Verslag Kiemshop - Multicultivitaminen op het platteland! 12 februari 2009, De Groene Schuur, Groessen Wat biedt het platteland voor nieuwe Nederlanders? hen aan, welk recreatieve en educatieve activiteiten weg ernaartoe? Deze vragen kwamen aan bod in de Netwerk Platteland met zo’n 30 mensen van diverse boeren, burgers als beleidsmakers.
Welke (streek)producten spreken of zorgaanbod? En hoe vinden ze de ‘Kiemshop’, een bijeenkomst van achtergrond en komaf, zowel
Wat zijn nieuwe Nederlanders? Mensen die oorspronkelijk uit een ander land komen, worden vaak allochtonen genoemd. Veelal zijn dit mensen die al vele jaren in Nederland wonen, hun kinderen zijn hier geboren en zijn deels ook al volwassen. Het zijn ‘nieuwe’ Nederlanders. Het overgrote aandeel woont in de steden, net als steeds meer ‘oude’ Nederlanders ook in de stad wonen, en steeds minder bekend zijn met het platteland. Samen met de nieuwe Nederlanders zijn zij aan te duiden als nieuwe stedelingen. In dit verslag spreken we vooral van nieuwe Nederlanders.
1. Algemene impressie Ter plekke liet Ferdinand Eeuwes van de Groene schuur in Groessen zien hoe hij Marokkaanse en Surinaamse groenten in een kas verbouwt, afgewisseld met oudNederlandse winterpostelein en boerenkool. De producten verkoopt hij in de boerderijwinkel; 70% van zijn streekproducten verkoopt Ferdinand Eeuwes voor de regionale markt rondom Arnhem. En ze worden gebruikt in de multiculturele kookworkshops waarin kok(kin)s uit de landen van herkomst Nederlanders leren hoe Turkse, Irakese of Surinaamse gerechten klaar te maken (www.degroeneschuur.nl).
1
Sevim Zor van Stichting voor Morgen bracht haar ervaringen in met het geven van voedingsinformatie aan Turkse vrouwen in Rotterdam. Mostafa El Filali van het Amsterdams Steunpunt Wonen onderstreepte het belang van groen in de stad als opstapje naar het platteland. De Surinaamse Alexandra Haman van de Cliëntenbond GGZ Zuid-Holland vertelde enthousiast over zorgvoorzieningen op het platteland. In drie parallelle sessies rond de thema’s voeding/streekproducten, recreatie/educatie en zorg blijkt dat er wel initiatieven gaande zijn om nieuwe Nederlanders en plattelanders met elkaar in contact te brengen. Maar het kan meer en beter. Stedelijke (migranten)organisaties en plattelandsondernemers kennen elkaars informatiekanalen nog onvoldoende. Hieronder vindt u verslagen van de drie parallelsessies, met veel ideeën en links. Ook krijgt u als deelnemer een adressenlijst om makkelijk contact te kunnen leggen. Tijdens de workshop werden plannen gesmeed en visitekaartjes uitgewisseld. De kiem is er. Netwerk Platteland zal die koesteren en zeker een vervolg organiseren. Ideeën zijn van harte welkom. We houden u op de hoogte per mail en via de website www.netwerkplatteland.nl Henk Kloen, Rita Joldersma (CLM) en Mellouki Cadat (Movisie)
2
2. Deelsessie Voedsel/streekproducten Inspirerende voorbeelden •
•
• •
Moe’stuin in de Poptahof in Delft: tussen flatgebouwen is een open ruimte gebruikt omgezet in 24 tuintjes waar vrouwen uit verschillende culturen groenten telen (zie www.poptahof.nl). ‘Hottie sambal’ (zie www.hottiesambal.nl): verwerken van pepers in verschillende typen sambal die in een aantrekkelijke verpakking op de markt worden gebracht. De benodigde biologisch geteelde pepers worden geleverd door de biologische producentenvereniging Zuid-Holland (zie www.biologischgoed.nl). Een boer die ‘Turkse yoghurt’ aanbiedt, geproduceerd in ’t Groene Hart, doet goede zaken. Oogstparade Rotterdam op 19 september 2009: boeren, buren en volkstuinders komen bij elkaar om geteelde producten te verwerken in gezamenlijk te nuttigen maaltijden. Ook in schooltuinen worden gewassen geteeld voor dit evenement.
Kansen Contacten versterken tussen boeren en Nieuwe Nederlanders • Bijeenkomsten tussen producenten, verwerkers, groothandels, koks en consumenten: welke grondstoffen worden gebruikt in ‘wereldkeukens’, wie kan wat leveren en hoe? • Weekendjes ‘werken op de boerderij’ aanbieden voor mensen uit de stad. • Lesbrieven en excursies voor scholieren. Wel wordt opgemerkt dat dit qua logistiek het nodige vraagt: kost geld, vraagt inzet van agenten om verkeer bij school te regelen, etc. Het is handiger om naar een stadsboerderij in de buurt te gaan (lopend, op de fiets of met OV). • ‘Kopen bij de boer’ meer mogelijk maken. Nadeel is dat direct klantencontact veel tijd kost en dat niet elke boer het leuk vindt om direct met klanten in contact te zijn. Sommigen zijn liever bezig op hun bedrijf/het land. Ook zijn er huishoudens
3
•
in de stad die geen auto tot hun beschikking hebben en minder makkelijk het platteland op kunnen gaan. Verkennen van nieuwe vormen van samenwerking, bijvoorbeeld een coöperatie van afnemers (horeca e.a.) en/of een coöperatie van producenten om toelevering van producten (vaak kleine hoeveelheden per product per klant) efficiënter te maken (o.a. transport).
Beginnen in de stad • Meer kassen/boerderijen in de stad, zodat men daar kennis kan maken met groen, telen van producten etc. Dat is dichtbij en ook is de stap naar het platteland dan minder groot. Specifieke producten telen/aanbieden • Bij Nieuwe Nederlanders zijn er specifieke producten die in de smaak vallen, zoals bijvoorbeeld melk met vruchtensap. Ook groentes vinden goed aftrek: hier is smaak belangrijker dan een uniform product met een ‘perfect uiterlijk’. Dat betekent dat boeren/tuinders ‘klasse 2 producten’ goed zouden kunnen afzetten bij deze doelgroep, en dat kan dan ook voor een lagere prijs, zeker als er geen tussenhandel ‘tussen zit’. Een lagere prijs is belangrijk omdat niet iedereen binnen de groep Nieuwe Nederlanders veel te besteden heeft. • Breed pakket aan producten aanbieden. • De horeca is juist geïnteresseerd in niet-uniforme producten, in smaakvolle en onderscheidende producten. Aandacht voor diversificatie Ook in de retail (supermarkten) en in het onderzoek zou meer aandacht moeten komen voor verschillende typen producten. Een supermarkt als C1000 biedt al verschillende typen ‘wereldproducten’ aan. In het landbouwkundig en sociaaleconomisch onderzoek is er nog weinig belangstelling voor. Uitdagingen voor de agrarische sector • Meer als ondernemer denken: niet ‘standaard’ produceren, maar kijken waar afzet voor is bij welke doelgroepen. • Als boer de stad opzoeken: afzet in de stad vergroten. Denk hierbij ook aan de rol van de toko’s en aan winkels in/bij moskeeën. • Hoe de kloof te dichten tussen jonge agrariërs en Nieuwe Nederlanders. In het onderwijs en in hun directe leefomgeving komen jonge agrariërs niet of nauwelijks in contact met nieuwe Nederlanders. • Kijken welke markten toegankelijk zijn. De Chinese markt is vooralsnog vrij gesloten.
3. Deelsessie Welzijn/Recreatie Inspirerende voorbeelden? De inventarisatie in de groep levert geen inspirerende voorbeelden van welzijn/recreatie op het platteland in relatie tot ‘Nieuwe Nederlanders’. Uit de discussie kwamen wel een gevoel van urgentie en één vraag naar voren. Urgentie • Een kloof bestaat tussen stedelingen (waaronder ‘Nieuwe Nederlanders’) en het Platteland. De populatie van de jongeren in grote steden is (binnenkort) voor 50% en meer van allochtone komaf. De urgentie is er om de interactie tussen (vanuit) de stad en het platteland te verbeteren / versterken.
4
In reactie stelde Mostafa el Filali aan de aanwezigen de volgende emblematische vraag: • “Ik ben Mostafa, getrouwd, vader van twee kinderen. Ik wil heel graag met vrouw en kinderen rustige weekenden op het platteland doorbrengen. Voor mij op dit moment is er geen aanbod. Wat kunt u voor mij doen?” De vraag van Mostafa ontketende een discussie over matching van vraag en aanbod als antwoord op de urgentie. Het idee wordt geopperd dat er wellicht een (potentieel) aanbod bestaat dat nog onzichtbaar is.
Kansen Aanbodkant: • Kreet 1: ‘Laat de boer met rust! Hij heeft het druk met brood verdienen’; ‘Laat de boer, boer zijn!’ o Urgentie bij de boer ligt ergens anders dan bij aanbod welzijn/recreatie t.b.v. Nieuwe Nederlanders. Dus bij primaire sector en niet bij secundaire bedrijvigheden. Er werd gezegd: • Kreet 2: ‘Help de boer. Verleid hem!’ o Jonge boeren willen graag (afspraak tussen Sanders van NAJK en Mostafa van ASW). Bijvoorbeeld avonden ‘Nieuwe kansen’ voor agrarische jongeren organiseren. o Aanbod beter organiseren. Momenteel is het aanbod veel te versnipperd. Middels bijvoorbeeld slimme digitale platforms het aanbod beter ontsluiten. o Vraagkant: • Kreet: ‘De boer op. Zelf doen!’ o (Allochtone) stedelijke ondernemers beginnen zelf recreatiebedrijven op het platteland.
5
Matching vraag / aanbod • Kreet: ‘Organiseer vraag en aanbod: het begint bij direct contact!’ o Marktplaats / boerenmarkt: een ontmoetingplaats voor (allochtone) stedelingen / recreanten die welzijn/recreatieproducten willen kopen en boeren / agrarische ondernemers met een aanbod. Idee is werving van de vraag in de stad. o Joint venture: agrarische ondernemer /(allochtone) stedelijke ondernemer. o Pilot: pioniersaanbod van agrarische ondernemers en experimentgroep van (allochtone) stedelingen. • Onderwijs en onderzoek o Het agrarische onderwijs heeft te veel een cultuur van productie en schaalvergroting. Ruimte laten in het curriculum voor welzijn en recreatie. o Agrarisch onderwijs openen (fair share gedachte) voor allochtone jongeren; groene scholen beter laten aansluiten op reguliere scholen; instroom allochtonen op de groene arbeidsmarkt. Zie Advies ‘Kleur bekennen’ van RLG, 17 februari 2009. Online: www.rlg.nl/adviezen/091/091.html o Onderzoek over mogelijkheden voor exotische producten op het Nederlandse platteland voor de wereldmarkt in de grote stad. Huidige praktijk: kansen voor verkleuring van interessante initiatieven en projecten zoals: • ‘BoerenStadsWensen’ o www.boerenstadswens.nl • ‘Stad zoekt boer’ o www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=194507 o www.groenendestad.nl/stad_en_land/streekproducten/publicaties/stad_zo ekt_boer.htm • Gezonde Gronden o www.gezondegronden.nl • Boerkamers o www.hotel-boerenkamer.nl Samenvattend: wat noodzakelijk is om de interactie stad / platteland te versterken in relatie tot de Nieuwe Nederlander is: • een locatie waar… • economie, recreatie, welzijn zorg en onderwijs samengevoegd worden. Het gaat hier in brede zin om duurzaamheid, d.w.z. het evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen t.b.v. een platteland die efficiënter, zuiniger en op lange termijn meer continu omgaat met de aarde. Om dit te realiseren dient de ontmoeting van Oude en Nieuwe Nederlanders centraal te staan.
6
4. Deelsessie Zorg Inspirerende voorbeelden: • Multiculturele tuin voor kinderen, met daarnaast ontmoetingsplek voor vrouwen, Amsterdam-Westerpark. • Dvd met 180 cliëntgestuurde projecten, over maatschappelijke participatie van mensen met een psychische beperking. zie www.lfos.nl/index.php?a=projecten&id=2 • Streekgala in Ooypolder bij Nijmegen, een dag waarbij veel activiteiten op boerderijen en platteland worden georganiseerd www.streekgala.nl. Er wordt in hetzelfde gebeid nu gewerkt aan Oregionaal, een coöperatie van boeren en burgers. • Turkse ouderen vinden plek op zorgboerderij, Stad zoekt boer Amersfoort • Zorgboerderij Viermarken werkt aan ontvangst van allochtonen op hun boerderij, Enschede. www.viermarken.nl • Hemelrijksche hoeve, Biezenmortel, Noord-Brabant is een opvang voor ouderen, er is verblijfsruimte gebouwd, en de inrichting van het erf is aangepast. • www.hemelrijkschehoeve.nl
Kansen Er zijn verspreid door Nederland verschillende initiatieven die nieuwe stedelingen zorg bieden op het platteland. Deze zijn meestal kleinschalig en weinig bekend. Nieuwe stedelingen en zorg/welzijnsinstellingen zijn onvoldoende bekend met de kansen/meerwaarde die zorg op het platteland kan bieden, en heel concreet: welke zorginstellingen en zorgboerderijen zijn hiermee actief. De manier waarop je nieuwe stedelingen het beste kunt bereiken verschilt per bevolkingsgroep en per leeftijdscategorie. Kennisuitwisseling en communicatie zijn belangrijke knelpunten. Daarnaast is financiering van zorg op boerderijen een knelpunt. In de workshop zijn de volgende kansen aangedragen. Bekend maken van landbouw en platteland in de stad: • Boeren moeten met producten en diensten de stad in gaan. • Kookboek met verhalen en recepten uit verschillende culturen. • Introductie van streekproducten in ziekenhuis. • Koken uit stadsnatuur.
7
Betere informatie-uitwisseling • Kennis uit stad (zorg en welzijn) en platteland (zorglandbouw) bundelen, via bijv. TFML, Netwerk Platteland, boerENbuur. • Info en aanbod van zorglandbouw beter bekend maken bij nieuwe stedelingen: www.zorgboeren.nl en www.landbouwzorg.nl • Zorginstellingen bekend maken met mogelijkheden van zorglandbouw, zodat ze dit overwegen in behandelplannen. • Nieuwe Nederlanders kennen de WMO niet. Samenwerking en financiering • Zorg dat cliëntenraad meer afspiegeling wordt van bevolking, dus meer Nieuwe Nederlanders voor werven. • Woningbouwcorporaties krijgen bredere interesse, kunnen zorg voor specifieke doelgroepen mede faciliteren. • Zorgverzekeraars meer bekend maken met mogelijkheden van zorglandbouw voor nieuwe stedelingen. Communicatie met nieuwe stedelingen • Nieuwe Nederlanders bekend maken met zorg op platteland en stimuleren hiervan gebruik te maken: o Nieuwe Nederlanders die cliënt zijn, stimuleren (mond-op-mond) reclame te maken. o Zelforganisaties van Nieuwe Nederlanders betrekken (bijv. Marokkaanse) o Moskeeën betrekken. o Radiozender van Nieuwe Nederlanders inschakelen (bijv. voor Surinamers), algemene media met goed bereik in de stad zoals Telegraaf, Parool. o Benader jongeren om via hen ook ouderen te bereiken, bijv. Via scholen, buurtverenigingen. • Verlaag bij plattelandsondernemers/boeren de drempel om met nieuwe Nederlanders in contact te komen. • Verlaag de drempel voor nieuwe Nederlanders om op het platteland te komen kijken, als individu durven ze vaak niet.
7
8