1 minute read

Leerstijlen: feit of fabel?

Onthoudt de ene leerling de geschiedenisles beter via een podcast, de andere via geschreven tekst of een museumbezoek? En ontwikkel je daarvoor beter aparte lessen?

Pedagoog Pedro De Bruyckere trapt hard op de rem: “Dat je leerwinst kan boeken door je les te richten op leerstijlen is een mythe, even oud als hardnekkig.”

“Als je je door alle theorieën over leerstijlen ploegt, verzamel je minstens eenenzeventig indelingen. De VAK-theorie (visueel-auditief-kinetisch) stelt dat sommige leerlingen leren via beelden, andere via geluid en de rest door te bewegen. De leerstijlentheorie van Kolb deelt lerenden op in doeners, denkers, beschouwers en beslissers. Beelddenken is dan weer een mythe die vooral in Nederland en Vlaanderen bijval vond. Zoveel indelingen, hoe begin je daaraan als leraar? Het antwoord is: hang je aanpak er niet aan op.”

LABEL LEERSTIJL

“Het idee dat mensen op een eigen, specifieke manier informatie verwerken afhankelijk van hoe hun brein functioneert (auditief, visueel …), heeft kiemen tot bij de Franse filosoof en pedagoog Jean-Jacques Rousseau. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd het plots heel populair. Het concept ‘leerstijlen’ verspreidde zich toen als een lopend vuurtje in vormingen. Waarom de mythe aansloeg? Mensen denken graag in categorieën. En intuïtief lijkt het verhaal te kloppen, deels door de link met leervoorkeuren.”

“Iedereen heeft een manier waarop die het liefste leert, dat klopt. Check bij jezelf: grijp je naar kookboeken, video’s of praktijklessen in avondonderwijs als je wil leren koken? Alleen garandeert je favoriete keuze helemaal niet dat je gerechten beter zullen smaken. Zowel voor leervoorkeuren als voor vermeende leerstijlen – die verder gaan en claimen dat je op een bepaalde manier het beste leert – geldt: het levert niets op als je je lessen daarop differentieert. Onderzoekers vonden geen correlatie tussen je instructie aanpassen aan de individuele voorkeur van een leerling en leerwinst.”

“Als een interventie echt geen effect heeft of weinig evidentie kent, pas ze dan niet toe. Je lessen variëren naar leervoorkeuren kan veel tijd kosten die je niet in effectieve methodes kan steken. Wie gelooft in leerstijlen, neemt nog een extra risico: als je leerlingen labelt, kan je hen helemaal opsluiten in een eigenschap. Faalt een tiener, dan schrijft die het misschien toe aan de papieren cursus vol woorden, terwijl die een duidelijke ‘beelddenker’ is. Of je schat een kleuter in als een ‘ruimtelijke denker’ en schotelt een te eenzijdig menu aan oefeningen voor waardoor die leerkansen mist.”

IEDEREEN DENKT EN DOET

“Maakt het onderwijs dan geen onderscheid tussen denkers en doeners? Scholen groeperen

This article is from: