3 minute read
Over bloemetjes en bijtjes
from Klimop 2020 3
YVES GEVAERT
Een hommel van de aardhommelgroep op speerdistel © Yves Gevaert
Advertisement
HET BELANG VAN DE COMPOSIETENFAMILLIE VOOR WILDE BIJEN
Ooit werd ons gezegd: een tuin zonder paardenbloemen is geen bijenvriendelijke tuin. De paardenbloem, voor ons beter gekend als ‘pisseblomme’ of ‘beddepisser’, maakt deel uit van de composietenfamilie en is inderdaad een heel belangrijke bijenplant. Er zijn maar liefst 19 wilde bijensoorten (van de ruim 400 die voorkomen in België) gespecialiseerd in deze plantenfamilie. Dit wil zeggen dat ze enkel en alleen voedsel halen uit de composietenfamilie. Zij vormen tevens de grootste groep van de ‘gespecialiseerde’ bijen in België. Op een tweede plaats binnen de specialisten staan de bezoekers van vlinderbloemigen, gevolgd door de klokjesfamilie en de wilgen. Op een
gedeelde vijfde plaats staan onze schermbloemigen, de heidefamilie en de kruisbloemigen. Alleen maar wilde bijen op composieten? Bijlange niet, want deze zeven belangrijkste plantenfamilies zijn niet enkel van belang voor de gespecialiseerde bijensoorten, maar ook als stuifmeel- en nectarbron voor de niet-gespecialiseerde soorten. Dit zijn de generalisten, die hun voedsel halen uit een variatie aan plantenfamilies. Rekening houden met de bovenvermelde plantenfamilies bij beheer in natuurgebieden, in openbaar groen en in tuinen is dan ook van uiterst groot belang. Voor menig tuinliefhebber zijn deze bloemen jammer genoeg een ware nachtmerrie. Veel Belgen zijn nog steeds fan van een strakke tuin, mooi afgeboord met de bloemen in de border en liefst zonder klaver. Deze laatste maakt deel uit van de lipbloemigen - geen top-zevenfamilie dus, en daarom voer voor een toekomstig artikel. Gelukkig bestaan er initiatieven zoals ‘Byebye grass’, gemeenten die een gefaseerd maaibeheer proberen toe te passen en gekken die hun tuin gefaseerd maaien of een cavia inzetten om het vuile werk te doen. Gefaseerd maaien? Welja, op deze manier laten we altijd wat van onze bloemen in bloei voor de wilde bijen. Veel van de bloemen binnen de composieten hebben fantastische namen die tot de verbeelding spreken. Wat dacht je van gele morgenster, kale jonker, groot streepzaad, vertakte leeuwentand, muizenoortje, gewoon biggenkruid, dubbelkelk en natuurlijk onze paardenbloem. Al deze composieten bieden voedsel aan een groot deel van de wilde bijensoorten. Bepaalde bijen hebben zelfs hun Nederlandse naam te danken aan hun waardplant zoals onze paardenbloembij, kruiskruidzandbij, biggenkruidgroefbij of distelbehangersbij. Distel-wat? Inderdaad, distels maken ook deel uit van de composieten en werken als een supermagneet op onze wilde bijensoorten. Kan je deze planten niet laten groeien in het midden van je tuin? Verzet ze gerust naar de rand van het gazon en geniet enkele weken later van de bloemenpracht en het vlinder- en bijenspel. Nemen we er nu eentje onder de loep: de paardenbloembij (Andrena humilis). Deze bij vliegt van begin april tot eind juni. De pollen worden uitsluitend verzameld op gele composieten zoals gewoon biggenkruid, streepzaad, muizenoortje en paardenbloe
men. In onze regio is de soort vrij algemeen, maar je vindt haar zeker niet overal. Dankzij de verschillende inventarisaties in de regio Zuid-West-Vlaanderen zijn we met wat geluk en dankzij onze haviksogen gebotst op enkele nestaggregaties. Deze nesten zijn plaatselijk in zeer grote aantallen terug te vinden, soms op onverwachte plaatsen, zoals midden in de stad langs voetpaden waar paardenbloemen nog welkom zijn. De Covid-19-crisis bracht alvast één voordeel met zich mee en dat is dat we met zijn allen meer genieten van het plaatselijke groen en de wandelingen. Er werd recent dan ook een extra nestaggregatie gevonden in de regio. Wist je trouwens dat quasi iedere bijensoort ook zijn parasiet heeft? Voor de vogelaars onder ons, dit is een koekoek onder de bijen. Het gaat niet over één ‘koekoeksbij’, maar soms tientallen. Deze kleine tot middelgrote bijen hebben vaak een wespachtige tekening met geel en zwart. De vrouwtjes vliegen rakelings over de nesten van hun gastheer en proberen de nesten binnen te dringen om een eitje te leggen in een niet-afgesloten cel. Na het uitkomen van de koekoeksbij vernietigt de larve het ei van de gastheer en leeft vervolgens van de voedselvoorraad in de cel om het volgend jaar de cyclus te vernieuwen. De paardenbloembij heeft één gekende parasiet, namelijk de tweekleurige wespbij of Nomada integra die, in tegenstelling tot de meeste koekoeksbijen, een zwart
rood patroon vertoont. Bijen inventariseren is dus allesbehalve eentonig. Het is niet enkel een verhaal van bloemen en bijen, maar ook van vogelaars, haviksogen, knabbelende cavia’s en leuke ontmoetingen! Daarenboven leer je de bloemenpracht waarderen, ook die van een simpele paardenbloem. Meer info: www.aculea.be en onze Facebookpagina: Aculea West-Vlaanderen
↑Mannetje weidehommel op speerdistel ↓Vrouwtje paardenbloembij ©Yves Gevaert