5 minute read

Winter- en Icecanyoning

Wintercanyoning biedt geoefende canyoneers kansen om tijdens de koudere maanden de minder toegankelijke plekken op de berg te verkennen. Denk maar aan gletsjercanyons waar in de zomer een gigantische hoeveelheid smeltwater door stroomt. Tijdens die vaak gedurfde exploraties krijg je er de prachtige winterse taferelen bij. Bij sommigen, zoals bij Jeroen Kirchner, ontstond de passie om die unieke winterpracht systematisch op te zoeken en tegelijkertijd de confrontatie met de meest barre condities aan te gaan.

Voor velen is icecanyoning het summum. Inderdaad is het een van de meest complete en uitdagende bergsporten. Stel je een afdaling tussen half-bevroren watervallen en spectaculaire ijsstructuren maar eens voor! Toch blijken de condities niet altijd even winters en idyllisch mooi als we ze ons voorstelden, of zijn ze net strenger dan verwacht. Water, sneeuw en ijs zijn onvoorspelbare factoren. Nog meer dan in de zomer zal een wintercanyoneer in z’n planning met heel wat rekening moeten houden: het temperatuurverloop over een lange periode, de temperatuur van het water (zeker met een gletsjer of smeltwater aan de bron), de toestand van het ijs of de sneeuw… en niet in het minst de tijd die men voor de afdaling denkt nodig te hebben. Het Stop of Go!-principe is meer dan ooit van toepassing en zeer bepalend voor de uiteindelijke beleving en voor de veiligheid.

Advertisement

Op de KBF-website staat een uitgebreid artikel voor wie er zelf wil van proeven. In Monte schetsen we een beeld van de activiteit en focussen we op enkele aandachtspunten.

winter- en icecanyoning, lang niet zonder risico!

Wanneer de buitentemperatuur en de temperatuur van het water om en bij het vriespunt liggen, spreken we in het algemeen over wintercanyoning. Je beschermen tegen de koude is daarbij de voornaamste bezorgdheid.

Om over een echte icecanyoning te kunnen spreken, moet de buitentemperatuur al langere tijd ruim negatief zijn (max. -5° à -6°C). IJs is dan overvloedig en in diverse vormen aanwezig. Sneeuw en ijs veranderen dan het landschap en bedekken vaak ook de ankers. Alles bevriest: het touw waarop je afdaalt en de rotsen worden glad, zelfs je karabiners vriezen vast. Een wintercanyon hoeft dus niet noodzakelijk een icecanyon te zijn maar kan best wel als opstap bekeken worden.

Terwijl je bij andere bergsporten vaak nog rechtsomkeer kan maken, heb je door het ontbreken van begaanbare vluchtwegen die kans bij wintercanyoning meestal niet. Eens de tocht begonnen is, zit er niets anders op dan hem te volbrengen. Eventuele reddingsacties van buitenaf zijn vrijwel onmogelijk en zouden in ieder geval veel tijd vergen. De canyoneer zal z’n uiterste best moeten doen, zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de activiteit zelf, om een mogelijke stilstand in de canyon, onderkoeling en de kans op vrieswonden te vermijden.

Een canyon in lawinegevoelig gebied, een föhn die de kop opsteekt, stijgend water omwille van een bewolkte nacht: het zijn maar enkele voorbeelden van potentieel gevaar. Een veilige canyon weten te kiezen of het al dan niet realiseren van een activiteit naargelang de condities: een doorwinterde canyoneer moet in alle omstandigheden de juiste beslissingen kunnen nemen. Daarbij dient hij onder andere rekening te houden met: - de duur van de canyontocht (liever wat korter) - de technische details (canyoning- versus ijsklimtechnieken) - het debiet (hoe hoger, hoe riskanter) - de omgevingsfactoren (vluchtwegen, lawinerisico, diepe poelen) - de stabiliteit en kwaliteit van het ijs of de sneeuw.

De verschillende ijsvormen (gelamineerd ijs, spray, slush, al dan niet valse ijspoelen, ijsgordijnen, ijstanden en -stalactieten, basetraps, sifons…) vragen allemaal een specifieke aanpak. Het evalueren van de kwaliteit van het ijs vergt aandacht en inschattingsvermogen. Om de risico’s in te schalen, moet men kunnen bepalen waar het ijs sterk genoeg is om te passeren of om eventueel een ijs- of sneeuwanker op te bouwen.

Uitrusting

In een canyon zit je diep ondergedompeld in de natuur en ben je blootgesteld aan invloeden van buitenaf. De kledij voor een wintercanyon zal aangepast moeten zijn en vraagt mogelijks een extra investering: een dry- of semi-drysuit kan zich opdringen in plaats van de zomerse wetsuit bestaande uit een of twee lagen.

Canyoningschoenen zitten makkelijker met 2 paar sokken als de binnenzool wordt verwijderd. Tussen de wetsuitsokken in wordt soms een plastic zakje (of dry-suit) geplaatst.

Getten helpen in de aanlooptocht om je droog te houden, en in de canyon zelf om je drysuit te beschermen. Maar uiteraard is het niet het materiaal dat de soldaat maakt! Je eigen lichaam moet je warm houden en daarvoor de nodige extra calorieën aanmaken: voldoende en juiste voeding en drank dus.

Qua technisch materiaal zijn er een aantal opvallende wijzigingen tegenover de zomer: de normaal veiligere (beveiligde) karabiners met schroef of trilock kunnen vastvriezen en worden vaak vervangen door... eenvoudige snappers! Karabiners met magnetisch sluitsysteem, alsook speciaal behandelde (hydrophobe) icecanyoningtouwen zijn in opkomst. Enkel de mechanische hulpmiddelen die je met handschoenen kan bedienen, komen in aanmerking, want hulptouwtjes hebben weinig of geen grip op bevroren touw. Omdat de sluitingen van de semi-open canyonrugzak kunnen bevriezen, wordt de inhoud vastgemaakt.

Afhankelijk van de intensiteit van het ijs worden ijsschroef, ijsbijl en crampons ingezet of opgeborgen. Het hulptouw wordt zo lang mogelijk droog gehouden. Moeten ook voorhanden zijn: waterdichte zakken met onder meer warme en droge kleding, lawinespullen en voeding. En een point chaud of noodshelter om een warmtebubbel rond een slachtoffer + een helper te kunnen creëren.

Volstaat het dan wel om ervaren canyoneer te zijn?

Uit bovenstaande info wordt al snel duidelijk dat je ’s winters veel meer kennis nodig hebt dan voor de afdaling van canyons in zomerse condities. Een doorgedreven risicobeoordeling kunnen uitvoeren én heel wat winter- en ijsklimtechnieken beheersen, is een must. Je hoort dus zowel canyoneer te zijn als essentiële (winter) bergsportvaardigheden verworven te hebben.

Je moet een sterke basis in sneeuw- en lawinekunde hebben, sneeuw en ijsankers kunnen plaatsen, andere touwtechnieken uit diverse disciplines kunnen toepassen en vertrouwd zijn met het ingezette materiaal.

Momenteel bestaat er binnen KBF geen specifiek opleidingsaanbod voor wintercanyoning. De beste basis vormt het volgen van opleidingen tot zelfstandig canyoneer, bergbeklimmer en ijsklimmer, aangevuld met workshops in o.a. meteorologie en lawinekunde.

Voor een kennismaking met wintercanyoning zijn er in Zwitserland twee clubs die activiteiten organiseren, één voor het Duitstalige (meertalige) gedeelte (www.bachab.ch) en één voor het Franstalige gedeelte (www.amicalecanyon.ch).

Er zijn ook berggidsen die er zich op toegelegd hebben… Laat je deskundig begeleiden als je niet over de juiste en volledige expertise beschikt!

This article is from: