privé in balans brengen, varieert sterk. De keuze voor een bepaalde strategie hangt af van je stressniveau, thuissituatie, persoonlijke voorkeuren en schoolcultuur. Een deadlinewerker heeft andere voorkeuren dan een vooruitplanner. Ouders met jonge kinderen hebben een ander ritme dan ouders met tieners. De werkethiek verschilt sterk van school tot school en vakgroep tot vakgroep. Al die factoren maken het niet makkelijk om je eigen uitknop te vinden, laat staan die van een ander. Met elkaar praten is daarom essentieel.”
“Een vraag die het gesprek op gang kan trekken: ben je eerder een separator, integrator of cycler – of een combinatie? Elk type denkt anders over de werk-privébalans. Aan het ene uiteinde trekken de separators een strikte scheidingslijn tussen hun job en thuis. Terwijl de integrators aan het andere uiteinde die twee continu in elkaar laten overlopen. Sommige jobs, zoals die van een leraar, maken bovendien af en toe cycli. Spanningsbogen en rustigere periodes wisselen elkaar af.”
“Separator, integrator of cycler: ken jezelf en kies de strategie die bij je (situatie) past. Zaterdag verbeteren om te kunnen profiteren van een zonnige woensdagmiddag met je kinderen? Die autonomie geeft veel integrators rust. Liever wat meer standvastigheid? Een separator vindt het niet erg om op school langer door te werken na de lessen, zodat verbeterwerk niet mee naar huis moet. Keihard gewerkt in de week voor het rapport? Geen probleem, zolang je die inspanning tijdig inruilt voor ontspanning.”
“Probeer niet in een rol te belanden die niet bij je past. Moet je alles combineren terwijl je snakt naar afbakening? Of moet je je dubbel plooien in een structuur terwijl je verlangt naar vrijheid? Dan verlies je razendsnel veerkracht. Doorgeslagen cyclers berokkenen zichzelf dan weer schade door hun vermoeidheid weg te redeneren: ‘in de vakantie zal ik wel bijslapen.’”
Zelfinzicht is de ultieme sleutel tot succes?
Rosanne Volckaert: “Zelfinzicht is belangrijk, maar helaas niet voldoende. Je moet het ook in de praktijk kunnen omzetten en volhouden. Daar heeft iedereen moeite mee, denk maar aan de goede voornemens die we ieder jaar maken. Leraren worden extra belemmerd door empathie. ‘Ik móet die leerling wel tijdens mijn lunchpauze spreken, want hij heeft niemand anders.’ Hartverwarmend, maar wie zorgt er voor jou?”
“Maak vandaag nog goede voornemens én probeer ze vol te houden. Zeg niet enkel ‘vanaf nu tank ik elke pauze zuurstof op de speelplaats’, zet het in je agenda. Of laat die deconnectiepartner kritische vragen stellen: ‘Zei je dat de afgelopen vier dagen ook niet? Je loopt jezelf voorbij.’ Rustpunten heeft iedereen nodig.”
Kan deconnectie ertoe leiden dat empathie naar leerlingen en collega’s verdwijnt?
Rosanne Volckaert: “Enkel als je een verkeerd doel voor ogen houdt. Door te deconnecteren gun je je brein de ruimte om te recupereren, wat je veerkracht vergroot. Die veerkracht bepaalt hoe prikkels binnenkomen. Zag je eerst een storende leerling, dan zie je op een uitgeruster moment misschien iemand die het moeilijk heeft. En is die aanvallende mail van een ouder niet geschreven vanuit een gedeelde zorg?”
“Vergeet niet dat Rock en Siegels mentale menu óók verbinding voorschotelt. Erken de moeilijke situatie van die leerling door in gesprek te gaan, en het storende gedrag krijgt niet de kans om te escaleren. Net zoals een verbindend antwoord aan een ouder het conflict sneller zal oplossen dan een defensief antwoord. Deconnectie maakt connectie mogelijk. En connectie brengt ook echt rust.”
Ligt de verantwoordelijkheid voor deconnectie vooral bij het individu?
Rosanne Volckaert: “Niet vooral, voor een stuk. Het andere stuk van de verantwoordelijkheid draagt het beleid. Positief: in gesprekken met directies merken we steeds meer goede wil. Maar het schoentje wringt nog bij de aanpak: hoe werk je doelgericht aan een effectief deconnectiebeleid waarbij je recht doet aan al je leraren en wrevel tussen separators, integrators en cyclers vermijdt?”
“Het juiste stappenplan garandeert de doelgerichtheid: informeren, structureren, analyseren, plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen. Je beleid effectief maken, vraagt inspanning. Daarvoor bestaat geen toverformule die elke school kan copy-pasten. Wat wel helpt: inzicht in de mogelijke valkuilen.”
STAP 1: INFORMEREN EN STRUCTUREREN
“Omdat ‘deconnectie’ verschillende invullingen krijgt – digitaal of mentaal, middel of doel – ga je er beter niet zomaar vanuit dat iedereen het belang ervan inziet. Misschien leeft onder leraren de angst dat deconnectie tot minder collegialiteit leidt? Of veronderstelt de directie dat het werk niet gedaan raakt? Leerlingen vrezen misschien dat ze onvoldoende hulp krijgen en ouders dat ze niemand meer kunnen bereiken. Neem tijd om er met alle partijen over te praten. Wie in deze fase al afhaakt, vertraagt het proces later toch.”
“Een effectief beleid is ook geïntegreerd. Hoe past het in het welzijnsbeleid van je school? En hoe rijm je het met het evaluatiebeleid? Krijgen leraren voldoende tijd voor rapportcommentaren zonder dat het nachtwerk wordt?”
STAP 2: ANALYSEREN
“Hoe hoog is de deconnectienood op jouw school? Een enquête levert snel en overzichtelijk input, maar een gesprek laat meer ruimte voor nuance en diepgang. Denk na over je aanpak. Door een enquête zonder meer in ieders mailbox te droppen, zeg je impliciet dat ze niet zo belangrijk is. En een gesprek forceren tussen mensen die elkaar niet goed genoeg kennen, leidt ook nergens toe. Nog een valkuil: blijven hangen in woorden en niet ingaan op gedrag. Als we slaap allemaal zo belangrijk vinden, waarom staan uploadzones voor taken dan soms open tot middernacht?”
STAP 3: PLANNEN EN UITVOEREN
“Wat wil je anders zien over vijf jaar? Via een open feedbackcultuur en een veilig klimaat kom je tot afspraken waarin iedereen zich kan vinden, en geen te strakke regels die sommigen frustreren. Wat nog voor iedereen werkt? Een workshop over gezond deconnecteren of een reminder aan het mentale menu van Rock en Siegel verhoogt het bewustzijn. Voldoende pauzemomenten en een stille ruimte verhinderen oververhitting.”
STAP 4: EVALUEREN EN BIJSTUREN
“Met de keep-stop-startmethode hoeft deze laatste stap niet ingewikkeld of tijdrovend te zijn. Maak lijstjes. Wat werkt, behoud je. Wat misgaat, schrap je. Wat beter kan, stuur je bij.”
“Stap één, twee, drie of vier, overal geldt: geef zelf het goede voorbeeld. Als je als directeur of deconnectiewerkgroep ’s middags tijd maakt voor een wandeling, een frustratie uitspreekt of je gsm tijdens de pauze inruilt voor een appel, inspireer je je team om hetzelfde te doen.”